woensdag 30 april 2025
Nieuw gemaal De Pannerling is klaar
De oude Pannerling was een drijvend gemaal met een capaciteit van 240 m³ per minuut. Dankzij de capaciteit van 360 m³ per minuut van het nieuwe, vaste gemaal kan Waterschap Rivierenland bij droogte meer water het gebied inbrengen. Het water ondersteunt de Linge, natte natuurgebieden, landbouw en recreatie in de hele Betuwe. Door de nieuwbouw kan het waterschap - ook als de rivierstand laag is - langer water aanvoeren zonder er extra pompen bij te plaatsen. Bij dreigende wateroverlast voert het waterschap met dit gemaal sneller water af dan voorheen.
Het nieuwe gemaal heeft een vislift waardoor vissen zich veilig kunnen verplaatsen. Dit draagt bij aan de biodiversiteit in de regio.
Het nieuwe gemaal helpt om beter om te gaan met droogte en wateroverlast. Dit is nodig omdat door klimaatverandering de weersomstandigheden extremer worden. Met steun van Rijkswaterstaat, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Deltaprogramma Zoetwater verbeteren we met dit nieuwe gemaal de waterhuishouding en ondersteunen we de biodiversiteit.
Foto: het begin van de Linge bij kasteel Doornenburg, waar de oplevering werd gevierd.
dinsdag 29 april 2025
Vierjaarlijks gemiddeld drinkwaterverbruik per persoon gedaald tussen 2021-2024
Voor het eerst rapporteert Vitens in haar jaarverslag over 2024 het gemiddelde verbruik per persoon per dag over een periode van vier jaar tot en met 2024. Dit cijfer is een berekening op basis van de gegevens die Vitens heeft, zoals aantal huishoudelijke aansluitingen en geleverd drinkwater, en is uitgevoerd met openbare gegevens zoals het inwoneraantal in het verzorgingsgebied. De rapportage over het gemiddelde verbruik per persoon per dag past in onze strategie “Elke Druppel Duurzaam” en komt tegemoet aan de CSRD-rapportageplicht vanaf verslagjaar 2025.
Met de toename van de drinkwatervraag (van wel 3,4 % tot 2035) door bevolkings- en economische groei blijven meer winbronnen voor drinkwater nodig. Ook om bij langere warme en droge periodes met voldoende drinkwaterreserves aan een hoge piekvraag te kunnen voldoen. Zo was er tot 2020 nog een stijgende trend in het individuele drinkwaterverbruik van particulieren in Nederland.
Vitens blijft samen met partners zoeken naar uitbreidingsmogelijkheden om op nieuwe én bestaande locaties meer water te kunnen winnen en zuiveren. Daarom werkt Vitens aan brondiversificatie, naast grondwater wordt dan ook drinkwater gemaakt uit oppervlakte- en oeverinfiltraatwater. Dit vanwege de algehele groeiende vraag naar drinkwater, een afnemende kwaliteit van de winbronnen en de invloed van verdroging en verzilting op het watersysteem door klimaatverandering. Van oudsher is Vitens een drinkwaterbedrijf dat grondwater wint.
Vrijdag 25 april presenteerde drinkwaterbedrijf Vitens haar jaarverslag 2024. Uit de cijfers over 2024 blijkt dat het aantal aansluitingen en de totaal geleverde hoeveelheid drinkwater is toegenomen ten opzichte van 2023. Een analyse over de periode 2018 tot en met 2024 laat sinds 2021 wel een daling over vierjaarlijkse gemiddelden zien in het verbruik van drinkwater per persoon per dag.
Voor de berekening van de vierjaarlijkse gemiddelde particuliere verbruikscijfers hanteert Vitens voor de rapportagejaren 2021, 2022, 2023 en 2024 het gemiddelde drinkwaterverbruik over ieder rapportagejaar en de drie daaraan voorafgaande jaren. Deze manier van berekenen zorgt ervoor dat weersextremen in één kalenderjaar het beeld van een trend niet te veel beïnvloeden. Deze berekening wordt aanbevolen in het Nationaal Plan van Aanpak Drinkwaterbesparing.
Over gemeten perioden van vier opeenvolgende jaren was het gemiddelde verbruik van Vitens-klanten tot en met 2024 119,5 liter drinkwater per persoon per dag (p.p.p.d.). Het jaar ervoor was dit 123,4 liter p.p.p.d., In vier jaren tot en met 2022 was het verbruik 125,7 en tot en met 2021 was het gemiddelde verbruik van vier opeenvolgende jaren 126,5 liter p.p.p.d.
De komende jaren moet er aanzienlijk worden geïnvesteerd om een toenemende vraag naar drinkwater en noodzakelijke vervangingen van infrastructuur te financieren. Dat is nodig om de toekomstige drinkwatervoorziening robuust en duurzaam te maken. Binnen Vitens wordt aan verschillende projecten gewerkt, zoals de nieuwbouw van een productiebedrijf in Gelderland en de aanleg van een transportleiding in Overijssel. De omvang van deze projecten is voor Vitens nieuw. Onze toewijding om te blijven werken aan het zekerstellen van de drinkwatervoorziening, vandaag en morgen, niet.
maandag 28 april 2025
Arnhem wijst geen nieuwe viswateren meer aan
Arnhem heeft voor een deel van de eigen wateren het zogeheten visrecht verhuurd aan lokale sportvisverenigingen. In de afgelopen tijd heeft de gemeente onderzocht of deze contracten aan het einde van hun looptijd definitief kunnen worden stopgezet. Sportvissen in gemeentewateren zou dan niet langer mogelijk zijn. Deze wens was eerder al vastgelegd in de Uitvoeringsagenda Dierenwelzijn 2024-2025 van de gemeente Arnhem.
In de praktijk blijkt dit juridisch ingewikkeld. Het doel van de landelijke Visserijwet (1963) is in de basis het op peil houden van de visstand. Als een gemeente een contract wil stopzetten, moet zij dus aantonen dat de viswateren op een onverantwoorde manier worden bevist. Bestaande visrechtovereenkomsten worden daarom eigenlijk altijd verlengd. Daar waar (nog) geen visrechten zijn uitgegeven, is sportvissen verboden.
Arnhem wil daarnaast met de sportvisverenigingen in gesprek blijven over de verbetering van het dierenwelzijn tijdens het vissen, bijvoorbeeld in de visrusting en bij het hanteren van de gevangen vis. De gemeente waardeert de rol die de sportvissers het jaar rond spelen bij het verbeteren van de waterkwaliteit en het schoonhouden van de omringende omgeving. Ook wil de gemeente onderzoek doen naar verbetering van het leefgebied onder water, zoals het creëren van schuilplekken voor vissen.
vrijdag 25 april 2025
Fabriek in Helmond loosde jarenlang PFAS in riool
Het gaat om een vestiging van het Britse bedrijf Custom Powders, dat teflonpoeder verwerkte voor chemiebedrijf DuPont, inmiddels bekend als Chemours. Volgens Zembla was DuPont op de hoogte van de lozingen. Naar schatting is zeker vijftien jaar lang water met zeer hoge PFAS-gehaltes in het riool terechtgekomen.
Chemours stelt in een reactie aan Zembla dat het niet bekend is met de interne documenten en dat er volgens de destijds geldende wetgeving geen informatie is achtergehouden. Bovendien zou Custom Powders als zelfstandig bedrijf verantwoordelijk zijn voor het naleven van de vergunningsvoorwaarden.
De fabriek is inmiddels gesloten en Custom Powders is failliet verklaard.
donderdag 24 april 2025
Energie van slib uit rioolwater
Bij rioolwaterzuivering Amsterdam-West wordt nu ongeveer 65 miljard liter rioolwater per jaar schoongemaakt. Dat wordt steeds meer, omdat er steeds meer mensen in Amsterdam wonen. In 2050 komt waarschijnlijk 85 miljard liter water binnen.
Als het water schoon is, blijft er slib over. Daarvan wordt biologisch gas gemaakt. Men verwerkt nu ongeveer 700.000 ton slib per jaar. Dit wordt in 2050 waarschijnlijk 870.000 ton slib. De rioolwaterzuivering in Almere wordt groter. Zo kan meer slib energiezuiniger verwerkt worden tot biogas.
dinsdag 22 april 2025
Ruimte voor de rivier: Nederland wordt voorbereid op toekomstig hoog- en laagwater
Dit plan krijgt vorm in het onlangs afgetrapte programma Ruimte voor de Rivier 2.0. Het programma is tot stand gekomen in samenwerking tussen Rijk en regio. Partijen zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orening, waterschappen, provincies, gemeenten en de Deltacommissaris.
Het rivierengebied staat voor meerdere uitdagingen. Zo is er vaker meer water om af te voeren, wat wordt veroorzaakt door hevigere regenbuien (zowel in Nederland als in het buitenland) of door sneller smeltende gletsjers. Ook in die periodes moet Nederland beschermd zijn tegen overstromingen.
Tegelijkertijd komt het ook vaker voor dat er een tijd geen regen valt, waardoor er minder water in de rivieren zit. Gevolg hiervan is bijvoorbeeld dat de scheepvaart niet altijd meer goed kan varen of dat gebieden met natuur en landbouw uitdrogen.
Met het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 worden uitdagingen opgepakt op het gebied van waterafvoer, bevaarbaarheid, verdroging van landbouw en natuur, waterkwaliteit, zoetwaterverdeling, drinkwatervoorziening en recreatie. De samenwerkende partijen zijn overeengekomen om daarvoor de komende decennia het rivierengebied anders in te richten.
Het rivierengebied opnieuw inrichten kost ruimte. In 2026 moeten er keuzes worden gemaakt. Dat zijn keuzes over waar er extra ruimte voor de rivier wordt gecreëerd en over hoe uitslijting van de rivierbodem wordt tegengegaan.
Grote vraag naar oppervlaktewater: waterpeil in Flevoland omhoog
In de Noordoostpolder komt water via inlaten en hevels het gebied in. Deze hevels en inlaten staan bijna allemaal aan de oostkant van de Noordoostpolder. Die ligt namelijk hoger ten opzichte van het westelijke deel. Met name aan de oostkant van de Noordoostpolder is er in droge perioden weinig kwel. Kwel is water dat van nature uit de grond naar boven komt. Dit komt doordat de polders veel lager liggen dan het water dat Flevoland omringt. In Zuidelijk en Oostelijk Flevoland pompen we minder water uit. Doordat we meer water in het gebeid vasthouden, kunnen we het waterpeil in de Lage en Hoge Vaart verhogen.
Naast het beschikbaar houden van water voor bijvoorbeeld beregening, is een hoger waterpeil is ook goed voor de waterkwaliteit. De temperatuur van het water stijgt dan minder snel. Als we het waterpeil weer met 10 centimeter laten zakken, laten we dit u weten via onze website, Facebook en Twitter.
Door het hogere waterpeil moeten booteigenaren er rekening mee houden dat de doorvaarhoogte van bruggen lager is.
vrijdag 18 april 2025
Tijdelijke pompinstallatie bij gemaal Eefde borgt zoetwatertoevoer naar de Twentekanalen
Sluis Eefde heeft twee gemalen, die een onmisbare schakel zijn in het watersysteem van Twente, de Achterhoek, het noordoostelijk deel van Overijssel en het zuidelijke deel van Drenthe. De gemalen pompen water vanuit de Gelderse IJssel in de Twentekanalen als dat nodig is. Bij een waterstand onder 3.00 meter +NAP op de IJssel treden beperkingen op bij de wateraanvoer door deze twee gemalen. Daarom kan, afhankelijk van de weers- en waterstandsverwachting en de watervraag, op dat moment een tijdelijke pompinstallatie worden geplaatst. Als de waterstand op de IJssel weer voldoende hoog is, pompen de gemalen van Eefde weer water vanuit de IJssel naar de Twentekanalen. De tijdelijke pompinstallatie wordt weggehaald als de weers- en waterstandsverwachting gunstig zijn.
Rijkswaterstaat en de regionale waterbeheerders hebben in het Waterakkoord Twentekanalen en Overijsselse Vecht onder meer afgesproken hoe zij zich inspannen voor de aanvoer van voldoende zoetwater. Een maatregel is het plaatsen van een tijdelijke pompinstallatie. De waterbeheerders dragen gezamenlijk de kosten voor deze tijdelijke installatie.
donderdag 17 april 2025
Keersluis Bossche Sloot na 114 jaar weer als nieuw
Dankzij de restauratie kan de sluis ook in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen. Bij stijgend waterpeil in het Drongelens Kanaal sluiten we de sluis handmatig om overstromingen te voorkomen. Eind 2023, tijdens hoogwater, sloten we deze voor het laatst. Zo voorkwamen we dat hoog water vanuit het kanaal de polders ten zuiden van Vlijmen instroomde. In deze drogere tijden zorgt dit inlaatwerk er juist voor dat deze polders van water worden voorzien. Water uit het Drongelens kanaal vult de sloten en beken.
woensdag 16 april 2025
Start proef om dijken te versterken tegen extreme droogte
Eerder deze maand is op verschillende vakken op deze dijk Kaumera in hoge dosering, Kaumera in lage dosering, compost of niets toegevoegd aan de grond. Nu is het moment om de grassen en kruiden te planten en de monitoring te starten.
Afgelopen jaar deed het waterschap onderzoek met pot-proeven met Kaumera. Kaumera is een grondstof gewonnen uit afvalwater, die goed vocht in de grond vast kan houden. De resultaten hiervan waren veelbelovend. Dat gaf het waterschap voldoende vertrouwen om dit nu ook daadwerkelijk op grote schaal op de dijk toe te passen. Waterschap Rijn en IJssel is het eerste waterschap dat Kaumera op een dijk toepast.
Deze wetenschappelijke proef doet het waterschap samen met Bureau Waardenburg Ecology en bureau Lumbricus en duurt tot 2029.
dinsdag 15 april 2025
Waterschap test kering Kromme Nol in Afgedamde Maas
De stalen hefdeur, 52 meter breed en 9 meter hoog, voorkomt dat het waterpeil in de Afgedamde Maas te hoog wordt tijdens hoogwater op de Maas. Als bij hoogwater de Kromme Nol en de Wilhelminasluis bij Andel sluiten, vormen Altena en Bommelerwaard één dijkring: één geheel, met de Afgedamde Maas als ‘binnenwater’.
Ieder jaar sluit het waterschap tweemaal de Kromme Nol ter hoogte van Wijk en Aalburg; vlak voor en vlak na het winterse hoogwaterseizoen. Tijdens de test bekijkt het waterschap de techniek, protocol en samenwerking met partners als Rijkswaterstaat en gemeenten.
Als gevolg van het sluiten van de hoogwaterkering Kromme Nol zal op 15 april het scheepvaartverkeer vanaf 08.30 uur zijn gestremd. Naar verwachting is de stremming in de middag voorbij. Rivierbeheerder Rijkswaterstaat communiceert de sluiting op gebruikelijke wijze.
De Kromme Nol kering heeft sinds de bouw in 2002 nooit hoeven sluiten. Het kwam dichtbij tijdens het bijzondere zomerse hoogwater van juli 2021. Maar ook toen werd het sluitpeil van 3,20m boven op de Maas bij Heesbeen niet bereikt. De uiterwaarden van de Afgedamde Maas vingen toen veel water op. In een veranderend klimaat worden extremer weer en piekafvoeren vaker verwacht.
maandag 14 april 2025
Schepen varen weer op het Julianakanaal
De route is de afgelopen acht maanden gestremd geweest voor werkzaamheden en zo geschikt gemaakt voor grotere schepen tot 190 m lang, 11.4 m breed en maximaal 3.5 m diep.
Het Julianakanaal is onderdeel van de Maasroute, een onmisbare schakel tussen de havens in België, Duitsland en Nederland. Jaarlijks varen er zo’n 25.000 vrachtschepen.
Omvaren voorbij
Tijdens een officieel moment waar het kanaal weer in gebruik werd genomen, had De Wiljaco F, het vlaggenschip van de Firma Fransbergen uit Maasbracht, de eer om als 1e geschut te worden bij Sluis Born. Met een lading zand kan het schip weer haar gebruikelijke route naar het zuiden afleggen, dit keer op weg naar Tessenderlo in België. Hiermee is een einde gekomen aan een periode van omvaren.
De werkzaamheden aan het Julianakanaal hebben de nodige impact gehad op de sector en het bedrijfsleven. Het is voor hen een periode geweest waarin veel flexibiliteit gevraagd werd. Gedurende het project zijn alle betrokken partners zo goed mogelijk op de hoogte gehouden.
Omwonenden langs het kanaal raakten tijdens de uitvoering nauw betrokken bij het project. We kregen steeds meer kanaalkijkers bij de werkzaamheden. Zo’n drooggelegd kanaal is natuurlijk ook bijzonder. Vanaf vandaag wordt het kanaal weer gebruikt waar het voor bedoeld is.
Foto: Michielverbeek (cc)
vrijdag 11 april 2025
Start inzaaien zeegras Waddenzee
Voorgaande jaren is er vooral veel kennis opgedaan over groot zeegras (Zostera marina). Voor groot zeegras richten we ons dit jaar op het versterken van de zeegrasvelden, vooral ten zuiden van Ameland. Op deze locatie hebben de proefvelden met zeegras zich de afgelopen jaren goed ontwikkeld. Voor het inzaaien van de zaden maken we onder andere gebruik van een aangepaste kitspuit en de handaangedreven zaaimachine.
Daarnaast starten dit jaar nieuwe experimenten ten behoeve van kleinzeegras-onderzoek (Zostera noltii), bedoelt om ook voor deze soort zeegras kennis op te doen over succesfactoren en om vervolgstappen te zetten in herstel. We experimenteren hoe we het meest efficiënt om kunnen gaan met de zeegraszaden. Ook onderzoeken we hoe de beide soorten zeegras elkaar kunnen versterken.
Voor het zeegrasherstel in de Waddenzee zijn dit jaar, net als de afgelopen jaren, zaden geoogst uit de zeegrasvelden in Duitsland. Omdat er minder donormateriaal beschikbaar is, worden er dit jaar ongeveer 100.000 zaden gezaaid. Dat is minder dan in 2024, toen werden 1 miljoen zeegraszaden ingezaaid.
Doordat het zeegrasveld bij Griend goed groeit, kon hier afgelopen jaar ook zeegraszaad geoogst en opnieuw gezaaid worden. Dit is een belangrijke stap in het duurzaam herstellen van zeegrasvelden en het verkrijgen van ‘eigen’ donormateriaal. De verwachting is dat wanneer er in de toekomst meer zeegras is hersteld, er op natuurlijke wijze zaden van het zeegrasveld bij Griend richting Duitsland stromen. Hiermee heeft het herstel van zeegras niet alleen een positieve bijdrage in ‘onze’ Waddenzee, maar ook aan die van onze buurlanden.
donderdag 10 april 2025
Aanbeveling herbenoeming dijkgraaf Hetty Klavers
De aanbeveling van het bestuur gaat nu naar Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland. Die sturen de aanbeveling met hun beschouwingen door aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Daarna volgt de herbenoeming in de vorm van een koninklijk besluit.
De voor de herbenoeming ingestelde vertrouwenscommissie heeft een aanbeveling voor herbenoeming afgegeven. Het Algemeen Bestuur heeft die aanbeveling vervolgens vastgesteld.
woensdag 9 april 2025
Fluvius maakt riolering Asserweg in Zutendaal klaar voor de toekomst
De Asserweg, ooit een drukke verbindingsweg, is vandaag een populaire fietsroute. De herinrichting van de weg bood een uitgelezen kans om niet alleen het wegdek aan te pakken, maar ook het waterbeheer structureel te verbeteren. Het nieuwe gescheiden rioleringsstelsel vangt afval- en regenwater voortaan apart op. Dat voorkomt wateroverlast en het overstorten van rioolwater in de Zutendaalbeek.
De werken aan de Asserweg gingen verder dan de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel. Ook de gas- en elektriciteitsleidingen en andere nutsvoorzieningen waren aan vernieuwing toe. De verschillende partners moesten hun projecten dus goed op elkaar afstemmen om te vermijden dat de vernieuwde Asserweg straks al opnieuw moet worden opengebroken.
dinsdag 8 april 2025
Nieuwe elektrisch aangedreven boten maken emissieloos baggeren mogelijk
Nog tot en met 2026 baggert het waterschap de provinciale vaarwegen in het gebied. Binnen dit project wordt 35 kilometer vaarweg uitgediept, zodat deze weer goed bevaarbaar is voor de scheepvaart. Na afloop van het project is er zo’n 500.000 m3 slib gebaggerd. De provincie heeft, naast de reguliere structurele bijdrage, eenmalig 6,6 miljoen euro vrijgemaakt. Het waterschap brengt eenzelfde bedrag in. Het totale budget voor de inhaalslag baggeren bedraagt ruim 20 miljoen euro. In 2022 werd op de traditionele manier, in boten met brandstofmotoren, begonnen aan het werk.
In het Mark-Vlietkanaal, tussen Stampersgat en Roosendaal, wordt nu volledig elektrisch gebaggerd. Dat betekent dat deze werkzaamheden zonder uitstoot van schadelijke stoffen worden uitgevoerd. Aannemer Martens en Van Oord heeft hiervoor geïnvesteerd in nieuw, elektrisch materieel.
maandag 7 april 2025
Aanpak drinkwatertekort na 2030 vraagt om besparing en gebruik van nieuwe bronnen
Het RIVM onderzocht de drinkwatervoorziening voor de periode 2030 tot 2050. Ook als er op drinkwater bespaard wordt, moet er rekening mee gehouden worden dat de beschikbaarheid van drinkwater na 2030 toch nog onder druk kan komen te staan. Dit komt doordat de vraag naar drinkwater stijgt door groei van de bevolking. Ook kan klimaatverandering gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van, en de vraag naar, water. Daarnaast is de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater vaak onvoldoende, waardoor extra zuivering nodig is.
Op dit moment is er niet altijd genoeg zoet grondwater beschikbaar om drinkwater van te maken. Eén van de mogelijkheden is om als aanvulling ook brak grondwater te gebruiken. Brak water is een mengsel van zout- en zoetwater. Mogelijk kunnen in de toekomst ook zeewater en gezuiverd afvalwater worden gebruikt. Voor deze bronnen is meer zuivering nodig dan voor de traditionele bronnen. Daarnaast moet de wet- en regelgeving worden aangepast om deze nieuwe bronnen te mogen gebruiken voor drinkwater. Ook is het belangrijk dat drinkwaterbedrijven makkelijk kunnen overschakelen op andere bronnen op het moment dat er minder water beschikbaar is.
Niet alleen de beschikbaarheid maar ook de kwaliteit van het beschikbare water voor drinkwater staat onder druk. Dit komt door lozingen op het oppervlaktewater en door klimaatverandering. Door droogte is er minder water beschikbaar en kan verzilting optreden. Oppervlaktewater kan te warm worden waardoor er meer ongewenste bacteriën in groeien. Bij hevige regen kan oppervlaktewater vervuild raken met rioolwater. Daardoor zijn extra maatregelen nodig om het drinkwater van goede kwaliteit te houden. De verwachting is dat deze klimaateffecten in de toekomst vaker optreden.
Veel drinkwaterbedrijven verwachten dat ze in de toekomst meer moeten zuiveren voor een goede drinkwaterkwaliteit. Bijvoorbeeld met membraanfilters, die zeer schoon drinkwater kunnen maken. Deze zuivering van water kost veel geld en energie. Het is daarom belangrijk dat het water in bronnen voor drinkwater schoner wordt. Drinkwaterbedrijven hoeven dan zo min mogelijk te zuiveren. Nederland streeft de doelen na die in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn vastgelegd.
Het RIVM deed dit onderzoek in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Dit onderzoek is een vervolg op het rapport uit 2023 over de beschikbaarheid van drinkwater tot 2030. Het ministerie is daarop het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023-2030 gestart.
vrijdag 4 april 2025
Aandacht voor invasieve exoten op de Waddeneilanden
Invasieve exoten vormen een serieuze bedreiging voor het unieke ecosysteem van de Wadden. De campagne is een gezamenlijk initiatief van de kustprovincies Noord-Holland, Groningen en Friesland.
Invasieve exoten, zoals de watercrassula, reuzenberenklauw en Japanse duizendknoop, verspreiden zich razendsnel en verdringen inheemse plantensoorten. Ook exotische dieren, zoals de lettersierschildpad of aquariumvissen die in de natuur terechtkomen, kunnen het ecosysteem ernstig verstoren. Dit brengt de biodiversiteit van de Waddeneilanden in gevaar.
Wat veel mensen niet weten, is dat zelfs een klein stukje plant dat per ongeluk meereist via schoenen, kleding of voertuigen al grote gevolgen kan hebben. Vaak worden invasieve exoten onbewust door menselijk handelen verspreid. De campagne maakt bezoekers en eilandbewoners bewust van deze risico’s en geeft hen praktische tips om verspreiding te voorkomen.
De Waddenzee is het grootste getijdengebied van Europa, waar zandplaten droogvallen, miljoenen trekvogels foerageren en zeehonden hun jongen krijgen. Dit dynamische ecosysteem is kwetsbaar, en verstoring door invasieve soorten kan grote gevolgen hebben.
Iedereen kan een bijdrage leveren aan het beschermen van de Waddennatuur. De campagne roept bezoekers op om vóór vertrek hun schoenen, kleding en uitrusting te controleren op plantresten en zaden. Eilandbewoners worden aangemoedigd om geen invasieve soorten in hun tuin te planten en bestaande invasieve soorten te vervangen door inheemse planten.
De provincie Noord-Holland speelt, samen met de andere kustprovincies, een belangrijke rol in het bestrijden en voorkomen van invasieve exoten, met name in kwetsbare natuurgebieden zoals de Wadden en Natura2000-gebieden. Dit doen zij in samenwerking met gemeenten, natuurorganisaties en terreinbeheerders. De provincie ondersteunt kennisdeling en financiert bestrijdingsmaatregelen.
donderdag 3 april 2025
Aannemers bekend voor werkzaamheden aan brug Krúsrak
Ingenieursbureau CT de Boer is, samen met Wagenborg Nedlift, verantwoordelijk voor het verplaatsen van de brug Krúsrak en het bouwen en plaatsen van de tijdelijke brug. De renovatiewerkzaamheden worden uitgevoerd door de combinatie Hupkes Wijma – Koninklijke Oosterhof Holman.
Deze werkzaamheden bestaan uit het schoonmaken, drogen, herstellen en conserveren van Krúsrak. Het tijdelijke werkterrein aan de Selfhelpweg, tegenover de Baptistengemeente Sneek, wordt hier op dit moment voor ingericht. Voor het uit- en inrijden en renoveren van de houten brug Krúsrak is specialistische kennis en vakmanschap nodig. We zijn ervan overtuigd dat beide aannemers hierover beschikken.
woensdag 2 april 2025
Vervuilde waterbodems bedreigen waterkwaliteit
Waterkwaliteit is een veelbesproken onderwerp. Overheden en waterschappen steken veel energie in het meten van de waterkwaliteit, maar sediment – de laag bodemmateriaal waarin verontreinigingen zich ophopen – wordt nauwelijks meegenomen. Dat is volgens Wieringa zorgwekkend: ‘Schadelijke stoffen die voor korte of lange tijd hier vastzitten hebben effect op het leven in en op het sediment en tasten de waterkwaliteit aan als de stoffen weer vrijkomen in het water.’
Wieringa onderzocht de impact van sediment op het waterecosysteem in sloten verspreid over heel Nederland. Een belangrijke techniek was de zogenaamde bioassay, een test waarbij levende organismen zoals dansmuglarven in contact worden gebracht met sedimentmonsters. ‘Door zo’n bioassay zie je welk effect een vervuilde omgeving op de ontwikkeling en overleving van organismen heeft. Het meet de daadwerkelijke invloed van schadelijke stoffen op het leven in de waterbodem.’
Wieringa nam een aantal stappen om de bioassay nog beter uit te voeren. Zo verzamelde ze bodemlagen in zijn geheel door deze met een soort koker uit de sloot te halen. ‘Schadelijke stoffen kunnen zich in verschillende lagen vastzetten. Door de gelaagdheid van het sediment precies zo te houden als in het veld wordt de test veel realistischer’, licht Wieringa toe.
Ook gebruikte ze speciale technieken om concentraties van stoffen te meten die organismen daadwerkelijk opnemen. ‘Niet alle vervuilende stoffen in sediment zijn namelijk direct schadelijk. Sommige blijven opgesloten in de bodem en komen niet makkelijk vrij.’ En ze ontwikkelde een methode om een specifieke groep vervuilende stoffen te isoleren en hiermee gericht een bioassay uit te voeren. ‘Zo kon ik vaststellen of de effecten die ik vond echt door verontreiniging kwamen en niet door andere factoren.’
Tot slot testte Wieringa of andere soorten organismen, met verschillende gevoeligheden voor verontreiniging, ook bruikbaar waren. ‘Vaak worden maar een paar diersoorten gebruikt in sedimentonderzoek, zoals wormen of muggenlarven. Door ook naar andere soorten te kijken, kreeg ik een completer beeld van de impact van sedimentvervuiling op verschillende organismen.’
Wieringa concludeert dat de waterbodem een grote rol speelt in de ecologische gezondheid van Nederlandse sloten. ‘De nadelige effecten van vervuilde waterbodems zijn vrij ernstig’, stelt ze. ‘Ze zijn schadelijk voor dieren en planten die in het water leven, zelfs op plekken waar het water zelf niet vervuild leek.’
Het niet halen van waterkwaliteitsdoelen zou volgens Wieringa, zeker voor een deel kunnen komen door vervuilde waterbodems. ‘Als we bij waterkwaliteitscontroles niet naar sediment kijken, blijft een cruciale factor buiten beeld.’ Ze pleit er daarom voor dat sedimentmonitoring niet langer vrijblijvend is, maar een verplichting net als de monitoring van het water zelf. Haar onderzoek draagt bij aan het verbeteren van de meetinstrumenten hiervoor.
dinsdag 1 april 2025
Rijkswaterstaat onderzoekt effecten van zandwinning op onderwaternatuur bij Ameland
Op de meetframes zijn sensoren bevestigd om eigenschappen van het zeewater te meten die invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de natuur op de zeebodem
Men wil weten hoe het bodemleven er uitziet voor, tijdens en na de zandwinning. Dat wordt vergeleken met vergelijkbare plekken op de zeebodem in de omgeving, waar geen zand wordt gewonnen (‘Before After Control Impact’). Zo wordt kennis verzameld over de terugkeer van de natuur op de zeebodem, om daar bij toekomstige zandwinning nog beter rekening mee te kunnen houden.
Meetframes op de zeebodem
Op drie locaties ten noorden van Ameland worden meetframes met sensoren op de zeebodem geplaatst: een bij de zandwinput en twee op vergelijkbare locaties in de buurt waar geen zand wordt gewonnen.
De locaties waar de meetframes op de zeebodem staan, worden gemarkeerd met betonning. De meetframes komen op een diepte van 20 tot 25 m op de zeebodem te staan. Op de frames zijn sensoren bevestigd die eigenschappen van het zeewater meten, zoals stromingen en turbulentie, maar ook zuurstof en zoutgehalte.
Aanvullend worden er bodemmonsters genomen om het bodemleven in kaart te brengen. Dit alles geeft inzicht in de omstandigheden die de terugkeer van het bodemleven kunnen beïnvloeden.