Ruimte voor de rivier: Nederland wordt voorbereid op toekomstig hoog- en laagwater
Dit plan krijgt vorm in het onlangs afgetrapte programma Ruimte voor de Rivier 2.0. Het programma is tot stand gekomen in samenwerking tussen Rijk en regio. Partijen zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orening, waterschappen, provincies, gemeenten en de Deltacommissaris.
Het rivierengebied staat voor meerdere uitdagingen. Zo is er vaker meer water om af te voeren, wat wordt veroorzaakt door hevigere regenbuien (zowel in Nederland als in het buitenland) of door sneller smeltende gletsjers. Ook in die periodes moet Nederland beschermd zijn tegen overstromingen.
Tegelijkertijd komt het ook vaker voor dat er een tijd geen regen valt, waardoor er minder water in de rivieren zit. Gevolg hiervan is bijvoorbeeld dat de scheepvaart niet altijd meer goed kan varen of dat gebieden met natuur en landbouw uitdrogen.
Met het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 worden uitdagingen opgepakt op het gebied van waterafvoer, bevaarbaarheid, verdroging van landbouw en natuur, waterkwaliteit, zoetwaterverdeling, drinkwatervoorziening en recreatie. De samenwerkende partijen zijn overeengekomen om daarvoor de komende decennia het rivierengebied anders in te richten.
Het rivierengebied opnieuw inrichten kost ruimte. In 2026 moeten er keuzes worden gemaakt. Dat zijn keuzes over waar er extra ruimte voor de rivier wordt gecreëerd en over hoe uitslijting van de rivierbodem wordt tegengegaan.
Geen opmerkingen: