‘Een krab is nooit zomaar een krab'
Een haring in de Noordzee, een krab in de Waddenzee of een anemoonvisje op een koraalrif, … biologen denken graag in individuele diersoorten die allemaal hun eigen plekje hebben in het voedselweb van verschillende ecosystemen over de wereld.
Maar dat is toch te simpel gedacht, waarschuwen NIOZ-onderzoekers Ana Born-Torrijos en David Thieltges in het coververhaal van het wetenschappelijk tijdschrift ‘Trends in Parasitology’ van deze maand. Als je niet óók naar de verschillende parasieten op zo’n dier kijkt, trek je misschien wel heel verkeerde conclusies over de ecologie.
Vissen, krabben, slakken en andere dieren kunnen geïnfecteerd zijn door een veelheid aan parasieten. Dat gaat om nematoden, zuigwormen, lintwormen, pissebedden of zelfs om roeipootkreeftjes die een deel van hun leven in de kieuwen van vissen doorbrengen.
Wanneer Born-Torrijos de voedselketen voorstelt als een langzaam stijgende grafiek, dan staan linksonder de algen en planten als zogeheten primaire producenten, die zonlicht omzetten in ‘eetbare’ energie. Helemaal rechtsboven in de grafiek staan de toppredatoren, zoals in de Waddenzee de zeehonden.
In het overzichtsartikel beschrijven de onderzoekers hoe de stabiele isotopen samenstelling van een dier mede bepaald kan worden door parasieten. Dat komt doordat die parasieten het gedrag van een gastheer kunnen veranderen, zelfs zónder dat die gastheer echt ziek wordt. Een koraalvisje dat is geïnfecteerd door een specifiek soort pissebed, blijkt bijvoorbeeld veel minder buiten het koraal te foerageren dan niet-geïnfecteerde soortgenoten. Dat wordt vervolgens weerspiegeld in de chemische samenstelling van het dier.
Maar dat is toch te simpel gedacht, waarschuwen NIOZ-onderzoekers Ana Born-Torrijos en David Thieltges in het coververhaal van het wetenschappelijk tijdschrift ‘Trends in Parasitology’ van deze maand. Als je niet óók naar de verschillende parasieten op zo’n dier kijkt, trek je misschien wel heel verkeerde conclusies over de ecologie.
Vissen, krabben, slakken en andere dieren kunnen geïnfecteerd zijn door een veelheid aan parasieten. Dat gaat om nematoden, zuigwormen, lintwormen, pissebedden of zelfs om roeipootkreeftjes die een deel van hun leven in de kieuwen van vissen doorbrengen.
Wanneer Born-Torrijos de voedselketen voorstelt als een langzaam stijgende grafiek, dan staan linksonder de algen en planten als zogeheten primaire producenten, die zonlicht omzetten in ‘eetbare’ energie. Helemaal rechtsboven in de grafiek staan de toppredatoren, zoals in de Waddenzee de zeehonden.
In het overzichtsartikel beschrijven de onderzoekers hoe de stabiele isotopen samenstelling van een dier mede bepaald kan worden door parasieten. Dat komt doordat die parasieten het gedrag van een gastheer kunnen veranderen, zelfs zónder dat die gastheer echt ziek wordt. Een koraalvisje dat is geïnfecteerd door een specifiek soort pissebed, blijkt bijvoorbeeld veel minder buiten het koraal te foerageren dan niet-geïnfecteerde soortgenoten. Dat wordt vervolgens weerspiegeld in de chemische samenstelling van het dier.
Geen opmerkingen: