UT-studenten ontvangen waterbeurzen
Omdat er grote behoefte is aan talentvolle technici in de watersector, ontvangen twee UT-studenten op 6 februari een studiebeurs vanuit de Topsector Water. Daan Poppema en Bas Krewinkel, beiden masterstudenten Civiele Techniek met de specialisatie Water Engineering and Management, krijgen twee jaar lang hun collegegeld vergoed. Bovendien krijgen ze een mentor uit het bedrijfsleven en worden ze ambassadeurs van de sector. De gemotiveerde studenten hebben een eigen kijk op de toekomst van waterbeheer.
Bedrijven en instellingen uit de Topsector Water stellen voor komend collegejaar enkele beurzen beschikbaar voor studenten op het mbo, hbo en masterstudenten in het wo. De genomineerde studenten hielden een pitch voor een jury, die uiteindelijk twee UT-studenten en zes studenten uit Delft tot winnaars koos. Op 6 februari ontvangen ze de beurs op het ministerie van Infrastructuur en Milieu uit handen van de directeur-generaal.
“Ik was erg onder de indruk van hun inspirerende pitches en hun kijk op de toekomst van de watersector”, zegt Denie Augustijn. De universitair hoofddocent vormt samen met Marjolein Dohmen-Janssen (opleidingsdirecteur Civiele Techniek) en Martijn Booij de Twentse afvaardiging in de jury. De Universiteit Twente ziet het aantal ‘waterstudenten’ sterk toenemen. Het zijn er de laatste twee jaar tussen de dertig en veertig, een verdubbeling ten opzichte van de jaren ervoor.
“Ook in crisistijd vinden studenten in deze branche snel een baan”, vervolgt Augustijn. “De behoefte aan hoog opgeleide technici is groot. Onze afstudeerders opereren wereldwijd en dragen hun steentje bij aan het oplossen van waterproblemen, die vaak veel maatschappelijke impact hebben. Denk daarbij ook aan rampen als de orkaan Sandy in New York, orkaan Katrina of de overstromingen in het Engelse Somerset. Nederlandse waterexperts zijn wereldwijd actief.”
“Watermanagement bestaat voor mij uit drie pijlers: innovatie, maatschappelijke verworvenheid en internationalisering. Waar innovatie en het internationale karakter aantonen dat de sector een uithangbord voor Nederland is, geldt de maatschappelijke betrokkenheid als één van de speerpunten bij de opleiding aan de UT. Juist de combinatie van deze drie pijlers is waardevol in tijden van innovatieve optimalisatie van bestaande (of nieuwe) infra met ruimtelijke en maatschappelijke restricties in plaats van nieuwbouw zonder grenzen. Hoewel buiten Nederland deze restricties nog niet altijd aanwezig zijn, zie ik dit in de toekomst ook in andere landen veranderen door de toenemende wereldpopulatie en verstedelijking. Hier liggen dus zeker kansen voor Nederland als ‘waterkennis instituut’. Kortom: het ideale werkveld voor mij.”
“Wat watermanagement voor mij interessant maakt, is de uitdaging om enerzijds hightech oplossingen te ontwikkelen en anderzijds rekening te houden met het grote publiek. Zowel binnen als buiten Nederland zijn ingrijpende oplossingen nodig om problemen rondom klimaatverandering, zeespiegelstijging en (drink)watertekorten op te lossen. Tegelijkertijd is het door de hoge kosten van projecten en de lange levensduur van bouwwerken noodzakelijk om alleen te ontwerpen wat mensen écht nodig hebben, en niet alleen wat technisch mogelijk is. Dit betekent dat je als ingenieur niet alleen technisch sterk moet zijn, maar ook moet weten wat betrokkenen willen en wat er speelt in de maatschappij.”
Bedrijven en instellingen uit de Topsector Water stellen voor komend collegejaar enkele beurzen beschikbaar voor studenten op het mbo, hbo en masterstudenten in het wo. De genomineerde studenten hielden een pitch voor een jury, die uiteindelijk twee UT-studenten en zes studenten uit Delft tot winnaars koos. Op 6 februari ontvangen ze de beurs op het ministerie van Infrastructuur en Milieu uit handen van de directeur-generaal.
“Ik was erg onder de indruk van hun inspirerende pitches en hun kijk op de toekomst van de watersector”, zegt Denie Augustijn. De universitair hoofddocent vormt samen met Marjolein Dohmen-Janssen (opleidingsdirecteur Civiele Techniek) en Martijn Booij de Twentse afvaardiging in de jury. De Universiteit Twente ziet het aantal ‘waterstudenten’ sterk toenemen. Het zijn er de laatste twee jaar tussen de dertig en veertig, een verdubbeling ten opzichte van de jaren ervoor.
“Ook in crisistijd vinden studenten in deze branche snel een baan”, vervolgt Augustijn. “De behoefte aan hoog opgeleide technici is groot. Onze afstudeerders opereren wereldwijd en dragen hun steentje bij aan het oplossen van waterproblemen, die vaak veel maatschappelijke impact hebben. Denk daarbij ook aan rampen als de orkaan Sandy in New York, orkaan Katrina of de overstromingen in het Engelse Somerset. Nederlandse waterexperts zijn wereldwijd actief.”
“Watermanagement bestaat voor mij uit drie pijlers: innovatie, maatschappelijke verworvenheid en internationalisering. Waar innovatie en het internationale karakter aantonen dat de sector een uithangbord voor Nederland is, geldt de maatschappelijke betrokkenheid als één van de speerpunten bij de opleiding aan de UT. Juist de combinatie van deze drie pijlers is waardevol in tijden van innovatieve optimalisatie van bestaande (of nieuwe) infra met ruimtelijke en maatschappelijke restricties in plaats van nieuwbouw zonder grenzen. Hoewel buiten Nederland deze restricties nog niet altijd aanwezig zijn, zie ik dit in de toekomst ook in andere landen veranderen door de toenemende wereldpopulatie en verstedelijking. Hier liggen dus zeker kansen voor Nederland als ‘waterkennis instituut’. Kortom: het ideale werkveld voor mij.”
“Wat watermanagement voor mij interessant maakt, is de uitdaging om enerzijds hightech oplossingen te ontwikkelen en anderzijds rekening te houden met het grote publiek. Zowel binnen als buiten Nederland zijn ingrijpende oplossingen nodig om problemen rondom klimaatverandering, zeespiegelstijging en (drink)watertekorten op te lossen. Tegelijkertijd is het door de hoge kosten van projecten en de lange levensduur van bouwwerken noodzakelijk om alleen te ontwerpen wat mensen écht nodig hebben, en niet alleen wat technisch mogelijk is. Dit betekent dat je als ingenieur niet alleen technisch sterk moet zijn, maar ook moet weten wat betrokkenen willen en wat er speelt in de maatschappij.”
Geen opmerkingen: