'Schaliegaswinning risico's voor drinkwater'
Er zijn risico's van schaliegaswinning voor de drinkwatervoorziening. Dat blijkt uit onderzoek van KWR dat vandaag door Vewin is aangeboden aan Tweede Kamerleden. Vewin, de vereniging van waterbedrijven in Nederland, maakt zich zorgen over deze risico's. Drinkwater moet aan zeer hoge kwaliteitseisen voldoen en verontreinigingen kunnen grondwater langdurig onbruikbaar maken. Bij de bescherming van grondwater moet het voorzorgprincipe daarom leidend zijn.
Bij winning van schaliegas is er sprake van zeer grote aantallen boringen met veel transport van chemicaliën en afvalwater. De kans, dat er dan iets mis gaat is daardoor groot. Een eenmaal opgetreden verontreiniging kan grote effecten hebben. De grondwaterbronnen kunnen namelijk lange tijd niet meer geschikt zijn om daar drinkwater uit te bereiden. Drinkwaterbedrijven willen die risico's niet lopen. Dit betekent dat in ieder geval geen schaliegaswinning moet plaatsvinden in gebieden voor de drinkwatervoorziening zoals grondwaterbeschermingsgebieden, intrekgebieden, boringvrije zones en strategische reserves. Wet- en regelgeving (Mijnbouwwet en Structuurvisie Ondergrond) moet daarvoor worden aangepast. In overige, niet uitgesloten gebieden, moet altijd de kwaliteit van het grondwater, zowel diep als ondiep, gemonitord worden.
KWR heeft onderzoek gedaan naar faalkansen, effecten, risico's en de manier van monitoring bij het boren naar schaliegas. In de VS wordt geschat dat het aantal schaliegasputten met gaslekkage op termijn kan oplopen tot 40% in delen van Pennsylvania. Er is ook gekeken hoe vaak in de Verenigde Staten vermorsingen en lekkages voorkomen. In maximaal 4% van de gevallen blijkt boorvloeistof, olie of vervuild water te worden gemorst. Bij blowouts (ongecontroleerd vrijkomen van gassen en/of vloeistoffen) kunnen zelfs miljoenen liters vervuild water in het grondwater terecht komen. Ook in de boorputten kan het volgens KWR misgaan wanneer de cementering van de buiswand niet goed is. De vervuiling bij boorputten blijkt zich in ongeveer 2% van de gevallen voor te doen. Hoewel de percentages relatief laag zijn, zijn de gevolgen voor de drinkwaterlevering mogelijk groot.
Het onderzoek leidt tot de conclusie dat met monitoring beter gekeken moet worden of er verontreiniging van het grondwater optreedt. De huidige manier van monitoren van grondwater bij booractiviteiten, is nog onvoldoende. De monitoring richt zich namelijk op verontreinigingen die ontstaan aan het maaiveld zoals vermorsingen. Er moet ook in het diepere, voor de drinkwatervoorziening relevante grondwater gekeken worden of er geen lekkages vanuit de boorputten zijn opgetreden. Ook na sluiting van de putten is monitoring noodzakelijk. Met een nulmeting moet bovendien de situatie vóór de schaliegaswinning worden vastgelegd. Dit is nodig om te kunnen bepalen of er door schaliegaswinning verontreinigingen zijn opgetreden. Daarom wil Vewin dat de eisen voor monitoring in de Mijnbouwwet vastgelegd worden.
Bij winning van schaliegas is er sprake van zeer grote aantallen boringen met veel transport van chemicaliën en afvalwater. De kans, dat er dan iets mis gaat is daardoor groot. Een eenmaal opgetreden verontreiniging kan grote effecten hebben. De grondwaterbronnen kunnen namelijk lange tijd niet meer geschikt zijn om daar drinkwater uit te bereiden. Drinkwaterbedrijven willen die risico's niet lopen. Dit betekent dat in ieder geval geen schaliegaswinning moet plaatsvinden in gebieden voor de drinkwatervoorziening zoals grondwaterbeschermingsgebieden, intrekgebieden, boringvrije zones en strategische reserves. Wet- en regelgeving (Mijnbouwwet en Structuurvisie Ondergrond) moet daarvoor worden aangepast. In overige, niet uitgesloten gebieden, moet altijd de kwaliteit van het grondwater, zowel diep als ondiep, gemonitord worden.
KWR heeft onderzoek gedaan naar faalkansen, effecten, risico's en de manier van monitoring bij het boren naar schaliegas. In de VS wordt geschat dat het aantal schaliegasputten met gaslekkage op termijn kan oplopen tot 40% in delen van Pennsylvania. Er is ook gekeken hoe vaak in de Verenigde Staten vermorsingen en lekkages voorkomen. In maximaal 4% van de gevallen blijkt boorvloeistof, olie of vervuild water te worden gemorst. Bij blowouts (ongecontroleerd vrijkomen van gassen en/of vloeistoffen) kunnen zelfs miljoenen liters vervuild water in het grondwater terecht komen. Ook in de boorputten kan het volgens KWR misgaan wanneer de cementering van de buiswand niet goed is. De vervuiling bij boorputten blijkt zich in ongeveer 2% van de gevallen voor te doen. Hoewel de percentages relatief laag zijn, zijn de gevolgen voor de drinkwaterlevering mogelijk groot.
Het onderzoek leidt tot de conclusie dat met monitoring beter gekeken moet worden of er verontreiniging van het grondwater optreedt. De huidige manier van monitoren van grondwater bij booractiviteiten, is nog onvoldoende. De monitoring richt zich namelijk op verontreinigingen die ontstaan aan het maaiveld zoals vermorsingen. Er moet ook in het diepere, voor de drinkwatervoorziening relevante grondwater gekeken worden of er geen lekkages vanuit de boorputten zijn opgetreden. Ook na sluiting van de putten is monitoring noodzakelijk. Met een nulmeting moet bovendien de situatie vóór de schaliegaswinning worden vastgelegd. Dit is nodig om te kunnen bepalen of er door schaliegaswinning verontreinigingen zijn opgetreden. Daarom wil Vewin dat de eisen voor monitoring in de Mijnbouwwet vastgelegd worden.
Geen opmerkingen: