Regen na de droogte veroorzaakte blauwalgenexplosie
Na maanden van droogte en een toenemende verslechtering van de waterkwaliteit door blauwalgen, bracht neerslag (9 augustus) wat verkoeling. Met de neerslag spoelden echter ook meststoffen het oppervlaktewater in. In hun onderzoek dat zij vanaf 2010 verrichtten, keken de onderzoekers naar het effect van dit scenario. Zij bemonsterden 39 verschillende stadswateren, voornamelijk in Noord-Brabant. Telkens namen zij twee monsters. In het laboratorium verrijkten zij een van de watermonsters met meststoffen en het andere monster niet, en zetten beide weg bij normale of hogere temperatuur. “Of het water 20 graden of 25 graden was, maakte niet zoveel uit,” zegt onderzoeksleider Miquel Lürling. “Maar bij beide temperaturen zorgden toevoeging van nutriënten voor een explosie van de aanwezige blauwalgen.”
Het onderzoek liet ook zien dat in water waarin bij aanvang al minder meststoffen zitten, een blauwalgexplosie uitblijft. Lurling: “Dit is een heel belangrijke indicatie om de meststoffen in een oppervlaktewater drastisch te reduceren. Een vijver, plas of meer krijgt dan veel meer bufferend vermogen om de negatieve aspecten van klimaatverandering – droogte afgewisseld met een plensbui – te weerstaan. Er zijn diverse technieken om het oppervlaktewater bestendiger te maken tegen algenbloei, bv via onderhoud en het immobiel maken van meststoffen.”
Blauwalgen zijn in feite bacteriën, cyanobacteriën. Ze groeien in warm zoetwater dat voldoende voedingsstoffen bevat. Wanneer er zoveel blauwalgen in het water voorkomen dat het oppervalk groenblauw gekleurd raakt, spreken we van een algenbloei. Veel blauwalgensoorten maken gifstoffen die bij contact of inslikken gezondheidsklachten kunnen veroorzaken.
Het onderzoek liet ook zien dat in water waarin bij aanvang al minder meststoffen zitten, een blauwalgexplosie uitblijft. Lurling: “Dit is een heel belangrijke indicatie om de meststoffen in een oppervlaktewater drastisch te reduceren. Een vijver, plas of meer krijgt dan veel meer bufferend vermogen om de negatieve aspecten van klimaatverandering – droogte afgewisseld met een plensbui – te weerstaan. Er zijn diverse technieken om het oppervlaktewater bestendiger te maken tegen algenbloei, bv via onderhoud en het immobiel maken van meststoffen.”
Blauwalgen zijn in feite bacteriën, cyanobacteriën. Ze groeien in warm zoetwater dat voldoende voedingsstoffen bevat. Wanneer er zoveel blauwalgen in het water voorkomen dat het oppervalk groenblauw gekleurd raakt, spreken we van een algenbloei. Veel blauwalgensoorten maken gifstoffen die bij contact of inslikken gezondheidsklachten kunnen veroorzaken.
Geen opmerkingen: