Noordzeevisbestanden gezond, zorg over kabeljauw en zeebaars
Volgens de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES) gaat het met veel visbestanden in de Noordzee beter. De verbetering is met name te danken aan de afname van de visserijinspanning op de Noordzee. Momenteel bestaan de grootste zorgen over kabeljauw en zeebaars.
Dit blijkt uit de jaarlijkse adviezen van ICES (International Council for the Exploration of the Sea). De Europese raad van visserijministers stelt eind 2013 de nieuwe vangstquota vast voor 2014. Het advies van ICES speelt daarbij een belangrijke rol. Onderzoekers van IMARES Wageningen UR presenteren de voorlopige vangstadviezen van ICES aan het ministerie van Economische Zaken, de visserijsector en maatschappelijke organisaties. De adviezen gaan over de vissoorten waar Nederlandse Noordzeevissers zich op richten.
De stand van volwassen schol in de Noordzee blijft vanaf 2002 flink toenemen en bedraagt naar schatting 663.200 ton (begin 2013). Dit is de hoogste stand in de periode waarover er schattingen worden bijgehouden (vanaf 1957). De toename is onder andere het gevolg van een afname van de visserijdruk. De visserijdruk is nu lager dan die waarnaar gestreefd wordt in het beheerplan. De huidige toegestane vangsthoeveelheid (2013) is 97.100 ton. Het beheerplan laat een maximale stijging toe van 15% van het quotum, wat neerkomt op 111.631 ton aanlandingen in 2014.
Er leeft nu meer dan 2 miljoen ton haring in de Noordzee. De overleving van haringlarven is nog steeds gering, maar door de lage visserijdruk kon het bestand toch toenemen. In 2013 mocht maximaal 478.000 ton haring worden gevangen. Het advies voor 2014 is gebaseerd op het beheerplan van de EU en Noorwegen: dit komt neer op een vangsthoeveelheid van consumptieharing van 470.000 ton in 2014.
De volwassen tongstand schommelde jaren rond het veilige niveau en neemt nu toe. De visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee blijft afnemen en is nog maar weinig verwijderd van de visserijdruk die in het beheerplan als doel is gesteld. In 2013 werd de tongstand geschat op 50.546 ton en mag er in totaal 14.000 ton gevangen worden. Het advies voor de toegestane vangsthoeveelheid voor 2014 ligt lager, namelijk 11.900 ton. Deze afname is het gevolg van het beheerplan, wat een verdere verlaging van sterfte door visserij als doel heeft.
Het gaat gestaag maar traag de goede kant op met het kabeljauwbestand. Dit bestand bevindt zich al een aantal jaren op een laag niveau. Sinds het historische dieptepunt in 2006 is het bestand nu toegenomen tot net boven het biologisch minimum. Een verdere toename van het bestand is noodzakelijk om het bestand daadwerkelijk veilig te stellen. De huidige toegestane vangsthoeveelheid is 26.500 ton. De geadviseerde toegestane vangsthoeveelheid voor 2014 op basis van het beheerplan is 28.800 ton.
Tot 2013 werden voor tarbot en griet gecombineerde vangstadviezen gegeven. Dit jaar zijn de vangstadviezen voor het eerst opgesplitst. De tarbotstand is lange tijd laag geweest, maar neemt in de afgelopen jaren iets toe. De geadviseerde vangst voor tarbot in 2014 is 2.978 ton. Ook voor griet lijkt er een toename in het bestand te zijn. De geadviseerde vangst voor griet in 2014 is 2.727 ton. De opgesplitste adviezen leiden nog niet direct tot een apart quotum voor tarbot en voor griet. De totaal toegestane vangsthoeveelheid in 2014 zal nog gecombineerd blijven.
De visserijdruk op zeebaars blijft sinds eind jaren ’80 toenemen en sinds 2005 neemt de omvang van het bestand sterk af. Daarom adviseert ICES om minder zeebaars te gaan vangen. In 2012 ving de visserij nog 4 duizend ton zeebaars in de Noordzee en het Kanaal; voor 2014 adviseert ICES een vangst van maximaal 2.7 duizend ton.
Dit blijkt uit de jaarlijkse adviezen van ICES (International Council for the Exploration of the Sea). De Europese raad van visserijministers stelt eind 2013 de nieuwe vangstquota vast voor 2014. Het advies van ICES speelt daarbij een belangrijke rol. Onderzoekers van IMARES Wageningen UR presenteren de voorlopige vangstadviezen van ICES aan het ministerie van Economische Zaken, de visserijsector en maatschappelijke organisaties. De adviezen gaan over de vissoorten waar Nederlandse Noordzeevissers zich op richten.
De stand van volwassen schol in de Noordzee blijft vanaf 2002 flink toenemen en bedraagt naar schatting 663.200 ton (begin 2013). Dit is de hoogste stand in de periode waarover er schattingen worden bijgehouden (vanaf 1957). De toename is onder andere het gevolg van een afname van de visserijdruk. De visserijdruk is nu lager dan die waarnaar gestreefd wordt in het beheerplan. De huidige toegestane vangsthoeveelheid (2013) is 97.100 ton. Het beheerplan laat een maximale stijging toe van 15% van het quotum, wat neerkomt op 111.631 ton aanlandingen in 2014.
Er leeft nu meer dan 2 miljoen ton haring in de Noordzee. De overleving van haringlarven is nog steeds gering, maar door de lage visserijdruk kon het bestand toch toenemen. In 2013 mocht maximaal 478.000 ton haring worden gevangen. Het advies voor 2014 is gebaseerd op het beheerplan van de EU en Noorwegen: dit komt neer op een vangsthoeveelheid van consumptieharing van 470.000 ton in 2014.
De volwassen tongstand schommelde jaren rond het veilige niveau en neemt nu toe. De visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee blijft afnemen en is nog maar weinig verwijderd van de visserijdruk die in het beheerplan als doel is gesteld. In 2013 werd de tongstand geschat op 50.546 ton en mag er in totaal 14.000 ton gevangen worden. Het advies voor de toegestane vangsthoeveelheid voor 2014 ligt lager, namelijk 11.900 ton. Deze afname is het gevolg van het beheerplan, wat een verdere verlaging van sterfte door visserij als doel heeft.
Het gaat gestaag maar traag de goede kant op met het kabeljauwbestand. Dit bestand bevindt zich al een aantal jaren op een laag niveau. Sinds het historische dieptepunt in 2006 is het bestand nu toegenomen tot net boven het biologisch minimum. Een verdere toename van het bestand is noodzakelijk om het bestand daadwerkelijk veilig te stellen. De huidige toegestane vangsthoeveelheid is 26.500 ton. De geadviseerde toegestane vangsthoeveelheid voor 2014 op basis van het beheerplan is 28.800 ton.
Tot 2013 werden voor tarbot en griet gecombineerde vangstadviezen gegeven. Dit jaar zijn de vangstadviezen voor het eerst opgesplitst. De tarbotstand is lange tijd laag geweest, maar neemt in de afgelopen jaren iets toe. De geadviseerde vangst voor tarbot in 2014 is 2.978 ton. Ook voor griet lijkt er een toename in het bestand te zijn. De geadviseerde vangst voor griet in 2014 is 2.727 ton. De opgesplitste adviezen leiden nog niet direct tot een apart quotum voor tarbot en voor griet. De totaal toegestane vangsthoeveelheid in 2014 zal nog gecombineerd blijven.
De visserijdruk op zeebaars blijft sinds eind jaren ’80 toenemen en sinds 2005 neemt de omvang van het bestand sterk af. Daarom adviseert ICES om minder zeebaars te gaan vangen. In 2012 ving de visserij nog 4 duizend ton zeebaars in de Noordzee en het Kanaal; voor 2014 adviseert ICES een vangst van maximaal 2.7 duizend ton.
Geen opmerkingen: