Werkprogramma Europese Commissie 2025: aandacht voor schoon en voldoende water
Op 11 februari heeft de Europese Commissie haar werkprogramma voor 2025 gepubliceerd. Hierin worden de belangrijkste initiatieven en wetgevingsprioriteiten van de EU voor het komende jaar uiteengezet. Water, industrie en duurzaamheid spelen een prominente rol in de plannen.
De Water Resilience Strategy wordt genoemd als essentieel thema. Om deze te versterken wil de Commissie de waterproblematiek integraal benaderen met een bron-tot-monding aanpak. Hierbij worden de verschillende uitdagingen in de regio’s meegenomen. Vewin is blij dat er rekening mee gehouden wordt dat er, kijkend naar de waterproblematiek in Europa, regionaal grote verschillen tussen en binnen lidstaten kunnen zijn.
De Water Resilience Strategy biedt de mogelijkheid om, met de Kaderrichtlijn Water als basis, de Europese wetgeving over water en milieu, en de wetgeving over de activiteiten die de waterkwaliteit of de beschikbaarheid van water onder druk zetten, beter op elkaar af te stemmen. Extra inzet op waterweerbaarheid kan zo voor een extra impuls zorgen om ook de KRW-doelen te halen, bijvoorbeeld door extra maatregelen om verontreinigingen tegen te gaan. Vewin ziet bronbeleid en het ‘vervuiler betaalt’-principe hierbij als belangrijke uitgangspunten.
Een prominent onderdeel van het werkprogramma is de Clean Industrial Deal, die gericht is op het versterken van het Europese concurrentievermogen en tegelijkertijd de overgang naar een koolstofarme en circulaire economie versnelt. Onderdeel hiervan is een herziening van REACH, in de vorm van een ‘New Chemicals Industry Package’. Dit pakket heeft als doel de registratie, evaluatie en goedkeuring van chemische stoffen te vereenvoudigen en duidelijkheid te scheppen over de aanpak van PFAS.
Vewin is positief over het oppakken van de herziening van REACH door de Europese Commissie. Voor stoffen die vanuit REACH als ZZS worden bestempeld, moeten (industriële) emissies naar water worden beperkt. Op deze manier draagt REACH bij aan het halen van de Nederlandse KRW-doelen en de verbetering van de kwaliteit van de bronnen van Nederlands drinkwater. Vewin pleit verder voor een zo snel en breed mogelijke implementatie van het Europese restrictievoorstel op PFAS.
In het werkprogramma worden ook lopende wetgevingstrajecten benoemd, waaronder de Bodemmonitoringsrichtlijn en de herziening van de Prioritaire Stoffenlijst. De Bodemmonitoringsrichtlijn moet monitoring van bodemgezondheid verplicht stellen en bodemverontreiniging tegengaan. Voor de drinkwatersector is een gezonde bodem van cruciaal belang. Ongeveer 60% van het Nederlandse drinkwater is afkomstig van grondwater, en een gezonde bodem heeft een directe relatie met het grondwater.
Bij de herziening van de Prioritaire Stoffenlijst wordt bepaald welke nieuwe en bestaande stoffen gereguleerd moeten worden om oppervlakte- en grondwater te beschermen. Beide trajecten bevinden zich in de triloogfase. Hierbij komen vertegenwoordigers van het Voorzitterschap van de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie samen om te verkennen of overeenstemming tussen de drie instellingen mogelijk is.
De Water Resilience Strategy wordt genoemd als essentieel thema. Om deze te versterken wil de Commissie de waterproblematiek integraal benaderen met een bron-tot-monding aanpak. Hierbij worden de verschillende uitdagingen in de regio’s meegenomen. Vewin is blij dat er rekening mee gehouden wordt dat er, kijkend naar de waterproblematiek in Europa, regionaal grote verschillen tussen en binnen lidstaten kunnen zijn.
De Water Resilience Strategy biedt de mogelijkheid om, met de Kaderrichtlijn Water als basis, de Europese wetgeving over water en milieu, en de wetgeving over de activiteiten die de waterkwaliteit of de beschikbaarheid van water onder druk zetten, beter op elkaar af te stemmen. Extra inzet op waterweerbaarheid kan zo voor een extra impuls zorgen om ook de KRW-doelen te halen, bijvoorbeeld door extra maatregelen om verontreinigingen tegen te gaan. Vewin ziet bronbeleid en het ‘vervuiler betaalt’-principe hierbij als belangrijke uitgangspunten.
Een prominent onderdeel van het werkprogramma is de Clean Industrial Deal, die gericht is op het versterken van het Europese concurrentievermogen en tegelijkertijd de overgang naar een koolstofarme en circulaire economie versnelt. Onderdeel hiervan is een herziening van REACH, in de vorm van een ‘New Chemicals Industry Package’. Dit pakket heeft als doel de registratie, evaluatie en goedkeuring van chemische stoffen te vereenvoudigen en duidelijkheid te scheppen over de aanpak van PFAS.
Vewin is positief over het oppakken van de herziening van REACH door de Europese Commissie. Voor stoffen die vanuit REACH als ZZS worden bestempeld, moeten (industriële) emissies naar water worden beperkt. Op deze manier draagt REACH bij aan het halen van de Nederlandse KRW-doelen en de verbetering van de kwaliteit van de bronnen van Nederlands drinkwater. Vewin pleit verder voor een zo snel en breed mogelijke implementatie van het Europese restrictievoorstel op PFAS.
In het werkprogramma worden ook lopende wetgevingstrajecten benoemd, waaronder de Bodemmonitoringsrichtlijn en de herziening van de Prioritaire Stoffenlijst. De Bodemmonitoringsrichtlijn moet monitoring van bodemgezondheid verplicht stellen en bodemverontreiniging tegengaan. Voor de drinkwatersector is een gezonde bodem van cruciaal belang. Ongeveer 60% van het Nederlandse drinkwater is afkomstig van grondwater, en een gezonde bodem heeft een directe relatie met het grondwater.
Bij de herziening van de Prioritaire Stoffenlijst wordt bepaald welke nieuwe en bestaande stoffen gereguleerd moeten worden om oppervlakte- en grondwater te beschermen. Beide trajecten bevinden zich in de triloogfase. Hierbij komen vertegenwoordigers van het Voorzitterschap van de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie samen om te verkennen of overeenstemming tussen de drie instellingen mogelijk is.
Geen opmerkingen: