dinsdag 31 januari 2023
Zijn natuurlijke oplossingen voor klimaatadaptatie gunstig voor de Nederlandse huizenmarkt?
Desondanks blijft de toepassing en opschaling van deze oplossingen beperkt door een gebrek aan bewijs over hun prestaties op lange termijn, economische effecten en maatschappelijke acceptatie.
Onderzoek van TU Delft wetenschappers Asli Mutlu en Prof. Dr.Tatiana Filatova, in samenwerking met Dr. Debraj Roy (UvA), laat nu zien hoeveel de waarde van woningen kan stijgen met Nature-based Solutions voor klimaatadaptatie, en hoe deze verandert nadat huiseigenaren een overstroming hebben meegemaakt. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Ecological Economics.
De onderzoekers analyseerden 68.247 transactiegegevens van eengezinswoningen over 30 jaar tussen 1990 en 2020 in de provincie Limburg. Het onderzoek schat de betalingsbereidheid van Nederlandse huiseigenaren voor NbS-voorzieningen - zoals veiligheid tegen overstromingen en betere omgevingskwaliteit - en onderzoekt de negatieve gevolgen van de overstromingen van de Maas in 1993 en 1995.
maandag 30 januari 2023
Deltares brengt watersystemen in beeld
Er is een analyse gemaakt hoe de watersystemen van beken en rivieren in het zuidelijke deel van Limburg werken bij extreem natte weersomstandigheden. Het webinar is terug te kijken en het rapport, inclusief een lijst met veelgestelde vragen en antwoorden, is gepubliceerd op www.waterschaplimburg.nl/resultaten-watersysteem-deltares(opent externe website) en op limburg.nl/deltares(opent externe website).
Het hoogwater van juli 2021 werd veroorzaakt door een grote hoeveelheid neerslag die in een paar dagen viel. Deze extreme weersomstandigheden zijn we niet gewend en roept vragen op. Deltares geeft in het rapport aan dat er geen absolute bescherming is tegen wateroverlast: niet alle overlast valt te voorkomen. Wel kan door het nemen van een reeks aan maatregelen overlast worden beperkt. Verder kunnen overheden, maar ook bedrijven en burgers, zich beter voorbereiden. Het waterbewustzijn en kennis van de mogelijkheden om zich hierop voor te bereiden zijn hierbij belangrijk. Maar zeker ook de wijze waarop de ruimtelijke ordening wordt ingericht.
De analyse van Deltares heeft zich vooral geconcentreerd op de stroomgebieden van de Geul, de Roer en de Geleenbeek. Deze drie stroomgebieden blijken gevoelig voor extreme neerslag en reageren elk op een andere manier. Het landelijk gebied in Zuid-Limburg neemt veel water op. Dit komt door de aanwezige bodem en de begroeiing, zoals gras en bossen, die veel water opnemen en laten intrekken als een soort spons. De sponswerking is heel belangrijk geweest en moeten we dus behouden. Er valt echter nog winst te behalen met het vergroten van de sponswerking. Daarvoor is het belangrijk om ook over de grens te kijken naar mogelijkheden om water vast te houden.
Om beter voorbereid te zijn op extreme regenval zijn vijf typen maatregelen in beeld gebracht, van water vasthouden in hoger gelegen gebied tot water bergen en keringen. Het gaat bij alle maatregelen om maatwerk. Een van de aanbevelingen is om aandacht blijven te houden voor bronmaatregelen: als we het water vasthouden bij de bron, daar waar het valt, wordt de wateroverlast beperkt. Bijvoorbeeld door het landgebruik anders in te richten met minder verharding en meer natuur. Of door in te zetten op duurzame natuurlijke landbouw en het stimuleren van afkoppelen van regenwater bij huizen. Dit draagt allemaal bij aan het verbeteren en het behouden van de sponswerking.
vrijdag 27 januari 2023
Provincies en waterschappen maken afspraken tegen verdroging Peelvenen
In de overeenkomst staan afspraken voor de komende twee jaar om het waterbeheer verder te verbeteren en om voorbereidingen te treffen voor de vernieuwing van het Natura 2000-beheerplan Peelvenen. In deze overgangsperiode wordt onderzocht wat nodig is om het natuurgebied verder te beschermen tegen verdroging. En worden vrijwillige maatregelen gestimuleerd om meer water vast te houden en minder (grond)water te gebruiken.
De verdroging van de Peelvenen wordt onder andere veroorzaakt door te ver weg zakkende grondwaterstanden. Door klimaatverandering (droge zomers) neemt het grondwatergebruik waarschijnlijk nog verder toe de komende jaren. De afgelopen jaren kon in de bufferzones (beschermingsgebieden) rond de Peelvenen zonder Wnb-vergunning (Wet natuurbescherming) grondwater worden onttrokken voor de beregening van open agrarische teelten (gewassen in de open lucht). In december hebben de provincies het besluit genomen om die vrijstelling te laten vervallen. Maar er is meer nodig om de natuurdoelen in het gebied te halen. De komende 2 jaar onderzoeken de beide provincies en de waterschappen wat mogelijk is, in overleg met onder meer de ZLTO, de LLTB en Staatsbosbeheer. Tegelijkertijd wordt bekeken wat noodzakelijk is om het Natura 2000-beheerplan in 2024 aan te passen.
woensdag 25 januari 2023
Hulpverleners bereiken rampgebieden sneller en efficiënter dankzij nieuwe geohazard tool
Uit 650 inzendingen heeft WFP dit prototype geselecteerd om verder te ontwikkelen. Dat betekent dat Frederique en Margreet binnenkort naar Nepal afreizen om het prototype verder te ontwikkelen en deze ook ter plaatse te testen.
Het innovatieve prototype, dat Deltares samen met het team van WFP in Nepal verder gaat ontwikkelen, richt zich op het direct bieden van de cruciale informatie. Informatie die hulpverleners de eerste 3 dagen (72 uur) na een overstromingsramp nodig hebben, om veel sneller en efficiënter te reageren.
Het Deltares netwerkmodel RA2CE wordt de basis voor het prototype. RA2CE is oorspronkelijk ontwikkeld om adaptatie-strategieën te ontwikkelen die infrastructuurnetwerken klimaatbestendig kunnen maken. Frederique en Margreet hebben een nieuwe toepassing van bestaande analyses in RA2CE bedacht, waarbij het mogelijk is om direct na een ramp te identificeren welke wegen en/of paden toegankelijk zijn of verstoord, welke punten van belang (zoals ziekenhuizen en voedseldistributiepunten) nog bereikbaar zijn en waar de getroffen bevolking zich bevindt.
Klimaatadaptief bouwen in Delft
Alle gemeenten in Nederland moeten in 2050 ‘klimaatrobuust’ zijn. Daarom is het nodig dat alle nieuwbouw en grootschalige renovatie voldoen aan de randvoorwaarden voor klimaatadaptief bouwen. Dat gebeurt stap voor stap aan de hand van de Delftse ambities en regels. Zo is het voor (project)ontwikkelaars en bouwers duidelijk welke klimaatadaptieve eisen ze voortaan moeten toepassen.
Met klimaatadaptief bouwen wil de gemeente wateroverlast, hittestress, droogte en bodemdaling tegengaan. Hierbij is het principe ‘groen, tenzij’ leidend.
Om groen ook in droge zomerperiodes goed en mooi te houden is voldoende watervoorraad nodig. Hierbij is het tweede principe de ‘stad als spons’ leidend. Hemelwater wordt zoveel mogelijk opgevangen op de plaats waar het valt. We houden het daar vast om het aanwezige groen niet te laten verdorren. Ook voorkomen we daarmee bodemdaling als gevolg van droogte. We voorkomen ook dat bestaande gebouwen en kunstwerken met een kwetsbare fundering worden aangetast.
dinsdag 24 januari 2023
Eerste landelijke beoordelingsronde primaire waterkeringen afgerond
De normen lopen vooruit op de verwachte situatie in 2050, waarmee er nog voldoende tijd is om de keringen te versterken. De nieuwe veiligheidsnormen die bij de beoordeling worden gebruikt zijn in 2017 vastgesteld. Op basis hiervan wordt bepaald wat de kans is op een overstroming. Die zijn afgemeten aan de verwachte situatie in 2050, waarbij onder andere wordt gerekend met het aantal inwoners en de economische waarde van het achterland. Het blijft belangrijk om vaart te houden met het versterken van primaire waterkeringen om in 2050 het doel te halen en Nederland veilig en klimaatbestendig te houden.
Tot en met 2050 versterken en vernieuwen de waterschappen en Rijkswaterstaat de primaire waterkeringen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen in heel Nederland). Dit is de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. Het versterkingsprogramma is al goed op stoom. De resultaten uit de beoordelingsronde zijn belangrijke input voor de opgave en prioritering van het HWBP. Alle primaire keringen moeten uiterlijk in 2050 aan de strengere normen voldoen.
De beoordelingsresultaten van LBO-1 zijn ingediend bij de toezichthouder, de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). Op basis hiervan presenteert de minister van Infrastructuur en Waterstaat eind 2023 het Landelijke Veiligheidsbeeld aan de Tweede Kamer. Hierin zijn de resultaten van alle waterschappen en Rijkswaterstaat gebundeld en wordt ook een verwachte kosteninschatting gegeven van de mogelijke versterkingsopgave. Vooruitlopend hierop bespreken de waterschappen en Rijkswaterstaat de resultaten met de (algemeen) besturen en achterban.
maandag 23 januari 2023
Sproei- en oppompverboden Achterhoek opgeheven
De situatie is stabiel genoeg om beide geldende verboden op te heffen. De verboden worden per direct opgeheven. De verboden waren sinds vorige zomer van kracht (19 juli oppervlaktewater en 25 augustus grondwater bij twee natuurgebieden). Op deze manier wilde het waterschap de (grond)watervoorraad aanvullen en kwetsbare natuur beschermen. In de maanden die volgden, regende het nog steeds te weinig. De droogte bleef aanhouden en de (grond)waterstanden bleven lager dan normaal voor de tijd van het jaar. De verboden bleven dan ook in de herfst en winter tot nu toe gelden.
De onttrekkingsverboden worden nu ingetrokken omdat er sinds de tweede helft van december 2022 veel regen is gevallen. Het oppervlakte- en grondwater is nu weer voldoende hersteld en is er ook weer de nodige voorraad grondwater opgebouwd. De meeste stuwen zijn nog wel steeds op een hoger peil ingesteld en we houden nog zoveel mogelijk water vast. Op deze manier krijgt de gevallen regen van de afgelopen periode ook daadwerkelijk de tijd om naar het grondwater te zakken.
De grondwaterstanden in de Achterhoek en de Liemers zijn nu voor het hele gebied weer normaal. Lokaal zijn er nog wel wat verschillen. In sommige deelgebieden is het hoger en in sommige nog iets lager dan normaal voor de tijd van het jaar (dit was in november en december nog niet zo, omdat het toen te weinig regende).
De afgelopen jaren zijn er in de Achterhoek en de Liemers al allerlei maatregelen genomen om het regenwater op te vangen, zoals onder meer de stuwen in rivieren en beken op de hoogste stand te zetten, 200 stuwen te plaatsen in sloten in het landelijk gebied, en landgoederen en natuurgebieden anders in te richten.
vrijdag 20 januari 2023
Onderzoek EIB: mkb krijgt steeds minder opdrachten van Rijkswaterstaat
Volgens het EIB zijn mkb-bedrijven in de sector ruimschoots geëquipeerd om behalve onderhoud ook moeilijker geachte design- en constructopdrachten uit te voeren. Dat ze steeds vaker bij Rijkswaterstaat buiten de boot vallen, heeft onder meer te maken met disproportionele eisen en het clusteren en combineren van verschillende disciplines in opdrachten. ‘De gids Proportionaliteit bij aanbestedingen moet het mkb beschermen tegen het nodeloos clusteren van opdrachten. Rijkswaterstaat claimt echter onvoldoende personeel te hebben om disciplines als grondwerk of bruggenbouw apart aan te besteden. Zo gaat Rijkswaterstaat tegen de wetgeving in en verschuift haar probleem naar ondernemers die uiteindelijk geen toegang meer krijgen tot de opdrachten.’
Het EIB doet in het rapport aanbevelingen voor de verschillende knelpunten. Zo kan Rijkswaterstaat de kansen voor het mkb vergroten door onderscheid te maken tussen de grootte van projecten. ‘Hanteer voor opdrachten tot 35 miljoen bijvoorbeeld minder zware administratieve en procesmatige eisen en denk voor projecten onder die grens aan een mkb-toets. Grote(re) projecten kunnen in meerdere percelen worden aangeboden aan de markt, zoals bij vervangings- en renovatieprogramma’s nu al vaak gebeurt.’
Het EIB-rapport biedt ook aanbevelingen voor ondernemers zelf, zoals het omarmen van horizontale samenwerking. ‘Ondernemers willen niet standaard als onderaannemer worden ingezet, maar zelf het werk doen.
donderdag 19 januari 2023
Waterschappen blij met uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
De richtlijn is onderdeel van een pakket aan voorstellen dat moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid. Het gaat om modernisering van bestaande waterwetgeving in het kader van het ‘Zero pollution action plan’. Dat plan heeft de Europese Commissie eind oktober gepresenteerd.
De waterschappen vinden het herzieningsvoorstel voor de richtlijn stedelijk afvalwater belangrijk. Deze richtlijn schrijft voor aan welke eisen de inzameling en de behandeling van huishoudelijk afvalwater moet voldoen. Bij de herziening worden de normen voor de lozing van stikstof en fosfaat verscherpt.
Daarnaast wordt voor alle grote rioolwaterzuiveringen een aanvullende zuivering van medicijnresten verplicht. Ieder jaar belandt minstens 190 ton medicijnresten in rivieren, kanalen, sloten. Daarvan verdwijnt 90 procent via de wc of het doucheputje. Deze stoffen zijn een risico voor de waterkwaliteit. De waterschappen zetten steeds stappen bij het zuiveren van deze stoffen uit het rioolwater. Maar ze vinden dat ook de farmaceuten een grotere verantwoordelijkheid moeten nemen.
Dat vindt de Europese Commissie ook. Die stelt voor dat de kosten voor het verwijderen van medicijnresten worden gefinancierd met een bijdrage van farmaceutische industrie. De waterschappen juichen dit voorstel toe. Hiermee worden de verantwoordelijkheid en kosten voor het voorkómen van milieuschade neergelegd bij de producent van stoffen.
De waterschappen vinden dit een universeel principe dat voor alle stoffen moet gelden. Het is hoog tijd dat ook de impact op het milieu in de prijs van producenten meegerekend worden en dat producenten meer verantwoordelijkheid nemen. Dat geldt niet alleen voor de farmaceutische industrie en cosmetica. Het geldt voor alle vervuilingen: chemische industrie, pfas, plastics, rubber. Er verschijnen meer dan 20 miljoen nieuwe chemische stoffen per jaar. De waterschappen zijn blij dat het kabinet het voorstel voor deze zogenaamde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid steunt.
woensdag 18 januari 2023
Ondergrondse waterbel oplossing voor verzilting van grondwater
Door overtollig zoet regenwater op te slaan in de grond en niet meer af te voeren naar het IJsselmeer, ontstaat een soort bron. Deze kan dan aangeboord worden als het lange tijd droog is, iets wat in de toekomst steeds vaker voor zal komen.
Een probleem dat vooral in de Flevolandse kleigrond voorkomt, is dat er op zo'n dertig centimeter diepte een redelijk ondoordringbare grondlaag is. Deze is laag is verdicht doordat er zware landbouwvoertuigen overheen rijden. Dit zorgt ervoor dat overtollig regenwater nauwelijks kan doordringen in diepere grondlagen. Ook kan grondwater daar niet doorheen om de wortels van gewassen te bereiken. Dus naast het aanleggen van een waterbel, moet ook die harde grondlaag los worden gemaakt.
dinsdag 17 januari 2023
Waterstanden hoog maar beheersbaar
De waterschappen voeren continu water af via de sloten en kanalen om wateroverlast te voorkomen. Via spuisluizen spuien ze het overtollig water op zee als het laag water is.
De waterstanden in de grote kanalen en meren worden nauwlettend in de gaten gehouden.
De toplaag van de bodem is overal verzadigd met water. De grondwaterstanden zijn nu grotendeels normaal of hoger voor de tijd van het jaar. Op de hogere zandgronden rond de Drentsche Aa blijven de grondwaterstanden nog achter. In deze gebieden heeft de regen wel gezorgd voor aanvulling van het grondwater. Maar hier waren de grondwaterstanden zo laag, dat de gevallen regen nog niet ervoor heeft gezorgd dat de grondwaterstanden normaal zijn voor de tijd van het jaar. Dit is ook een traag reagerend systeem; het effect van neerslag duurt hier relatief lang.
In andere gebieden waar we water kunnen aanvoeren zijn de grondwaterstanden niet zo ver uitgezakt. Daardoor zijn deze sneller op peil. Bovendien zijn de grondwaterstanden hier ondiep ten opzichte van de hoge zandgronden. De grondwaterstanden stijgen daardoor sneller bij neerslag.
maandag 16 januari 2023
Hollandsche IJsselkering sluit voor de eerste keer dit stormseizoen
De Hollandsche IJsselkering is bij hoogwater en stormvloeden ‘de grendel van Holland’. De kering sluit als het water naar verwachting boven de 2 m NAP uitkomt. Dit zorgt ervoor dat de kering altijd gesloten is bij waterstanden van 2.25 m boven NAP bij Krimpen aan den IJssel.
De Hollandsche IJsselkering beschermt het zuiden van Rotterdam tot en met Gouda tegen overstromingen. Ook beschermt de kering het dichtbevolkte en laagstgelegen deel van Nederland, 6,76 m onder NAP in Nieuwerkerk aan den IJssel.
Tussen 1 oktober en 15 april is het stormseizoen. Een storm komt in deze periode vaker voor dan in het voorjaar en zomer. Gemiddeld is de kering 3 tot 4 keer per jaar gesloten om te voorkomen dat bij extreem hoogwater het water het land binnen dringt. Vorig stormseizoen (2021-2022) is de kering 10 keer gesloten.
De Hollandsche IJsselkering is de eerste stormvloedkering van de Deltawerken. De bouw van de Hollandsche IJsselkering begon al een jaar na de watersnoodramp van 1953. In 1958 was de stormvloedkering klaar.
Het bouwwerk bestaat uit twee enorme schuiven van ruim 80 m breed en 12 m hoog. Deze schuiven hangen aan staalkabels tussen 2 heftorens van 45 m hoog. De heftorens met de schuiven er tussen zijn dominant in het landschap als poort naar de Delta.
Hinder en afsluiting Zwartewaterbrug Hasselt
Voorafgaand en na afloop van de afsluiting moet het verkeer ook rekening houden met hinder. Van woensdag 11 januari tot en met vrijdag 13 januari en van maandag 30 januari tot en met woensdag 1 februari 2023 kan het verkeer gebruik maken van de hoofdrijbaan met behulp van verkeersregelaars en verkeerslichten.
Het doorgaande verkeer tussen Zwolle en Hasselt/Emmeloord wordt omgeleid via autosnelweg A28 en provinciale weg N337 (Lichtmis-Hasselt). De omleiding wordt met borden aangegeven en is ook te vinden op www.bereikbaar.overijssel.nl. Rijkswaterstaat heeft de scheepvaart geinformeerd over de geringe gevolgen voor het scheepvaartverkeer op het Zwarte Water.
Sinds begin november 2022 voert de provincie groot onderhoud uit aan de beweegbare brug. Er is begonnen met een inspectie. Medio januari 2023 wordt één van de cilinders van het beweegbare gedeelte van de bestaande brug vervangen.
vrijdag 13 januari 2023
Aa en Maas: Grondwaterstanden stijgen
De grondwaterstanden stegen hierdoor en zijn grotendeels normaal of iets verhoogd voor de tijd van het jaar. Op de hoger gelegen gebieden en de gebieden zonder wateraanvoer blijft de grondwaterstand nog wat achter. Bijzonder is dat het jaar 2022 weer een neerslagtekort kent. De afgelopen 5 jaar zijn alle jaren op 2021 na afgesloten met een neerslagtekort en dat is uitzonderlijk.
Het neerslagtekort is het verschil tussen gevallen neerslag en verdamping. Dit neerslagtekort rekenen we over de periode van een kalenderjaar. Dus van 1 januari tot en met 31 december. Het kalenderjaar 2022 zijn we afgesloten met een neerslagtekort van tussen de 50 en 75mm. In december is het neerslagtekort behoorlijk afgenomen ten opzichte van het neerslagtekort eind november. Toch kent 2022 op jaarbasis een neerslagtekort terwijl in een gemiddeld jaar er een fors neerslagoverschot is van rond de 165 mm. Sinds 2018 is er op het jaar 2021 na steeds een neerslagtekort geweest met het grootste tekort in 2018 van rond de 100 mm. De afgelopen 5 jaar bewijzen dat we niet altijd meer op een neerslagoverschot kunnen rekenen.
donderdag 12 januari 2023
Dieselolie opgeruimd in Oudegracht
Op donderdag 5 januari is de dieselolie geconstateerd tussen de Viebrug en de Weerdsluis. De dieselolie dreef over een lengte van circa 400 meter als een dunne filmlaag over het water. Het was in de directe omgeving wel te ruiken, maar er was geen ontbrandingsgevaar. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is donderdag direct begonnen met het afzuigen van de drijflaag.
Het restant van de dieselolie is een te dunne laag om te worden opgezogen, maar is niet gevaarlijk. Er is olie-absorberend materiaal neergelegd bij de waterdoorlaat naar de Vecht, om te voorkomen dat het zich verspreidt.
woensdag 11 januari 2023
Proefploffen voor vervolg sloop Middensluis in Terneuzen
Dit zijn kleine explosies met steeds een iets grotere hoeveelheid springstof. Het geluid en de trillingen van de proefploffen kunnen opvallen in de omgeving. Zowel het scheepvaart- als het wegverkeer ondervinden hinder van de proefploffen. Het uitkijkpunt sluiten we op beide dagen af.
Om de invaart van de Nieuwe Sluis mogelijk te maken, moet de oude Middensluis plaatsmaken. Bij het ploffen van de westelijke kolkwand in maart 2022 ontstond meer hinder in de omgeving dan vooraf verwacht. De bebouwing in de omgeving liep schade op.
De proefploffen vinden steeds plaats tussen 09.00 en 16.00 uur. Tijdens elke proefplof houden we een veiligheidszone van 200 m rondom de ploflocatie vrij van verkeer en verkeersdeelnemers. Scheepvaart kan tijdens de proefploffen normaal gebruik blijven maken van de Westsluis.
De Oostsluis is beide dagen op een aantal momenten korte tijd niet toegankelijk. De Verkeerscentrale Terneuzen informeert de scheepsvaart hierover. Verkeersregelaars houden wegverkeer, fietsers en voetgangers ongeveer een kwartier tegen voor elke plof. Wegverkeer kan eventueel gebruik maken van de Sluiskiltunnel.
dinsdag 10 januari 2023
Vijf gemalen komende jaren visveilig gemaakt
Met het visveilig maken van bestaande poldergemalen wordt een positieve bijdrage geleverd aan een goede visstand, als belangrijk onderdeel van een gezond ecosysteem. Ook komen de visveilige pompen het dierenwelzijn van vissen in onze wateren ten goede.
Waterschap Hunze en Aa’s beschikt inmiddels over vijf visveilige gemalen: Ennemaborgh, Oostermoer, Weerdijk, Midden-Groningen en Meerweg. Daarnaast zijn er twee in voorbereiding. Bij gemaal Duurswold worden de bestaande pompen aangepast. In Groningen-Zuid wordt een nieuw gemaal gerealiseerd.
De afgelopen jaren is uitvoerig onderzoek gedaan naar de mogelijk optredende visschade bij de gemalen van het waterschap. Uit dit onderzoek is een top 20 samengesteld. Dit betekent dat gestart wordt met het visveilig maken van grotere pompgemalen. Deze zijn relatief eenvoudig om te bouwen met het grootste effect ten aanzien van visveiligheid. Het gaat hierbij niet om zogenaamde vijzelgemalen. Uit onderzoek blijkt dat vissterfte bij pompgemalen een stuk hoger is dan bij vijzelgemalen. In 2023 wordt gestart met de uitvoering van de werkzaamheden.
maandag 9 januari 2023
Waterschap zorgt vanaf 2024 voor Hilversumse wateren
Het watersysteem van Hilversum is begin vorige eeuw onder andere ontworpen door de stadsarchitect W.M. Dudok. Hij bedacht een slim systeem met monumentale groene vijvers. Hierin wordt het regenwater van de stad opgevangen en opnieuw gebruikt in de bodem. Daarmee was Hilversum haar tijd ver vooruit.
In de geest van Dudok willen het waterschap en de gemeente het watersysteem toekomstbestendig maken. Wateroverlast, hitte en droogte als gevolg van het veranderende klimaat leveren nieuwe uitdagingen voor onze stad, die we alleen samen kunnen oppakken.
Het waterschap en de gemeente hebben dan ook veel doelen op het gebied van het veranderende klimaat en de natuur. Deze doelen worden ook in de nieuwe plannen voor het water meegenomen. Bijvoorbeeld het plan om de Oude Haven en Gooise Vaart opnieuw in te richten.
vrijdag 6 januari 2023
Inspectie beëindigt verscherpt toezicht op Waternet
Waternet heeft aangetoond dat de maatregelen ter verbetering van de cybersecurity zijn geïmplementeerd. De eerder door de inspectie geconstateerde tekortkomingen zijn opgelost.
In 2024 wil Amsterdam de drinkwatertaak onder brengen in een naamloze vennootschap om de sturing en het toezicht te versterken. Op basis van de verbeteringen ziet de ILT geen verhoogd risico meer voor de leveringszekerheid van drinkwater. De inspectie volgt de ontwikkelingen bij Waternet vanuit het normale toezicht.
De ILT houdt op grond van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni) toezicht op cybersecurity bij de Aanbieders van Essentiële Diensten (AED’s) in de sectoren drinkwater en transport. Naast de Wbni is er ook sectorspecifieke regelgeving met bepalingen over cybersecurity waarop de ILT een toezichtsrol vervult. De ILT houdt op grond van de Drinkwaterwet bij Waternet toezicht op de drinkwatervoorziening en op het deel van de cybersecurity dat betrekking heeft op de drinkwaterveiligheid en leveringszekerheid.
donderdag 5 januari 2023
Watersnoodjournaal en Watersnoodherdenking bij de NOS
Zeventig jaar geleden veroorzaakte een combinatie van springtij en zware zuidwesterstorm de Watersnoodramp: in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 begaven de dijken het en kwamen grote delen van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden onder water te staan.
Meer dan 1800 mensen kwamen om het leven, niet alleen in Zeeland en Zuid-Holland, maar ook in Noord-Brabant en Noord-Holland. Zo’n 150.000 hectare grond verdween onder de golven, tienduizenden huizen werden beschadigd of verwoest en 47.000 stuks vee overleefden het niet.
De ramp – de grootste in de Nederlandse naoorlogse geschiedenis en de aanleiding voor de Deltawerken – wordt door de NOS op twee manieren belicht: met een rechtstreekse uitzending over de herdenking in Zeeland en met een serie korte journaals over de gebeurtenissen van zeventig jaar geleden.
In een reeks van vijf korte journaals, vlak na het NOS Journaal van 20.00 uur, wordt de kijker meegenomen naar de gebeurtenissen van zeventig jaar terug. Wist men dat de staat van de dijken te wensen overliet? Wat gebeurde er in de dagen voorafgaand aan die fatale stormnacht? Hoe sijpelde het nieuws van de ramp door? Hoe kwam de hulpverlening op gang? En hoe verliep het dichten van de stroomgaten?
Deze vragen, bijzondere verhalen en meer komen aan de orde in de vijf journaals. Presentator Herman van der Zandt wordt daarbij terzijde gestaan door NOS-weervrouw Willemijn Hoebert, verslaggever Martijn Bink en Aimée Slangen, klimatoloog bij het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee).
Maandag 30 januari t/m vrijdag 3 februari 2023, 20.25-20.33 uur, NPO 1
Foto Anefo
woensdag 4 januari 2023
Aantal strandbroeders Ameland groeit
Het Groene Strand van Ameland is vooral belangrijk voor de strandplevier. Nergens anders in het Waddengebied doet de vogel het zo goed als in dit gebied. Dit jaar resulteerde dat in 18 nesten. Het hoogste aantal sinds de start van het onderzoek in 2017.
Ook de dwergstern kende een redelijk goed broedseizoen. Onderzoeker Johan Krol vermoedt in 2022 zo’n 15 nesten te hebben geteld op het noordwestelijke strand van Ameland.
Dat aantal is niet precies vast te stellen, omdat harde wind zandverstuivingen veroorzaakte. Na een zandstorm mislukte bijvoorbeeld een nestje, omdat de eieren onder 20 cm zand verdwenen. Daarna legde de dwergstern vervolglegsel.
dinsdag 3 januari 2023
'Gebruik van data in de nutssector vereist betere regelgeving'
Infrastructuurbeheerders in de nutssector kunnen met nieuwe technologieën zoals sensoren en slimme meters zeer gedetailleerde gegevens verzamelen over de netwerken die water en elektriciteit naar onze huizen brengen. Deze gegevens kunnen worden gebruikt om het ontwerp van de infrastructuur te verbeteren, te voorspellen wanneer onderhoud nodig is en een beter inzicht te krijgen in het verbruik van elektriciteit en drinkwater.
De bestaande regelgeving van de nutssector is echter niet goed afgestemd op deze ontwikkelingen. Bovendien worden binnen en buiten de nutssector veel nieuwe regels voor gegevensuitwisseling gecreëerd, wat vragen oproept over de consistentie tussen verschillende wettelijke kaders.
De regelgeving van de nutssector zou moeten worden geactualiseerd met inachtneming van zowel de kansen als de risico’s van het gebruik van data. De verschillende reguleringskaders voor gegevensuitwisseling zouden beter op elkaar afgestemd moeten worden. De regelgeving inzake gegevensuitwisseling zou de strikte scheiding tussen de openbare en particuliere sector moeten overstijgen.
De bestaande regelgeving van de Nederlandse drinkwatersector houdt bijvoorbeeld nog geen rekening met de nieuwe mogelijkheden die de data van slimme watermeters bieden, noch met de risico's die het verzamelen van minder gedetailleerde data inhoudt voor de bescherming van persoonsgegevens en de privacy van consumenten. Om slimme watermeters in Nederland te kunnen invoeren, zouden de regelgevingskaders van de drinkwatersector moeten worden geactualiseerd. Duidelijk moet worden onder welke voorwaarden deze nieuwe technologieën door drinkwaterbedrijven kunnen worden toegepast, voor welke doeleinden de data kunnen worden gebruikt en hoe de privacy en de bescherming van persoonsgegevens van consumenten kan worden gewaarborgd.
Een voorbeeld van de noodzaak van afstemming tussen verschillende regelgevingskaders is de wisselwerking tussen de regels over het delen van consumentengegevens in de Richtlijn voor de Electriciteitsmarkt en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van de EU. Deze wetten hebben verschillende doelstellingen, uitvoeringsniveaus en toezichthouders, daardoor is afstemming tussen beide niet vanzelfsprekend. De EU-lidstaten zouden daarom de wisselwerking tussen deze wetten moeten verduidelijken en de samenwerking tussen gegevensbescherming- en energietoezichthouders versterken.
De regulering van gegevensuitwisseling op basis van een strikt onderscheid tussen gegevens uit de openbare en de particuliere sector zou ook opnieuw moeten worden doordacht. De huidige diametraal verschillende regels voor het delen van gegevens van openbare en particuliere organisaties gaat voorbij aan de groeiende rol van particuliere bedrijven bij het genereren van data met grote sociaaleconomische relevantie. Er zijn verschillende manieren om dit te verbeteren volgens Espinosa: bijvoorbeeld door het toepassingsgebied van de Richtlijn Open Data uit te breiden naar particuliere bedrijven die actief zijn in de nutssector. Ook zou het begrip openbare gegevens opnieuw moeten worden gedefinieerd, waarbij minder wordt gekeken naar wie de eigenaar van de gegevens is en meer naar de doeleinden voor hergebruik.
maandag 2 januari 2023
Schelpen om waterplant watercrassula in te dammen
Deze keer in de kreek voor het vogelkijkscherm aan de Hoofdweg. Daar werd op dat moment een andere kreek gedempt, die volledig begroeid was met deze woekerplant. Om verspreiding van de watercrassula te voorkomen, wordt de komende weken een dik schelpenpakket aangebracht op de oeverstrook waardoor de plant niet verder kan groeien. De oever blijft met deze maatregel aantrekkelijk voor (broed)vogels en natuurliefhebbers kunnen daarvan blijven genieten.
De waterplant watercrassula komt van nature niet in Nederland voor. De plant kan razendsnel groeien en kan dikke matten vormen. Hierdoor kunnen diverse dieren en planten niet meer leven in het water. Ook kunnen er problemen met de doorstroming van het water ontstaan. De plant is daardoor een bedreiging voor natte duinvalleien, natte graslanden en zoetwatersystemen op Texel.
De watercrassula kan gedempt worden met schone grond, waardoor de plant niet verder kan groeien. Uit ervaring blijkt dat dit goed werkt. Maar deze waardevolle en leerzame plek met (broed)vogels verdwijnt dan. De provincie Noord-Holland heeft met Staatsbosbeheer en de Stichting Texel Vogeleiland/ Vogelinformatiecentrum een andere manier gevonden om watercrassula tegen te gaan.