Beter Buienradar door zendmasten
Ruben Imhoff van de Wageningse leerstoelgroep Hydrologie en Kwantitatief Waterbeheer bekeek samen met collega’s van KNMI en Deltares in Delft hoe zij uit gegevens van telecombedrijven, de zogeheten radiostraalverbindingen in mobiele telefoonnetwerken ofwel commercial microwave links, (CMLs), de intensiteit van regen die tussen twee zendmasten valt konden afleiden.
Het onderzoeksteam vergeleek de gegevens van de KNMI regenradars, zoals Buienradar gebruikt, met de data van de masten van de telecombedrijven op twaalf dagen met regen.
De CML-methode blijkt vrij goed te werken, ook bij hoge neerslagintensiteiten. Soms waren de neerslagverwachtingen zelfs beter dan die van de regenradar, vooral bij zware regenval.
De nieuwe 5G-masten lenen zich nog beter voor voorspellingen. Die staan op nog kortere afstanden van elkaar en geven daarmee nauwkeurigere data. Maar de onderzoekers weten niet hoe dat zal uitpakken, want het is nog niet duidelijk hoe goed het CML-systeem werkt met de hogere zendfrequenties van 5G.
Zijn nut kan het CML-systeem vooral bewijzen in landen waar bijna geen regenradars zijn, maar wel grote steden met radiostraalverbindingen. KNMI en WUR gaan daarom in Nigeria en Sri Lanka uitzoeken of die een uitkomst zijn voor weersvooruitzichten op korte termijn.
Geen opmerkingen: