donderdag 27 juni 2024

Risico’s voor scheepvaart bij inrichting Noordzee onvoldoende in beeld

Scheepvaartroutes, windparken en olieplatforms dringen op de Noordzee om ruimte. De groei van het aantal vaste objecten brengt risico’s met zich mee voor de scheepvaart. Deze risico’s zijn niet voldoende in beeld. Dit blijkt uit het rapport ‘Schipperen met Ruimte, Beheersing van scheepvaartveiligheid op een steeds vollere Noordzee’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Al bij windkracht 6 kunnen windgevoelige schepen, zoals grote containerschepen, op de Noordzee in de problemen komen. Zij hebben dan te weinig ruimte om in geval van nood rond te draaien. De huidige noodsleepboten kunnen de schepen in problemen niet altijd assisteren.

Om nare verrassingen voor de scheepvaart en het milieu in de toekomst te voorkomen, beveelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan om de risicobeheersing van scheepvaartveiligheid op orde te brengen. Bij het maken van keuzes over de inrichting moet de Noordzee als één geheel beschouwd worden en Nederland samenwerken met de zes andere Noordzeelanden.
 
De Onderzoeksraad voor Veiligheid komt met het rapport ‘Schipperen met Ruimte, Beheersing van scheepvaartveiligheid op een steeds vollere Noordzee’ nadat de Maltese bulkcarrier Julietta D tijdens de storm Corrie begin 2022 in de problemen kwam. De bulkcarrier raakte op drift richting de Nederlandse kust, en raakte daarbij eerst een ander schip en daarna twee constructies van een windpark in aanbouw.

woensdag 26 juni 2024

'Anticipeer bij ruimtelijke keuzes op klimaatverandering'

Klimaatverandering heeft grote ruimtelijke gevolgen. Maatregelen om ons land waterveilig te houden, voor wateroverlast te behoeden en de beschikbaarheid van voldoende zoetwater te waarborgen, vragen om extra ruimte. Ook hoe we de ruimte gebruiken, voor wonen, werken, landbouw, energie en natuur, zal veranderen. Overheden, burgers en bedrijven houden hier nu nog onvoldoende rekening mee.

In zijn advies ‘Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat’ geeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) aan hoe het kabinet kan sturen op klimaatbestendige ruimtelijke ordening. Het advies is vandaag aangeboden aan de demissionaire ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De voortschrijdende klimaatverandering maakt het steeds minder vanzelfsprekend dat de waterbeheerders in ons land altijd en overal de condities scheppen die nodig zijn om in ons land te kunnen wonen, werken en recreëren. Het vergt steeds grotere inspanningen om te zorgen voor de waterstaatkundige omstandigheden waar het huidige ruimtegebruik om vraagt. In sommige gebieden en voor sommige activiteiten komen de grenzen in beeld van wat nog kan. Het kabinet wil water en bodem meer sturend laten zijn voor het ruimtelijk beleid in Nederland, maar dat lukt nog onvoldoende. Op termijn kan dit leiden tot zeer hoge kosten. De Rli doet vier aanbevelingen om klimaatverandering goed te betrekken bij ruimtelijke keuzes:

De Rli adviseert het Rijk en de waterschappen om met een 'waterkalender' systematisch de gevolgen van klimaatverandering voor waterveiligheid, wateroverlast en zoetwatervoorziening in kaart te brengen en om daarover tijdig en toegankelijk te communiceren met bedrijven, burgers, gemeenten en provincies. Zo weet de samenleving op welke waterstaatkundige condities redelijkerwijs gerekend kan worden, tot wanneer dat het geval is en welke onzekerheden er daarna aan de orde zijn. Het gebruik van de ruimte en de bijbehorende (investerings-) beslissingen kunnen mede daarop worden gebaseerd. Nu gaan partijen er te gemakkelijk vanuit dat zij zich niet hoeven aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering, ook omdat te gemakkelijk wordt verondersteld dat de overheid de portemonnee trekt bij calamiteiten of andere onvoorziene gebeurtenissen.

Klimaatbestendige ruimtelijke ordening vraagt om meer flexibiliteit van het ruimtegebruik in ons land. Ruimte die in de nabije of verre toekomst nodig is voor waterstaatkundige werken (zoals dijkversterkingen en wateropslag) moet tijdelijk kunnen worden gebruikt voor andere ruimtelijke wensen, zoals het opwekken van energie, natuurontwikkeling en zelfs wonen. Daarnaast moet het ruimtegebruik in de toekomst aangepast kunnen worden als de huidige waterstaatkundige condities over enkele jaren of decennia niet meer tegen redelijke inspanningen en kosten realiseerbaar zijn. Dit vraagt om de ontwikkeling van nieuwe vormen van tijdelijk ruimtegebruik.

Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen moeten hun eigen ruimtelijke visies, plannen en besluiten steeds toetsen op de gevolgen van klimaatverandering. Ook moeten zij voldoende ruimte reserveren voor dijken en andere maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.

Klimaatverandering noodzaakt tot fundamentele beslissingen als het gaat om bijvoorbeeld de afvoerverdeling van de Rijntakken, een open of gesloten Rijnmond, het bergen van rivierwater in de Zuidwestelijke Delta of de aanleg van een kustmeer. Deze beslissingen zullen grote invloed hebben op de toekomstige ruimtelijke ordening van Nederland. Voorbereiding en realisatie zullen echter verscheidene decennia duren. De Rli adviseert het kabinet daarom om een programma op te stellen om deze beslissingen tijdig te kunnen nemen.

dinsdag 25 juni 2024

PFAS-gehalte Groningse zwemwateren ruim binnen richtlijnen RIVM

Het gehalte PFAS in zwemwateren in de provincie Groningen is laag. Dat blijkt uit controles die de waterschappen Hunze en Aa's, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân onlangs uitvoerden. Daarmee kunnen liefhebbers veilig blijven zwemmen in de aangewezen zwemplassen.

De drie waterschappen, van wie het werkgebied deels in de provincie Groningen ligt, namen de afgelopen weken op negen locaties in de provincie monsters van het zwemwater. Onder andere het Stadsstrand Groningen, het Paterswoldsemeer en het Oldambtmeer zijn onderzocht. De monsters zijn in het laboratorium onderzocht op PFAS en eventuele gezondheidsrisico's.

Uit de resultaten blijkt dat de concentratie PFAS voor alle onderzochte zwemlocaties ver onder de richtlijnen van het RIVM ligt. Volgens deze richtlijnen mag er maximaal 280 nanogram PEQ (verzamelnaam voor meerdere soorten PFAS) per liter in het zwemwater voorkomen. De waarden die in Groningen werden gevonden lagen tussen de 0 en 37 nanogram. Er zijn daarmee geen risico's voor de gezondheid van zwemmers.

Naast de reguliere, wekelijkse controles van het zwemwater hebben de waterschappen nu voor het eerst dit jaar ook onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van PFAS. Op dit moment is controle op PFAS nog geen wettelijke verplichting, maar de provincie Groningen wil graag weten hoe hoog de concentraties zijn. De controle op PFAS in zwemwateren gebeurt door heel Nederland. Later dit jaar volgt een landelijke evaluatie. Dan wordt ook bepaald hoe vaak de waterschappen de controle op PFAS jaarlijks moeten uitvoeren.

Het zwemseizoen voor het zwemmen in zwemplassen loopt van 1 mei tot en met 1 oktober. De waterschappen en de provincie Groningen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de hygiëne, veiligheid en waterkwaliteit van zwemplassen. Tijdens het zwemseizoen controleren de waterschappen wekelijks het zwemwater. Zij onderzoeken of de kwaliteit van het water voldoet aan de wettelijke normen en richtlijnen. Als de kwaliteit van het zwemwater onvoldoende is, geeft de provincie een negatief zwemadvies af. De provincie is ook verantwoordelijk voor het aanwijzen van de zwemwateren.

maandag 24 juni 2024

Door EU gesteund fonds PureTerra Ventures investeert in duurzame startup voor alternatieve waterzuiveringstoepassingen

Het duurzame chemiebedrijf Sudoc ontvangt een investering van 4 miljoen dollar van watertechnologiefonds PureTerra Ventures - dat wordt gesteund door het Europese Investeringsfonds (EIF). Sudoc bereidt zich voor om haar product op de Europese waterbehandelingsmarkt te lanceren. Onlangs ontving de startup al een investering van $6 miljoen van de Nederlandse investeerder Momentum Capital, wat de totale investering in Sudoc tot nu toe op 20 miljoen brengt.
 
De gepatenteerde zogenoemde TAML-katalysatoren van Sudoc bootsen natuurlijke oxidatieprocessen na. Haar NEAT-lijn, speciaal ontworpen voor de afvalwatermarkt, helpt chemische reacties exponentieel efficiënter te maken en tegelijkertijd de kosten te verlagen. Het potentieel van NEAT werd vorig jaar bevestigd na het winnen van de BlueTech Forum 2023 Disrupt-O-Meter Award voor de watertechnologie met het meest disruptieve potentieel. NEAT gebruikt minder chemicaliën dan vergelijkbare behandelingen, waardoor systemen efficiënter en effectiever worden en tot 90 procent van de energiekosten in elektrochemische behandelingssystemen kan worden bespaard.


vrijdag 21 juni 2024

PFAS besmetting in zwemplas De Betteld, Oosterwijkse Vloed en Baakse Beek

Waterschap Rijn en IJssel heeft hoge concentraties PFAS gemeten in zwemplas De Betteld in Zelhem, delen van de Oosterwijkse Vloed en een klein deel van de Baakse Beek. Vermijd uit voorzorg elk contact met het water.
.
De concentraties PFAS zitten hier boven de landelijke norm.  Het is nog niet helemaal bekend wat het effect van de gemeten concentraties is op de gezondheid. Daarom is het advies om uit voorzorg het water niet te gebruiken om te drinken, zwemmen, spelen of sproeien. Dat geldt voor mensen en (huis)dieren.  

De provincie heeft een zwemverbod ingesteld voor de recreatieplas. Het waterschap heeft de zwemplas afgesloten van de Oosterwijkse Vloed om verdere verspreiding te voorkomen. Ook plaatst het waterschap borden langs de beek en stelt zo snel mogelijk een verbod in op het onttrekken van oppervlaktewater uit de Oosterwijkse Vloed. De gemeente heeft mensen die wonen of grond hebben aan de beken of zwemplas geïnformeerd. Volgende week is er voor aanwonenden een informatiebijeenkomst.

Het waterschap en de provincie onderzoeken op verschillende plekken of ook hogere concentraties PFAS in het grondwater en in de bodem zitten. De onderzoeken duren enkele weken. Op basis van de resultaten bepalen we of meer onderzoek of meer maatregelen nodig zijn.  

De PFAS besmetting bij Zwemplas De Betteld kwam aan het licht tijdens een landelijke steekproef. In deze proef werd bij meerdere zwemwateren gemeten of er PFAS in het water zit. Uit de metingen bleek dat er bij De Betteld heel veel PFAS in het water zit. Naar aanleiding daarvan heeft het waterschap ook gemeten in de Oosterwijkse Vloed. Deze beek staat namelijk in verbinding met de zwemplas.

donderdag 20 juni 2024

17e-eeuws rioolstelsel onder oude gebouwen Tivoli opengemaakt

Tijdens de verbouwing van panden aan Oudegracht 245 is een zeer groot en uniek gangenstelsel opengemaakt. Het betreft een bakstenen riool uit de 17e eeuw, onder het gebouwencomplex waarin tot 2013 Tivoli gevestigd was. Het riool was sinds de jaren tachtig bekend, maar door de huidige verbouwing is het gehele stelsel opnieuw toegankelijk en brengt gemeente Utrecht het rioolstelsel uitgebreid in kaart met 3D-scans. De vondst is van groot belang voor de geschiedenis van deze plek in de stad.

Het gangenstelsel is ongeveer 50 meter lang, een meter breed en op sommige punten tot 3 meter hoog. Uitzonderlijk hoog voor een riool. Het riool loopt van de binnentuin achter de gebouwen tot aan de Oudegracht. Ook nu wordt het nog altijd als riool gebruikt, hoewel dit nu via rioolbuizen loopt.

Het rioolstelsel is gebouwd toen het voormalige regulierenklooster aan het begin van de 17e eeuw werd ingericht als burgerweeshuis. Oorspronkelijk liep het helemaal door tot aan de achterzijde van de huizen aan de Springweg, die toen ook bij het burgerweeshuis hoorden. Dat het riool goed gebruikt is weten we van een vermelding in de archieven: in 1838 hebben vijf man er maar liefst 19 dagen over gedaan om het riool leeg te scheppen.

Vanaf de middeleeuwen kregen huizen een riool. Voornamelijk voor waterafvoer, maar ook voor het afvoeren van afval en uitwerpselen. Om de stad leefbaar te houden was lozen op de grachten niet de bedoeling. Pas in de 20e eeuw kreeg de Utrechtse binnenstad overal riolering. In de eeuwen ertussen werden uitwerpselen opgeslagen in beerputten, beerkelders en dus ook in hoge riolen onder gebouwen en binnenplaatsen.

Vorig jaar onthulde gemeente Utrecht de nieuwe 'Loertoeter' waarmee een kijkje kan worden genomen in de 'slokop' onder de Mariaplaats. Ook deze slokop is in kaart gebracht met behulp van 3D-technieken. Het verschil met het 17e-eeuwse riool aan de Oudegracht is echter dat de slokop geen riool is, maar een sloot die aan de bovenkant is dichtgezet.

woensdag 19 juni 2024

Programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) maakt uitbreiding Risk Factory Limburg-Noord naar voortgezet onderwijs mogelijk

Vanuit het Programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg is besloten 1 miljoen euro beschikbaar te stellen aan de Risk Factory Limburg-Noord. Dit bedrag draagt bij aan de doorontwikkeling van de Risk Factory met de doelgroep middelbare scholieren. Voor WRL is deze uitbreiding naar het voortgezet onderwijs een mooie kans en logische stap in het streven om waterbewustzijn en waterweerbaarheid in Limburg te verhogen.

In 2023 is op initiatief van WRL het scenario ‘Waterveiligheid’ gerealiseerd. Dit heeft een significante impact op het waterbewustzijn en de waterweerbaarheid van met name de jongeren en de senioren in onze regio. We zijn verheugd om als een van de initiërende partners de ontwikkeling naar het voortgezet onderwijs mogelijk te maken, mede dankzij een financiering van 1 miljoen euro

Het belang van een doorlopende leerlijn in risicobewustzijn en weerbaarheid, wetenschappelijk onderbouwd en essentieel voor de toekomst van onze regio, wordt steeds duidelijker. In een tijd van crisis, waarin onze jeugd en ouderen meer dan ooit geconfronteerd worden met uitdagingen, biedt de uitbreiding van de Risk Factory naar het voortgezet onderwijs een noodzakelijke stap. Meer informatie over de exacte plannen en details van de uitbreiding worden binnenkort bekendgemaakt.

Vijf jaar geleden opende de Risk Factory Limburg-Noord haar deuren voor de eerste basisschoolleerlingen. Sindsdien hebben meer dan 12.500 leerlingen en senioren deelgenomen aan programma's over gezondheid en veiligheid, waar risico's worden ervaren en handelingsperspectief wordt geboden De Risk Factory is een wetenschappelijk bewezen concept dat levensechte ervaringen biedt en daarmee de kijk op risico's verandert. De doorlopende leerlijn van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs en senioren is cruciaal voor een effectieve aanpak van risicobewustzijn en weerbaarheid. Daarnaast opent het de weg naar bredere realisatie van waterbewustzijn en waterweerbaarheid in de hele regio.

dinsdag 18 juni 2024

Nieuwe methode kan kankerverwekkende PFAS uit water halen

Wetenschappers hebben een nieuwe techniek ontwikkeld om PFAS, kankerverwekkende chemicaliën die in de natuur zo goed als niet worden afgebroken, uit water te halen.

De methode werkt door zwaar verontreinigd water te behandelen met UV-licht, sulfiet en elektrochemische oxidatie. Dat laatste is een proces waarbij chemische verbindingen worden geoxideerd (oftewel, er wordt zuurstof toegevoegd aan de verbinding) door het gebruik van elektriciteit.

PFAS zijn stoffen die in een groot aantal verschillende industrieën wordt gebruikt. Ze komen onder andere voor in brandblusapparaten, voedselverpakkingen, textiel en de landbouw.

maandag 17 juni 2024

Steeds meer Nederlandse gemeenten stellen elektrisch varen verplicht

Op steeds meer grachten, rivieren, kanalen en meren in Nederland is of wordt elektrisch varen verplicht. Waar deze wet momenteel al geldt voor de grachten van Amsterdam, alle wateren in Amersfoort en enkele vaarroutes in Friesland, volgen andere Nederlandse gemeenten vanaf 2025. Op deze manier hopen de gemeenten het milieu te kunnen beschermen en de stank- en geluidsoverlast voor dieren en omwonenden terug te dringen.

Steden die al hebben aangekondigd binnenkort nieuwe regels in te gaan voeren, zijn onder andere Utrecht, Maastricht en Rotterdam. Utrechters zijn al vanaf 2025 verplicht elektrisch te varen in hun stad en in Maastricht en Rotterdam is het een kwestie van enkele jaren totdat er alleen nog emissieloos gevaren mag worden in de stadcentra. Ook plaatsen zoals Leiden en diverse natuurgebieden werken toe naar nieuwe regels voor op het water, maar hier is nog niks officieel aangekondigd. Webshop voor elektrisch varen, bootman.nl, zette alle regels en plannen omtrent elektrisch varen in Nederlandse gemeenten uitgebreid uiteen in dit artikel. 

Om elektrisch varen in de tussentijd alvast extra te stimuleren, kennen diverse Nederlandse provincies subsidies toe aan mensen die kiezen voor een elektrisch vaartuig. In de provincies Friesland en Zuid-Holland kon men bijvoorbeeld een subsidie aanvragen voor het vervangen van een verbrandingsmotor voor een elektrische motor. Daarnaast bestaan er subsidies voor het installeren van bepaalde typen accu’s of zonnepanelen op een vaartuig.

Het onderwerp ‘duurzaam varen’ staat niet alleen hoog op de agenda als het gaat om recreatief varen; ook in de scheepvaart zijn er ontwikkelingen gaande rondom nieuwe wetten en regels. Zo moet de gemiddelde CO2-uitstoot in 2030 40 procent lager zijn dan in 2008, moet de gemiddelde uitstoot in 2050 verder verminderd zijn met 70 procent en moeten nieuwe schepen vanaf 2025 minstens 30% duurzamer gebouwd worden dan in 2014. Maatregelen die naar verwachting een flinke impact zullen hebben op het terugdringen van milieuvervuiling, gezien de hoeveelheid CO2 die dit soort schepen uitstoten.

vrijdag 14 juni 2024

Bekijk vanaf zaterdag tv-serie over Noordhollandsch Kanaal

Met een lengte van 80 kilometer was het Noordhollandsch Kanaal ooit het grootste en diepste kanaal ter wereld.

Dit jaar is het 200 jaar geleden dat het eerste schip de route van Amsterdam naar Den Helder voer. Ter gelegenheid vhiervan maakte NH Media een zesdelige-serie over het kanaal.

In de serie worden Pieter en Marieke Rosier gevolgd terwijl ze met hun motorboot de Canicula varen door prachtige gebieden op zoek naar mooie verhalen en bijzondere locaties. Vaar je mee? De serie ‘Over het Noordhollandsch Kanaal’ is vanaf 8 juni elke zaterdag om 17.10 uur te zien op het tv-kanaal van NH nieuws (Ziggo 707, KPN 509, ODIDO 501).

De provincie Noord-Holland is beheerder van het kanaal. Dit houdt onder andere in dat de provincie zorgt dat het kanaal een bepaalde breedte en diepte houdt, dat de oeverconstructies heel blijven zodat de wal niet in het kanaal glijdt, en dat nieuwe oeverconstructies zo natuurvriendelijk mogelijk worden gemaakt. De 4 vaarweginspecteurs van de provincie hebben daarbij een belangrijke rol.

donderdag 13 juni 2024

Zoetwaterstrategie niet langer toereikend

Om Nederland in 2050 beter weerbaar te maken tegen droogte en zoetwatertekort, moeten we anders met ons zoete water omgaan. Op dit moment gebruiken we het beschikbare water zo efficiënt mogelijk, maar in de toekomst zijn meer ingrijpende maatregelen nodig. Dat meldt minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer.

Verschillende onderzoeken hebben het afgelopen jaar aangetoond dat zoetwatertekort op korte termijn het meest urgente probleem voor Nederland is als het gaat om ons aanpassen aan klimaatverandering. Zo stond in de KNMI-scenario’s dat er vóór 2050 al niet genoeg zoet water is om verzilting tegen te gaan. In november 2023 toonde onderzoek aan dat zoetwaterbeschikbaarheid het meest urgent is als we het hebben over zeespiegelstijging. En in alle Deltascenario’s raken de zoetwatervraag en het zoetwateraanbod verder uit balans.

Het meeste zoete water wordt op dit moment gebruikt om verzilting tegen te gaan. Ook gebruiken we het om bodemdaling tegen te gaan, en is voldoende zoet water essentieel voor dijken, drinkwater, scheepvaart, landbouw, industrie, goede waterkwaliteit en natuur. Bij een zoetwatertekort kunnen niet al deze functies worden vervuld. Overigens heeft de drinkwatervoorziening hier een prioriteit: zoetwatertekort leidt dus niet automatisch tot een drinkwatertekort.

In het Deltaprogramma Zoetwater werken Rijk en regio samen om het zoetwatertekort te beperken en Nederland beter weerbaar te maken tegen droogte. Tot nu toe draaide de aanpak vooral om het optimaliseren van het watersysteem. Bijvoorbeeld maatregelen nemen bij stuwen en sluizen, zodat het zoete water niet meteen wegstroomt als deze opengaan.

Maar deze zoetwateraanpak is niet langer toereikend. Het is dan ook noodzakelijk dat alle overheden in beeld brengen hoe ze de toekomstige zoetwatervraag in evenwicht brengen met het wateraanbod. Daarnaast moeten overheden belangrijke afwegingen gaan maken in hun ruimtelijke plannen, zoals:

Soms moet worden gekozen voor minder watergebruik;
Soms moet een hoger zoutgehalte in bepaalde gebieden worden geaccepteerd;
Soms zijn schutbeperkingen noodzakelijk, waardoor de scheepvaart minder vaak door sluizen heen kan;
Het extra regenwater uit de nattere winters moeten we beter vasthouden in de bodem of in waterbergingen. Dit kan leiden tot een groter risico op wateroverlast en het kan effect hebben op andere watervragers zoals agrariërs en industrie.

Ook start het ministerie met de andere partijen binnen het Nationaal Deltaprogramma een verkenning naar haalbaarheid en wenselijkheid van meer ingrijpende maatregelen, zoals het herzien van de verdeling van het hoofdwatersysteem of een mogelijke tweede aanvoerroute naar het IJsselmeer. In deze verkenning worden ook de uitdagingen per regio en per zoetwatergebruiker beter in beeld gebracht.

woensdag 12 juni 2024

Gemeente in actie tegen vet en doekjes in het riool

Om het riool goed te laten werken, komt de gemeente  Hoorn steeds vaker in actie om verstoppingen en storingen op te lossen. Problemen met het riool zijn niet alleen erg kostbaar, maar ook slecht voor het milieu en dus voor de volksgezondheid.

De gemeente roept inwoners daarom op om zelf bij te dragen aan een goed werkend riool en schoon water. Dit kan door het riool alleen te gebruiken voor poep, plas en toiletpapier.

Billendoekjes, schoonmaakdoekjes en vochtig toiletpapier veroorzaken verstoppingen in het riool. Doekjes lossen namelijk niet op, ook niet als op de verpakking staat aangegeven dat het wel in het toilet mag. Ook het plastic dat erin verwerkt is kan niet worden gezuiverd uit ons water. Bij een storing moet een monteur de pomp repareren en de doekjes met zijn hand uit de pomp verwijderen. Inwoners die de doekjes graag gebruiken, wordt geadviseerd een prullenbakje in het toilet te plaatsen, zodat de doekjes bij het restafval kunnen.

Regelmatig moet de gemeente met de grote vrachtwagen het riool doorspuiten, doordat gestold vet de rioolbuizen bij mensen thuis of zelfs de grote buizen in de straat verstopt. Giet frituurvet terug in de plastic fles of in bijvoorbeeld een leeg pak melk en breng het naar de vet-recyclecontainer op het afvalbrengstation van HVC. Gestold kan het (zonder plastic fles) ook bij het GFT. Ook restjes jus en olie zorgen voor verstopping. Veeg deze weg met keukenrol en gooi het bij het restafval. Zo houden we samen het riool schoon.

Weg is weg, zo lijkt het vaak. Maar met het toenemende aantal storingen wordt dat steeds minder vanzelfsprekend. Het is daarom van groot belang dat we geen doekjes, vet en cement in het riool gooien. Ook chemicaliën, verf en medicijnen horen niet in het riool. Op het afvalbrengstation van HVC kunt u dit afval op een goede manier kwijt. Medicijnen kunt u inleveren bij de apotheek. Zo houden we samen het riool en ons water schoon! Kijk voor meer informatie op www.nietinhetriool.nl of op www.hvcgroep.nl voor het dichtstbijzijnde afvalbrengstation.

dinsdag 11 juni 2024

Provinciale Staten Groningen stellen Regionaal Waterprogramma vast

Provinciale Staten van Groningen hebben het Regionaal Waterprogramma vastgesteld. Het concept Regionaal Waterprogramma lag van 20 december 2023 tot 31 januari 2024 ter inzage. In deze periode hebben wij drie zienswijzen ontvangen.

De provincie heeft de zienswijzen verwerkt in een zogeheten Nota van zienswijzen. Naar aanleiding van de zienswijzen is het Regionaal Waterprogramma niet aangepast. Wel is de naam gewijzigd naar Programma Water 2024.

Het Programma Water 2024 is gebaseerd op onze huidige Omgevingsvisie. In de Omgevingsvisie staat het integrale beleid voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn. Hierbij gaat het vooral over de samenwerking tussen thema's als energie, economie, water, milieu, natuur, landbouw en mobiliteit. Inmiddels werken we aan een nieuwe Omgevingsvisie, waarin straks ook nieuw waterbeleid komt. De provincie denkt momenteel na over dit nieuwe waterbeleid en hoe we dat straks concreet gaan uitwerken in een volgend Programma Water 2025. Om dit denkproces te helpen, hebben we een bouwstenendocument ( PDF-bestand, 2 MB) opgesteld. In dit bouwstenendocument beschrijven we de huidige en nieuwe wateropgaven en de lopende ontwikkelingen.

maandag 10 juni 2024

Milieuorganisaties: maak van de Noordzee geen industriegebied

De Noordzee verandert steeds meer in een industriegebied. Om ons grootste natuurgebied te redden, is internationale samenwerking waarbij de natuur het uitgangspunt vormt, noodzakelijk. Dit is de kern van een nieuwe visie van Natuur & Milieu, Stichting De Noordzee, Vogelbescherming Nederland en WNF.

De organisaties roepen de Nederlandse overheid daarom op om, samen met andere Noordzeelanden, een internationaal masterplan te ontwikkelen om het ecosysteem van de Noordzee te herstellen. Vandaag presenteren zij de Noordzeevisie voor 2040: een visie waarin zij schetsen hoe een nieuw, gezond, robuust ecosysteem op de Noordzee eruit ziet en welke acties er nodig zijn tussen nu en 2040 om dat te bereiken.

In Nederland hebben we tot 2030 afspraken gemaakt in het Noordzeeakkoord, maar internationaal, en na 2030, is er nog niets geregeld.

‘Al vele tientallen jaren beschadigen we de natuur van de Noordzee. Jaarlijks varen 240.000 zeeschepen over de Noordzee, vissen er honderden vissersschepen, worden er miljoenen kuub zand opgezogen voor kustverdediging. Daarnaast komen er steeds meer windparken, zijn er olie- en gasplatforms en zijn er plannen om waterstof te produceren en CO2 opslaan op de Noordzee. Al deze activiteiten maken lawaai en hebben invloed op het zeeleven, van oesterbanken en vissen tot zeevogels en bruinvissen. We behandelen de Noordzee steeds meer als een industrieterrein. Veel actiever ingrijpen op natuurherstel is vereist om te voorkomen dat ons grootste natuurgebied verder achteruitgaat,’ stelt Rob van Tilburg, directeur Programma’s bij Natuur & Milieu.

vrijdag 7 juni 2024

Met bouw getijdenduiker in Lauwersmeerdijk starten unieke natuurprojecten

De bouw van de dijkdoorgang in de Waddenzeedijk bij Lauwersoog is gestart. Daarmee is het startsein gegeven voor de natuurprojecten bij de dijkversterking Lauwersmeerdijk-Vierhuizergat. De betrokken organisaties, waaronder de provincie Groningen, hebben dit moment gevierd. De natuurprojecten verbeteren de ecologische waterkwaliteit en de natuur van de Waddenzee. Naast de dijkdoorgang en het getijdengebied in de Marnewaard gaat het om kunstmatige riffen, getijdenpoelen en natuurlijke kwelderuitbreiding.

In het voorjaar van 2023 ging de schop in de grond voor de versterking van de Lauwersmeerdijk. Nu is ook de uitvoering van de natuurprojecten bij deze dijk gestart. De komende drie jaar gaan de dijkwerkers aan de slag om de overgang tussen land, wad en water natuurlijker te maken. Dit gebeurt door de aanleg van:

het getijdengebied Marnewaard: door een dijkdoorgang en getijdengebied in de Marnewaard.
Kunstmatige riffen en getijdenpoelen langs de dijk, zodat de overgang tussen het wad en de dijk natuurlijker worden.

De provincie Groningen, waterschap Noorderzijlvest, Rijkswaterstaat en Het Groninger Landschap hebben nauw samengewerkt om de projecten te realiseren. De uitvoering duurt zo'n drie jaar en is tegelijk met de dijkversterking klaar. Lees meer op de website van Noorderzijlvest.

Met de natuurmaatregelen levert de dijkversterking een bijdrage aan het behalen van de doelen voor Natura 2000 en de Kaderrichtlijn Water. De ministeries van Infrastructuur & Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn hiervoor een apart investeringsprogramma gestart, de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW).

Versterking van de dijk is noodzakelijk omdat deze niet meer voldoet aan de normen voor de waterveiligheid. Na afronding van de werkzaamheden beschermt de dijk de komende 50 jaar weer tegen een hogere zeespiegel en extreem weer als gevolg van klimaatverandering.

Zelf de bouw van de dijkdoorgang Marnewaard bekijken? Dat kan tijdens de Dag van de Bouw op zaterdag 8 juni. Naast de dijkdoorgang zijn er ook allerlei activiteiten in de haven en bij het dijkinformatiecentrum. De open dag is van 10.00 – 16.00 bij het Dijkinformatiecentrum, Haven 46C Lauwersoog.

donderdag 6 juni 2024

Proef ruimere vaartijden Pont Westeinde geschorst

De proef met ruimere vaartijden, waarin de pont tot 23.00 uur voer, is hiermee geschorst en de vaartijden die voorafgaand aan die proef golden zijn weer van kracht.

De rechtbank Noord-Holland besloot de proef op 4 juni 2024 te schorsen. De geluidsgevolgen voor omwonenden en het monitoren van de voortgang van de proef zijn volgens de rechter niet voldoende meegenomen in het plan van aanpak van de provincie. 

Door omwonenden is aangevoerd dat zij geluidshinder ondervinden door de pont. Deze hinder komt door de pont zelf, maar ook door auto’s en tractoren die op de pont staan te wachten. De provincie beraadt zich op de uitspraak van de rechter.

woensdag 5 juni 2024

Laatste stof daalt langzaam neer op bodem van de diepzee

‘Stofwolken’ op de bodem van de diepzee, die zullen ontstaan bij diepzeemijnbouw, dalen voor het grootste deel al snel weer neer. Dat suggereert promotieonderzoek van NIOZ marien geoloog Sabine Haalboom, op de bodem van de Stille Oceaan. Toch blijft een klein deel van het opgewoelde bodemmateriaal nog tot op grote afstand zichtbaar in het water. “Dat water is van nature kraakhelder, dus diepzeemmijnbouw zou wel degelijk een grote impact kunnen hebben op het diepzeeleven”, stelt Haalboom in haar proefschrift dat ze verdedigt op 31 mei aan de Universiteit Utrecht.

Op dit moment wordt door de internationale gemeenschap nog volop gediscussieerd over de mogelijkheden en de voorwaarden waaronder waardevolle metalen van de bodem van de diepzee gewonnen zouden kunnen worden. Die zogeheten diepzeemijnbouw vindt plaats op diepten waar het onderwaterleven nog nauwelijks bekend is. Onder andere het slib op de bodem van de diepzee, dat bij het winnen van bijvoorbeeld mangaanknollen zal worden opgewerveld, is een daarbij een punt van zorg. Als het leven in de diepzee al grotendeels onbekend is, zal een vertroebeling van het water helemaal onbekende effecten teweeg kunnen brengen.

Voor haar promotieonderzoek deed Haalboom experimenten met verschillende instrumenten om de hoeveelheid en ook de grootte van zwevende deeltjes in het water te meten. Op de bodem van de Clarion Clipperton Zone, een uitgestrekt gebied in de diepten van de Stille Oceaan, deed Haalboom metingen met die instrumenten, voor en na daar een net met 500 kilo aan stalen kettingen over de bodem was gesleept.

In een vervolgonderzoek, waar promovenda Haalboom niet bij betrokken was, waren de ‘stofwolken’ zelfs tot op vijf kilometer afstand van de testplek zichtbaar.

De internationale bedrijven die azen op concessies om de schaarse metalen van de diepzeebodem te mogen winnen, grijpen de resultaten van deze eerste proeven aan als aanwijzing voor de geringe impact van diepzeemijnbouw op het bodemleven. Toch is dat niet terecht, zegt de copromotor van het onderzoek van Haalboom, NIOZ-oceanograaf Henko de Stigter. “Zeker, op basis van dit promotieonderzoek en ook op basis van vervolgonderzoek, weten we dat het overgrote deel van het stof snel neerdaalt. Maar als je weet dat het water van nature heel helder is en dat het diepzeeleven afhankelijk is van het heel schaarse voedsel in het water, dan zou dat laatste beetje wel eens een grote impact kunnen hebben.”

Zowel Haalboom als De Stigter dringen aan op meer onderzoek, voor er harde uitspraken kunnen worden gedaan over de impact van diepzeemijnbouw. 'Het is echt nog te vroeg om nu al te zeggen hoe schadelijk of hoe onschadelijk dat laatste beetje slib is dat over zulke grote afstanden kan worden verspreid', benadrukt De Stigter.

dinsdag 4 juni 2024

Golf op de Rijn: zomerkades en rivierdijken doen hun werk

Een deel van het water dat in Duitsland voor overlast en calamiteiten leidt, stroomt via de Rijn naar ons toe. Een piek van ruim 13,20m +NAP wordt bij Lobith verwacht in de nacht van donderdag op vrijdag. Dijken doen hun werk. De verwachting is dat zomerkades niet overstromen. Andere uiterwaarden zullen grotendeels vol stromen.

Het meeste water in het getroffen Duitse gebied stroomt naar de Donau. Slechts een deel bereikt ons via de Rijn. Een zomerse golf als deze komt in het rivierengebied ongeveer eens per tien jaar wel voor, door dooi in de alpen of door neerslag.

De huidige golf blijft een meter onder de waterstand van juli 2021, toen het in buitenpolders spannend was voor akkerbouwers en hun gewassen. Overstromen zullen de zomerkades nu niet. Wel treedt kwel op. Ook binnen de rivierdijken neemt kwel toe, een natuurlijk proces waardoor ook kelders en kruipruimtes opnieuw nat kunnen worden.

De rivierdijken doen hun werk. Bij de dijkversterking Tiel-Waardenburg herstelt de aannemer het de dijk in Varik tot het veilig niveau. Het buitendijkse werk ligt stil, net als de losplaatsen aan de Waal. Bij deze rivierwaterstand kan werk op de dijk zelf doorgaan. Ook het maaien van dijken gaat door, tot waar het water komt.

Bij Doornenburg overstroomt de bouwplaats van het nieuwe gemaal de Pannerling. Dat gebeurde afgelopen winter al meerdere keren. De aannemer hervat het werk zodra het Pannerdensch Kanaal zakt.

Natuurbeheerders, pontbazen, veehouders en camping-eigenaren nemen zelf maatregelen. Ze verplaatsen hun kuddes, kiezen voor een hogere veerstoep of ontruimen hun terrein.

maandag 3 juni 2024

Zeewierwouden leveren onvermoede bijdrage aan opslag broeikasgassen

Zeewierwouden spelen een essentiële rol in de opslag van koolstof in de oceanen. Dat blijkt uit baanbrekend onderzoek door een internationaal team van onderzoekers, onder wie de Utrechtse aardwetenschapper Jack Middelburg.

De onderzoekers tonen aan dat de zeewierwouden jaarlijks gemiddeld 56 miljoen ton koolstof transporteren naar de diepten van de oceaan. Tussen de 4 en 44 miljoen ton van deze koolstof blijft daar misschien wel zeker een eeuw opgeslagen. Deze ontdekking, gepubliceerd in het prestigieuze tijdschrift Nature Geoscience, opent nieuwe perspectieven voor het tegengaan van klimaatverandering, door het behoud en herstel van zeewierwouden.

Zeewierwouden, voornamelijk bestaande uit grote bruine wieren zoals kelp en zee-eik, horen tot de meest uitgebreide en productieve begroeide kustecosystemen ter wereld. Deze wouden groeien net zo snel als hun tegenhangers op het land en kunnen koolstof op efficiënte wijze opslaan in hun biomassa. Een deel daarvan verdwijnt naar grote diepte.

Het onderzoek, onder leiding van dr. Karen Filbee-Dexter van het Noorse Instituut voor Marien Onderzoek en de Universiteit van West-Australië, laat zien dat elk jaar ongeveer 15% van deze vastgelegde koolstof bezinkt naar diepe oceaanwateren, waar een gedeelte daarvan eeuwenlang opgeslagen blijft. Dit “zeewierkoolstof” op een diepte van meer dan 200 meter maakt zo’n 3 tot 4% uit van de totale hoeveelheid koolstof die in de oceaan ligt opgeslagen, zo blijkt uit het onderzoek.