woensdag 20 augustus 2025

Waternet loodst trots clipper Stad Amsterdam

SAIL komt eraan en de clipper Stad Amsterdam steelt dan de show. Met dit indrukwekkende schip varen medewerkers van Waternet mee als – zo grappen zij zelf – de remmende factor. Dit in het zicht van honderdduizenden toeschouwers.

Al jaren heeft Waternet een goede relatie met de bemanning. Deze band begon in 2011. Waternet heeft toen een vaargeul gebaggerd om het Oosterdok diep genoeg te maken voor de clipper. Het werk leverde dus niet alleen een veilige vaarroute op, maar ook een bijzondere relatie. Het schip komt 1 keer per jaar naar Amsterdam en dan helpt Waternet ’s nachts met het loodsen naar het Scheepvaartmuseum.

Tijdens SAIL vaart de clipper als eerste in de stoet, vanuit IJmuiden via de Zeesluis het Noordzeekanaal op. Met misschien een zuidwestenwind kan het schip hoge snelheden halen met de zeilen omhoog. In de SAIL-In parade mag het niet sneller varen dan 5 knopen.

Hier komen de collega’s van Waternet in beeld. Zij varen met de sleepboot met de clipper mee om haar snelheid te verminderen. Met een touw dat in het midden is vastgemaakt aan beide zijden van het schip, houden zij de clipper onder controle.

dinsdag 19 augustus 2025

Hotels en vakantieparken starten proef met waterbesparing


Wie een hotel of vakantiewoning boekt, denkt meestal niet meteen aan waterbesparing. Toch starten enkele hotels en vakantieparken binnenkort met een bijzondere proef. Gasten worden gestimuleerd om korter te douchen en de kleine toiletknop te gebruiken. ‘Met behulp van stickers proberen we gewoontegedrag te doorbreken, maar zónder opgeheven vingertje’, benadrukt Sharelle Verheij, beleidsadviseur bij Vitens.

Het sleutelwoord van deze besparingsproef is subtiel. ‘We gaan gasten op een aardige manier verzoeken om water te besparen. Dus niet schreeuwerig of in de gebiedende wijs, maar juist op een positieve toon.’

Verder krijgen de kleine spoelknoppen van toiletten een tweetalige sticker met de boodschap: ‘Save water, elke druppel telt’. Daarnaast worden douchewanden voorzien van een QR-code. Wie deze code scant, krijgt een geluidsfragment van zes minuten te horen. ‘Het is een soort wellness-ervaring, waarbij je elke minuut hoort hoe lang je al doucht. Dat besef maakt het gemakkelijker om de kraan eerder dicht te draaien’, legt Sharelle uit. ‘Met één minuut korter douchen bespaar je al zo’n 7 liter water. Net zo fris, maar net iets korter.’

Tot slot worden gasten op vakantieparken (via stickers) aangezet de eco-stand van afwasmachines te gebruiken.

Dit initiatief komt niet uit de lucht vallen. Een half jaar geleden leidde een soortgelijke proef op hogescholen en universiteiten tot een waterbesparing van ruim 12 procent. Voor Vitens reden genoeg om het blikveld te verbreden naar hotels en vakantieparken. Omdat de Limburgse collega’s aan een vergelijkbaar plan werkten, besloten beide waterbedrijven de handen ineen te slaan.

maandag 18 augustus 2025

Gerenoveerde Spooldersluis heropend

Op vrijdag 8 augustus 2025 zijn de Spooldersluis en de Spooldersluisbrug in Zwolle heropend. Na een grondige renovatie is het sluiscomplex klaar voor de toekomst.

Een delegatie van gemeente Zwolle, Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie Le Chêne (Van den Herik, BAM en SPIE) voer als 1e door de gerenoveerde sluis. Hiermee werd het gemoderniseerde complex symbolisch weer veilig opengesteld voor de scheepvaart en het wegverkeer.

Rijkswaterstaat en Le Chêne renoveerden de Spooldersluis en de Spooldersluisbrug en maakten het complex volledig klaar voor de toekomst. Zo zijn alle systemen geschikt gemaakt voor bediening op afstand. Bovendien zijn voor de bediendesk en de noodstop standaard bouwblokken gebruikt: kant-en-klare combinaties van hard- en software die herbruikbaar zijn voor verschillende sluiscomplexen. Zo gaan tientallen sluizen door het hele land er op onderdelen steeds meer hetzelfde uitzien. Dit maakt het beheer en onderhoud in de toekomst eenduidiger en daarmee eenvoudiger.

De renovatie is duurzaam uitgevoerd. Zo wordt het bediengebouw nu met een warmtepomp verwarmd en werkt onder meer de verlichting energiezuinig. Verder is het staal van de sluisdeuren en brugdelen hergebruikt en zijn onder andere elektrische machines ingezet.
Over Spooldersluis

De Spooldersluis (1963) ligt in de gemeente Zwolle en vormt de verbinding tussen de IJssel en het Zwolle-IJsselkanaal, met daarachter het Zwarte Water. Jaarlijks passeren in totaal ruim 6.000 binnenvaartschepen en bijna 11.000 recreatievaartuigen de sluis.

Foto Gouwenaar (cc) 

vrijdag 15 augustus 2025

Aannemerscombinatie voor project Versterking IJsselmeerdijk

Waterschap Zuiderzeeland en aannemerscombinatie Boskalis Nederland en Van Oord hebben afgelopen week het contract getekend voor de versterking van de IJsselmeerdijk. Daarmee is de gunning voor de uitvoering van deze dijkversterking van ruim 17 km tussen Lelystad en de Ketelbrug nu definitief. De dijk wordt duurzaam versterkt door de aanleg van een vooroever in het IJsselmeer over circa 12 km. De overige 5 km wordt versterkt met klassieke dijkversterkingsmaatregelen, zoals dijkverhoging en vervanging van de buitendijkse dijkbekleding. Voordat de werkzaamheden aan en rondom de dijk beginnen, maakt de aannemerscombinatie eerst een definitief ontwerp.

Waterschap Zuiderzeeland heeft in de uitvraag naast waterveiligheid de focus gelegd op een zo laag mogelijke milieubelasting (o.a. CO2-uitstoot en circulariteit), het bevorderen van de biodiversiteit en het minimaliseren van de onderhoudskosten. De aanbieding van aannemerscombinatie Boskalis Nederland en Van Oord sluit daar naadloos op aan.

De dijk tussen Lelystad en de Ketelbrug voldoet niet aan de nieuwe veiligheidseisen. De dijk is op dit moment veilig, maar Waterschap Zuiderzeeland wil ook in de toekomst zeker zijn van een veilige dijk. Daarom is dit dijkversterkingsproject in 2019 met de voorbereidingen gestart. 

Inmiddels is de planuitwerkingsfase afgerond, waarin het ontwerp voor de dijkversterking verder is uitgewerkt. Het waterschap en de aannemerscombinatie Boskalis Nederland en Van Oord verwachten in 2026 te starten met de werkzaamheden aan en rondom de dijk. Dit project is onderdeel van de gezamenlijke opgave van de waterschappen en het Rijk om Nederland voor 2050 waterveilig te maken: het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).  

donderdag 14 augustus 2025

Hoeckelingsdam weer een natuurparadijs

Twintig jaar geleden is in het IJmeer de Hoeckelingsdam aangelegd als compensatiemaatregel voor de bouw van IJburg. Deze luwtedam omsluit, samen met Polder IJdoorn en de Uitdammerdijk, de Kinselbaai. Door verzakking, stroming en golfslag zonk een deel van de dam weg onder water. Voor het behoud van de Hoeckelingsdam was herstel noodzakelijk. In de 2e helft van 2024 is dit herstelwerk van start gegaan.

De Hoeckelingsdam is verstevigd en op hoogte gebracht met zand en stortsteen dat vrijkwam bij de versterking van de Markermeerdijken. Hiervoor heeft Rijkswaterstaat samengewerkt met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de Alliantie Markermeerdijken. Ook heeft het Deltafonds Zoetwater een bijdrage gedaan om de broed- en foerageergebieden voor trekvogels te verbeteren.

Eerder in 2025 is de tijdelijke aantakking met de dijk, voor de uitvoering van de werkzaamheden, verwijderd. Hoeckelingsdam was voor het broedseizoen weer een eiland.

Door te bouwen volgens de principes van ‘Building with Nature’ is zand uit de omgeving slim hergebruikt. Dit is niet alleen duurzaam en goedkoper, maar beperkt ook het aantal vervoersbewegingen. Het zand is in 1 grote hoop achter de stenen dijk gelegd en zal zich de komende jaren door waterbewegingen over de Kinselbaai verspreiden. Dit heeft als voordeel dat de waterplanten zoveel mogelijk behouden blijven.

Tegelijkertijd zorgt dit voor een groter leefgebied van vogels zoals de visdief en de zwarte stern. Voor vogels is ook een deel van de zanddam met grind en schelpen afgewerkt. Om te zorgen voor genoeg luwte in de Kinselbaai is aan de zuidkant een rijshoutdam aangelegd. Deze dam zorgt ervoor dat het zand binnen de Kinselbaai blijft en niet in het IJmeer terechtkomt.

woensdag 13 augustus 2025

'Geef water een vaste plek in verkiezingsprogramma's'

Het waterschap Amstel Gooi vraagt politieke partijen in gemeenten om de belangrijke rol van water op te nemen in de programma's voor de verkiezingen van gemeenteraden op 18 maart 2026. Politieke partijen kiezen in dat programma wat ze de komende 4 jaar willen doen. Want keuzes die nu worden gemaakt, bepalen hoe gemeenten de volgende 4 jaar omgaan met onderwerpen zoals waterveiligheid, klimaat, groen en gezondheid.

Het klimaat verandert. Daardoor hebben we steeds vaker last van hevige regen, droogte en hitte. Ook is de kwaliteit van het water in gevaar. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de aanpak van deze problemen. Zij nemen besluiten over hoe de ruimte wordt ingericht, waar gebouwd wordt, en hoe omgegaan wordt met groen en de inrichting van de openbare ruimte.

Juist daarom is het belangrijk dat politieke partijen hierover in hun verkiezingsprogramma al duidelijke keuzes maken. Dan kunnen ze straks in de gemeentes beleid maken dat echt helpt.

We vragen partijen om het volgende mee te nemen in hun programma's:

Laat water en bodem een belangrijke rol spelen bij het maken van plannen voor de ruimte. Dat betekent dat gemeenten eerst kijken naar wat kan op het gebied van water.
Denk vooruit bij waterveiligheid, sterkere dijken en noodsituaties.
Help actief mee aan schoon water. Denk bijvoorbeeld aan meer groene oevers en gebieden waar groen en water meer ruimte krijgen. Of het herstellen van aansluitingen waar vies water per ongeluk is aangesloten op een leiding voor regenwater, zoals in Hilversum.

dinsdag 12 augustus 2025

Bloemrijke dijken trekken bijen aan

Dijken zijn onmisbaar voor bijen, zeker als er veel verschillende plant- en bloemsoorten op staan. Bij een grote telling op 157 dijken langs rivieren in Nederland bleek dat er meer en zeldzamere bijsoorten op dijken leven dan gedacht. Volgens ecoloog Contant Swinkels kunnen nog heel veel dijken bijvriendelijk gemaakt worden. ‘Veel voedselproducten zijn afhankelijk van bestuiving door bijen. We hebben die beestjes hard nodig.’

Radboud-onderzoekers verzamelden samen met collega’s van kenniscentra in drie jaar tijd uitgebreide data over de aanwezigheid van bijen op 160 dijken in Nederland, voornamelijk in de Rijndelta (o.a. Waal en IJssel) en langs de Maas. Ze kwamen in totaal 154 verschillende bijsoorten tegen. ‘Dat is de bijna helft van alle soorten die in Nederland voorkomen’, aldus ecoloog Constant Swinkels. 

Met een vlindernetje gingen de onderzoekers meerdere keren per jaar tijdens het vliegseizoen van bijen de dijk op, steeds op dezelfde plek, om langs een looproute van 150 meter lang bijen te tellen. ‘Soms zagen we in een kwartier tijd wel 400 bijen, andere keren maar drie’, vertelt Swinkels. Maar over het algemeen was de bioloog blij verrast door het aantal bijen dat ze tegenkwamen.

‘Bloemrijke dijken trekken veel meer bijen aan dan bijvoorbeeld bloemstroken in agrarisch gebied,’ aldus de onderzoeker. ‘En vooral meer bedreigde soorten. Zo’n tien procent van de bijen die we aantroffen staat op de rode lijst, zoals de Knautiabij, de rode koekoekshommel, de weidebij en de bonte wespbij. Die soorten zijn zeldzaam en de populaties gaan in Nederland achteruit.’ Dijken lijken aantrekkelijk voor bijen, omdat de helling warm wordt in de zon, een ideale plek om een nestje te maken, en omdat er allerlei verschillende planten kunnen groeien. 

‘Dijken zijn een soort insectensnelwegen. Veel bijen komen Nederland binnen via de dijken’, aldus Swinkels. ‘Rondom dijken liggen soms prachtige landschappen, zoals de Ooijpolder aan de Waal bij Nijmegen. Die gebieden zijn interessant voor bijen door het gevarieerde landschap waar ze hun nesten kunnen maken. Bloemrijke dijken vormen hierop een waardevolle toevoeging, waardoor dijken snel bijen aantrekken. In agrarische stroken is dit lastiger: daar wordt van alles ingezaaid en is de omliggende landbouwgrond minder geschikt voor bijen.’

maandag 11 augustus 2025

Robot verwerkt vis op humane wijze en verbetert smaak

Het Amerikaanse startupbedrijf Shinkei Systems blaast de eeuwenoude Japanse visverwerkingsmethode Ikejime nieuw leven in met behulp van geavanceerde technologie. Hun Poseidon-robot, ontworpen voor gebruik op visboten, automatiseert het normaal gesproken arbeidsintensieve en moeilijk schaalbare Ikejime-proces. Deze aanpak moet niet alleen dierenleed beperken, maar ook de kwaliteit van vis aanzienlijk verbeteren.

De traditionele Ikejime-methode bestaat uit het direct doden van een vis door een nauwkeurige prik in de hersenen, gevolgd door het doorsnijden van de kieuwen. Soms wordt ook het ruggenmerg doorgesneden om de aanmaak van stresshormonen en melkzuur te minimaliseren, stoffen die de smaak en textuur nadelig beïnvloeden.

De Poseidon-robot neemt dit proces gedeeltelijk over. Zodra een vis via een opening in het apparaat wordt ingevoerd, analyseert een AI-systeem de soort en lokaliseert automatisch de positie van het brein en de kieuwen. De vis wordt vervolgens verwerkt en op een gekoelde ijsmat gelegd om uit te bloeden. Een opvallend detail is dat de vis niet wordt ingevroren—een keuze die de versheid en kwaliteit ten goede moet komen. Wel voert de robot (nog) geen ruggenmergsnede uit.

De voordelen van deze moderne benadering zijn aanzienlijk. Doordat stress tot een minimum wordt beperkt, blijven zowel de smaak als de textuur van de vis optimaal behouden. Bovendien zorgt de techniek voor een langere houdbaarheid. Ook maakt de inzet van robots het proces efficiënter en economisch aantrekkelijker, waardoor hoogwaardige Ikejime-vis beter beschikbaar wordt voor bijvoorbeeld de horeca.

Op dit moment zijn vier Poseidon-robots al actief op vissersschepen in zowel de Pacifische als de Atlantische Oceaan. Shinkei Systems is van plan om in 2025 nog eens tien extra robots in te zetten, waarmee het bedrijf verder inzet op een toekomst waarin technologie en traditie hand in hand gaan.

vrijdag 8 augustus 2025

Bij zelfvarende boten bepaalt AI de koers

Een boot met artificiële intelligentie aan het roer? Die maritieme innovatie staat bij onderzoeksgroep IDLab (Universiteit Antwerpen) in de steigers. De wetenschappers testen hun proefmodel op de vijver van de Antwerp Maritime Academy. Maar ook een digitale vaarsimulator van de Antwerpse haven helpt de AI-gestuurde modellen verder te verfijnen.

De autonome vaartuigen bewegen zich voort over het water zonder tegen obstakels te botsen. Dat is mogelijk dankzij de LiDAR-sensoren waarmee de bootjes zijn uitgerust. “Bij die techniek worden laserpulsen uitgestuurd om de afstand tot een bepaald object of oppervlak te bepalen”, vertelt dr. Ali Anwar, onderzoeker bij het IDLab. “Zo geven we bootjes eigenlijk dieptezicht, waardoor ze nergens tegenaan botsen. Daarnaast hebben we ook RGBD-camera’s bevestigd. Die technologie kan kleuren van elkaar onderscheiden en zo nauwkeuriger voorwerpen in de omgeving detecteren.”

In een eerste fase van het project gebruiken de wetenschappers de vijver van de Antwerp Maritime Academy als testomgeving. Studenten van de Karel de Grote-Hogeschool werken mee. Tijdens het varen verzamelt de meetapparatuur constant gegevens. Met die data gaat artificiële intelligentie dan vervolgens aan de slag om een veilige koers te (leren) varen.

Trotseren binnen de kortste keren alleen nog schepen zonder kapitein onze (binnen)wateren? De eerste autonome schepen varen al rond, maar volgens Anwar ligt het toch niet zo eenvoudig. “Artificiële intelligentie is enorm goed in bijleren, maar de realiteit is grillig. Zeker op zee. Je kan AI onmogelijk op élk mogelijk scenario voorbereiden. Het weer, andere vaartuigen of ronddrijvende objecten zijn bovendien niet de enige variabelen die een invloed kunnen hebben. Ook het schip zelf zal telkens anders reageren in dezelfde situatie. Hoe zwaar is de vracht die je vervoert? Is je schip nagelnieuw of aan vervanging toe? Al die factoren spelen mee bij een beslissing op het water.”

donderdag 7 augustus 2025

Heet water, schone straten

Onkruid verwijderen zonder chemische middelen én met een forse CO₂-besparing: dat is vanaf nu de nieuwe standaard in acht van de gemeenten van publiek energie- en afvalbedrijf HVC. In Alkmaar is vandaag het nieuwe warmwaterstation officieel geopend. Het maakt gebruik van restwarmte van de afvalenergiecentrale. Hiermee zorgt HVC voor verzorgde straten én een duurzamere toekomst.

De energietransitie vraagt om doorzettingsvermogen en slimme oplossingen. Dit warmwaterstation is daar een mooi voorbeeld van: het combineert bestaande energiebronnen met milieuvriendelijke onkruidbestrijding, zónder extra uitstoot van schadelijke stoffen.

De beheerders van openbare ruimten van HVC bestrijden in diverse gemeenten onkruid met heet water van 96 graden. Tot nu toe werd dit water verhit met houtgestookte ketels. Met de komst van het warmwaterstation stappen we over op een schonere warmtebron: restwarmte uit de afvalenergiecentrale in Alkmaar. 

“Het is een dubbel duurzame oplossing,” legt directeur Gertjan de Waard uit. “We vervangen houtverbranding door restwarmte en vergroten tegelijk onze capaciteit. Zeker in het groeiseizoen – wanneer de vraag naar heet water het hoogst is – is dit een uitkomst.”

Het station heeft een buffertank van 400 kuub heet water en kan tot 19 tankwagens per dag vullen. Via nieuwe ondergrondse leidingen kunnen de wagens snel laden. Daarmee kunnen de teams het hele seizoen door efficiënt onkruid bestrijden zonder schadelijke middelen.

woensdag 6 augustus 2025

Rapportage ‘De Staat van Ons Water’ aangeboden aan Tweede Kamer

Eind juli stuurde Minister Tieman (IenW) de Tweede Kamer de Verzamelbrief Water. Met deze kamerbrief informeert de minister de kamer over de stand van zaken en ontwikkelingen die betrekking hebben op het waterdomein. Als onderdeel hiervan is ook de rapportage ‘De Staat van Ons Water (2024)’ aangeboden. Deze rapportage geeft een overzicht van de werkzaamheden en ontwikkelingen binnen het waterbeleid van 2024. Zo laat het zien hoe waterschappen dijken versterken, de waterkwaliteit verbeteren en werken aan natuurherstel.

‘De Staat van Ons Water’ belicht onder andere de voortgang van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken. Bij de dijkversterking wordt rekening gehouden met de gevolgen van klimaatverandering. De kans op extreem weer neemt toe. Daarom wordt een financieel knelpunt van circa 2,5 miljard euro verwacht voor projecten tussen 2030 en 2036. Extra budget is nodig om deze projecten tijdig te kunnen opstarten en het tempo van het HWBP vast te houden.

Het Rijk en de waterschappen dragen hier samen de verantwoordelijkheid voor. Eind 2024 maakten de waterschappen bekend 1,25 miljard euro extra te investeren. Het Rijk stelde via de Voorjaarsnota 1 miljard euro uit het Deltafonds beschikbaar. De waterschappen dringen er echter op aan om ook de resterende 250 miljoen vrij te maken en niet te krap te begroten.

De rapportage benoemt ook de investeringen van waterschappen in  rioolwaterzuiveringsinstallaties. Hiermee willen ze beter nutriënten en medicijnresten uit het water kunnen filteren. ‘De Staat van Ons Water’ verwijst hierbij naar de tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Daaruit blijkt dat er al veel is gerealiseerd. Maar ook dat de waterkwaliteit nog niet het gewenste niveau heeft bereikt.

De waterschappen willen dat waterkwaliteitsdoelen beter worden geïntegreerd in andere beleidsgebieden, zoals landbouw en ruimtelijke ordening. Ze pleiten ook nadrukkelijk voor een mestbeleid dat aansluit bij de KRW. Volgens de waterschappen moeten waterkwaliteitsdoelen en stikstofreductie hand in hand gaan.

In 2024 hebben de waterschappen dit punt al onder de aandacht gebracht bij het kabinet. Inmiddels is duidelijk geworden dat de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel geen concrete plannen heeft opgeleverd. Dit zorgde voor grote teleurstelling bij de waterschappen. Ze blijven dan ook hameren op een geborgde, integrale aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel.

dinsdag 5 augustus 2025

Zomerhoogwater van juli 2021 legde kwetsbaarheid van de Maas pijnlijk bloot

Tijdens de overstromingen in Limburg van vier jaar geleden veranderde de bodem van de Maas dramatisch, wat goede hoogwatervoorspellingen nog moeilijker maakte dan anders. ‘Dit laat zien hoe kwetsbaar en onvoorspelbaar de Maas is’, zegt onderzoeker Hermjan Barneveld.

Door de regens van depressie ‘Bernd’ stonden in juli 2021 delen van Duitsland, België en Nederland onder water. De Geul in Zuid-Limburg trad buiten haar oevers en alleen al in Valkenburg liepen 2300 huizen schade op. Ook de Maas kreeg enorme hoeveelheden water te verwerken, chemische leidingen lagen plotseling bloot en een aanlegplek van een veerboot verzakte.

Voor Hermjan Barneveld en hoogleraar Ton Hoitink van de leerstoelgroep Hydrologie en Omgevingshydraulica was het hoogwater reden om onderzoek te starten naar wat er onder water gebeurde: op de rivierbodem. Dat leverde onverwachte inzichten op, waarmee het risico op overstroming uiteindelijk beter te bepalen is. De resultaten van het onderzoek zijn op 10 juli gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

Limburg werd in de jaren 90 twee keer getroffen door grote overstromingen. Dat leidde tot nieuwe plannen voor betere hoogwaterbescherming langs de Maas. Werden rivieren daarvoor nog beteugeld, nu werd er juist ruimte gemaakt voor het water. Uiterwaarden werden verbreed en mochten vollopen bij hoogwater. Die plannen zijn alleen nog steeds niet overal voltooid, en dat heeft gevolgen.

Barneveld: ‘Het probleem is het verschil in stroomsnelheid. In de uiterwaarden stroomt het water langzaam en zakt de hoogwaterstand, maar in andere, smallere delen van de rivieren stroomt het veel sneller, tot wel 20 kilometer per uur. Zulke snelheden verwacht je eerder in bergrivieren, niet in Nederland. We moeten veel beter weten wat er in die flessenhalzen gebeurt om het moment van hoogwater én de hoogste waterstand goed te kunnen voorspellen.’

maandag 4 augustus 2025

Onderzoek naar gevolgen explosie bij FrieslandCampina Borculo

Op vrijdagavond 4 juli was er een explosie op het terrein van FrieslandCampina in Borculo. Tijdens het lossen van een vrachtwagen kwamen twee soorten zuur bij elkaar. Daardoor ontstond koningswater. Dit is een hele agressieve vloeistof die zelfs metaal kan aantasten. Rond 22.00 uur ontplofte een silo hierdoor. Er zijn maatregelen genomen en er wordt onderzoek gedaan.

Gelukkig raakte niemand gewond bij de explosie. Wel zijn er resten van de silo en mogelijk gevaarlijke stoffen in de omgeving terechtgekomen. Ook kwam daar wat van terecht in de rivier de Berkel. De omgeving is nu afgesloten. FrieslandCampina nam meteen maatregelen om te voorkomen dat de stoffen zich verder verspreiden. Zo zijn er hekken geplaatst langs beide kanten van de rivier. Boten mogen er tijdelijk niet varen. Ook is een wandelpad langs het water gesloten.

Samen met FrieslandCampina, de gemeente Berkelland en de provincie Gelderland onderzoeken we wat de gevolgen zijn voor de kwaliteit van het (zwem)water en de bodem. We nemen op meerdere plekken monsters in en rond de rivier de Berkel. De provincie Gelderland controleert ook de kwaliteit van het (zwem)water in de Hambroekplas, een plas in de buurt.

vrijdag 1 augustus 2025

Immense hoeveelheid plastic zweeft als nanodeeltjes in de oceaan

De totale hoeveelheid plastic die als deeltjes van minder dan 1 micrometer per stuk in de Noord-Atlantische Oceaan zweeft, bedraagt naar schatting 27 miljoen ton. Dat blijkt uit een uitgebreid onderzoek van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, NIOZ en de Universiteit Utrecht. De resultaten zijn op 9 juli gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.

Voor dit onderzoek werkte de Utrechtse masterstudent Sophie ten Hietbrink vier weken lang aan boord van het onderzoeksschip RV Pelagia. Op een tocht van de Azoren naar het continentaal plat van Europa nam zij op twaalf locaties watermonsters waar zij alles dat groter was dan één micrometer uitfilterde. “Door het achterblijvende materiaal later te drogen en te verhitten, konden we in het laboratorium in Utrecht, met behulp van massaspectrometrie de karakteristieke moleculen van verschillende soorten plastics meten”, vertelt Ten Hietbrink.

Het onderzoek van NIOZ en Universiteit Utrecht geeft voor het eerst een schatting van de hoeveelheid nanoplastics in de oceanen. 

Door de resultaten van verschillende locaties te extrapoleren naar de Noord-Atlantische Oceaan, komen de onderzoekers tot de immense hoeveelheid van 27 miljoen ton nanoplastics. Een schokkende hoeveelheid”, vindt Ten Hietbrink. “Maar daarmee hebben we wel een belangrijk antwoord op de paradox van het missende plastic.” Tot op heden kon niet al het geproduceerde plastic op de wereld worden teruggevonden. Een groot deel blijkt nu dus als minuscule deeltjes in het water te zweven.

De nanoplastics kunnen langs verschillende wegen het water bereiken. Deels gebeurt dit doordat grotere deeltjes onder invloed van zonlicht uiteenvallen. Een ander deel stroomt waarschijnlijk als nanoplastics met rivierwater mee. Het blijkt ook dat nanoplastics via de lucht de oceanen bereiken, doordat zwevende deeltjes met regenwater mee naar beneden vallen of doordat ze als ‘droge depositie’ uit de lucht op het wateroppervlak vallen.

De consequenties van al die nanoplastics in het water kunnen groot zijn, benadrukt Niemann. “Het is al bekend dat nanoplastics diep in ons lichaam kunnen doordringen. Ze worden zelfs in hersenweefsel gevonden. Nu we weten dat ze zo alomtegenwoordig zijn in de oceanen, ligt het ook voor de hand dat ze in het hele ecosysteem doordringen; van bacteriën en andere micro-organismen tot vissen en top-predatoren zoals de mens. Wat de invloed is van die vervuiling op het ecosysteem moet verder worden onderzocht.”

Niemann en collega’s gaan verder onderzoek doen naar bijvoorbeeld de verschillende typen plastics die nu nog niet werden gevonden in de fractie van 1 micrometer of kleiner. “We hebben bijvoorbeeld geen polyethyleen of polypropyleen gevonden onder de nanoplastics. Het kan goed zijn dat die in het onderzoek werden gemaskeerd door andere moleculen. Ook willen we weten of er in de andere oceanen net zo veel nanoplastics voorkomen. Het valt te vrezen van wel, maar dat moet nog wel worden aangetoond.”

donderdag 31 juli 2025

1% van windparkinvesteringen kan miljoenen hectares zeeleven herstellen

Een bijdrage van 1 procent van alle wereldwijde investeringen tot 2050 in offshore windprojecten is al voldoende om natuur grootschalig te herstellen. Dat blijkt uit een internationale studie onder leiding van De Rijke Noordzee (DRN) en het Nederlands Instituut Onderzoek Zee (NIOZ). Het onderzoek is 7 juli gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Bioscience.

Windparken op zee leveren niet alleen schone energie, maar kunnen ook een cruciale rol spelen in het herstel van kwetsbare natuur onder en boven water. Denk aan riffen op de zeebodem, koraalriffen, zeegrasvelden, wetlands langs de kust: ecosystemen die van groot belang zijn voor de biodiversiteit, vissenpopulaties en het klimaat.

Het onderzoek is uitgevoerd door een breed internationaal team wetenschappers en is gepubliceerd op een cruciaal moment. Wereldwijd dreigen belangrijke natuurdoelen uit het zicht te raken, simpelweg omdat er te weinig geld en daadkracht is. Zoals het VN-doel om vóór 2030 30 procent van de aangetaste natuur te herstellen.

Volgens de onderzoekers kunnen met slechts 1 procent van de wereldwijde investeringen in wind op zee tot 2050 miljoenen vierkante kilometers aan mariene natuur worden hersteld. Dit kan gaan om koralen, mangroven, zeegrasvelden en oesterriffen. ‘Wind op zee heeft de unieke kans om niet alleen bij te dragen aan de energietransitie, maar ook om als eerste offshore-industrie écht positief bij te dragen aan grootschalig natuurherstel’, zegt hoofdonderzoeker Christiaan van Sluis (DRN). ‘Door nu slimme regels in te bouwen in windparkvergunningen en aanbestedingen, kunnen we met een fractie van de totale investeringen biodiversiteitsverlies keren.’

Herstel van zee-ecosystemen is niet alleen goed voor planten en dieren, maar levert ook tastbare voordelen voor mensen op. Gezonde zeeën en kustlandschappen slaan CO₂ op, zorgen voor kustbescherming en dragen bij aan vissenpopulaties. Voor elke dollar die wordt geïnvesteerd in natuurherstel, kan 2 tot 12 dollar aan maatschappelijke baten worden terugverdiend, blijkt uit de studie. Juist nu de windsector op zee wereldwijd hard gaat groeien: van 56 gigawatt in 2021 tot zo’n 2000 gigawatt in 2050. ‘Als we natuurherstel daarbij structureel meenemen komen natuurdoelen binnen handbereik’, aldus Van Sluis.

De onderzoekers pleiten ervoor om natuurherstel een vast onderdeel te maken van het beleid rond wind op zee. Bijvoorbeeld door in vergunningen en aanbestedingen op te nemen dat een vast deel van de financiering ten goede komt aan biodiversiteit. Juist nu de sector wereldwijd hard groeit, moet natuurherstel structureel worden verankerd.

In Nederland, maar ook Denemarken en het Verenigd Koninkrijk bestaan al centrale tenderprocedures, die zich goed lenen om natuurherstel op te nemen. Een internationaal georganiseerde, wettelijk verankerde aanpak zorgt voor schaalvoordelen en eerlijke concurrentie, en voorkomt dat onderwaternatuur het onderspit delft in een prijzenslag. ‘Voor Van Oord is natuur-inclusief ontwerpen en bouwen een belangrijk thema. Het opnemen van zogenaamde non-pricing criteria heeft in een aantal Nederlandse tenders succesvol gewerkt. De tijd is rijp om natuurversterking verder op te schalen binnen de toekomstige uitrol van wind op zee', Karen Vennik, Commercial Director Offshore Energy en Ocean Health bij Van Oord.

Het onderzoek is uitgevoerd binnen het programma De Rijke Noordzee, een initiatief van Natuur & Milieu en Stichting De Noordzee. Het programma onderzoekt hoe windparken op zee hand in hand kunnen gaan met natuurontwikkeling. Langs de hele Nederlandse kust werkt De Rijke Noordzee samen met energiebedrijven, windparkeigenaren en wetenschappers aan natuurversterking in offshore windparken. Dankzij steun van De Nationale Postcode Loterij is dit werk mogelijk.

Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) is het nationale expertisecentrum van Nederland op het gebied van oceaan, zee en kust. Het instituut streeft naar een fundamenteel begrip van mariene systemen, hoe deze veranderen, welke rol zij spelen in klimaat en biodiversiteit, en hoe zij in de toekomst duurzame oplossingen kunnen bieden voor de samenleving.

woensdag 30 juli 2025

Farm in a Box ontvangt financiering van 350.000 euro voor ontwikkeling innovatief aquacultuur concep


Farm in a Box, een startup uit Amsterdam, heeft een financiering van 350.000 euro ontvangen van het Innovatiefonds Noord-Holland. Het bedrijf ontwikkelt een modulaire, prefab oplossing voor Recirculating Aquaculture Systems (RAS), waarmee duurzame en efficiënte viskweek wereldwijd toegankelijker wordt.

Het ontwerp van het RAS systeem van Farm in a Box is radicaal herzien met geprefabriceerde modulair op locatie te assembleren onderdelen. Hiermee stelt Farm in a Box kwekers wereldwijd in staat om visproductie snel en betaalbaar op te zetten – stapsgewijs per eenheid. Dit alles zonder de noodzaak om dure en complexe installaties te ontwerpen, zoals momenteel vaak nog het geval is.

Met de financiering van het Innovatiefonds Noord-Holland ontwikkelt Farm in a Box een werkend prototype (MVP) van het geïntegreerde RAS-besturingssysteem. Daarnaast bereidt het bedrijf de bouw en ingebruikname voor van een demonstratie-eenheid, ter ondersteuning van de verdere commercialisering.

dinsdag 29 juli 2025

Zeewieroogst in de Noordzee

Voor het eerst is er geoogst op 's werelds eerste zeewierboerderij gelegen binnen de grenzen van een windpark. De boerderij ligt in de Noordzee voor de Nederlandse kust, tussen de windturbines van het windpark Hollandse Kust Zuid. Deze oogst markeert een belangrijke stap in het combineren van duurzame energieopwekking met voedselproductie op zee. De boerderij is een initiatief van North Sea Farmers. In samenwerking met Deltares, Plymouth Marine Laboratory en Silvestrum Climate Associates onderzoeken zij de mogelijkheden van grootschalige zeewierteelt.

Deze testkwekerij kan inzicht geven in de vraag of zeewierkweek koolstof uit de atmosfeer kan halen en zo bijdragen aan de klimaatbestendigheid, en wat de veilige grenzen zijn voor opschaling in de Noordzee. Op langere termijn kunnen zeewierkwekerijen mogelijk de biodiversiteit bevorderen en de druk op de landbouwgrond helpen verminderen.

Het oogstproces op North Sea Farm 1, dat vijf hectare van het windpark Hollandse Kust Zuid beslaat, omvat het gebruik van een vaartuig dat zorgvuldig tussen de windturbines navigeert en zeewier verzamelt uit netten die op de zeebodem zijn verankerd. De North Sea Farmers en het Plymouth Marine Laboratory monitoren de kwekerij met behulp van satellietgegevens en locatiebezoeken. De verzamelde data worden gebruikt om modellen te ontwikkelen die de impact van zeewierteelt op de koolstofcyclus en de schaalbaarheid ervan in kaart brengen.

Deltares richt zich op het modelleren van de verspreiding van zeewierfragmenten die tijdens stormen of de oogst losraken, en op de interactie tussen de kwekerij en het Noordzeemilieu.

Na de oogst analyseren de onderzoekspartners de groei van het zeewier, de koolstofopname en de effecten op de lokale fauna. Deze inzichten helpen bij het ontwikkelen van duurzame modellen voor toekomstige grootschalige zeewierproductie.

maandag 28 juli 2025

Meeste grondwaterstanden rond normale waarde

Er is de nodige neerslag gevallen in het gebied van Waterschap Vechtstromen, waardoor de meeste grondwaterstanden zijn gestegen tot normale waarden voor de tijd van het jaar. De komende week wordt wisselvallig weer verwacht met niet al te hoge temperaturen. Ook de watervraag vanuit het IJsselmeer en de IJssel zal vrij laag blijven.

Het oppervlaktewater is de afgelopen periode aangevuld. Door de regen ontstaat er iets meer afvoer op de Vecht. 

Via het gemaal Eefde wordt er op dit moment ongeveer 5 kuub water per seconde vanuit de IJssel via het Twentekanaal naar ons gebied aangevoerd. Dit zal in de komende weken, indien nodig, verder opgehoogd worden. Wanneer de waterstand in de IJssel te ver daalt, kunnen de reguliere pompen van het gemaal niet meer voldoende water oppompen uit de IJssel naar het Twentekanaal. Dan worden Tijdelijke Pompinstallaties (TPI’s) ingezet. De eerste is eerder dit jaar al geplaatst, een tweede installatie zal worden bijgeplaatst wanneer meer aanvoer nodig is.

In het noordelijk deel van het gebied voert men via het Oranjekanaal en de Hoogeveensche Vaart water aan vanuit het IJsselmeer. Momenteel wordt er circa 2 m3/s aangevoerd uit het IJsselmeer. We verwachten dat de wateraanvoer komende week weinig zal veranderen.

Het hele jaar is de beregeningsregeling van kracht. Dat houdt in dat er geen water uit een waterloop mag worden onttrokken wanneer er over de eerstvolgende benedenstroomse stuw geen water meer stroomt.

Er is per 2 juni een onttrekkingsverbod ingevoerd voor oppervlaktewater uit openbare vijvers waar geen wateraanvoer mogelijk is. Dit doen we om te voorkomen dat deze vijvers een te lage waterstand krijgen en de kwaliteit van het water vermindert.

vrijdag 25 juli 2025

De oceaan als gigantische bron van lithium

Onderzoekers hebben een methode ontwikkeld om lithium direct uit zeewater te winnen, zonder traditionele mijnbouw. Lithium is essentieel voor batterijen in smartphones, laptops en elektrische voertuigen, maar wordt nu vooral uit mijnen en zoutmeren gehaald—een proces dat duur is, milieuproblemen veroorzaakt en politiek kwetsbaar is. Zeewater bevat gemiddeld 230 miljard ton lithium, ongeveer duizend keer meer dan de bekende mondiale reserves, maar tot nu toe was het winnen ervan niet economisch haalbaar.

Wetenschappers van het Amerikaanse Argonne National Laboratory en de Universiteit van Chicago hebben een membraan ontwikkeld uit vermiculiet, een goedkope klei. Door nanotechnologie hebben ze dit membraan tot ultradunne lagen geschaafd, versterkt met kleine aluminiumoxide-pilaren om stabiliteit in zout water te garanderen.

Dit membraan werkt selectief: lithiumionen passen door het filter, terwijl magnesium en natrium worden tegengehouden. Dit komt doordat het membraan na lading met natrium positief wordt, waardoor lithium (dat een lagere lading en kleinere iongrootte heeft) wél, en magnesium (met hogere lading) níét wordt toegelaten.

De onderzoekers zien ook potentie voor het herwinnen van andere kritieke mineralen uit waterbronnen, zoals kobalt, nikkel of zeldzame aardmetalen. Ze denken dat hun membraantechniek bovendien ingezet kan worden om water te zuiveren, bijvoorbeeld voor drinkwaterproductie.

donderdag 24 juli 2025

Drinkbaar water uit zeewater zonder extra energie, een mogelijke oplossing voor waterschaarste

Onderzoekers van Cornell University (VS) hebben een innovatief apparaatje ontwikkeld dat zeewater omzet in drinkwater en waterstof — geheel aangedreven door zonne-energie.

Zonnepanelen zetten zonlicht om in elektriciteit (ca. 30 % efficiëntie), waarvan een deel wordt gebruikt voor elektrolyse (waterstofproductie) en een deel als warmte voor verdamping van zeewater. De warmte verdampt zeewater, waarna het zout achterblijft, terwijl de stoom condenseert tot fris drinkwater. De geproduceerde waterstof is duurzaam, en op termijn hoopt men groene H₂ te maken voor slechts $1 per kilo.

Het apparaat ter grootte van een handpalm (10 × 10 cm) levert ca. 200 ml waterstof per uur.

Zeewater is overvloedig aanwezig, maar doorgaans niet drinkbaar. Deze technologie maakt het mogelijk om met minimale externe energie zowel drinkwater als waterstof te produceren – een veelbelovende bijdrage aan schone energie en de wereldwijde waterschaarste.

Experts verwachten dat binnen ongeveer 15 jaar productie op industriële schaal haalbaar wordt.

woensdag 23 juli 2025

Onderzoek met helikopter brengt ondergrond van Noord-Nederland in beeld

In de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân wordt de ondergrond in kaart gebracht met helikoptermetingen. Het doel is om te weten waar kleilagen die het onderliggende grondwater beschermen liggen en waar het zoet en zout grondwater zich bevinden. De metingen maken deel uit van het landelijke project FRESHEM-NL (FREsh Salt groundwater distribution by Helicopter ElectroMagnetic survey).

FRESHEM-NL is een landelijke samenwerking van zeven provincies, zeven waterschappen, vijf drinkwaterbedrijven en twee kennisinstituten. De provincies Groningen en Drenthe, waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest, en Waterbedrijf Groningen werken samen in deelregio Groningen-Drenthe. Samen investeren zij ruim € 500.000 in het onderzoek. De uitkomsten worden voor iedereen toegankelijk.

De helikopter meet tot een diepte van ongeveer 200 meter. Die informatie is van belang voor onder andere waterbeheerders, waterproducenten, natuurorganisaties, agrariërs en provincies namens hun inwoners. In kustgebieden zoals Groningen wordt het grondwater steeds zouter. Dat komt onder andere door de stijgende zeespiegel en doordat zout grondwater uit diepe polders omhoog stroomt. Dit wordt verzilting genoemd. Verzilting is slecht voor landbouw, natuur en drinkwater. Zoet grondwater zit vaak onder kleilagen, die het water beschermen. Om ervoor te zorgen dat we zo min mogelijk schade ondervinden van verzilting en er voldoende drinkwater beschikbaar is, is het belangrijk om de ondergrond en het grondwater goed in beeld te hebben. 

De helikopter vliegt overdag op circa 80 meter hoogte met een snelheid van 60 tot 80 kilometer per uur. Onder de helikopter hangt een meetinstrument dat een onschadelijk magnetisch signaal uitzendt. De metingen zijn veilig voor mens, dier en natuur. Uiteraard wordt niet gevlogen in het broedseizoen en gelden er strenge regels voor natuurgebieden.

dinsdag 22 juli 2025

Zetstenen en stortstenen op Marken: frontlinie tegen golven en erosie

De eerste twee versterkte stukken van de dijk op Marken zijn bijna klaar. Eind juli 2025 gaan deze proefvakken open voor bewoners en bezoekers. Dan is goed te zien hoe de nieuwe dijk eruit komt te zien: steen aan de buitenkant, en klei met later nog gras aan de binnenkant.

De stenen tegen de dijk vormen de eerste bescherming tegen golven. Dit voorkomt erosie. Deze stenen zijn belangrijk voor een sterke dijk die jarenlang mee moet gaan. Waar komen die stenen vandaan en waarom gebruiken we juist deze?

Bij de waterlijn worden stortstenen toegepast. Die breken de kracht van de golven. De zetstenen daarboven beschermen de dijk tegen erosie Foto: © Frank Janssens
Stortsteen uit België

Op het onderste deel van de dijk, bij de waterlijn, wordt stortsteen toegepast. Dit is meestal kalksteen. Ook op Marken is dat het geval. Dit kalksteen bestaat uit miljoenen jaren oude versteende schelpen en afzettingen. Ondanks dat ze grotendeels uit zicht blijven, vormen de stortstenen de 1e verdedigingslinie tegen het water. Wanneer een golf op deze stenen botst, wordt de kracht al aanzienlijk verminderd voordat de golf de stenen hogerop de dijk bereikt.

De laag stenen op het talud van de dijk, zetsteen genoemd, bestaat uit zogeheten basaltzuilen. Basalt is een vulkanisch gesteente. Het staat bekend om zijn hardheid en duurzaamheid. Bij de dijkversterking op Marken hergebruiken we dan ook de oude basaltzuilen. Zetsteen helpt om golven die tegen de dijk slaan af te zwakken en erosie van de kern van de dijk te voorkomen.

Omdat Nederlandse kalksteen te zacht is, halen we het stortsteen voor Marken uit België. Via gecontroleerde explosies worden in de groeve grote brokken losgemaakt. Deze stenen worden ter plekke gesorteerd en per schip naar Nederland vervoerd. De reis naar Marken duurt ongeveer 3 dagen. Transport over water is een efficiënte en duurzame keuze om grote hoeveelheden steen te verplaatsen. Eenmaal aangekomen storten we de stortstenen in het water.

Daarna begint het echte ambacht: het leggen van de basaltzuilen op de dijk. Dat gebeurt nog steeds met de hand: een vak dat nog maar weinig mensen in Nederland beheersen. De stenen worden netjes tegen elkaar aan gerold en gezet, precies zoals dat vroeger ook ging.

maandag 21 juli 2025

Meer inzet en maatregelen om stoffen uit water te halen

Vervuilingsbronnen sneller opsporen, toelatingsregels voor gewasbeschermingsmiddelen actualiseren, bedrijven sneller informeren wanneer hun activiteiten leiden tot normoverschrijdingen, lozingsvergunningen sneller KRW-proof maken… Minister Robert Tieman (Infrastructuur en Waterstaat) laat weten welke aanvullende maatregelen worden genomen om sneller te voldoen aan de Europese waterkwaliteitsdoelen (de Kaderrichtlijn Water, KRW).

Het Nederlandse water wordt steeds schoner. Toch bleek eind 2024 uit de tussenevaluatie dat er nog aanzienlijke opgaven resteren om in 2027 aan de KRW te voldoen. Daarom hebben het Rijk, de waterschappen, de provincies, de gemeenten én het bedrijfsleven de handen ineen geslagen en samen verschillende maatregelen afgesproken.

Om te zorgen dat er minder chemische stoffen in het water zullen zitten, presenteert het ministerie een aanpak van 15 punten. Daaronder vallen bijvoorbeeld:

Nieuwe analyses om vervuilingsbronnen op te sporen: Er zijn zowel nationale als regionale initiatieven om de bronnen van KRW-overschrijdingen beter in beeld te brengen.
Toelatingsregels voor gewasbeschermingsmiddelen actualiseren: De toelating van de elf meest schadelijke gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw wordt aangepast. Deze gewasbeschermingsmiddelen bevatten stoffen die te veel in het water zitten en waarvan bewezen is dat de grootste bron afkomstig is uit de landbouw. Begin 2026 komt de interim-methodiek beschikbaar, in 2027 wordt de definitieve methodiek beschikbaar.

Meetgegevens sneller terugkoppelen aan bedrijven: Het ministerie en de waterschappen zorgen dat meetgegevens snel bij agrariërs terechtkomen. Zo kunnen zij nog tijdens het groeiseizoen het gebruik van bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen aanpassen, lozingsvergunningen sneller KRW-proof maken of festen bij rioolwaterzuiveringsinstallaties.

In het water zitten verschillende stoffen die eruit moeten, zoals metalen en geneesmiddelen. De grootste risico’s voor de KRW liggen op het gebied van nutriënten (mest) en gewasbeschermingsmiddelen. Het 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn moet eind dit jaar stappen zetten in de goede richting voor wat betreft nutriënten, de vandaag aangekondigde maatregelen focussen deels op de gewasbeschermingsmiddelen.

Geen enkel land ligt momenteel op koers om in 2027 alle KRW-doelen te halen. Dat geldt ook voor Nederland, ondanks bovengenoemde extra maatregelen. Wel voldoet Nederland op dit moment aan ruim 80% van de doelen, dit percentage zal de komende jaren toenemen.

vrijdag 18 juli 2025

Amsterdammer ontwikkelt eerste 'surf-kas' die kanaalwater zuivert

Frederik van Os neemt met zijn Surf Pill deel aan Amsterdam Doet Mee, het programma waarbij bewoners stemmen op initiatieven die bijdragen aan een leefbare stad. Surf Pill is een compacte drijvende 'surf-kas' die surfen met waterzuivering combineert. 

De waterkwaliteit in Amsterdamse grachten en kanalen staat al langere tijd onder druk. Vorige maand nog waarschuwde de GGD voor verhoogde concentraties van blauwalg en E. coli. Ook landelijk blijft het oppervlaktewater achter bij de Europese normen. Van Os wil die trend keren door waterrecreatie te combineren met ecologisch herstel.

De golfinstallatie is speciaal ontworpen voor ondiepe stedelijke wateren waar het water vaak stilvalt en vervuilt. Het water circuleert binnen het platform via een gepatenteerd zuiveringssysteem, dat het zuurstofgehalte verhoogt en de groei van waterplanten stimuleert. Tegelijk verlaagt het systeem de kans op blauwalg en E. coli. 

Surf Pill werkt met een 'staande golf' waarbij de surfer op één plek blijft terwijl het water beweegt. Dit maakt het veilig voor kinderen vanaf zes jaar en beginners, maar ook bruikbaar voor het trainen van techniek en conditie. Het kastontwerp zorgt voor een geluidsarme werking en maakt gebruik mogelijk in alle seizoenen.

Het project wordt ontwikkeld met technologiepartners. Het Nieuw-Zeelandse YourWave levert de staande-golftechnologie. Het drijvende platform is een ontwerp van Waterstudio.NL, bekend van waterbouwprojecten in onder meer Dubai en de Malediven. Waterspecialist FishFlow Innovations levert de zuiveringscomponenten. Voor het concept is een EU-octrooiaanvraag ingediend. De eerste voorgestelde locatie is de Johan van Hasseltboulevard in Amsterdam-Noord.

Bewoners van Amsterdam kunnen tot 31 juli hun stem uitbrengen via de website van Amsterdam Doet Mee. Bij voldoende steun wil Van Os binnen zes maanden een werkend prototype realiseren.

donderdag 17 juli 2025

Schiermonnikoog proeftuin voor waterinnovatie

Het eiland Schiermonnikoog staat de komende jaren voor uitdagingen op het gebied van waterbeheer. Naast zelfvoorzienend zijn wil Schiermonnikoog ook een inspirerend voorbeeld zijn voor anderen op het gebied van innovatief en duurzaam waterbeheer. De gemeente ziet het eiland als een proeftuin voor waterinnovatie, waar nieuwe oplossingen worden ontwikkeld, getest en gedeeld – van regenwateropvang tot circulair watergebruik. 

Door samen te werken met kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke partners ontstaat een voorbeeld voor de toekomst. Schiermonnikoog laat zien hoe waterbeheer kan bijdragen aan een leefbaar en duurzaam eiland. Wat hiervoor nodig is, staat in het integraal waterplan, dat samen met de eilanders is opgesteld.  

Het Integraal Waterplan beschrijft de maatregelen die nodig zijn om de zoetwaterbel op het eiland te behouden en duurzaam te benutten. De zoetwaterbel zorgt namelijk voor de drinkwatervoorziening op Schiermonnikoog, omdat er geen waterleiding naar het eiland gaat. Een zoetwaterbel is een massa zoet grondwater die op het omliggende zoute water drijft. Het verschijnsel is een gevolg van het feit dat zoet water lichter is dan zout water en in de bodem bijna niet vermengt. Hoe blijft er, ook in de toekomst, voldoende (zoet) water voor drinkwater, landbouw, natuur, bewoning, recreatie en toerisme over? 

Tijdens de stuurgroepvergadering van 3 juli 2025 ondertekenden Wetterskip Fryslân, gemeente Schiermonnikoog, Rijkswaterstaat Noord-Nederland, Natuurmonumenten, Vereniging Boerenbelang Schiermonnikoog, drinkwaterbedrijf Vitens en de provincie Fryslân een samenwerkingsovereenkomst (SOK) voor de volgende stap in de gebiedsgerichte aanpak Schiermonnikoog; de planuitwerkingsfase dijk-en duinversterking. In deze vergadering zijn ook drie belangrijke plannen goedgekeurd. Naast het integraal waterplan en het projectenboek 1EILAUN (geplande werkzaamheden) is ook het plan van aanpak voor de kust en duinen van Schiermonnikoog besproken en goedgekeurd.  

1EILAUN is Schiermonnikoogs voor één eiland. Als 1EILAUN werken de partners uit de stuurgroep de komende jaren aan het versterken van de dijk en delen van de duinen op Schiermonnikoog voor een veilige toekomst. Een dijk- en duinversterking op het eiland , tot stand gekomen  in nauwe samenwerking met iedereen die er woont, werkt en onderneemt. Eilanders, overheden en (eilander-)organisaties brengen als één team belangen samen en zoeken naar innovatieve en duurzame oplossingen, waarbij we oog hebben voor onder andere drinkwater, natuur, landbouw en recreatie. 

dinsdag 15 juli 2025

Vernieuwd rioolgemaal pompt afvalwater Tollebeek naar afvalwaterzuivering

Goed nieuws voor de inwoners en bedrijven in Tollebeek. De renovatie van het rioolgemaal in Tollebeek is afgerond. Het rioolgemaal staat naast de kruising tussen de Tollebekerweg en In Het Vizier. 

Dit rioolgemaal verpompt het afvalwater van alle huishoudens, het industrieterrein en een stukje van het buitengebied naar de afvalwaterzuivering aan de Urkerweg in Tollebeek. 

Jaarlijks stroomt uit Tollebeek zo’n 149 miljoen liter afvalwater naar het rioolgemaal. Gemiddeld 408.000 liter afvalwater per dag. In overleg met de gemeente Noordoostpolder is de afvoer van afvalwater een paar keer onderbroken. Op die momenten is het afvalwater in het rioolstelsel gebufferd. Ook zijn de graafwerkzaamheden extra zorgvuldig, en deels onder toezicht, uitgevoerd. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van hogedruk gasleidingen van de Gasunie in de grond rondom het rioolgemaal.” 

De besturingskast is vernieuwd. Binnenin is de schakelkast voorzien van een elektrische- en besturingsinstallatie. Verder is er een nieuwe debietmeter geplaatst. Deze meet de hoeveelheid afvalwater in het rioolgemaal. Met de combinatie van de debietmeter en de besturing kunnen we nauwkeurig en energiezuiniger het afvalwater verpompen. In dit gebied komt helaas veel regenwater het rioolstelsel in. Daardoor is er na een flinke bui meer afvalwater. Door regelingen in de besturing kan het rioolgemaal sneller en meer afvalwater naar de afvalwaterzuivering verpompen. 

In de natte kelder van het rioolgemaal komt het afvalwater binnen. Hier eheeft men het leidingwerk geleidestangen en niveaumetingen vernieuwd. Ook zijn de vuilwaterpompen en terugslagkleppen voor het verpompen van het afvalwater vervangen. De natte kelder is ook voorzien van een nieuw geurfilter. 

Het terrein rondom het rioolgemaal is weer mooi afgewerkt. De bestaande bestrating is vervangen, opnieuw gelegd en gevoegd. Voor dit rioolgemaal is gekozen voor nieuwe bestrating met een onkruidvrije voeg. Rondom de nieuwe bestrating kan de regen die valt nog steeds in de bodem wegstromen. De grond rondom het rioolgemaal is opgehoogd en geëgaliseerd. Tot slot zijn de putdeksels en afsluiter van de persleiding zijn ook opgehoogd. 

maandag 14 juli 2025

Groter gebied onder Wijchen: verbod op gebruik van slootwater

Waterschap Rivierenland maakt bekend dat per vrijdag 11 juli 2025 een onttrekkingsverbod geldt van oppervlaktewater in een groter gebied langs de Maas bij Wijchen. Het verbod geldt nu van Lienden tot snelweg A73 tussen recreatiegebied Berendonck en Heumen. Met het verbod wil het waterschap schade aan de natuur en waterkwaliteit vermijden bij extreme droogte.

Sinds 25 juni 2025 geldt het verbod al voor gebieden die afwateren op gemaal Van Citters II bij Balgoij. De uitbreiding betreft peilgebieden die afwateren naar gemaal Van Citters I aan de Maas. In deze gebieden mag water uit sloten of vennen niet worden gebruikt voor industrie, landbouw of het besproeien van bijvoorbeeld gazons of sportvelden. Grondwater kan een tijdelijk alternatief zijn. De uitbreiding gaat in op vrijdag 11 juli 2025 en geldt tot nader order.

Op dit verbod geldt een uitzondering: water uit de sloot mag wel worden gebruikt om vee te laten drinken, voor irrigatie via druppelbevloeiing en voor de brandweer. Tussen 12.00 en 18.00 uur mag water uit de sloot bovendien worden gebruikt voor het koelen van appels, peren en stallen. We houden waterpeilen scherp in de gaten. Verslechtert de situatie, dan kan de uitzondering vervallen.

De uitbreiding is nodig omdat in een groter gebied waterstanden blijven dalen, al vroeg in de zomer. Het is niet mogelijk om water vanaf de Maas aan te voeren, daarvoor ligt dit gebied te hoog. De waterhuishouding in dit gebied betekent dat het 'streefpeil' afhankelijk is van kwel en neerslag. Daarvan is al weken nauwelijks sprake en neerslag van enige betekenis wordt voorlopig niet verwacht. Sloten en stuwen vallen nu droog.

Ook in het rivierengebied kan het in de zomer droog zijn. Geen neerslag, hoge temperaturen, laagstaande rivieren - als dat een tijdje aanhoudt, kan er een tekort aan water ontstaan. Droogte is een vorm van extreem weer, net als wateroverlast bij hoosbuien of hoogwater. En extremen zien we steeds vaker in het veranderende klimaat. Lees meer over droogte in het rivierengebied.

Om water in sloten op peil te houden, brengt het waterschap water vanuit de Maas in het Land van Maas en Waal, de Bommelerwaard en Altena. Sinds eind juni schommelt de temperatuur van het water in de Maas tussen 22 en 25˚ C. In warm water kan blauwalg ontstaan. Om te vermijden dat water met blauwalg in de gebieden komt, controleert het waterschap nu op de aanwezigheid van blauwalg bij de inlaten vanuit de Maas.


vrijdag 11 juli 2025

Harde kraamkamer voor schelpdiertjes bleek vooral een buffet voor roofdieren

Je kunt de vorming van mossel- en oesterbanken op zandige zeebodems stimuleren met een harde ondergrond. Maar toen NIOZ-promovenda Sterre Witte schelpen en keien plaatste met een simpele, gladde structuur, bleken de babyschelpdiertjes makkelijke prooien voor zeesterren en krabben. Een complexe, meer grillige structuur was de oplossing. Witte verdedigt haar proefschrift op 11 juli aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Schelpdierbanken, gevormd door mossels en oesters, zijn wereldwijd achteruitgegaan. Sterre Witte, die haar promotieonderzoek deed bij de NIOZ-afdeling Kustsystemen, onderzocht wat we kunnen doen om die achteruitgang tegen te gaan. ‘Ik onderzocht de spelregels die gelden als je de vestiging van mossels en oesters wilt stimuleren in het onderwaterwad, het deel van de Waddenzee dat ook bij eb onder water blijft.

Het meeste onderzoek in de Waddenzee gebeurt op droogvallend wad. Daar is gebleken dat het aanbieden van een harde ondergrond de vestiging van schelpdieren stimuleert. De vraag was of dat in de dieper gelegen delen van de Waddenzee hetzelfde zou zijn. In een grootschalig veldexperiment plaatste de promovenda zestig bakken van 1 vierkante meter gevuld met verschillende harde materialen in tien verschillende geulen van het onder water blijvende wad. Ze vergeleek hierbij vier natuurlijke en twee kunstmatige materialen. Granietkeien, kiezels, lege kokkelschelpen en stukken veenhout – hout vol water zodat het zinkt – waren de natuurlijke materialen. Verder gebruikte ze rifblokken van afbreekbaar plastic, doorvlochten met kokosdraden, en blokjes die oesterrifjes nabootsen.

‘Na anderhalf jaar bleek het nauwelijks uit te maken welk materiaal ik had gebruikt’, vertelt Witte. ‘Op droogvallende locaties vonden andere onderzoekers binnen een half jaar al oesters en mossels. Maar in de diepere delen vond ik maar één oester. En ook van de vorming van mosselbanken op de harde materialen in de geulen was geen sprake.’ De biodiversiteit was wel toegenomen ten opzichte van de kale zandbodem eromheen: er waren onder anderen anemonen, zakpijpen, vissen, kiezelkrabben en zeenaaktslakken op te testlocaties af gekomen. ‘We vonden zelfs een piepklein zeenaaktslakje waarvan we dachten dat het was uitgestorven in de Waddenzee. Ook was het voedselweb daar complexer dan in de omliggende zandbodem. In anderhalf jaar tijd had zich dus echt een gemeenschap gevormd die specifiek was voor deze harde substraten.’

Mooi, maar het ging om mossels en oesters. Waarom zaten die niet op de aangeboden materialen? Witte: ‘Resten van kleine klepjes van Japanse oesters op de substraten bewezen dat er wel meer schelpdieren hadden gezeten. En er zaten wel volop zeesterren, garnalen en krabben. Die eten schelpdieren. In plaats van een succesvolle kraamkamer voor schelpdieren, hadden we een lekker buffet gecreëerd voor roofdieren.’

Witte bedacht er iets op. In een nieuw experiment legde ze kooien om harde substraten heen. ‘Die hadden mazen van een millimeter. Daar konden de roofdieren niet doorheen, maar de vestigende schelpdieren wel.’ Het bleek uitstekend te werken. Buiten de kooitjes waren weinig schelpdieren te vinden, maar in de kooitjes hadden ze zich in hoge dichtheden gevestigd. Witte had het dus bij het rechte eind, predatiedruk speelt een bepalende rol voor de vestiging van schelpdieren, juist in de diepere delen van de Waddenzee. Dat betekent niet we de Waddenzee vol moeten leggen met zulke kooitjes. ‘Dat is ondoenlijk en ook niet wenselijk in zo’n natuurgebied.’

Uiteindelijk vond Witte de oplossing in het introduceren van substraten met een complex oppervlak. ‘Ik vergelijk het met een glad vel papier waarvan je een prop maakt’, zegt Witte. ‘In zo’n oppervlak kunnen jonge schelpdieren een schuilplaats vinden en worden ze niet opgegeten.’ Ze testte dit idee in een laatste veldexperiment met 3D-geprinte piramides met verschillende gradaties van complexiteit. ‘Vestiging van zowel mossels als de in Nederland praktisch uitgestorven platte oester krijgen een boost als je een complexer materiaal neerlegt.’

Alleen: de Waddenzee vol zetten met dat soort piramides is ook niet wat Witte zou aanraden. ‘Maar mochten natuurbeheerders schelpdierbanken willen herstellen, dan weten we nu waarop je moet letten. Ze kunnen overwegen bijvoorbeeld stenen met grillig oppervlak te gebruiken om schelpdiervestiging te stimuleren.’ Witte werkt nu verder als postdoc-onderzoeker aan kustherstel bij de afdeling kustecologie van de Deense Technische Universiteit. ‘In Nederlander zouden we het niet voor mogelijk houden, maar hier in Denemarken zetten ze op onvoorstelbare schaal in op natuurherstel. Bijvoorbeeld door het bouwen van grote steenriffen en nieuwe mosselbanken.’






donderdag 10 juli 2025

62 procent van de Nederlanders ziet waterverspilling als probleem, maar vindt dat ze genoeg doen

Een ruime meerderheid van de Nederlanders maakt zich zorgen over waterverspilling. Toch leidt dat niet tot aanpassing in gedrag. Uit onderzoek door PanelWizard in opdracht van Waterpompshop.nl blijkt dat 62% vindt dat waterverspilling in Nederland een serieus probleem is. Tegelijkertijd zegt 58% zelf al voldoende te doen om het eigen waterverbruik te beperken. 

Recent waarschuwde de Algemene Rekenkamer dat het besparen van drinkwater tekortschiet en de problemen met de drinkwatervoorziening toenemen. De urgentie is zichtbaar – er zijn nu al gevallen waarin bedrijven geen aansluiting meer krijgen. Daarbij is het nog onzeker of de gestelde besparingsdoelen überhaupt worden gehaald.

Een ruime meerderheid van de Nederlanders vindt dat we iets moeten doen tegen waterverspilling. Het valt op dat vrouwen daarop nog iets alerter zijn dan mannen. Ondanks dit brede besef geeft 58% van de respondenten aan dat ze binnen hun huishouden al voldoende doen om waterverspilling tegen te gaan. Slechts 12% van de respondenten erkent dat er binnen hun huishouden nog meer ruimte is voor verbetering. 

Gevraagd naar de bereidheid om maatregelen te nemen antwoordt 72 procent positief. Zij willen korter douchen, alleen volle wasjes draaien en bewuster omgaan met water. Daarnaast is 66 procent bereid om te investeren in waterbesparende middelen, zoals een regenton of een waterbesparende douchekop. 

woensdag 9 juli 2025

Vissen in de lift

In het Rottemerengebied bij sluis Zevenhuizer Verlaat is een vislift gebouwd. Via deze lift kunnen vissen veilig heen en weer zwemmen van het ene naar het andere water. Dat is belangrijk voor een gezonde visstand, biodiversiteit en waterkwaliteit.

In de lift hangt een camera. Van iedere vis die door de vislift zwemt, legt de camera het type en het aantal vast. Zo kunnen we volgen welke vissen waar wanneer waarheen zwemmen. Ook houdt de vislift de waterstanden en de waterkwaliteit in de gaten.

De helderheid van het water en de soorten vissen die je ziet, geven ook een indruk van de waterkwaliteit. Helder water en minder zwevende deeltjes wijst vaak op een goede doorstroming. Voor veel vissoorten is dat gunstig. De aanwezigheid van verschillende vissen laat zien dat er voldoende zuurstof en voedsel in het water is. Door regelmatig de beelden te bekijken, krijgt men een indruk van hoe het water zich ontwikkelt en hoe goed vissen zich door het gebied verplaatsen.

dinsdag 8 juli 2025

Bediening Middenkolk Oranjesluizen volledig hervat

Sinds 4 juli 2025 is de Middenkolk van de Oranjesluizen weer normaal in gebruik en wordt deze weer bediend volgens de dienstregeling.

Tijdens recente werkzaamheden is de verlichting in de Middenkolk vervangen door vleermuisvriendelijke verlichting. Hierdoor werd de kolk niet bediend tussen zonsondergang en zonsopkomst en kon de recreatievaart de Oranjesluizen niet passeren in deze tijdspanne.

Nu de verlichting weer op orde is, kan de Middenkolk ook weer veilig ’s nachts bediend worden.

maandag 7 juli 2025

Maximaal met 45 ton over Zwartewaterbrug bij Hasselt

Overijssel verlaagt het maximale gewicht van het verkeer over de Zwartewaterbrug bij Hasselt. Vanaf 1 juli mogen voertuigen die deze brug gebruiken maximaal 45 ton wegen. Dit blijkt nodig na een beoordeling van de constructieve veiligheid van de brug.

Door slijtage is er een verhoogde kans op schade aan het rijdek en de boogconstructie. Bruggen worden ontworpen voor een levensduur van 80 tot 100 jaar. Maar door meer verkeer en steeds zwaardere voertuigen dan vroeger neemt de kans op schade toe. Dat geldt ook voor de Zwartewaterbrug, Deze brug is in gebruik genomen in 1972. Uit de recente beoordeling blijkt dat het verlagen van het maximale voertuiggewicht naar 45 ton nodig is om de veiligheid van de brug de komende jaren te garanderen, totdat er een nieuwe brug is. 

Hiermee voorkomt men het eventuele bezwijken van de brug en het menselijk leed en de fysieke en financiële schade die dat tot gevolg zou hebben. De Zwartewaterbrug was oorspronkelijk toegankelijk voor al het regulier transport tot maximaal 50 ton en is daarnaast onderdeel van een zogenaamde Lange en Zwaardere Vrachtautocombinatie route.

Voor verkeer zwaarder dan 45 ton betekent dit besluit dat er moet worden omgereden via Zwolle over de A28. Dat levert een forse last op voor de bedrijven die dat betreft.

vrijdag 4 juli 2025

Enorme loods speelt grote rol bij renovatie Krúsrakbrug

Langzaam maar zeker verdwijnt de Krúsrakbrug onder een grote groen-oranje-witte loods. In deze loods krijgt de brug een opknapbeurt. Delen van de houten brug uit 2008 zijn namelijk gaan rotten en scheuren. ‘Om de brug goed te kunnen renoveren, moet hij helemaal droog zijn,’ vertelt projectmanager Martien Tolboom van onze aannemer Koninklijke Oosterhof Holman. ‘In de geïsoleerde loods kunnen we het flink warm maken, waardoor de brug opdroogt. En dat met minimaal energieverbruik. Ook voorkomt de loods overlast door stof en geluid.’

De bouw van de loods duurt ongeveer 7 weken. Begin juni 2025 werden de funderingspalen geheid en halverwege juni begon de opbouw. ‘De loods is enorm: 21 m hoog en 800 m² groot,’ vertelt Tolboom. ‘Dat maakt het bouwen tijdrovend. En dan moeten we ook nog eens om de brug heen werken.’

Zodra de loods er staat, kan het werk van start. ‘Allereerst hangen we ventilatoren op en stoken we de temperatuur op tot 20 graden. Dan bouwen we steigers rond de brug, zodat we bij elk stukje hout kunnen,’ vertelt Tolboom. De volgende stap: een grondige schoonmaakbeurt. ‘Daar komt veel troep vanaf. Dat vangen we op zodat het niet in het milieu terechtkomt.’

Als al dit werk gedaan is, is het twee maanden lang stil in de loods. Dan wordt het er met heaters opgestookt tot 35 - 40 graden. Ventilatoren en drogers beheersen de luchtvochtigheid. Zo wordt de brug door en door droog. ‘We onttrekken naar verwachting zo’n 20.000 liter water aan de brug,’ aldus Tolboom. Daarna kan het beschadigde hout vervangen worden en de brug gecoat. Zo kan hij weer jarenlang mee. En wat gebeurt er met de loods als de brug af is? ‘De loods is demontabel, dus hopelijk kunnen we daar een nieuwe eigenaar blij mee maken.’

donderdag 3 juli 2025

Nieuw digitaal platform ‘Het Waterschapsportaal’ voor betere samenwerking in de watersector

Sinds half juni is het nieuwe ‘Waterschapsportaal’ beschikbaar voor alle waterschappers. Het nieuwe digitale platform is de centrale plek waar waterschappers kunnen zien welke projecten en diensten het Waterschapshuis levert.

Het nieuwe portaal moet voor overzicht, transparantie en betere samenwerking in de watersector gaan zorgen. Het platform is toegankelijk voor medewerkers van waterschappen, STOWA en de Unie van Waterschappen.

Het portaal is toegankelijk voor iedereen met een waterschapsmailadres via: hetwaterschapshuis.nl/waterschapsportaal.

woensdag 2 juli 2025

Start volgende fase Schil Naardermeer

Vanaf 1 juli starten de werkzaamheden van Schil Naardermeer aan de zuid-west/west kant van het natuurgebied.

Deze werkzaamheden zijn onderdeel van het project Schil Naardermeer; een samenwerking van provincie Noord-Holland, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Natuurmonumenten om het Naardermeer toekomstbestendig te maken. Afhankelijk van het weer zijn de werkzaamheden uiterlijk maart 2026 klaar.

Omdat het gebied rond het Naardermeer – de zogenaamde schil – op dit moment niet nat genoeg is, dreigen sommige planten en dieren in het Naardermeer te verdwijnen. Daarom wordt in het gebied rond het Naardermeer een bufferzone ingericht. In deze zone komt meer ruimte voor uitgestrekte rietvelden en mag het waterpeil op een natuurlijke manier licht stijgen. Hierdoor ontstaat een rietlandschap waarin de kwaliteit van de natuur en het water verbetert, en wordt het leefgebied voor specifieke soorten als de purperreiger en grote karekiet uitgebreid. 

Tijdens de uitvoeringsperiode zijn de wandelpaden in de Nieuwe Keverdijkse Polder-Noord en -Zuid niet toegankelijk. Hierdoor is de lange wandelroute ‘Rondje Naardermeer’ (19 km) tijdelijk niet te wandelen. De verwachting is dat die route in de loop van 2026 weer te lopen is. Op de website van Natuurmonumenten is een alternatieve route naar de molen aangegeven: Alternatief Rondje Naardermeer.

De Keverdijk en de fietspaden blijven toegankelijk. Om de veiligheid te waarborgen plaatst de aannemer verkeersborden om weggebruikers te waarschuwen voor transportverkeer. Op locaties waar dat nodig is, komen passeerplaatsen zodat het (fiets)verkeer het werk veilig kan passeren.

Door de nieuwe inrichting van de Nieuwe Keverdijkse Polder Noord en Zuid kan men. regenwater en kwel (water vanuit de ondergrond) langer vasthouden en kan het oppervlaktewaterpeil in de komende jaren stapsgewijs (en belangrijker: op natuurlijke manier) hoger komen. Zo wordt dit gebied natter en kan er meer en steviger riet gaan groeien dat met ‘de voeten’ in het water staat. Met de ontwikkeling van dit waterriet maken we geschikt leefgebied voor de grote karekiet, een soort die verdwenen is in het Naardermeer. Ook de purperreiger kan hier straks nieuw broedgebied vinden. Diverse libellensoorten, heikikkers en ringslangen zullen profiteren van de nattere omgeving. Soorten die landelijk en ook in het Naardermeer onder druk staan. 

De natuur van het Naardermeer staat onder druk door bijvoorbeeld infra, stikstof en weersextremen. Met de nieuwe inrichting ontstaat in de schil rond het Naardermeer de broodnodige uitbreiding van leefgebied van vogelsoorten als de purperreiger, snor en baardmannetje. Veel vogels, maar ook otters en reeën kunnen hier hun voedsel vinden. En in het waterriet gaan naar verwachting veel vogels broeden. Hopelijk komt zelfs de grote karekiet weer terug in het Naardermeer. De waterrijke natuur die zich hier gaat ontwikkelen is erg gewild onder de genoemde (vogel)soorten en trekt altijd snel veel leven aan.