dinsdag 31 december 2019

Spoel jij oud frituurvet door de wc?

Bak jij met Oud en Nieuw zelf je oliebollen? Lekker natuurlijk! Maar waar laat je het frituurvet? Aad van Dijk werkt bij het hoogheemraadschap van Delfland en moet ervoor zorgen dat de rioolgemalen schoon blijven en blijven werken. Hij legt uit waarom je frituurvet echt niet door de wc moet spoelen.

Grote klonten vet, vastgesmolten aan de muren en dompelpompen in de rioolgemalen. Een dikke brij van samengeklonterd vet, straatvuil, maandverband, condooms, billendoekjes. Zie je het beeld al voor je? In de riolen en rioolgemalen levert frituurvet behoorlijk wat problemen op.

De riolering, rioolgemalen en zuiveringsinstallaties kunnen door het vet verstopt raken. Aad legt uit dat het vet daarom verwijderd moet worden: “Het vet wordt kapot gespoten en opgezogen. Dat is een vies en intensief klusje, want het vet vormt een dikke drijflaag die moeilijk kapot te krijgen is. Bij een groot rioolgemaal zijn 4 man, 1 zuigwagen en 1 spuitwagen 2 dagen bezig om het vet te verwijderen. Het gaat dus aardig in de euro’s lopen, geld wat de gemeenschap moet betalen.”

Waddenfonds investeert 13 miljoen euro in vismigratie

Het Waddenfonds draagt bijna 13 miljoen euro bij aan het verbeteren van de vistrek tussen de Waddenzee en het binnenland. Het project Ruim Baan voor Vissen 2 moet een belangrijke impuls geven aan de visstand in het Waddengebied.

Al jaren is de visstand in de Waddenzee te laag en zijn de vissen er te klein. In totaal wordt er in de tweede fase van dit meerjarige programma van de waterschappen van Noord-Holland, Fryslân, Groningen en Drenthe en Hogeschool Van Hall-Larenstein 44,5 miljoen euro geïnvesteerd. Het Waddenfonds draagt hier 13,3 miljoen aan bij.

Door dijken, sluizen, stuwen en gemalen is de vistrek tussen de Waddenzee en het binnenwater achter de dijken hevig verstoord geraakt. Daardoor kunnen vissen lastig meren, beken en rivieren bereiken waar ze paaien en jongen krijgen. Het gevolg is dat trekkende vissoorten zoals de zeeforel, paling en glasaal het moeilijk hebben in het Waddengebied.

In deze tweede fase van het project Ruim Baan voor Vissen wordt het meest geïnvesteerd in de verbetering van de vismigratie in de kop van Noord-Holland. Zo komt er een verbinding tussen zee en achterland met de aanleg van een zoet-zout overgang en 14 hectare brakwatergebied. Deze maatregelen worden uitgevoerd als de financiering volledig gedekt is en het Algemeen Bestuur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hierover definitief heeft beslist. In totaal worden in de kustprovincies op  19 plekken vispassages verbeterd en aangelegd. Daarnaast worden in het achterland paai- en opgroeigebieden geschikt gemaakt voor vissen.

Bij het nemen van de maatregelen worden negatieve gevolgen voor de agrarische sector voorkomen door het weren van brakwater op landbouwgronden. Naast de grootschalige aanpak in Noord-Holland komen er ook in Fryslân en Groningen aanvullende vismigratievoorzieningen.

Het project is een vervolg op Ruim Baan voor Vissen 1, waarmee al een aantal knelpunten in de vismigratie langs de Waddenkust is opgelost. Zo zijn bij Delfzijl maatregelen getroffen waardoor trekvissen nu makkelijker de boezemkanalen van Duurswold kunnen bereiken. Op dit moment worden er ook bij Lauwersoog en in de Afsluitdijk voorzieningen voorbereid die de vismigratie richting de provincies Groningen, Fryslân en het IJsselmeer en haar achterland verbeteren.

Met een monitoringsprogramma wordt beoordeeld hoe effectief de vismigratievoorzieningen zijn. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar zoet-zout overgangen en brakwatergebieden. Met de opgedane kennis moeten vismigratiesystemen voor de toekomst verder worden verfijnd.
Ruim Baan voor Vissen 2 is onderdeel van het Investeringskader Waddengebied (IKW), een meerjarig programma om grootschalige investeringen in het Waddengebied mogelijk te maken.

maandag 30 december 2019

Noord-Holland gaat bruggen weer zelf bedienen

Met ingang van november 2020 gaat de provincie de bediening van ruim 50 provinciale bruggen, sluizen en pontjes in Noord-Holland weer zelf uitvoeren.

De vaste brugbedienaren komen in dienst van de provincie. Het contract met de externe partij die sinds 2017 de brugbediening verzorgde, wordt ontbonden.

Het is voor zowel beroeps- als recreatievaart én het wegverkeer van belang dat bruggen op de afgesproken tijdstippen op een veilige manier worden bediend. Om dat te garanderen wil de provincie steeds meer bruggen vanaf een centraal punt bedienen. Weg- en vaarweggebruikers hebben daar baat bij, omdat verkeersstromen zo beter op elkaar afgestemd kunnen worden. De ontwikkeling naar centrale bediening verandert het vak van brugbedienaar van specialist op locatie naar verkeersmanager op afstand.

Met die ontwikkeling in het achterhoofd heeft de provincie in 2017 de bediening uitbesteed aan een externe partij. Aanvankelijk liep dat volgens afspraak, maar inmiddels is gebleken dat de benodigde capaciteit, met name in de piekperiodes, niet gegarandeerd was. Het waarborgen daarvan, zowel vanuit de centrale als op locatie, vraagt om een sterkere rol van de provincie zelf. Noord-Holland heeft daarom besloten het contract met de externe partij per 31 oktober 2020 te ontbinden.

Vanaf 1 november 2020 neemt de provincie het management en de planning weer in eigen hand. De vaste kern van brugbedienaren komt in dienst van de provincie. Als werkgever kan de provincie investeren in opleiding en aansturing om de ontwikkeling  naar centrale brugbediening verder vorm te geven.

Tot 31 oktober 2020 zal de provincie nauwer met de huidige uitvoerder samenwerken om de bediening van de provinciale bruggen, sluizen en pontjes in Noord-Holland op een goede en veilige manier te laten verlopen.

vrijdag 27 december 2019

Groningse zeedijk officieel ‘dijk veilig’ en aardbevingsbestendig

Sinds donderdag 19 december is de zeedijk tussen Eemshaven en Delfzijl officieel ‘Dijk veilig’ en aardbevingsbestendig. Om dit te vieren onthulde minister Cora van Nieuwenhuis van Infrastructuur met de samenwerkingspartners en leerlingen van basisschool Karrepad uit Groningen een gedichtenbank op de dijk. De zeedijk van twaalf kilometer is de eerste in ons land die volgens de nieuwste veiligheidsnormen en met aardbevingsmaatregelen is versterkt.

Vanwege de aardbevingen in Groningen is de dijkverbetering versneld uitgevoerd. De dijkverbetering duurde in totaal vijf jaar. De komende jaren wordt in Nederland meer dan 1.100 kilometer dijk versterkt. Met de zeedijk tussen de Eemshaven en Delfzijl zijn de eerste 12 kilometer klaar. De dijk bij Delfzijl werd 2 meter hoger en 7 tot 25 meter breder en sterker door asfalt- en betonblokken aan de waterkant. Hiermee is de dijk ook bestand tegen aardbevingen tot 5.0 op de schaal van Richter. Er zijn extra kleidepots (‘reservedijken’) aangelegd om de dijk snel te kunnen repareren in geval van een aardbeving. Om de dijk en het effect van aardbevingen te monitoren legt waterschap Noorderzijlvest in 2020 sensoren aan in de dijk. De NAM heeft de aardbevingsmaatregelen vergoed.

De dijkversterking is nodig om de komende 25 jaar stormen en extreme waterstanden aan te kunnen. Waterschap Noorderzijlvest gaat de komende twaalf jaar de waterstanden en de golven langs de vernieuwde dijk meten. Met deze informatie kan in de toekomst beter berekend worden hoe hoog de dijken moeten worden bij volgende dijkversterkingen. Naar verwachting kan de huidige dijk  weer jaren mee.

maandag 23 december 2019

Eigenaren halen KRNWTR ‘van de beurs’

Social enterprise KRNWTR is zo stormachtig gegroeid dat het bedrijf in 2020 verhuist naar een groter kantoor. Inmiddels maken ruim 200 bedrijven als ABN AMRO (CIRCL) en LandalGreenparks, scholen, diverse gemeentes en horecazaken gebruik van KRNWTR+ watertapinstallaties en hebben ruim 10.000 consumenten een KRNWTR karaf of waterfles aangeschaft. Daarmee hebben zij samen 18 miljoen plastic waterflesjes bespaard. 

Met de installaties van KRNWTR+ is in totaal al 9 miljoen liter kraanwater getapt. Het aantal medewerkers is in een jaar tijd gegroeid van één naar negen plus 3 vaste installateurs. Om de groeiende vraag bij te houden zal dat eind volgend jaar naar verwachting zijn opgelopen naar twintig. Daarom verlaat KRNWTR per 1 januari zijn kantoor in de Beurs van Berlage in Amsterdam om een nieuw hoofdkantoor te betrekken aan de Keizersgracht 433.

Met KRNWTR+ strijden eigenaren Tom Niekamp en Daf Dubbelman tegen de zinloze verspilling en vervuiling door plastic flessen en andere verpakkingen, die na eenmalig gebruik worden weggegooid. Elk jaar belandden honderden miljoenen waterflesjes in zee, wat daar zorgt voor de beruchte plastic soep. Microstukjes plastic komen via vissen uiteindelijk zelfs in het lichaam van de mens terecht. Bovendien komt er veel onnodig transport bij te pas. Niet voor niets heeft een bedrijf als Pepsi de grootste vrachtwagenvloot ter wereld. Een halve liter bronwater uit een fles drinken kost net zoveel CO2-uitstoot als een kilometer met een Fiat Punto rijden, blijkt uit onderzoek.

KRNWTR+ biedt bedrijven, scholen en horeca een alternatief met de levering van duurzame tappunten die kraanwater filteren en koelen en zowel plat als bruisend water tappen. Ook de bijbehorende flessen om het water in te serveren, of de limonadesiroop om er natuurlijke lokale dranken mee te maken. Daarnaast verkoopt het bedrijf roestvrijstalen waterflesjes voor meervoudig gebruik. ,,Om de plastic soep een halt toe te roepen vragen wij mensen niet om offers te brengen zoals niet meer vliegen naar hun favoriete vakantiebestemming of hun favoriete eten te vervangen. Wij vragen alleen om logisch na te denken en lokaal water te gaan tappen”, zeggen Niekamp en Dubbelman.

Kraanwater is tot duizend keer goedkoper en voldoet aan meer wettelijke eisen dan bronwater. Bij de productie komt 300 keer minder CO2 vrij dan bij flessenwater. Bovendien is het qua smaak door jury en publiek niet te onderscheiden van duur mineraalwater, zo bleek tijdens de jaarlijkse Water Awards die KRNWTR organiseert.

Volgend jaar houdt het bedrijf tijdens Wereldwaterdag rond 22 maart de derde editie van deze awards. Op 23 maart mag KRNWTR de Amsterdam Stock Exchange openen met een gongslag. Onder de naam WeTapWater groeit het bedrijf ook in andere Europese landen snel. Om die groei in goede banen te kunnen leiden is KRNTWR+ onder meer toegetreden tot het Investment Ready Program van de Impact Hub, waarbij duurzame bedrijven begeleid en geholpen worden door partners zoals De Brauw Blackstone Westbroek, Boston Consulting Group en Joost Leeflang (ex-CEO van Philips Central & Eastern Europe, ex-voorzitter directie Marqt).

De rotsbodem van Antarctica in focus

De ijskap van Antarctica bevat voldoende ijs om wereldwijd de gemiddelde zeespiegel met meer dan 55 meter laten stijgen. Maar mede door een incompleet beeld van de rotsbodem onder de ijskap zijn voorspellingen van het toekomstige ijsverlies en de daarmee samenhangende zeespiegelstijging uiterst onzeker. Een nieuwe methode, deze week gepubliceerd in Nature Geoscience, stelt het beeld van de rotsbodem veel scherper. De resultaten kwamen tot stand in samenwerking met onderzoekers van de Universiteit Utrecht.

De ijskap van Antarctica verliest jaarlijks ongeveer 200 kubieke kilometer ijs, en is daarmee hard op weg de Groenlandse ijskap in te halen als belangrijkste bron van zeespiegelstijging. Het toekomstige massaverlies wordt in belangrijke mate bepaald door de ligging en helling van de rotsbodem onder de ijskap. Een rotsbodem beneden zeeniveau die landinwaarts dieper wordt, kan een onomkeerbare terugtrekking van de ijskap inleiden. Maar we weten van 85% van Antarctica eigenlijk niet precies hoe diep die rotsbodem ligt. Alleen krachtige radarsystemen kunnen door de kilometers dikke ijskap de rotsbodem meten, en deze zijn beschikbaar op slechts een handvol wetenschappelijke onderzoeksvliegtuigen met een beperkte actieradius.

De onderzoekers zijn er nu in geslaagd om op basis van de huidige metingen toch een scherper beeld te krijgen van de Antarctische rotsbodem. In plaats van simpelweg te interpoleren maakt de nieuwe methode op slimme wijze gebruik van aanvullende informatie: gedetailleerde satellietkaarten van de stroomsnelheid van het ijs en modelresultaten van de sneeuwval op de ijskap. Door aan te nemen dat tussen de bestaande ‘lijnvormige’ vliegtuigmetingen de ijsmassa gelijk blijft, kan voor alle punten de ijsdikte worden berekend, en daarmee de diepte van de rotsbodem. De hoogte van het ijsoppervlak is immers nauwkeurig bekend.

“Het is alsof je een wazig beeld scherpstelt”, aldus coauteur Melchior van Wessem, onderzoeker bij het Instituut voor Marien en Atmosferisch onderzoek van de Universiteit Utrecht (IMAU) en verantwoordelijk voor de berekeningen van de sneeuwval. “Plotseling verschijnen er door gletsjers uitgeslepen diepe valleien die tot nu toe onzichtbaar waren.”

“Deze nieuwe kennis zal voorspellingen van het toekomstige massaverlies van de ijskap aanmerkelijk verbeteren”, zegt coauteur Michiel van den Broeke, ook van het IMAU. “Dat is van groot belang voor het dit jaar opgestarte Nederlandse Kennisprogramma Zeespiegelstijging, waarin Antarctica een centrale rol speelt.”

vrijdag 20 december 2019

Start aanvang bouw dienstenhaven Nieuwe Sluis Terneuzen

Na jaren van overleg met diverse maritieme stakeholders gaat in week 50 van 2019 het grote werk aan de dienstenhaven, deelproject van Nieuwe Sluis Terneuzen, van start. Over 2 jaar (eind 2021) kan de dienstenhaven met gebouw in de Buitenhaven West in gebruik genomen worden. De haven wordt 385 m lang en op zijn breedst 95 m.

De dienstenhaven wordt straks gebruikt voor maritieme dienstverleners die een directe connectie hebben met het sluizencomplex van Terneuzen. Naast de dienstenhaven leggen we ook een dienstengebouw en omliggende wegen aan. De nieuwe plek is gunstig gelegen ten opzichte van de Nieuwe Sluis Terneuzen als deze gereed is.

Bij de dienstenhaven komt een gebouw en ligplaatsen voor de Koninklijke Marechaussee, Boluda (voorheen Kotug) en Muller Maritime Holding. De vaartuigen van deze partijen komen in de dienstenhaven te liggen. Rijkswaterstaat heeft op dezelfde locatie de Nautische Centrale Terneuzen staan.

De voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van de dienstenhaven zijn in volle gang. Het bouwterrein op de Lange Middenhavendam is ingericht, grond is verplaatst en de inrit is aangepast zodat het werkverkeer voor het bouwterrein en de verkeersleiders die naar de verkeerscentrale moeten elkaar niet kruisen. Deze week starten we met het trillen van de nieuwe combiwand. We starten met 1 stelling. Begin 2020 volgt een 2e heistelling. We werken van noord naar zuid. Medio april 2020 zijn de heiwerkzaamheden gereed. In het 2e kwartaal van 2020 persen we circa 100.000 m3 zand om een nieuw stuk land/kistdam te creëren.

donderdag 19 december 2019

Waterschap en gemeente halen plastic uit de grachten

Plastic in het water is een groot probleem. Daarom pakken Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam deze vervuiling aan. Met een muur van luchtbellen haalt men plastic afval uit het water van het Westerdok: de Bubble Barrier. Dankzij de luchtbellen komt het plastic niet in de Noordzee terecht. The Great Bubble Barrier ontwikkelde het systeem.

Het waterschap en de gemeente pakken plastic in het water samen aan. Want plastic in het water is zeer slecht voor de waterkwaliteit én het waterleven. Dieren kunnen stikken in grotere stukken plastic. En de kleine deeltjes komen in het lichaam van dieren terecht, zoals vissen.
Medewerkers van Waternet vissen elk jaar 42.000 kilo plastic uit de grachten. Dat gaat vooral om grote drijvende stukken plastic op het water. De kleine deeltjes zweven onder water. Die kunnen we niet op deze manier uit het water halen. De Bubble Barrier kan dat wel.

Uit een buis onderin de gracht worden luchtbellen naar boven geperst. Deze luchtbellen duwen het plastic in het grachtenwater naar boven. Daarna brengt de stroming van het water het plastic naar de waterkant. Daar halen we het plastic uit het water. De Bubble Barrier werkt 24 uur per dag en 7 dagen per week. Schepen en vissen hebben geen last van de bubbels.

De Bubble Barrier is bedacht en geplaatst door de startup The Great Bubble Barrier. De muur van luchtbellen ligt in het Westerdok in Amsterdam, tussen de Westerdokskade en het Westerdoksplein. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam gaven de opdracht om deze Bubble Barrier aan te leggen.

woensdag 18 december 2019

Nieuwe WPS-tools voorspellen waar watergerelateerde conflictrisico’s in de toekomst kunnen toenemen

Wat als we watergerelateerde conflicten konden voorspellen voordat ze zich voordoen zodat we effectief kunnen ingrijpen om ze te voorkomen?

Een baanbrekend nieuw hulpmiddel, geïntroduceerd door het Water, Peace and Security (WPS) partnerschap, kan tot twaalf maanden vooruit voorspellen waar wereldwijde watergerelateerde conflictrisico’s zich zouden kunnen voordoen. Deze WPS Global Early Warning Tool maakt gebruik van machine learning waarbij ecologische, meteorologische, sociale en economische gegevens worden gecombineerd. Met dit hulpmiddel kunnen experts op het gebied van onder andere internationale ontwikkelingssamenwerking, diplomatie, rampenbestrijding en defensie samen met nationale regeringen en lokale belanghebbenden effectief ingrijpen en watergerelateerde conflicten voorkomen.

Het WPS partnerschap heeft aan de ontwikkeling van deze tool gewerkt sinds 2018 en bestaat uit zes organisaties die gespecialiseerd zijn in ecosystemen, water en ondergrond, ontwikkelingssamenwerking en internationale veiligheid. Deze organisaties zijn IHE Delft, World Resources Institute, Deltares, The Hague Centre for Strategic Studies, International Alert en Wetlands International. Daarnaast zijn drie kennispartners, waaronder het Pacific Institute, Oregon State University en New America aangesloten. Door het bundelen van kennis, vaardigheden en netwerken is vandaag de tool op een voor het publiek toegankelijke website gelanceerd.

Deze tool voorspelt het risico van conflicten voor de komende twaalf maanden in Afrika, het Midden-Oosten en Zuid- en Zuidoost-Azië. Met data worden patronen geanalyseerd tussen gewelddadige watergerelateerde conflicten en meer dan 80 ecologische, economische en sociale variabelen die 20 jaar teruggaan. Vervolgens vergelijkt de tool die patronen met de huidige omstandigheden om mogelijke hotspots te identificeren. De testen laten een 86% matching zien waarbij in watergerelateerde conflict geweld is ingezet dat heeft geleid tot tien of meer slachtoffers.

Water is zeker niet de enige oorzaak van conflicten, maar het kan een belangrijke aanleiding zijn en wordt vaak over het hoofd gezien. Acties op het gebied van waterverdeling kunnen dienen als middel om samen in gesprek te gaan. Maar urgente en levensbedreigende waterrisico’s zoals droogte, schaarste, vervuiling en overstromingen kunnen ook leiden tot het versterken van conflicten omdat ze hongersnood, inkomensachteruitgang ​​of ontheemding kunnen veroorzaken. Eerdere tools voor vroegtijdige waarschuwingen waren alleen gericht op politieke, economische, sociale en demografische factoren om conflicten te voorspellen. De WPS Global Early Warning Tool is uniek omdat het deze factoren combineert met omgevingsvariabelen die verband houden met water, zoals regen, waterschaarste en mislukte oogsten. Op deze manier wordt het beeld aangevuld en is het inzicht vollediger.

Wat is de rol van water in conflicten? In Syrië heeft een record-droogte vanaf 2006 tot 2011 in combinatie met het niet-duurzame watergebruik in de landbouw, de migratie van 1,5 miljoen boeren en hun families naar stedelijke gebieden veroorzaakt. Hierdoor droeg het waarschijnlijk bij aan het destabiliseren van een toch al zeer kwetsbare situatie. In Somalië zijn droogte en conflicten ook samengekomen, waardoor een kwart miljoen mensen hun huizen zijn ontvlucht. In India zijn rellen over water uitgebroken toen het Hooggerechtshof de staat Karnataka beval water te leveren aan de door droogte getroffen boeren in de naburige staat Tamil Nadu. Het mag duidelijk zijn dat het essentieel is om te kunnen voorspellen waar mogelijk watergerelateerde spanningen zullen toenemen zodat het lokale actoren ondersteunt om gerichte interventies te kunnen doen.

Daarom heeft het WPS naast de Global Early Warning Tool ook land- of regio specifieke tools en methoden ontwikkeld om de lokale oorzaken van conflicten en onderliggende problemen dieper te analyseren en conflictgevoelige interventies helpen te ontwikkelen. In deze zogenaamde lokale dashboards worden hydrologische modellen verbonden met modellen voor de waterverdeling en gecombineerd met lokale kennis. Hierdoor wordt het overzicht verkregen van de water- en veiligheidssituatie op lokaal niveau waardoor passende interventies kunnen worden ontwikkeld om het conflict te matigen of te voorkomen.

dinsdag 17 december 2019

Gezamenlijke aanpak waterplanten in zuidelijk deel IJsselmeergebied

Onlangs zijn afspraken gemaakt over het beheer van waterplanten die overlast geven voor de waterrecreatie in het Markermeer-IJmeer en de Randmeren.

De provincies Noord-Holland en Flevoland, het Rijk (ministerie van I&W), de randmeergemeenten, verenigd in de gebiedscoöperatie Gastvrije Randmeren, de gemeenten Almere en Hoorn en de waterrecreatiepartijen Watersportverbond, Hiswa vereniging, Sportvisserij Nederland en Toerzeilers Nederland hebben hiertoe een samenwerkingsovereenkomst getekend op de landelijke waterplantenconferentie.

Met de toegenomen waterkwaliteit in het Markermeer-IJmeer en de Randmeren is de afgelopen jaren de groei van waterplanten enorm toegenomen. Dat is goed voor de natuur. Echter, de tot aan het wateroppervlak groeiende waterplanten (Fonteinkruiden) zorgen ook voor hinder. Het vaargebied voor de waterrecreatie wordt beperkt, de bereikbaarheid van jachthavens wordt slechter, er ontstaan onveilige situaties doordat beroeps- en recreatievaart gedwongen worden om samen in de vaargeul te varen, hulpdiensten komen door de waterplanten soms lastiger ter plaatse en bij de kust hebben zwemmers en bezoekers last van de waterplantenresten.

Een werkgroep waarin alle partijen aan tafel zitten, werkt de komende jaren aan een structurele oplossing die in balans is met de natuurbelangen en de functie van de waterplanten voor de waterkwaliteit. Omdat in diepere wateren waterplanten niet kunnen groeien, zet de werkgroep in op een plan voor het verdiepen van de bodem in de vaargebieden in het Markermeer-IJmeer en de Randmeren. Het is mogelijk dat uit de werkgroep ook andere oplossingen naar boven komen.

Voor de korte termijn willen de verschillende partijen zorgen dat het recreatief gebruik van het vaargebied goed mogelijk blijft. De waterplanten worden daarom in specifieke delen gemaaid en de gemaaide gebieden worden op een kaart weergegeven. Ook is er een website en een app Waterplantmelder ontwikkeld waarmee gebruikers overlast van waterplanten kunnen melden.

maandag 16 december 2019

NS en Brabant Water openen 200e watertappunt op Station Breda

Vrijdag 13 december is een geluksdag voor reizigers in Noord-Brabant. Vanaf nu kunnen ze op elk moment van de dag hun eigen flesje met gratis drinkwater vullen op NS Stations. Om dat te vieren hebben NS en Brabant Water zojuist samen met de reizigers het eerste gratis kraanwater getapt op NS Station Breda. Het tappunt staat bij de ingang aan de Belcrumzijde en is de 200e die NS dit jaar opent.

De NS had dit jaar de ambitie om in totaal 200 nieuwe watertappunten bij stations te openen, in samenwerking met gemeenten en de drinkwaterbedrijven. En dat is gelukt! 90% van alle treinreizigers heeft dit jaar toegang tot gratis drinkwater voor onderweg. NS en haar partners bieden de watertappunten als service aan reizigers en willen hiermee bijdragen aan het verminderen van plastic afval.

“Reizigers en voorbijgangers hoeven geen wegwerpflesjes meer te gebruiken en dat draagt bij aan het verminderen van plastic afval”, zegt NS Manager Stations Frank Smits. “En we merken dat onze reizigers het enorm waarderen.“ Algemeen directeur Guïljo van Nuland van Brabant Water vult aan: "Brabant Water levert een gezond en duurzaam product. Wij zien het als onze maatschappelijke taak kraanwater altijd en overal beschikbaar te maken, ook voor treinreizigers."

Niet alleen op Station Breda staat een watertappunt. Bij 24 andere NS stations in Brabant kunnen reizigers al water tappen of wordt er binnenkort een watertappunt geplaatst: Op 24 andere NS stations in de regio komt een watertappunt: Bergen op Zoom, Best, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Deurne, Eindhoven Centraal, Etten-Leur, Geldrop, Gilze-Rijen, Helmond Brandevoort, Helmond Brouwhuis, Helmond, Helmond ’t Hout, ’s-Hertogenbosch, Oisterwijk, Oudenbosch, Rosmalen, Tilburg, Tilburg Universiteit, Roosendaal, Oss, Vught en Zevenbergen. NS werkt hiervoor samen met Brabant Water en gemeenten.

vrijdag 13 december 2019

Uniek grondonderzoek voor sterke dijken

Op twee locaties in Nederland vindt onderzoek plaats naar de sterkte van de grond in dijken, specifiek in de zones boven de grondwaterstand (de onverzadigde zone). Niet eerder is hier op deze wijze gedetailleerd onderzoek naar gedaan. Met de resultaten uit dit onderzoek, geleid door Deltares, kunnen we de veiligheid van dijken in Nederland nóg beter analyseren. Een dijkversterking kan hierdoor met minder kosten of minder ruimte worden uitgevoerd.

Het onderzoek op de Maasdijk in Oijen en op de IJsseldijk in Westervoort startte in september met sonderingen en het plaatsen van sensoren in de grond. De eerste resultaten (na een korte meetreeks) laten zien dat de sterkte die we tot nu toe hebben gemeten met de sonderingen niet kan worden verklaard binnen de huidige rekenmethodieken die worden gebruikt voor het beoordelen van dijkveiligheid. Dat kan twee oorzaken hebben: de relatief nieuwe Maasdijk is goed verdicht bij de aanleg en dat kan een gunstig effect hebben op de gemeten sterkte. Ook kan het zijn dat de grond compacter wordt tijdens een droge zomer en dat die compacte structuur na de zomer behouden blijft. Laboratorium- en verder onderzoek moeten uitwijzen hoe dit in elkaar zit.

De metingen op de Maasdijk en de IJsseldijk gaan door tot medio 2020 waarna de resultaten worden geanalyseerd. De resultaten van het onderzoek gelden voor de meetlocaties: bij de Maasdijk wordt in de dijk gemeten. Bij de IJsseldijk wordt binnendijks en buitendijks in de natuurlijke ondergrond gemeten. Omdat het onderzoeksonderwerp nieuw is voor Nederland, is er nog aanvullend onderzoek nodig, bijvoorbeeld op andere meetlocaties (bij voorkeur een oude dijk) of in het laboratorium.

woensdag 11 december 2019

VEH: Huishoudens betalen onredelijk veel aan waterschappen

Maar liefst 80 procent van de watersysteemheffing van waterschappen wordt betaald door huishoudens. Door de noodzakelijke investeringen om ons land klimaatbestendig in te richten en schade en overlast door te veel of te weinig water te beperken, zal de rekening in de toekomst alleen maar verder oplopen. Huishoudens betalen bovendien al jarenlang een steeds groter deel van de heffing in de categorie Gebouwd.

De hoogte van de heffing voor huishoudens wordt bepaald door de WOZ-waarde van een woning. Omdat de WOZ-waarde van woningen al jaren veel sneller stijgt dan die van bedrijfspanden valt de lastenverdeling steeds meer in het nadeel van huishoudens uit. Vereniging Eigen Huis dringt in een brief aan de Unie van Waterschappen aan op een eerlijker, duidelijker en duurzamer belastingstelsel.

Tussen 2017 en 2019 steeg de gemiddelde WOZ-waarde van woningen met 17,5 % terwijl bedrijfspanden in die periode gemiddeld 1% meer waard werden.* Volgend jaar loopt dat verschil alleen maar verder op. Voor woningen wordt een verdere waardestijging verwacht van 8% terwijl dat voor bedrijfspanden slechts 1% is. Omdat waterschappen voor hun heffing hetzelfde tarief hanteren voor woningen als voor bedrijfspanden wordt een steeds groter deel van hun opbrengsten betaald door huishoudens.

“Die lastenverdeling moet eerlijker, vindt Nico Stolwijk van Vereniging Eigen Huis. Kijk naar gemeenten; ook die hebben te maken met WOZ-waardeverschillen, maar hanteren voor de onroerende zaakbelasting juist verschillende tarieven voor woningen en bedrijfspanden”.

De balans tussen belang, betaling en zeggenschap in het bestuur van waterschappen is zoek. “Huishoudens hebben, in tegenstelling tot bedrijven, agrariërs en natuurbeheerders, geen geborgde zetels in het bestuur van waterschappen. In de praktijk stellen de laatsten zich ook verkiesbaar voor de categorie ingezetenen, waardoor de belangen van huishoudens vaak het onderspit delven. Van een evenwichtige afweging van hun belangen is daardoor nauwelijks sprake en dat moet veranderen”, zegt Stolwijk.

In 2018 werd volgens het CBS ruim € 1,5 miljard aan watersysteemheffing in rekening gebracht. Bijna 88% daarvan (1,3 miljard) is afkomstig van de categorie ‘gebouwd en ingezetenen’. Van dit enorme bedrag wordt het overgrote deel opgebracht door huishoudens (ingezetenen). Slechts 10 procentpunt is afkomstig van eigenaren van bedrijfspanden. Onlangs liet de Unie van Waterschappen al weten dat de totale waterschapslasten in 2020 met 3,6% zullen stijgen.

Aanleg nieuwe buitendijkse haven bij Urk kan nu niet doorgaan

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (11 december 2019) het inpassingsplan ‘Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland’ van de provincie Flevoland vernietigd. Dat betekent dat de provincie op dit moment geen nieuwe buitendijkse haven bij Urk mag aanleggen.

De IJsselmeervereniging had diverse bezwaren tegen het provinciale plan aangevoerd in een juridische procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zo zou het plan leiden tot een toename van stikstofuitstoot en zou dat de Natura 2000-gebieden ‘Rottige Meenthe & Brandemeer, ‘Weerribben’ en ‘De Wieden’ aantasten.

De zogenoemde passende beoordeling, de ecologische onderbouwing van het plan, voldoet niet aan de natuurwetgeving. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft dit beoordeeld door de passende beoordeling te toetsen aan de criteria uit haar uitspraak van 29 mei 2019 over het Programma Aanpak Stikstof (PAS).

In de passende beoordeling voor dit plan is de provincie Flevoland er namelijk vanuit gegaan dat zich in de toekomst ontwikkelingen zullen voordoen die een positieve invloed kunnen hebben op de omvang van de stikstofneerslag in de Natura 2000-gebieden. Maar omdat het effect van deze ontwikkelingen op dit moment nog onzeker is, mogen die niet worden meegenomen in de passende beoordeling. Uit de PAS-uitspraak volgt namelijk dat vooraf duidelijk moet zijn dat die ontwikkelingen ook daadwerkelijk resultaat hebben.

Zandstranden begrijpen en voorspellen

Zand is wereldwijd de op één na meest gebruikte grondstof na water. We kunnen niet zonder. Zandduinen houden ons land veilig voor overstromingen. Ten tijde van klimaatverandering groeit de behoefte aan maatregelen om de kust te beschermen. Zandspecialist Arjen Luijendijk ontwikkelt nieuwe technieken om het gedrag van zandige stranden nauwkeuriger en sneller te voorspellen. Op woensdag 4 december promoveert hij aan de TU Delft op dit onderwerp.

Van oudsher is de Nederlandse kust een erosieve kust. Al honderden jaren trekt de kust zich steeds verder terug. Inmiddels hebben we woningen, havens en infrastructuur aangelegd maar zijn er tegelijkertijd ook allerlei zeespiegelstijging scenario’s. Promovendus Arjen Luijendijk: “Het zou kunnen dat Nederland in de loop der jaren een veel hogere waterstand voor haar kiezen krijgt. Alle Nederlandse stranden en duinen moeten dan óók een stuk hoger zijn om het huidige veiligheidsniveau te waarborgen.” 

In de meest ideale en natuurlijke situatie blaast de wind het zand uit zee vanzelf van het strand naar de duinen. Luijendijk: “Het mooie van zand is dat het kan meegroeien met veranderende waterstanden en golven. De wind brengt het zand omhoog naar de duinen, zodat de kust beschermt blijft. Als we eerder beginnen met het aanleggen van meer zand, krijgt de natuur de tijd om mee te groeien met de zeespiegelstijging.”

De overgang van land en water verandert elk uur, omdat het getij op en neer gaat. Juist die dynamiek van eb en vloed is volgens Luijendijk van belang om inzicht in te verkrijgen. “Wij hebben een nieuw landschapsmodel ontwikkeld, waarmee we kennis krijgen van de zandverspreiding. Hiermee kunnen we voorspellingen doen over het kustlandschap voor de komende 20 jaar. Het stelt ons in staat om uit te rekenen hoeveel zand er nodig is aan de kust, zodat het veilig blijft.”

dinsdag 10 december 2019

'Waterkwaliteit rondom Tata Steel niet in het geding geweest'

De Volkskrantartikelen ‘Tata kreeg de ruimte bij lozen gif’ en ‘Tata loost gif en de overheid vindt het goed’ schetsen het beeld dat Tata Steel van het bevoegd gezag meer ruimte krijgt om afvalwater te lozen dan is toegestaan. Rijkswaterstaat herkent zich niet in dit beeld.

Rijkswaterstaat verstrekt bedrijven die afvalwater lozen, waaronder Tata Steel, watervergunningen met een maximum op de hoeveelheid te lozen stof per jaar.

Gezuiverd afvalwater lozen mag, als dit voldoet aan de in de wet gestelde regels en eisen. De watervergunningen, die nodig zijn om afvalwater te mogen lozen, baseren wij op geldende Nederlandse en Europese normen.

In sommige gevallen is maatwerk nodig. Bijvoorbeeld in het geval van Tata Steel zijn Europese eisen niet toereikend, omdat er sprake is van het lozen van gecombineerd afvalwater (van verschillende fabrieken samen). Rijkswaterstaat stelt dan zelf lozingseisen vast op basis van Nederlandse en Europese wet- en regelgeving. Belangrijk hierbij is dat het oppervlaktewater niet vervuild raakt.

Als uitgangspunt bij watervergunningen neemt Rijkswaterstaat altijd als voorwaarde een reductie van vervuilde stoffen op. In de watervergunningen leggen wij vast hoe Tata Steel het afvalwater zo goed mogelijk moet zuiveren, conform de zogenoemde BBT-normen ('Best Beschikbare Technieken') die gesteld worden aan de installaties.

maandag 9 december 2019

Alle kolken Prinses Beatrixsluis open, doorvaart op volle sterkte

In het najaar van 2019 is de laatste hand gelegd aan de werkzaamheden aan de Prinses Beatrixsluis. Na de openstelling van de 3e kolk en het verbrede Lekkanaal op 6 februari 2019, stond het jaar verder in het teken van de renovatie van de 2 bestaande kolken. Nu alle kolken open zijn, draait de sluis op volle sterkte.

Ype Heijsman, directeur bij Rijkswaterstaat Midden-Nederland, ziet de verbeterde bereikbaarheid van de route Amsterdam-Rotterdam-Antwerpen als grootste winst van de vernieuwde Prinses Beatrixsluis. ‘Brede schepen met veel diepgang hoeven niet meer om te varen, omdat er nu een 3e kolk ligt die grote schepen kan schutten. Sowieso zorgt de komst van een extra kolk voor kortere wachttijden voor alle schepen bij de sluis.’ Anné Middendorp, binnenschipper en voorzitter van de afdeling Utrecht van Koninklijke BLN Schuttevaer, beaamt dat. ‘Het is geweldig dat de wachttijd nagenoeg tot nul is teruggebracht. Ook als het spitsuur is voor de grote schepen kunnen ze gewoon doorvaren.’

Belangrijk onderdeel van de renovatie was het in oude luister herstellen van het oorspronkelijke sluizencomplex uit 1938. Het complex is een Rijksmonument, met historische voormalige dienstwoningen. De woningen zijn in 2018 omgebouwd tot bedienruimte met de nieuwste technieken. Dit jaar is ook de bediening van de 2 bestaande kolken omgezet naar het nieuwe bediensysteem in deze witte huisjes. Het oude bediengebouw en de loopbrug uit de jaren 90 zijn gesloopt. Zo zijn nu, net als in 1938, de witte huisjes en de heftorens weer de blikvangers. In de heftorens zijn veel onderdelen die zorgen voor de beweging van de hefdeuren vernieuwd.

Het werk aan een sluiscomplex is nooit helemaal af, daarom verzorgt aannemerscombinatie Sas van Vreeswijk de komende 27 jaar het onderhoud. Bewegende onderdelen worden vaak gecontroleerd en gesmeerd, maar soms is ook groter onderhoud nodig. Werkzaamheden die in ieder geval in 2020 gaan gebeuren, zijn de plaatsing van 1200 zonnepanelen op een verdiepte plek naast de 3e kolk en groot onderhoud van de langzaamverkeerbrug over de kolken 1 en 2. Tijdens dat werk zorgt Sas van Vreeswijk voor een tijdelijke brug voor fietsers en voetgangers.

vrijdag 6 december 2019

Agrarisch ondernemers beter bestand tegen extreme weersomstandigheden

Boeren hebben steeds vaker te maken met de gevolgen van veranderende weersomstandigheden in de teelt van gewassen. Om zich hier beter tegen te kunnen beschermen publiceert minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een wijziging van de subsidieregeling voor de Brede weersverzekering in de Staatscourant. Vanaf 1 januari 2020 kunnen boeren eerder een schadeuitkering ontvangen bij oogstschade door slecht weer.

Minister Schouten: “De droogte van de afgelopen zomers heeft ons allemaal geraakt. Ik wil ervoor zorgen dat boeren zich beter kunnen beschermen tegen financiële verliezen bij een slechte oogst door extreem weer. Daarom zorgen we ervoor dat boeren met een Brede weersverzekering eerder aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding. Ook maken we de verzekering aanzienlijk goedkoper, zodat de keuze voor een Brede weersverzekering makkelijker wordt.”

De schade die agrarisch ondernemers oplopen, door factoren waar zij zelf geen invloed op hebben, is ingrijpend. Boeren en tuinders krijgen bij extreem weer te maken met inkomstenverlies door mislukte oogsten. De Brede weersverzekering is een belangrijk instrument waarmee akkerbouwers en tuinbouwondernemers hun financiële risico’s kunnen afdekken in geval van extreem weer.

Het ministerie van Financiën heeft in het wetsvoorstel Belastingplan 2020 het voorstel opgenomen om premies voor de Brede weersverzekering vanaf het komende verzekeringsjaar vrij te stellen van assurantiebelasting (21%). Hierdoor betaalt de boer straks naar verwachting een (aanzienlijk) lager bedrag voor de verzekering van zijn gewassen. Wageningen Economic Research verwacht dat hierdoor een groter aantal ondernemers een brede weersverzekering zal afsluiten.

Daarnaast maakt minister Schouten mogelijk dat boeren eerder een schadeuitkering kunnen ontvangen voor een slechte oogst door weersomstandigheden. Wanneer een boer een financiële schade van meer dan 20% van de normale opbrengst lijdt door toedoen van het weer, mag de verzekeraar al de schadevergoeding gaan uitkeren. Tot dit jaar mocht de gesubsidieerde Brede weersverzekering pas uitkeren als de schade meer dan 30% was.

Ondernemers kunnen via de Gecombineerde Opgave van 1 maart tot en met 15 mei 2020 subsidie aanvragen voor de percelen die ze in 2020 zullen verzekeren.


donderdag 5 december 2019

Onderzoekers verkennen diepste en grootste onderwater-zinkgaten ter wereld

Van 5 tot 20 december organiseren het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en Wageningen Marine Research een expeditie naar de Sababank, vlakbij het Nederlandse eiland Saba in het Caribisch gebied. Experts hopen aan boord van onderzoekschip Pelagia meer kennis op te doen over de zinkgaten en de recent ontdekte honderden vreemdsoortige kalkalgen torentjes.

De onderzoekers gaan alle 21 zinkgaten in de Sababank uitgebreid verkennen. Met het doel om meer te weten te komen over de aard van de kalkalgentorentjes en de omgevingsfactoren die hun groei beïnvloeden. Hoe werkt de wateruitwisseling tussen de zinkgaten en het bovenliggende water, en welke biologische gemeenschappen en voedingsstoffen zoals bacteriën en nutriënten zijn er aanwezig? Op die manier wordt inzicht verkregen waarom in sommige zinkgaten deze mysterieuze torentjes wel voorkomen en in andere niet. Hiertoe laten zij vanaf het schip allerlei meetapparatuur en camera’s afdalen tot tientallen meters diepte. Waarmee verschillende gegevens van de waterkolom worden verzameld en monsters kunnen worden genomen van water en bodemleven. Hierbij wordt geprobeerd enkele torentjes naar boven te halen. Ook plaatsen de onderzoekers verankeringen met meetapparatuur in de zinkgaten zodat circa zeven dagen monitoring tijdens de expeditie mogelijk is.

In 2018 ontdekten huidige expeditieleiders Fleur van Duyl (NIOZ) en Erik Meesters (Wageningen Marine Research) tijdens de NICO onderzoekexpeditie op de Luymesbank, een deel van de Sababank, meer dan 20 enorme gaten van 10 tot 375 meter diepte, variërend in diameters van 70 tot 1.100 meter. De bodem van de Sababank bestaat uit één à twee kilometer dikke kalkafzetting. Toen de bank boven water lag tijdens ijstijden, en de zeespiegel 120 meter lager stond dan nu, is er door langsstromend zoet water kalk opgelost en zijn er grote gaten ontstaan. Eerst vormden zich grotten, die vervolgens instortten. Deze op land ontstane zinkgaten kwamen weer onder water te staan na de laatste ijstijd (20.000 jaar geleden), toen de zeespiegel weer steeg.

dinsdag 3 december 2019

Amsterdam vervangt loden leidingen

Amsterdam maakt zich zorgen over de gezondheidsrisico’s door lood in drinkwater. Er worden nu maatregelen genomen om de nog aanwezige loden leidingen in de stad de komende periode te vervangen.

Recent werden in Tuindorp Nieuwendam en Tuindorp Buiksloot in Amsterdam Noord loden leidingen ontdekt. Die loden leidingen zaten verborgen tussen de waterleiding die Waternet beheert en de particuliere aansluiting naar de woningen. Het is mogelijk dat er nóg meer loden leidingen in de stad zijn.

Vroeger werden waterleidingen vaak van lood gemaakt. Sinds 1960 is dat verboden. Toch zijn er in Amsterdam naar schatting duizenden woningen en andere gebouwen van vóór 1960 met loden leidingen.

Alle leidingen in gebouwen waar veel kinderen komen, zoals scholen en kinderdagverblijven, worden momenteel onderzocht en eventueel de komende maanden vervangen. Alle schoolgebouwen zijn minimaal één keer intensief gerenoveerd na 1960. Daarbij werden loden leidingen vervangen.

Kennisprogramma COASTAR onderzoekt de toepasbaarheid van vier praktijktesten


In de dichtbevolkte Nederlandse delta zorgt water voor dagelijkse tegenstrijdigheden. Er is te veel óf juist te weinig. Alleen al in de provincie Zuid-Holland wonen en werken ruim 3,5 miljoen mensen, en dit aantal stijgt. Bewoners en bedrijven willen de voeten droog houden én altijd en overal voldoende zoetwater tot hun beschikking hebben. Hoe voorkomen we bijvoorbeeld dat ’s winters bij hevige neerslag waardevol zoetwater verloren gaat doordat het naar zee wordt afgevoerd, terwijl datzelfde water in de zomer juist hoognodig is? En hoe voorkomen we verzilting van grond- en oppervlaktewater, terwijl dit oude brakke grondwater juist zo’n mooie waterbron kan zijn?

Het kennisprogramma COASTAR, waar Evides Waterbedrijf partner van is, richt zich op grootschalige zoetwatervoorziening door slim gebruik van de ondergrond. Door water ondergronds op te slaan, zijn verschillen tussen vraag en aanbod te overbruggen. Zowel in tijd als op plekken waar te veel of juist te weinig water is. Tegelijkertijd bestrijdt COASTAR de toenemende verzilting door van brak grondwater zoetwater te maken en kan COASTAR lokaal de kans op wateroverlast verminderen.
Toewerken naar vier praktijktesten

Op vier locaties in Zuid-Holland werkt COASTAR toe naar praktijktesten in 2021. In het kennisprogramma, uitgevoerd door kennisinstellingen Deltares en KWR en adviesbureau Arcadis, worden COASTAR-maatregelen in samenwerking met het bedrijfsleven en overheden in de provincie verder uitgewerkt.

Het gaat om:
Brakwaterwinning polders: het oppompen van brak grondwater in de Polder Middelburg en Tempelpolder, zodat dit niet meer naar boven kwelt. Zo wordt verzilting tegengegaan en is minder zoetwater nodig voor doorspoeling van de poldersloten. Van het brakke water wordt drinkwater gemaakt.
Brakwaterwinning duinen: winning van brak grondwater onder de duinen als extra bron voor de drinkwaterproductie. Door het wegpompen van het brakke water kan ook de zoetwaterbel onder de duinen groeien, zodat de strategische grondwatervoorraad van drinkwaterbedrijf Dunea wordt vergroot.
Westland: droge voeten, voldoende gietwater. In dit project infiltreren tuinders overtollig regenwater in de ondergrond, waarvan andere tuinders met een watertekort gebruik kunnen maken. Deze balans tussen infiltreren en onttrekken van grondwater wordt bijgehouden met een zogenaamde waterbank. Dit heeft drie voordelen: er ontstaat een betere balans tussen vraag en aanbod van water, verzilting van grondwater wordt tegengegaan en er ontstaat ruimte in de regenwaterbassins voor de opvang van zware buien.
Rotterdam: Cities2Recharge. In plaats van overtollig regenwater ongebruikt te laten weglopen en het riool te overbelasten, wordt het water in de ondergrond geïnfiltreerd. Bij een vraag om water wordt het weer opgepompt, bijvoorbeeld voor de groenvoorziening of voor het besproeien van sportvelden.

De toepasbaarheid van COASTAR beperkt zich niet tot Zuid-Holland alleen. In het kennisprogramma wordt daarom in ook kaart gebracht waar elders in Nederland en wereldwijd COASTAR-oplossingen kunnen bijdragen aan een goede zoetwatervoorziening en waterbeheer. Het kennisprogramma COASTAR ondersteunt het Deltaprogramma Zoetwater door de ontwikkeling van concrete maatregelen en het veiligstellen van de zoetwatervoorziening in laag-Nederland. COASTAR wordt mede-ondersteund door de Topsector Water & Maritiem.

maandag 2 december 2019

Laatste proef in Deltagoot voor POV-Waddenzeedijken

Hoge golven sloegen woensdagmiddag 27 november op de Noorse stenen die op dat moment in de Deltagoot van Deltares liggen. In opdracht van de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken (POV-W) toetste Deltares de sterkte van niet-ingegoten Noorse Steenzetting.

Eerder al werd in het kader van datzelfde onderzoek ingegoten Noorse steen en de invloed van overgangsconstructies (bv steen naar asfalt) op de stabiliteit beproefd. Verschillende bezoekers vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), de POV-W, de waterschappen en enkele marktpartijen waren getuigen van de laatste reeks proeven voor het POV-W onderzoek in de Deltagoot. De POV-Waddenzeedijken is een samenwerking van de waterschappen Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslan. De drie waterschappen delen de Waddenzeedijk die op verschillende trajecten is afgetoetst. De afgelopen jaren hebben zij onder de vlag van de POV-Waddenzeedijken twaalf verschillende onderzoeken uitgevoerd waarbij is gekeken naar andere manieren om de dijk te versterken en nieuwe inzichten op te doen waar het dijkbekledingen betreft, waaronder steenzettingen. De resultaten worden meegenomen in de verschillende dijkversterkingsprojecten die zijn of de komende jaren worden uitgevoerd.

De huidige toetsmethodes voor steenzettingen worden door beheerders als conservatief beschouwd. Hierdoor bestaat het vermoeden dat de steenzettingen in het verleden of te zwaar ontworpen zijn of dat ze te snel zijn afgekeurd. Door goed te onderzoeken hoe sterk de steenzettingen daadwerkelijk is, kan dit veel geld besparen. Bijvoorbeeld doordat dijken minder snel afgekeurd worden of goedkoper worden in aanleg.

Om tot concrete en valide resultaten te komen zijn drie dijkconstructies in de Deltagoot nagebouwd en beproefd met golven. Tegelijkertijd vonden nauwkeurige metingen plaats met behulp van sensoren. De Deltagootproef voor ingegoten Noorse Steen is in 2016 uitgevoerd. De Deltagootproeven voor niet-ingegoten Noorse Steen en naar de invloed van overgangsconstructies vonden in de laatste maanden van 2019 plaats.

vrijdag 29 november 2019

Vlaamse watersector test procedure nooddrinkwater

Stel, je wordt ’s ochtends wakker en hoort op de radio dat het drinkwater in jouw gemeente verontreinigd is en dat je water dient af te halen in de sporthal. Het komt in de realiteit gelukkig uiterst zelden voor, maar dit is wel het scenario waar de Vlaamse waterbedrijven zich achter de schermen op voorbereiden.

In het scenario ontvangt water-link een aantal meldingen van klanten uit Ekeren, bij Antwerpen, die kampen met ernstige buikklachten na het drinken van kraanwater. De oorzaak blijkt een lokale verontreiniging, die gevonden wordt via een digitale watermeter. Een ploeg van water-link komt ter plaatse voor een nazicht en bevestigt het probleem. De inwoners van Ekeren worden meteen ingelicht via online en offline media, radiowagens van de politie en de crisisdiensten van het lokale bestuur.

Het scenario is dan wel fictief, toch kan dergelijke situatie zich uiteraard voordoen. Vandaar dat de waterbedrijven zich hier op voorbereiden. De openbare dienstverplichtingen stellen immers dat waterbedrijven steeds voldoende drinkwater van een onberispelijke kwaliteit dienen te voorzien. Dit betekent dus dat zij een alternatief dienen te voorzien wanneer het water dat thuis uit de kraan stroomt niet voldoet aan die vereiste. “Dat maakt dergelijke oefening zo belangrijk. We willen het inzetten van nooddrinkwaterbedeling in de praktijk testen om de procedure bij te schaven en onze service te optimaliseren”, vertelt Franky Cosaert, CEO van water-link. “Wij doen deze oefening in Ekeren omdat dit district de eerste netzone van water-link is die op een innovatieve wijze wordt bewaakt. De watertoevoer wordt er online gemeten. Dankzij de digitale watermeters bij de klanten kunnen lekverliezen worden aangepakt. Tevens zijn er micro-kwaliteitsmetingen ingebouwd, zodat we de lokale waterkwaliteit dag en nacht kunnen volgen. Dit alles wordt in ons ICC (red. Intelligent Control Centre), dat 24/7 bemand is, via speciale software gemonitord. Tegen 2021 zullen we ons leidingnet volledig ombouwen tot 11 van dergelijke bewaakte zones.”

donderdag 28 november 2019

Meer natuur voor vogels en vissen in Haringvliet en Hollandsch Diep

Rijkswaterstaat heeft samen met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten het leefgebied voor planten en dieren in het Haringvliet en Hollandsch Diep verbeterd. Vanaf 20 augustus 2019 zijn in 2 maanden tijd vooroeververdedigingen hersteld of nieuw aangebracht.

Daarnaast zijn er vogeleilandjes en visbossen aangelegd. Ook natuurliefhebbers kunnen hiervan genieten. De maatregelen vloeien voort uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). In totaal is bijna 9 km natuurvriendelijke oever vernieuwd. De bestaande vooroevers, die voor de vaste oevers van het gebied liggen en die ook afschermen, zijn opgehoogd. Hierdoor wordt het gebied weer voldoende beschermd tegen oevererosie. Extra openingen in de vooroever en het verlagen van bestaande drempels zorgen er voor dat de luwe zone achter de vooroevers goed bereikbaar wordt voor vis.

Bij de Korendijkse Slikken en Slijkplaat zijn twee visbossen aangelegd. Dood hout hoort van nature thuis in de Nederlandse rivieren. Op en rond dit hout vinden diverse soorten insecten en vissen hun leefgebied. Daarom heeft Rijkswaterstaat hier verankerde dode bomen aangebracht. Zo worden er meer schuil-, paai- en groeimogelijkheden voor vissen geboden. Door de gerealiseerde maatregelen zal het aantal planten- en diersoorten op deze plekken toenemen.

De Haringvlietsluizen staan regelmatig op een kier. Vissen kunnen dankzij het Kierbesluit beter vanaf zee richting het Haringvliet en terug zwemmen. De opgehoogde, natuurvriendelijke oevers en de visbossen zorgen ervoor dat het achterland beter geschikt is gemaakt voor vissen. Zij kunnen beschutting vinden in het Haringvliet en Hollandsch Diep en hier rustig paaien.

Bij de Menheerse Plaat en Slijkplaat zijn twee vogeleilandjes aangelegd. Hierdoor ontstaan extra broed- en foerageergebieden. Vogels, zoals de visdief, kunnen het eiland als broedplaats gebruiken. De aanleg van deze eilanden zorgt ook voor een toename van het aantal meters natuurvriendelijke oever.

Sinds december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van toepassing. Algemene doelstelling van de KRW is ecosystemen die afhankelijk zijn van water te beschermen tegen verdere achteruitgang en de kwaliteit van deze systemen te verbeteren. Om deze doelstelling te bereiken zijn maatregelen nodig. Door deze maatregelen wordt de ecologische en chemische kwaliteit van watersystemen verbeterd waar waterplanten, microfauna en vissen baat bij hebben.

woensdag 27 november 2019

Geveltuin zuivert douchewater

In Gent zuivert een geveltuin het afvalwater van de douche tot spoelwater voor het toilet.

Tussen de andere stenen gevels springt de groene geveltuin meteen in het oog. Hij fleurt het straatbeeld op, maar is ook erg nuttig.

De geveltuin isoleert tegen geluid, koude en warmte, verhoogt de levensduur van de gevel, verlaagt het brandrisico, vangt fijn stof op, zorgt voor meer biodiversiteit in de stad en zuivert afvalwater van douche en keuken.

De geveltuin zuivert het afvalwater van de douche en de keuken tot laagwaardige toepassingen, bijvoorbeeld om het toilet door te spoelen.

Daar komt heel wat bij kijken. Waterexperts van de UGent Campus Kortrijk werken daarom mee aan het proefproject.

dinsdag 26 november 2019

Nieuwe regels voor beregenen met grondwater

Nu we steeds vaker te maken hebben met extreme weersomstandigheden en de invloed daarvan op de grondwaterstanden is het noodzakelijk dat we bewuster met grondwater omgaan. Dat is voor waterschap Aa en Maas reden om de regels rond het onttrekken van grondwater aan te passen. Voor ondernemers in de glastuinbouw, substraatteelt of containerteelt was het tot nu toe niet nodig om een bedrijfswaterplan in te dienen bij de aanvraag van een vergunning. Dat gaat nu veranderen. Vanaf 1 januari 2020 is het hebben van een bedrijfswaterplan verplicht om gebruik te mogen blijven maken van grondwater voor beregening.

In het bedrijfswaterplan geeft de ondernemer aan welke waterbesparende en waterconserverende maatregelen het bedrijf al heeft genomen. Zo laat de aanvrager van de vergunning zien dat het bedrijf zuinig en bewust omgaat met water. Het aantal maatregelen hangt af van de omvang en locatie van de onderneming. In het bedrijfswaterplan staat ook waar nog winst te behalen is om zuiniger met water om te gaan en of er al nagedacht is over het maken van afspraken met anderen.

De huidige vergunning wordt vervangen door een melding (deze is eenvoudiger en sneller aan te vragen dan een vergunning) en een bedrijfswaterplan. De melding en het bedrijfswaterplan dient de aanvrager zelf in bij het waterschap. De formulieren die hiervoor nodig zijn, staan op de website aaenmaas.nl. Onder ‘Zelf regelen’ staat de tegel ‘Melden beregening’. Daar staan de te doorlopen stappen voor het maken van een bedrijfswaterplan en een melding.

maandag 25 november 2019

Regio Deal bodemdaling officieel van start

Op donderdag 21 november 2019 is de Regio Deal bodemdaling Groene Hart officieel van start gegaan. Dat gebeurde tijdens het Nationaal Congres Bodemdaling in Fort Voordorp in Groenekan. Ook Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is partner van de Regiodeal. Hoogheemraad Bert de Groot zette namens het waterschap zijn handtekening.

Het Groene Hart en andere veengebieden kampen met een zakkende bodem door zetting en het inklinken van veengrond door ontwatering en droogte. De bodemdaling heeft grote impact vanwege de CO2 uitstoot vanuit het landelijk gebied, het inklinken van agrarische gronden, en de kosten die met name in het stedelijk gebied in de miljarden lopen. Er zijn daarom nieuwe invalshoeken nodig voor o.a. het wegenonderhoud, de agrarische sector en de fundering van woningen. Binnen de Regio Deal werken 8 regionale overheden*), de rijksoverheid*), kennisinstellingen, agrarische sector, bewoners en bedrijfsleven samen aan een aanpak voor het omgaan met bodemdaling. Dit gebeurt door meer dan 20 innovatieve experimenten uit te voeren. De partijen investeren gezamenlijk 20 miljoen euro in de Regio Deal bodemdaling. De kennis en oplossingen die in de regio worden verzameld, kunnen ook op andere plaatsen in Nederland en mogelijk internationaal worden toegepast. Zo worden we samen bodemdaling de baas!

Tijdens het congres bodemdaling, dat wordt georganiseerd door het Platform Slappe Bodem samen het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling, ging de Regio Deal officieel van start. Aan Hilde Niezen (bestuurlijk trekker van de Regio Deal namens de 8 regionale overheden) en Johan Osinga (directeur-generaal van het ministerie van LNV en verantwoordelijke namens het rijk) werden op het podium eerst enkele vragen gesteld. Aan het einde van dit gesprek werd de figuurlijke brug geslagen over het samen aan de slag gaan. Niet alleen in de projecten, maar ook door af te spreken om samen regelmatig op werkbezoek te gaan. Want tijdens dit soort bezoeken wordt duidelijk zichtbaar wat de problemen zijn en welke stappen ondernomen moeten worden om met deze problemen om te gaan. Letterlijk dus met de voeten in het veen! Om daarop goed voorbereid te zijn, stonden op het podium naast een tuinbankje twee paar Regio Deal bodemdaling laarzen klaar. Hilde Niezen en Johan Osinga trokken deze laarzen gelijk aan voor het zetten van de handtekening op de Regio Deal Bodemdaling Groene Hart, waarmee de start is bezegeld en de uitvoering kan beginnen.

Hilde Niezen: “Vandaag is een geweldige dag, want we gaan nu keihard aan de slag om de bodemdalingsproblematiek in veengebieden het hoofd te bieden. Dit is zeer belangrijk, want we staan de komende decennia met de bodemdaling voor een grote en kostbare maatschappelijke opgave. We gaan met ruim 20 innovatieve projecten op zoek naar oplossingen om de bodemdaling op het platteland en in de stad de baas te worden!“

Tijdens de aftrap ging ook de website van de Regio Deal live: www.bodemdalingdebaas.nl. Op deze website kan men informatie vinden over de ruim 20 projecten die nu starten. Naast een omschrijving van de projecten (inclusief contactpersonen) vindt u op de website de initiatiefnemers van de Regio Deal, de project- en kennispartners, uitleg over de aanpak, links en documenten, nieuws en meer.

vrijdag 22 november 2019

Nieuwe Verdygo-Nereda rioolwaterzuiveringinstallatie Weert operationeel

Onlangs is de nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Weert, gebouwd volgens het Verdygo-concept en voorzien van de Nereda technologie, succesvol in gebruik genomen. Het resultaat van een intensieve en geslaagde samenwerking tussen Waterschapsbedrijf Limburg en bouwpartners - de combinatie Mobilis TBI en Croonwolter&Dros, Tauw, RWB Water Services en Royal HaskoningDHV.

Tauw heeft voor de nieuwe RWZI in nauwe samenwerking met WBL het civieltechnische ontwerp verzorgd, en zorggedragen voor de integrale afstemming met het technologische ontwerp (door Royal HaskoningDHV), het werktuigbouwkundige ontwerp (door RWB Waterservices) en het elektrotechnische ontwerp (door Croonwolter&Dros).

De RWZI is binnen de afgesproken tijd en budget opgeleverd om te kunnen voldoen aan de strengste lozingseisen van de KRW. Verdygo, een innovatie van Waterschapsbedrijf Limburg, is een revolutionaire, duurzame en modulaire bouw- en ontwerptechniek voor RWZI’s. Dankzij de toepassing van de energiezuinigere Nereda-technologie - een product van Royal HaskoningDHV - kan op energie-efficiëntere wijze aan de aangescherpte eisen uit de KRW worden voldaan ten opzichte van de traditionele zuiveringsmethodiek.

Het Verdygo-concept werd eerder al gedeeltelijk geïntroduceerd op verschillende RWZI-locaties in Limburg, waaronder Roermond, Simpelveld, Wijlre en Hoensbroek. Met de introductie van Verdygo in Weert is een nagenoeg volledige RWZI in ‘Verdygo-stijl’ gerealiseerd. In 2021 wordt het concept geïntroduceerd op de RWZI’s Panheel en Stein.

Snelle bouwtijd
Waar de bouwduur van een traditionele RWZI van deze omvang ongeveer 2 jaar in beslag neemt, werd de gloednieuwe Verdygo-installatie in slechts 11 maanden gebouwd. Enkele weken geleden is de nieuwe biologische Nereda zuivering in aanwezigheid van Royal HaskoningDHV opgestart. In eerste instantie is het water uit de Nereda-installatie nog nagezuiverd in de oude zuivering. Inmiddels is het zuiveringsproces goed op gang en zijn de prestaties voldoende. De nieuwe installatie is daarom losgekoppeld van de oude installatie en loost nu rechtstreeks op de Zuid Willemsvaart.

Met de introductie van Verdygo heeft Waterschapsbedrijf Limburg afvalwaterzuivering als het ware opnieuw uitgevonden. In tegenstelling tot traditionele bouwmethodes met ingegraven bassins bestaat Verdygo uit bovengrondse tanks en losse modules met het formaat van standaard containers, die aan elkaar worden gekoppeld. De modules kunnen middels ‘plug and play’ gemakkelijk worden vervangen en er kan naar behoefte eenvoudig worden opgeschaald en afgeschaald.

Dankzij deze modulaire opzet kan met Verdygo flexibel worden ingespeeld op klimaatverandering, demografische ontwikkelingen en innovaties op het gebied van waterzuivering. Hierdoor kan Verdygo bijvoorbeeld ook belangrijke toegevoegde waarde bieden in ontwikkelingslanden die ofwel te maken hebben met een sterke bevolkingsgroei of lokale zuiveringsproblematieken. De mogelijkheden van Verdygo zijn letterlijk en figuurlijk onbegrensd.

De modulaire opzet sluit overigens ook naadloos aan bij het streven van Waterschapsbedrijf Limburg om zoveel mogelijk circulair te zijn. Een pomp of compressor is niet langer in beton gegoten, zoals bij traditionele installaties, maar een flexibel onderdeel van de installatie. Is een onderdeel stuk, aan onderhoud toe of is er een beter alternatief, dan is het betreffende onderdeel snel vervangen. Modules kunnen eenvoudig op een vrachtwagen worden vervoerd en (na eventueel onderhoud of reparatie) elders worden ingeplugd of opgeslagen. Daar waar de oude, in beton gegoten installaties worden gesloopt, krijgen de Verdygo-modules gewoon weer een nieuwe bestemming.

Behalve dat dit bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelstellingen van Waterschapsbedrijf Limburg, ziet de organisatie de circulaire aanpak ook als kans om de bedrijfsvoering op termijn kostenneutraal te kunnen voeren en zo de lasten voor burgers en bedrijven te beperken. De komende jaren wil WBL zich ontwikkelen van 'organisatie met de laagste zuiveringsheffing' tot 'circulaire koploper'.

donderdag 21 november 2019

Vangstadviezen voor tong en schol in de Noordzee omhoog

De bestanden schol en tong in de Noordzee staan er nog beter voor dan eerder dit jaar werd geschat, aldus de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES). De vangstadviezen voor deze soorten worden daarom positief bijgesteld, in lijn met het behalen van de doelstelling van de maximaal duurzame oogst (MSY). Tong en schol zijn belangrijke visbestanden voor de Nederlandse visserij in de Noordzee. De Europese Raad van Visserijministers stelt eind 2019 de nieuwe vangstquota vast voor 2020. De vangstadviezen van ICES spelen daarbij een belangrijke rol.

ICES geeft in juni jaarlijks advies over de vangsthoeveelheden voor het volgende jaar. Na de zomer komen er echter nog resultaten uit verschillende visstandonderzoeken (surveys) beschikbaar. Deze resultaten waren aanleiding om de vangstadviezen voor tong en schol naar boven bij te stellen. Ook voor kabeljauw, schelvis en een aantal bestanden van Noorse kreeftjes zijn de vangstadviezen aangepast. Deze bestanden zijn van minder belang voor de Nederlandse Noordzeevissers.

De nieuwste resultaten uit de boomkorsurvey (BTS) laten zien dat de aanwas van jonge tong groot is, wat tot een groei van het bestand volwassen tong zal leiden. Dit levert een positieve bijstelling van het vangstadvies op. Voor tong geldt een Europees meerjarig beheerplan voor de gemengde visserij in de Noordzee (Multi Annual Plan, hierna: Noordzee-MAP). Op basis van het Noordzee-MAP adviseert ICES dat de totale vangst van tong in de Noordzee in 2020 binnen de bandbreedte van 10.192 en 29.767 ton moet blijven. Wanneer we uitgegaan van het maximaal duurzame niveau gaat het om een vangstverhoging van 40% (17.545 ton) ten opzichte van de vangsthoeveelheid die voor 2019 is vastgesteld.

De resultaten uit de BTS laten ook een grote toename van jonge schol zien. Dit komt vooral door de sterke jaarklasse 2018 (scholletjes die in 2018 zijn geboren). Dit veroorzaakt een positieve bijstelling van het vangstadvies. ICES adviseert op basis van de MSY-benadering voor 2020 een totale vangst van maximaal 166.499 ton schol voor de Noordzee en het Skagerrak. Dit is een toename van 17% ten opzichte van de toegestane vangst in 2019.

Ook voor kabeljauw werd het vangstadvies herzien. De aanwas van jonge vis wordt iets groter geschat door de internationale bodemsleepnetsurvey (IBTS). Bij een visserijdruk op MSY-niveau luidt het advies van ICES voor deze gebieden dat de visserij in 2020 maximaal 13.686 ton kabeljauw mag vangen, een afname van 61% ten opzichte van 2019.

dinsdag 19 november 2019

Sneller hergebruik van bagger en mijnafval met wormen

Oligochaete-wormen versnellen het hergebruik van zowel baggersediment als mijnafval aanzienlijk. Onderzoekers van Deltares hebben dit, met de steun van de Universiteit van Alberta, Queen Mary University of London en NAIT (polytechnisch en toegepast onderzoeksinstituut) ontdekt in het laboratrium. Deze Nature-based technologie is voor Nederland veelbelovend voor het circulaire hergebruik van sediment. Canada heeft interesse vanwege het mijnafval dat is overgebleven nu daar veel mijnen worden gesloten.

Dat de kleine wormen met hun eetlust en bewegingen ontwatering versnellen was al bekend en is getest in bijvoorbeeld waterzuiveringsinstallaties. Maar nu is het Nederlandse, Canadese en Britse onderzoekers gelukt deze wormen in mijnafval (oliezandent) hetzelfde te laten doen. In eerste instantie in het laboratorium maar de resultaten daar zijn veelbelovend (technisch en financieel). De wormen verkleinen het volume, bespoedigen de ontwatering, en verbeteren de bodemsterkte. Maar vooral belangrijk is dat het gebruik van chemische middelen voor waterbehandeling afneemt.

Een obstakel was nog dat de wormen niet lang genoeg leefden vanwege het gebrek aan voedingsstoffen. Omdat bodemconsolidatie door wormen minstens een paar maanden duurt, moeten wormen lang in leven blijven en zich ook voortplanten. Miguel de Lucas Pardo zegt dat dit nu is opgelost: “We zorgen voor een omgeving waar organische stof afbreekt, en dat is alles wat ze nodig hebben om actief te zijn. Dat betekent ook dat we nu proeven kunnen gaan doen in het veld”.

Met de Canadese partners is afgesproken de proef volgend jaar eerst op te schalen in een faciliteit van NAIT (Canadian Institute for Polytechnic Applied Research). De Canadezen doen daar eigen onderzoek naar natuurlijke methoden voor de behandeling van mijnafval. Bijvoorbeeld door bepaalde planten te gebruiken die restanten van het mijnafval consolideren met hun wortels. De Lucas; ‘We gaan daar samen beproeven of een combinatie van wormen en vegetatie nog beter werkt’.

Waddeneilanden hebben water van elders nodig

De Waddeneilanden halen bij lange na hun ambitie niet om in 2020 volledig zelfvoorzienend te zijn qua watervoorziening. Met name voor Terschelling moeten wel snel keuzes worden gemaakt, schrijft het Reformarorisch Dagblad.

Drinkwaterbedrijf Vitens en Wetterskip Fryslân lieten op het duurzaamheidsforum Springtij onlangs weten dat er veel dilemma’s zijn, die het onmogelijk maken de ambitie voor 2020 te halen. Toch kan de drinkwaterkwestie niet langer worden uitgesteld.

Ook de provincie Friesland heeft reden om de zelfvoorzienendheid op de Waddeneilanden te onderzoeken. In de STRONG stelde het rijk in 2018 dat drinkwater ook op de lange termijn moet kunnen worden geleverd.

maandag 18 november 2019

Nachtelijke stremmingen Stevin- en Lorentz-sluizencomplex Afsluitdijk voor scheepvaart

Rijkswaterstaat werkt van 18 tot 22 november 2019 aan het Stevin-sluizencomplex bij Den Oever en van 25 tot 29 november 2019 aan het Lorentz-sluizencomplex bij Kornwerderzand.

Aan beide complexen wordt 4 nachten gewerkt. We plaatsen de nieuwe noodstroomvoorziening en voeren onderhoudswerkzaamheden uit aan de software van de bruggen. Wij adviseren de scheepvaart om rekening houden met wachttijden of omvaartijden. Voor het wegverkeer is er geen hinder.

Bij de sluizencomplexen plaatsen we nieuwe noodstroomvoorzieningen en voeren we onderhoudswerkzaamheden uit aan de software van de bruggen. Het betreft preventief onderhoud zodat de sluizen en bruggen goed en veilig blijven functioneren en om onverwachte stremmingen te voorkomen.

De werkzaamheden duren voor beide sluizencomplexen 4 op elkaar volgende nachten. De wachttijden voor alle schepen kunnen oplopen tot meerdere uren.

vrijdag 15 november 2019

Kierbesluit Haringvliet: leren over zoutverspreiding

Rijkswaterstaat voert sinds 10 oktober 2019 onderzoek uit naar verplaatsing van zout water in het Haringvliet. De proef is onderdeel van het onderzoeksprogramma ‘Lerend implementeren’ rond het Kierbesluit Haringvliet.

We voeren het Kierbesluit stapsgewijs in. Omdat er nog onzekerheden zijn, voeren we praktijkonderzoeken naar zoutverspreiding en het optimaliseren van de visintrek. Rijkswaterstaat meet de zoutconcentraties in het Haringvliet voortdurend. Dat gebeurt met 6 verplaatsbare en 2 vaste meetpunten die elke 10 minuten op 3 dieptes meten. Ook de ecologische effecten van het kieren worden nauwgezet gemonitord.

Een van de onderzoeken is de proef ‘nalevering zout’. Bij deze proef wordt een situatie nagebootst van een lange droge periode, waarbij de sluizen helemaal dicht staan. Onderzocht wordt in welke mate het zoute water, dat in diepe putten en geulen is achtergebleven, zich verticaal en horizontaal verspreidt. Dat zal waarschijnlijk vooral gebeuren bij harde wind. Dit onderzoek is van belang om er zeker van te zijn dat het zoute water de meer oostelijk gelegen innamepunten voor zoet water niet bereikt.

De situatie van nalevering van zout bij een langdurig droge periode wordt nagebootst in het najaar. De watervraag is in deze periode veel kleiner. Ook is de kans groot dat de rivierafvoer tijdens of na de proef zo groot is, dat eventuele ongewenste verzilting weer weggespoeld kan worden. Voorafgaand aan de volgende zomer is het zout dan weer weg. Bijkomend voordeel is dat het in het najaar meer waait en we daardoor sneller kunnen leren wat de invloed van wind is op de zoutverspreiding.

donderdag 14 november 2019

Tauw ondersteunt waterschap Aa en Maas bij deelprojecten Gebiedsplan de Raam

Binnen het project ‘Gebiedsplan Raam’ wil waterschap Aa en Maas de doelen op het gebied van water, natuur, landbouw, recreatie, infra en cultuurhistorie samenbrengen en het gebied beter toegankelijk maken. Tauw helpt bij het ontwikkelen van verschillende deelprojecten om dit te bewerkstelligen.

De Raamvallei, in het noordoosten van Brabant, ligt vol met plassen, vennen, landgoederen, akkers, weiden en waardevolle natuur. Helaas heeft het gebied regelmatig wateroverlast. Om dit te voorkomen en de natuur te versterken, is het waterschap Aa en Maas een samenwerking aangegaan met alle partijen in het projectgebied van de Raam. In 2015 tot 2018 hebben deze 13 partijen intensief overlegd en het Gebiedsplan Raam opgesteld. In dit plan staan oplossingen om meerdere doelen op het gebied van water, natuur, landbouw, recreatie, infra en cultuurhistorie met elkaar te verenigen. Nu volgt de fase van uitvoering. Hierbij wordt er vooral gefocust op meekoppelkansen omdat deze vaak zichtbaar en beleefbaar zijn voor de omgeving.

Tauw helpt het waterschap door vier deelprojecten te ontwikkelen. Allereerst worden ideeën en wensen vanuit stakeholders concreet gemaakt, een proces waar Tauw in onder andere Natura 2000-projecten ervaring mee heeft opgedaan. Enerzijds moet de wateroverlast benedenstrooms in Grave opgelost worden. Anderzijds moet er bovenstrooms water vastgehouden worden en wordt er gewerkt aan verbeteren van de waterkwaliteit. Als laatste is het belangrijk om het hele jaar door te zorgen voor voldoende water in de beken. Na elk deelproject wordt er samen met de opdrachtgever een evaluatie gedaan over de ervaring tot nu toe. De leerpunten qua samenwerking, technische werkzaamheden en omgevingsaspecten worden meegenomen naar de volgende deelprojecten.

Het waterschap werkt met een agile werkwijze waar Tauw op inhaakt. Per periode van 4 weken worden afspraken gemaakt welke onderdelen in die periode worden afgerond. Hierbij worden producten met een langere looptijd in kleinere stukken opgedeeld. Aan het eind van de 4 weken wordt dan het deelproduct opgeleverd, feedback ingewonnen en kan wanneer daartoe aanleiding is nog bijgestuurd worden Deze iteratieve manier van werken is nieuw voor Tauw. De uitdaging is om onze traditionele werkwijze in deze nieuwe manier van werken in te passen.

woensdag 13 november 2019

Exotische aquariumplant opgeruimd uit Utrechts water

In de Middelwetering vlakbij Leidsche Rijn is een exotische waterplant verwijderd. Het gaat om de zogenoemde Smalle Theeplant. Deze plant staat op de exotenlijst van de Europese Unie.

Tot dit moment was niet bekend dat de plant in Nederland voorkomt. De plant bedreigt de biodiversiteit en is daarom weggehaald. De provincie roept op om geen aquariumplanten in open water te dumpen.

Invasieve soorten moeten zo snel mogelijk worden bestreden, omdat exotische planten inheemse soorten verdringen. Voor invasieve planten die op de Europese lijst staan, geldt zelfs een uitroeiplicht. Invasieve soorten zorgen ook voor een lager zuurstofgehalte van het water en belemmeren de doorstroming.

Deze exoot kon onder meer door een waarnemersnetwerk van vrijwilligers snel worden opgespoord en uiteindelijk verwijderd. De provincie Utrecht heeft samen met gemeente Utrecht en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) werk gemaakt van deze snelle aanpak.