donderdag 29 februari 2024

Stormen maken voedingsstoffen vrij uit wadbodems

Als stormen in de toekomst sterker worden door het veranderende klimaat, kan er tijdelijk meer stikstof vrijkomen uit de bodem van getijdegebieden in de Ooster- en Westerschelde. Dat blijkt uit promotieonderzoek van marien biogeochemicus Dunia Rios-Yunes aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) in Yerseke. Rios-Yunes verdedigt op 1 maart haar proefschrift aan de Universiteit Utrecht. "De dynamiek van voedingsstoffen in de bodems van delta's en estuaria is tot nu toe een beetje een blinde vlek geweest voor de mariene wetenschap", zegt ze.

Voor haar experimenten bracht Rios-Yunes vele uren door op een opblaasbare bank op de drooggevallen bodems van de Wester- en Oosterschelde. 'In een emmer zonder bodem en met een grote mixer, bootste ik een storm na op de modder. Tijdens het mixen van de modder kon ik de vrijkomende of opgenomen stikstof en fosfor meten. Maar omdat ik dit zes uur achter elkaar moest doen, kwam ik er al snel achter dat ik een beetje comfort nodig had bij het werk in de modder. Die opblaasbare bank was mijn redder in nood tijdens het veldwerk', zegt ze gekscherend.

Hoe frivool het ook mag lijken – modder mixen in een open emmer – dit experiment is wel degelijk een goed model voor een echte storm, benadrukt Rios-Yunes. 'Wij mixten alleen de bovenste millimeters tot maximaal drie centimeter van de bodem, terwijl een echte storm de bodem tot wel 20 cm diep kan klutsen. Ook de snelheden van onze mixer waren lager dan wat er soms in het echte leven gebeurt tijdens een zware storm. De realiteit kan dus nog serieuzer zijn dan onze experimenten.'

Rios-Yunes ontdekte dat er aanzienlijke hoeveelheden stikstof vrijkwamen tijdens haar experimentele storm. 'In slechts een paar uur tijd kan de hoeveelheid stikstof die normaal gesproken in weken vrijkomt, door één storm uit de modder komen. Dit betekent dat er veel meer voedingsstoffen beschikbaar komen in de waterkolom. Algen kunnen die gebruiken om te groeien." Fosfor daarentegen werd tijdens de 'storm' in de Oosterschelde extra opgenomen, terwijl het bij de experimenten in de Westerschelde juist vrijkwam. "Dit kan komen door de verschillen in chemische samenstelling van het slib tussen een estuarium als de Oosterschelde en een getijdenbaai als de Westerschelde.'

Met de opslag van voedingsstoffen zoals stikstof en fosfor, leveren de bodems van onder andere de Ooster- en Westerschelde een waardevolle ‘ecosysteemdienst’. Zonder de opslag van deze ‘meststoffen’ in de bodem, zou er nog meer stikstof in het milieu vrijkomen, terwijl dat nu al een probleem vormt. Maar deze ecosysteemdienst staat onder toenemende druk, legt Rios-Yunes uit. Zo is de Oosterschelde relatief belangrijk voor de opslag van voedingsstoffen, vergeleken met zeebodems die nooit droogvallen. Maar door de Oosterscheldekering en ook door de toekomstige zeespiegelstijging wordt de kust van de Oosterschelde 'opgegeten door de stroming'. 'Daardoor kunnen tijdelijk relatief grote hoeveelheden extra stikstof beschikbaar komen voor algen en andere organismen, waardoor het systeem ‘overbemest’ kan raken.'

Behalve stormen, beïnvloeden ook temperatuur en zoutgehalte, en ook bodemdieren de chemie in de bodem van getijdengebieden. 'Maar al deze effecten zijn tot nu toe nog niet veel bestudeerd', zegt Rios-Yunes. 'Voor fundamenteel onderzoek naar de dynamiek van voedingsstoffen en andere evenwichten in getijdengebieden is het heel belangrijk om de rol van temperatuur, zoutgehalte, en ook bodemdieren als schelpen en wormen, en dus ook de onrust door stormen te begrijpen.'

Ook beleidmakers en beheerders van natuurgebieden zoals de Oosterschelde zouden de dynamiek van voedingsstoffen in een veranderende wereld beter moeten begrijpen, vindt Rios-Yunes. 'Mijn onderzoek benadrukt het belang om de kust van deze getijdengebieden in een goede conditie te houden en zo te voorkomen dat de waardevolle ecosysteemdiensten die ze leveren, verloren gaan.'

woensdag 28 februari 2024

Overgang van zoet naar zout in de Waddenzee onder druk door veranderend klimaat

Met name in het voorjaar stroomt er steeds minder zoetwater uit Nederlandse en Duitse rivieren naar de Waddenzee. Daardoor verandert het leven van algen, vissen en vogels op het wad. Dat zegt professor Katja Philippart, directeur van de Waddenacademie en onderzoeker aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), bij het verschijnen van een nieuw hoofdstuk van het Quality Status Report van de Waddenzee.  Dit hoofdstuk over klimaatverandering is geschreven door onderzoekers van alle drie de ‘Waddenlanden’, Denemarken, Duitsland en Nederland.

Doordat het late voorjaar en de zomers gemiddeld steeds droger en warmer worden, voeren rivieren als de Eems, de Elbe en de Wezer in die tijd ook minder water af naar de Waddenzee. In het IJsselmeer moeten de beheerders het water ’s zomers ook steeds vaker vasthouden voor de landbouw en de drinkwatervoorziening. “Daardoor valt de natuurlijke, geleidelijke overgang van zoet naar zout op de Waddenzee weg”, ziet Philippart. “In de extreem warme zomer van 2018 was het aan de noordkant van de Afsluitdijk eventjes zelfs zouter dan op de Noordzee.”

Philippart noemt die wegvallende overgang van zoet naar zout een van de grootste verrassingen van het nieuwe hoofdstuk dat zij met collega’s voor het Quality Status Report van het gemeenschappelijk Waddenzee Secretariaat schreef. “Dat het steeds warmer wordt en dat de zeespiegel stijgt, dat heeft iedereen nu wel op het netvlies. Maar die wegvallende zoutgradiënt is iets waar we heel lang overheen hebben gekeken.”

Het rivierwater bevat voedingsstoffen (stikstof en fosfaat) die bijdragen aan de algengroei, de basis van de voedselketen. Ook bevat dit water veel zoetwateralgen die worden gegeten door schelpdieren in de Waddenzee. Daardoor zitten er uitgerekend in de buurt van de spuisluizen relatief veel schelpdieren zoals mosselen en strandgapers. Die vormen op hun beurt weer voedsel voor vissen en vogels. Nu die toevoer langzaam wegvalt, zal dat ook zeker consequenties hebben voor de rest van het zeeleven, stelt Philippart.

Philippart roept waterbeheerders op om bij het verdelen van het zoete water ook naar de natuur van het Werelderfgoed Waddenzee te kijken. “Klimaatverandering, daar kunnen we maar één ding aan doen: onze uitstoot verminderen. Het probleem van de afgeknepen toevoer van zoetwater naar zee kunnen we wel lokaal aanpakken. Als we het water in de winter beter vasthouden, hebben we in de zomer ook meer water over voor de Waddenzee. Daar profiteert overigens niet alleen de Waddennatuur van.”

Naast de wegvallende zoetwatertoevoer, schrijven de auteurs dat ook de warmte een steeds groter probleem wordt voor het leven in de Waddenzee. “In de extreme zomer van 2018 zagen we bijvoorbeeld heel veel sterfte van kokkels”, aldus Philippart. Behalve met de hitte had dat waarschijnlijk ook te maken met het tekort aan zoetwater en de bijbehorende algen, waar schelpdieren zich mee voeden.

dinsdag 27 februari 2024

Programma Natuurversterking Noordzee gaat van start

Op maandag 26 februari 2024 heeft minister voor Natuur Christianne van der Wal tijdens het 5-jarig jubileum van De Rijke Noordzee in Amsterdam aangekondigd dat het Programma Natuurversterking Noordzee (PNN) nu van start gaat.  

De Rijke Noordzee werkt samen met off shore wind ontwikkelaars, bedrijven, natuurorganisaties en wetenschappelijke kennisinstellingen om windparken op de Noordzee te combineren met het vergroten en versterken van de biodiversiteit onder water. Met het PNN wil het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) verder voortbouwen op het vele goede werk dat de Rijke Noordzee al heeft verzet in de afgelopen vijf jaar.

In het Noordzeeakkoord uit 2020 en het beleidsprogramma Noordzee 2022-2027 was al met de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken en Klimaat afgesproken om meer duurzame windenergie te ontwikkelen als daar binnen de ecologische grenzen ruimte voor bestaat. Het Programma Natuurversterking Noordzee (PNN) is opgezet om de natuur van de Noordzee te verbeteren in aanvulling op de reeds verplichte wettelijke maatregelen om schade aan de natuur te voorkomen.

Maatregelen van het PNN zijn gericht op het herstel van soorten die in de knel komen. Daarbij gaat het niet alleen om diersoorten onder water zoals vissen, zeezoogdieren, haaien en roggen, maar ook voor vogels en vleermuizen. Ook zal er gewerkt worden aan mogelijkheden voor herstel van onderwater- en bodemnatuur zoals riffen en oesterbanken.

Het programma heeft als doel om tot een gezonde, veerkrachtige en natuurrijke Noordzee te komen met ruimte voor natuurlijke processen en duurzaam gebruik. Daarvoor is het ook nodig om praktijkgericht  te experimenteren en kennis ook op internationale schaal uit te wisselen. Het PNN zal diverse pilots en werkzaamheden daarvoor financieren.

maandag 26 februari 2024

Nog betere samenwerking met Duitse waterbeheerders

Hein Pieper (Waterschap Rijn en Ijssel) heeft de deelname aan het Grensoverschrijdend Platform voor Regionaal Waterbeheer (GPRW) verlengd. Dat deed hij voor vier jaar. De samenwerking tussen Nederlanse en Duitse partners wordt nog beter. De partners werken niet alleen samenwerken in de aanpak van hoogwater, maar ook bij droogte. Er sluiten ook nieuwe organisaties aan. De ondertekening was in Winterswijk, vlakbij de Duits-Nederlandse grens.

In Nederland doet ook ook Waterschap Vechtstromen mee. In duitsland hebben de Kreisen Borken, Steinfurt en Grafschaft Bentheim de overeenkomst met vier jaar verlengd. De Bezirkregierung Münster en Landkreis Emsland doen voor het eerst mee aan het GPRW.

De reden voor de samenwerking was de wateroverlast in 2010. Tijdens het hoogwater bleek dat de contacten over de grens beperkt waren. Tijdens een (dreigende) watercrisis is het belangrijk om elkaar te snel vinden. En het is belangrijk om elkaar goed te informeren en krachten te bundelen. Nu gaat het platform over meer dan hoogwater en crisisbeheersing. Ook het aanpassen aan een ander klimaat staat op de agenda.

vrijdag 23 februari 2024

Grondwateroverlast door langdurige regenval

De afgelopen maanden is er langdurige neerslag gevallen. Vanwege deze grote hoeveelheden regen is de bodem op veel plaatsen helemaal verzadigd: het water kan niet meer in de bodem zakken. Hierdoor stijgt het niveau van het grondwater ook flink.

Met name op de flanken van de Utrechtse Heuvelrug kan dit leiden tot water in de kelder of kruipruimte.

Eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor een waterdichte kelder. Water in kelders komt vaak voor bij oudere huizen, doordat de muren, vloer of aanhechting muur/vloer scheurtjes bevatten. Als de kelder niet waterdicht is, kan er door een hoge grondwaterstand of hevige regenbuien water naar binnen sijpelen. Het kan ook zijn dat er een lek in de regenpijp of dakgoot zit, waardoor het regenwater via de muur naar binnen komt. Water in de kelder kan schade aanrichten aan spullen die daar opgeslagen staan. Deze kunt u het beste op hoger gelegen schappen of kasten zetten.

Water in de kruipruimte is niet altijd een probleem. Als het water niet via de muren omhoog kruipt of schade aanricht aan buizen en bedrading, is er niks aan de hand. In de bouwvoorschriften voor nieuwbouwwoningen staat dat het woongedeelte van de woning waterdicht moet zijn.

donderdag 22 februari 2024

Hekjes helpen jonge mosseltjes

Het herstellen van mosselbanken in de Waddenzee of de Delta gaat een stuk beter wanneer jonge mosseltjes een beetje worden geholpen met lage, beschermende hekjes op de bodem. Dat blijkt uit het onderzoek dat marien biologe Jildou Schotanus deed aan de Hogeschool Zeeland (University of Applied Sciences) in Vlissingen en bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee in Yerseke. Zij verdedigt op maandag 5 februari haar proefschrift Restoring mussel beds on highly dynamic mudflats aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Mosselen zijn zogenoemde ‘biobouwers’. In grote schelpenbanken zetten de mosselen de omgeving naar hun hand. Zo maken ze het niet alleen hun soortgenoten makkelijker om zich te vestigen, maar helpen ze ook andere dieren aan een veilige plek op de zeebodem. Bovendien houden mosselbanken slib en zand vast en remmen ze de energie van de golven bij stormen. “Om die reden zijn er heel veel initiatieven om verdwenen mosselbanken weer te herstellen”, weet Schotanus. “Maar dat valt vaak nog niet mee!”

Eén van de problemen bij het herstel van mosselbanken is het type mossel, legt Schotanus uit. 'In het verleden zijn daarvoor vaak volwassen mosselen gebruikt, die niet gewend waren om droog te vallen. Maar als je die ineens op een droogvallende wadplaat probeert te laten vestigen, waar ze ook nog eens veel meer weerstand van golven te verduren krijgen, dan blijken ze daar niet meer aan te kunnen wennen. Uit experimenten die we met heel kleine mosseltjes, het zogenoemde mosselzaad, hebben gedaan, blijkt dat die nog wél flexibel genoeg zijn om zich aan te passen aan de ruigere omstandigheden op een droogvallende plaat.'

In een volgend experiment keek Schotanus hoe zij de mosselen het beste een vliegende start kon geven op een kale zandplaat aan de oevers van de Oosterschelde. Ze experimenteerde met golfbrekers, met gaas om gulzige krabben weg te houden en met kokosmatten om te helpen bij het hechten aan de bodem. 'Al deze methoden werken tot op zekere hoogte wel, maar zijn ook erg arbeidsintensief. Relatief simpele hekjes die luwte creëren en mosselbroed en -zaad kunnen opvangen leken in die zin nog het meest efficiënt.'

Een van de redenen om mosselbanken te herstellen, is het stimuleren van de biodiversiteit. Daarom keek Schotanus met hulp van cameraatjes ook hoe vogels als wulp en scholekster omgaan met die vreemde hekjes op de droogvallende bodem. Die blijken er na enige tijd goed aan te kunnen wennen, zag de onderzoekster. Meeuwen vonden de grotere hoeveelheden schelpdieren bij de hekjes sowieso heel snel. Scholeksters hadden enige tijd nodig en ook wulpen ontdekten pas na verloop van tijd dat er ook veel kleine krabbetjes bij de hekjes zaten, wat favoriet voedsel is voor deze vogels.

De belangrijkste les uit haar onderzoek, stelt Schotanus, is dat je bij het herstel van mosselbanken gebruik moet maken van de nuttige interacties tussen de schelpdieren zelf. Mosselen vinden kracht en veiligheid in de grote aantallen. Alle hulpmiddelen hebben zo hun nadelen, dus hoe simpeler we het kunnen maken, hoe beter.

woensdag 21 februari 2024

Noord-Holland draagt bij aan verbeteren zwemwater

Winters worden natter en hebben minder vorstdagen, zomers worden droger met meer tropische dagen. Dat heeft gevolgen voor de kwaliteit van open zwemwater. Om de waterkwaliteit te verbeteren stelt de provincie Noord Holland 150.000 euro subsidie beschikbaar aan beheerders van buitenzwemwater, zoals gemeenten, recreatieschappen en waterschappen.

Locatiehouders van zwemlocaties en waterbeheerders kunnen met deze subsidie problemen aanpakken, zoals terugkerende blauwalg of bepaalde bacteriën door de locatie met schoon water door te spoelen of schoon te maken, of voorlichting aan recreanten geven.

Lange droge zomers hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van het water, net als diverse, meestal natuurlijke, oorzaken, zoals vogelpoep of stilstaand water. Goed buitenzwemwater is belangrijk voor de volksgezondheid. Daarom verstrekt de provincie, net als in voorgaande jaren, ook in 2024 subsidie voor verbetering van de waterkwaliteit.

dinsdag 20 februari 2024

Eerste sluis provincie Noord Holland klaar voor bediening op afstand

De Sluis Purmerend is de eerste sluis van de provincie Noord-Holland die op afstand bediend wordt.

Donderdagavond 1 februari 2024 werd de Sluisbrug (sluis en brug) Purmerend officieel aangesloten op de bediencentrale Weg- en Waterhuis De Lange in Heerhugowaard. “Het team heeft hier hard aan gewerkt. Het testpersoneel werkte veel in de nachten om de hinder voor het verkeer overdag te minimaliseren. De aansluiting van de eerste sluis is een belangrijke stap in onze totale ambitie om steeds meer bruggen en sluizen centraal te bedienen”, aldus gedeputeerde Mobiliteit Jeroen Olthof, die het startsein gaf bij de primeur.

Vanuit de centrale openen en sluiten bedienaren voortaan de sluis en brug. Zij kijken mee via beelden van 11 camera’s die een totaalbeeld geven van het verkeer rondom de sluis en de brug. De bedienaren communiceren via speakers zodat ze eventuele aanwijzingen kunnen doorgeven. Om aansluiting op de bediencentrale mogelijk te maken, werd de Sluis Purmerend de afgelopen weken omgebouwd en getest.

De provincie sluit steeds meer bruggen en sluizen in Noord-Holland aan op de bediencentrale in Heerhugowaard. Door vanuit één centrale op afstand te bedienen kan de provincie  bruggen en sluizen veilig bedienen en het weg- en scheepvaartverkeer beter op elkaar afstemmen. Dat zorgt voor een betere doorstroming. Met centrale bediening stimuleert de provincie goederenvervoer over water en neemt de druk op het wegennet af.

maandag 19 februari 2024

Holland Water neemt Ulfima over

Holland Water, neemt branchegenoot Ulfima over. Ulfima ontwikkelt, levert en beheert fysische beheerssystemen op basis van ultrafiltratie-technologie. De acquisitie betekent een verdere verrijking van Holland Water’s brede portfolio aan gecertificeerde legionellabeheersdiensten en -technieken.

De hoogwaardige ultrafiltratie-techniek wordt toegepast als slimme en duurzame beheermethode voor drinkwaterinstallaties, in het bijzonder ter preventie van schadelijke legionellabacteriën. Na installatie van de gereguleerde techniek kunnen thermisch beheer en andere verspillende beheersactiviteiten zoals spoelen en chemisch reinigen tot een minimum worden beperkt.  

Naast ultrafiltratie biedt Holland Water legionella-beheeradvies, waterinstallatietechniek, monstername en analyse, reiniging en desinfectie, alsmede beheerstechnieken op basis van ultraviolet licht en koper- en zilverionisatie. De wateronderneming uit Driebergen-Rijsenburg is daarmee de eerste en vooralsnog enige aanbieder van gemanaged legionellabeheer die gecertificeerd is conform de drie beoordelingsrichtlijnen BRL 6010 (risicoanalyse en beheeradvies), BRL 14010-1 (fysische technieken) en BRL 14010-2 (elektrolytische technieken). De uitbouw van Holland Water’s one stop shop beantwoordt de urgente marktvraag naar gestroomlijnde oplossingen voor duurzaam drinkwaterbeheer.

vrijdag 16 februari 2024

Onverwachte biodiversiteit op de oceaanbodem

 

Warmwaterbronnen en velden met mangaanknolen in de diepe oceanen vertonen meer biodiversiteit dan verwacht. Dat blijkt uit het proefschrift dat NIOZ-mariene bioloog Coral Diaz-Recio Lorenzo verdedigde aan de Universiteit Utrecht.

Voor haar promotieonderzoek keek Diaz-Recio Lorenzo naar roeipootkreeftjes of copepoden die ze verzamelde bij warmwaterbronnen in het Lau-bekken, op de grens van de Australische en de Pacifische plaat, vlakbij het eiland Tonga. Met behulp van grote onderwaterrobots verzamelde ze een aantal van deze kleine, garnaalachtige diertjes, die hier als dominante diersoort voorkomen. Ze verzamelde monsters op verschillende locaties binnen één bekken. Door middel van dna-analyse toonde ze vervolgens aan dat verschillende populaties nogal geïsoleerd van elkaar leefden, met weinig interacties tussen de populaties. In verder weg gelegen bekkens verzamelde ze roeipootkreeftjes die er hetzelfde uitzagen, maar op basis van de samenstelling van hun dna zelfs als verschillende soorten moeten worden gezien.

Het tweede deel van haar onderzoek draaide om monsters van mangaanknollen die waren verzameld in de Clarion Clipperton Zone, een groot gebied op vier- tot vijfduizend meter diepte in de Stille Oceaan. Ze ontdekte dat in deze knollen algauw 10 tot 15 individuen, maar soms zelfs meer dan 200 individuen van nematoden, roeipootkreeftjes en andere diertjes leven. Veel van deze dieren bleken specifiek te zijn voor de knollen, omdat ze niet werden gevonden in de monsters van het sediment dat rond deze knollen werd verzameld. Sommige dieren gebruiken de knollen misschien zelfs als habitat voor de voortplanting, want Diaz-Recio Lorenzo vond er ook eitjes.

donderdag 15 februari 2024

Met RV Wim Wolff is Nederlands kustonderzoek  klaar voor de toekomst

Donderdag 15 februari wordt in de haven van het NIOZ op Texel de RV Wim Wolff gedoopt. Dit onderzoeksschip, of Research Vessel (RV) vervangt de RV Navicula die veertig jaar dienstdeed in het kustonderzoek.

Het nieuwe schip is vernoemd naar de nestor van het ecologisch onderzoek rond de Waddenzee, die 2018 overleed.

Naar de ingebruikname van de Wim Wolff is lang uitgekeken door veel veldonderzoekers, van NIOZ en ook daarbuiten. Het schip is een flink stuk groter dan de Navicula.

Omdat de doop van een schip traditioneel door een vrouw wordt verricht en naamgever Wim Wolff twee zoons had, zal de doop worden verricht door Wim’s vijfjarige kleindochter Charly Wolff, met hulp van Caroline Visser, bestuurslid van NWO. Jeugdige doopvrouwe Charly symboliseert met de doophandeling ook de toekomst van het schip en het kustonderzoek. Als het goed is, gaat de RV Wim Wolff, net als de RV Navicula, weer vier decennia mee. 

woensdag 14 februari 2024

Nieuw peilbesluit polders en lintbebouwing Kockengen en Teckop

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft een nieuw peilbesluit vastgesteld voor de polders en lintbebouwing van Kockengen en Teckop. Het peilbesluitgebied ligt in de gemeentes Woerden en Stichtse Vecht in de provincie Utrecht. De waterpeilen in het dorp Kockengen en de polders van maalgebied de Tol zijn geen onderdeel van dit peilbesluit. In een peilbesluit zijn de waterpeilen vastgelegd die het waterschap de komende jaren na wil streven in het gebied.

Vanwege maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het remmen van bodemdaling en CO2-uitstoot en klimaatverandering is er een nieuwe peilafweging gemaakt.

Een belangrijke aanpassing is een andere indeling van de peilgebieden Kockengen en Teckop. Ook verdwijnt het verschil tussen zomer- en winterpeil. De peilen in de gerealiseerde hoogwatervoorzieningen Teckop en Wagendijk veranderen niet. Volgens het beleid van het waterschap wordt bij de kleinere hoogwatervoorzieningen het dagelijks peil(beheer) en dagelijks onderhoud overgedragen aan de eigena(a)r(en). Het vervangingsonderhoud blijft de verantwoordelijkheid van het waterschap.

Op voorstel van een aantal eigenaren is gekeken naar een andere indeling van de peilgebieden. De nieuwe indeling sluit beter aan bij de verschillen in maaiveldhoogte tussen de deelgebieden: Teckop-Zuid en Kockengen-Zuid liggen hoger dan Kockengen-Noord. Met deze indeling kan het waterschap het peilbeheer beter afstemmen op het landgebruik, wat helpt om de bodemdaling te remmen.

Om de nieuwe indeling van peilgebieden te realiseren wordt de bestaande peilscheiding verschoven van de Hollandse Kade naar de weg Teckop ter hoogte van de Kockengense Molen. Hier wordt een stuw gebouwd langs de openbare weg naar Teckop in de Kockengense wetering. Naast de nieuwe stuw komt een vispassage, zodat vissen zich kunnen verplaatsen van de ene polder naar de andere.

Om een open verbinding te maken tussen Teckop-Zuid en Kockengen-Zuid komt er een brug in de huidige peilscheiding, de Hollandse Kade.

dinsdag 13 februari 2024

'Nederlandse vispassages belangrijk voor bijna alle vissoorten'

Tom Buijse

Vispassages blijken voor 35 van 38 onderzochte inheemse vissoorten van belang om hindernissen zoals stuwen en dammen in beken en rivieren te passeren. Dat blijkt uit een publicatie van Wageningen University & Research in het wetenschappelijk tijdschrift Ecological Engineering.

Omdat er in de Nederlandse wateren veel stuwen en dammen aanwezig zijn, worden de bewegingen van vissen tussen bijvoorbeeld schuil-, voedsel-, en paaigebieden gehinderd. Dit heeft op veel plaatsen geleid tot een ecologisch lage kwaliteit van de visstand met een beperkte biodiversiteit.

Met de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) kwam vanaf 2000 de verplichting om te zorgen dat die ecologische kwaliteit voldoende goed wordt. Hiervoor hebben de waterschappen en Rijkswaterstaat honderden vispassages aangelegd, om noodzakelijke verbindingen tussen wateren te herstellen. In welke mate deze vispassages voldoen werd vooral lokaal, maar nog niet eerder op landelijke schaal onderzocht. Het unieke aan deze studie is dat niet alleen werd gekeken naar welke soorten de vispassages gebruikten, maar dat dit werd vergeleken met de vissoorten die voorkomen in de directe omgeving van de vispassages.

De beste oplossing voor vissen zou zijn om hindernissen zoals stuwen te verwijderen, maar dat is in het sterk aangepaste Nederland een serieuze uitdaging. Het aanleggen van vispassages kan dan ook voor veel vissoorten een uitkomst bieden en bijdragen aan een gezonde visstand. In dit onderzoek is vooral gekeken óf vissoorten de passages gebruiken, niet wat de efficiëntie is.

maandag 12 februari 2024

Utrecht vervangt damwanden langs Eem in Eemdijk

De provincie Utrecht vervangt de komende jaren 5,5 kilometer oeverconstructie langs de Eem. De verouderde houten damwanden worden vervangen door stalen damwanden die toekomstbestendig zijn. Vanaf maandag 12 februari wordt gestart met een tracé van ongeveer 900 meter verdeeld over twee locaties langs de Eem, beide ten noorden van Eemdijk. Deze locatie bevindt zich tussen de fietspont en de monding van de Eem bij het Eemmeer.

Deze werkzaamheden worden uitgevoerd door Van den Biggelaar Grond- en waterbouw. Het vervangen van de damwand op het eerste tracé in Eemdijk zal van 12 februari tot en met mei 2024 plaatsvinden. Voorafgaand aan de werkzaamheden treft de aannemer voorbereidingen aan het werkterrein, zoals maaiwerkzaamheden en het realiseren van een werkdepot.

Op de wegen rondom de Eem zal geen hinder zijn; de werkzaamheden vinden plaats op en vanaf het water. De boot en ponton samen zijn ongeveer 20 meter breed en 50 meter lang. De Eem is breed genoeg, waardoor de scheepvaart hier geen hinder van ondervindt. Het plaatsen van de damwanden gaat gepaard met enig geluid, omdat de palen in de grond worden getrild. De aannemer zal uitsluitend op werkdagen tussen 7:00 en 16:00 uur werken, waardoor de hinder beperkt blijft.

vrijdag 9 februari 2024

Van Brienenoordbrug: vernieuwing opnieuw aanbesteed

Eind 2022 is een aanbesteding gestart voor het vernieuwen van de Van Brienenoordbrug. Het project zou begin 2024 worden gegund.

In de loop van de aanbesteding, waarvoor zich 1 partij heeft aangemeld, is duidelijk geworden dat de huidige aanpak grote risico’s met zich meebrengt en er een prijs aan vastzit die voor het Rijk niet te bekostigen is.

Ondanks inspanningen van alle partijen kunnen we dit project helaas niet succesvol aanbesteden in deze vorm. Er is dan ook besloten de huidige aanbesteding voor de Van Brienenoordbrug te stoppen en een nieuwe aanbesteding in een andere vorm voor te bereiden.

Rijkswaterstaat ziet dat aannemers steeds terughoudender zijn in het nemen van risico’s of dat zij hoge kosten in rekening brengen om deze risico’s af te dekken. Daarnaast maakt de krapte op de huidige arbeidsmarkt dat bedrijven keuzes moeten maken waar zij hun schaarse capaciteit inzetten.

De aanpak van de brug blijft belangrijk, omdat de brug het einde van zijn levensduur heeft bereikt.

De brug kan bij het bedienen in storing gaan, waardoor weg- en vaarweggebruikers moeten wachten. In het uiterste geval kunnen ook verkeersmaatregelen nodig zijn, zoals het afsluiten van rijstroken en het invoeren van snelheidsverlagingen.

Er zullen steeds meer herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Ook zullen steeds vaker onderdelen preventief moeten worden vervangen. De brug wordt frequent gemonitord.

donderdag 8 februari 2024

Vechtstromen wil project Vechtrijk Gramsbergen nader evalueren

In 2021 hebben gemeente Hardenberg en waterschap Vechtstromen met de inwoners van Gramsbergen gezamenlijk de Visie Vechtrijk Gramsbergen opgesteld. Deze visie is het resultaat van de bewonersparticipatie, waarin samen is nagedacht over de inrichting van de Vecht en het Vechtdal rondom Gramsbergen.

Afgelopen zomer heeft aannemer Nonak uit Ommen volop gewerkt aan de uitvoering van de eerste fase van deze visie. Vlak voor de start van het hoogwaterseizoen, in oktober 2023, zijn de laatste zaken afgerond en is het terrein opgeruimd.

Noordelijk is een meestromende nevengeul aangelegd, waarmee nieuwe waternatuur ontstaat. Deze nieuwe waternatuur biedt vissen de mogelijkheid om verder stroomopwaarts naar het Duitse deel van de Vecht te zwemmen. Aan het begin van de nevengeul, bij de Haandrik, is een inlaatwerk gebouwd. Hiermee wordt de hoeveelheid water geregeld die door de nevengeul gaat.

Om overlast zoveel mogelijk te beperken werd een tijdelijke brug over de Vecht aangelegd. De grond die is vergraven voor de aanleg van de haven en de nevengeul is met vrachtwagens via deze brug afgevoerd. Hiermee is voorkomen dat de vrachtwagens door Gramsbergen zijn gegaan. Nu de uitvoering is afgerond, is de tijdelijke brug weer verwijderd.

Alle resultaten van de uitgevoerde werkzaamheden waren duidelijk zichtbaar, totdat rond de kerstdagen en de jaarwisseling sprake was van extreem hoogwater en de Vecht buiten haar oevers trad. De grote snelstromende watermassa heeft op verschillende plekken effect laten zien. Ook in het net opgeleverde projectgebied van Vechtrijk Gramsbergen.

De uiterwaard, waarin net de nevengeul en vistrap waren aangelegd en het stadsfront zijn overspoeld door de grote hoeveelheid water en zand. In de komende maanden zal voor zowel waterschap Vechtstromen als de gemeente Hardenberg duidelijk worden welke omvang en gevolgen dit heeft gehad en hoe hiermee wordt omgegaan.

woensdag 7 februari 2024

'Verminder de milieubelasting van pijnstillers in water: Kies bewust en gebruik gepast'

Er komen teveel medicijnresten in het oppervlaktewater terecht. Het RIVM heeft onderzocht in hoeverre vijf pijnstillers die zonder recept te koop zijn het oppervlaktewater belasten. Daaruit blijkt dat diclofenac, ibuprofen en naproxen een risico vormen voor het watermilieu. De voorgestelde Europese norm voor diclofenac wordt zelfs op de helft van de onderzochte plaatsen overschreden. Dat kan schadelijk zijn voor het milieu. Het is daarom belangrijk om artsen en consumenten hierover te informeren en wanneer dit mogelijk is te kiezen voor de milieuvriendelijkste pijnstiller.

Medicijnresten in water kunnen schadelijk zijn voor dieren die er leven. Het RIVM heeft voor vijf vrij verkrijgbare pijnstillers bepaald hoeveel van de werkzame stof via het riool in het oppervlaktewater terechtkomt. Door deze gegevens te vergelijken met de risicogrenzen zijn de risico's bepaald. Ook is er gekeken wat het betekent voor de kwaliteit van het oppervlaktewater wanneer een andere pijnstiller gebruikt wordt.  

De onderzochte pijnstillers zijn: paracetamol, aspirine, naproxen, ibuprofen en diclofenac. Vooral van diclofenac komt er teveel in het oppervlaktewater terecht. Dit komt omdat deze pijnstiller vaak als gel op de huid wordt gesmeerd. Het grootste deel daarvan spoelt weg via douchen of het wassen van kleding. Ook ibuprofen en naproxen vormen een risico voor het oppervlaktewater. Paracetamol en aspirine belasten het water minder.

Het is belangrijk pijnstillers niet onnodig te gebruiken. Dit heet gepast gebruik. Daarnaast is de keuze voor paracetamol of aspirine beter voor de waterkwaliteit dan de keuze voor diclofenac, naproxen of ibuprofen.

Bij de keuze voor een pijnstiller zijn de werkzaamheid en veiligheid voor de patiënt het belangrijkst. Hoe de milieubelasting van pijnstillers het best kan worden meegenomen in de verschillende behandelrichtlijnen moet nog uitgezocht worden. Op die manier kunnen zorgprofessionals bewust kiezen voor de minst milieubelastende pijnstiller.  

Ook moet samen met andere instanties worden uitgezocht hoe consumenten voorlichting kunnen krijgen, zodat ze voor de minst milieubelastende pijnstiller kiezen.  

De waterkwaliteit staat in Nederland onder druk. Tegelijk gebruiken we steeds meer medicijnen. De mens vormt de belangrijkste route van medicijnresten naar het oppervlaktewater. Via het toilet, afspoeling van het lichaam, of via het wassen van kleding komen ze in het oppervlaktewater terecht.

De rioolwaterzuivering kan medicijnresten niet goed uit het water halen. Dit levert risico's op voor het watermilieu en maakt de bereiding van drinkwater moeilijker. Het is daarom belangrijk om te voorkomen dat medicijnresten in het oppervlaktewater terechtkomen.

De Ketenaanpak Medicijnresten uit Water richt zich op het terugdringen van de hoeveelheid medicijnresten die in het watermilieu terechtkomt. Deze aanpak richt zich op de hele keten: van de ontwikkeling, productie en toepassing van medicijnen, tot aan de zuivering van het water.

dinsdag 6 februari 2024

UNIIQ-investering voor Delftse startup Arctic Reflections om Noordpoolijs in stand te houden

Proof-of-conceptfonds UNIIQ investeert 350.000 euro in de Delftse startup Arctic Reflections. De startup heeft een manier bedacht om het ijs op de Noordpool dikker te maken in de winter, zodat het in de zomer minder snel smelt. De investering werd bekendgemaakt door Rinke Zonneveld, die aan de wieg stond van UNIIQ en nu CEO van Invest-NL is, op het event Fixing Carbon Together van CarbonFix.
 
Het zeeijs op de Noordpool fungeert als een soort spiegel voor zonlicht, waardoor het zeewater wat eronder ligt veel minder opwarmt. Door de opwarming van de aarde is de totale oppervlakte van het Noordpoolijs in de zomer inmiddels gehalveerd en warmt de zee dus ook steeds sneller op. Zo ontstaat een vicieuze cyclus. Huidige ramingen laten zien dat in de komende 20-30 jaar, zonder interventie, de eerste ijsvrije zomers op de Noordpool een realiteit worden, met allerlei klimaatrisico’s tot gevolg.  
 
Arctic Reflections wil het ijs op de Noordpool helpen door in de winter het ijs dikker te maken. Dit doen ze door er zeewater op te pompen. Hierdoor blijft het ijs in de zomer langer liggen, blijft de ‘spiegel’ groter en langer bestaan, en wordt opwarming van de aarde geremd. Een vrij simpel idee, maar een behoorlijke logistieke uitdaging in de uitvoering. Zeker met de ambitie om meer dan 100.000 vierkante kilometer ijs - ruim twee maal de oppervlakte van Nederland - per jaar te verdikken.
 
Artic Reflections ontvangt nu een investering van UNIIQ om een eerste fieldtest in Spitsbergen (Svalbard), Noorwegen uit te voeren. Hier gaan zij in een bijna-gesloten baai een eerste systeem installeren en daarmee het ijs gedurende het vriesseizoen verdikken. Er worden tal van metingen gedaan om de gerealiseerde impact te kunnen vergelijken met de labresultaten. Hiermee hoopt Arctic Reflections een eerste proof-of-concept te realiseren.

maandag 5 februari 2024

Delfland neemt Waterinnovatieprijs voor opsporen lozingen met eDNA in ontvangst

De inzending ‘eDNA nieuw in gereedschapskist voor opsporen van lozingen lekkages’ van Delfland wint de Waterinnovatieprijs binnen de categorie ‘Gezonde leefomgeving’.

Op donderdag 1 februari vond het Waterinnovatiefestival plaats in Utrecht. Een festival dat volledig in het teken staat van innovaties binnen het waterschapswerk. Dit jaar zijn 60 projecten genomineerd en verdeeld over vier categorieën: briljantjes, gezonde leefomgeving, water en bodem sturend en dijken van de toekomst. Delfland collega’s Roy en Djoline namen de prijs met trots in ontvangst.

De waterkwaliteit van de Nederlands oppervlaktewateren staat onder druk en moet beter. In Delflands gebied is de glastuinbouwsector met zo’n 1500 bedrijven een belangrijke speler die kan bijdragen aan een betere waterkwaliteit door lozingen en lekkages naar nul te brengen. De innovatie eDNA methode komt hierbij goed van pas.

Het opsporen van lozingen en lekkages aan de hand van gewasbeschermingsmiddelen is een kostbare en tijdrovende aanpak en biedt niet altijd voldoende duidelijkheid. Door te kijken naar DNA-sporen in het water van teelten van bloemen en groenten kan afdeling Toezicht & Handhaving sneller, goedkoper en gerichter de bron van vervuiling opsporen.

Dit komt omdat een analyse van een eDNA-monster doorgaans binnen twee dagen klaar is, terwijl een onderzoek naar gewasbeschermingsmiddelen gemiddeld twee weken in beslag neemt. Bij een analyse van gewasbeschermingsmiddelen is het noodzakelijk op groot aantal stoffen te testen om vast te stellen wat er in het water aanwezig is. Ook helpt zowel een positieve als negatieve uitkomst van een eDNA-monster bij het bepalen van het zoekgebied.

vrijdag 2 februari 2024

Waaiboei weer terug in Nieuwe Statenzijl

De Waaiboei is sinds kort weer terug op zijn vertrouwde plek in Nieuwe Statenzijl. Deze prachtige beschermengel van de zeedijk was voor de kerst opeens verdwenen. Het duurde even voordat medewerkers van het waterschap door hadden dat het niet om een reguliere onderhoudsbeurt ging. Want wie neemt nu dit 8 meter hoge en 2000 kilo zware kunstwerk mee?

Het bleek om een stunt te gaan van Oudejaarsvereniging De Frijsteat Folgeren uit Folgeren bij Drachten. Zij hebben het kunstwerk van kunstenaar Martin Borchert meegenomen naar Friesland. Op nieuwjaarsdag dook de Waaiboei daar weer op. “Gelukkig heeft Nieuwe Statenzijl nu zijn beschermengel weer terug” aldus sluiswachter Joop Dijkema.

Het kunstwerk staat op de zeedijk in het noordoostelijkste puntje van Nederland. Op de grens tussen land en water en van Nederland met Duitsland. De Waaiboei is van verre te zien. Het grote object staat niet stil maar waait heen en weer met de wind mee. Het is daarmee een markante bezienswaardigheid voor de bezoekers van Nieuwe Statenzijl.

donderdag 1 februari 2024

Windproject rioolwaterzuivering Land van Cuijk ligt voorlopig stil

Het initiatief om windmolens te ontwikkelen bij de rioolwaterzuivering in Haps wordt voorlopig opgeschort. Dat besluit is een gevolg van het onlangs door de gemeente Land van Cuijk vastgestelde windbeleid en de beschikbare ruimte op het elektriciteitsnetwerk. Omdat er zowel qua windbeleid als netwerk nog onzekerheden zijn, is besloten op dit moment niet verder te gaan met de voorbereidingen van de door ons waterschap geplande windturbines.

In november stelde de gemeenteraad van Land van Cuijk het windbeleid voor de eigen gemeente vast. De gemeente sluit met haar normen aan bij de nieuwe landelijke milieunormen voor windenergie. Deze landelijke normen voor windenergie zijn alleen nog niet vastgesteld en dat gaat waarschijnlijk nog meer dan een jaar duren. Ook hebben we te maken met aanvullende randvoorwaarden van de gemeente.

Los van onduidelijkheden over het windbeleid heeft Enexis aangegeven dat er de komende tijd onvoldoende capaciteit op het netwerk is om de windturbines aan te sluiten. Zij doen op dit moment onderzoek naar andere mogelijkheden want zij vinden een goede balans op het energienet, een combinatie van duurzame opwek door zonne-energie en windenergie, belangrijk.

Vanwege deze onzekerheden is besloten het initiatief voor windturbines op deze plek voorlopig stil te leggen. Zodra er meer duidelijkheid is over de landelijke milieunormering voor windenergie en over de verruiming van capaciteit op het elektriciteitsnet wordt gekeken of voortzetting van het project mogelijk is.