woensdag 31 januari 2024
Bijeenkomsten voor boeren Gooi en Vecht in februari
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht organiseert vier boerenbijeenkomsten in februari. Tijdens de bijeenkomst gaat het over de het watersysteem en de uitdagingen voor de aan- en afvoer in droge en natte tijden. Ook gaan de bijeenkomsten over de waterkwaliteit.
De bijeenkomsten beginnen met een gezamenlijk onderdeel. Daarna is er ruimte om in kleine groepen door te praten over onderwerpen als bodemdaling, mogelijkheden tot samenwerking en veranderingen in het keur- en schouwbeleid.
Boeren, loonwerkbedrijven en personen die meer dan 5 hectare grond bezitten, hebben een uitnodiging voor de bijeenkomsten ontvangen.
Het doel van de boerenbijeenkomsten is om boeren en loonwerkers te helpen met hun watertaken. Tijdens de bijeenkomst worden ze geïnformeerd over actuele onderwerpen en gaan we in gesprek tover wat er speelt in het gebied. Zo kunnen we de communicatie tussen het waterschap en de boeren en loonwerkers verbeteren.
De bijeenkomsten beginnen met een gezamenlijk onderdeel. Daarna is er ruimte om in kleine groepen door te praten over onderwerpen als bodemdaling, mogelijkheden tot samenwerking en veranderingen in het keur- en schouwbeleid.
dinsdag 30 januari 2024
Eerste werkzaamheden Dijkversterking Marken
Op maandag 29 januari 2024 is Rijkswaterstaat gestart met de eerste werkzaamheden buiten de proefvakken op Marken.
De eerste zandlaag is ongeveer 50 cm dik en komt compleet onder water te liggen. Het is het eerste fundament voor het vervolg van de dijkversterking, die de komende jaren laag voor laag wordt opgebouwd tegen de bestaande dijk.
Het aanbrengen van de eerste zandlaag duurt ongeveer drie maanden. Daarna brengen we in het voorjaar de verticale drainage aan. Deze drainage zorgt ervoor dat (grond)waterspanning snel verdwijnt en dat de grond eerder inklinkt. Voor de verticale drainage hebben we zo’n vier maanden nodig. Na de zomervakantie, na 1 september 2024, brengen we dan de tweede zandlaag aan.
De werkzaamheden vinden grotendeels plaats vanaf het water. Hierdoor is de overlast beperkt.
De eerste zandlaag is ongeveer 50 cm dik en komt compleet onder water te liggen. Het is het eerste fundament voor het vervolg van de dijkversterking, die de komende jaren laag voor laag wordt opgebouwd tegen de bestaande dijk.
Het aanbrengen van de eerste zandlaag duurt ongeveer drie maanden. Daarna brengen we in het voorjaar de verticale drainage aan. Deze drainage zorgt ervoor dat (grond)waterspanning snel verdwijnt en dat de grond eerder inklinkt. Voor de verticale drainage hebben we zo’n vier maanden nodig. Na de zomervakantie, na 1 september 2024, brengen we dan de tweede zandlaag aan.
De werkzaamheden vinden grotendeels plaats vanaf het water. Hierdoor is de overlast beperkt.
maandag 29 januari 2024
'Stel drinkwater veilig komende jaren'
‘De drinkwatervoorziening staat op het spel zo waarschuwde de Inspectie Leefomgeving en Transport Nederland onlangs. Er moet volgens de inspectie veel meer tempo worden gemaakt met vergunningen voor nieuwe waterbronnen en uitbreiding van bestaande bronnen. Dat is belangrijk voor burgers, talloze ondernemers en voor bijvoorbeeld de productie van je eten of andere zaken die we allemaal dagelijks nodig hebben.’
Dat schrijven VNO-NCW en MKB-Nederland in een brief aan de Tweede Kamer in verband met een komend debat over onze waterhuishouding.
‘Water is ons levenselixer’, aldus de organisaties. Maar de toenemende droogte en groeiende bevolking zorgen voor een verwachte toename van de vraag naar drinkwater. Nu al krijgen bedrijven soms geen (nieuwe) aansluiting en moet een nieuwe woonwijk wachten. De ondernemersorganisaties ondersteunen daarom de oproep van de ILT, want drinkwater is cruciaal voor onze samenleving en het ondernemersklimaat.
Tegelijk moeten we allemaal ook spaarzamer omgaan met drinkwater om te zorgen dat over tien jaar nog voldoende drinkwater uit de kraan komt. Bedrijven nemen hierin hun verantwoordelijkheid door samen met IenW te werken aan een Nationaal Plan van Aanpak drinkwaterbesparing. En bedrijven ondernemen tal van projecten. Zie o.a. dit interview met Ingrid Thijssen over water.
Als delta gelegen onder de zeespiegel hebben we komende jaren te maken met allerlei nieuwe uitdagingen. Van de beschikbaarheid van voldoende water, tot droogteperioden, tot het verbeteren van de kwaliteit van oppervlaktewater én de verdere verzilting van ons land. Daarnaast worden onze kustbescherming en riviergebieden op de proef gesteld door klimaatverandering. In de komende jaren moet er daarom volgens VNO-NCW en MKB-Nederland (weer) flink worden geïnvesteerd om de waterveiligheid van ons land te waarborgen en het mogelijk te laten blijven om te wonen en te werken in ons land.
Dat schrijven VNO-NCW en MKB-Nederland in een brief aan de Tweede Kamer in verband met een komend debat over onze waterhuishouding.
‘Water is ons levenselixer’, aldus de organisaties. Maar de toenemende droogte en groeiende bevolking zorgen voor een verwachte toename van de vraag naar drinkwater. Nu al krijgen bedrijven soms geen (nieuwe) aansluiting en moet een nieuwe woonwijk wachten. De ondernemersorganisaties ondersteunen daarom de oproep van de ILT, want drinkwater is cruciaal voor onze samenleving en het ondernemersklimaat.
Tegelijk moeten we allemaal ook spaarzamer omgaan met drinkwater om te zorgen dat over tien jaar nog voldoende drinkwater uit de kraan komt. Bedrijven nemen hierin hun verantwoordelijkheid door samen met IenW te werken aan een Nationaal Plan van Aanpak drinkwaterbesparing. En bedrijven ondernemen tal van projecten. Zie o.a. dit interview met Ingrid Thijssen over water.
Als delta gelegen onder de zeespiegel hebben we komende jaren te maken met allerlei nieuwe uitdagingen. Van de beschikbaarheid van voldoende water, tot droogteperioden, tot het verbeteren van de kwaliteit van oppervlaktewater én de verdere verzilting van ons land. Daarnaast worden onze kustbescherming en riviergebieden op de proef gesteld door klimaatverandering. In de komende jaren moet er daarom volgens VNO-NCW en MKB-Nederland (weer) flink worden geïnvesteerd om de waterveiligheid van ons land te waarborgen en het mogelijk te laten blijven om te wonen en te werken in ons land.
vrijdag 26 januari 2024
Interesse in waterschapspolitiek toegenomen, maar nog steeds beperkt
De interesse in de provinciale en waterschapspolitiek is de laatste jaren toegenomen, maar blijft erg beperkt. Dat blijkt uit een gezamenlijk kiezersonderzoek van de Universiteit Utrecht, de Universiteit Twente en de Universiteit Leiden. Aanleiding voor het onderzoek waren de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de waterschappen van afgelopen maart.
De onderzoekers onder leiding van Hans Vollaard, hoofddocent politicologie aan de Universiteit Utrecht, concludeerden dat minder dan de helft van de inwoners interesse heeft in de provinciale en waterschapspolitiek. Onder inwoners blijkt het waterschap nog minder bekend dan de provincie.
De onderzoekers zien wel een toegenomen interesse in de provinciale en waterschapspolitiek in de afgelopen drie jaar. Over het algemeen zijn ouderen, mensen met een hbo- of wo-achtergrond en inwoners van minder stedelijke gebieden bekender met het reilen en zeilen van de provinciale en/of waterschapspolitiek.
Daarnaast zijn veel meer inwoners dan dat er zetels zijn bereid zich kandidaat te stellen voor de Provinciale Staten en het algemeen bestuur van het waterschap. De bereidheid om zich te kandideren is bovengemiddeld onder mannen, theoretisch opgeleiden, mensen met een hoger inkomen en jongeren.
De onderzoekers analyseerden ook het opkomstcijfer van de verkiezingen van 15 maart 2023. Voor de waterschapsverkiezingen was dat 53,7 procent. De opkomst is vooral toegenomen in de niet-stedelijke gebieden in het oosten van het land. In het westen daalde die opkomst juist in enkele stedelijke gebieden. De algehele opkomst is in 2023 slechts een paar procentpunten hoger dan voorheen, omdat er veel meer kiesgerechtigden wonen in het meer verstedelijkte westen. Het onderzoek laat zien dat de BBB meer dan andere partijen kiezers wist te mobiliseren die in het verleden niet gingen stemmen.
De onderzoekers onder leiding van Hans Vollaard, hoofddocent politicologie aan de Universiteit Utrecht, concludeerden dat minder dan de helft van de inwoners interesse heeft in de provinciale en waterschapspolitiek. Onder inwoners blijkt het waterschap nog minder bekend dan de provincie.
De onderzoekers zien wel een toegenomen interesse in de provinciale en waterschapspolitiek in de afgelopen drie jaar. Over het algemeen zijn ouderen, mensen met een hbo- of wo-achtergrond en inwoners van minder stedelijke gebieden bekender met het reilen en zeilen van de provinciale en/of waterschapspolitiek.
Daarnaast zijn veel meer inwoners dan dat er zetels zijn bereid zich kandidaat te stellen voor de Provinciale Staten en het algemeen bestuur van het waterschap. De bereidheid om zich te kandideren is bovengemiddeld onder mannen, theoretisch opgeleiden, mensen met een hoger inkomen en jongeren.
De onderzoekers analyseerden ook het opkomstcijfer van de verkiezingen van 15 maart 2023. Voor de waterschapsverkiezingen was dat 53,7 procent. De opkomst is vooral toegenomen in de niet-stedelijke gebieden in het oosten van het land. In het westen daalde die opkomst juist in enkele stedelijke gebieden. De algehele opkomst is in 2023 slechts een paar procentpunten hoger dan voorheen, omdat er veel meer kiesgerechtigden wonen in het meer verstedelijkte westen. Het onderzoek laat zien dat de BBB meer dan andere partijen kiezers wist te mobiliseren die in het verleden niet gingen stemmen.
donderdag 25 januari 2024
Miranda Diependaal interim secretaris-directeur Waterschap Amstel, Gooi en Vecht
Miranda Diependaal start op 11 januari als interim secretaris-directeur voor Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. De secretaris-directeur organiseert het democratische besluitvormingsproces van het waterschapsbestuur en is de eerste adviseur van het bestuur en de voorzitter.
Het dagelijks bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft in Miranda Diependaal een zeer ervaren kandidaat gevonden. Als interimmanager heeft zij ervaring in verschillende directierollen bij bijvoorbeeld waterschappen en gemeenten. Het waterschap wil voor de zomer een nieuwe blijvende secretaris-directeur hebben aangetrokken.
Het dagelijks bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft in Miranda Diependaal een zeer ervaren kandidaat gevonden. Als interimmanager heeft zij ervaring in verschillende directierollen bij bijvoorbeeld waterschappen en gemeenten. Het waterschap wil voor de zomer een nieuwe blijvende secretaris-directeur hebben aangetrokken.
woensdag 24 januari 2024
Waterwoordvoerders Tweede Kamer bekend
De nieuwe Tweede Kamer is ruim een maand aan de slag en inmiddels zijn alle waterwoordvoerders van de partijen bekend. Bij een aantal partijen zijn dit dezelfde Kamerleden als in de vorige periode, maar er zijn ook veel nieuwe gezichten die het onderwerp water voor hun rekening nemen. De Unie van Waterschappen heeft de nieuwe woordvoerders gefeliciteerd en plant komende tijd kennismakingsgesprekken en werkbezoeken in.
Bij de VVD, BBB, Partij voor de Dieren, NSC, PVV en GroenLinks-PvdA zijn er nieuwe waterwoordvoerders. Voor de VVD is dat Peter de Groot uit Harderwijk, bij de BBB Cor Pierik uit Genemuiden en bij NSC Olger van Dijk uit Amersfoort. Bij de Partij voor de Dieren Ines Kostić uit Hilversum. Voor de PVV gaat Hidde Heutink water doen en bij GroenLinks-PvdA is Geert Gabriëls de nieuwe waterwoordvoerder.
Met de woordvoerders van VVD, Partij voor de Dieren, GroenLinks-PvdA en NSC staan al kennismakingen ingepland. De andere kennismakingsgesprekken volgen. De werkbezoeken worden gepland in het waterschap waarin de woordvoerder woont.
Bij de VVD, BBB, Partij voor de Dieren, NSC, PVV en GroenLinks-PvdA zijn er nieuwe waterwoordvoerders. Voor de VVD is dat Peter de Groot uit Harderwijk, bij de BBB Cor Pierik uit Genemuiden en bij NSC Olger van Dijk uit Amersfoort. Bij de Partij voor de Dieren Ines Kostić uit Hilversum. Voor de PVV gaat Hidde Heutink water doen en bij GroenLinks-PvdA is Geert Gabriëls de nieuwe waterwoordvoerder.
Met de woordvoerders van VVD, Partij voor de Dieren, GroenLinks-PvdA en NSC staan al kennismakingen ingepland. De andere kennismakingsgesprekken volgen. De werkbezoeken worden gepland in het waterschap waarin de woordvoerder woont.
dinsdag 23 januari 2024
Proef met drone
De komende maanden gaat Hunze en Aa's experimenteren met de inzet van een drone. De drone wil men gebruiken bij inspecties van dijken en taluds en handhavingstaken. Ook kan de drone worden gebruikt bij calamiteiten, landmeetkundige werkzaamheden, opsporen van blauwalg en beverbeheer.
Een drone is snel inzetbaar en kan op moeilijk bereikbare plekken komen. Daarnaast kan een drone vanuit allerlei hoeken opnamen van hoge resolutie maken.
Onlangs heeft een medewerker een brevet gehaald zodat gewerkt kan worden met de drone. De drone is inmiddels ook aangeschaft en gaat het komende half jaar ingezet worden. Daarna wordt de inzet van de drone geevalueerd.
Een drone is snel inzetbaar en kan op moeilijk bereikbare plekken komen. Daarnaast kan een drone vanuit allerlei hoeken opnamen van hoge resolutie maken.
Onlangs heeft een medewerker een brevet gehaald zodat gewerkt kan worden met de drone. De drone is inmiddels ook aangeschaft en gaat het komende half jaar ingezet worden. Daarna wordt de inzet van de drone geevalueerd.
maandag 22 januari 2024
Stranden en duinen wereldwijd in de knel door wegen en gebouwen
Stranden en duinen raken steeds meer bekneld tussen een stijgende zeespiegel en bebouwing. Nederlandse onderzoekers ontdekten dat je tegenwoordig, wanneer je op een willekeurig strand ergens ter wereld wordt gedropt, je gemiddeld al na 390 meter lopen bij een gebouw of een weg staat. En hoewel die korte loopafstand misschien handig lijkt als je een dagje naar het strand wil, is het slecht nieuws voor onze bescherming tegen de stijgende zee, drinkwatervoorziening en de biodiversiteit. Toch gloort er ook hoop; de onderzoekers vonden namelijk dat door het aanwijzen van natuurgebieden stranden en duinen succesvol kunnen worden beschermd.
Stranden en duinen zijn van onschatbare waarde. Ze beschermen ons tegen overstromingen, zijn een belangrijke bron voor ons drinkwater en vormen een belangrijke leefomgeving voor tal van plant- en diersoorten. Ook zijn ze onmisbaar wanneer we een dagje naar het strand gaan of door de duinen wandelen of fietsen. Wanneer stranden en duinen genoeg de ruimte krijgen, kunnen ze al deze functies vervullen. Maar, als duingebieden te smal worden, komen kustbescherming, drinkwaterwinning én de biodiversiteit in het gedrang. Toch komen stranden en duinen wereldwijd steeds meer in de knel door bebouwing enerzijds en een stijgende zeespiegel anderzijds, schrijven onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, de Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht, TU Delft en Staatsbosbeheer in het toonaangevende tijdschrift Nature Communications .
Om deze kustbeknelling in kaart te brengen, combineerden de onderzoekers meetgegevens uit een eerdere studie van de TU Delft met gegevens van Open Street Map. Vervolgens maten ze de hemelsbrede afstand van de kustlijn tot de eerste verharde weg of het eerste gebouw. Deze meting voerden ze om de kilometer uit, langs alle zandstranden ter wereld, wat 235,469 metingen opleverde.
Deze metingen lieten zien dat de bebouwing over het algemeen heel dichtbij zee begint. Gemiddeld wordt al na 390 meter vanaf de zee een gebouw of verharde weg aangetroffen. In het dichtbevolkte Nederland is dit zelfs al na 210 meter en in Frankrijk is de ruimte met 30 meter nog veel krapper. Van alle continenten blijkt Europa met een gemiddelde afstand van 131 meter dan ook de meest beknelde stranden en duinen te hebben.
In de toekomst zal de kustbeknelling wereldwijd waarschijnlijk nog verder toenemen. Door de stijgende zeespiegel zal de ruimte tussen de bebouwing en de zee nog verder versmallen. In een natuurlijke situatie zouden de stranden en duinen naar het binnenland opschuiven, maar gebouwen en wegen belemmeren dit proces. Daarom verwachten de onderzoekers dat 23 tot 30% van de stranden en duinen zal zijn weggespoeld of verdronken in 2100.
Hoopgevend is de belangrijke rol van natuurbescherming. Wanneer duingebieden een beschermde status hebben, blijken gebouwen en wegen op een vier keer grotere afstand te staan dan in onbeschermde gebieden. Alleen is op dit moment maar 16% van 's werelds zandige kusten beschermd. Dus benadrukken de onderzoekers dat het belangrijk is om stranden en duinen in de toekomst beter te beschermen.
Stranden en duinen zijn van onschatbare waarde. Ze beschermen ons tegen overstromingen, zijn een belangrijke bron voor ons drinkwater en vormen een belangrijke leefomgeving voor tal van plant- en diersoorten. Ook zijn ze onmisbaar wanneer we een dagje naar het strand gaan of door de duinen wandelen of fietsen. Wanneer stranden en duinen genoeg de ruimte krijgen, kunnen ze al deze functies vervullen. Maar, als duingebieden te smal worden, komen kustbescherming, drinkwaterwinning én de biodiversiteit in het gedrang. Toch komen stranden en duinen wereldwijd steeds meer in de knel door bebouwing enerzijds en een stijgende zeespiegel anderzijds, schrijven onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, de Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht, TU Delft en Staatsbosbeheer in het toonaangevende tijdschrift Nature Communications .
Om deze kustbeknelling in kaart te brengen, combineerden de onderzoekers meetgegevens uit een eerdere studie van de TU Delft met gegevens van Open Street Map. Vervolgens maten ze de hemelsbrede afstand van de kustlijn tot de eerste verharde weg of het eerste gebouw. Deze meting voerden ze om de kilometer uit, langs alle zandstranden ter wereld, wat 235,469 metingen opleverde.
Deze metingen lieten zien dat de bebouwing over het algemeen heel dichtbij zee begint. Gemiddeld wordt al na 390 meter vanaf de zee een gebouw of verharde weg aangetroffen. In het dichtbevolkte Nederland is dit zelfs al na 210 meter en in Frankrijk is de ruimte met 30 meter nog veel krapper. Van alle continenten blijkt Europa met een gemiddelde afstand van 131 meter dan ook de meest beknelde stranden en duinen te hebben.
In de toekomst zal de kustbeknelling wereldwijd waarschijnlijk nog verder toenemen. Door de stijgende zeespiegel zal de ruimte tussen de bebouwing en de zee nog verder versmallen. In een natuurlijke situatie zouden de stranden en duinen naar het binnenland opschuiven, maar gebouwen en wegen belemmeren dit proces. Daarom verwachten de onderzoekers dat 23 tot 30% van de stranden en duinen zal zijn weggespoeld of verdronken in 2100.
Hoopgevend is de belangrijke rol van natuurbescherming. Wanneer duingebieden een beschermde status hebben, blijken gebouwen en wegen op een vier keer grotere afstand te staan dan in onbeschermde gebieden. Alleen is op dit moment maar 16% van 's werelds zandige kusten beschermd. Dus benadrukken de onderzoekers dat het belangrijk is om stranden en duinen in de toekomst beter te beschermen.
vrijdag 19 januari 2024
Deel Vollenhoventunnel mogelijk door hoge grondwaterstand omhooggeduwd
Een deel van de Vollenhoventunnel in de A28, ter hoogte van de Utrechtseweg in Zeist, is enkele millimeters omhooggekomen. Op dit moment is de aanname dat door de extreem hoge grondwaterstand een tunneldeel omhoog is gekomen.
Deze extreem hoge waterstand werd veroorzaakt door de hevige regenval van de laatste maanden. Ook zijn mogelijk ankers in de paalfundering stuk. In de komende dagen treffen we maatregelen om de situatie te stabiliseren. Dit zal mogelijk hinder opleveren.
Om te voorkomen dat de tunneldelen in de A28 verder omhoog komen en om deze te stabiliseren, plaatst Rijkswaterstaat in de nacht van 12 op 13 januari 2024 op de vluchtstrook in beide richtingen een barrier. Begin volgende week worden hier als tegenwicht grote betonblokken achter geplaatst. Door het gewicht hiervan worden de tunneldelen gestabiliseerd.
Rijkswaterstaat heeft naar aanleiding van problemen met de fundering van de Prinses Margriettunnel tussen Joure en Sneek in 2023 onderzoek uitgevoerd. Dit om te achterhalen of er meer tunnels zijn met een vergelijkbare funderingsconstructie, die mogelijk een vergelijkbaar risico opleveren. Uit dat onderzoek kwam onder andere de Vollenhoventunnel in de A28 bij Zeist in beeld.
Deze extreem hoge waterstand werd veroorzaakt door de hevige regenval van de laatste maanden. Ook zijn mogelijk ankers in de paalfundering stuk. In de komende dagen treffen we maatregelen om de situatie te stabiliseren. Dit zal mogelijk hinder opleveren.
Om te voorkomen dat de tunneldelen in de A28 verder omhoog komen en om deze te stabiliseren, plaatst Rijkswaterstaat in de nacht van 12 op 13 januari 2024 op de vluchtstrook in beide richtingen een barrier. Begin volgende week worden hier als tegenwicht grote betonblokken achter geplaatst. Door het gewicht hiervan worden de tunneldelen gestabiliseerd.
Rijkswaterstaat heeft naar aanleiding van problemen met de fundering van de Prinses Margriettunnel tussen Joure en Sneek in 2023 onderzoek uitgevoerd. Dit om te achterhalen of er meer tunnels zijn met een vergelijkbare funderingsconstructie, die mogelijk een vergelijkbaar risico opleveren. Uit dat onderzoek kwam onder andere de Vollenhoventunnel in de A28 bij Zeist in beeld.
'Plasticsoep in de Nederlandse rivieren weer duidelijk zichtbaar na hoogwater'
Nu het winterhoogwater zich terugtrekt uit de grote rivieren is duidelijk dat er grote hoeveelheden afval, met name plastic, op de oevers is terechtgekomen. Dit is niet voor de eerste keer. Ruim duizend vrijwilligers van Schone Rivieren doen mee aan het onderzoek naar rivierafval dat al vijf jaar loopt.
Eind vorig jaar zijn de resultaten in het rapport 'Plasticsoep in de Nederlandse Rivieren' gepubliceerd. Uit de resultaten blijkt dat al jaren gemiddeld honderden zwerfafval-items per honderd meter oever aanspoelen. Dit jaar verwachten we op diverse plekken duizenden items per honderd meter te gaan vinden. Door een combinatie van een lange periode van hoogwater en sterke wind spoelt er extra veel afval aan. Op diverse plekken hebben onze vrijwilligers afvalhotspots ontdekt. De plasticsoep, die dus al in de rivieren begint, wordt hiermee weer eens pijnlijk zichtbaar.
In de eerstvolgende onderzoeksperiode, die loopt van 15 februari tot en met 15 maart komen we te weten hoe erg het dit jaar is. Maar het terugtrekkende water laat dus al heel veel afval zien dat er veel achterblijft.
Het rapport Plasticsoep in de Nederlandse Rivieren is eind vorig jaar aangeboden aan demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen. Het rapport toont aan hoe noodzakelijk het is door te zetten op de ingeslagen weg ten aanzien van:
Maatregelen om Single Use Plastics terug te dringen, zoals in Europa met de SUP-richtlijn is ingezet.
Verbetering van statiegeldsystemen en uitbreiding van statiegeldregelingen naar andere producten.
Voorkomen van weggooien van sigarettenpeuken in het milieu.
Simpele maatregelen als geen events met plastic, geen peuken op straat gooien, geen vochtige doekjes door de wc spoelen en voedselverpakkingen die je meeneemt de natuur in ook weer leeg mee terugnemen naar je eigen prullenbak, hebben groot effect. De rotzooi langs de rivieren, die nu weer zichtbaar wordt, maakt duidelijk dat we er nu mee moeten beginnen.
Eind vorig jaar zijn de resultaten in het rapport 'Plasticsoep in de Nederlandse Rivieren' gepubliceerd. Uit de resultaten blijkt dat al jaren gemiddeld honderden zwerfafval-items per honderd meter oever aanspoelen. Dit jaar verwachten we op diverse plekken duizenden items per honderd meter te gaan vinden. Door een combinatie van een lange periode van hoogwater en sterke wind spoelt er extra veel afval aan. Op diverse plekken hebben onze vrijwilligers afvalhotspots ontdekt. De plasticsoep, die dus al in de rivieren begint, wordt hiermee weer eens pijnlijk zichtbaar.
In de eerstvolgende onderzoeksperiode, die loopt van 15 februari tot en met 15 maart komen we te weten hoe erg het dit jaar is. Maar het terugtrekkende water laat dus al heel veel afval zien dat er veel achterblijft.
Het rapport Plasticsoep in de Nederlandse Rivieren is eind vorig jaar aangeboden aan demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen. Het rapport toont aan hoe noodzakelijk het is door te zetten op de ingeslagen weg ten aanzien van:
Maatregelen om Single Use Plastics terug te dringen, zoals in Europa met de SUP-richtlijn is ingezet.
Verbetering van statiegeldsystemen en uitbreiding van statiegeldregelingen naar andere producten.
Voorkomen van weggooien van sigarettenpeuken in het milieu.
Simpele maatregelen als geen events met plastic, geen peuken op straat gooien, geen vochtige doekjes door de wc spoelen en voedselverpakkingen die je meeneemt de natuur in ook weer leeg mee terugnemen naar je eigen prullenbak, hebben groot effect. De rotzooi langs de rivieren, die nu weer zichtbaar wordt, maakt duidelijk dat we er nu mee moeten beginnen.
donderdag 18 januari 2024
Delftse startup FieldFactors geroemd tot Top Innovator door het World Economic Forum in Davos.
FieldFactors, een startup uit Delft, is uitgekozen als Top Innovator van UpLink, het innovatieplatform van het World Economic Forum. Het innovatieve watertechnologie bedrijf iseen van de 10 wereldwijde winnaars van de Zero Water Waste challenge dit jaar. In de challenge zocht Uplink naar de meest innovatieve oplossingen in de wereld om zoetwater beschikbaar te maken. Daarom mocht Karina Peña namens de cohort vandaag presenteren bij het World Economic Forum in Davos. Naast media-aandacht en netwerk, ontvangt het bedrijf prijzengeld. In totaal is er 1,75 miljoen CHF verdeeld onder de winnaars, ongeveer 1,87 miljoen euro.
In deze challenge zocht Uplink naar de meest innovatieve oplossingen in de wereld om zoetwater beschikbaar te maken. Naar verwachting is de mondiale vraag naar zoetwater in 2030 namelijk ongeveer 40% groter dan het aanbod. Dat komt door een combinatie van bevolkingsgroei, klimaatverandering en slecht waterbeheer. De challenge was opzoek naar aquapreneurs om de complexe en onderling verbonden mondiale waterproblemen aan te pakken en oplossingen te bieden. Het doel is om op de lange termijn een grote positieve impact te hebben op de beschikbaarheid van zoetwater.
FieldFactors deed mee met haar eigen ontworpen circulaire watersysteem, BlueBloqs. Dit systeem zorgt ervoor dat regenwater in de stad kan worden hergebruikt. De groene oplossing vangt 95% op van het regenwater dat valt op locatie, zuivert het en slaat het op in de ondergrond, zodat zoetwater beschikbaar wordt voor hergebruik. Vooral gemeentes, grote bedrijven en sportclubs hebben baat bij de oplossing. FieldFactors heeft haar oplossing al liggen in Den Haag, Rotterdam, Maasluis en Pijnacker-Nootdorp. Maar ook internationaal is er veel vraag naar. Zo zijn er in Madrid ook al systemen en is er veel belangtelling uit Mexico. De jury was erg te spreken over dit innovatieve systeem, en schreef lovende woorden in het juryrapport.
De challenge is gefinancierd door HCL en ondersteund door ACWA Power, Auctionomics Inc, Bain and Company, Grundfos, International Financial Corporation - World Bank Group, Jacobs, 2030 Water Resources Group, Bayer, Incofin Investment Management, DCVC en LG Sonic.
In deze challenge zocht Uplink naar de meest innovatieve oplossingen in de wereld om zoetwater beschikbaar te maken. Naar verwachting is de mondiale vraag naar zoetwater in 2030 namelijk ongeveer 40% groter dan het aanbod. Dat komt door een combinatie van bevolkingsgroei, klimaatverandering en slecht waterbeheer. De challenge was opzoek naar aquapreneurs om de complexe en onderling verbonden mondiale waterproblemen aan te pakken en oplossingen te bieden. Het doel is om op de lange termijn een grote positieve impact te hebben op de beschikbaarheid van zoetwater.
FieldFactors deed mee met haar eigen ontworpen circulaire watersysteem, BlueBloqs. Dit systeem zorgt ervoor dat regenwater in de stad kan worden hergebruikt. De groene oplossing vangt 95% op van het regenwater dat valt op locatie, zuivert het en slaat het op in de ondergrond, zodat zoetwater beschikbaar wordt voor hergebruik. Vooral gemeentes, grote bedrijven en sportclubs hebben baat bij de oplossing. FieldFactors heeft haar oplossing al liggen in Den Haag, Rotterdam, Maasluis en Pijnacker-Nootdorp. Maar ook internationaal is er veel vraag naar. Zo zijn er in Madrid ook al systemen en is er veel belangtelling uit Mexico. De jury was erg te spreken over dit innovatieve systeem, en schreef lovende woorden in het juryrapport.
De challenge is gefinancierd door HCL en ondersteund door ACWA Power, Auctionomics Inc, Bain and Company, Grundfos, International Financial Corporation - World Bank Group, Jacobs, 2030 Water Resources Group, Bayer, Incofin Investment Management, DCVC en LG Sonic.
woensdag 17 januari 2024
Hoogwater in Nederland moeilijk verzekerbaar
Rivieren in Nederland leken de afgelopen tijd bijna te overstromen en sommige plekken zijn onbereikbaar omdat de weg ernaartoe onder water staat. Volgens de waterschappen werd een dergelijk scenario pas in 2030 verwacht. Een uniforme overstromingsverzekering is er niet. Of waterschade als gevolg van een overstroming verzekerbaar is, hangt sterk af van de verzekeraar, én van de oorsprong van de overstroming. Er wordt gepleit voor een heldere regeling vanaf 2025, maar wat als er in de tussentijd een overstroming komt?
Over het algemeen dekt een woonverzekering onvoorziene waterschade aan je huis. Het gaat dan bijvoorbeeld om schade door binnengedrongen neerslag, regen of sneeuw, die valt onder de opstal- of inboedelverzekering. Maar in het geval dat een kanaal, beekje of rivier in de buurt overloopt, zoals nu op veel plekken in ons land dreigt, hangt het af van de specifieke voorwaarden van je verzekering of de schade vergoed wordt. Verzekeraars zijn bezig om hun dekking nu uit te breiden, maar het is nog slechts een handjevol verzekeraars die lokale overstromingsschade al dekt.
In het geval dat een grote rivier buiten de dijken treedt of een zeewering het begeeft (primaire waterkeringen), kunnen mensen niet bij hun verzekering ankloppen om de waterschade te verhalen. Dat roept vragen op nu we zien dat het water in het Ijsselmeer en het Markermeer dagen hoog stond. Mocht er schade komen door een overstroming, wie vergoed dat dan? Voor compensatie ben je in zo’n geval aangewezen op de overheid. Voor deze schade kun je een beroep te doen op de Wet Tegemoetkoming Schade bij rampen (WTS).
Voorkom onduidelijkheid over de procedure
Dat moet anders, vinden verzekeraars. Om onduidelijkheid over de procedure te voorkomen, pleiten zij voor een uniforme regeling waarbij alle overstromingen verzekerbaar zijn. Ze hopen die dekkingen in 2025 te kunnen aanbieden.
dinsdag 16 januari 2024
100.000 olympische zwembaden vol
Het jaar 2023 gaat de geschiedenis in als één van de natste jaren. Binnen het verzorgingsgebied van Delfland is er maar liefst 1166 millimeter neerslag gevallen. Vooral in de laatste maanden van het jaar is er langdurig heel veel neerslag gevallen. Dit was goed te zien aan alle plassen water op de velden.
Gedurende het gehele jaar 2023 hebben de gemalen gezamenlijk maar liefst 250 miljoen kubieke meters (m3) water afgevoerd naar de Nieuwe waterweg en de Noordzee. Een volume aan water dat gelijkstaat aan een hoeveelheid van ongeveer 100.000 olympische zwembaden,
Om een indruk te krijgen van de schaal en hoeveelheid. 100.000 olympische zwembaden komen overeen met een oppervlakte van 12.500 hectare, het verzorgingsgebied van Delfland is 41.000 hectare. Om al dat water vast te houden zou dan 30% van ons gebied veranderen in een olympisch zwembad of in heel veel water. Dat is natuurlijk onmogelijk.
Door de klimaatverandering zullen de zomers droger en de winters natter worden. Daarom is Delfland bezig met nieuwe strategieën voor ons waterbeheer om ook in de toekomst klaar te zijn om in te spelen op deze uitdagingen. Want iedere vierkante meter en elke druppel telt.
Gedurende het gehele jaar 2023 hebben de gemalen gezamenlijk maar liefst 250 miljoen kubieke meters (m3) water afgevoerd naar de Nieuwe waterweg en de Noordzee. Een volume aan water dat gelijkstaat aan een hoeveelheid van ongeveer 100.000 olympische zwembaden,
Om een indruk te krijgen van de schaal en hoeveelheid. 100.000 olympische zwembaden komen overeen met een oppervlakte van 12.500 hectare, het verzorgingsgebied van Delfland is 41.000 hectare. Om al dat water vast te houden zou dan 30% van ons gebied veranderen in een olympisch zwembad of in heel veel water. Dat is natuurlijk onmogelijk.
Door de klimaatverandering zullen de zomers droger en de winters natter worden. Daarom is Delfland bezig met nieuwe strategieën voor ons waterbeheer om ook in de toekomst klaar te zijn om in te spelen op deze uitdagingen. Want iedere vierkante meter en elke druppel telt.
maandag 15 januari 2024
Evides Waterbedrijf viert 150 jaar betrouwbaar drinkwater
Evides staat in 2024 graag stil bij deze mijlpaal met een kijkje in de geschiedenis van de drinkwaterproductie en -levering in het zuidwesten van Zuid-Holland, Zeeland en de Brabantse Wal. Dinsdag 9 januari is het startsein gegeven voor dit jubileumjaar.
Bij het hoofdkantoor van Evides Waterbedrijf aan de Schaardijk in Rotterdam werd wwb dezer dagen door algemeen directeur Annette Ottolini de jubileumvlag gehesen. Deze jubileumvlag zal het gehele jaar wapperen op alle locaties van Evides Waterbedrijf.
Eind negentiende eeuw was schoon en veilig drinkwater nog heel uitzonderlijk. Men dronk voornamelijk ongezuiverd water uit grachten en sloten. Dit veroorzaakte regelmatig cholera- en tyfusepidemieën waaraan duizenden mensen stierven. Nu, 150 jaar later, vinden we betrouwbaar drinkwater zo gewoon dat we er niet eens meer over nadenken als we de kraan opendraaien.
Op de website en de LinkedIn-, Facebook- en Instagram pagina’s van Evides Waterbedrijf wordt gedurende 2024 stilgestaan bij de rijke geschiedenis van het waterbedrijf met een wekelijks bericht over belangrijke historische feiten. Denk aan het ontstaan van het waterbedrijf en aan bijzondere mijlpalen zoals de Tweede Wereldoorlog, de watersnoodramp en het ontstaan van industriewater. Zo valt er elke week iets te ontdekken over het drinkwater van vroeger, het drinkwater van nu en het drinkwater van de toekomst.
Bij het hoofdkantoor van Evides Waterbedrijf aan de Schaardijk in Rotterdam werd wwb dezer dagen door algemeen directeur Annette Ottolini de jubileumvlag gehesen. Deze jubileumvlag zal het gehele jaar wapperen op alle locaties van Evides Waterbedrijf.
Eind negentiende eeuw was schoon en veilig drinkwater nog heel uitzonderlijk. Men dronk voornamelijk ongezuiverd water uit grachten en sloten. Dit veroorzaakte regelmatig cholera- en tyfusepidemieën waaraan duizenden mensen stierven. Nu, 150 jaar later, vinden we betrouwbaar drinkwater zo gewoon dat we er niet eens meer over nadenken als we de kraan opendraaien.
Op de website en de LinkedIn-, Facebook- en Instagram pagina’s van Evides Waterbedrijf wordt gedurende 2024 stilgestaan bij de rijke geschiedenis van het waterbedrijf met een wekelijks bericht over belangrijke historische feiten. Denk aan het ontstaan van het waterbedrijf en aan bijzondere mijlpalen zoals de Tweede Wereldoorlog, de watersnoodramp en het ontstaan van industriewater. Zo valt er elke week iets te ontdekken over het drinkwater van vroeger, het drinkwater van nu en het drinkwater van de toekomst.
vrijdag 12 januari 2024
Als water schaars wordt, gaat de kwaliteit ervan vaak achteruit
Droogte en hittegolven veroorzaken grote economische schade. Om waterschaarste te verminderen pleit hydroloog Michelle van Vliet voor een beter begrip van de wisselwerking tussen waterkwaliteit en watergebruik.
Waterschaarste is meer dan alleen een fysiek gebrek aan water. De groeiende waterschaarste heeft drie oorzaken: een afnemende beschikbaarheid van water, een toenemend watergebruik en een verslechtering van de waterkwaliteit, waardoor het ongeschikt is voor bepaalde toepassingen of functies. Droogtes en hittegolven zijn bijzonder kritiek omdat ze een versterkende invloed hebben op alle drie deze oorzaken.
Elk van deze drie componenten draagt alleen al op zichzelf bij aan waterschaarste, maar ze doen dat ook nog eens samen door op elkaar in te werken. Een verminderde beschikbaarheid van water tijdens een droogte verhoogt bijvoorbeeld direct de waterschaarste, maar ook indirect omdat er minder water beschikbaar is om potentiële verontreinigende stoffen te verdunnen, wat weer leidt tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Zo zien we bijvoorbeeld een toename in het zoutgehalte bij droogte, met als gevolg een beperking van het gebruik van irrigatiewater.
In een eerdere studie, in samenwerking met een internationaal team van onderzoekers en afgelopen september gepubliceerd in Nature Reviews Earth & Environment, wees ik er al op dat droogte en hittegolven in meer dan twee derde van alle geanalyseerde casestudies wereldwijd een negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit. Droogte en hittegolven verhogen ook het watergebruik door diverse sectoren, zoals voor huishoudelijk gebruik en irrigatie, wat direct leidt tot meer waterschaarste, maar dit heeft ook indirect gevolgen voor de waterkwaliteit. Inzicht in de interactie tussen waterbeschikbaarheid, watergebruik en waterkwaliteit is daarom essentieel voor het vinden van duurzame oplossingen voor waterbeheer.
Alle sectoren, met inbegrip van irrigatie, huishoudelijk gebruik en zelfs energie en industrie, zijn afhankelijk van schoon water. Paradoxaal genoeg leiden ze echter tegelijkertijd tot watervervuiling. Een verhoogd zoutgehalte heeft bijvoorbeeld een negatieve invloed op irrigatie voor landbouwactiviteiten, maar grootschalige irrigatie draagt in de eerste plaats ook bij aan het verhogen van het zoutgehalte van rivieren wereldwijd.
Sectoren zijn afhankelijk van water van goede kwaliteit maar ze vervuilen water tijdens het gebruik. Zo beperken hoge concentraties van geneesmiddelen, ziekteverwekkers, en andere verontreinigende stoffen het (drink)watergebruik voor huishoudens, maar huishoudens zijn toevallig ook de belangrijkste bron van verontreinigingen van geneesmiddelen en ziekteverwekkers in het water.
Om deze problemen het hoofd te kunnen bieden, zouden we daarom meer oog moeten hebben voor de interactie tussen de drie componenten waterbeschikbaarheid, watergebruik door de diverse sectoren, en waterkwaliteit. Pas dan kunnen we betere schattingen maken van waterschaarste, vooral onder extreme weersomstandigheden. Het goede nieuws is dat door de toenemende beschikbaarheid van gegevens, computerrekenkracht en betere mogelijkheden om deze data op intelligente wijze te kunnen verwerken, ook de technische ontwikkeling mogelijk is om genoemde interacties in kaart te brengen.
Maar, voor het vinden van geschikte oplossingen voor duurzaam waterbeheer is meer nodig dan alleen een beter begrip van de oorzaken voor waterschaarste. We moeten ook leren denken in scenario’s voor waterbeheer. Daarnaast gaat het dan niet alleen om de traditionele benaderingen die waterschaarste moeten tegengaan (bijvoorbeeld het vergroten van de waterbeschikbaarheid door meer water op te slaan) of het verminderen van sectoraal watergebruik, maar ook om verbetering van de waterkwaliteit (zoals een vermindering van de belasting van verontreinigende stoffen en de uitbreiding van de behandeling en het hergebruik van gezuiverd afvalwater).
Waterschaarste is meer dan alleen een fysiek gebrek aan water. De groeiende waterschaarste heeft drie oorzaken: een afnemende beschikbaarheid van water, een toenemend watergebruik en een verslechtering van de waterkwaliteit, waardoor het ongeschikt is voor bepaalde toepassingen of functies. Droogtes en hittegolven zijn bijzonder kritiek omdat ze een versterkende invloed hebben op alle drie deze oorzaken.
Elk van deze drie componenten draagt alleen al op zichzelf bij aan waterschaarste, maar ze doen dat ook nog eens samen door op elkaar in te werken. Een verminderde beschikbaarheid van water tijdens een droogte verhoogt bijvoorbeeld direct de waterschaarste, maar ook indirect omdat er minder water beschikbaar is om potentiële verontreinigende stoffen te verdunnen, wat weer leidt tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Zo zien we bijvoorbeeld een toename in het zoutgehalte bij droogte, met als gevolg een beperking van het gebruik van irrigatiewater.
In een eerdere studie, in samenwerking met een internationaal team van onderzoekers en afgelopen september gepubliceerd in Nature Reviews Earth & Environment, wees ik er al op dat droogte en hittegolven in meer dan twee derde van alle geanalyseerde casestudies wereldwijd een negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit. Droogte en hittegolven verhogen ook het watergebruik door diverse sectoren, zoals voor huishoudelijk gebruik en irrigatie, wat direct leidt tot meer waterschaarste, maar dit heeft ook indirect gevolgen voor de waterkwaliteit. Inzicht in de interactie tussen waterbeschikbaarheid, watergebruik en waterkwaliteit is daarom essentieel voor het vinden van duurzame oplossingen voor waterbeheer.
Alle sectoren, met inbegrip van irrigatie, huishoudelijk gebruik en zelfs energie en industrie, zijn afhankelijk van schoon water. Paradoxaal genoeg leiden ze echter tegelijkertijd tot watervervuiling. Een verhoogd zoutgehalte heeft bijvoorbeeld een negatieve invloed op irrigatie voor landbouwactiviteiten, maar grootschalige irrigatie draagt in de eerste plaats ook bij aan het verhogen van het zoutgehalte van rivieren wereldwijd.
Sectoren zijn afhankelijk van water van goede kwaliteit maar ze vervuilen water tijdens het gebruik. Zo beperken hoge concentraties van geneesmiddelen, ziekteverwekkers, en andere verontreinigende stoffen het (drink)watergebruik voor huishoudens, maar huishoudens zijn toevallig ook de belangrijkste bron van verontreinigingen van geneesmiddelen en ziekteverwekkers in het water.
Om deze problemen het hoofd te kunnen bieden, zouden we daarom meer oog moeten hebben voor de interactie tussen de drie componenten waterbeschikbaarheid, watergebruik door de diverse sectoren, en waterkwaliteit. Pas dan kunnen we betere schattingen maken van waterschaarste, vooral onder extreme weersomstandigheden. Het goede nieuws is dat door de toenemende beschikbaarheid van gegevens, computerrekenkracht en betere mogelijkheden om deze data op intelligente wijze te kunnen verwerken, ook de technische ontwikkeling mogelijk is om genoemde interacties in kaart te brengen.
Maar, voor het vinden van geschikte oplossingen voor duurzaam waterbeheer is meer nodig dan alleen een beter begrip van de oorzaken voor waterschaarste. We moeten ook leren denken in scenario’s voor waterbeheer. Daarnaast gaat het dan niet alleen om de traditionele benaderingen die waterschaarste moeten tegengaan (bijvoorbeeld het vergroten van de waterbeschikbaarheid door meer water op te slaan) of het verminderen van sectoraal watergebruik, maar ook om verbetering van de waterkwaliteit (zoals een vermindering van de belasting van verontreinigende stoffen en de uitbreiding van de behandeling en het hergebruik van gezuiverd afvalwater).
donderdag 11 januari 2024
Bestuur Brabantse Delta akkoord met maatregelen wateroverlast Vosdonk in Etten-Leur
In het verleden was er sprake van wateroverlast op bedrijventerrein Vosdonk in Etten-Leur. De gemeente Etten-Leur en waterschap Brabantse Delta gaan samen aan de slag om de kans op wateroverlast in de toekomst te verminderen. Hiervoor is een projectplan opgesteld. Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta keurde dit projectplan op 20 december 2023 goed. Beroep instellen tegen dit projectplan kan tot 8 februari 2024.
De gemeente en het waterschap nemen maatregelen om het regenwater afkomstig van het bedrijventerrein op te vangen en beter te laten wegstromen. Dit doen we onder andere door het vergroten van de buizen onder de wegen die het water moet afvoeren en het aanleggen van waterbergingen die het teveel aan water tijdelijk moeten opvangen.
Door de maatregelen wijzigt het watersysteem van bedrijventerrein Vosdonk. In het projectplan legt het waterschap alle maatregelen uit.
De gemeente en het waterschap nemen maatregelen om het regenwater afkomstig van het bedrijventerrein op te vangen en beter te laten wegstromen. Dit doen we onder andere door het vergroten van de buizen onder de wegen die het water moet afvoeren en het aanleggen van waterbergingen die het teveel aan water tijdelijk moeten opvangen.
Door de maatregelen wijzigt het watersysteem van bedrijventerrein Vosdonk. In het projectplan legt het waterschap alle maatregelen uit.
woensdag 10 januari 2024
Traject ‘visie op de waterketen’ van start
In januari start het traject om een gemeenschappelijke visie op de waterketen voor 2050 te formuleren. Dit gebeurt in opdracht van de Unie van Waterschappen, Vewin, IPO, VNG, waterbeheerorganisatie RIONED en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
De visie is bedoeld als onderbouwing van beleids- en investeringskeuzen rond waterkwaliteit, waterkwantiteit, leveringszekerheid, bedrijfszekerheid en financiering in de waterketen. Het proces geeft daarnaast deels invulling aan de uitgangspunten van ‘water en bodem sturend’, specifiek voor de waterketen.
Er zal zoveel mogelijk informatie worden verzameld uit al lopende projecten. Denk aan programma’s rond drinkwaterbronnen, de aanpak van microverontreinigingen, Europese richtlijnen en de studie naar de KRW-doelen (Kaderrichtlijn Water) voor rioolwaterzuiveringen (rwzi’s). Daarnaast worden al bestaande beelden gebruikt over de circulaire economie en hergebruik van water. De visie zal de verschillende deelonderwerpen met elkaar verbinden en in samenhang bekijken. Het document brengt ook de nog bestaande lacunes en aandachtspunten in kaart.
De uitvoering van het traject ligt bij de adviesbureaus Ambient en Welldra, beide gespecialiseerd in de watersector. Adviesbureaus Witteveen+Bos en AT Osborne voeren de verdiepende studies uit. Het traject trapt af met een startbijeenkomst op donderdag 18 januari. Een aantal afgevaardigden van elke geleding (gemeente, provincie, waterschap, drinkwaterbedrijf en het Rijk) starten dan met de prioritering van de belangrijkste thema’s. Ze voeren verdiepende interviews met mensen op sleutelposities in de waterketen, en werken vervolgens de thema’s uit in 3 expertsessies. Rond de zomer wordt de eindrapportage aangeboden aan de bestuurders van de betrokken partijen en het Bestuurlijk Overleg Water.
De visie is bedoeld als onderbouwing van beleids- en investeringskeuzen rond waterkwaliteit, waterkwantiteit, leveringszekerheid, bedrijfszekerheid en financiering in de waterketen. Het proces geeft daarnaast deels invulling aan de uitgangspunten van ‘water en bodem sturend’, specifiek voor de waterketen.
Er zal zoveel mogelijk informatie worden verzameld uit al lopende projecten. Denk aan programma’s rond drinkwaterbronnen, de aanpak van microverontreinigingen, Europese richtlijnen en de studie naar de KRW-doelen (Kaderrichtlijn Water) voor rioolwaterzuiveringen (rwzi’s). Daarnaast worden al bestaande beelden gebruikt over de circulaire economie en hergebruik van water. De visie zal de verschillende deelonderwerpen met elkaar verbinden en in samenhang bekijken. Het document brengt ook de nog bestaande lacunes en aandachtspunten in kaart.
De uitvoering van het traject ligt bij de adviesbureaus Ambient en Welldra, beide gespecialiseerd in de watersector. Adviesbureaus Witteveen+Bos en AT Osborne voeren de verdiepende studies uit. Het traject trapt af met een startbijeenkomst op donderdag 18 januari. Een aantal afgevaardigden van elke geleding (gemeente, provincie, waterschap, drinkwaterbedrijf en het Rijk) starten dan met de prioritering van de belangrijkste thema’s. Ze voeren verdiepende interviews met mensen op sleutelposities in de waterketen, en werken vervolgens de thema’s uit in 3 expertsessies. Rond de zomer wordt de eindrapportage aangeboden aan de bestuurders van de betrokken partijen en het Bestuurlijk Overleg Water.
dinsdag 9 januari 2024
Strand van Scheveningen versterkt met 700.000 m3 zand
Rijkswaterstaat heeft het strand van Scheveningen voorzien van extra zand. Hiermee zijn Scheveningen, Den Haag en omgeving weer goed beschermd tegen de zee. Begin november 2023, aan het begin van het stormseizoen, was het werk klaar.
In totaal is er 700.000 m3zand uitgespreid over het strand, tussen het havenhoofd en het strand noordelijk van de Pier. Met dat zand kun je de theaterzaal van het Circustheater wel een keer of 15 vullen.
De boulevard van Scheveningen is in 2015 - 2016 versterkt met een dijk eronder. Daarbij is ook het strand verbreed en wat verder in zee komen te liggen. Het zand voor de boulevard biedt nog eens extra versterking tegen de kracht van de golven.
Wind, golven en stroming nemen echter voortdurend zand mee van de kust. Rijkswaterstaat komt daarom regelmatig terug om het strand van Scheveningen te onderhouden, gemiddeld eens in de 4 á 5 jaar.
Meer dan een kwart van Nederland ligt onder de zeespiegel en is kwetsbaar voor overstromingen. In deze gebieden wonen en werken miljoenen Nederlanders. Werken aan de bescherming tegen hoogwater en stormvloeden is in Nederland dan ook een blijvende noodzaak.
In totaal is er 700.000 m3zand uitgespreid over het strand, tussen het havenhoofd en het strand noordelijk van de Pier. Met dat zand kun je de theaterzaal van het Circustheater wel een keer of 15 vullen.
De boulevard van Scheveningen is in 2015 - 2016 versterkt met een dijk eronder. Daarbij is ook het strand verbreed en wat verder in zee komen te liggen. Het zand voor de boulevard biedt nog eens extra versterking tegen de kracht van de golven.
Wind, golven en stroming nemen echter voortdurend zand mee van de kust. Rijkswaterstaat komt daarom regelmatig terug om het strand van Scheveningen te onderhouden, gemiddeld eens in de 4 á 5 jaar.
Meer dan een kwart van Nederland ligt onder de zeespiegel en is kwetsbaar voor overstromingen. In deze gebieden wonen en werken miljoenen Nederlanders. Werken aan de bescherming tegen hoogwater en stormvloeden is in Nederland dan ook een blijvende noodzaak.
maandag 8 januari 2024
Koplopersgroep duurzaam watergebruik ziekenhuizen
Vitens, ziekenhuis Gelderse Vallei en Medisch Centrum Leeuwarden starten een koplopersgroep om kennis en ervaring over duurzaam watergebruik binnen ziekenhuizen te delen. Het doel is dat deelnemers van elkaar kunnen leren en praktische toepassingen voor waterbesparing kunnen delen.
Tijdens de inspiratiemiddag ‘Duurzaam watergebruik ziekenhuizen’ (juni 2023) werd duidelijk dat bij veel ziekenhuizen behoefte is aan het delen van kennis over water besparen. Wat zijn de mogelijkheden en hoe kunnen we elkaar inspireren en motiveren? Het voorstel om met een koplopersgroep te gaan werken, werd positief ontvangen.
Tijdens de eerste bijeenkomst staat het ‘vergelijkingsoverzicht waterverbruik per bed’ centraal. Medisch Centrum Leeuwarden en Ziekenhuis Gelderse Vallei maken het vergelijk voor hun ziekenhuizen en presenteren het resultaat aan de deelnemers. Het overzicht levert mogelijk een bijdrage aan het eenvoudig onderling vergelijken van het waterverbruik. Goed om te weten is dat deze gegevens alléén gedeeld worden met de deelnemende ziekenhuizen.
Datum en locatie
Startbijeenkomst: woensdag 20 maart 2024.
Locatie: Vitens Productielocatie Soestduinen, Van Weerden Poelmanweg 2 in Soest. De bijeenkomst kan ook digitaal, via Teams, worden bijgewoond.
Tijdens de inspiratiemiddag ‘Duurzaam watergebruik ziekenhuizen’ (juni 2023) werd duidelijk dat bij veel ziekenhuizen behoefte is aan het delen van kennis over water besparen. Wat zijn de mogelijkheden en hoe kunnen we elkaar inspireren en motiveren? Het voorstel om met een koplopersgroep te gaan werken, werd positief ontvangen.
Tijdens de eerste bijeenkomst staat het ‘vergelijkingsoverzicht waterverbruik per bed’ centraal. Medisch Centrum Leeuwarden en Ziekenhuis Gelderse Vallei maken het vergelijk voor hun ziekenhuizen en presenteren het resultaat aan de deelnemers. Het overzicht levert mogelijk een bijdrage aan het eenvoudig onderling vergelijken van het waterverbruik. Goed om te weten is dat deze gegevens alléén gedeeld worden met de deelnemende ziekenhuizen.
Datum en locatie
Startbijeenkomst: woensdag 20 maart 2024.
Locatie: Vitens Productielocatie Soestduinen, Van Weerden Poelmanweg 2 in Soest. De bijeenkomst kan ook digitaal, via Teams, worden bijgewoond.
vrijdag 5 januari 2024
Rijkswaterstaat: dijk Marken stevig genoeg
Na een spoedinspectie van de zuidelijke dijk van Marken, concludeert Rijkswaterstaat dat de dijk op dit moment stevig genoeg is en waarschijnlijk niet zal doorbreken.
Toch zet Rijkswaterstaat preventief dijkwachten in.
Eerder vanavond deelde burgemeester Marian van der Weele dat de dijk met spoed geïnspecteerd zou worden.
Het waterpeil in het Markermeer staat op dit moment extreem hoog. Rijkswaterstaat laat weten dat momenteel het waterpeil bij Edam op 33 cm boven het Normaal Amsterdams Peil (NAP) staat.
Toch zet Rijkswaterstaat preventief dijkwachten in.
Eerder vanavond deelde burgemeester Marian van der Weele dat de dijk met spoed geïnspecteerd zou worden.
Het waterpeil in het Markermeer staat op dit moment extreem hoog. Rijkswaterstaat laat weten dat momenteel het waterpeil bij Edam op 33 cm boven het Normaal Amsterdams Peil (NAP) staat.
Landelijk onderzoek in rioolwater naar drugsgebruik
Om het drugsgebruik in Nederland scherper in beeld te krijgen, wordt landelijk onderzoek gedaan naar drugsresten in het rioolwater. Dit soort onderzoek wordt al lokaal incidenteel uitgevoerd in opdracht van gemeenten en als onderdeel van een breder onderzoek in verschillende Europese steden. Een landelijk goed beeld ontbreekt nog. In een proef wordt nu landelijk onderzoek gedaan via meetpunten van de Nationale Rioolwatersurveillance om te bekijken of via rioolwater het drugsgebruik beter in kaart kan worden gebracht.
Dat heeft het kabinet besloten op voorstel van minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid en staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Trimbos-instituut en de (Unie van) waterschappen zijn gevraagd om het onderzoek te doen naar drugsresten in het rioolwater via de Nationale Rioolwatersurveillance (NRS).
In november is begonnen met de eerste proefopzet met rioolwatermetingen op circa twintig locaties. De gebieden die de meetpunten bestrijken, zijn verspreid over het land gekozen om een beter beeld te krijgen van het drugsgebruik in Nederland. Hierbij wordt naar geografische verschillen gekeken in bijvoorbeeld de bevolkingssamenstelling in leeftijd en de verdeling tussen stedelijk en landelijk gebied. Door meerdere keren in het jaar een aantal dagen per week te meten komt een actueel tijdsbeeld beschikbaar van het drugsgebruik en kunnen veranderingen snel worden opgemerkt. De resultaten geven zo inzicht in het drugsgebruik op breder geografisch niveau en brengen mogelijk nieuwe trends en ontwikkelingen in kaart. Dit kan van waarde zijn voor het drugsbeleid van de betrokken ministeries.
Er is voor gekozen om eerst een pilotstudie uit te voeren om zo uit te zoeken wat op kennis en logistiek gebied allemaal nodig is om het landelijke onderzoek het beste uit te voeren. Hierin kan dan ook worden bijgestuurd indien nodig. De pilot loopt tot eind 2024, waarbinnen op (vooralsnog) vijf momenten wordt gemeten op het gebruik van: cocaïne via het meten van de stof benzoylecgoinine (stof waar cocaïne naar wordt omgezet in het lichaam), amfetamine (speed), methamfetamine (crystal meth), MDMA (ecstasy) en designerdrugs ofwel nieuwe psychoactieve stoffen (3-CMC en 4-CMC). De Tweede Kamer wordt over de voortgang en de resultaten van het onderzoek (tussentijds) geïnformeerd. Op basis van de resultaten wordt besloten of het onderzoek standaard moet worden uitgevoerd om het drugsgebruik te blijven meten.
donderdag 4 januari 2024
Nederland stuurt opnieuw vier noodpompen naar Frankrijk om wateroverlast
Nederland stuurt opnieuw vier noodpompen naar Frankrijk vanwege de wateroverlast. Door de enorme hoeveelheid regenwater die de afgelopen tijd in Frankrijk is gevallen, heeft Frankrijk de EU om hulp gevraagd. Er is veel wateroverlast in het noorden van Frankrijk. Donderdag 4 januari vertrekt een expertteam met de noodpompen naar Frankrijk.
In november 2023 zijn er ook vier noodpompen naar Frankrijk gestuurd om te helpen met de extreme hoeveelheid regenwater. Nu is dat opnieuw nodig.
De eerste twee noodpompen vertrekken donderdag samen met twee pompexperts van Rijkswaterstaat, drie vrachtwagens en een kraan naar de Franse steden Duinkerke en Calais. De andere twee noodpompen worden waarschijnlijk zaterdag vervoerd. Elke pomp kan vijf miljoen liter water per uur verwerken.
In de afweging om namens Nederland pompen aan te bieden aan Frankrijk is de situatie in Nederland zelf natuurlijk meegenomen. Ook hier heeft het de afgelopen periode veel geregend. Rijkswaterstaat en de waterschappen houden de situatie goed in de gaten. Op dit moment is het mogelijk om het water snel weg te voeren. In totaal heeft Nederland 20 noodpompen, waarvan er 10 vijf miljoen liter per uur kunnen verwerken en 10 drie miljoen liter per uur. De noodpompen die zijn aangeboden aan Frankrijk zijn nu in Nederland niet nodig.
In november 2023 zijn er ook vier noodpompen naar Frankrijk gestuurd om te helpen met de extreme hoeveelheid regenwater. Nu is dat opnieuw nodig.
De eerste twee noodpompen vertrekken donderdag samen met twee pompexperts van Rijkswaterstaat, drie vrachtwagens en een kraan naar de Franse steden Duinkerke en Calais. De andere twee noodpompen worden waarschijnlijk zaterdag vervoerd. Elke pomp kan vijf miljoen liter water per uur verwerken.
In de afweging om namens Nederland pompen aan te bieden aan Frankrijk is de situatie in Nederland zelf natuurlijk meegenomen. Ook hier heeft het de afgelopen periode veel geregend. Rijkswaterstaat en de waterschappen houden de situatie goed in de gaten. Op dit moment is het mogelijk om het water snel weg te voeren. In totaal heeft Nederland 20 noodpompen, waarvan er 10 vijf miljoen liter per uur kunnen verwerken en 10 drie miljoen liter per uur. De noodpompen die zijn aangeboden aan Frankrijk zijn nu in Nederland niet nodig.
Samenwerken in de Bovenkerkerpolder
Op 22 december ondertekende Arjan van Rijn, dagelijks bestuurder Waterschap Amstel, Gooi en Vecht een intentieovereenkomst in de Bovenkerkerpolder. Dit deed hij samen met agrariërs in het gebied, de provincie Noord-Holland, de gemeente Amstelveen en agrarisch collectief NHZ. Goede waterkwaliteit, een watersysteem dat klaar is voor de toekomst én het verminderen van bodemdaling zijn de belangrijke punten waaraan het waterschap met het gebied samenwerkt.
Een groep agrariërs uit de polder werkte in 2023 aan een toekomstvisie vanuit het project De Boer aan het Roer. De agrariërs ervaren deze tijd als lastig; het landelijke beleid op landbouw is onvoorspelbaar en de toekomst van hun bedrijven is onzeker. In de toekomstvisie laten zij een toekomst zien waarin er gewerkt wordt aan weidevogelbeheer, een goede biodiversiteit, klimaatdoelen, stikstofreductie en een duurzaam bedrijfsinkomen. In 2024 werken alle partijen samen om de ideeën uit de toekomstvisie uit te voeren.
Bestuurder Arjan van Rijn vindt het belangrijk dat Waterschap Amstel, Gooi en Vecht betrokken is in gebiedsprocessen en goed contact heeft met de verschillende polders. Arjan van Rijn: ‘De uitdagingen zijn groot en daarom ben ik blij dat we als waterschap de handen ineenslaan met boeren, de provincie en gemeenten. We gaan aan de slag om ervoor te zorgen dat het water schoner wordt en er meer biodiversiteit ontstaat. Ook werken we zo aan toekomstperspectief voor de boeren in ons gebied.’
Een groep agrariërs uit de polder werkte in 2023 aan een toekomstvisie vanuit het project De Boer aan het Roer. De agrariërs ervaren deze tijd als lastig; het landelijke beleid op landbouw is onvoorspelbaar en de toekomst van hun bedrijven is onzeker. In de toekomstvisie laten zij een toekomst zien waarin er gewerkt wordt aan weidevogelbeheer, een goede biodiversiteit, klimaatdoelen, stikstofreductie en een duurzaam bedrijfsinkomen. In 2024 werken alle partijen samen om de ideeën uit de toekomstvisie uit te voeren.
Bestuurder Arjan van Rijn vindt het belangrijk dat Waterschap Amstel, Gooi en Vecht betrokken is in gebiedsprocessen en goed contact heeft met de verschillende polders. Arjan van Rijn: ‘De uitdagingen zijn groot en daarom ben ik blij dat we als waterschap de handen ineenslaan met boeren, de provincie en gemeenten. We gaan aan de slag om ervoor te zorgen dat het water schoner wordt en er meer biodiversiteit ontstaat. Ook werken we zo aan toekomstperspectief voor de boeren in ons gebied.’
woensdag 3 januari 2024
Waterstanden gaan weer stijgen
Het blijft de komende dagen flink regenen en dat betekent dat ook de waterstanden weer stijgen. Waterschap Aa en Maas bereidt uit voorzorg waterbergingsgebied Diesdonk bij Helmond/Asten voor om in te kunnen zetten. Ook de berging Ham-Havelt bij Veghel houdt men achter hand, om eventuele wateroverlast te helpen voorkomen.
Waterberging Ham-Havelt werd met Kerstmis al ingezet, om de kern van Veghel te beschermen tegen natte voeten. Toen was ook de berging Starkriet actief. Die ligt in het Aa-dal tussen Someren en Helmond en loopt automatisch vol bij hogere waterstanden.
Vorige week kwam het watersysteem weer even op adem door een paar drogere dagen en liepen de bergingen weer leeg, maar mogelijk zijn ze nu dus opnieuw nodig. Bij Diesdonk worden momenteel voorbereidingen getroffen om snel te kunnen schakelen als dat nodig is. De gemeente Asten sluit hiervoor einde middag de Oostappensedijk en de Aaweg af. Aanwonenden zijn hierover geïnformeerd.
Waterberging Ham-Havelt werd met Kerstmis al ingezet, om de kern van Veghel te beschermen tegen natte voeten. Toen was ook de berging Starkriet actief. Die ligt in het Aa-dal tussen Someren en Helmond en loopt automatisch vol bij hogere waterstanden.
Vorige week kwam het watersysteem weer even op adem door een paar drogere dagen en liepen de bergingen weer leeg, maar mogelijk zijn ze nu dus opnieuw nodig. Bij Diesdonk worden momenteel voorbereidingen getroffen om snel te kunnen schakelen als dat nodig is. De gemeente Asten sluit hiervoor einde middag de Oostappensedijk en de Aaweg af. Aanwonenden zijn hierover geïnformeerd.
dinsdag 2 januari 2024
Aanwijzing nutriënten verontreinigde gebieden: samen werken aan schoner water
Het kabinet wijst zogenoemde nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) aan waar agrarische bedrijven extra stappen moeten zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze verplichting volgt uit de vorig jaar verkregen derogatiebeschikking van de Europese Commissie. Die beschikking staat toe dat boeren nog enkele jaren extra mest mogen uitrijden, onder voorwaarde dat kwetsbare (water)gebieden sneller op een gezond niveau komen. De aanwijzing gaat in per 1 januari 2024.
Bedrijven in de NV-gebieden die gebruikmaken van derogatie, moeten de hoeveelheid extra dierlijke mest die zij over hun percelen uitrijden sneller afbouwen dan in de rest van Nederland. Daarnaast mag op alle percelen in de NV-gebieden 5% minder stikstof worden geplaatst (dierlijke mest en kunstmest). Dat schrijft minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in een brief aan de Tweede Kamer.
De aanwijzing van NV-gebieden geeft aan op welke percelen boeren een stap extra moeten zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze gebieden bevatten een te grote hoeveelheid stikstof en/of fosfor in het water. Dit komt onder meer uit (dierlijke) mest die over het land wordt uitgereden en waarvan stikstof en/of fosfor uitspoelen in het water. Daarom is in de derogatiebeschikking met de Europese Commissie afgesproken dat Nederland stappen zet om de waterkwaliteit te verbeteren.
De minister zal de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) vragen in kaart te brengen welke maatregelen boeren individueel of in samenwerking kunnen nemen om de waterkwaliteit in hun gebied te verbeteren. Minister Adema wil met dat advies nader bekijken hoe boeren te informeren en te ondersteunen in dit proces.
In 2023 is Nederland begonnen met het afbouwen van derogatie voor het extra uitrijden van dierlijke mest zodat we in 2026 op de EU-norm zitten van 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare. Agrarische bedrijven (vooral melkveehouders) die gebruikmaken van de derogatie, moeten vanaf 2024 sneller dan in de rest van Nederland het gebruik van extra dierlijke mest afbouwen. Dit betekent dat zij in 2024 210 kg en in 2025 190 kg stikstof dierlijke mest per hectare mogen uitrijden. Voor derogatiebedrijven is het mogelijk gebruik te maken van de ‘Subsidieregeling behoud grasland’. Hoe sneller de bedrijven derogatie moeten afbouwen, hoe hoger de vergoeding.
Alle agrarische bedrijven in NV-gebieden moeten in 2025 het gebruik van de totale hoeveelheid stikstof vanuit dierlijke mest en kunstmest met 20% verlagen. Daar wordt naartoe toegewerkt door in 2024 de totale stikstofgebruiksnorm met 5% te verlagen. Dat betekent dat boeren in NV-gebieden ook het gebruik van bijvoorbeeld kunstmest moeten terugdringen. Door het verminderen van het gebruik van stikstof, verbetert de waterkwaliteit.
Bedrijven in de NV-gebieden die gebruikmaken van derogatie, moeten de hoeveelheid extra dierlijke mest die zij over hun percelen uitrijden sneller afbouwen dan in de rest van Nederland. Daarnaast mag op alle percelen in de NV-gebieden 5% minder stikstof worden geplaatst (dierlijke mest en kunstmest). Dat schrijft minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in een brief aan de Tweede Kamer.
De aanwijzing van NV-gebieden geeft aan op welke percelen boeren een stap extra moeten zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze gebieden bevatten een te grote hoeveelheid stikstof en/of fosfor in het water. Dit komt onder meer uit (dierlijke) mest die over het land wordt uitgereden en waarvan stikstof en/of fosfor uitspoelen in het water. Daarom is in de derogatiebeschikking met de Europese Commissie afgesproken dat Nederland stappen zet om de waterkwaliteit te verbeteren.
De minister zal de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) vragen in kaart te brengen welke maatregelen boeren individueel of in samenwerking kunnen nemen om de waterkwaliteit in hun gebied te verbeteren. Minister Adema wil met dat advies nader bekijken hoe boeren te informeren en te ondersteunen in dit proces.
In 2023 is Nederland begonnen met het afbouwen van derogatie voor het extra uitrijden van dierlijke mest zodat we in 2026 op de EU-norm zitten van 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare. Agrarische bedrijven (vooral melkveehouders) die gebruikmaken van de derogatie, moeten vanaf 2024 sneller dan in de rest van Nederland het gebruik van extra dierlijke mest afbouwen. Dit betekent dat zij in 2024 210 kg en in 2025 190 kg stikstof dierlijke mest per hectare mogen uitrijden. Voor derogatiebedrijven is het mogelijk gebruik te maken van de ‘Subsidieregeling behoud grasland’. Hoe sneller de bedrijven derogatie moeten afbouwen, hoe hoger de vergoeding.
Alle agrarische bedrijven in NV-gebieden moeten in 2025 het gebruik van de totale hoeveelheid stikstof vanuit dierlijke mest en kunstmest met 20% verlagen. Daar wordt naartoe toegewerkt door in 2024 de totale stikstofgebruiksnorm met 5% te verlagen. Dat betekent dat boeren in NV-gebieden ook het gebruik van bijvoorbeeld kunstmest moeten terugdringen. Door het verminderen van het gebruik van stikstof, verbetert de waterkwaliteit.