Bloemrijke dijken trekken bijen aan
Dijken zijn onmisbaar voor bijen, zeker als er veel verschillende plant- en bloemsoorten op staan. Bij een grote telling op 157 dijken langs rivieren in Nederland bleek dat er meer en zeldzamere bijsoorten op dijken leven dan gedacht. Volgens ecoloog Contant Swinkels kunnen nog heel veel dijken bijvriendelijk gemaakt worden. ‘Veel voedselproducten zijn afhankelijk van bestuiving door bijen. We hebben die beestjes hard nodig.’
Radboud-onderzoekers verzamelden samen met collega’s van kenniscentra in drie jaar tijd uitgebreide data over de aanwezigheid van bijen op 160 dijken in Nederland, voornamelijk in de Rijndelta (o.a. Waal en IJssel) en langs de Maas. Ze kwamen in totaal 154 verschillende bijsoorten tegen. ‘Dat is de bijna helft van alle soorten die in Nederland voorkomen’, aldus ecoloog Constant Swinkels.
Met een vlindernetje gingen de onderzoekers meerdere keren per jaar tijdens het vliegseizoen van bijen de dijk op, steeds op dezelfde plek, om langs een looproute van 150 meter lang bijen te tellen. ‘Soms zagen we in een kwartier tijd wel 400 bijen, andere keren maar drie’, vertelt Swinkels. Maar over het algemeen was de bioloog blij verrast door het aantal bijen dat ze tegenkwamen.
‘Bloemrijke dijken trekken veel meer bijen aan dan bijvoorbeeld bloemstroken in agrarisch gebied,’ aldus de onderzoeker. ‘En vooral meer bedreigde soorten. Zo’n tien procent van de bijen die we aantroffen staat op de rode lijst, zoals de Knautiabij, de rode koekoekshommel, de weidebij en de bonte wespbij. Die soorten zijn zeldzaam en de populaties gaan in Nederland achteruit.’ Dijken lijken aantrekkelijk voor bijen, omdat de helling warm wordt in de zon, een ideale plek om een nestje te maken, en omdat er allerlei verschillende planten kunnen groeien.
‘Dijken zijn een soort insectensnelwegen. Veel bijen komen Nederland binnen via de dijken’, aldus Swinkels. ‘Rondom dijken liggen soms prachtige landschappen, zoals de Ooijpolder aan de Waal bij Nijmegen. Die gebieden zijn interessant voor bijen door het gevarieerde landschap waar ze hun nesten kunnen maken. Bloemrijke dijken vormen hierop een waardevolle toevoeging, waardoor dijken snel bijen aantrekken. In agrarische stroken is dit lastiger: daar wordt van alles ingezaaid en is de omliggende landbouwgrond minder geschikt voor bijen.’
Radboud-onderzoekers verzamelden samen met collega’s van kenniscentra in drie jaar tijd uitgebreide data over de aanwezigheid van bijen op 160 dijken in Nederland, voornamelijk in de Rijndelta (o.a. Waal en IJssel) en langs de Maas. Ze kwamen in totaal 154 verschillende bijsoorten tegen. ‘Dat is de bijna helft van alle soorten die in Nederland voorkomen’, aldus ecoloog Constant Swinkels.
Met een vlindernetje gingen de onderzoekers meerdere keren per jaar tijdens het vliegseizoen van bijen de dijk op, steeds op dezelfde plek, om langs een looproute van 150 meter lang bijen te tellen. ‘Soms zagen we in een kwartier tijd wel 400 bijen, andere keren maar drie’, vertelt Swinkels. Maar over het algemeen was de bioloog blij verrast door het aantal bijen dat ze tegenkwamen.
‘Bloemrijke dijken trekken veel meer bijen aan dan bijvoorbeeld bloemstroken in agrarisch gebied,’ aldus de onderzoeker. ‘En vooral meer bedreigde soorten. Zo’n tien procent van de bijen die we aantroffen staat op de rode lijst, zoals de Knautiabij, de rode koekoekshommel, de weidebij en de bonte wespbij. Die soorten zijn zeldzaam en de populaties gaan in Nederland achteruit.’ Dijken lijken aantrekkelijk voor bijen, omdat de helling warm wordt in de zon, een ideale plek om een nestje te maken, en omdat er allerlei verschillende planten kunnen groeien.
‘Dijken zijn een soort insectensnelwegen. Veel bijen komen Nederland binnen via de dijken’, aldus Swinkels. ‘Rondom dijken liggen soms prachtige landschappen, zoals de Ooijpolder aan de Waal bij Nijmegen. Die gebieden zijn interessant voor bijen door het gevarieerde landschap waar ze hun nesten kunnen maken. Bloemrijke dijken vormen hierop een waardevolle toevoeging, waardoor dijken snel bijen aantrekken. In agrarische stroken is dit lastiger: daar wordt van alles ingezaaid en is de omliggende landbouwgrond minder geschikt voor bijen.’
Geen opmerkingen: