Sterke jaarklassen voor platvis, kabeljauw in de problemen
Een groot deel van de belangrijkste visbestanden voor de Nederlandse visserij in de Noordzee staan er goed voor, maar er zijn zorgen om onder andere kabeljauw, zeebaars en tong, volgens de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES). De Europese Raad van Visserijministers stelt eind 2020 de nieuwe vangstquota vast voor 2021. De vangstadviezen van ICES spelen daarbij een belangrijke rol.
ICES geeft op verzoek van de Europese Commissie advies over de maximale hoeveelheden vangst die kunnen worden gerealiseerd binnen de afgesproken doelstellingen in het Europese Visserijbeleid. Ook in 2020 heeft ICES advies gegeven, zij het in beknopte vorm vanwege de COVID-19 pandemie. De gevolgen van de pandemie op de adviezen zullen hoofdzakelijk volgend jaar inzichtelijk worden.
De omvang van het haringbestand fluctueert door natuurlijke oorzaken. Naar schatting zwemt er 1.3 miljoen ton volwassen haring in de Noordzee, Kattegat, Skagerrak en het oostelijke deel van Het Kanaal. Door lagere aanwas is het bestand de afgelopen jaren wel afgenomen, en bevindt zich nu rond het streefniveau dat nodig is voor het realiseren van de lange termijn duurzame oogst ('maximum sustainable yield', MSY). De visserijdruk is laag en ligt al sinds 1996 onder het MSY-streefniveau. Om het bestand rond het streefniveau te houden, adviseert ICES voor deze gebieden op basis van de MSY-benadering voor 2021 een lagere haringvangst van 365 792 ton, waarvan 359 367 ton voor menselijke consumptie en 6 425 ton voor de industrievisserij.
ICES geeft op verzoek van de Europese Commissie advies over de maximale hoeveelheden vangst die kunnen worden gerealiseerd binnen de afgesproken doelstellingen in het Europese Visserijbeleid. Ook in 2020 heeft ICES advies gegeven, zij het in beknopte vorm vanwege de COVID-19 pandemie. De gevolgen van de pandemie op de adviezen zullen hoofdzakelijk volgend jaar inzichtelijk worden.
De omvang van het haringbestand fluctueert door natuurlijke oorzaken. Naar schatting zwemt er 1.3 miljoen ton volwassen haring in de Noordzee, Kattegat, Skagerrak en het oostelijke deel van Het Kanaal. Door lagere aanwas is het bestand de afgelopen jaren wel afgenomen, en bevindt zich nu rond het streefniveau dat nodig is voor het realiseren van de lange termijn duurzame oogst ('maximum sustainable yield', MSY). De visserijdruk is laag en ligt al sinds 1996 onder het MSY-streefniveau. Om het bestand rond het streefniveau te houden, adviseert ICES voor deze gebieden op basis van de MSY-benadering voor 2021 een lagere haringvangst van 365 792 ton, waarvan 359 367 ton voor menselijke consumptie en 6 425 ton voor de industrievisserij.
Geen opmerkingen: