De Antarctische ijskap verloor 1,2 miljoen jaar geleden een derde van zijn massa
De Antarctische ijskap kan een derde van zijn massa verliezen tijdens warme interglaciale perioden. Een internationaal team van wetenschappers, geleid door het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, heeft bewijs gevonden voor een zeespiegelhoogte die drie keer hoger is dan de huidige ijskapmodellen voorspellen voor een geologische tijdperk tussen twee ijstijden in, zo'n 1.2 miljoen jaar geleden.
Bas de Boer, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, ontwikkelde de nieuwe ijsmodellen die in het onderzoek gebruikt werden. De resultaten zijn op 28 augustus gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'Quaternary Science Review'.
Bas de Boer, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, ontwikkelde de nieuwe ijsmodellen die in het onderzoek gebruikt werden. De resultaten zijn op 28 augustus gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'Quaternary Science Review'.
Het reconstrueren van het geologische verleden helpt onderzoekers om de mate en de snelheid van de processen beter te begrijpen die reageren op smeltend ijs als gevolg van opwarming van de aarde.
Het was een stalactiet in een druipsteengrot die de onderzoekers leidde naar nieuwe informatie over variaties in de hoogte van de zeespiegel in het Midden-Pleistoceen. Deze Custonaci stalactiet werd gevonden in een kalkgrot in Noord-West-Sicilië in Italië en verschafte de onderzoekers bewijs voor vier grote overstromingen in dit geologische tijdvak. Tijdens de laatste overstroming heeft zich koraal afgezet op de stalactiet.
Druipsteengrotten aan zee zijn interessante plekken voor geologen. Aan de hand van de druipstenen kunnen zij een reconstructie maken van veranderingen in de zeespiegelhoogte in het verre verleden. Wanneer een stalactiet aan lucht wordt blootgesteld groeit hij als gevolg van kalkafzetting, maar wanneer hij voor langere tijd onderwater komt te staan door zeespiegelstijging lost hij weer op.
Geen opmerkingen: