Gebruik van leidingwater afgenomen
Het gebruik van leidingwater is afgenomen, ondanks dat de Nederlandse bevolking is gegroeid. In 2008 was het leidingwaterverbruik nog 1 095 miljoen m3; in 2012 was dat teruggelopen tot 1 070 miljoen m3. Dat meldt CBS op basis een onderzoek waarin voor het eerst alle waterstromen binnen de Nederlandse economie in kaart zijn gebracht.
Driekwart van het leidingwater wordt gebruikt door huishoudens. Gebruikten de in 2008 nog 788 miljoen m3 leidingwater, in 2012 was dat teruggelopen tot 783 miljoen m3. Dit is ongeveer 47 m3 per inwoner per jaar. Binnen bedrijven en instanties nam het gebruik van leidingwater met 17 miljoen af tot 289 miljoen m3.
Het afgenomen gebruik van leidingwater komt vooral door waterbesparende maatregelingen in de afgelopen decennia bij zowel huishoudens als bedrijven. Voorbeelden hiervan zijn waterbesparende douchekoppen en toiletten, maar ook wasmachines en vaatwassers die steeds zuiniger zijn met water. Bij bedrijven zijn daarnaast waterbesparende maatregelen genomen in het productieproces: er wordt zuiniger omgesprongen met leidingwater of het water wordt intern vaker herbruikt.
Van de verschillende bedrijfstakken gebruikt de veehouderij het meeste leidingwater, vooral als drinkwater voor dieren. De bedrijfstak sport en recreatie gebruikt ook relatief veel leidingwater voor bijvoorbeeld het besproeien van sportvelden en het vullen van zwembaden.
Het leidingwatergebruik van bedrijfstakken afgezet tegen de bijdrage aan de Nederlandse economie biedt inzicht in de zogenoemde waterintensiteit. Als dit wordt uitgedrukt in de bijdrage aan het bruto binnenlands product (bbp) dan springen producenten van olie en vetten en de veehouderij eruit. De gemiddelde bedrijfstak verbruikte in 2012 circa 0,5 m3 leidingwater voor elke duizend euro toegevoegde waarde. Bij de producenten van olie en vetten was dit 23 m3 en bij de veehouderij 16 m3.
De 1 000 miljoen m3 grondwater die in 2012 aan het milieu werd onttrokken, gaat deels direct naar bedrijven, zoals de zuivel-, en de drankenindustrie. Het meeste gaat echter naar de waterleidingbedrijven die het grondwater samen met zoet oppervlaktewater bewerken en er leidingwater van maken.
Na gebruik komt het overgrote deel van het leidingwater als afvalwater via het riool terecht bij de rioolwaterzuiveringen. Van de 783 miljoen m3 leidingwater die de Nederlandse consument verbruikte, komt 92 procent hier terecht.
De rioolwaterzuiveringsbedrijven zuiveren dit afvalwater en lozen het weer in het oppervlaktewater, meestal een rivier. Het grond- en oppervlaktewater is daarmee terug in het milieu. De overige 8 procent komt als gevolg van waterverlies bij huishoudens, onder meer door verdamping, terug in het milieu.
Een minder zichtbare, maar qua hoeveelheid veel grotere stroom water dan leidingwater betreft oppervlakte- en zeewater dat rechtstreeks door industrieën wordt gebruikt, hoofdzakelijk voor hun productieproces. Elektriciteitscentrales, raffinaderijen en de (petro-)chemie spelen hierbij een belangrijke rol: zij gebruiken jaarlijks bijna 12,6 miljard m3 water. Praktisch de totale hoeveelheid wordt ingezet voor koeling binnen het productieproces. Een belangrijk deel van het zoete water komt na gebruik voor koeling weer terug in het binnenlandse watersysteem en kan nogmaals worden gebruikt. Gebruikt zeewater wordt weer teruggeleid naar zee.
Driekwart van het leidingwater wordt gebruikt door huishoudens. Gebruikten de in 2008 nog 788 miljoen m3 leidingwater, in 2012 was dat teruggelopen tot 783 miljoen m3. Dit is ongeveer 47 m3 per inwoner per jaar. Binnen bedrijven en instanties nam het gebruik van leidingwater met 17 miljoen af tot 289 miljoen m3.
Het afgenomen gebruik van leidingwater komt vooral door waterbesparende maatregelingen in de afgelopen decennia bij zowel huishoudens als bedrijven. Voorbeelden hiervan zijn waterbesparende douchekoppen en toiletten, maar ook wasmachines en vaatwassers die steeds zuiniger zijn met water. Bij bedrijven zijn daarnaast waterbesparende maatregelen genomen in het productieproces: er wordt zuiniger omgesprongen met leidingwater of het water wordt intern vaker herbruikt.
Van de verschillende bedrijfstakken gebruikt de veehouderij het meeste leidingwater, vooral als drinkwater voor dieren. De bedrijfstak sport en recreatie gebruikt ook relatief veel leidingwater voor bijvoorbeeld het besproeien van sportvelden en het vullen van zwembaden.
Het leidingwatergebruik van bedrijfstakken afgezet tegen de bijdrage aan de Nederlandse economie biedt inzicht in de zogenoemde waterintensiteit. Als dit wordt uitgedrukt in de bijdrage aan het bruto binnenlands product (bbp) dan springen producenten van olie en vetten en de veehouderij eruit. De gemiddelde bedrijfstak verbruikte in 2012 circa 0,5 m3 leidingwater voor elke duizend euro toegevoegde waarde. Bij de producenten van olie en vetten was dit 23 m3 en bij de veehouderij 16 m3.
De 1 000 miljoen m3 grondwater die in 2012 aan het milieu werd onttrokken, gaat deels direct naar bedrijven, zoals de zuivel-, en de drankenindustrie. Het meeste gaat echter naar de waterleidingbedrijven die het grondwater samen met zoet oppervlaktewater bewerken en er leidingwater van maken.
Na gebruik komt het overgrote deel van het leidingwater als afvalwater via het riool terecht bij de rioolwaterzuiveringen. Van de 783 miljoen m3 leidingwater die de Nederlandse consument verbruikte, komt 92 procent hier terecht.
De rioolwaterzuiveringsbedrijven zuiveren dit afvalwater en lozen het weer in het oppervlaktewater, meestal een rivier. Het grond- en oppervlaktewater is daarmee terug in het milieu. De overige 8 procent komt als gevolg van waterverlies bij huishoudens, onder meer door verdamping, terug in het milieu.
Een minder zichtbare, maar qua hoeveelheid veel grotere stroom water dan leidingwater betreft oppervlakte- en zeewater dat rechtstreeks door industrieën wordt gebruikt, hoofdzakelijk voor hun productieproces. Elektriciteitscentrales, raffinaderijen en de (petro-)chemie spelen hierbij een belangrijke rol: zij gebruiken jaarlijks bijna 12,6 miljard m3 water. Praktisch de totale hoeveelheid wordt ingezet voor koeling binnen het productieproces. Een belangrijk deel van het zoete water komt na gebruik voor koeling weer terug in het binnenlandse watersysteem en kan nogmaals worden gebruikt. Gebruikt zeewater wordt weer teruggeleid naar zee.
Geen opmerkingen: