Grote sociaaleconomische gevolgen door mosseltransitie
De afspraken in het Mosselconvenant over de beperking van de bodemzaadvisserij en de ontwikkeling van mosselzaadinvanginstallaties (mzi’s) hebben grote gevolgen voor de productie en sociaal-economische situatie in de mosselsector.
Door de extra kosten van de mzi’s en het grotere aanbod van mosselen is de economische rentabiliteit van de mosselsector gedaald en heeft een derde van de bedrijven het momenteel moeilijk.
Toch ziet een deel van de mosselkwekers mogelijkheden voor uitbreiding van het areaal van mzi’s, maar daarvoor zijn financiële middelen en optimalisatie van de percelen een drempel.
In het Mosselconvenant 2008 hebben de producentenorganisatie Mosselcultuur, natuurorganisaties en overheid afgesproken dat de mosselsector stapsgewijs over gaat van de bodemvisserij op mosselzaad naar de invang van mosselzaad via mosselzaadinvanginstallaties. In totaal 40 procent van het areaal van de in het voorjaar aanwezige zaadbanken blijft momenteel gevrijwaard van bodemvisserij. Dit komt overeen met 28 procent van de totale visserij op mosselzaad.
Dankzij de input van mosselkwekers, accountants en banken is inzicht verkregen in de effecten van het Mosselconvenant. Wageningen Economic Research en Wageningen Marine Research concluderen dat de convenantafspraken grote gevolgen, positief en negatief, hebben voor de sector. Zo ligt de productie van de ontwikkelde mzi’s sinds 2010 hoger dan het deel van de productie van de mosselzaadvisserij dat is ingeleverd. Dit heeft geleid tot een verhoging van de mosselzaadproductie, die is opgelopen tot gemiddeld 9 miljoen kilo (gemiddeld over 2014-2016). Daarnaast zijn de fluctuaties in de zaadproductie met behulp van de mzi’s stukken lager dan in de bodemzaadvisserij.
De productie van mosselzaad met mzi’s heeft echter wel een prijs. De kostprijs van mzi-zaad lag de afgelopen jaren rond de 45-60 cent/kg. Deze bestaat voor een groot deel uit kosten en afschrijvingen van de mzi’s, maar ook de kosten voor de extra benodigde arbeid zijn een belangrijk onderdeel. De overstap naar mzi’s en de hogere kostprijs van het mzi-zaad zorgden ervoor dat de sector in de periode 2014-2016 zo’n 6-9 miljoen euro extra kosten had voor de productie van mosselzaad in vergelijking met een situatie waarin alleen op bodemzaad zou zijn gevist.
Door de extra kosten van de mzi’s en het grotere aanbod van mosselen is de economische rentabiliteit van de mosselsector gedaald en heeft een derde van de bedrijven het momenteel moeilijk.
Toch ziet een deel van de mosselkwekers mogelijkheden voor uitbreiding van het areaal van mzi’s, maar daarvoor zijn financiële middelen en optimalisatie van de percelen een drempel.
In het Mosselconvenant 2008 hebben de producentenorganisatie Mosselcultuur, natuurorganisaties en overheid afgesproken dat de mosselsector stapsgewijs over gaat van de bodemvisserij op mosselzaad naar de invang van mosselzaad via mosselzaadinvanginstallaties. In totaal 40 procent van het areaal van de in het voorjaar aanwezige zaadbanken blijft momenteel gevrijwaard van bodemvisserij. Dit komt overeen met 28 procent van de totale visserij op mosselzaad.
Dankzij de input van mosselkwekers, accountants en banken is inzicht verkregen in de effecten van het Mosselconvenant. Wageningen Economic Research en Wageningen Marine Research concluderen dat de convenantafspraken grote gevolgen, positief en negatief, hebben voor de sector. Zo ligt de productie van de ontwikkelde mzi’s sinds 2010 hoger dan het deel van de productie van de mosselzaadvisserij dat is ingeleverd. Dit heeft geleid tot een verhoging van de mosselzaadproductie, die is opgelopen tot gemiddeld 9 miljoen kilo (gemiddeld over 2014-2016). Daarnaast zijn de fluctuaties in de zaadproductie met behulp van de mzi’s stukken lager dan in de bodemzaadvisserij.
De productie van mosselzaad met mzi’s heeft echter wel een prijs. De kostprijs van mzi-zaad lag de afgelopen jaren rond de 45-60 cent/kg. Deze bestaat voor een groot deel uit kosten en afschrijvingen van de mzi’s, maar ook de kosten voor de extra benodigde arbeid zijn een belangrijk onderdeel. De overstap naar mzi’s en de hogere kostprijs van het mzi-zaad zorgden ervoor dat de sector in de periode 2014-2016 zo’n 6-9 miljoen euro extra kosten had voor de productie van mosselzaad in vergelijking met een situatie waarin alleen op bodemzaad zou zijn gevist.
Geen opmerkingen: