Start maaiseizoen: extra belangrijk vanwege droge periode
Onlangs startte Delfland met het maaien van sloten, vaarten en dijken. Door de uitzonderlijk droge start van het jaar is goed onderhoud van het watersysteem extra van belang. Met dat netwerk van sloten, vaarten, gemalen en inlaten kan Delfland bij aanhoudende droogte extra zoet water aanvoeren.
Bij droogte is het extra belangrijk dat water goed kan stromen door het gebied. Zo kunnen we zoetwater aanvoeren uit het Brielse Meer in het zuiden en vanuit de Vliet in het noorden. Voldoende schoon zoetwater is belangrijk voor de land- en tuinbouw, de waterkwaliteit, de natuur én voor onze veiligheid. Het juiste waterpeil in sloten en vaarten houdt onze dijken en kades namelijk in goede conditie.
De dijken krijgen in deze periode ook een maaibeurt. Dijken maaien we om een gevarieerde begroeiing en goede grasmat in stand te houden, want zo blijven dijken stevig.
Daarnaast moeten de gebiedsbeheerders de conditie van de dijk kunnen inspecteren. Bij aanhoudende droogte voert Delfland droogte-inspecties uit om scheuren en verzakkingen in de dijken op te sporen. Als de begroeiing te hoog wordt, zijn die niet goed te ontdekken.
In deze eerste maaironde pakt men alleen de knelpunten aan. Dit zijn plekken die snel dichtgroeien en daardoor de aan- of afvoer van water kunnen belemmeren. Het maaien gebeurt met grote zorg voor de natuur. Een ecoloog markeert vooraf broedvogels en nesten, zodat de aannemer eromheen kan maaien. Het maaisel blijft eerst 48 uur op de kant liggen. Zo krijgen insecten en amfibieën de kans om eruit te kruipen.
Bij droogte is het extra belangrijk dat water goed kan stromen door het gebied. Zo kunnen we zoetwater aanvoeren uit het Brielse Meer in het zuiden en vanuit de Vliet in het noorden. Voldoende schoon zoetwater is belangrijk voor de land- en tuinbouw, de waterkwaliteit, de natuur én voor onze veiligheid. Het juiste waterpeil in sloten en vaarten houdt onze dijken en kades namelijk in goede conditie.
De dijken krijgen in deze periode ook een maaibeurt. Dijken maaien we om een gevarieerde begroeiing en goede grasmat in stand te houden, want zo blijven dijken stevig.
Daarnaast moeten de gebiedsbeheerders de conditie van de dijk kunnen inspecteren. Bij aanhoudende droogte voert Delfland droogte-inspecties uit om scheuren en verzakkingen in de dijken op te sporen. Als de begroeiing te hoog wordt, zijn die niet goed te ontdekken.
In deze eerste maaironde pakt men alleen de knelpunten aan. Dit zijn plekken die snel dichtgroeien en daardoor de aan- of afvoer van water kunnen belemmeren. Het maaien gebeurt met grote zorg voor de natuur. Een ecoloog markeert vooraf broedvogels en nesten, zodat de aannemer eromheen kan maaien. Het maaisel blijft eerst 48 uur op de kant liggen. Zo krijgen insecten en amfibieën de kans om eruit te kruipen.
Geen opmerkingen: