De paling heeft het al decennia moeilijk
De paling heeft het al decennia moeilijk. Sluizen en gemalen vormen nog altijd grote obstakels voor de mysterieuze trekvis, blijkt uit onderzoek. Intussen komt stukje bij beetje wel de kweek van de volledige palingcyclus in zicht. Als dat lukt, hoeven er voor de palingkweek geen glasaaltjes meer gevangen te worden.
In de experimentele visonderzoeksfaciliteit van Wageningen University & Research opent onderzoeker Arjan Palstra het dekselvan een watertank. We zien dikke, donker gekleurde palingen rondzwemmen. ‘Dat zijn geslachtsrijpe vrouwtjes waarvan de eieren eerdaags worden afgestreken’, wijst Palstra. Kleinere en slanke zilverkleurige mannetjes zwemmen nieuwsgierig in en uit pvc-buizen die in de bak zijn aangebracht.
Het eerste doel was om paairijpe vrouwtjes eitjes te laten afzetten, deze te bevruchten met sperma van de mannetjes om zo de eerste larvenstadia op weg naar de jonge zogeheten glasaaltjes te bereiken. ‘Meteen in 2016 zijn we erin geslaagd om de alen larven te laten produceren’, vertelt Palstra. De larven bleven evenwel niet langer dan enkele weken leven.
In een vervolgonderzoek, het publiek-private samenwerkingsproject LARVitAAL, proberen de onderzoekers om de kwaliteit en gezondheid van de larven te verbeteren. Dat is succesvol, zegt Palstra, dankzij innovaties in de reproductietechnieken. ‘Sinds september van dit jaar testen we ook vernieuwde diëten om de larven beter te laten opgroeien. We hopen dat ze dan structureel het stadium van glasaal bereiken.’
In de experimentele visonderzoeksfaciliteit van Wageningen University & Research opent onderzoeker Arjan Palstra het dekselvan een watertank. We zien dikke, donker gekleurde palingen rondzwemmen. ‘Dat zijn geslachtsrijpe vrouwtjes waarvan de eieren eerdaags worden afgestreken’, wijst Palstra. Kleinere en slanke zilverkleurige mannetjes zwemmen nieuwsgierig in en uit pvc-buizen die in de bak zijn aangebracht.
Het eerste doel was om paairijpe vrouwtjes eitjes te laten afzetten, deze te bevruchten met sperma van de mannetjes om zo de eerste larvenstadia op weg naar de jonge zogeheten glasaaltjes te bereiken. ‘Meteen in 2016 zijn we erin geslaagd om de alen larven te laten produceren’, vertelt Palstra. De larven bleven evenwel niet langer dan enkele weken leven.
In een vervolgonderzoek, het publiek-private samenwerkingsproject LARVitAAL, proberen de onderzoekers om de kwaliteit en gezondheid van de larven te verbeteren. Dat is succesvol, zegt Palstra, dankzij innovaties in de reproductietechnieken. ‘Sinds september van dit jaar testen we ook vernieuwde diëten om de larven beter te laten opgroeien. We hopen dat ze dan structureel het stadium van glasaal bereiken.’
Geen opmerkingen: