Nieuwe methode voor herontwikkelen waardevolle vaarwegen
Het Nederlandse vaarwegennet behoort met zo’n 6200 kilometer aan rivieren, kanalen en meren tot een van de dichtste ter wereld. Deze vaarwegen raken aan herontwikkeling toe omdat kunstwerken als sluizen, stuwen en bruggen verouderen. Maar ook doordat het gebruik van de wateren verandert; recreatie, natuur, wonen aan het water, irrigatie en waterkracht zijn steeds belangrijker geworden. Promovendus Arjan Hijdra onderzocht hoe beheerders tijdens herontwikkeling van waterwegen kunnen voldoen aan de grote diversiteit aan wensen en eisen om zo een maximale maatschappelijke waarde te creëren. Hijdra promoveert op 16 februari 2017 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Rivieren en kanalen zijn vanuit de historie vaak specifiek aangepast of ingericht voor de scheepvaart. Bij de herontwikkeling van deze wateren willen vaarwegbeheerders een bredere maatschappelijke waarde creëren. Dit vraagt om brede samenwerking tussen betrokken partijen, zoals vaarwegbeheerders, provincies, gemeenten en private partijen. Hijdra analyseerde verschillende vaarwegprojecten in Nederland en de Verenigde Staten. Hiervoor maakte hij de transactiekostentheorie, een beproefde methode uit de private sector, geschikt voor de publieke infrastructurele sector.
De transactiekostentheorie gaat ervan uit dat iedere vorm van samenwerking ‘transactiekosten’ met zich meebrengt: gedoe, tijd, moeite. ‘Tot voor kort was er weinig oog voor transactiekosten bij publieke projecten’, aldus Hijdra, ‘terwijl die er wel zijn. Vaak zien partijen het nut wel van samenwerken, maar blijken er uiteindelijk allerlei moeilijkheden te zijn waardoor het uiteindelijk toch niet gebeurt. Bij de herinrichting van een kanaal is het bijvoorbeeld voor iedereen duidelijk dat het handig is ook het naastgelegen fietspad te renoveren. Maar daarvoor moeten alle betrokken partijen, de vaarwegbeheerder en de gemeente die over het fietspad gaat, contracten sluiten, afspraken maken over financiering, enzovoort.’
‘Uiteindelijk loont het om vaarwegontwikkeling integraal te benaderen, maar de transactiekosten tussen partijen moeten goed in de gaten worden gehouden omdat deze juist een rem op de integraliteit zetten’, legt Hijdra uit. ‘Door dit afgewogen te doen haalt iedere partij maximaal rendement uit ingezette middelen. Het helpt daarbij een problematische situatie in z’n brede context te beschouwen en teams te stimuleren kansen te inventariseren en mee te nemen. Wanneer dit echter veel ‘gedoe’ –transactiekosten – lijkt te geven dan heeft dit weinig kans van slagen. Gerichte en structurele verlaging van deze kosten maakt dat meer kansen rendabel worden voor realisatie en verdere en bredere optimalisatie mogelijk wordt.’
Rivieren en kanalen zijn vanuit de historie vaak specifiek aangepast of ingericht voor de scheepvaart. Bij de herontwikkeling van deze wateren willen vaarwegbeheerders een bredere maatschappelijke waarde creëren. Dit vraagt om brede samenwerking tussen betrokken partijen, zoals vaarwegbeheerders, provincies, gemeenten en private partijen. Hijdra analyseerde verschillende vaarwegprojecten in Nederland en de Verenigde Staten. Hiervoor maakte hij de transactiekostentheorie, een beproefde methode uit de private sector, geschikt voor de publieke infrastructurele sector.
De transactiekostentheorie gaat ervan uit dat iedere vorm van samenwerking ‘transactiekosten’ met zich meebrengt: gedoe, tijd, moeite. ‘Tot voor kort was er weinig oog voor transactiekosten bij publieke projecten’, aldus Hijdra, ‘terwijl die er wel zijn. Vaak zien partijen het nut wel van samenwerken, maar blijken er uiteindelijk allerlei moeilijkheden te zijn waardoor het uiteindelijk toch niet gebeurt. Bij de herinrichting van een kanaal is het bijvoorbeeld voor iedereen duidelijk dat het handig is ook het naastgelegen fietspad te renoveren. Maar daarvoor moeten alle betrokken partijen, de vaarwegbeheerder en de gemeente die over het fietspad gaat, contracten sluiten, afspraken maken over financiering, enzovoort.’
‘Uiteindelijk loont het om vaarwegontwikkeling integraal te benaderen, maar de transactiekosten tussen partijen moeten goed in de gaten worden gehouden omdat deze juist een rem op de integraliteit zetten’, legt Hijdra uit. ‘Door dit afgewogen te doen haalt iedere partij maximaal rendement uit ingezette middelen. Het helpt daarbij een problematische situatie in z’n brede context te beschouwen en teams te stimuleren kansen te inventariseren en mee te nemen. Wanneer dit echter veel ‘gedoe’ –transactiekosten – lijkt te geven dan heeft dit weinig kans van slagen. Gerichte en structurele verlaging van deze kosten maakt dat meer kansen rendabel worden voor realisatie en verdere en bredere optimalisatie mogelijk wordt.’
Geen opmerkingen: