Haven Lauwersoog lijdt schade door ondiep Westgat
De kosten om het Westgat tussen Ameland en Schiermonnikoog bij wijze van proef één keer uit te baggeren, lijken op te wegen tegen de werkgelegenheid die daardoor gegarandeerd is in de haven van Lauwersoog. Dat blijkt uit twee studies waarvan de resultaten op 18 december besproken werden door onder meer Rijkswaterstaat, de provincie en de gemeente De Marne. Maar de vraag of het probleem van de ondiepte in het Westgat met één keer baggeren geheel uit de wereld is, blijft onduidelijk. Hiervoor is nader onderzoek nodig.
Uit de probleemanalyse die de gemeente De Marne heeft laten opstellen, blijkt dat de verminderde doorvaart van het Westgat een forse impact heeft op de haven van Lauwersoog. Kotters worden gedwongen om uit te wijken naar andere havens. Dat leidt tot omzetdaling van het havenbedrijf en de visafslag, maar ook bij de vissers zelf en allerlei toeleveranciers. Wachten op natuurlijke verdieping van de geul is daardoor een optie met een groot risico.
Het Westgat vormt de toegang van de Noordzee naar de vaargeul naar de haven van Lauwersoog. Het is een dynamisch gebied in de buitendelta waar de geul zich door de jaren heen heeft verplaatst. De geul kent bovendien verschillende diepten. Tot op heden is er nergens gebaggerd in de buitendelta’s van de Waddenzee. Rijkswaterstaat heeft daarom onderzoek gedaan naar de verwachte geulontwikkeling van het Westgat, om te bepalen wat de effecten zijn van ingrijpen en in hoeverre dit bijdraagt aan een betere bereikbaarheid. Er is gekeken of het duurzaam en economisch verantwoord is om in deze natuurlijke dynamiek in te grijpen.
De studie geeft aan dat eenmalig baggeren bij wijze van een pilot mogelijk een optie is, hoewel nog onzeker is welke consequenties en (langdurige) effecten het heeft. Dat is de reden om nader onderzoek te doen. Het beter in beeld krijgen van de optimale route en ingreep, plus het uitwerken van de aanpak van een pilot en bijbehorende kosten, is de volgende stap. Tegelijk met dit vervolgonderzoek start het proces voor een mogelijke vergunning binnen de Natuurbeschermingswet. Daardoor wordt er geen extra tijd verloren.
Afgesproken is dat de gemeente De Marne de probleemanalyse uitbreidt tot een maatschappelijke kosten-batenanalyse voor nadere onderbouwing van de economische kosten. Samen met aanvullende gegevens van Rijkswaterstaat kan er dan binnen vier maanden voldoende materiaal op tafel liggen voor een voorstel aan minister Schultz van Infrastructuur en Milieu. Zij neemt dan een definitief besluit.
Uit de probleemanalyse die de gemeente De Marne heeft laten opstellen, blijkt dat de verminderde doorvaart van het Westgat een forse impact heeft op de haven van Lauwersoog. Kotters worden gedwongen om uit te wijken naar andere havens. Dat leidt tot omzetdaling van het havenbedrijf en de visafslag, maar ook bij de vissers zelf en allerlei toeleveranciers. Wachten op natuurlijke verdieping van de geul is daardoor een optie met een groot risico.
Het Westgat vormt de toegang van de Noordzee naar de vaargeul naar de haven van Lauwersoog. Het is een dynamisch gebied in de buitendelta waar de geul zich door de jaren heen heeft verplaatst. De geul kent bovendien verschillende diepten. Tot op heden is er nergens gebaggerd in de buitendelta’s van de Waddenzee. Rijkswaterstaat heeft daarom onderzoek gedaan naar de verwachte geulontwikkeling van het Westgat, om te bepalen wat de effecten zijn van ingrijpen en in hoeverre dit bijdraagt aan een betere bereikbaarheid. Er is gekeken of het duurzaam en economisch verantwoord is om in deze natuurlijke dynamiek in te grijpen.
De studie geeft aan dat eenmalig baggeren bij wijze van een pilot mogelijk een optie is, hoewel nog onzeker is welke consequenties en (langdurige) effecten het heeft. Dat is de reden om nader onderzoek te doen. Het beter in beeld krijgen van de optimale route en ingreep, plus het uitwerken van de aanpak van een pilot en bijbehorende kosten, is de volgende stap. Tegelijk met dit vervolgonderzoek start het proces voor een mogelijke vergunning binnen de Natuurbeschermingswet. Daardoor wordt er geen extra tijd verloren.
Afgesproken is dat de gemeente De Marne de probleemanalyse uitbreidt tot een maatschappelijke kosten-batenanalyse voor nadere onderbouwing van de economische kosten. Samen met aanvullende gegevens van Rijkswaterstaat kan er dan binnen vier maanden voldoende materiaal op tafel liggen voor een voorstel aan minister Schultz van Infrastructuur en Milieu. Zij neemt dan een definitief besluit.
Geen opmerkingen: