Waterschappen hebben muskus-en beverratten steeds beter onder controle
In 2013 is het aantal muskusratvangsten gedaald tot onder de 100.000. Het is voor het eerst sinds 1978 dat de vangsten onder deze grens liggen. Het aantal gevangen beverratten is gedaald tot minder dan 500 dieren. Muskus- en beverratten worden gevangen omdat zij een risico vormen voor de veiligheid van waterkeringen.
De daling van het aantal muskusratten is ingezet na 2004. Toen werden ruim 400.000 muskusratten gevangen. Extra inzet, opleiden van mensen, scheiden van specialistisch- en algemeen werk en systematisch door gebieden trekken hebben ervoor gezorgd dat de situatie steeds beter onder controle komt. Door de situatie onder controle te houden of nog verder te verbeteren wordt ook het dierenleed verder beperkt. De waterschappen zijn intussen een grootschalig wetenschappelijk onderzoek gestart, waarin onder andere onderzocht wordt hoe de bestrijding nog goedkoper, effectiever en met nog minder dierenleed kan.
Het aantal gevangen muskusratten is met ruim 15% gedaald tot 96.825. De vangsten zijn niet gelijk over het hele land verdeeld, Groningen neemt bijvoorbeeld al een derde van alle vangsten voor zijn rekening. Een ander opvallend punt is dat de vangsten in de Flevoland met 39% zijn gestegen. De sterkste daler is Friesland, daar namen de vangsten juist met 39% af.
De beverratvangsten laten ook een afname zien, met 487 stuks zijn er in Nederland 46 dieren minder gevangen dan in 2012. De binnenlandse populatie beverratten is vrijwel verdwenen, de vangsten concentreren zich in het grensgebied met Duitsland. De gekozen strategie werkt, alle beverratten die binnenkomen vanuit Duitsland worden vlak bij de grens gevangen.
Het aantal bijgevangen dieren is met ruim 33% afgenomen. De woelrat en de bruine rat zijn de meest bijgevangen soorten. Het vangmateriaal en de vangmethode is erop gericht om bijvangsten te voorkomen. Met de resultaten van het in 2011 afgeronde onderzoek naar bijvangsten wordt gezocht naar verbeteringen van het vangmateriaal en/of de werkwijze om de bijvangsten nog verder terug te dringen.
De daling van het aantal muskusratten is ingezet na 2004. Toen werden ruim 400.000 muskusratten gevangen. Extra inzet, opleiden van mensen, scheiden van specialistisch- en algemeen werk en systematisch door gebieden trekken hebben ervoor gezorgd dat de situatie steeds beter onder controle komt. Door de situatie onder controle te houden of nog verder te verbeteren wordt ook het dierenleed verder beperkt. De waterschappen zijn intussen een grootschalig wetenschappelijk onderzoek gestart, waarin onder andere onderzocht wordt hoe de bestrijding nog goedkoper, effectiever en met nog minder dierenleed kan.
Het aantal gevangen muskusratten is met ruim 15% gedaald tot 96.825. De vangsten zijn niet gelijk over het hele land verdeeld, Groningen neemt bijvoorbeeld al een derde van alle vangsten voor zijn rekening. Een ander opvallend punt is dat de vangsten in de Flevoland met 39% zijn gestegen. De sterkste daler is Friesland, daar namen de vangsten juist met 39% af.
De beverratvangsten laten ook een afname zien, met 487 stuks zijn er in Nederland 46 dieren minder gevangen dan in 2012. De binnenlandse populatie beverratten is vrijwel verdwenen, de vangsten concentreren zich in het grensgebied met Duitsland. De gekozen strategie werkt, alle beverratten die binnenkomen vanuit Duitsland worden vlak bij de grens gevangen.
Het aantal bijgevangen dieren is met ruim 33% afgenomen. De woelrat en de bruine rat zijn de meest bijgevangen soorten. Het vangmateriaal en de vangmethode is erop gericht om bijvangsten te voorkomen. Met de resultaten van het in 2011 afgeronde onderzoek naar bijvangsten wordt gezocht naar verbeteringen van het vangmateriaal en/of de werkwijze om de bijvangsten nog verder terug te dringen.
Geen opmerkingen: