vrijdag 27 juni 2025

Nieuw systeem in de polder helpt bodemdaling te remmen

In de Waardassackerpolder bij Abcoude is een speciaal systeem aangelegd waarmee boeren zelf water in de grond kunnen brengen. Dit heet een actief waterinfiltratiesysteem.

Het systeem helpt om de grondwaterstand beter te regelen. Zo blijft het veen in de bodem nat genoeg. Dit is belangrijk, want zo zakt het veen minder snel. Als veengrond zakt komt er CO2 vrij en kunnen gebouwen of wegen verzakken. Met het systeem werken wij aan onze klimaatdoelen.  Het waterschap werkt al sinds 2019 aan een plan om bodemdaling te remmen.

Het systeem met een pomp in de Waardassackerpolder is een proef. Als het systeem helemaal is aangelegd gaan wij kijken of de waterkwaliteit verandert. Als er geen problemen ontstaan met de waterkwaliteit, dan kunnen we dit systeem in de toekomst vaker gebruiken om bodemdaling tegen te gaan.

De aanleg van dit systeem is onderdeel van een plan voor het gebied. Dit plan is samen gemaakt met de agrariërs en het agrarisch collectief Rijn, Vecht en Venen. Het waterschap hielp met kennis en de vergunning. Provincie Utrecht gaf geld via een subsidie.

donderdag 26 juni 2025

Verbod op gebruik van slootwater van Balgoij tot Heumen

 

Waterschap Rivierenland stelt per woensdag 25 juni een onttrekkingsverbod in van oppervlaktewater in het gebied langs de Maas tussen de Loonse Waard bij Balgoij en snelweg A73 bij Heumen. Met het verbod wil het waterschap schade aan de natuur en waterkwaliteit vermijden bij extreme droogte.

Het verbod geldt in vier peilgebieden die afwateren naar gemaal Van Citters II aan de Maas bij Niftrik. Opgeteld gaat het om ruim 2000 hectare in de gemeenten Wijchen en Heumen. In dit gebied mag water uit de sloot niet worden gebruikt voor industrie, landbouw of het besproeien van bijvoorbeeld gazons of sportvelden. Grondwater kan een tijdelijk alternatief zijn. Het verbod gaat in op woensdag 25 juni en geldt tot nader order.

Op dit verbod geldt een uitzondering tussen 12.00 en 18.00 uur: water uit de sloot mag dan wel worden gebruikt voor het koelen van fruit, het koelen van stallen en om vee te laten drinken. We houden waterpeilen scherp in de gaten. Verslechtert de situatie, dan kan de uitzondering vervallen.

Het is niet mogelijk om water vanaf de Maas aan te voeren, daarvoor ligt dit gebied te hoog. De waterhuishouding in dit gebied betekent dat het 'streefpeil' afhankelijk is van kwel en neerslag. Daarvan is al weken nauwelijks sprake en neerslag van enige betekenis wordt voorlopig niet verwacht. Sloten en stuwen vallen nu droog.

woensdag 25 juni 2025

Verbod om water te halen uit rivieren, beken en sloten

Waterschap Rijn en IJssel stelt vanaf woensdag 25 juni 17.00 uur een onttrekkingsverbod in voor oppervlaktewater. Het is vanaf dan verboden om water te halen uit rivieren, beken en sloten. Dit geldt voor iedereen in de Achterhoek, Liemers en een stukje van de Veluwe en Overijssel. Hoe lang het verbod geldt, hangt af van hoeveel regen er deze zomer en herfst valt.  

Met het verbod wil het waterschap problemen met de waterkwaliteit en volksgezondheid voorkomen. Het verbod is nodig omdat het heel droog is in dit gebied. Het regent te weinig en het is warm voor de tijd van het jaar. Het waterschap heeft steeds meer moeite om de waterstanden op peil te houden. Te weinig water in de beken is niet goed voor de dieren en planten in en om de beek. Het water warmt dan sneller op en er komt minder zuurstof in het water. Het waterschap wil met het verbod ook schade aan planten en dieren in het water voorkomen.

Het waterschap voert extra controleres uit vanuit de lucht en vanaf het land. Het verbod geldt voor iedereen. Ook voor mensen die een vergunning hebben om water op te pompen uit rivieren, beken en sloten.  

Ook het grondwater staat lager dan normaal in deze tijd van het jaar. Dit zorgt nog niet voor hele grote problemen. Het neerslagtekort is nu opgelopen tot 173 mm. Dat is hoger dan in het zeer droge jaar 2018. Het neerslagtekort zal de komende periode nog verder oplopen.

Steeds meer sloten en beken worden afvoerloos. Dat betekent dat het water niet meer stroomt. De waterstanden in deze beken en sloten worden steeds lager, zoals bij de Baakse Beek en de Boven Slinge. Een aantal kleinere beken is al drooggevallen. De verwachting is dat de komende weken nog meer sloten en beken zullen droog vallen. 

Waterschap Rijn en IJssel verwachten dat het aantal plekken met blauwalg de komende periode toeneemt. Dat komt doordat het water op veel plekken niet meer stroomt en warmer wordt. 

dinsdag 24 juni 2025

Gezamenlijke aanpak om Texelse kust en natuur te versterken

De kustpartijen hebben gekozen voor vier maatregelen die de zuidwestkust van Texel beschermen tegen hoogwater, de natuur versterken en ruimte geven aan recreatie.

Het gaat om een andere manier van zand opspuiten voor de kust, het aanleggen van ‘kerven’ (windsleuven) in de buitenste duinenrij, het weghalen van duintoppen en het bepalen van een plaats voor de strandpaviljoens voor de komende 10 jaar. De provincie Noord-Holland, gemeente Texel, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en Defensie zijn het daarover eens geworden. Ook het college van burgemeester en wethouders van Texel stemt ermee in om dit voor te leggen aan de gemeenteraad. 

Gedeputeerde Rosan Kocken van de provincie Noord-Holland: “Met deze maatregelen geven we ruimte aan de zee en wind om zand vanaf het strand het duingebied in te laten stuiven. Hierdoor worden de duinen breder en sterker en groeien ze mee met het stijgende zeewater. Tegelijkertijd herstellen we waardevolle duinnatuur. Dat is een mooi resultaat van een goede samenwerking.” 

De kustpartijen werken deze maatregelen verder uit tot 1 totaalontwerp. Na de zomer is er een informatiebijeenkomst voor inwoners over de gekozen maatregelen en de vervolgstappen. 

Rijkswaterstaat past het kustonderhoud voor de zuidwestkust van Texel aan. Rijkswaterstaat ziet kansen in het opspuiten van een grotere hoeveelheid zand in 2027/2028 voor een periode van 4 tot 6 jaar, in plaats van eens in de 3 jaar. Dit wordt de komende maanden verder uitgewerkt. Deze andere manier van zand aanbrengen is beter voor het in standhouden van de kustlijn, de waterveiligheid en de natuur. Door minder vaak zand voor de kust te storten, wordt het bodemleven en ook de strandrecreatie minder verstoord.

Er komen 10 kerven (windsleuven) in de buitenste duinenrij langs de Noordzeekust van Texel. Deze worden gefaseerd over een langere periode aangelegd. Ook het weghalen van duintoppen in de zeereep tussen strandpaal 8 en de Jan Ayeslag gebeurt geleidelijk. Staatsbosbeheer werkt de beste locaties verder uit. De kerven worden zo ontworpen, dat de bodem meters boven zeeniveau ligt. Zo kan er geen zeewater het achterland kan instromen. 

De strandpaviljoens bij paal 9 en paal 12 moeten steeds worden verplaatst als de duinen aangroeien. Dat maakt het voor de paviljoenhouders moeilijk om te investeren in hun bedrijf. Daarom gaan Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), gemeente, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer samen met de ondernemers een plaats bepalen waar de paviljoens de komende 10 jaar kunnen blijven staan. Dat geeft de ondernemers meer zekerheid en de recreanten een plek waar ze terecht kunnen. 

Het pakket aan maatregelen is gekozen op basis van uitgebreid onderzoek naar kustdynamiek in zuidwest-Texel (vanaf paal 12 tot en met de Hors). Een omgevingswerkgroep van grondeigenaren, ondernemers en natuurbeschermers) heeft actief meegedacht. Ook de inwoners zijn betrokken. De provincie Noord-Holland, gemeente Texel, Staatsbosbeheer, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat en Rijksvastgoedbedrijf/Defensie werken samen aan de Kustvisie en Meerjarenprogramma Opent een externe link voor het Texelse strand en duingebied.

maandag 23 juni 2025

Onderhoud Amsterdam-Rijnkanaal gegund aan Combinatie Aqua Optimum

Rijkswaterstaat heeft de opdracht voor het meerjarig onderhoud van het Amsterdam-Rijnkanaal gegund aan de combinatie Aqua Optimum – een samenwerking tussen Van Doorn, Equans en Dura Vermeer. Het contract, met een waarde van 33 miljoen euro en een looptijd van vijf jaar (met een mogelijke verlenging van twee jaar), betreft het beheer van de vaarwegen Amsterdam-Rijnkanaal, Lekkanaal en Merwedekanaal en bijbehorende sluizen en bruggen.

Vanaf 1 december 2025 is de combinatie verantwoordelijk voor de instandhouding, monitoring, werking en prestaties van het Utrechtse natte areaal van Rijkswaterstaat, dat zich uitstrekt van Amsterdam tot Tiel. Door intensieve samenwerking met Rijkswaterstaat beperkt Aqua Optimum hinder voor zowel de scheepvaart als het wegverkeer.
=
Voor deze opdracht heeft Rijkswaterstaat gekozen voor een nieuwe manier van samenwerken. Daarom zijn alle inschrijvingen voor het onderhoudscontract beoordeeld op de aspecten samenwerking en assetmanagement. Dit nieuw onderhoudscontract werkt iets anders dan de traditionele prestatiecontracten: experts van de opdrachtgever en opdrachtnemer bepalen gezamenlijk wat de onderhoudsbehoefte is. Dit doen we op basis van areaaldata (prestaties, risico’s en kosten). Zo managen we samen snel en effectief het onderhoud en tillen we het assetmanagement naar een hoger niveau.

De combinatie onderscheidt zicht door te werken aan de succesvolle ketensamenwerking, het verbeteren van de areaalgegevens en het datagedreven onderhoud. Ook worden de onderhoudsfrequenties voor groen, civiel en smeerregimes geoptimaliseerd. Daarnaast zorgt de combinatie Aqua Optimum, samen met opdrachtgever Rijkswaterstaat, voor een effectieve samenwerking met onderaannemers en toeleveranciers.

vrijdag 20 juni 2025

Interne maatregelen door hoge kosten bij Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat heeft te maken met te hoge organisatiekosten en dat vraagt om maatregelen die helpen om de financiën weer in balans te brengen de komende jaren.

Rijkswaterstaat beperkt de te hoge kosten met herstelplan HeRA. Dit zal de organisatie in 2025 een besparing van ongeveer 50 miljoen euro opleveren.

Om de financiën weer in balans te brengen, is Rijkswaterstaat in maart 2025 gestart met het herstelplan ‘Herstel Resultaat Agentschap’ (HeRA). Hiermee neemt Rijkswaterstaat nu en de komende jaren maatregelen voor een financieel duurzame organisatie.

De maatregelen in 2025 bestaan uit directe besparingen. Dit betreft posten die niet direct het primaire proces raken.

Er zijn meerdere redenen voor de te hoge kosten. Om de infrastructuur, de vergunningverlening (VTH) en cyberveiligheid op peil te houden, moest Rijkswaterstaat bijvoorbeeld extra mensen aannemen. Hier was niet altijd dekking voor en daarom werd het eigen vermogen aangewend.

De afgelopen jaren kon de organisatie dit soort kosten opvangen, maar dat kan niet meer doordat het eigen vermogen te snel slinkt.

Rijkswaterstaat start in juli 2025 met directe maatregelen zoals het met twee maanden vertragen van het openstellen van vacatures. Maar ook het beperken van inhuur en uitstellen van materiële uitgaven en investeringen is een directe maatregel.

Daarnaast vraagt Rijkswaterstaat extra soberheid en kostenbewustzijn van iedereen binnen de organisatie.

donderdag 19 juni 2025

Onderzoek naar seismische monitoring

In de Noordzee, op circa 20 kilometer van de kust bij Hoek van Holland, start binnenkort een experimenteel onderzoek van de Universiteit Twente (UT) naar een innovatieve vorm van seismische monitoring. Universiteit Twente en het CO2-transport- en opslagproject Porthos werken in dit onderzoek samen. Binnen de 500-meterzone van het P18-A-platform van Porthos worden enkele maritieme seismometers geplaatst die continu metingen uitvoeren van trillingen in de ondergrond. Deze techniek moet leiden tot een beter begrip van ondergrondse processen en levert waardevolle inzichten op voor veilige en verantwoorde CO₂-opslag.

Dit project is onderdeel van het DICTUM-onderzoek, dat zich richt op het verbeteren van de beeldvorming van diepe ondergrondstructuren in Nederland. Waar seismische gegevens traditioneel worden verzameld met land gebaseerde netwerken, maakt DICTUM gebruik van sensoren direct op de zeebodem. Door de korte afstand tot het CO2 -injectiepunt van Porthos is het mogelijk om subtiele signalen beter waar te nemen, wat bijdraagt aan vroegtijdige detectie van eventuele veranderingen in de ondergrond, zodat hierop kan worden geacteerd.

De UT speelt een centrale rol binnen het project en ontwikkelt technieken om bestaande seismische meetprincipes geschikt te maken voor offshore toepassingen. Deze aanpak is vernieuwend binnen Nederland en draagt bij aan het ontwikkelen van internationaal toonaangevende kennis op het gebied van geomechanica en ondergrondmodellering.

De UT ontwikkelde een innovatief seismometer systeemconcept dat real-time lokale seismische activiteit in de Noordzee monitort. Een dergelijk systeem bestond nog niet, omdat de ondiepe en drukke Noordzee te dynamisch is voor de huidige seismologische sensortechnologie. De ontwikkeling van het systeem is gecoördineerd door Dr. Islam Fadel binnen het DICTUM-project. “Deze samenwerking met Porthos is een unieke mogelijkheid om het nieuwe concept te testen, het systeem verder te ontwikkelen, het gebied beter te monitoren en onze kennis van de geologie onder de Noordzee te vergroten.”

woensdag 18 juni 2025

Wereldwijde rivieren transporteren oude koolstof van land naar atmosfeer

Een nieuwe studie heeft voor het eerst aangetoond dat oude koolstof, die duizenden jaren of langer in landschappen is opgeslagen, zijn weg terug naar de atmosfeer kan vinden als CO₂ die vrijkomt uit het oppervlak van rivieren.

De bevindingen, onderzocht door wetenschappers van de Universiteit van Bristol, de Universiteit van Oxford, de Vrije Universiteit Amsterdam en het UK Centre for Ecology and Hydrology, laten zien dat planten en ondiepe bodemlagen waarschijnlijk jaarlijks ongeveer een gigaton meer CO₂ uit de atmosfeer verwijderen dan we dachten. Dit benadrukt hun cruciale en grotere rol in de strijd tegen klimaatverandering. De studie is gepubliceerd in Nature als coverstory. 
 
Hoofdauteur Dr. Josh Dean, universitair hoofddocent biogeochemie en UKRI Future Leaders Fellow aan de Universiteit van Bristol: "De resultaten verrasten ons, omdat blijkt dat oude koolstofvoorraden veel meer naar de atmosfeer lekken dan eerdere schattingen suggereerden. De implicaties zijn potentieel enorm voor ons begrip van de wereldwijde koolstofuitstoot. Planten en bomen nemen CO2 op uit de atmosfeer en kunnen deze koolstof vervolgens duizenden jaren in de bodem opslaan.''

Rivieren transporteren en stoten methaan en koolstofdioxide uit als onderdeel van de wereldwijde koolstofcyclus. Tot nu toe dachten wetenschappers dat het grootste deel hiervan een snelle omzetting was, voortkomend uit de recycling van recente plantengroei, organisch materiaal dat in de afgelopen 70 jaar is afgebroken en in het riviersysteem terecht is gekomen. Deze nieuwe studie wijst echter het tegenovergestelde uit: meer dan de helft, zo'n 60%, van de uitstoot wordt toegeschreven aan langetermijnkoolstofopslag die honderden tot duizenden jaren geleden, of zelfs langer, is opgebouwd. 

"Onze bevindingen tonen aan dat een deel van deze oude koolstof, evenals de oude koolstof uit gesteenten, zijwaarts in rivieren lekt en zo terug in de atmosfeer terechtkomt. We weten nog niet hoe mensen deze stroom van oude koolstof beïnvloeden, maar we weten wel dat planten en bomen vandaag de dag meer koolstof uit de atmosfeer moeten opnemen om deze onopgemerkte uitstoot van oude koolstof te kunnen verklaren", legt Dean uit. 

dinsdag 17 juni 2025

Waterschap Rivierenland onderzoekt de Zuidelijke Waaldijk op sterkte en veiligheid

Dijken houden ons rivierengebied veilig. Daarom worden de dijken regelmatig getoetst aan de wettelijke veiligheidsnorm. In 2022 kregen vier trajecten langs de Zuidelijke Waaldijk tussen Weurt en Zaltbommel een 'voorlopig veiligheidsoordeel'. Dit betekent dat er nog niet voldoende details en bevindingen zijn om de sterkte en veiligheid van de dijk te bepalen. 

Daarom voert het waterschap diverse grondonderzoeken uit langs de Waaldijk. De grondonderzoeken zijn in oktober 2024 gestart en lopen nog door tot 2026. In juni start het waterschap met het onderzoeken van het tweede traject; Deest Boven-Leeuwen. Direct betrokkenen ontvangen hierover een brief.

De grondonderzoeken bestaan uit het uitvoeren van handboringen, mechanische boringen, sonderingen en het plaatsen van peilbuizen. Hand- en mechanische boringen geven een goed beeld van de opbouw van de verschillende grondlagen. De grondmonsters worden onderzocht in een laboratorium. Sonderingen meten de samenstelling en draagkracht van de ondergrond. En peilbuizen meten de grondwaterstanden over een langere periode, bijvoorbeeld tijdens hoge waterstanden of tijdens droogte. De peilbuizen blijven een paar jaar in de grond en worden regelmatig uitgelezen. Met de gegevens van al deze onderzoeken ontstaat een goed beeld van de kwaliteit en sterkte van de dijk. De onderzoeken kunnen enige overlast geven op de dijk.

Binnen het project ‘Zuidelijke Waaldijk’ onderzoekt het waterschap de dijk tussen Weurt en Zaltbommel, verdeeld over de dijktrajecten: Weurt-Deest, Deest-Boven Leeuwen, Boven Leeuwen-Dreumel en Rossum-Zaltbommel. In totaal gaat het om ruim 50 km. Op basis van de resultaten van de onderzoeken wordt bepaald of er gestart moet worden met een verkenningsfase. Tijdens een verkenningsfase wordt beoordeeld of de dijk versterkt moet worden. In het najaar start de verkenningsfase van het traject Weurt-Dreumel.

maandag 16 juni 2025

Besluit tot splitsing Waternet bekendgemaakt

Het college van B&W van de gemeente Amsterdam en het dagelijks bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht hebben het besluit om Waternet te splitsen bekend gemaakt. Zo ontstaan er twee aparte waterorganisaties. 

Door de splitsing voldoen gemeente en waterschap aan de regels en aanbevelingen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de belastingdienst en de Rekenkamer Metropoolregio Amsterdam. Dat lukt niet goed met de huidige organisatievorm. Het algemeen bestuur van het waterschap moet nog instemmen met het voorstel om Waternet te splitsen. De gemeenteraad wordt om wensen en bedenkingen gevraagd.

Simon Deurloo, lid van het dagelijks bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht: ‘Met de splitsing van Waternet start het bouwen aan een zelfstandige organisatie voor waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Er liggen grote uitdagingen voor ons om ook in de toekomst te kunnen blijven zorgen voor veilig, schoon en voldoende water. Daarbij blijft de watercyclus nog steeds belangrijk: we werken nauw samen met de gemeentes in ons gebied aan innovatie en onderzoek.’

Belangrijkste besluiten
Er komt een zelfstandige organisatie voor de taken van het waterschap: schoon, voldoende en veilig water
De Amsterdamse watertaken blijven tijdelijk binnen de aangepaste stichting.
Er wordt onderzocht hoe de Amsterdamse riool- en watertaken op termijn kunnen worden opgenomen in de organisatie van gemeente Amsterdam.
Er komt een onderzoek naar een aparte organisatie voor drinkwater en de mogelijkheden om te gaan samenwerken met andere drinkwaterbedrijven.

Alle medewerkers van Waternet krijgen een plek in een van de nieuwe waterorganisaties.
Gemeente Amsterdam en het waterschap gebruiken nog minimaal vijf jaar samen het hoofdkantoor aan de Amstel.

De komende tijd spreken het algemeen bestuur en de gemeenteraad over dit besluit. De laatste bespreking is 10 juli. De splitsing gaat in per 1 januari 2026. Het doel van dit besluit is om helemaal te splitsen. Het waterschap en de gemeente werken voor bijvoorbeeld ICT, de meldkamer en de crisisorganisatie nog tijdelijk organisatorisch samen. De ondernemingsraad is nauw betrokken bij de splitsing. Medewerkers krijgen de komende tijd stap voor stap informatie over de gevolgen voor hun werk.

vrijdag 13 juni 2025

Brabant Water opent spoelwaterterugwinunit in Loosbroek

Brabant Water heeft een nieuwe spoelwaterterugwinunit (STU) in gebruik genomen. Deze geavanceerde installatie markeert een belangrijke stap in de richting van duurzaamheid en efficiënt watergebruik. Met de installatie worden er miljoenen liters drinkwater bespaard.  

Met de spoelwaterterugwinunit wordt een indrukwekkende hoeveelheid water bespaard. In totaal gaat het om 211.410 m³ water. Dat staat gelijk aan maar liefst 85 olympische zwembaden óf aan 35,2 miljoen keer het toilet doorspoelen.

De officiële opening van de spoelwaterterugwinunit vond plaats op het waterproductiebedrijf in Loosbroek, in de gemeente Bernheze. De opening werd verricht door algemeen directeur van Brabant Water Rob van Dongen, samen met burgemeester Mark de Man en wethouder Rien Wijdeven van de gemeente Bernheze.

De spoelwaterterugwinunit werkt door het efficiënt terugwinnen en hergebruiken van spoelwater dat anders verloren zou gaan. Dit innovatieve systeem zorgt ervoor dat het water dat gebruikt wordt tijdens het productieproces opnieuw kan worden ingezet en uiteindelijk gebruikt kan worden als drinkwater. Zo wordt van al het grondwater dat gewonnen wordt ook daadwerkelijk drinkwater gemaakt. Inmiddels staan op meerdere locaties van Brabant Water spoelwaterterugwinunits.

donderdag 12 juni 2025

Meer drinkwater uit de Amsterdamse Waterleidingduinen

Waternet wil meer drinkwater maken in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Daarom hebben we een vergunning aangevraagd bij de provincie Noord-Holland. Dat is nodig omdat Amsterdam groeit. Iedereen wil ook over een paar jaar nog genoeg drinkwater hebben.

Waternet wil het zo regelen dat de natuur er geen last van heeft. Sterker nog: de natuur wordt er zelfs beter van. De provincie heeft nu een ontwerpbesluit gepubliceerd. We hopen in september de vergunning te krijgen.

In 2023 gebruikten we in Amsterdam 95 miljard liter drinkwater. In 2030 verwachten we 105 miljard liter nodig te hebben. Dat komt doordat er meer mensen komen wonen. Ook verandert het klimaat. Daarom nemen we nu al maatregelen. Zo zorgen we dat iedereen goed en genoeg drinkwater blijft houden.

Met de nieuwe vergunning mogen we elk jaar 75 miljard liter drinkwater maken in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dat is 5 miljard liter meer dan nu. Het extra water komt uit de rivier de Lek. In de duinen maken we dit water schoon. Onderzoek laat zien dat de natuur en het grondwater in en rond de duinen geen schade oplopen. De natuur gaat er zelfs op vooruit.

woensdag 11 juni 2025

Renovatie Papendrechtsebrug (N3) in 2026 zorgt voor grote hinder

Het beweegbare deel van de Papendrechtsebrug in de N3 is in 2026 aan vervanging toe. Om deze grootschalige renovatie uit te kunnen voeren moet de brug ruim 9 maanden dicht voor het wegverkeer vanaf juli 2026. De hoge scheepvaart kan vanaf juni 2026 ruim 14 maanden lang circa 1 keer per maand de brug passeren. Voor fietsers en voetgangers wordt een pont ingezet.
 
In goede samenwerking en afstemming met regionale bestuurders en de maritieme sector is er gekozen voor een uitvoeringsmethode waarbij de scheepvaartindustrie, weliswaar beperkt, toch bereikbaar blijft. Met gemiddeld 1 brugdraai per maand is een middenweg gevonden om de hinder voor weg- en scheepvaartverkeer zo eerlijk mogelijk te verdelen. De brug is van groot belang voor het weg- en fietsverkeer tussen Dordrecht en Papendrecht en voor de hoge schepen (>12,90 m) van de grote scheepsbouwers in de Drechtsteden. De brug is de enige ontsluiting naar de Beneden-Merwede. Er is geen omvaarroute.

Rijkswaterstaat heeft overlegd met hulpdiensten en de zorgsector over het project en de gevolgen van de lange afsluiting. Het uitgangspunt is dat de hulpverlening in de Drechtsteden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden op peil moet blijven en aanrijtijden gehaald moeten worden.

Wegverkeer wordt omgeleid via de A15 en A16. (Brom)fietsers kunnen gebruik maken van een pont. De komende maanden werken we samen met de Drechtsteden, de hulpdiensten, OV-bedrijven en Zuid-Holland Bereikbaar aan een pakket van maatregelen om de hinder zoveel mogelijk te beperken.

dinsdag 10 juni 2025

Definitief plan voor verbetering Maasnatuur tussen Ohé en Laak en Reuver

Rijkswaterstaat werkt al geruime tijd aan het ecologisch herstel van de Maas. Voor de noordelijke Grensmaas en zuidelijke Zandmaas is het definitieve Projectbesluit vastgesteld. Daar worden zeven locaties in de uiterwaarden natuurvriendelijker ingericht. Het besluit ligt nu voor een laatste keer ter inzage.

Door menselijk ingrijpen is er door de jaren heen veel veranderd aan het Maaslandschap. Het waterleven in daardoor in de knel gekomen. De herstelmaatregelen zorgen voor meer leefgebied voor de flora en fauna die thuishoren in en langs de rivier.

Een belangrijke basis hiervoor is de Europese Kaderrichtlijn Water, die zich richt op het verbeteren en beschermen van onze oppervlaktewateren.

Ter hoogte van Ohé en Laak en Stevensweert staat het terugbrengen van stromend water in de uiterwaarden op het programma. Dat gebeurt door vier grindwinplassen via geulen aan te takken op de Maas. Dit biedt een gunstig leefgebied voor planten en dieren zoals de barbeel en rivierprik. Ook gaat hierdoor de waterkwaliteit in de plassen zelf erop vooruit. Op verschillende plekken komen er oversteekvoorzieningen in de nieuwe geulen in de vorm van aarden dammen met duikers.

Daarnaast worden in dit gebied enkele stukken Maasoever ‘ontsteend’ voor een natuurlijkere overgang van water naar land. Dat houdt in dat de harde stenen oeververdediging tot onder de waterlijn wordt weggehaald.

In het zuidelijke deel van de Zandmaas worden kwelgeulen hersteld. Dat zijn geïsoleerd liggende geulen onderaan de hogere terrassen die zijn gevuld met grondwater dat afstroomt uit de naastgelegen terrasrand en op lage delen omhoog kwelt. Daar horen bijzondere planten en dieren thuis die van stilstaand, zuiver en mineraalrijk water houden. Kwelmilieus zijn karakteristiek voor de Maas tussen Roermond en Mook, die ook wel de Terrassenmaas wordt genoemd.

Dit staat te gebeuren bij de maatregelen Geul De Weerd-Reuver  en Geul Hansummerweerd-Oude Maasarm . Op die laatste plek krijgt bovendien de Swalm een nieuwe monding, direct bij de Maas. Zo verbetert de optrekbaarheid voor vissen. Verder krijgt de Maasarm een ecologische impuls door enkele kleinschalige ingrepen. Een verandering ten opzichte van het eerdere ontwerp is dat de plaatbrug voor onderhoudsverkeer over de nieuwe uitmonding van de Swalm komt te vervallen.

maandag 9 juni 2025

Pompveld: na tien jaar sleutelen neemt natte natuur het over

Bedreigde soorten als de grote en kleine modderkruiper en de bittervoorn voelen zich er thuis. Maar ook de bever, de purperreiger en steeds meer mensen genieten al van de robuuste natte natuur in het Pompveld-Andelsch Broek. Brabants Landschap en Waterschap Rivierenland zijn klaar met sleutelen aan dit unieke natuurgebied in het hart van Altena. Donderdag 22 mei legden zij symbolisch de puzzel. Nu is er alle ruimte voor water en natuur.

Tien jaar lang is gewerkt aan een bijzonder natuurgebied: Natura2000, Natte Natuurparel in Brabant, onderdeel van Natuurnetwerk Nederland. Van oudsher was dit lage komgrond tussen de oeverwallen langs de Maas en de Alm. Na de ontginning van het rivierkleigebied van Altena was dit het laatste moerasbos, met daarin een eendenkooi. Die werd gespaard in de ruilverkaveling, inclusief een afpalingsrecht van 753 meter waarbinnen geen verstoring mocht zijn. Na de ruilverkaveling verdroogde de omgeving. Het Pompveld werd een waardevolle natte ‘peilhorst’, waar het water hoger staat dan in het omliggende landbouwgebied.

In de afgelopen tien jaar werkten Brabants Landschap en Waterschap Rivierenland, met steun van de provincie Noord-Brabant, aan versterking van de waterhuishouding en natuurwaarden in het Pompveld. Aannemer Van der Plas uit Giessen verzette bergen.

De aankoop van tachtig hectare landbouwgrond, omringd door de natuur, betekende een uitbreiding tot één aaneengesloten natuurgebied. De aanwinst werd ingericht als vochtig hooiland en nat schraalland, bossen, dynamisch moeras en open water. Bos werd onder meer aangeplant bij het 25-jarig jubileum van Trees for All. Aan de drogere randen staan vruchtdragende soorten als haagbeuk, winterlinde en zomereik. In het natte bos staan zwarte els, fladderiep en verschillende soorten wilg.

Voor wandelaars werd het gebied toegankelijker en aantrekkelijker met nieuwe wandelroutes en een uitkijkheuvel, het bestaande reservaat blijft uitsluitend beschikbaar voor de natuur. Leerlingen van basisschool de Halm in Almkerk ontwierpen hun ideale educatie-eiland met stapstenen, een waterpomp, klautertoestellen en andere ontdekmogelijkheden. Dit werd mede mogelijk gemaakt door de Bedrijfsvrienden van Brabants Landschap uit de regio Altena.

vrijdag 6 juni 2025

Renovatie rioolgemaal Philippine

Vanaf dinsdag 3 juni 2025 starten de werkzaamheden aan rioolgemaal Philippine aan de Jacob Hobeinstraat. Het gemaal heeft groot onderhoud nodig om de inzetbaarheid te kunnen waarborgen. De werkzaamheden nemen volgens planning 14 weken in beslag.

Rioolgemaal Philippine verpompt het afvalwater van de kern Philippine. Het afvalwater gaat via een persleiding naar rioolgemaal Zandweg bij Zandstraat. Via Zandstraat gaat het verzamelde afvalwater naar onze rioolwaterzuivering in Terneuzen.  

De renovatie van het rioolgemaal bestaat uit diverse werkzaamheden zoals het vernieuwen van de volledige elektrische en mechanische installatie. Men vernieuwt ook een aantal leidingen en het beton in de kelder krijgt een nieuwe beschermlaag.

Tijdens de werkzaamheden plaatst men buiten het gemaal een tijdelijke pompinstallatie. De pomp is geluidsarm en draait alleen bij de aanvoer van afvalwater, maar kan voor u als direct omwonende mogelijk enige overlast veroorzaken.

donderdag 5 juni 2025

Dollarddijk wordt de komende jaren versterkt

De Dollarddijk, tussen de Punt van Reide en de Duitse grens, wordt de komende jaren versterkt. Dit jaar is gestart met de Verkenning van de Versterking van de 15 kilometer lange Dollarddijk.

Bij het demonstratieproject Brede Groene Dijk is 750 meter dijk versterkt met gerijpte klei uit de Eems-Dollard. Deze manier van dijkversterking is een kansrijk alternatief voor de Dollarddijk.

Om slib te laten rijpen tot dijkenklei voor de hele Dollarddijk is veel klei en veel ruimte nodig. In de pilot Rijpdijk wordt onderzocht of het rijpen van klei ook mogelijk is op de bestaande dijk. Men doet dit door dunne lagen slib op de dijk te laten rijpen en vervolgens te verdichten.

Voor de Pilot Rijpdijk wordt het buitentalud van de Dollarddijk bij Nieuwe Statenzijl gebruikt. Er worden zes proefvakken ingericht waar de experimenten plaatsvinden. Het benodigde slib wordt gebaggerd in de Haven van Delfzijl, waar ook het slib voor de Pilot Kleirijperij grotendeels vandaan is gekomen.

woensdag 4 juni 2025

Sommige zeegrassen in de Indo-Pacifische oceaan zijn duizenden jaren oud

Zeegrassen zijn bloeiende planten die onder water leven, die ecosystemen bij elkaar houden en oceanen laten ademen. Ze bieden onderdak aan vissen, slaan CO₂ op en houden kusten overeind. Toch verdwijnen ze wereldwijd aan een verontrustend tempo. Vooral in de ​diverse maar kwetsbare Indo-Pacifische regio gaan waardevolle zeegrasvelden verloren.

Bioloog Jasper Dierick, verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel, dook daarom de zee in — letterlijk én figuurlijk. In zijn doctoraatsonderzoek “Voortplantingsstrategieën en Populatie Connectiviteit van Indo-Pacifische Zeegrassen” onderzocht hij hoe zeegras zich voortplant en hoe zeegrasvelden met elkaar verbonden zijn via verspreiding tussen eilanden en kustlijnen.

De studie bracht Dierick van de wateren in Zuid-Oost Azië rond Thailand, Vietnam en de Filipijnen tot de eilanden van Micronesië in de Pacifische oceaan. Met genetische merkers ontrafelde hij de rol van seksuele (met onderwater bloemen en zaad) ​ en aseksuele voortplanting (met uitlopers en en klonen) in zeegrasvelden.

Een van de meest opmerkelijke ontdekkingen tijdens het onderzoek van Dierick was een zeegraskloon van duizenden jaren oud van de soort Enhalus acoroides, de oudste én grootste ooit ontdekt in de Indo-Pacifische regio. De kloon werd aangetroffen aan de rand van het verspreidingsgebied van de soort. Een mogelijke verklaring is dat er weinig tot geen verspreiding plaatsvindt naar die afgelegen eilanden en ontbreken vermoedelijk vrouwelijke planten: er zijn op die locatie geen vrouwelijke bloemen of vruchten waargenomen. Seksuele voortplanting is hierdoor sterk beperkt of zelfs volledig afwezig. De langdurige uitbreiding van één enkele, vermoedelijk mannelijke, kloon lijkt hiervan het gevolg. “De beperkte genetische variatie kan de weerbaarheid van de zeegrasvelden op Pacifische eilanden tegen toekomstige omgevingsveranderingen ernstig ondermijnen”, denkt Dierick. “Verder onderzoek is essentieel om de verspreiding en omvang van dergelijke klonen op andere Pacifische eilanden, en bij andere zeegrassoorten, in kaart te brengen. Dat vormt een belangrijke basis voor vervolgstudies naar de ecologische veerkracht en het behoud van die kwetsbare ecosystemen.”

Daarnaast gebruikte Dierick een oceaanmodel met hoge resolutie om de verspreiding van zeegrassen via zeestromingen te simuleren. Zijn onderzoek toonde aan dat lokale zeegraspopulaties goed met elkaar verbonden zijn via die stromingen, maar dat de connectiviteit snel afneemt naarmate de afstand toeneemt. Ook hier bleken er opnieuw sterke verschillen tussen soorten, afhankelijk van hun verspreidingsmechanisme. “Soorten die wél drijvende vruchten of propagules produceren, vertonen een grotere uitwisseling via oceaanstromingen tussen zeegrasvelden dan soorten die dat niet doen", aldus Dierick. “Er bestaan grote verschillen tussen zeegrassoorten in hoe ze zich voortplanten en verspreiden en soms zelfs tussen populaties binnen één soort. Eenzijdige beschermingsplannen werken daarom niet. Wie zeegras effectief wil beschermen, moet rekening houden met die variatie.” De inzichten van Dierick ondersteunen een gerichter ontwerp van beschermde mariene gebieden, de strategische verbinding van populaties via mariene corridors, en het maken van betere keuzes in zowel de locaties als de methodes van actieve herstelmaatregelen.

Jasper Dierick begon zijn doctoraat aan de VUB in 2018 onder begeleiding van Em. Prof. dr. Ludwig Triest en Prof. dr. Tom Van der Stocken. Hij publiceerde zijn bevindingen in internationale wetenschappelijke tijdschriften, presenteerde op zes conferenties en begeleidde intussen 14 studenten in hun eigen onderzoek.

dinsdag 3 juni 2025

Provincie stelt € 1,3 miljoen beschikbaar voor waterrecreatie in Noord-Holland

De provincie Noord Holland investeert in 2025 ruim 1,3 miljoen euro in allerlei initiatieven rondom waterrecreatie. Projecten die daarvoor in aanmerking komen zijn heel divers.

Denk aan nieuwe laadpalen voor elektrische bootjes, verduurzamen van pontjes die recreatieroutes over water verbinden, of het realiseren van visplekken. Tot eind 2025 kan subsidie worden aangevraagd.

Noord-Holland is een waterrijke provincie en daar wordt volop van genoten. Afgelopen jaren heeft de provincie diverse ontwikkelingen op het water en langs de kant financieel gesteund. Zo is in 2024 bijvoorbeeld een deel van het Noordhollandsch Kanaal schoongemaakt Opent een externe link . Ook is een vaarroute Opent een externe link voor sloepen in West-Friesland opengesteld en zijn sluisbedienaren in Monnickendam bijgeschoold zodat ze het werk Opent een externe link veilig kunnen uitvoeren. Allemaal ontwikkelingen die een bijdrage leveren aan het toegankelijk, aantrekkelijk en veilig houden van de wateren in Noord-Holland.

Organisaties en overheden kunnen bij de provincie subsidie aanvragen. Er zijn drie regelingen beschikbaar, elk met een eigen aanvraagperiode en voorwaarden. Lees meer erover in het Subsidieloket.

maandag 2 juni 2025

Expeditie om oorsprong zoetwater onder de zeebodem te ontrafelen

Een internationale groep wetenschappers bevindt zich momenteel tientallen kilometers uit de kust van New England (VS) om onderzoek te doen naar zoetwater onder de bodem van de zee. Al lange tijd vragen wetenschappers zich af hoe zoet grondwater onder het zoute zeewater terecht is gekomen, en hoe lang het daar al zit.

Als we denken aan zoetwater, dan denken we niet meteen aan de oceaan. Het idee is vaak dat voorbij de kustlijn alles zout is. De meeste kustgemeenschappen zijn voor zoetwater dan ook afhankelijk van bronnen op land. Echter op veel plekken in de wereld kunnen zoete grondwaterbronnen zich uitstrekken tot onder de zeebodem.

Hoewel dit fenomeen al tientallen jaren bekend is, vanwege olie en gasboringen, blijven deze zoetwaterreservoirs nauwelijks onderzocht. Tijdens deze expeditie gaan onderzoekers nu unieke sediment- en grondwatermonsters nemen, op drie verschillende plekken, tot tientallen kilometers uit de kust, en tot honderden meters onder de zeebodem. 

Er bestaan verschillende ideeën over waar het zoetwater vandaan komt. Bijvoorbeeld dat het direct afkomstig is van geïnfiltreerd regenwater toen de zeespiegel duizenden jaren geleden 100 meter lager stond dan vandaag, en de huidige zeebodem het toenmalige landoppervlak was; of dat het water onder hoge druk vanonder een ijskap is geïnfiltreerd tijdens de laatste ijstijd. Met de nieuwe onderzoeksresultaten hopen wetenschappers een aantal hypothesen te kunnen bevestigen of verwerpen. Hydrogeoloog Brandon Dugan, professor aan de Colorado School of Mines en mede-onderzoeksleider van de expeditie: “We hebben anekdotisch bewijs van de zoetwaterreservoirs vanuit geofysisch onderzoek op zee. 

Hiermee hebben we hypotheses ontwikkeld over hoe en wanneer het water hier terecht is gekomen. Het is heel spannend om nu met bewezen wetenschappelijke benaderingen, zoals boringen en moderne gegevensanalyses, onze hypotheses te toetsen. Dankzij het onderzoek uit de kust van New England, kunnen we straks grondwaterreservoirs onder de oceaan over de hele wereld beter begrijpen.”

Boris van Breukelen, universitair hoofddocent in Environmental Water Quality bij de TU Delft, ging op 23 mei aan boord van de hefboot L/B Robert. De sedimentkernen die naar boven worden gehaald neemt hij zowel aan boord als later in een Duits marien onderzoekslab onder de loep. Uit de kernen neemt hij minuscule watermonsters uit de poriën van het sediment. Hierin worden vele chemische parameters gemeten zoals zoutgehalte, zuurtegraad, nutriënten, en heel veel meer.

Daarnaast is hij betrokken bij het nemen van grondwatermonsters door voor het allereerst tijdelijke grondwaterputten aan te leggen onder de zeebodem.