Recente wateroverlast kunnen we beter en goedkoper te lijf
De recente wateroverlast heeft een aantal opmerkelijke maar bekende reacties opgeleverd. De wateroverlast was minder dan je mag verwachten, gezien de grote hoeveelheid neerslag die gevallen is. De schade valt dus mee. De burger vindt de wateroverlast onacceptabel - als je de media mag geloven - omdat elke schade voorkomen moet worden. Daarnaast vindt diezelfde burger het waterbeheer te duur en wil niet meer gaan betalen. Kan dit dilemma worden opgelost? Wij denken dat we daar ver mee kunnen komen.
De waterschappen zijn de afgelopen week druk geweest om de grote hoeveelheid regenwater te verwerken; op het eiland Goeree-Overflakkee viel op sommige plaatsen 120 millimeter in één dag. Dit is een hoeveelheid neerslag die we eens in de 1000 jaar verwachten op die locatie, en waarvan het Rijk dan ook accepteert dat er veel overlast ontstaat. We ontkennen niet dat er geen schade is en dat het pijn doet bij de individuele burger die dat overkomt, maar overall gezien had het erger kunnen zijn. De afvoer- en gemalencapaciteit waren dus op orde. Sterker nog, het systeem kan in de praktijk veel meer aan dan de plannen doen geloven. Dat past ook wel bij het beeld dat de maatschappij altijd de wens heeft gehad om zo snel mogelijk van het water af te komen. De ongeveer 5000 gemalen in Nederland zijn dus een mooie (risico)verzekering.
Maar wat doen we nu met de wens om het waterbeheer goedkoper en tegelijkertijd beter te maken? Zoals gezegd denken wij dat het kan. Door te kijken naar de samenhang in het hele systeem en zeker ook te kijken naar de werkelijke kosten van de infrastructuur (watergangen, stuwen, dijken en gemalen) is er forse winst te behalen. Structureel lagere kosten van 30% zijn niet ondenkbaar terwijl de functies in het gebied nog goed bediend worden. Natuurlijk niet op dezelfde manier zoals we het nu doen maar wel zoals we het in het beleid met elkaar hebben vastgelegd. We hebben het dan over spelen met water in de ruimte en spelen met de aanwezige gemaalcapaciteit.
Tauw is van mening dat er voor bemaald Nederland veel keuzes worden gemaakt op technische gronden maar dat er nog te weinig wordt gewerkt met risicoafwegingen. Zo wordt er bij de gebruikelijke afwegingen bij asset management vooral gekeken naar kosten en functionaliteit maar worden de risicoaspecten nog onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Als je kijkt naar de bezuinigingsopgave noemen wij dit de ‘kaasschaafmethode’. De kosten worden wel lager maar het waterbeheer wordt er niet beter van. Het helpt dan ook niet om de situatie zoals vorige week goed aan te kunnen. Een grondige actualisatie van het waterbeheer, maar vooral het risicodenken over waterbeheer, is dan ook nodig. Wij gaan deze uitdaging graag aan en nodigen iedereen uit die daarin samen wil optrekken.
De waterschappen zijn de afgelopen week druk geweest om de grote hoeveelheid regenwater te verwerken; op het eiland Goeree-Overflakkee viel op sommige plaatsen 120 millimeter in één dag. Dit is een hoeveelheid neerslag die we eens in de 1000 jaar verwachten op die locatie, en waarvan het Rijk dan ook accepteert dat er veel overlast ontstaat. We ontkennen niet dat er geen schade is en dat het pijn doet bij de individuele burger die dat overkomt, maar overall gezien had het erger kunnen zijn. De afvoer- en gemalencapaciteit waren dus op orde. Sterker nog, het systeem kan in de praktijk veel meer aan dan de plannen doen geloven. Dat past ook wel bij het beeld dat de maatschappij altijd de wens heeft gehad om zo snel mogelijk van het water af te komen. De ongeveer 5000 gemalen in Nederland zijn dus een mooie (risico)verzekering.
Maar wat doen we nu met de wens om het waterbeheer goedkoper en tegelijkertijd beter te maken? Zoals gezegd denken wij dat het kan. Door te kijken naar de samenhang in het hele systeem en zeker ook te kijken naar de werkelijke kosten van de infrastructuur (watergangen, stuwen, dijken en gemalen) is er forse winst te behalen. Structureel lagere kosten van 30% zijn niet ondenkbaar terwijl de functies in het gebied nog goed bediend worden. Natuurlijk niet op dezelfde manier zoals we het nu doen maar wel zoals we het in het beleid met elkaar hebben vastgelegd. We hebben het dan over spelen met water in de ruimte en spelen met de aanwezige gemaalcapaciteit.
Tauw is van mening dat er voor bemaald Nederland veel keuzes worden gemaakt op technische gronden maar dat er nog te weinig wordt gewerkt met risicoafwegingen. Zo wordt er bij de gebruikelijke afwegingen bij asset management vooral gekeken naar kosten en functionaliteit maar worden de risicoaspecten nog onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Als je kijkt naar de bezuinigingsopgave noemen wij dit de ‘kaasschaafmethode’. De kosten worden wel lager maar het waterbeheer wordt er niet beter van. Het helpt dan ook niet om de situatie zoals vorige week goed aan te kunnen. Een grondige actualisatie van het waterbeheer, maar vooral het risicodenken over waterbeheer, is dan ook nodig. Wij gaan deze uitdaging graag aan en nodigen iedereen uit die daarin samen wil optrekken.
Geen opmerkingen: