Beweging langs breuklijnen in Nederland door grondwatervariatie
Met nieuwe satelliettechnieken heeft de TU Delft beweging langs geologische breuklijnen in Nederland onderzocht. De beweging die hiermee is vastgesteld, wordt echter niet veroorzaakt door tektonische beweging (van aardplaten) maar voornamelijk door variaties in grondwaterstanden. Miguel Caro Cuenca promoveert op vrijdag 2 november op dit onderwerp.
Aardbevingen vinden meestal plaats langs geologische breuken in de aardkorst. Om te bepalen of een breuk nog steeds actief is, d.w.z. of er spanningsopbouw is in het gesteente aan beide zijden van de breuk, is het belangrijk om vast te stellen of er beweging tussen de aardlagen kan worden waargenomen.
Promovendus Miguel Caro heeft in zijn promotieonderzoek aan de TU Delft met nieuwe satellietmethoden beweging langs breuken gemeten. Hij deed dit in Nederland, een land dat zo nu en dan een lichte aardbeving kent. De aardbeving bij Roermond in 1992 was de sterkste ooit waargenomen in Nederland, met een kracht van 5,8 op de schaal van Richter.
De resultaten van Caro laten zien dat er inderdaad beweging is langs de belangrijkste breuken in Brabant en Limburg: ongeveer 1 mm per jaar. Maar hij toonde tevens aan dat deze beweging eerder verklaard wordt door variaties in de grondwaterstanden aan weerszijden van de breuk, dan door beweging van de aardplaten.
Dit betekent daarmee ook dat de (eventuele) tektonische spanningsopbouw, die een voorbode zou kunnen zijn van toekomstige aardbevingen, momenteel zo klein is dat deze aan het oppervlakte niet significant waarneembaar is.
Aardbevingen vinden meestal plaats langs geologische breuken in de aardkorst. Om te bepalen of een breuk nog steeds actief is, d.w.z. of er spanningsopbouw is in het gesteente aan beide zijden van de breuk, is het belangrijk om vast te stellen of er beweging tussen de aardlagen kan worden waargenomen.
Promovendus Miguel Caro heeft in zijn promotieonderzoek aan de TU Delft met nieuwe satellietmethoden beweging langs breuken gemeten. Hij deed dit in Nederland, een land dat zo nu en dan een lichte aardbeving kent. De aardbeving bij Roermond in 1992 was de sterkste ooit waargenomen in Nederland, met een kracht van 5,8 op de schaal van Richter.
De resultaten van Caro laten zien dat er inderdaad beweging is langs de belangrijkste breuken in Brabant en Limburg: ongeveer 1 mm per jaar. Maar hij toonde tevens aan dat deze beweging eerder verklaard wordt door variaties in de grondwaterstanden aan weerszijden van de breuk, dan door beweging van de aardplaten.
Dit betekent daarmee ook dat de (eventuele) tektonische spanningsopbouw, die een voorbode zou kunnen zijn van toekomstige aardbevingen, momenteel zo klein is dat deze aan het oppervlakte niet significant waarneembaar is.
Geen opmerkingen: