Ads Top

Vertrouwen in hulp bepaalt risicogedrag bij overstroming

Er bestaan verschillende risicostijlen die mensen gebruiken als ze te maken krijgen met een overstroming. Deze stijlen worden niet bepaald door kennis over het risico of door armoede, zoals vaak wordt gedacht, maar vooral door het vertrouwen dat mensen hebben in hulpinstanties of de lokale overheid. Dit concludeert Roanne van Voorst in haar promotieonderzoek. Zij verdedigt haar proefschrift op woensdag 26 februari aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
De huidige interventieprogramma’s die mensen in risicogebieden willen beschermen tegen natuurrampen, zijn vaak ineffectief. Het onderzoek van Van Voorst laat zien dat de oorzaak mogelijk ligt in het feit dat de interventieprogramma’s geen rekening houden met de verschillende risicostijlen van mensen.
De meeste sloppenwijkbewoners maken gebruik van een van vier veelvoorkomende risicostijlen. Een grote groep handelt tijdens overstromingen snel en redelijk autonoom, nadat zij gewaarschuwd zijn dat er een overstroming aankomt. Zij barricaderen hun huis of bouwen er een tweede verdieping op, of evacueren zelfstandig naar een veilige plek. Een andere grote groep rekent erop dat ze tijdens en na de overstroming steun krijgen van een hulpinstantie of de lokale overheid. Deze mensen investeren veel tijd en energie in het onderhouden van goede banden met instanties, bijvoorbeeld door er vrijwilligerswerk voor te doen. Een derde groep gebruikt walkietalkies om bijtijds waarschuwingen te ontvangen over het overstromingsrisico, en werkt samen met lokale politici en het leger om zichzelf en hun buren te beschermen tegen overstromingen. De laatste groep weigert alle hulp en lost de problemen liever anders op, bijvoorbeeld door zich aan te sluiten bij een lokale militiegroep of gang. Deze mensen hebben weinig vertrouwen in hulpinstanties en wantrouwen de overheid. Soms zodanig dat zij de veiligheidsadviezen negeren of er bewust tegenin gaan. 
Van Voorst concludeert dat de verschillende risicostijlen worden gevormd door verschillende factoren. Een van de belangrijkste is het vertrouwen dat mensen hebben in de betrokken instanties. Dat kunnen ngo’s zijn, maar ook lokale politieke instanties. Als de sloppenwijkbewoners in eerdere situaties na een overstroming financiële steun ontvingen van zo’n instantie, volgen zij in nieuwe situaties vaak de veiligheidsadviezen op. Wanneer zij echter teleurgesteld raakten in zo’n instantie (bijvoorbeeld omdat hun buren wel en zij geen hulp kregen), zijn ze eerder geneigd om de adviezen te negeren. Hetzelfde geldt voor mensen die de overheid of een andere hulpinstantie verdenken van een geheime agenda. Zo zijn veel sloppenwijkbewoners bang dat zij, in ruil voor wat hulp van de overheid, uit de wijk moeten verhuizen.
Van Voorst woonde en werkte een jaar lang in een van de meest overstromingsgevoelige wijken in Jakarta (Indonesië), een sloppenwijk gebouwd op de banken van een rivier die de laatste jaren steeds vaker en heftiger overstroomt. Zij maakte mee hoe haar buren handelden en vergeleek hun manier van reageren. Daarnaast interviewde ze 130 bewoners over hun gedrag rondom overstromingen.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.