Massastranding dertig potvissen niet door menselijk handelen
In 2016 strandden in een periode van zes weken dertig potvissen in de Noordzee. Een internationaal team onderzocht deze gebeurtenis. Niet de oorzaak: plastic, een infectie, verstrikking, aanvaring, chemische vervuiling en verandering van de temperatuur van het zeeoppervlak. Wat wel de reden was: “een combinatie van verschillende complexe omgevingsfactoren,” vertelt mariene bioloog Lonneke IJsseldijk van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Ze is hoofdauteur van het artikel dat dinsdagavond 7 augustus 2018 verscheen in PLOS ONE.
De dertig potvissen strandden in vijf landen, waaronder Nederland. Internationale teams van wetenschappers en experts uit heel Europa sloegen de handen ineen om deze gebeurtenis te onderzoeken. Het onderzoek werd één van de meest uitgebreide onderzoeken naar potvisstrandingen ooit.
De wetenschappers onderzochten 27 potvissen. Het bleken allen jonge mannetjes tussen de tien en zestien jaar oud. Uit dieetonderzoek kwam naar voren dat de dieren voor de laatste keer in Noorse wateren hadden gegeten, minimaal 1300 kilometer verderop.
“We kunnen veel doodsoorzaken uitsluiten”, vertelt IJsseldijk. “We hebben gekeken naar de gezondheids- en de voedingstoestand van elk dier. We vonden verschillende infecties, maar geen ernstig genoeg om deze grootschalige stranding te verklaren. Een ziekte was dus niet de primaire doodsoorzaak. We moesten verder denken.”
Ook vonden de wetenschappers geen bewijs voor trauma’s door de mens veroorzaakt, zoals verstrikking, aanvaring, of chemische vervuiling. In negen onderzochte potvissen werd afval aangetroffen - waaronder plastic -, maar dit afval veroorzaakte geen obstructies van het maagdarmkanaal of verhongering. Ook mariene aardbevingen, schadelijke algenbloei en veranderingen in de temperatuur van het zeeoppervlak werden uitgesloten. IJsseldijk: “De massastranding was hoogstwaarschijnlijk een combinatie van verschillende complexe omgevingsfactoren, in plaats van een enkele factor.”
De dertig potvissen strandden in vijf landen, waaronder Nederland. Internationale teams van wetenschappers en experts uit heel Europa sloegen de handen ineen om deze gebeurtenis te onderzoeken. Het onderzoek werd één van de meest uitgebreide onderzoeken naar potvisstrandingen ooit.
De wetenschappers onderzochten 27 potvissen. Het bleken allen jonge mannetjes tussen de tien en zestien jaar oud. Uit dieetonderzoek kwam naar voren dat de dieren voor de laatste keer in Noorse wateren hadden gegeten, minimaal 1300 kilometer verderop.
“We kunnen veel doodsoorzaken uitsluiten”, vertelt IJsseldijk. “We hebben gekeken naar de gezondheids- en de voedingstoestand van elk dier. We vonden verschillende infecties, maar geen ernstig genoeg om deze grootschalige stranding te verklaren. Een ziekte was dus niet de primaire doodsoorzaak. We moesten verder denken.”
Ook vonden de wetenschappers geen bewijs voor trauma’s door de mens veroorzaakt, zoals verstrikking, aanvaring, of chemische vervuiling. In negen onderzochte potvissen werd afval aangetroffen - waaronder plastic -, maar dit afval veroorzaakte geen obstructies van het maagdarmkanaal of verhongering. Ook mariene aardbevingen, schadelijke algenbloei en veranderingen in de temperatuur van het zeeoppervlak werden uitgesloten. IJsseldijk: “De massastranding was hoogstwaarschijnlijk een combinatie van verschillende complexe omgevingsfactoren, in plaats van een enkele factor.”
Geen opmerkingen: