Ruim 4600 palingen over de dijk gezet
Het proefproject 'Paling Over De Dijk' is na drie maanden afgerond. In die tijd
werden ruim 4.600 palingen met fuiken opgevangen, voor elf gemalen in
Noord-Holland en Zeeland. Direct daarna werden de palingen 'over de dijk'
losgelaten. Daardoor konden ze onbeschadigd naar hun paaiplaats in de oceaan
trekken. Gemalen, dammen en dijken vormen barrières voor trekvissen. Palingen
kunnen deze hindernissen zonder hulp moeilijk ongeschonden passeren.
Het is belangrijk dat de palingen gedurende het trekseizoen onbeschadigd weg kunnen trekken. Een geslachtsrijpe schieraal kan enkele miljoenen palinglarven produceren. De ouderdieren zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de palingstand. Als er te weinig van deze volwassen palingen uittrekken, heeft dat een negatief effect op de intrek van jonge palinkjes, ofwel glasaal, in ons land. De palingstand in Nederland en elders in Europa baart al jaren zorgen. Stichting DUPAN heeft als initiatiefnemer van dit project aangetoond dat, zolang de barrières niet voor trekvissen zijn aangepast, het over de dijk helpen van volwassen paling een goede oplossing is.
Het is voor het eerst dat er op deze grote schaal paling met menselijke hulp werd overgezet. Dit pilot-project vond plaats in de periode, waarin het voor beroepsvissers verboden is op paling te vissen. Zij kregen speciaal voor dit project een ontheffing van het Ministerie. Er was gedurende de hele periode 100% controle daarmee kreeg elke opgevangen paling vrije aftocht.
In Noord-Holland werd dit project mede mogelijk gemaakt door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Sportvisserij Mid-West Nederland. In Zeeland werd dit project mede mogelijk gemaakt door de provincie Zeeland, het waterschap Scheldestromen en Sportvisserij Zuid-West Nederland. Verder waren betrokken de Visstand Beheer Commissie Hollands Noorderkwartier, de Noordhollandse Bond van Binnenvissers, de Federatie van Beroepsvissers Zuidwest Nederland, het ministerie van EL&I en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). De coördinatie van het project en de financiering van de visserij werden verzorgd door DUPAN.
In Noord-Holland is in de periode 1 september tot 1 december op 4 plaatsen gevist en zijn in totaal 151 keer de fuiken gelicht. De totale vangst in Noord-Holland bestond uit 4056 schieralen met een totaal gewicht van 2480 kilo. De gemiddelde vangst per fuikenlichting in Noord-Holland was 27 stuks met een gewicht van 16 kilo. Het gemiddelde gewicht van de schieralen was in Noord-Holland 611 gram.
In Zeeland is in de periode 1 september tot 1 december op 7 plaatsen op schieraal gevist en zijn in totaal de fuiken 105 keer gelicht. De totale vangst in Zeeland bestond uit 553 schieralen met een totaal gewicht van 562 kilo. De gemiddelde vangst per fuikenlichting in Zeeland was 5 stuks met een gewicht van 5 kilo. Het gemiddelde gewicht van de schieralen in Zeeland was 1016 gram.
In totaal zijn er door het project 4609 schieralen over de dijk gezet, met een gezamenlijk gewicht van 3042 kilo en met een gemiddeld gewicht van 660 gram per stuk.
Het is belangrijk dat de palingen gedurende het trekseizoen onbeschadigd weg kunnen trekken. Een geslachtsrijpe schieraal kan enkele miljoenen palinglarven produceren. De ouderdieren zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de palingstand. Als er te weinig van deze volwassen palingen uittrekken, heeft dat een negatief effect op de intrek van jonge palinkjes, ofwel glasaal, in ons land. De palingstand in Nederland en elders in Europa baart al jaren zorgen. Stichting DUPAN heeft als initiatiefnemer van dit project aangetoond dat, zolang de barrières niet voor trekvissen zijn aangepast, het over de dijk helpen van volwassen paling een goede oplossing is.
Het is voor het eerst dat er op deze grote schaal paling met menselijke hulp werd overgezet. Dit pilot-project vond plaats in de periode, waarin het voor beroepsvissers verboden is op paling te vissen. Zij kregen speciaal voor dit project een ontheffing van het Ministerie. Er was gedurende de hele periode 100% controle daarmee kreeg elke opgevangen paling vrije aftocht.
In Noord-Holland werd dit project mede mogelijk gemaakt door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Sportvisserij Mid-West Nederland. In Zeeland werd dit project mede mogelijk gemaakt door de provincie Zeeland, het waterschap Scheldestromen en Sportvisserij Zuid-West Nederland. Verder waren betrokken de Visstand Beheer Commissie Hollands Noorderkwartier, de Noordhollandse Bond van Binnenvissers, de Federatie van Beroepsvissers Zuidwest Nederland, het ministerie van EL&I en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). De coördinatie van het project en de financiering van de visserij werden verzorgd door DUPAN.
In Noord-Holland is in de periode 1 september tot 1 december op 4 plaatsen gevist en zijn in totaal 151 keer de fuiken gelicht. De totale vangst in Noord-Holland bestond uit 4056 schieralen met een totaal gewicht van 2480 kilo. De gemiddelde vangst per fuikenlichting in Noord-Holland was 27 stuks met een gewicht van 16 kilo. Het gemiddelde gewicht van de schieralen was in Noord-Holland 611 gram.
In Zeeland is in de periode 1 september tot 1 december op 7 plaatsen op schieraal gevist en zijn in totaal de fuiken 105 keer gelicht. De totale vangst in Zeeland bestond uit 553 schieralen met een totaal gewicht van 562 kilo. De gemiddelde vangst per fuikenlichting in Zeeland was 5 stuks met een gewicht van 5 kilo. Het gemiddelde gewicht van de schieralen in Zeeland was 1016 gram.
In totaal zijn er door het project 4609 schieralen over de dijk gezet, met een gezamenlijk gewicht van 3042 kilo en met een gemiddeld gewicht van 660 gram per stuk.
Geen opmerkingen: