maandag 31 maart 2025
Feestelijke opening tentoonstelling ‘Rioolrelics: ondergrondse ontdekkingen’ met vondsten uit het riool!
Wat je er zoal kunt bewonderen? Van een trouwring, kunstgebit, bevertand, bh’s, snorkels, condooms tot heuse archeologische vondsten. We geven je hierbij alvast met een aantal items een tipje van de sluier, maar er is nog veel meer te zien.
Maar naast het bewonderen van deze vondsten, kun je ook kijken of je er je eigen verloren voorwerpen terug kunt vinden. Ooit per ongeluk je telefoon of trouwring doorgespoeld? Kom zelf een kijkje nemen of onze collega’s van de zuiveringen deze hebben aangetroffen.
vrijdag 28 maart 2025
Extra impuls voor natuurontwikkeling vooroever en recreatief medegebruik IJsselmeerdijk
De vooroever bestaat uit een dam en een zandpakket voor de huidige dijk waardoor een strook ondiep water ontstaat. Daarmee komt een nieuw stuk natuur tot stand, met o.a. een brede rietzone. Een goede stimulans voor de ecologie en biodiversiteit in het gebied en het levert een mooi uitzicht op voor passerende recreanten. In 2022 tekenden de betrokken gebiedspartners provincie Flevoland, Rijkswaterstaat, gemeenten Lelystad en Dronten, Het Flevo-Landschap en Waterschap Zuiderzeeland al een intentieverklaring. Daarin onderschrijven eerdergenoemde partijen dat zij gezamenlijk streven naar een veilige, groene en recreatieve IJsselmeerdijk.
Het waterschap waardeert het inspectiepad op vanwege de waterveiligheidsopgave. Deze opwaardering wordt ook gebruikt om het inspectiepad comfortabeler en veiliger te maken voor fietsers en wandelaars. De fietsobstakels op de route zoals fietstrappen, overgangen en de toe- en afritten van en naar de dijk worden aangepast. Hiervoor sloten de provincie Flevoland en het waterschap een overeenkomst.
Deze dijk tussen Lelystad en de Ketelbrug voldoet niet aan de nieuwe veiligheidseisen. De dijk is op dit moment veilig, maar moet ook in de toekomst veilig blijven. Daarom is Waterschap Zuiderzeeland in 2019 gestart met dit project. Inmiddels nadert het einde van de planuitwerkingsfase, waarin het ontwerp voor de dijkversterking verder is uitgewerkt. Het waterschap verwacht in 2026 te starten met de uitvoering. Dit project is onderdeel van de gezamenlijke opgave die de waterschappen en het Rijk hebben om Nederland in 2050 waterveilig te maken: het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
donderdag 27 maart 2025
Nederlandse gemeenten onder druk door groeiende wateruitdagingen
Nederland staat door de doorgaande klimaatverandering voor grote uitdagingen. Gemeenten zijn al volop aan de slag gegaan met het aanpassen van de bebouwde omgeving, het robuuster maken van bestaande rioolsystemen en de aanleg van nieuwe systemen.
De riolering in Nederland werkt nog goed, maar de druk op systemen en mensen neemt toe, benadrukt Hilde Niezen, directeur van Stichting RIONED. 'Extreme weersomstandigheden, zoals hevige regenval en langdurige droogte, vragen om grootschalige aanpassingen. Als klimaatverandering doorzet, is niet alles meer maakbaar en oplosbaar. Naast de inspanningen van gemeenten is ook de betrokkenheid van burgers en bedrijven essentieel. Initiatieven waarmee we anders met hemelwater om willen gaan, zoals tegels vervangen door groen of verdiepte tuinen ontlasten rioleringen en dragen bij aan een klimaatrobuuste leefomgeving.'
Hoewel de waterkwaliteit in Nederland sterk is verbeterd, blijft stedelijk waterbeheer cruciaal voor het voorkomen van milieuschade. In de afgelopen jaren traden er gemiddeld ruim 200 incidenten op waarbij de lozing van hemel- en/of afvalwater vanuit een gemeentelijke voorziening een belangrijke oorzaak was, een daling ten opzichte van 2016 toen dit nog 500 keer werd gemeld. Toch vormen nieuwe verontreinigingen, zoals microplastics, PFAS en medicijnresten, een toenemend risico voor ecosystemen en volksgezondheid. “Deze stoffen bedreigen de kwaliteit van ons oppervlaktewater," zegt Niezen. 'Gemeenten moeten aan de slag om de resterende knelpunten en foute aansluitingen aan te pakken. Maar het is nog belangrijker om aan de bron vervuiling te voorkomen, door strengere regelgeving en meer bewustwording onder burgers en bedrijven over juist rioolgebruik.'
Gemeenten kampen met een tekort aan goed opgeleide medewerkers en financiële middelen. Niezen: 'Stedelijk waterbeheer kampt met een onderbezetting van bijna 25 procent, terwijl de taken door klimaatverandering breder worden. Dat leidt tot vertragingen in onderhoud, renovaties en de vervanging van oude riolen. Het tempo van vervangingen moet flink omhoog, anders worden de hemelwater- en vuilwatersystemen kwetsbaarder voor storingen, verstoppingen en lekkages, met alle gevolgen van dien voor onze leefomgeving en gezondheid. Tegelijkertijd stijgen de kosten voor het beheer van nieuwe voorzieningen en verouderde systemen. Het vernieuwen van rioleringen, waarvan ongeveer de helft ouder is dan 35 jaar, vraagt de komende jaren om een tempoversnelling.'
Over Monitor gemeentelijke watertaken
Met de Monitor gemeentelijke watertaken 2024 geeft Stichting RIONED een actueel inzicht in de toestand van stedelijk waterbeheer in ons land en informeert over de inspanningen die gemeenten leveren op het gebied van waterbeheer in het stedelijk gebied. Voor deze editie heeft 90 procent van de gemeenten (307 in totaal) deelgenomen aan het onderzoek en vragen beantwoord over hoe zij hun watertaken voor vuil-, hemel- en grondwater uitvoeren. Die inspanningen zijn belangrijk omdat we allemaal graag onze leefomgeving gezond en leefbaar houden, en ons grond- en oppervlaktewater schoon. De monitor laat zien wat de gemeenten doen om afvalwater snel en hygiënisch te verwerken, wateroverlast te beperken en steden en dorpen beter bestand te maken tegen het veranderende klimaat. En ook wat daarbij komt kijken en wat het kost.
De Monitor geeft inzicht in de huidige stand van zaken en kijkt naar ontwikkelingen en uitdagingen voor de komende jaren. Hiermee kunnen beleidsmakers, bestuurders en stedelijk waterbeheerders de effectiviteit van de watertaken evalueren en waar nodig aanpassen. Over vier jaar maakt Stichting RIONED weer de balans op.
woensdag 26 maart 2025
Herstel sluis Heel loopt voorspoedig
Bij de sluis heeft een duikteam diverse onderdelen geïnspecteerd en het overige vuil verwijderd. Om het herstel aan het bovendraaipunt uit te kunnen voeren, treffen we maatregelen zodat we hier goed bij kunnen. We verwijderen onder meer het beschadigde beton van de achterliggende constructie en herstellen beschadigde stalen onderdelen zoals de breekpennen.
Als de werkzaamheden op de locatie klaar zijn, worden de herstelde sluisdeuren met een drijvende bok teruggeplaatst, weer aangesloten en getest. Naar verwachting kan de sluis in plaats van 11 april, begin april weer in gebruik worden genomen. Zodra er meer duidelijkheid is over de datum zal deze via de bekende kanalen bekend worden gemaakt.
21 januari 2025 raakte het bovendraaipunt van de deur van de grote kolk van Heel flink beschadigd doordat er een boomstam tussen de deur en deurkas terecht was gekomen. Sindsdien is de kolk gestremd voor de scheepvaart.
dinsdag 25 maart 2025
Nieuwe zoutdam beïnvloedt waterbeheer en gebruik sluizen IJmuiden
Omdat waterafvoer de hoogste prioriteit heeft, neemt men maatregelen, om risico’s op wateroverlast te beperken. Deze maatregelen hebben effect op het gebruik van de verschillende sluizen in IJmuiden. Door het gebruik van Zeesluis IJmuiden stroomt veel zoutwater het Noordzeekanaal in.
Om verdere verzilting tegen te gaan is een zoutdam gebouwd in het Binnenspuikanaal van het sluizencomplex IJmuiden. De zoutdam zorgt ervoor dat zoutwater via het Spui- en Gemaalcomplex IJmuiden weer terugstroomt naar zee. Het is een unieke constructie, die op deze schaal niet eerder is toegepast. De zoutdam bevindt zich momenteel in de testfase.
Door de werking van de zoutdam hield men al rekening met een lager waterpeil in het Binnenspuikanaal. Dit komt door de instroom van zoutwater, wat zwaarder is dan zoetwater en door weerstand van de zoutdam zelf. Uit een eerste analyse bleek dat de zoutdam leidt tot een grotere daling van het waterpeil vlak voor de pompen van het gemaal. Een te laag waterpeil kan schade veroorzaken aan de pompen.
Om schade te voorkomen kunnen de pompen bij een te laag peil niet op volle kracht draaien. Ook kan het waterpeil minder goed preventief verlaagd worden bij veel neerslag. Hierdoor wordt de waterafvoer via het Spui- en Gemaalcomplex IJmuiden meer beïnvloed dan vooraf was voorzien. De zoutdam heeft daarmee effect op de beheersing van het waterpeil van het Amsterdam-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal. Het spui- en gemaalcomplex speelt een cruciale rol in het waterbeheer in een groot deel van West-Nederland.
maandag 24 maart 2025
Provincie en WMD zetten samen de schouders onder duurzame drinkwatervoorziening voor Drenthe
Dat er de komende jaren meer behoefte is aan schoon drinkwater heeft een aantal oorzaken. Zo groeit het aantal inwoners in Drenthe. Er zijn ook stevige woningbouwplannen, waardoor het aantal aansluitingen op de waterleiding groeit. Een derde reden is de groei van de economie. Zowel MKB als grote bedrijven vragen om meer drinkwater. De verwachting is dat in 2030 zo’n 4,3 miljoen kuub extra drinkwater nodig is.
De provincie Drenthe en WMD Drinkwater hebben samen het ‘regionaal uitvoeringsprogramma beschikbaarheid drinkwater’ opgesteld. In dit programma zijn afspraken gemaakt om te zorgen dat er in de toekomst aan de drinkwaterbehoefte in Drenthe kan worden voldaan. Zo wordt onder andere gekeken naar mogelijkheden om binnen bestaande vergunningen extra productiecapaciteit te realiseren. Ook wordt gekeken naar uitbreiding van bestaande wingebieden. Deze gebieden zijn zo gekozen dat ze de minste impact hebben op landbouw, natuur en omgeving.
Om de productiecapaciteit uit te breiden en vergunningen te verlenen moet er rekening worden gehouden met diverse factoren. Dit omvat nauwkeurige vergunningsprocessen, beschikbaarheid van personeel, overleg met partners en belanghebbenden, mogelijke juridische procedures en de impact op kwetsbare natuurgebieden. De maatregelen die genomen worden om de watercapaciteit in 2030 op orde te hebben, zijn uitgewerkt in het regionaal uitvoeringsprogramma.
In 11 van de 12 Drentse gemeenten wordt de drinkwatervoorziening verzorgd door de WMD. Jaarlijks gaat het om zo’n 35 miljoen kuub drinkwater. WMD gebruikt grondwater voor het maken van drinkwater. Dat doen ze in 14 waterwingebieden in de provincie. Het Waterbedrijf Groningen voorziet inwoners rondom Eelde van drinkwater en Vitens doet dat voor de gemeente Meppel en een klein deel van de gemeente Westerveld.
vrijdag 21 maart 2025
Rijkswaterstaat zet in op aanvullend onderzoek naar bodemleven in de Waddenzee
Daarnaast moeten de onderzoeksgegevens openbaar toegankelijk en bruikbaar gemaakt worden. We willen voor het onderzoek gebruik maken van het monitoringsprogramma Synoptic Subtidal Benthic Survey (SUBES) dat door NIOZ ontwikkeld is.
Hoewel de monsters in 2025 worden afgenomen, is het onderzoek pas eind 2027 afgerond. De resultaten kunnen ons helpen in het beheer van de Waddenzee als Natura 2000 gebied.
SUBES is overigens geen nieuw onderzoeksprogramma. Binnen het Waddenmozaïek project werd in 2019 en 2022 ook al onderzoek uitgevoerd naar de samenstelling van bodem en bodemleven in het ondergedoken deel van de Waddenzee en Eems Dollard. Dit werd toen (mede)gefinancierd door het Waddenfonds .
SUBES is een toegepast wetenschappelijk onderzoeksprogramma waarbij op iedere 1000 m in het niet-droogvallende deel van de Waddenzee monsters genomen worden van de bodem.
De monsters worden genomen met een boxcore vanaf een onderzoeksschip of vanuit een rubberboot met een steekbuis. In totaal gaat het om monsters op ruim 1000 punten. Uit de gestandaardiseerde monsters worden alle dierlijke bodemorganismen die groter zijn dan 1 mm verzameld. Die worden in een laboratorium stuk voor stuk op naam gebracht, gemeten en gewogen.
Daarnaast wordt de korrelgrootte van de verschillende bodemfracties bepaald. SUBES is het enige onderzoek dat ruimtelijk uitgebreid genoeg is om Waddenzee-brede analyses te verrichten in het niet-droogvallende wad.
donderdag 20 maart 2025
Nieuwe secretaris-directeur Rijn en IJssel voorgedragen
Als het algemeen bestuur instemt, dan begint de heer Karssenberg per 1 juni 2025 als de nieuwe secretaris-directeur. Hij volgt dan de huidige secretaris-directeur Cor Roos op, die met pensioen gaat.
Karssenberg is op dit moment algemeen directeur en gemeentesecretaris in de gemeente Doetinchem. Hij werkte eerder in dezelfde functie bij gemeente Wijk bij Duurstede. Verder was hij raadslid in Arnhem en Hilversum. In Hilversum was hij ook wethouder. Hij woont in Arnhem.
woensdag 19 maart 2025
Smeltende gletsjers versnellen zeespiegelstijging
Alle relatief kleine gletsjers samen (want die van Antarctica en Groenland zijn niet meegerekend) verloren tussen 2000 en 2023 gemiddeld zo’n 5% van hun volume. Dit komt neer op een verlies van 273 miljard ton ijs, dat is ruim twee keer zoveel als het verlies op Antarctica. In Centraal Europa, denk bijvoorbeeld aan de Alpen, ging zelfs 39% van de ijsmassa verloren.
Er komt natuurlijk niet elk jaar evenveel smeltwater naar beneden. Maar het patroon dat zichtbaar wordt noemen de onderzoekers schokkend. Tussen 2012 en 2023 ging er veel meer ijs verloren (36% meer smeltwater) in vergelijking met het decennium daarvoor.
Die toename is zorgelijk, en niet alleen vanwege het stijgen van de zeespiegel, zegt Bert Wouters. 'Het smelten van deze gletsjers gaan we echt heel direct merken. Omdat ze deels in gebieden liggen waar veel mensen wonen heeft het gevolgen voor de drinkwatervoorzieningen, vooral in Zuid-Amerika en Azië. Het risico op overstromingen na het smeltseizoen vormt ook een gevaar.'
dinsdag 18 maart 2025
Waterschap test coupure in Culemborg
De coupure was eerder van de gemeente. Het waterschap heeft de coupure nu overgenomen en in beheer.
De houten balken zijn vervangen door aluminium exemplaren. Regelmatig oefent het waterschap het sluiten van coupures om de materialen en procedures te testen.
maandag 17 maart 2025
Mestdebat: Tweede Kamerleden vragen om bescherming drinkwaterbronnen
Anne-Marijke Podt (D66) stelde dat drinkwater in Nederland schoon uit de kraan komt en dat we dat graag zo willen houden. Ze benadrukte dat het beleid van de minister ervoor moet zorgen dat de drinkwaterbedrijven goed drinkwater kunnen blijven leveren. Daarom vroeg D66 de minister om de gebieden voor de drinkwaterproductie expliciet als specifieke beschermde gebieden aan te wijzen. Ook vroeg D66 de inzichten van de drinkwaterbedrijven zwaar mee te laten wegen.
Pieter Grinwis (CU) verwees naar de nitraatnorm van 50 mg/l in het grondwater in de grondwaterbeschermingsgebieden en het niet halen daarvan in 34 van deze gebieden. Hij vroeg de minister of een nieuwe Bestuursovereenkomst Nitraat nodig is omdat de huidige afloopt en wat op dit punt het schrappen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied betekent. Hij gaf aan het belangrijk te vinden dat in deze grondwaterbeschermingsgebieden de norm van de 50 mg/l gehaald gaat worden.
Andere Kamerleden benoemden ook het belang van waterkwaliteit en drinkwater in hun bijdrage. André Flach (SGP) vroeg in hoeverre het 8e Actieprogramma Nitraat aandacht besteedt aan de kwetsbare (grondwaterbeschermings) gebieden. Ines Kostić (PvdD) benoemde dat de slechte waterkwaliteit wordt veroorzaakt door de intensieve landbouw.
Over de bescherming van drinkwatergebieden gaf minister Wiersma aan dat in de grondwaterbeschermingsgebieden boeren en drinkwaterbedrijven samenwerken om goede maatregelen te nemen. Hierbij zijn op sommige plekken aanvullende maatregelen nodig. De minister kondigde aan dat er aanvullend beleid in het programma Ruimte voor Landbouw en Natuur (RLN) komt. Voor de grondwaterbeschermingsgebieden komt er specifiek per regio aanvullend instrumentarium. Dit wordt verder uitgewerkt in de aanpak RLN.
Drinkwaterbelangen worden gebiedsgericht meegenomen, daarbij worden de drinkwaterbedrijven betrokken. Over de nitraatnorm in grondwaterbeschermingsgebieden gaf de minister aan dat in de aanpak RLN een gebiedsgerichte aanpak volgt met expliciete aandacht voor de grondwaterbeschermingsgebieden met extra inzet en aanvullend beleid. De minister zal dit in nauw overleg doen met provincies, waterschappen en drinkwaterbedrijven.
vrijdag 14 maart 2025
Voorbereidingen dijkversterking Buitenhaven Vlissingen van start
Het traject is ongeveer 1,7 kilometer lang. In totaal wordt 7,1 kilometer dijk versterkt vanaf de Buitenhaven Vlissingen (stad) langs de Westerschelde naar de Sloehaven. Vanwege de komst van het Justitieel Complex Vlissingen, gaan we aan de slag in twee losse projecten. Buitenhaven Vlissingen (1,7 km) gaat in 2025 als eerste van start met de verkenningsfase, daarna volgt Sloehaven - Vlissingen (5,4 km).
Het waterschap houdt rekening met de belangen en waarden in de omgeving en vindt het belangrijk en waardevol om omwonenden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en collega-overheden te betrekken bij het project.
Met de bedrijven die direct betrokken zijn bij het project, wordt een persoonlijke kennismaking gepland. Daarnaast nodigen we iedereen uit om mee te denken en een bijdrage te leveren. Dit kan bijvoorbeeld door ideeën aan te dragen om het plan te verbeteren, of suggesties te doen om de meerwaarde voor de omgeving te vergroten. Maar ook door belangrijke waarden of aandachtspunten te benoemen, of mogelijkheden te bespreken om de impact op de omgeving te beperken. Meer informatie over het participatieproces vindt u in de officiële bekendmaking.
Halverwege 2025 organiseert het waterschap een informatiebijeenkomst over de opgave en hoe we komen tot een veilige en toekomstbestendige dijk.
donderdag 13 maart 2025
Publicatie ‘Leerkring inhoudelijk en financieel (meer) vooruitkijken’
'De opgaven van de waterschappen zijn groot. Denk aan de dijkversterkingsopgave en het vervangen van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Voor veel waterschappen is dit aanleiding om de horizon die qua opgaven en financiële consequenties in beeld wordt gebracht te verleggen van de traditionele meerjarenperiode van vijf jaar, naar 10 tot 25 jaar. Ieder waterschap is daar nu op eigen wijze mee bezig en is daarbij op zoek naar een manier om meer gevoel te krijgen bij wat er op de organisatie af komt en wat daarvan de implicaties zijn voor de financiën. Die behoefte was voor ons als Unie aanleiding om deze leerkring te starten,' aldus Vincent Lokin, lid van het bestuur van de Unie van Waterschappen.
In de leerkring hebben zo’n 40 medewerkers van waterschappen kennis en ervaringen uitgewisseld op dit terrein. Ook hebben ze met elkaar in beeld gebracht welke ontwikkelingen er in de komende 25 jaar op de waterschappen afkomen. Daarnaast verdiepten zij zich in het ontwikkelen van scenario’s om mogelijke toekomstige ontwikkelingen inzichtelijk te maken. In het laatste deel van de leerkring hebben zij samengewerkt aan de ontwikkeling en eerste toepassing van twee methodes om meer gevoel te krijgen bij de (financiële) toekomst van de waterschappen. Dit zijn de TNO-methode en de FFT-methode. Beide methoden zijn tijdens de leerkring ontwikkeld en toegepast door drie waterschappen.
De TNO-methode, genoemd naar het gelijknamige instituut, is een op de waterschappen toegesneden toepassing van de methodiek zoals die door TNO in 2023 is gehanteerd bij het uitvoeren van de studie ‘Vernieuwingsopgave infrastructuur’. Deze methode kent assetmanagement als basis, waarbij vanuit het bestaande areaal via kostenkengetallen en referentielevensduren wordt berekend wat de financiële impact van 1-op-1 vervanging van de bestaande infrastructuur is.
FFT staat voor Financieel Fit voor de Toekomst. Met deze methode worden aan de hand van een beleidsanalyse ontwikkelingen in kaart gebracht die geclusterd zijn in varianten die verschillen in de mate van waarschijnlijkheid. Vervolgens worden die varianten financieel doorgerekend en worden relevante beleidsvragen vertaald naar een bestuurlijke agenda.
De publicatie die naar aanleiding van de leerkring is opgesteld, maakt de inzichten en methodes beschikbaar voor geïnteresseerden binnen en buiten de waterschapssector. In de publicatie is onder meer een praktische beschrijving opgenomen van de twee zojuist genoemde methoden die waterschappen kunnen ondersteunen bij het inhoudelijk en financieel verder vooruit kijken.
woensdag 12 maart 2025
Extra maatregelen voor verbeteren waterkwaliteit
Daarom investeert Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden de komende jaren extra in de waterkwaliteit. Het algemeen bestuur heeft op 19 februari ingestemd met een actieplan met aanvullende maatregelen.
Het waterschap gaat alles op alles zetten om zo dicht mogelijk bij de KRW doelen te komen. Daarvoor zijn extra acties en maatregelen nodig. Een voorbeeld van zo’n maatregel is het aanscherpen van eigen regels om de waterkwaliteit beter te beschermen.
Ook gaat De Stichtse Rijnlanden extra investeren in het schoner maken van het afvalwater van huishoudens en bedrijven. Dit water kan beter worden gezuiverd met de inzet van verbeterde kennis en technieken. Het waterschap brengt dit in de praktijk bij de nieuwbouw van de zuiveringsinstallatie in Zeist. Deze nieuwe zuivering is door het toepassen van de nieuwste technieken extra goed in het verwijderen van chemische stoffen als stikstof en fosfaat. Stikstof en fosfaat zorgen voor teveel voedingsstoffen in het water waardoor er algen in het water gaan groeien. Teveel algen zorgen voor een tekort aan zuurstof en is funest voor het waterleven.
dinsdag 11 maart 2025
De paling heeft het al decennia moeilijk
In de experimentele visonderzoeksfaciliteit van Wageningen University & Research opent onderzoeker Arjan Palstra het dekselvan een watertank. We zien dikke, donker gekleurde palingen rondzwemmen. ‘Dat zijn geslachtsrijpe vrouwtjes waarvan de eieren eerdaags worden afgestreken’, wijst Palstra. Kleinere en slanke zilverkleurige mannetjes zwemmen nieuwsgierig in en uit pvc-buizen die in de bak zijn aangebracht.
Het eerste doel was om paairijpe vrouwtjes eitjes te laten afzetten, deze te bevruchten met sperma van de mannetjes om zo de eerste larvenstadia op weg naar de jonge zogeheten glasaaltjes te bereiken. ‘Meteen in 2016 zijn we erin geslaagd om de alen larven te laten produceren’, vertelt Palstra. De larven bleven evenwel niet langer dan enkele weken leven.
In een vervolgonderzoek, het publiek-private samenwerkingsproject LARVitAAL, proberen de onderzoekers om de kwaliteit en gezondheid van de larven te verbeteren. Dat is succesvol, zegt Palstra, dankzij innovaties in de reproductietechnieken. ‘Sinds september van dit jaar testen we ook vernieuwde diëten om de larven beter te laten opgroeien. We hopen dat ze dan structureel het stadium van glasaal bereiken.’
maandag 10 maart 2025
Waterschappen reageren op rapport Natuurmonumenten over slechte waterkwaliteit
Zowel waterkwaliteit als -kwantiteit zijn belangrijke indicatoren voor de toestand van de natuur. Daarom onderzocht Natuurmonumenten hoe het ervoor staat met het oppervlaktewater en het grondwater in elf van haar natuurgebieden verspreid over het land. Verdroging, vervuiling, en verzuring bedreigen kwetsbare planten en dieren, met ernstige schade als gevolg, meldt Natuurmonumenten.
Bestuurslid Sander Mager benadrukt dat een gezond watersysteem essentieel is voor natuur en samenleving. 'Elke vierkante meter in Nederland wordt intensief gebruikt, wat grote gevolgen heeft voor kwetsbare ecosystemen. Schoon water vraagt om keuzes.'
Waterschappen werken aan het herstel van het watersysteem, maar kunnen dit niet alleen. “Gerichte en daadkrachtige maatregelen zijn nodig om verdere verslechtering te voorkomen en verbetering in te zetten,” aldus Sander Mager. 'Schoon water is van belang voor iedereen: bewoners, boeren, bedrijven, dieren en natuur.'
vrijdag 7 maart 2025
Waterschappen heffen ruim 300 miljoen euro meer dan in 2024
Nederland telt 21 waterschappen. Waterschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer van het oppervlaktewater (de watersysteemtaak) en afvalwaterzuivering. De watersysteemtaak houdt in: bescherming tegen hoogwater en wateroverlast en het zorgen voor voldoende water. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de aanleg en het beheer van waterkeringen, zoals dijken. Hiervoor verwachten waterschappen 2,3 miljard euro te heffen in 2025. Dat is ruim 9 procent meer dan in 2024.
Voor de andere hoofdtaak - afvalwaterzuivering - begroten waterschappen 2,0 miljard euro aan heffingen (zuivering- en verontreinigingsheffing). Dat is bijna 7 procent meer dan in 2024. Waterschapsbelasting wordt betaald door huishoudens, boeren, natuurterreinbeheerders en bedrijven in het gebied van het waterschap. Een aantal waterschappen int ook wegenheffing.
Huishoudens betalen het grootste deel van de heffingsopbrengsten. Elk huishouden betaalt via de lokale heffingen aan het waterschap. De hoogte van deze heffingen verschilt sterk per waterschap, en hangt af van de WOZ-waarde van de woning en het aantal bewoners, en de tarieven van het waterschap. De WOZ-waarde van 2025 (waardepeildatum 1-1-2024) wordt gebruikt voor de waterschapsbelastingen van 2025.
Op basis van de gemiddelde landelijke WOZ-waarde, betaalt een meerpersoonshuishouden met een koopwoning in het Wetterskip Fryslân het meest aan waterschapsheffing: 679 euro per jaar. In Waterschap De Dommel in de provincie Noord-Brabant betaalt een meerpersoonshuishouden met een koopwoning met dezelfde WOZ-waarde het minst: 370 euro. Een eenpersoonshuishouden met dezelfde koopwoning betaalt in deze waterschappen respectievelijk 474 euro en 206 euro.
donderdag 6 maart 2025
Achterhoek en Liemers werken samen tegen droogte en wateroverlast
Vijf jaar geleden, na de droge zomers in 2018 en 2019, gingen partijen in de Achterhoek samenwerken tegen droogte. Nu pakken ze ook wateroverlast aan. Steeds vaker volgen droge periodes en zware regenbuien elkaar snel op. Vooral de zandgronden in de regio zijn hier gevoelig voor.
De partijen willen nu sneller maatregelen nemen om schade door droogte en zware regen te voorkomen. Ze hebben acht belangrijke gebieden en projecten gekozen. Binnen twee jaar willen ze daar starten.
Een voorbeeld is het project bij de drinkwaterbron ’t Klooster in Hengelo (Gld). Hier werken provincie, waterschap, Vitens, gemeente Bronckhorst, LTO-Noord en bewoners samen. Ze maken plannen om beter met droogte om te gaan, zorgen voor schoner water en helpen boeren zich voor te bereiden op de toekomst.
Met deze en andere projecten willen de partijen meer maatregelen uitvoeren in de Achterhoek en Liemers. Het doel is om samen een plan te maken voor de komende tien jaar om droogte en wateroverlast aan te pakken.
Tijdens de bijeenkomst bespraken de partijen wat er zou gebeuren als in de Achterhoek net zo’n zware regenbui valt als in Limburg in 2021. Uit het onderzoek blijkt dat het belangrijk is om hier goed op voorbereid te zijn. Watergedeputeerde Ans Mol zei: 'Ik ben blij dat de aanpak van droogte concreter wordt. Maar het is ook goed dat we voorbereid zijn op zware regen. Water brengt veel uitdagingen met zich mee. Het is aan ons om daar goed mee om te gaan.'
woensdag 5 maart 2025
Greppelherstel bevordert circulair watergebruik
In het waterwingebied heeft Evides daarom de afgelopen periode een aantal maatregelen uitgevoerd om het geloosde water weer terug te laten zakken in de bodem (infiltreren). Het water dat normaal gesproken wordt afgevoerd, vangen ze op in het naastgelegen gebied. Daarvoor hebben ze een aantal greppels hersteld die vroeger het gebied ontwaterden. Vanaf nu kan men met een regelbare stuw water afvoeren in natte perioden; in droge perioden kan men juist water aanvoeren. Daardoor ontstaat er lokaal een constanter grondwaterpeil, waar typische plant- en diersoorten van zullen profiteren.
Bovendien voorkoomt men hiermee de verstorende effecten van sterk wisselende grondwaterstanden, zoals in het verleden gebeurde. Dit leidde er toe dat delen van het gebied overwoekerd raakten met hardnekkige plantsoorten. Door het slimmer gebruiken van het spoelwater uit de zuivering kan men de natuur een handje helpen door overtollig water weer terug te brengen bij de oorspronkelijke bron: de zandgrond.
dinsdag 4 maart 2025
Varen op de vaarwegen vraagt om precisiewerk
Stuwen in de rivier zijn bekende risicolocaties. Bij stuwen staat vaak een sterke en gevaarlijke stroming als gevolg van het hoogteverschil over de stuw. De omgeving van stuw Borgharen, samen met keersluis Limmel, kent een aantal bijzonderheden. Zo ligt de stuw dicht op de vaarweg in de Maas naar het Julianakanaal: hierdoor ontstaat op de vaarweg een sterke zijstroom.
Deze wordt flink sterker bij afvoeren vanaf 800 m3/s. Schippers moeten dan van een snelstromende Maas met zijstroom, naar het Julianakanaal met nagenoeg stilstaand water. Er is voor schippers weinig ruimte en tijd om te corrigeren als dit nodig is.
Bij hoge afvoeren worden de stuwen op de Maas gestreken, waardoor de rivier ongestuwd raakt en de stroomsnelheid toeneemt. Dit maakt ook het invaren van havens die direct aan de Maas liggen lastiger. Daarnaast kan het invaren van de toeleidingskanalen richting de sluizen hierdoor complexer worden.
De kennis over en ervaring met deze moeilijkere omstandigheden is mogelijk niet bij alle schippers en verladers voldoende aanwezig. Naast partijen die heel goed weten wat de effecten zijn, hebben we ook te maken met schippers die niet vaak op de Maas varen.
Bij stuw Borgharen staan borden die in vier talen aangeven dat hier een gevaarlijke dwarsstroom aanwezig is. Boven de 500 m3/s knipperen ze oranje om de attentiewaarde te vergroten.
Naast het probleem met de stroming bij de invaart van het Julianakanaal is op het traject extra ruimte nodig waar tegemoetkomende schepen elkaar veilig kunnen passeren. In het BO-MIRT eind 2024 is besloten om de spoorbrug in Maastricht hiervoor te slopen.
Het nader uitwerken van maatregelen voor het veilig toelaten van grotere en diepere schepen wordt ook meegenomen in het project Zuidelijk Maasdal .
maandag 3 maart 2025
Eerste WUR EngD voor onderzoek naar vis-sensor
Om de gezondheid van vissen te monitoren kun je van alles meten. Veel van die metingen vinden buiten de vis plaats. Hoe mooi zou het zijn om live mee te kijken in het binnenste van een vis? In de bloedbaan bijvoorbeeld. Bram Kok, de eerste EngD-kandidaat van WUR, heeft een sensor ontwikkeld die dat kan.
Het project betreft de ontwikkeling van nieuwe sensoren voor onderzoek naar aquatische organismen. ‘Het is onderdeel van het innovatieprogramma NLAS’, licht begeleider Arjan Palstra toe. ‘Dat staat voor Next Level Animal Sciences. Dat programma is vier jaar geleden opgestart. Een van de onderdelen is sensortechnologie.’
Palstra en zijn collega’s willen de energieniveaus in aquatische organismen continu monitoren. ‘Waar besteden ze hun energie aan, en kunnen we dat onderbrengen in een digital twin voor energiemonitoring? In Twente werd aan een sensor gewerkt die interleukine-6 meet, een immuunmarker voor ziekte. Dat paste goed in ons model, dat energiegebruik, stress en gezondheid bij elkaar wil brengen.’