Rioolwater meer gezuiverd bij lozing op stilstaandwater
Rioolwaterzuiveringsinstallaties die lozen op stilstaand oppervlaktewater verwijderen meer stikstof en fosfor uit het rioolwater dan installaties die lozen op stromend water. Stilstaand water is gevoeliger voor voedselverrijking door deze stoffen. Het meeste gezuiverde rioolwater wordt geloosd op rivieren en beken. Het zuiveringsslib, dat hierbij als restproduct vrijkomt, wordt voor het grootste deel verbrand, deels met opwekking van energie. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over zuivering van afvalwater in 2015.
Eind 2015 telde Nederland 334 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Deze worden beheerd door de waterschappen. De rwzi’s zuiverden in 2015 gezamenlijk bijna 2 miljard m3 rioolwater, 6 procent meer dan in 2014. Deze toename is vrijwel volledig het gevolg van meer neerslag. Een deel van het regenwater wordt namelijk via het riool afgevoerd en belandt zo bij de rwzi’s.
Het zuiveren van het rioolwater kost de waterschappen jaarlijks ruim 1 miljard euro.
Rioolwaterzuiveringsinstallaties halen bijna alle biologisch afbreekbare vervuiling uit het aangevoerde afvalwater. Fosfor en stikstof worden gemiddeld voor 85 procent uit het afvalwater gehaald. Deze stoffen veroorzaken eutrofiëring van het oppervlaktewater. Stilstaande wateren, zoals meren, polder- en boezemwater, zijn gevoeliger voor verrijking door deze nutriënten. Rwzi’s die gezuiverd afvalwater op stilstaand oppervlaktewater lozen, verwijderen daarom de fosfor- en stikstofverbindingen gemiddeld beter uit het afvalwater dan installaties die lozen op stromend water, zoals de grote rivieren, en op zout water.
Na zuivering wordt het meeste rioolwater geloosd op kleine rivieren en beken (28 procent), gevolgd door kanalen (25 procent) en de grote rivieren zoals Rijn, Maas en IJssel (25 procent). Slechts een klein deel wordt geloosd op polder- en boezemwater, meren en zout water zoals de Noordzee, Waddenzee of Westerschelde.
Eind 2015 telde Nederland 334 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Deze worden beheerd door de waterschappen. De rwzi’s zuiverden in 2015 gezamenlijk bijna 2 miljard m3 rioolwater, 6 procent meer dan in 2014. Deze toename is vrijwel volledig het gevolg van meer neerslag. Een deel van het regenwater wordt namelijk via het riool afgevoerd en belandt zo bij de rwzi’s.
Het zuiveren van het rioolwater kost de waterschappen jaarlijks ruim 1 miljard euro.
Rioolwaterzuiveringsinstallaties halen bijna alle biologisch afbreekbare vervuiling uit het aangevoerde afvalwater. Fosfor en stikstof worden gemiddeld voor 85 procent uit het afvalwater gehaald. Deze stoffen veroorzaken eutrofiëring van het oppervlaktewater. Stilstaande wateren, zoals meren, polder- en boezemwater, zijn gevoeliger voor verrijking door deze nutriënten. Rwzi’s die gezuiverd afvalwater op stilstaand oppervlaktewater lozen, verwijderen daarom de fosfor- en stikstofverbindingen gemiddeld beter uit het afvalwater dan installaties die lozen op stromend water, zoals de grote rivieren, en op zout water.
Na zuivering wordt het meeste rioolwater geloosd op kleine rivieren en beken (28 procent), gevolgd door kanalen (25 procent) en de grote rivieren zoals Rijn, Maas en IJssel (25 procent). Slechts een klein deel wordt geloosd op polder- en boezemwater, meren en zout water zoals de Noordzee, Waddenzee of Westerschelde.
Geen opmerkingen: