In 2024 zijn er twee varianten onderzocht als structurele oplossing voor de brug te Itteren. De eerste optie is het renoveren van de brug. De tweede optie is een nieuw te bouwen brug.
Op basis van de resultaten van het onderzoek heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat besloten dat er toch een nieuwe brug gebouwd wordt als vervanging van de huidige brug bij Itteren.
Rijkswaterstaat gaat verder met hetzelfde plan als waarover eerder overeenstemming was tussen Rijkswaterstaat en de gemeente Maastricht.
Er moeten verschillende stappen worden gezet voordat men kan starten met de werkzaamheden. Het plan voor een nieuw te bouwen brug werken we verder uit tot een contract dat we kunnen aanbesteden. Verder moeten we contractstukken opstellen en verschillende onderzoeken doen. Bijvoorbeeld naar de ecologie, mogelijke uitstoot van stikstof en kabels en leidingen.
Als dat gedaan is, wordt het contract aanbesteed. Zodra de aannemer bekend is, zal deze ook nog voorbereidingstijd nodig hebben, voordat de werkzaamheden kunnen starten.
Tijdens de werkzaamheden in juli 2024, waarbij we de stalen platen verwijderden en een betonnen druklaag aanbrachten, bleek het niet mogelijk om de barriers goed vast te zetten op de nieuwe betonnen druklaag. De barriers zijn de lage afzettingen aan beide kanten van het wegdek.
De barriers worden een voor een opgetild en op nieuwe rubberen oplegblokken vastgemaakt. Op deze manier kunnen de barriers niet meer verschuiven.
De werkzaamheden vinden plaats in de nacht van 25 op 26 en 26 op 27 november 2024. Er staat een reservenacht gepland van 27 op 28 november 2024. De werkzaamheden vinden plaats van 22.00 uur tot 06.00 uur. De brug wordt niet afgesloten.
vrijdag 29 november 2024
donderdag 28 november 2024
Groningen ontvangt €21,9 miljoen voor natuurherstel
De provincie Groningen heeft van het rijk 21 miljoen euro toegekend gekregen voor de uitvoering van de tweede fase van het uitvoeringsprogramma Natuur Groningen (2024 - 2030). Dit bedrag is bedoeld voor het herstel van stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden en in het Natuur Netwerk Nederland (NNN). De herstelwerkzaamheden richten zich op gebieden zoals de laagveengordel, Westerwolde en Kustzone-Lauwersmeer.
In de tweede fase van het uitvoeringsprogramma richt de provincie zich voornamelijk op systeemherstel. Daarnaast worden er in bepaalde natuurgebieden overlevingsmaatregelen genomen om verdere achteruitgang van de natuur te voorkomen. Een voorbeeld van zo'n overlevingsmaatregel is om natuurlijke vegetaties te herstellen, door de structuur te verbeteren of door de begroeiing weg te halen.
Om effectief natuurherstel te bereiken, zijn er onderzoeken en analyses nodig. In de komende jaren zullen in veel gebieden onderzoeken worden uitgevoerd om een goed beeld te krijgen van de huidige situatie. Vanaf 2027 kunnen we gerichte herstel- en hydrologische maatregelen nemen. Dit zijn maatregelen die gericht zijn op het bijvoorbeeld maatregelen om overstromingen te voorkomen, water vast te houden of de waterkwaliteit de verbeteren. Het onderzoeken en herstellen van de natuur doen we in samenwerking met verschillende partijen.
De maatregelen voor natuurherstel in Groningen staan in het Uitvoeringsprogramma Natuur. In juli vroeg de provincie geld aan voor dit programma. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft de plannen nu goedgekeurd. We hebben het volledig aangevraagde bedrag toegekend gekregen.
In de tweede fase van het uitvoeringsprogramma richt de provincie zich voornamelijk op systeemherstel. Daarnaast worden er in bepaalde natuurgebieden overlevingsmaatregelen genomen om verdere achteruitgang van de natuur te voorkomen. Een voorbeeld van zo'n overlevingsmaatregel is om natuurlijke vegetaties te herstellen, door de structuur te verbeteren of door de begroeiing weg te halen.
Om effectief natuurherstel te bereiken, zijn er onderzoeken en analyses nodig. In de komende jaren zullen in veel gebieden onderzoeken worden uitgevoerd om een goed beeld te krijgen van de huidige situatie. Vanaf 2027 kunnen we gerichte herstel- en hydrologische maatregelen nemen. Dit zijn maatregelen die gericht zijn op het bijvoorbeeld maatregelen om overstromingen te voorkomen, water vast te houden of de waterkwaliteit de verbeteren. Het onderzoeken en herstellen van de natuur doen we in samenwerking met verschillende partijen.
De maatregelen voor natuurherstel in Groningen staan in het Uitvoeringsprogramma Natuur. In juli vroeg de provincie geld aan voor dit programma. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft de plannen nu goedgekeurd. We hebben het volledig aangevraagde bedrag toegekend gekregen.
woensdag 27 november 2024
Brug Doesburg nog niet open
De afgelopen weken is de brug over de sluis in de Oude IJssel in Doesburg gerenoveerd. De brug zou zaterdag 23 november weer open zijn voor wegverkeer.
Bij het testen van de brug blijkt dat men nog een aantal reparaties moet doen. Dit betekent dat de brug woensdag 27 november opengaat.
De verkeersmaatregelen en -afzettingen die de afgelopen weken van kracht zijn geweest, zijn er tot woensdag.
Bij het testen van de brug blijkt dat men nog een aantal reparaties moet doen. Dit betekent dat de brug woensdag 27 november opengaat.
De verkeersmaatregelen en -afzettingen die de afgelopen weken van kracht zijn geweest, zijn er tot woensdag.
dinsdag 26 november 2024
Waterschappen brengen speerpunten naar voren in overhedenoverleg
Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen hebben samen een rol bij vele grote opgaven waar Nederland voor staat. Er moeten bijvoorbeeld flink meer woningen komen, terwijl de ruimte schaars is. En het is een uitdaging om Nederland voor te bereiden op weersextremen en het zoveel mogelijk beperken van wateroverlast en watertekort. Op 21 november was er een overhedenoverleg om verdere afspraken te maken over de samenwerking. De Unie van Waterschappen heeft de speerpunten van de waterschappen ingebracht.
Bij het overhedenoverleg ging het ook specifiek over zorgen van de decentrale overheden. Bijvoorbeeld over het geld dat beschikbaar is voor gemeenten en provincies en over de uitvoerbaarheid van de plannen. De waterschappen pleiten voor het beschikbaar stellen van voldoende geld van het Rijk om de primaire dijken te versterken en voor een passende financiële bijdrage aan de Wet WOZ. Er moet een goede balans zijn tussen ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht. Dat blijft onderwerp van gesprek in de aanloop naar de Voorjaarsnota van het kabinet.
Bij een overhedenoverleg overlegt een brede afvaardiging vanuit het kabinet met de medeoverheden, onder leiding van de minister-president. Op 21 november stond het overleg in het teken van de uitwerking van het Regeerprogramma. Het kabinet heeft afgelopen zomer richting bepaald op verschillende vraagstukken. De overheden hebben samen in kaart gebracht wat de plannen betekenen voor alle betrokken overheden, en hoe ze hier samen uitvoering aan kunnen geven. De eerste resultaten hiervan lagen op tafel.
De waterschappen hebben een aantal speerpunten in de samenwerking met de andere overheden. Het is belangrijk dat men samen verstandige keuzes maken over de inrichting van ons land en het toekomstbestendig bouwen van nieuwe woningen. En dat we ruimte en middelen krijgen om de dijken te kunnen versterken.Bij het overhedenoverleg ging het ook specifiek over zorgen van de decentrale overheden. Bijvoorbeeld over het geld dat beschikbaar is voor gemeenten en provincies en over de uitvoerbaarheid van de plannen. De waterschappen pleiten voor het beschikbaar stellen van voldoende geld van het Rijk om de primaire dijken te versterken en voor een passende financiële bijdrage aan de Wet WOZ. Er moet een goede balans zijn tussen ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht. Dat blijft onderwerp van gesprek in de aanloop naar de Voorjaarsnota van het kabinet.
maandag 25 november 2024
Duinversterking en natuurherstel in duinen bij Castricum
Kerven zijn doorgangen in de duinen die zorgen dat strandzand het duingebied in kan waaien. Dit heeft twee doelen: duinversterking en natuurherstel. Het werk wordt uitgevoerd door duinbeheerder PWN in opdracht van de provincie.
Kerven helpen om het duingebied sterker te maken. De wind blaast zand het duingebied in. Dit zand hoopt zich op en maakt de duinen hoger. Zo worden de duinen sterker en kunnen deze ons goed blijven verdedigen tegen opkomend zeewater.
De kerven worden 4 meter diep gegraven, tot op 14 meter boven NAP-niveau. Door de zandverstuiving zakt dit nog enkele meters, maar er kan geen zeewater door de kerven het duingebied instromen. De verstuiving van zand versterkt de zeewering die 2 kilometer landinwaarts ligt.
Het strandzand is belangrijk voor veel plant- en diersoorten die in de duinen leven. Door de neerslag van stikstof groeien bepaalde grassen en struiken extra hard. Deze grassen en struiken overwoekeren andere soorten planten. Het strandzand is kalkrijk en herstelt de verzuring van de stikstofneerslag. Door de verstuiving van zand krijgen we natuur met een grote variatie aan planten en dieren.
Het project van de kerven bij Castricum is onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Natuur. Dit programma heeft als doel om achteruitgang van de natuur te voorkomen en om de schade aan de natuur vanwege stikstofneerslag te herstellen. Het graven van kerven wordt langs de hele kustlijn gedaan. Zo werden 4 jaar geleden bij Egmond de kerven met de bijnaam ‘de 7 zusters’ aangelegd. Bekijk de hele videoserie over natuurherstel.
Kerven helpen om het duingebied sterker te maken. De wind blaast zand het duingebied in. Dit zand hoopt zich op en maakt de duinen hoger. Zo worden de duinen sterker en kunnen deze ons goed blijven verdedigen tegen opkomend zeewater.
De kerven worden 4 meter diep gegraven, tot op 14 meter boven NAP-niveau. Door de zandverstuiving zakt dit nog enkele meters, maar er kan geen zeewater door de kerven het duingebied instromen. De verstuiving van zand versterkt de zeewering die 2 kilometer landinwaarts ligt.
Het strandzand is belangrijk voor veel plant- en diersoorten die in de duinen leven. Door de neerslag van stikstof groeien bepaalde grassen en struiken extra hard. Deze grassen en struiken overwoekeren andere soorten planten. Het strandzand is kalkrijk en herstelt de verzuring van de stikstofneerslag. Door de verstuiving van zand krijgen we natuur met een grote variatie aan planten en dieren.
Het project van de kerven bij Castricum is onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Natuur. Dit programma heeft als doel om achteruitgang van de natuur te voorkomen en om de schade aan de natuur vanwege stikstofneerslag te herstellen. Het graven van kerven wordt langs de hele kustlijn gedaan. Zo werden 4 jaar geleden bij Egmond de kerven met de bijnaam ‘de 7 zusters’ aangelegd. Bekijk de hele videoserie over natuurherstel.
vrijdag 22 november 2024
Jongeren denken mee over ecologische verbindingszone op de Knardijk
Bij Waterschap Zuiderzeeland vinden ze het belangrijk om jongeren te betrekken bij vraagstukken en het werk dat ze doen. In samenwerking met IVN Natuureducatie hebben ze dan ook een Jongeren Adviesbureau (JAB) georganiseerd.
Een JAB is een initiatief van IVN Natuureducatie waarbij jongeren een advies geven aan bedrijven en overheden over maatschappelijke vraagstukken op het gebied van natuur en duurzaamheid. Leerlingen van het Levant in Zeewolde hebben afgelopen week hun innovatieve ideeën gepresenteerd voor een ecologische verbindingszone op de Knardijk.
Zo'n 80 leerlingen onderzochten in opdracht van het waterschap waar de verbindingszone het beste gerealiseerd kan worden en hoe deze eruit moet zien. Hierbij was er veel aandacht voor de planten en dieren in het gebied, zoals ringslangen en diverse vogelsoorten. De projectweek begon met een excursie naar de Knardijk door Melanie Kuilder, adviseur biodiversiteit, waar de leerlingen de lokale natuur ontdekten.
Na de excursie kregen de leerlingen een gastles van Landschapsbeheer Flevoland. Daar werd kennis gedeeld over een soortgelijk project bij het gronddepot in Zeewolde. Deze inzichten hielpen de leerlingen om creatieve en vernieuwende oplossingen te bedenken voor het versterken van de verbinding tussen de natuurgebieden.
Een JAB is een initiatief van IVN Natuureducatie waarbij jongeren een advies geven aan bedrijven en overheden over maatschappelijke vraagstukken op het gebied van natuur en duurzaamheid. Leerlingen van het Levant in Zeewolde hebben afgelopen week hun innovatieve ideeën gepresenteerd voor een ecologische verbindingszone op de Knardijk.
Zo'n 80 leerlingen onderzochten in opdracht van het waterschap waar de verbindingszone het beste gerealiseerd kan worden en hoe deze eruit moet zien. Hierbij was er veel aandacht voor de planten en dieren in het gebied, zoals ringslangen en diverse vogelsoorten. De projectweek begon met een excursie naar de Knardijk door Melanie Kuilder, adviseur biodiversiteit, waar de leerlingen de lokale natuur ontdekten.
Na de excursie kregen de leerlingen een gastles van Landschapsbeheer Flevoland. Daar werd kennis gedeeld over een soortgelijk project bij het gronddepot in Zeewolde. Deze inzichten hielpen de leerlingen om creatieve en vernieuwende oplossingen te bedenken voor het versterken van de verbinding tussen de natuurgebieden.
donderdag 21 november 2024
Nederland en Duitsland pakken samen droogte aan
Een nieuw project met de naam 'DIWA' focust zich op de ontwikkeling van een grensoverschrijdende droogteaanpak. In de programmabrede stuurgroep van het Interreg Deutschland-Nederland werken verschillende Duitse en Nederlandse overheden samen. Droogte is voor beide landen steeds vaker een bedreiging door de klimaatverandering en is een probleem dat niet ophoudt aan de grens. Sterker nog, de droge zomers van de afgelopen jaren laten zien hoe hard een samenwerking gewenst is.
Het project spitst zich toe op de grensstreek tussen Nederland en Duitsland in het programmagebied van Interreg. De Vecht is hier een goed voorbeeld van; een regenwaterrivier die van het Duitse Münsterland richting het Overijsselse Zwartewater stroomt; een duidelijk grensoverschrijdend stroomgebied.
Maatregelen aan de ene zijde van de landsgrens hebben vooral effect wanneer zij aan de andere zijde van de landsgrens gelijkwaardig worden aangepakt. Op dit moment wordt er zeer beperkt grensoverschrijdend samengewerkt op het thema droogte. De noodzaak hiervoor is voelbaar, maar tegelijkertijd zijn er nog veel beren op de weg die een samenwerking niet eenvoudig maken. Deze spreekwoordelijke beren zijn o.a. terug te vinden in het ontbreken van een nationaal of Europees droogtebeleid. Er is vooralsnog geen centraal vertrekpunt voor samenwerking en beperkte informatie-uitwisseling over droogte door gebruik van verschillende data, modellen en beoordelingsmethoden.
De projectpartners van 'DIWA' werken gezamenlijk toe naar meer afstemming tussen overheden en gebiedsbeheerders in Nederland en Duitsland. Hiervoor wordt een leidraad ontwikkeld gebaseerd op aanbevelingen ten aanzien van de governancestructuur, data uit meetnetten, ontwikkelde scenario’s en strategieën en resultaten uit gebiedspilots.
Vooral de gebiedspilots zijn concreet. Zo nam men langs het Coevorden-Piccardie kanaal maatregelen rondom de waterretentie. Water wordt hier beter in het landschap vastgehouden. Het grensoverschrijdende stroomgebied van de Geele Beek houdt water beschikbaarheid en bevordert de ecologische waterkwaliteit. Een belangrijk doel in het project is dat Nederlandse en Duitse betrokkenen kennis met elkaar uitwisselen.
In het project 'DIWA' werken tien partners met elkaar samen: Waterschap Vechtstromen (Leadpartner), Waterschap Rijn en Ijssel, Provincie Gelderland, Universiteit Twente, Kreis Borken, Kreis Steinfurt, Landkreis Emsland, Landkreis Grafschaft Bentheim, Vechteverband en de EUREGIO.
Het project spitst zich toe op de grensstreek tussen Nederland en Duitsland in het programmagebied van Interreg. De Vecht is hier een goed voorbeeld van; een regenwaterrivier die van het Duitse Münsterland richting het Overijsselse Zwartewater stroomt; een duidelijk grensoverschrijdend stroomgebied.
Maatregelen aan de ene zijde van de landsgrens hebben vooral effect wanneer zij aan de andere zijde van de landsgrens gelijkwaardig worden aangepakt. Op dit moment wordt er zeer beperkt grensoverschrijdend samengewerkt op het thema droogte. De noodzaak hiervoor is voelbaar, maar tegelijkertijd zijn er nog veel beren op de weg die een samenwerking niet eenvoudig maken. Deze spreekwoordelijke beren zijn o.a. terug te vinden in het ontbreken van een nationaal of Europees droogtebeleid. Er is vooralsnog geen centraal vertrekpunt voor samenwerking en beperkte informatie-uitwisseling over droogte door gebruik van verschillende data, modellen en beoordelingsmethoden.
De projectpartners van 'DIWA' werken gezamenlijk toe naar meer afstemming tussen overheden en gebiedsbeheerders in Nederland en Duitsland. Hiervoor wordt een leidraad ontwikkeld gebaseerd op aanbevelingen ten aanzien van de governancestructuur, data uit meetnetten, ontwikkelde scenario’s en strategieën en resultaten uit gebiedspilots.
Vooral de gebiedspilots zijn concreet. Zo nam men langs het Coevorden-Piccardie kanaal maatregelen rondom de waterretentie. Water wordt hier beter in het landschap vastgehouden. Het grensoverschrijdende stroomgebied van de Geele Beek houdt water beschikbaarheid en bevordert de ecologische waterkwaliteit. Een belangrijk doel in het project is dat Nederlandse en Duitse betrokkenen kennis met elkaar uitwisselen.
In het project 'DIWA' werken tien partners met elkaar samen: Waterschap Vechtstromen (Leadpartner), Waterschap Rijn en Ijssel, Provincie Gelderland, Universiteit Twente, Kreis Borken, Kreis Steinfurt, Landkreis Emsland, Landkreis Grafschaft Bentheim, Vechteverband en de EUREGIO.
woensdag 20 november 2024
Hoogwateroefening Thorbeckegracht in Zwolle
Op vrijdag 15 november vond een hoogwateroefening plaats aan de Thorbeckegracht, tussen het Pelserbrugje en de Spinhuisbredehoek, in Zwolle.
Het waterpeil in de stadsgrachten stond vorig jaar erg hoog door veel regenval en een stevige westenwind. Als het water toen verder was gestegen, had de gemeente als noodmaatregel een waterkering moeten plaatsen. Een waterkering is een nooddam die het water tegenhoudt.
Om in de toekomst goed voorbereid te zijn op zulke situaties, oefent de gemeente samen met ROVA, de Veiligheidsregio en Defensie met het opbouwen van twee nooddammen. Deze worden geplaatst aan de Thorbeckegracht, tussen het Pelserbrugje en de Spinhuisbredehoek. De gemeente kijkt daarbij ook hoe lang het duurt om beide dammen op te bouwen.
Het waterpeil in de stadsgrachten stond vorig jaar erg hoog door veel regenval en een stevige westenwind. Als het water toen verder was gestegen, had de gemeente als noodmaatregel een waterkering moeten plaatsen. Een waterkering is een nooddam die het water tegenhoudt.
Om in de toekomst goed voorbereid te zijn op zulke situaties, oefent de gemeente samen met ROVA, de Veiligheidsregio en Defensie met het opbouwen van twee nooddammen. Deze worden geplaatst aan de Thorbeckegracht, tussen het Pelserbrugje en de Spinhuisbredehoek. De gemeente kijkt daarbij ook hoe lang het duurt om beide dammen op te bouwen.
dinsdag 19 november 2024
Laatste juk geplaatst in stuw Grave
Op vrijdag 15 november 2024 legde Rijkswaterstaat de laatste hand aan de jukken in stuw Grave. Aannemerscombinatie Mourik-Swarco verving in het afgelopen half jaar alle jukken en schuiven in de stuw.Het eerste juk werd vervangen in juli 2024. In de maanden erna volgden ook de andere jukken: in totaal 20 jukken en 60 schuiven, plus reserve. Volgens de planning zou dit tot het eind 2024 duren, maar door een heel efficiënte werkwijze wist de aannemer de werkzaamheden in de week van 11 november 2024 te voltooien.
Op vrijdag 15 november 2024 werd het laatste keerschot losgemaakt en uitgevaren. Hiermee is de stuw weer volledig beschikbaar en kan het water in het deel van de Maas tussen stuw Grave en stuw Sambeek als vanouds zo optimaal mogelijk op peil gehouden worden. De werkzaamheden aan stuw Grave worden in 2025 voortgezet. Dan worden verschillende aandrijfwerken vervangen om het complex nog toekomstbestendiger te maken.
Op vrijdag 15 november 2024 werd het laatste keerschot losgemaakt en uitgevaren. Hiermee is de stuw weer volledig beschikbaar en kan het water in het deel van de Maas tussen stuw Grave en stuw Sambeek als vanouds zo optimaal mogelijk op peil gehouden worden. De werkzaamheden aan stuw Grave worden in 2025 voortgezet. Dan worden verschillende aandrijfwerken vervangen om het complex nog toekomstbestendiger te maken.
maandag 18 november 2024
Innovatieve proef met Kaumera voor sterkere dijken
Waterschap Rijn en IJssel onderzoekt samen met Bureau Waardenburg en het kennisprogramma Lumbricus of de uit restwater gewonnen Kaumera de dijken kan versterken. Eerder is al onderzocht dat de biobased grondstof Kaumera goed vocht in de grond kan vasthouden. Daardoor wordt de bovenlaag stabieler. Deze eigenschappen komen goed van pas als het gaat om het stevig houden van de grasmat op de dijken in tijden van droogte.
Afgelopen voorjaar zijn diverse potproeven met en zonder Kaumera gedaan op kleine oppervlakten grond. De resultaten hiervan geven voldoende vertrouwen om de proef nu ook op grotere schaal te houden. In het voorjaar van 2025 wordt gestart met het aanleggen van proefvakken, het inspuiten van Kaumera en het aanbrengen van compost. De proef vindt plaats op het binnentalud van de Bevermeerdijk in Angerlo en duurt tot 2029.
Door de veranderende klimaatomstandigheden zien we steeds vaker droogteschade aan de grasmat op dijken. Met de proef kan het waterschap onderzoeken of Kaumera helpt bij de worteldiepte, het vasthouden van water en de variatie in plantensoorten op de grasmat. Hierdoor blijft de dijk sterker en daardoor veiliger bij hoogwater.
Kaumera wordt al een tijdje gewonnen uit het proceswater van zuivelfabriek Friesland Campina. Dit doet Waterschap Rijn en IJssel in samenwerking met meerdere waterschappen en marktpartijen.
Kaumera houdt vocht vast en helpt planten beter te groeien. In verschillende proeven, zoals bij het planten van bomen, heeft Kaumera laten zien dat het helpt om de bodem vocht vast te laten houden.
Afgelopen voorjaar zijn diverse potproeven met en zonder Kaumera gedaan op kleine oppervlakten grond. De resultaten hiervan geven voldoende vertrouwen om de proef nu ook op grotere schaal te houden. In het voorjaar van 2025 wordt gestart met het aanleggen van proefvakken, het inspuiten van Kaumera en het aanbrengen van compost. De proef vindt plaats op het binnentalud van de Bevermeerdijk in Angerlo en duurt tot 2029.
Door de veranderende klimaatomstandigheden zien we steeds vaker droogteschade aan de grasmat op dijken. Met de proef kan het waterschap onderzoeken of Kaumera helpt bij de worteldiepte, het vasthouden van water en de variatie in plantensoorten op de grasmat. Hierdoor blijft de dijk sterker en daardoor veiliger bij hoogwater.
Kaumera wordt al een tijdje gewonnen uit het proceswater van zuivelfabriek Friesland Campina. Dit doet Waterschap Rijn en IJssel in samenwerking met meerdere waterschappen en marktpartijen.
Kaumera houdt vocht vast en helpt planten beter te groeien. In verschillende proeven, zoals bij het planten van bomen, heeft Kaumera laten zien dat het helpt om de bodem vocht vast te laten houden.
vrijdag 15 november 2024
Begroting Delfland 2025: extra aandacht voor waterkwaliteit en klimaatverandering
Investeren in een gezond en veilig Delfland. Dat staat centraal in de begroting voor 2025 van het Hoogheemraadschap van Delfland. De komende jaren staat het hoogheemraadschap voor de nodige uitdagingen.
Daarbij gaat er extra aandacht uit naar het verbeteren van waterkwaliteit en aanpassen van het gebied aan extremer weer. Ook reserveert Delfland om in zijn waterzuiveringen te investeren om te kunnen voldoen aan de nieuwe en strengere Europese regels voor stedelijk afvalwater. Met als gevolg dat de waterschapslasten de komende jaren licht stijgen.
De begroting 2025 laat zien wat het hoogheemraadschap komend jaar gaat doen en wat daarvan de kosten zijn. Delfland streeft daarbij naar een ‘waterpas’ balans tussen inkomsten en uitgaven.
Iedereen merkt dat de prijzen stijgen, dat energie nog steeds duurder is dan een aantal jaar geleden en dat bijvoorbeeld ook lonen daarin mee moeten stijgen. Zo ook bij het hoogheemraadschap. De hoogheemraad geeft aan dat Delfland naast investeringen ook prijsstijgingen moet opvangen.
Het college legt de begroting 2025 en de meerjarenraming op 28 november ter besluitvorming voor aan de verenigde vergadering van Delfland. De begroting ligt vanaf 1 november twee weken ter inzage, op het hoofdkantoor van het Hoogheemraadschap van Delfland, Phoenixstraat 32 in Delft.
Daarbij gaat er extra aandacht uit naar het verbeteren van waterkwaliteit en aanpassen van het gebied aan extremer weer. Ook reserveert Delfland om in zijn waterzuiveringen te investeren om te kunnen voldoen aan de nieuwe en strengere Europese regels voor stedelijk afvalwater. Met als gevolg dat de waterschapslasten de komende jaren licht stijgen.
De begroting 2025 laat zien wat het hoogheemraadschap komend jaar gaat doen en wat daarvan de kosten zijn. Delfland streeft daarbij naar een ‘waterpas’ balans tussen inkomsten en uitgaven.
Iedereen merkt dat de prijzen stijgen, dat energie nog steeds duurder is dan een aantal jaar geleden en dat bijvoorbeeld ook lonen daarin mee moeten stijgen. Zo ook bij het hoogheemraadschap. De hoogheemraad geeft aan dat Delfland naast investeringen ook prijsstijgingen moet opvangen.
Het college legt de begroting 2025 en de meerjarenraming op 28 november ter besluitvorming voor aan de verenigde vergadering van Delfland. De begroting ligt vanaf 1 november twee weken ter inzage, op het hoofdkantoor van het Hoogheemraadschap van Delfland, Phoenixstraat 32 in Delft.
donderdag 14 november 2024
Subsidie beschikbaar voor projecten tegen wateroverlast
Om wateroverlast in Limburg aan te pakken, stelt het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) €10 miljoen subsidie beschikbaar in de vorm van een subsidieregeling. Deze regeling biedt een financiële stimulans voor projecten die op de korte termijn bijdragen aan het verminderen van wateroverlast. De regeling wordt opengesteld op 3 december 2024 en loopt tot 1 januari 2027.
Deze zogenoemde ‘kansenregeling’ heeft als doel het stimuleren van maatregelen die Limburg beter beschermen tegen wateroverlast. Denk hierbij aan projecten die zorgen voor het vasthouden van water, tijdelijke opslag, of gecontroleerde afvoer. De belangrijkste criteria zijn dat deze maatregelen op korte termijn uitvoerbaar zijn, bijdragen aan het verminderen van wateroverlast en geen negatief effect hebben op een andere plek.
De subsidieregeling staat open voor iedereen die een geschikt project kan indienen, zowel (overheids)organisaties als particulieren. De betrokken overheden bij het programma WRL kunnen geen subsidie aanvragen voor maatregelen die onder hun reguliere beheer- en uitvoeringstaak vallen.
Vanaf 3 december kunnen aanvragen worden ingediend via het subsidieloket van Provincie Limburg. De regeling hanteert een ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’-principe, waarbij complete aanvragen in volgorde van ontvangst worden behandeld. Voor meer informatie kunnen belangstellenden alvast terecht op www.wachtnietopwater.nl/kansenregeling.
Deze zogenoemde ‘kansenregeling’ heeft als doel het stimuleren van maatregelen die Limburg beter beschermen tegen wateroverlast. Denk hierbij aan projecten die zorgen voor het vasthouden van water, tijdelijke opslag, of gecontroleerde afvoer. De belangrijkste criteria zijn dat deze maatregelen op korte termijn uitvoerbaar zijn, bijdragen aan het verminderen van wateroverlast en geen negatief effect hebben op een andere plek.
De subsidieregeling staat open voor iedereen die een geschikt project kan indienen, zowel (overheids)organisaties als particulieren. De betrokken overheden bij het programma WRL kunnen geen subsidie aanvragen voor maatregelen die onder hun reguliere beheer- en uitvoeringstaak vallen.
Vanaf 3 december kunnen aanvragen worden ingediend via het subsidieloket van Provincie Limburg. De regeling hanteert een ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’-principe, waarbij complete aanvragen in volgorde van ontvangst worden behandeld. Voor meer informatie kunnen belangstellenden alvast terecht op www.wachtnietopwater.nl/kansenregeling.
woensdag 13 november 2024
Onderzoek waterafvoer in binnenstad van Amsterdam
Begin november testte het waterschap Amstel Gooi hoe goed water weg kan lopen in de binnenstad van Amsterdam. Er is nu meer bekend over waar het water minder goed kan stromen doordat het ondiep is door bagger, er een smalle doorgang is of er voorwerpen in het water staan.
Maar ook omdat er een smalle doorgang is of voorwerpen in het water staan. Door dit onderzoek kan Amsterdam zich nog beter voorbereiden op wateroverlast in de toekomst.
Gemaal Zeeburg gaat alleen aan als het waterpeil te hoog staat. In 2023 is het gemaal zeven keer aangezet en in 2024 tot nu toe 1 keer. De test op 5 november duurt van 08.00 tot 18.00 uur. Als het erg slecht weer is en de test niet door kan gaan, dan start het onderzoek op 12 november.
Als het hard regent, stroomt het water uit de omgeving van Amsterdam door de grachten, naar het IJ en via het Noordzeekanaal naar IJmuiden naar zee. Soms is dat niet genoeg en moet men Gemaal Zeeburg aanzetten om extra water weg te pompen. Daarom is het belangrijk dat het water makkelijk van de Amstel naar het gemaal kan stromen.
Maar ook omdat er een smalle doorgang is of voorwerpen in het water staan. Door dit onderzoek kan Amsterdam zich nog beter voorbereiden op wateroverlast in de toekomst.
Gemaal Zeeburg gaat alleen aan als het waterpeil te hoog staat. In 2023 is het gemaal zeven keer aangezet en in 2024 tot nu toe 1 keer. De test op 5 november duurt van 08.00 tot 18.00 uur. Als het erg slecht weer is en de test niet door kan gaan, dan start het onderzoek op 12 november.
Als het hard regent, stroomt het water uit de omgeving van Amsterdam door de grachten, naar het IJ en via het Noordzeekanaal naar IJmuiden naar zee. Soms is dat niet genoeg en moet men Gemaal Zeeburg aanzetten om extra water weg te pompen. Daarom is het belangrijk dat het water makkelijk van de Amstel naar het gemaal kan stromen.
dinsdag 12 november 2024
Nationaal Park Nieuw Land uniek door vele onderzoeken op het gebied moerassige ‘wetland’ natuur
Op vrijdag 8 november kwamen tientallen natuuronderzoekers en -beheerders samen in het provinciehuis in Lelystad voor de tweede editie van het jaarlijkse kennissymposiumNPNL. Dit keer met als thema Waterpeildynamiek als sturende factor voor beheer.
Wetenschappers gaven interessante lezingen over hun onderzoeken rondom het wisselende waterpeil in het nationaal park, de zogenoemde ‘wetlands’ van Nieuw Land.
Waarom vinden die vogels de natuur van Nieuw Land zo fijn? Omdat het waterpeil continu wisselt en daarmee de begroeiing en voedsel voor vogels precies bij hun menu of leefstijl past. Grote delen van de natuur in Nationaal Park Nieuw Land zijn moerasachtig. We noemen dat ‘wetlands’. In Nationaal Park Nieuw Land wordt veel kennis opgedaan over de ecologie van de wetlands, via de natuurontwikkeling zelf en het onderzoek naar de gevolgen. Dit verhaal laat zich niet eenvoudig vertellen voor een groot publiek. Het is technisch en complex van aard. Maar bezoekers ervaren wel de dynamiek van de natuur: landschappen die veranderen, eilanden die ontstaan, de kuddes heckrunderen en konikpaarden die zich door de ruigte bewegen. Het verhaal van de dynamische wetlands vertelt de bezoekers over de natuurlijke processen hierachter.
Vragen als; hoe reageert de natuur op veranderende omstandigheden? Wat kunnen we hiervan leren voor de ontwikkeling en het herstel van andere landschapsgebieden? Deze en andere vragen worden beantwoord door zes onderzoekers die dagelijks aan het werk zijn in Nationaal Park Nieuw Land. Bekijk het onderzoek op de website van Nationaal Park Nieuw Land.
Wetenschappers gaven interessante lezingen over hun onderzoeken rondom het wisselende waterpeil in het nationaal park, de zogenoemde ‘wetlands’ van Nieuw Land.
Waarom vinden die vogels de natuur van Nieuw Land zo fijn? Omdat het waterpeil continu wisselt en daarmee de begroeiing en voedsel voor vogels precies bij hun menu of leefstijl past. Grote delen van de natuur in Nationaal Park Nieuw Land zijn moerasachtig. We noemen dat ‘wetlands’. In Nationaal Park Nieuw Land wordt veel kennis opgedaan over de ecologie van de wetlands, via de natuurontwikkeling zelf en het onderzoek naar de gevolgen. Dit verhaal laat zich niet eenvoudig vertellen voor een groot publiek. Het is technisch en complex van aard. Maar bezoekers ervaren wel de dynamiek van de natuur: landschappen die veranderen, eilanden die ontstaan, de kuddes heckrunderen en konikpaarden die zich door de ruigte bewegen. Het verhaal van de dynamische wetlands vertelt de bezoekers over de natuurlijke processen hierachter.
Vragen als; hoe reageert de natuur op veranderende omstandigheden? Wat kunnen we hiervan leren voor de ontwikkeling en het herstel van andere landschapsgebieden? Deze en andere vragen worden beantwoord door zes onderzoekers die dagelijks aan het werk zijn in Nationaal Park Nieuw Land. Bekijk het onderzoek op de website van Nationaal Park Nieuw Land.
maandag 11 november 2024
Watergebruik gewassen stijgt flink
Een nieuwe studie door onderzoekers van de Universiteit Twente werpt licht op historische veranderingen in de hoeveelheid water die de mensheid verbruikt om 's werelds belangrijkste gewassen te verbouwen. De analyse toont aan dat ondanks de toenemende waterproductiviteit van gewassen, de totale hoeveelheid water die we verbruiken blijft groeien, wat de reeds bestaande talloze gerelateerde milieu- en sociaaleconomische problemen kan verergeren.
De studie kijkt naar 175 gewassen in de periode 1990-2019 in termen van hun groene en blauwe watervoetafdruk. Groen water verwijst naar water dat afkomstig is van regenval en blauw water dat afkomstig is van irrigatie en ondiep grondwater. "We moeten een onderscheid maken tussen deze twee watertypen, omdat ze verschillende rollen spelen in ecosystemen en de samenleving", zegt Oleksandr Mialyk, postdoctoraal onderzoeker bij de groep Multidisciplinair Waterbeheer.
Bijna 80 procent van de geanalyseerde gewassen had in 2019 minder water per ton nodig dan in 1990. Deze productiviteitswinsten waren echter onvoldoende om te voorkomen dat de wereldwijde totale watervoetafdruk van de gewasproductie toenam. Sinds 1990 met bijna 30%, een toename naar 1,55 biljoen m3 . "Onze schatting voor 2019 stond op 6,8 biljoen m3 voornamelijk groen water, wat neerkomt op ongeveer 2400 liter per persoon per dag", voegt Oleksandr Mialyk eraan toe.
Bijna 90 procent van de totale stijging vond plaats tussen 2000-2019, wat de auteurs koppelen aan drie belangrijke sociaaleconomische drijfveren. Ten eerste hebben de versnelde globalisering en economische groei de consumptie van verschillende geïmporteerde gewassen en plantaardige producten aanzienlijk doen toenemen. Ten tweede verschoof het wereldwijde dieet naar meer waterintensieve producten zoals dierlijke producten, gezoete dranken en suikerhoudend en vet voedsel. Ten derde hebben de energiezekerheid en groene agenda's van veel regeringen de productie van biobrandstoffen op basis van gewassen gestimuleerd.
Deze sociaal-economische veranderingen waren vooral gunstig voor de teelt van flexgewassen of gewassen die kunnen worden verwerkt tot veel uiteenlopende producten (voedsel, diervoeder, biobrandstoffen, enz.). Deze gewassen stellen boeren, investeerders en verzekeraars in staat om de financiële risico's in verband met de productie van gewassen te verminderen, aangezien diverse eindgebruikersmarkten zorgen voor stabiele winsten en rendementen op investeringen. In combinatie met een actieve landbouwlobby is de productie van deze gewassen de afgelopen decennia snel toegenomen. Alleen al de drie grootste - oliepalmvruchten, sojabonen en maïs - kunnen bijvoorbeeld de helft van de totale toename van de totale watervoetafdruk van de gewasproductie tussen 1990-2019 verklaren.
India, China en de VS zijn volgens de studie de grootste waterverbruikers. De totale toename van de watervoetafdruk deed zich echter vooral voor in de tropen, wat vaak gepaard gaat met andere milieueffecten, waaronder ontbossing en verlies aan biodiversiteit. "Deze regio biedt optimale geografische omstandigheden voor de productie van gewassen, terwijl een gunstig landbouwbeleid investeringen van grote agrovoedingsbedrijven aantrekt", leggen de auteurs uit. Als gevolg hiervan specialiseerden sommige regio's zich steeds meer in een klein aantal waterintensieve gewassen, zoals oliepalmfruit in Indonesië of sojabonen en suikerriet in Brazilië.
De studie kijkt naar 175 gewassen in de periode 1990-2019 in termen van hun groene en blauwe watervoetafdruk. Groen water verwijst naar water dat afkomstig is van regenval en blauw water dat afkomstig is van irrigatie en ondiep grondwater. "We moeten een onderscheid maken tussen deze twee watertypen, omdat ze verschillende rollen spelen in ecosystemen en de samenleving", zegt Oleksandr Mialyk, postdoctoraal onderzoeker bij de groep Multidisciplinair Waterbeheer.
Bijna 80 procent van de geanalyseerde gewassen had in 2019 minder water per ton nodig dan in 1990. Deze productiviteitswinsten waren echter onvoldoende om te voorkomen dat de wereldwijde totale watervoetafdruk van de gewasproductie toenam. Sinds 1990 met bijna 30%, een toename naar 1,55 biljoen m3 . "Onze schatting voor 2019 stond op 6,8 biljoen m3 voornamelijk groen water, wat neerkomt op ongeveer 2400 liter per persoon per dag", voegt Oleksandr Mialyk eraan toe.
Bijna 90 procent van de totale stijging vond plaats tussen 2000-2019, wat de auteurs koppelen aan drie belangrijke sociaaleconomische drijfveren. Ten eerste hebben de versnelde globalisering en economische groei de consumptie van verschillende geïmporteerde gewassen en plantaardige producten aanzienlijk doen toenemen. Ten tweede verschoof het wereldwijde dieet naar meer waterintensieve producten zoals dierlijke producten, gezoete dranken en suikerhoudend en vet voedsel. Ten derde hebben de energiezekerheid en groene agenda's van veel regeringen de productie van biobrandstoffen op basis van gewassen gestimuleerd.
Deze sociaal-economische veranderingen waren vooral gunstig voor de teelt van flexgewassen of gewassen die kunnen worden verwerkt tot veel uiteenlopende producten (voedsel, diervoeder, biobrandstoffen, enz.). Deze gewassen stellen boeren, investeerders en verzekeraars in staat om de financiële risico's in verband met de productie van gewassen te verminderen, aangezien diverse eindgebruikersmarkten zorgen voor stabiele winsten en rendementen op investeringen. In combinatie met een actieve landbouwlobby is de productie van deze gewassen de afgelopen decennia snel toegenomen. Alleen al de drie grootste - oliepalmvruchten, sojabonen en maïs - kunnen bijvoorbeeld de helft van de totale toename van de totale watervoetafdruk van de gewasproductie tussen 1990-2019 verklaren.
India, China en de VS zijn volgens de studie de grootste waterverbruikers. De totale toename van de watervoetafdruk deed zich echter vooral voor in de tropen, wat vaak gepaard gaat met andere milieueffecten, waaronder ontbossing en verlies aan biodiversiteit. "Deze regio biedt optimale geografische omstandigheden voor de productie van gewassen, terwijl een gunstig landbouwbeleid investeringen van grote agrovoedingsbedrijven aantrekt", leggen de auteurs uit. Als gevolg hiervan specialiseerden sommige regio's zich steeds meer in een klein aantal waterintensieve gewassen, zoals oliepalmfruit in Indonesië of sojabonen en suikerriet in Brazilië.
vrijdag 8 november 2024
Begrotingsvoorstel Hunze laat gematigde tariefstijging zien
Het dagelijks bestuur van waterschap Hunze en Aa’s koerst op een gematigde tariefstijging. Dit blijkt uit het voorstel voor de begroting voor 2025. Ons algemeen bestuur besluit op 6 november over de begroting 2025 en daarmee over de belastingtarieven voor volgend jaar.
In de voorgestelde begroting zijn de gevolgen terug te zien van inflatie en stijgende personeelskosten (vanwege CAO-afspraken en aanpassingen in sociale en pensioenpremies).
De omvang van de begroting bedraagt 106 miljoen euro. De belastingopbrengsten stijgen met 4,0% ten opzichte van 2024. Met de inzet van reserves (4,5 miljoen euro) worden tariefstijgingen in 2025 gedempt.
Het waterschap verwacht in 2025 circa 20 miljoen euro te investeren in verschillende projecten.
Met het belastinggeld van inwoners en ondernemers werken waterschappen aan voldoende, schoon en veilig water. Het belastinggeld wordt geïnd op basis van verschillende belastingtarieven. Daarbij is er een onderscheid tussen watersysteemheffingen en de zuiveringsheffing.
In de voorgestelde begroting zijn de gevolgen terug te zien van inflatie en stijgende personeelskosten (vanwege CAO-afspraken en aanpassingen in sociale en pensioenpremies).
De omvang van de begroting bedraagt 106 miljoen euro. De belastingopbrengsten stijgen met 4,0% ten opzichte van 2024. Met de inzet van reserves (4,5 miljoen euro) worden tariefstijgingen in 2025 gedempt.
Het waterschap verwacht in 2025 circa 20 miljoen euro te investeren in verschillende projecten.
Met het belastinggeld van inwoners en ondernemers werken waterschappen aan voldoende, schoon en veilig water. Het belastinggeld wordt geïnd op basis van verschillende belastingtarieven. Daarbij is er een onderscheid tussen watersysteemheffingen en de zuiveringsheffing.
donderdag 7 november 2024
Europees Milieuagentschap: meer actie nodig om waterkwaliteit Europa te verbeteren
Het Europees Milieuagentschap (EEA) publiceerde op 15 oktober een overzicht van de staat van het water in Europa. In 2021 voldeed slechts 37% van de oppervlaktewateren aan de norm voor een goede ecologische toestand, terwijl volgens de Europese Kaderrichtlijn Water alle wateren hier in 2027 aan zouden moeten voldoen. Slechts 29% van de waterlichamen haalde de vereiste chemische kwaliteit. Dit blijkt uit gegevens uit 19 Europese landen, waaronder Nederland.
Volgens het EEA zijn er verschillen te zien in waterkwaliteit tussen de verschillende landen. In onder andere Duitsland en Nederland zijn meer wateren met een onvoldoende waterkwaliteit. Vewin herkent dit beeld. De kwaliteit van drinkwaterbronnen in Nederland staat in toenemende mate onder druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd. Verontreinigingen afkomstig uit de landbouw, industrie en huishoudens zorgen ervoor dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen eerder slechter wordt.
Het EEA schetst op basis van de staat van het water drie overkoepelende uitdagingen voor het toekomstig Europese waterbeheer; het beschermen en herstellen van aquatische ecosystemen, de ambitie van nulvervuiling verwezenlijken en de aanpassing aan waterschaarste, droogte en overstromingsrisico’s. Dit overzicht van de EEA laat volgens Vewin het belang zien van het door de Europese Commissie aangekondigde Water Resilience Initiative. Vewin zal hier zelf voorstellen voor doen, evenals via de Europese koepelorganisatie EurEau, om zo bij te dragen aan nieuwe voorstellen vanuit de Europese Commissie op het thema van waterweerbaarheid.
Volgens het EEA zijn er verschillen te zien in waterkwaliteit tussen de verschillende landen. In onder andere Duitsland en Nederland zijn meer wateren met een onvoldoende waterkwaliteit. Vewin herkent dit beeld. De kwaliteit van drinkwaterbronnen in Nederland staat in toenemende mate onder druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd. Verontreinigingen afkomstig uit de landbouw, industrie en huishoudens zorgen ervoor dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen eerder slechter wordt.
Het EEA schetst op basis van de staat van het water drie overkoepelende uitdagingen voor het toekomstig Europese waterbeheer; het beschermen en herstellen van aquatische ecosystemen, de ambitie van nulvervuiling verwezenlijken en de aanpassing aan waterschaarste, droogte en overstromingsrisico’s. Dit overzicht van de EEA laat volgens Vewin het belang zien van het door de Europese Commissie aangekondigde Water Resilience Initiative. Vewin zal hier zelf voorstellen voor doen, evenals via de Europese koepelorganisatie EurEau, om zo bij te dragen aan nieuwe voorstellen vanuit de Europese Commissie op het thema van waterweerbaarheid.
woensdag 6 november 2024
Afspraken tussen waterschappen, Rijk en netbeheerders
Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei heeft op 5 november de eerste sectordeal netcongestie ondertekend met waterschappen en netbeheerders. Er zijn afspraken gemaakt om te zorgen dat zowel waterschappen als netbeheerders hun werk kunnen blijven uitvoeren, ondanks een groeiende elektriciteitsvraag. De waterschappen hebben steeds meer energie, netaansluitingen en transportcapaciteit nodig voor het drooghouden van Nederland en het zuiveren van rioolwater.
Netbeheerders kampen met beperkingen door netcongestie. Met de gemaakte afspraken zetten zij beiden stappen om tot oplossingen te komen.
Netcongestie raakt de groeicapaciteit van vele sectoren. De waterschappen zijn de eersten die een sectordeal netcongestie afsluiten met het Rijk en netbeheerders.
Waterschappen doen zoveel mogelijk aan energiebesparing, maar het gebruik neemt toch toe door klimaatverandering, hogere waterkwaliteitseisen en groei van de bevolking. Onder leiding van Gerard Schouw (aanjager Slim met Stroom) zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van Klimaat en Groene Groei, de Unie van Waterschappen en Netbeheer Nederland. Deze afspraken zullen de komende tijd door individuele waterschappen en netbeheerders uitgewerkt worden.
Netbeheerders kampen met beperkingen door netcongestie. Met de gemaakte afspraken zetten zij beiden stappen om tot oplossingen te komen.
Netcongestie raakt de groeicapaciteit van vele sectoren. De waterschappen zijn de eersten die een sectordeal netcongestie afsluiten met het Rijk en netbeheerders.
Waterschappen doen zoveel mogelijk aan energiebesparing, maar het gebruik neemt toch toe door klimaatverandering, hogere waterkwaliteitseisen en groei van de bevolking. Onder leiding van Gerard Schouw (aanjager Slim met Stroom) zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van Klimaat en Groene Groei, de Unie van Waterschappen en Netbeheer Nederland. Deze afspraken zullen de komende tijd door individuele waterschappen en netbeheerders uitgewerkt worden.
dinsdag 5 november 2024
Definitieve plannen ter inzage voor 14 locaties herstel riviernatuur langs de Maas
Rijkswaterstaat werkt al geruime tijd aan het verbeteren van de ecologie van de Maas. Denk aan herstel van natuurvriendelijke oevers, beekmondingen en aanleg van nieuwe geulen. Maar de klus is nog niet klaar.
Tot eind 2027 staat er nog een en ander op de planning. Momenteel liggen de definitieve plannen voor 14 nieuwe locaties tussen Rijkel en Oeffelt langs de Zandmaas ter inzage.
De maatregelen zijn onderdeel van de Europese Kaderrichtlijn Water. Het doel: de kwaliteit van ons oppervlaktewater verbeteren, zodat de biodiversiteit toeneemt. Veel oorspronkelijke waterplanten, vissen en kleine diertjes zijn namelijk verdwenen langs de Maas of komen nog maar weinig voor. Dit komt deels doordat de mens het rivierenlandschap door de jaren heen flink heeft veranderd.
Op de 14 locaties worden met name geulen aangelegd, die meestal geïsoleerd in de uiterwaard liggen, los van de Maas. Ook de Oude Maasarm bij Heijen krijgt een ecologische impuls. Verder worden de mondingen van de Stepkensbeek en de Looise Graaf heringericht. Deze dienen van nature als kruispunten voor de waternatuur. Ze zijn belangrijk voor vissen als opgroei- en voortplantingsgebied.
De afgelopen jaren is al zo’n 100 km Maasoever ontdaan van de stenen versteviging. In de Zandmaas komt daar nu nog zo’n 2 km bij. De nieuwe natuurvriendelijke oevers zullen geleidelijk veranderen in rivierstrandjes met ondiep water, zoals die vroeger langs de Maas te vinden waren.
Tot eind 2027 staat er nog een en ander op de planning. Momenteel liggen de definitieve plannen voor 14 nieuwe locaties tussen Rijkel en Oeffelt langs de Zandmaas ter inzage.
De maatregelen zijn onderdeel van de Europese Kaderrichtlijn Water. Het doel: de kwaliteit van ons oppervlaktewater verbeteren, zodat de biodiversiteit toeneemt. Veel oorspronkelijke waterplanten, vissen en kleine diertjes zijn namelijk verdwenen langs de Maas of komen nog maar weinig voor. Dit komt deels doordat de mens het rivierenlandschap door de jaren heen flink heeft veranderd.
Op de 14 locaties worden met name geulen aangelegd, die meestal geïsoleerd in de uiterwaard liggen, los van de Maas. Ook de Oude Maasarm bij Heijen krijgt een ecologische impuls. Verder worden de mondingen van de Stepkensbeek en de Looise Graaf heringericht. Deze dienen van nature als kruispunten voor de waternatuur. Ze zijn belangrijk voor vissen als opgroei- en voortplantingsgebied.
De afgelopen jaren is al zo’n 100 km Maasoever ontdaan van de stenen versteviging. In de Zandmaas komt daar nu nog zo’n 2 km bij. De nieuwe natuurvriendelijke oevers zullen geleidelijk veranderen in rivierstrandjes met ondiep water, zoals die vroeger langs de Maas te vinden waren.
maandag 4 november 2024
Plan van Aanpak voor duurzame bescherming van de Drentsche Aa als bron voor drinkwater
Gedeputeerde Staten van Drenthe hebben ingestemd met het Plan van Aanpak voor de duurzame bescherming van de Drentsche Aa als drinkwaterbron. In het Plan van Aanpak zijn aanbevelingen van de adviescommissie Vervolg-UPDA verwerkt. In zestien concrete maatregelen staat beschreven wie waarvoor aan de lat staat. De gezamenlijke overheden -provincie, gemeenten en waterschappen- dragen de zorg voor een robuuste en duurzame bron voor drinkwaterwinning van de Drentsche Aa. Met bijdragen van waterbedrijven en LTO en input van de gebiedspartners NMF en Staatsbosbeheer zetten we deze opgave voort.
Het oppervlaktewater van de Drentsche Aa wordt gebruikt voor de productie van drinkwater, met name voor de gemeente Groningen. De waterkwaliteit van deze bron moet voldoen aan de wettelijk vastgestelde kwaliteitsnormen. In 2016 is gestart met het Uitvoeringsprogramma oppervlaktewater Drentsche Aa (UPDA) met als inzet om in 2023 het aantal normoverschrijdingen terug te brengen naar maximaal 1 per jaar. Dit doel is niet gehaald, ondanks de positieve effecten van allerlei maatregelen en de goede samenwerking tussen diverse instanties en gebiedspartners. Een aanvullende strategie was nodig waarvoor de adviescommissie Vervolg-UPDA is ingesteld, die eind vorig jaar haar aanbevelingen heeft gedaan. Doel: kans op overschrijdingen van de norm aanzienlijk verkleinen. De aanbevelingen van de adviescommissie zijn de afgelopen periode besproken met alle gebiedspartners en nu verwerkt in een Plan van Aanpak.
Het advies van de commissie Vervolg-UPDA, met aanbevelingen voor een robuuste bescherming van de Drentsche Aa als bron voor drinkwater, is besproken met de gebiedspartners. Het doorzetten en opschalen van succesvolle projecten en het ondersteunen van initiatieven van onderop was daarbij het uitgangspunt. Naast het voortzetten van de samenwerking, gaan provincie, waterschap en gemeenten onderzoeken of en hoe ze het instrumentarium dat hen ter beschikking staat verder kunnen inzetten. Dit alles om ervoor te zorgen dat het oppervlaktewater niet of nauwelijks nog wordt belast met gewasbeschermingsmiddelen en andere verontreinigingen, zoals medicijnresten, vanuit het landelijk en stedelijk gebied.
De provincie pakt de regie om met de vele partners in het gebied het Plan van Aanpak uit te voeren. Hiermee wordt vervolg gegeven aan de jarenlange goede samenwerking. De afgelopen periode hebben gesprekken plaatsgevonden met de gebiedspartners en daaruit blijkt naast een grote betrokkenheid, ook een grote bereidheid om de Drentsche Aa als drinkwaterbron duurzaam blijvend te beschermen. Dit alles is terug te lezen in het Plan van Aanpak (verwijst naar een andere website).
Het oppervlaktewater van de Drentsche Aa wordt gebruikt voor de productie van drinkwater, met name voor de gemeente Groningen. De waterkwaliteit van deze bron moet voldoen aan de wettelijk vastgestelde kwaliteitsnormen. In 2016 is gestart met het Uitvoeringsprogramma oppervlaktewater Drentsche Aa (UPDA) met als inzet om in 2023 het aantal normoverschrijdingen terug te brengen naar maximaal 1 per jaar. Dit doel is niet gehaald, ondanks de positieve effecten van allerlei maatregelen en de goede samenwerking tussen diverse instanties en gebiedspartners. Een aanvullende strategie was nodig waarvoor de adviescommissie Vervolg-UPDA is ingesteld, die eind vorig jaar haar aanbevelingen heeft gedaan. Doel: kans op overschrijdingen van de norm aanzienlijk verkleinen. De aanbevelingen van de adviescommissie zijn de afgelopen periode besproken met alle gebiedspartners en nu verwerkt in een Plan van Aanpak.
Het advies van de commissie Vervolg-UPDA, met aanbevelingen voor een robuuste bescherming van de Drentsche Aa als bron voor drinkwater, is besproken met de gebiedspartners. Het doorzetten en opschalen van succesvolle projecten en het ondersteunen van initiatieven van onderop was daarbij het uitgangspunt. Naast het voortzetten van de samenwerking, gaan provincie, waterschap en gemeenten onderzoeken of en hoe ze het instrumentarium dat hen ter beschikking staat verder kunnen inzetten. Dit alles om ervoor te zorgen dat het oppervlaktewater niet of nauwelijks nog wordt belast met gewasbeschermingsmiddelen en andere verontreinigingen, zoals medicijnresten, vanuit het landelijk en stedelijk gebied.
De provincie pakt de regie om met de vele partners in het gebied het Plan van Aanpak uit te voeren. Hiermee wordt vervolg gegeven aan de jarenlange goede samenwerking. De afgelopen periode hebben gesprekken plaatsgevonden met de gebiedspartners en daaruit blijkt naast een grote betrokkenheid, ook een grote bereidheid om de Drentsche Aa als drinkwaterbron duurzaam blijvend te beschermen. Dit alles is terug te lezen in het Plan van Aanpak (verwijst naar een andere website).
vrijdag 1 november 2024
Provincie Utrecht neemt nieuw elektrisch werkschip in gebruik
De provincie Utrecht heeft donderdag 31 oktober een nieuw, duurzaam werkschip in gebruik genomen. Het werkschip, genaamd de Eem Surveyor, wordt gebruikt voor inspectie en schouw van de Utrechtse vaarwegen, het opvolgen van meldingen en calamiteiten en het uitvoeren van incidenteel klein onderhoud, zoals het vrij bevaarbaar houden van de vaarwegen.
De Eem Surveyor (een verwijzing naar haar functie als verkenner van rivier de Eem) vervangt het huidige werkschip De Birkt, dat de afgelopen 40 jaar trouwe dienst heeft gedaan voor de provincie. Dit 100 jaar oude, door een dieselmotor aangedreven, schip heeft inmiddels echter het einde van zijn levensduur ruimschoots bereikt en wordt nu vervangen door de duurzamere opvolger.
De provincie Utrecht kiest hiermee voor een volledig elektrisch aangedreven werkschip op accu’s.
Het nieuwe werkschip is na een voorbereidingstraject van zo’n vier jaar ontwikkeld en gebouwd door projectbureau Maritime Developers en Groeneveldt Marine Construction B.V. uit Hendrik Ido Ambacht. Tijdens het voorbereidingstraject is goed en constructief samengewerkt met collega’s van de provincie Overijssel.
De Eem Surveyor (een verwijzing naar haar functie als verkenner van rivier de Eem) vervangt het huidige werkschip De Birkt, dat de afgelopen 40 jaar trouwe dienst heeft gedaan voor de provincie. Dit 100 jaar oude, door een dieselmotor aangedreven, schip heeft inmiddels echter het einde van zijn levensduur ruimschoots bereikt en wordt nu vervangen door de duurzamere opvolger.
De provincie Utrecht kiest hiermee voor een volledig elektrisch aangedreven werkschip op accu’s.
Het nieuwe werkschip is na een voorbereidingstraject van zo’n vier jaar ontwikkeld en gebouwd door projectbureau Maritime Developers en Groeneveldt Marine Construction B.V. uit Hendrik Ido Ambacht. Tijdens het voorbereidingstraject is goed en constructief samengewerkt met collega’s van de provincie Overijssel.