Visserij kan rekenen op jaar uitstel van aanlandplicht voor schol
De zeevisserij krijgt vrijwel zeker een jaar uitstel van de aanlandplicht voor schol. De EU-landen rond de Noordzee, de zogeheten Scheveningengroep, hebben deze maatregel vandaag op voordracht van Nederland ingebracht bij de Europese Commissie. Het uitstel betekent dat vissers tot 2019 geen verplichting krijgen om schol uit de bijvangst mee aan land te nemen. Dit biedt de vissers extra tijd om hun vangstmethoden aan te passen.
Afspraken van de EU-landen rond de Noordzee over visserij worden gewoonlijk overgenomen door de Europese Commissie. Dit zal naar verwachting in het najaar zijn, na een wetenschappelijke toets. Het uitstel wordt gesteund door de visserijsector én milieu- en natuurorganisaties die zijn vertegenwoordigd in de North Sea Advisory Council (NSAC).
Door de invoering van de aanlandplicht, die in de Europese Unie gefaseerd wordt ingevoerd tot 2019, moeten vissers alle bijvangst van gequoteerde soorten meenemen naar land. De vis mag niet meer worden teruggegooid in de zee. De aanlandplicht moet ervoor zorgen dat vissers selectiever gaan vissen zodat er geen soorten meer worden gevangen die zij niet willen verkopen of vissen die nog te jong zijn om te mogen verkopen (ondermaatse vis). Dat voorkomt verspilling en het is beter voor het visbestand.
Het uitstel geldt alleen voor vissers die netten gebruiken met kleine mazen (80 mm) om te vissen op bijvoorbeeld tong of Noorse kreeft. Zij vangen daarbij vaak ook ongewenst jonge schol. Voor vissers die met grote mazen op schol of kabeljauw vissen is de aanlandplicht in 2016 al ingevoerd.
Strenge voorwaarde voor het jaar uitstel is dat in 2018 door de vissers netten worden ontwikkeld waarmee minder jonge schol wordt bij gevangen. Het jaar uitstel geeft de sector daarnaast extra tijd om onderzoek naar overleving bij teruggooi van de bijvangst af te ronden.
Dit door de overheid gesteunde onderzoek kan leiden tot uitzonderingen op de aanlandplicht als daadwerkelijk wordt aangetoond dat schol een hoge overlevingskans heeft. Dat is op dit moment nog niet het geval. Een mogelijke manier om de overlevingskans te vergroten is het sneller binnenhalen van de visnetten, zodat deze minder lang over de bodem slepen en daardoor ook de schol minder beschadigt.
Nederland zet zich in Brussel al langer in voor meer ruimte voor de zeevisserij om de invoering van de aanlandplicht zo werkbaar mogelijk te maken. Ook ondersteunt de overheid de sector bij het vinden van oplossingen, bijvoorbeeld door het financieren van proefprojecten.
Afspraken van de EU-landen rond de Noordzee over visserij worden gewoonlijk overgenomen door de Europese Commissie. Dit zal naar verwachting in het najaar zijn, na een wetenschappelijke toets. Het uitstel wordt gesteund door de visserijsector én milieu- en natuurorganisaties die zijn vertegenwoordigd in de North Sea Advisory Council (NSAC).
Door de invoering van de aanlandplicht, die in de Europese Unie gefaseerd wordt ingevoerd tot 2019, moeten vissers alle bijvangst van gequoteerde soorten meenemen naar land. De vis mag niet meer worden teruggegooid in de zee. De aanlandplicht moet ervoor zorgen dat vissers selectiever gaan vissen zodat er geen soorten meer worden gevangen die zij niet willen verkopen of vissen die nog te jong zijn om te mogen verkopen (ondermaatse vis). Dat voorkomt verspilling en het is beter voor het visbestand.
Het uitstel geldt alleen voor vissers die netten gebruiken met kleine mazen (80 mm) om te vissen op bijvoorbeeld tong of Noorse kreeft. Zij vangen daarbij vaak ook ongewenst jonge schol. Voor vissers die met grote mazen op schol of kabeljauw vissen is de aanlandplicht in 2016 al ingevoerd.
Strenge voorwaarde voor het jaar uitstel is dat in 2018 door de vissers netten worden ontwikkeld waarmee minder jonge schol wordt bij gevangen. Het jaar uitstel geeft de sector daarnaast extra tijd om onderzoek naar overleving bij teruggooi van de bijvangst af te ronden.
Dit door de overheid gesteunde onderzoek kan leiden tot uitzonderingen op de aanlandplicht als daadwerkelijk wordt aangetoond dat schol een hoge overlevingskans heeft. Dat is op dit moment nog niet het geval. Een mogelijke manier om de overlevingskans te vergroten is het sneller binnenhalen van de visnetten, zodat deze minder lang over de bodem slepen en daardoor ook de schol minder beschadigt.
Nederland zet zich in Brussel al langer in voor meer ruimte voor de zeevisserij om de invoering van de aanlandplicht zo werkbaar mogelijk te maken. Ook ondersteunt de overheid de sector bij het vinden van oplossingen, bijvoorbeeld door het financieren van proefprojecten.
Geen opmerkingen: