donderdag 31 oktober 2019

Grondwaterwinning bedreigt ecosysteem van rivier en beek op grote schaal

Bijna 20% van de stroomgebieden waar grondwater wordt gewonnen, heeft te maken met te lage afvoeren van rivieren en beken om hun zoetwaterecosysteem gezond te houden. De verwachting is dat dit in 2050 zal gelden voor meer dan de helft van deze stroomgebieden. Dat concluderen onderzoekers deze week in het tijdschrift Nature. Het onderzoek is een samenwerking tussen Deltares, de Universiteit Utrecht, de Universiteit van Freiburg (Duitsland) en de Universiteit van Victoria (Canada).

De sterke bevolkingsgroei en economische ontwikkeling van de afgelopen vijftig jaar hebben geleid tot een enorme toename van de vraag naar zoet water, vooral voor de irrigatie van voedselgewassen. Ongeveer de helft van dat water wordt opgepompt uit grondwater. In veel droge gebieden wordt hierdoor meer grondwater opgepompt dan er via neerslag wordt aangevuld. Dit leidt wereldwijd tot dalende grondwaterstanden.

Een belangrijk gevolg van deze grondwaterstandsdaling is een lagere afvoer van beken en rivieren. In het bijzonder tijdens het droge seizoen, wanneer de afvoer bijna volledig afhankelijk is van de toestroom van grondwater. Dit is een grote bedreiging voor de zoetwaterecosystemen die deze beken en rivieren herbergen. Het waterniveau wordt te laag en de watertemperatuur te hoog voor organismen die onder water leven, zoals vissen, plankton en waterplanten.

Om na te gaan in welke mate zoetwaterecosystemen door grondwaterwinning zijn aangetast, maken de onderzoekers gebruik van een nieuw hydrologisch model dat de wereldwijde stroming van grondwater en de interactie daarvan met oppervlaktewater beschrijft. Met dit unieke model konden zij over de hele wereld de stroming berekenen van grondwater naar het netwerk van beken en rivieren tijdens perioden met lage afvoeren.

“We zien dat de grondwatertoevoer van stroomgebieden in het midden van de VS en de Aziatische Indus-rivier nu al ernstig is verminderd,” zegt Inge de Graaf, onderzoeker aan de Universiteit van Freiburg. “We verwachten dat als de grondwaterwinningen op dezelfde voet doorgaan als nu, ook stroomgebieden in Zuid- en Oost-Europa, Noord-Afrika en Australië tegen hun ecologische grenzen zullen oplopen. Klimaatverandering zal het tijdstip waarop dit optreedt alleen maar versnellen, omdat we verwachten dat dit in de nu al droge gebieden tot minder neerslag en dus meer grondwaterwinning zal leiden.”

woensdag 30 oktober 2019

Monitoren van mijndammen op afstand: een gezamenlijke inspanning van Brazilië en Nederland

Onlangs kwamen geotechnische experts en datawetenschappers uit Brazilië en Nederland samen in een hackathon, met als doel een systeem te ontwerpen om de veiligheid van mijndammen te bewaken.

Mijndammen zijn aarden constructies (soms tot 100 meter hoog) die worden gebruikt om mijnafval tientallen jaren op te slaan. Een week geleden faalde een mijndam in de staat Mato Grosso in Brazilië en stroomde er 580.000 kubieke meter modder tot 2 km uit de stortplaats. In Brazilië zijn de laatste jaren vaker dit soort rampen voor gekomen. In januari van dit jaar brak de Brumadinho-mijndam in de staat Minas Gerais, met 248 doden en ernstige schade tot gevolg. Drie jaar eerder faalde een andere mijndam in Minas Gerais, waarbij verschillende dorpen overstroomden – 19 doden veroorzaakte – en het ecosysteem van de Doce-rivier vervuilde. Er zijn meer dan 230 dammen voor mijnafval in Brazilië die een risico vormen voor het milieu en de veiligheid van de samenleving. Wereldwijd zijn tot nu toe dit jaar 6 grote incidenten gemeld.

In Brazilië en andere landen bestaat er een dringende behoefte om de monitoring van mijndammen – van zowel in gebruik zijnde als verlaten stortplaatsen – te verbeteren en mogelijk catastrofale gevolgen beter te voorspellen. Innovatieve technologieën zoals aardobservatie, data-integratie, kunstmatige intelligentie en waarschuwingssystemen bieden kansen om dit doel te realiseren. De belangrijkste uitdaging is om de verschillende technologieën te integreren in een systeem dat aansluit bij de behoeften van de Braziliaanse eindgebruikers en de bredere samenleving.

dinsdag 29 oktober 2019

Rapport ‘Perspectieven elektriciteit uit water’ aangeboden

Nederland, waterland. Maar ook op het gebied van duurzame energie uit water? Binnen de watersector zijn er de afgelopen jaren verschillende initiatieven ontplooid voor de winning van elektriciteit uit water. Initiatieven die een bijdrage kunnen leveren aan een grotere leveringszekerheid van elektriciteit. Veel van deze technieken hebben een innovatief karakter en worden nog niet op grote schaal in Nederland toegepast. Witteveen+Bos en CE Delft hebben in het rapport ‘perspectieven elektriciteit uit water’ in opdracht van STOWA, Rijkswaterstaat en IenW in kaart gebracht wat de potentie is van duurzame energie uit water voor de toekomstige energievoorziening en de effecten hiervan op het watersysteem.

Conform het klimaatakkoord moet in 2030 70 procent van de elektriciteit worden opgewekt uit duurzame bronnen. In 2050 moet dat zelfs 100 procent zijn. Dit vergt veel maatregelen om de levering van elektriciteit betrouwbaar te houden. Uit de studie blijkt dat energie uit water daar een aanvullende oplossing biedt. Een ruime 10 procent van onze vraag naar elektriciteit kunnen we uit water halen. Een bescheiden, maar relevant percentage.

maandag 28 oktober 2019

Nieuwe app voor efficiëntere benutting Twentekanaal

Binnenvaartschippers kunnen vanaf nu eenvoudig vracht zoeken of een ruim aanbieden op het Twentekanaal. Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Havenbedrijf Twente en de provincie Overijssel hebben hiervoor de app 4Shipping laten ontwikkelen. Hiermee stimuleren we het vervoer over het Twentekanaal en gaan we leegvaart tegen. Dit zorgt voor een betere benutting van de verkeersader.

De app wordt op vrijdag 4 oktober 2019 gepresenteerd tijdens het jaarcongres van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens. Binnen 4Shipping wordt de administratie van het transport digitaal afgehandeld. Met een track en trace functie is voor verladers zichtbaar waar de vracht zich bevindt. De schipper krijgt informatie over de route, de verwachte aankomsttijd, wachttijden bij sluizen, ligplaatsen en relevante voorzieningen.

De app biedt beleidmakers informatie over ontwikkeling in goederenstromen, vaarbewegingen en bezetting van ligplaatsen. Deze informatie komt op de website van het Havenbedrijf Twente.

Met de app hebben overheden een begin gemaakt met het aanleggen van een digitale infrastructuur voor de gebruikers van de Twentekanalen. De komende tijd komt wordt 4Shipping uitgebreid met meer informatie en andere vaargebieden in Nederland en daarbuiten.

Het streefbeeld is een platform dat uitgebreid kan worden naar alle havengebieden in Nederland en daarbuiten. De app wordt dan ook in vier talen aangeboden, zodat Franse, Duitse, Engelse schippers efficiënter kunnen varen van en naar de Twentekanalen.

Het project 4Shipping stond voorheen bekend als de Blauwe Golf Twentekanalen. Nu de app is opgeleverd, is het ICT project volgens planning en conform begroting opgeleverd. Een mooie prestatie van opdrachtnemer 4Shipping met Panteia. Het platform is ontwikkeld in samenspraak met BLN Schuttevaer en de Logistic Association  Port of Twente.

Naast deze digitale infrastructuur, wordt in die tijd ook de verruiming van de Twentekanalen voltooid onder leiding van Rijkswaterstaat en haveninfrastructuur o.a. in Almelo en Hengelo aangepast. We verwachten hiermee een robuuste bijdrage te leveren aan de duurzame economische ontwikkeling van regio Twente, waarbij het aandeel goederenvervoer over water zal stijgen.

vrijdag 25 oktober 2019

Enorme hoeveelheden palingen op grote rivieren

Bij de waterkrachtcentrales van Alphen in de Maas en Maurik in de Rijn, is de afgelopen anderhalve maand een ongekend grote hoeveelheid van 4.500 geslachtsrijpe, veelal een meter lange, 10 cm dikke palingen opgevangen. Sinds zes jaar helpt Stichting DUPAN op deze plaatsen, samen met Vattenfall en beroepsvissers, naar zee trekkende palingen om langs de centrales te komen. De waargenomen aantallen palingen waren echter nog nooit zo groot als dit seizoen, dat pas halverwege is.

Stichting DUPAN organiseert ieder jaar van september tot en met november, het trekseizoen van palingen, het project Paling Over De Dijk. Met dat project worden geslachtsrijpe palingen door beroepsvissers langs gemalen en waterkrachtcentrales geholpen. Hiermee wordt voorkomen dat de palingen gedood worden door pompen of turbines van deze obstakels. De palingen trekken naar de Noordzee en zwemmen de oceaan over naar de Sargassozee, het gebied van de Bermudadriehoek. Daar zorgen ze voor nageslacht, waardoor honderden miljoenen glasaaltjes weer terug kunnen komen aan de Europese kusten.

De toename van de palingen in rivieren, maar ook in andere wateren, wijst mogelijk op een stijgende palingstand. Het project Paling Over De Dijk levert in elk geval een flinke bijdrage aan de uittrek van springlevende, geslachtsrijpe palingen. Inmiddels worden dergelijke projecten naar Nederlands voorbeeld op meerdere plekken in de wereld toegepast. Het project duurt nog voort tot het einde van het trekseizoen, rond eind november.

donderdag 24 oktober 2019

Miljoenen mensen in Jemen in gevaar door gebrek aan water

15 miljoen Jemenieten hebben door de oliecrisis geen toegang tot watervoorzieningen. Dat zorgt voor een verhoogd risico op dodelijke ziektes zoals cholera, die het land al jaren in zijn greep houdt. Dat blijkt uit een analyse van Oxfam Novib en een aantal andere hulporganisaties.

Sinds de stijging van de olieprijzen in September hebben 11 miljoen mensen hun dagelijkse waterconsumptie drastisch moeten verlagen doordat waterleidingen plat liggen. Dat geldt ook voor de 4 miljoen mensen die voorheen door trucks werden voorzien van water. In drie grote steden, Ibb, Dhamar en Al Mahwit, waar ongeveer 400.000 mensen wonen, liggen centrale watersystemen volledig stil.

De hoge olieprijzen treffen ook de hulporganisaties. Zo is Oxfam Novib gedwongen om minder watertrucks te laten rijden. Watersystemen die door Oxfam zijn geinstalleerd, draaien maar voor de helft om kosten te besparen.

‘Toegang tot water is een kwestie van leven en dood in Jemen,’ zegt Dirk Jan Jalvingh, beleidsmewerker bij Oxfam Novib, die recent drie maanden in Jemen heeft gewerkt. ‘Met name voor de 7 miljoen mensen die al verzwakt zijn door ondervoeding, en ziektes die door vervuild water worden overgebracht.’

Het land heeft een van de grootste cholera-uitbraken in de recente geschiedenis meegemaakt. Sinds April 2017 zijn er meer dan twee miljoen vermoedelijke gevallen van cholera en zijn er meer dan 3700 doden als gevolg van de ziekte.

De brandstofcrisis laat opnieuw zien hoe de strijdende partijen de economie als oorlogswapen gebruiken. De toevoer van brandstof is gedurende de oorlog steeds een probleem geweest, maar escaleerde vorige maand na de invoer van de extra importbeperkingen, aangekondigd door de internationaal erkende overheid van het land. Dat voorbeeld werd gevolgd door de Houthi’s.

‘Door deze beperkingen kunnen schepen die brandstof vervoeren niet meer aanleggen, waardoor de prijzen omhoog zijn geschoten,’ zegt Jalvingh. ‘Voor 1 liter benzine betaal je nu drie keer zoveel dan in augustus.’ 

Brandstof is cruciaal voor de toevoer van schoon water in Jemen. Veel mensen zijn afhankelijk van grondwater dat naar de oppervlakte wordt gepompt op zonne-energie en brandstof. Mensen die hun huizen zijn ontvlucht en in kampen wonen, zijn afhankelijk van water dat wordt binnengebracht door vracht wagens die op diesel rijden.

Jemen was al een van de meest waterschaarse landen ter wereld, voordat het conflict escaleerde in 2015. Sindsdien zijn minstens acht watersystemen die Oxfam Novib installeerde, beschadigd of vernietigd tijdens gevechten. Daardoor hebben meer dan een kwart miljoen mensen geen toegang tot watervoorzieningen.

woensdag 23 oktober 2019

Start onderhoud Scheveningse kust

Van 21 oktober tot en met december 2019 onderhoudt Rijkswaterstaat de kust van Scheveningen van de haven tot iets voorbij de Pier. In totaal spuiten baggerschepen meer dan 400.000 m3 zand op het strand. Hierdoor blijft Scheveningen goed beschermd tegen de zee.

Door de invloed van wind, zee en stroming verdwijnen delen van de Scheveningse kust in zee. Elke iedere 5 jaar wordt het strand weer aangevuld met nieuw zand. We gaan het strand tussen het sportstrand bij het Noordelijk Havenhoofd tot net voorbij de Pier aanvullen met ruim 400.000 m3 zand. Dit is ongeveer de helft van het stadion van ADO Den Haag gevuld met zand.
De zinkerleiding waarmee het strand wordt opgespoten met zand is de laatste dagen aangelegd ter hoogte van paviljoen Veronica. Aankomende week zullen informatieborden op het strand worden geplaatst om het publiek te informeren.

In 2010 is het Scheveningse strand tussen de haven en De Pier met ongeveer 2,6 miljoen m3 zand aangevuld. Begin 2015 is het strand aangevuld met 700.000 m3 zand. Het brede strand maakt de kust veiliger, omdat de golven eerder gebroken worden.

dinsdag 22 oktober 2019

107 inzendingen in de race voor Waterinnovatieprijs 2019

In de Week van Ons Water hebben meer dan honderd Willie Wortels hun innovatieve waterideeën ingezonden voor de Waterinnovatieprijs 2019. Variërend van een volledig afbreekbare mat dat erosiebescherming biedt tot baggeren met kleinschalige elektrische slibrobots. Ook is er bij de inzendingen veel aandacht voor Artificial Intelligence (AI) en het betrekken van agrariërs. Deze veelbelovende innovaties maken kans om in de prijzen te vallen op 12 december tijdens de prijsuitreiking van de Waterinnovatieprijs.

De Waterinnovatieprijs is een initiatief van de Unie van Waterschappen en de Nederlandse Waterschapsbank, en wordt uitgereikt in vier categorieën. ‘Waterveiligheid’, ‘Schoon water’, ‘Voldoende water’ en ‘Digitale transformatie’. Iedereen mag meedoen: overheden, bedrijven en particulieren. Dit levert een zeer waardevolle verzameling van innovaties op. Onder de 107 inzendingen zijn echter maar 5 prijzen te verdelen.

Onder leiding van juryvoorzitter Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, is het de taak van de deskundige jury om per categorie een winnaar te kiezen. De genomineerden worden op 14 november bij het Deltacongres bekend gemaakt. Vanaf die bekendmaking kan er door iedereen gestemd worden voor de publieksprijs op Waterinnovatieprijs.nl.

De Waterinnovatieprijs heeft sinds dit jaar een nieuw onderdeel: de aanmoedigingsprijs De Dromenvanger. Met De Dromenvanger wil de Unie van Waterschappen ideeën een podium geven die nog niet rijp genoeg zijn voor de reguliere categorieën van de Waterinnovatieprijs. Er zijn 11 ideeën binnengekomen in De Dromenvanger. Van deze ideeën verschijnen binnenkort filmpjes op het YouTube-kanaal van de Unie van Waterschappen. Het idee met de meeste views mag op het Waterinnovatiefestival op 12 december worden gepitcht op het podium.

De feestelijke uitreiking van de Waterinnovatieprijs vindt ook tijdens dit Waterinnovatiefestival op 12 december plaats. Het festival is in de Werkspoorkathedraal te Utrecht. Kijk voor meer informatie op waterinnovatieprijs.nl. Op deze website worden eind deze week ook alle inzendingen getoond.

maandag 21 oktober 2019

NS en Dunea openen nieuwe watertappunten in de regio Den Haag / Leiden

Reizigers in de regio Den Haag en Leiden kunnen binnenkort op elk moment van de dag hun eigen flesje met gratis drinkwater vullen op NS Stations. Om dat te vieren hebben NS en Dunea zojuist samen met de reizigers het eerste gratis kraanwater getapt op NS Station Den Haag Hollands Spoor. Het tappunt staat aan de voorkant van het station, aan het Stationsplein.

Dit jaar opent NS in totaal 200 nieuwe watertappunten bij stations, in samenwerking met gemeenten en de drinkwaterbedrijven. 90% van alle treinreizigers heeft uiteindelijk toegang tot gratis drinkwater voor onderweg. NS en haar partners bieden de watertappunten als service aan reizigers en willen hiermee bijdragen aan het verminderen van plastic afval.

“Reizigers en voorbijgangers hoeven geen wegwerpflesjes meer te gebruiken en dat draagt bij aan het verminderen van plastic afval”, zegt NS Regiodirecteur Magdalena Piotrowska. “En we merken dat onze reizigers het enorm waarderen.“ Algemeen directeur Wim Drossaert van Dunea vult aan: “Bij het maken van kraanwater wordt ook nog eens veel minder CO2 geproduceerd dan bij plastic flesjes. Dankzij de tappunten op NS Stations kunnen reizigers in heel ons leveringsgebied nu genieten van lekker fris kraanwater. Een duurzaam product, dat past bij een gezonde leefstijl.”

Niet alleen op Den Haag Hollands Spoor staat een watertappunt. Op veertien andere NS stations in de regio kunnen reizigers binnenkort water tappen: Den Haag Centraal, Den Haag Laan van NOI, Den Haag Mariahove, Den Haag Moerwijk, Hillegom, Leiden Centraal, Leiden De Vink, Leiden Lammerschans, Nieuwerkerk aan den IJssel, Rijswijk, Sassenheim, Voorburg, Voorhout en Zoetermeer Oost. NS werkt hiervoor samen met Dunea.

vrijdag 18 oktober 2019

Microben halen methaan en ammonium uit zeebodem

Onderzoekers van de Radboud Universiteit en de Universiteit Utrecht hebben een ERC Synergy subsidie van 7,6 miljoen euro gekregen om te onderzoeken hoe micro-organismen de schadelijke stoffen methaan en ammonium uit de zeebodem halen. Door het combineren van hun expertise verwachten ze een doorbraak in de bestaande kennis over microben.

Bij afbraak van organisch materiaal komen methaan en ammonium vrij. Methaan is een sterk broeikasgas en ammonium is giftig. In zeebodems verwijderen microben deze schadelijke stoffen, maar hoe dat precies werkt is niet bekend. Het is daarom nog lastig om te voorspellen hoe zeebodems reageren op veranderingen die door de mens zijn veroorzaakt, zoals klimaatopwarming en eutrofiëring. Het ERC Synergy onderzoeksteam wil achterhalen hoe micro-organismen methaan en ammonium in de zeebodem afbreken en wat de impact daarvan is op ons milieu.

Prof. dr. Caroline Slomp, geochemicus aan de Universiteit Utrecht en prof. dr. Mike Jetten, microbioloog aan de Radboud Universiteit combineren in dit onderzoek hun expertise. Met deze ERC-subsidie kunnen ze op zoek gaan naar de chemische reacties en microben die verantwoordelijk zijn voor de afbraak van methaan en ammonium. Door het combineren van veldwerk, experimenten in het lab en de allernieuwste biogeochemische computermodellen verwachten ze een doorbraak in de kennis over hoe micro-organismen de biogeochemie van de aarde beïnvloeden.

De ERC Synergy subsidies zijn de grootste en competitiefste subsidies van de European Research Council (ERC). Ze worden toegekend aan ambitieus onderzoek waarin wetenschappers interdisciplinair samenwerken. Het is de tweede keer dat onderzoekers van de Radboud Universiteit en Universiteit Utrecht samen een ERC Synergy subsidie hebben gekregen. Dit jaar werden er slechts 37 subsidies toegekend.

donderdag 17 oktober 2019

MARIN test eerste trans-Atlantische onderwater-hyperloop

MARIN heeft in de afgelopen weken de eerste demonstratieproeven uitgevoerd voor een trans-Atlantische onderwater-hyperloop. Met een schaalmodel van 140 meter, het equivalent van 15 kilometer echte buis, testte MARIN hoe de hyperloop op 50, 100 en 200 meter diepte reageert op golfbewegingen. Deze test is belangrijk om te bepalen of eventuele bewegingen van de hyperloop bij verdere ontwikkeling toestaan dat de ‘pods’ veilig en met voldoende snelheid door de buis kunnen reizen.

Wereldwijd werken diverse partijen aan de ontwikkeling van de hyperloop, maar nog niet eerder onderzocht iemand de onderwatervariant. William Otto, projectmanager MARIN: ‘Duurzaam gebruik van de zee is een belangrijke missie van MARIN. Wij wilden onderzoeken of een trans-Atlantische hyperloop onder water een duurzaam alternatief kan zijn voor de 2500 vliegtuigen die elke dag de oceaan oversteken.’

In de praktijk vraagt dat om een hyperloop die 5500 kilometer kan overbruggen. Linda Kemp, projectmanager bij MARIN: ‘Een schaalmodel van 140 meter is minimaal noodzakelijk om te registreren hoe zo’n immens lange ‘haar’ onder water daadwerkelijk reageert op golven. Alleen bij MARIN kunnen we zo’n model testen - op voldoende diepte en met realistische golven - in ons 170 meter lange Zeegangs- en Manoeuvreerbassin.’

MARIN analyseert nu de resultaten van de diverse proeven. Zodra die bekend zijn, hoopt het onderzoeksinstituut met andere partijen een consortium te vormen om de trans-Atlantische onderwater-hyperloop verder te ontwikkelen.

woensdag 16 oktober 2019

Waterbeheerders openen deuren tijdens Week van Ons Water

Van 16 tot en met 27 oktober organiseren de waterbeheerders van Nederland excursies en andere leerzame en leuke activiteiten tijdens de Week van Ons Water. Geïnteresseerden kunnen een kijkje in de keuken nemen bij de watermanagers die Nederland leefbaar houden en krijgen tips over wat zij kunnen doen om bijvoorbeeld schade en overlast door extreem weer te beperken.

De afgelopen weken viel het met bakken uit de hemel en in recente zomers hebben we er juist veel te weinig van gehad: water. Kijk om je heen en je ziet dat water een bepalende factor is in de omgeving. Dat er 24 uur per dag, 7 dagen in de week vele duizenden mensen bezig zijn om in Nederland droge voeten te houden en te zorgen voor schoon en voldoende water, is echter vaak een stuk minder zichtbaar. Daarom gooien de waterbeheerders van 16 t/m 27 oktober hun deuren open voor publiek tijdens de Week van Ons Water.

Tijdens de Week van Ons Water worden leerzame en verrassende activiteiten door heel Nederland georganiseerd. Zo kun je mee met een schapen- en geitenherder de Zuid-Hollandse duinen in bij Kijkduin, kunstwerken maken met gejutte spullen in Groningen en maak je kennis met de ontstaansgeschiedenis van de Biesbosch tijdens de Biesbosch Beleving op het museumeiland in Dordrecht. Op www.weekvanonswater.nl staan alle activiteiten die er gedurende de week in Nederland te doen zijn.

In de Week van Ons Water leren deelnemers aan de activiteiten ook dat iedereen een steentje bij kan dragen aan waterbeheer. Door tegels in tuinen om te wisselen voor groen en water op te slaan in vijvers en regentonnen kunnen particulieren bijvoorbeeld schade door hoosbuien of droogte helpen te beperken. Op onswater.nl staan allerlei tips om zelf iets te doen voor een waterbestendig Nederland.

De Week van Ons Water is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat, de Unie van Waterschappen, het IPO, de VNG, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (Vewin), het Deltaprogramma en alle waterschappen, provincies, gemeenten en waterbedrijven. Deze organisaties willen Nederlanders bewuster maken van het bijzondere van water. Dit doen zij door te laten zien wat er aan watermanagement gebeurt in Nederland en aan te geven wat mensen zelf kunnen doen om hun voeten droog te houden en het water schoon.

dinsdag 15 oktober 2019

Waterhuishouding Overlangbroek verbeterd

Met het planten van een eikenboom hebben bestuurders van provincie Utrecht, Staatsbosbeheer en De Stichtse Rijnlanden de verbetering van de waterhuishouding in natuurgebied Overlangbroek symbolisch afgerond. De drie organisaties hebben nauw samengewerkt om het gebied te verbeteren.

Hoogheemraad Els Otterman: "In opdracht van de provincie Utrecht hebben we de waterhuishouding in dit natuurgebied afgelopen jaar aangepast. Hier in het Langbroekerweteringgebied komt veel schoon, voedselarm kwelwater van de Utrechtse Heuvelrug naar boven. Daar moeten we zuinig op zijn en daarom willen we dit zo lang mogelijk vasthouden. Het overtollige, zure regenwater willen we echter juist afvoeren. De natuur hier vraagt daar om. Met een slimme combinatie van vasthouden èn afvoeren van water hebben we hier in het gebied een goede balans gezocht. Dat hebben we gedaan door het aanleggen van stuwen, dammen en duikers en het aanpassen van sloten".

Het natuurgebied Overlangbroek vormt, samen met de natuurgebiedjes op landgoed Kolland en Oud-Kolland, onderdeel van een bijzonder kleinschalig cultuurlandschap met essenhakhoutbosjes. Het is zo bijzonder dat het door Europa is aangewezen als Natura 2000 gebied.

Vroeger werd het jonge hout afgezet en gebruikt voor het maken van wagenwielen en gereedschap.
Door het eeuwenlange hakhoutbeheer zijn in het natuurgebied oude essenstobben, of stoven, ontstaan, de dikke, knoestige onderstammen. Dit zijn ideale groeiplaatsen voor allerlei zeer zeldzame mossen en korstmossen die in Europa bedreigd zijn. Een schimmelziekte, de zogenaamde essentaksterfte, zorgt momenteel helaas voor veel sterfte onder de essen. Staatsbosbeheer, de eigenaar van het gebied, en de provincie Utrecht hopen een deel van het hakhout en de mossen te kunnen behouden door inplant met andere soorten. Behalve de mossen leven in dit bos ook andere karakteristieke soorten, zoals de spotvogel en de sleedoornpage.

Het gebied is nu weer goed toegankelijk, er loopt een Klompenpad doorheen en er is een informatiebord geplaatst, waarop te lezen is hoe het gebied is ontstaan en waarom het bijzonder is.

Overlangbroek is een van de belangrijkste verdroogde natuurgebieden in de provincie Utrecht. In deze zogenaamde ‘TOP-gebieden’ werkt de provincie samen met natuur-, milieu- en landbouworganisaties en water- en terreinbeheerders aan het bestrijden van verdroging.  Deze verdroging is de afgelopen 50 jaar sluipenderwijs toegenomen.

Els Otterman: "Om het gebied van de Langbroekerwetering toekomstbestendig te maken moeten we terug naar de basis: het natuurlijke waterpeil. Dat betekent zoveel mogelijk water laten infiltreren op de Heuvelrug, en het schone kwelwater, dat hier naar boven komt, vasthouden.

In dit gebied, waar landbouw en natuur naast elkaar voorkomen, willen we in gesprek gaan met de boeren over natuur-inclusieve landbouw. Dat is landbouw die uitgaat van het waterpeil dat er is. Zo werken we, samen met bewoners en bedrijven, aan waterbeheer dat klaar is voor de toekomst."

maandag 14 oktober 2019

Koningspaar opent verticale afvalwaterzuiveringspilot in New Delhi

Koning Willem Alexander en Koningin Màxima draaiden op 14 oktober 2019 de kraan open van een nieuwe proefinstallatie om vervuild afvalwater in Indiase drains te zuiveren. De drains in de megastad New Delhi fungeren als open riolen, wat zorgt voor gezondheidsproblemen, stank en vervuiling van de rivier waar zij op lozen. Wetenschappers van de TU Delft ontwikkelen samen met Indiase partners technologieën voor schoon water. 

De extreem vervuilde Barapullah Drain is één van de grootste open riolen van New Delhi. Elke dag stroomt het rioolwater van drie miljoen huishoudens onbehandeld de Yamuna rivier in, die een stukje verderop voor andere processen zoals irrigatie en industrie nodig is. Merle de Kreuk: “Uiteindelijk loopt de Yamuna over in de Ganges waar we de beelden allemaal van kennen. Een zeer vervuilde Ganges is een bedreiging voor de gezondheid van iedereen die van dat water afhankelijk is”.

Met de openingshandeling  werd de tweede fase van het multidisciplinaire samenwerkingsprogramma LOTUS-HR ingeluid. Nederlandse en Indiase partners ontwikkelen binnen dit programma robuuste technologieën om afvalwater lokaal te zuiveren en grondstoffen terug te winnen om deze ook lokaal in te zetten, met uitgebreide aandacht voor de gezondheidsaspecten hiervan. Programmaleider en onderzoeker professor Merle de Kreuk ziet grote meerwaarde in de Nederlands-Indiase samenwerking. “India is een hoogtechnologisch land met een rijke kennis. Helaas wordt een groot deel van het afvalwater in India niet gezuiverd en ontbreekt afvalwater-infrastructuur in de snel groeiende steden. De Indiase kennis over de specifieke problematiek in combinatie met de Nederlandse integrale aanpak vullen elkaar mooi aan, met name ook door onze ervaring om samen met universiteiten en bedrijven tot innovatie te komen; dat bestaat in India nog niet op die manier”.

De testlocatie in Delhi blijft niet beperkt tot LOTUS HR-technologieën. Het heeft zich ontwikkeld tot een living lab waar iedereen waterzuiveringsinnovaties onder Indiase condities kan uittesten. “Er komen steeds meer bedrijven op af die on site experimenten doen. Zo langzaamaan groeit het uit tot dé showcase in Delhi waar systemen voor decentrale zuiveringen beproefd kunnen worden.” 
De verticale afvalwaterzuiveringsmuur die vandaag in werking gezet werd door het Koninklijk paar is hier een mooi voorbeeld van. Geïnspireerd door de toename van verticale tuinen in megasteden, kwamen hoogleraar Merle de Kreuk en onderzoeker Steef de Valk op het idee om een verticale kleinschalige afvalwaterzuivering te maken. Delftse en Indiase studenten hebben dit idee samen verder uitgewerkt. “Het is een stellage van zes meter hoog, waarin zes lange plantenbakken hangen. Het smerige water wordt omhoog gepompt en stroomt vervolgens via de plantenbakken weer terug naar beneden als in een soort knikkerbaan. De plantenwortels en het substraat van steenwol zuiveren nu zo’n 250 liter rioolwater per dag. Dit kan in de toekomst natuurlijk meer worden, als het model verbeterd wordt, waardoor ook op plekken met enorm ruimtegebrek waterzuivering hand in hand kan gaan met de aanleg van stadsgroen.” Deze pilotinstallatie werd mogelijk gemaakt door giften van particulieren, beschikbaar gesteld door het Universiteitsfonds Delft.

Waterschappen stemmen unaniem in met het Klimaatakkoord

De waterschappen hebben in hun ledenvergadering na uitvoerig overleg unaniem ingestemd met het Klimaatakkoord. Waterschappen vangen de gevolgen van de klimaatverandering zo goed mogelijk op om Nederland ook in de toekomst veilig en bewoonbaar te houden. Dit zet alleen zoden aan de dijk als ook de uitstoot van CO2 drastisch wordt teruggebracht. Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: "Wij steunen het Klimaatakkoord, want als de oorzaak van de klimaatverandering niet actief en voortvarend wordt aangepakt, worden de waterproblemen in ons laaggelegen land op termijn steeds groter, zo niet onhoudbaar."

De urgentie van de klimaatproblematiek is in het dagelijks werk van de waterschappen zichtbaar, voelbaar en meetbaar. Weersextremen doen zich vaker voor en de waterschappen houden rekening met een verder stijgende zeespiegel, hevigere buien en met perioden van grote droogte. Dirk-Siert Schoonman: "Met onze bijzondere ligging in de delta zijn we kwetsbaar, maar daarvan zijn we ons als Nederlanders onvoldoende bewust. Nederland heeft belang bij een ambitieus Klimaatbeleid en een voortvarende uitvoering daarvan. We moeten snel aan de slag, want als we nu te weinig doen, zal het uiteindelijk veel meer gaan kosten.”

De waterschappen reduceren de uitstoot van CO2 door het opwekken van biogas en door plaatsing van windmolens en zonneweiden. Op dit moment produceren de waterschappen al bijna 120 miljoen kuub biogas uit rioolslib. In 2025 willen de waterschappen 100% energieneutraal zijn. Bovendien stellen zij waar mogelijk hun afvalwater en oppervlaktewater ter beschikking voor verwarming van woonwijken als alternatief voor aardgas (aquathermie). Lokale energiecoöperaties krijgen, waar dit is in te passen, de gelegenheid om gebruik te maken van waterschapsterreinen voor duurzame energieprojecten. De investeringen blijven zo in de regio en komen ten goede aan de lokale bevolking. Ook de bouwprojecten van de waterschappen worden steeds meer circulair en klimaatneutraal uitgevoerd, net als het reguliere onderhoud aan het watersysteem. Tot slot voeren de waterschappen vernattingsmaatregelen uit – als een gebied hierom vraagt – omwille van de reductie van broeikasgassen en versterking van de biodiversiteit.

De waterschappen streven naar slimme en kostenefficiënte oplossingen om Nederland klimaatbestendig te maken. Dirk-Siert Schoonman: “Wanneer de straat wordt opengebroken om een warmtenet aan te leggen, kunnen we tegelijk maatregelen nemen om water te bergen bij hoosbuien of juist vast te houden bij droogte.”

De 21 waterschappen gaan samen met de regionale partners vol aan de slag met de uitvoering van de afspraken die in het Klimaatakkoord zijn gemaakt om Nederland duurzaam en economisch sterker te maken.

vrijdag 11 oktober 2019

Hoogheemraadschap van Delfland ondertekent Innovatiepact van de Greenport

Dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt van het Hoogheemraadschap van Delfland heeft onlangs het Innovatiepact van Greenport West-Holland ondertekend.

Doel van het Innovatiepact is het bereiken van doorbraken binnen de tuinbouw. Inmiddels hebben vele tientallen overheden, ondernemers en kennisinstellingen het Pact ondertekend.

Greenport West-Holland is de regionale netwerkorganisatie van overheid, bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en kennisinstellingen. Samen werken zij aan een vitale en duurzame toekomst voor het regionale tuinbouwcluster. Een van de activiteiten van de Greenport is het Innovatiepact, dat begin 2018 van start ging. Het Innovatiepact zoekt naar innovatievragen binnen de tuinbouw en brengt vervolgens relevante partijen bijeen om met die vernieuwing aan de slag te gaan.

Het Hoogheemraadschap van Delfland is al sinds enkele jaren aangesloten bij de Greenport. Onlangs besloot het Hoogheemraadschap ook het Innovatiepact te te ondertekenen - als eerste waterschap. Die ondertekening gebeurde aansluitend op de vergadering van de Greenboard, wat beschouwd kan worden als de partnervergadering van de Greenport. Voor de gelegenheid kwam de Greenboard bijeen in het Delfland-gebouw in Delft.

Dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt van het Hoogheemraadschap van Delfland: "Zonder voldoende en schoon water is er geen tuinbouw mogelijk. Om te zorgen dat we nu en in de toekomst voldoende water hebben én het water van goede kwaliteit is, is innovatie en samenwerking cruciaal. Meedoen aan het Innovatiepact van Greenport West-Holland is dan ook een logische stap."

woensdag 9 oktober 2019

Overlevingsreactie bij overstroming nog steeds aanwezig in veel gewassen

Utrechtse onderzoekers hebben ontdekt dat verschillende gewassen nog steeds over de genen beschikken die nodig zijn om overstromingen te overleven. Ze hebben alleen het vermogen verloren om deze genen te activeren, zoals rijst dat wel kan. "Nu overstromingen steeds vaker voorkomen, is het belangrijk om te begrijpen hoe onze gewassen beter bestand kunnen worden tegen overstromingen.” 

Samen met onderzoekers van de Universiteit van Californië en de Emory University, hebben Utrechtse plantenwetenschappers onderzocht hoe gewassen reageren als ze onder water staan. In Science (20 september) beschrijven ze hoe ze een wilde tomaat, een gecultiveerde tomaat, een op alfalfa lijkende plant en rijst onder de loep hebben genomen. Momenteel is rijst het enige voedselgewas dat overstromingen kan overleven. Maar het team ontdekte dat in andere gewassen nog steeds de genen aanwezig zijn die planten nodig hebben voor een onderwaterreactie. Al deze gewassen blijken minstens 68 families van genen gemeen hebben die geactiveerd worden als reactie op een overstroming.

Op ongekend gedetailleerd niveau keek het team naar de manier waarop het DNA de cel opdracht geeft om een onderwaterreactie in gang te zetten. "In ons werk keken we naar de genen in de wortelpunten, die als eerste reageren op een overdaad aan water. We gebruikten nieuwe moleculaire methoden om een compleet beeld te schetsen van wat er met de genexpressie in de wortelpunten gebeurt, om te begrijpen welke genen worden geactiveerd als ze onder water of zonder zuurstof raken”, zegt gedeelde eerste auteur Kaisa Kajala van de groep Moleculaire Ecofysiologie van Planten van de Universiteit Utrecht.

Schaalmodeltesten voor indicatie effecten golfenergiepark

De geschatte hoeveelheid energie uit golven op de Noordzee ligt tussen 1,5 - 5 TWh per jaar. Ofwel 0,4 - 1,4 miljoen huishoudens per jaar kunnen voorzien worden van groene stroom uit golfkracht. Voor het winnen van energie uit golven heeft uitvinder Erwin Croughs de Slow Mill bedacht. De ontwikkeling is inmiddels zo ver dat er een prototype van de Slow Mill zal worden geïnstalleerd voor de kust van Texel. De bedoeling is om dit uit te breiden naar vijf of zes Slow Mills, zodat er een ‘park’ ontstaat. De vraag is echter wat het effect is van een ‘golfenergiepark’ op het golfveld en op de achterliggende Texelse kust. Deltares test daarom nu op schaal verschillende configuraties om de effecten in beeld te krijgen.

De testen worden uitgevoerd in het Delta Basin met vijf kleinere modellen op schaal 1:24, die in drie verschillende configuraties worden opgesteld en waarbij de invalshoek van de golf varieert. Voor elke configuratie en golfinvalshoek wordt gemeten wat de golfhoogte voor en achter de configuratie is. De verhouding tussen deze twee gemeten golfhoogtes geeft vervolgens een indicatie wat de invloed van een aantal golfenergieapparaten op het golfveld is. Door de meetresultaten te gebruiken in een numerieke studie kan vervolgens een inschatting gemaakt worden van wat de mogelijke effecten zijn op de achterliggende kust, zoals  ​​kustafslag of aanzanding van het strand, bij opschaling van het aantal golfenergie apparaten.

“Het in kaart brengen van de effecten op de omgeving bij opschaling is belangrijk om golfenergie een stap verder te brengen”, aldus Jan Kramer projectleider bij Deltares. Interessant is om verder te kijken dan alleen de hoofdfunctie van golfenergieapparaten, het “oogsten” van energie uit golven. Door naar het effect van meerdere golfenergieapparaten op de omgeving te kijken krijg je een idee over de (on)mogelijkheden van locaties en kansen voor natuur, economie en/ recreatie. Wanneer het golfenergiepark een dempende werking heeft kun je slimme combinaties maken met andere infrastructuur op zee, zoals offshore windparken, of bij de kust. Zo kun je dus op zoek naar win-win situaties en de energie-opgave combineren met andere maatschappelijk opgaven.

Naast de testen in de Delta Basin worden er ook metingen uitgevoerd in de Deltagoot voor optimalisatie van vleugelbladen van het Slow Mill apparaat. In een schaalmodel van 1:8 test men het vermogen van de golven dat dat wordt afgegeven aan de Slow Mill. Op basis hiervan kan het profiel van de vleugelbladen worden geoptimaliseerd.

Het onderzoek is onderdeel van het project Slow Mill pilot Texel​, dat mede is gefinancierd door het Waddenfonds. De resultaten van dit onderzoek zullen in de loop van volgend jaar bekend zijn.

dinsdag 8 oktober 2019

Waterschap Scheldestromen en Provincie Zeeland zetten samenwerking voort

In 2017 zijn waterschap Scheldestromen en de Provincie Zeeland gestart met een samenwerkingspilot voor twee jaar. Het delen van kennis en capaciteit hebben beide organisaties de afgelopen paar jaar als positief ervaren. Het waterschap en de Provincie hebben daarom besloten om deze samenwerking voort te zetten.

De afgelopen twee jaar is samengewerkt op het gebied van ingenieursdiensten, geo-informatie en wegbeheer. Ook wordt er al gebruik gemaakt van elkaars huisvesting. De komende periode wordt ook gekeken naar de buitendienstlocaties. Zo zal in Zeeuws-Vlaanderen het Provinciale steunpunt Mauritsfort in Hoek geschikt gemaakt worden voor gezamenlijk gebruik door medewerkers van het waterschap en van de Provincie.

Het waterschap en de Provincie blijven gezamenlijk optrekken in het bedenken van oplossingen en het uitvoeren van maatregelen, maar beide overheden blijven verantwoordelijk voor hun eigen activiteiten. Door het bundelen van kennis en capaciteit en het stroomlijnen van investeringen zijn beide organisaties beter in staat de uitdagingen aan te gaan. De komende tijd wordt daarom blijvend gezocht naar nieuwe kansen om de samenwerking op maatschappelijke opgaven in Zeeland te verbeteren.

Gedeputeerde Harry van der Maas: “We zijn vanuit praktisch oogpunt begonnen met de samenwerking, maar dat heeft zich de afgelopen twee jaar steeds verder ontwikkeld. We hebben met elkaar geëvalueerd en ik heb het gevoel dat we nu vanuit wederkerigheid verdergaan. Elke Zeeuw heeft daar baat bij, want iedereen maakt gebruik van fietspaden en wegen. Ik kijk er naar uit om de komende jaren de samenwerking verder te kunnen uitbouwen.”​

Dijkgraaf Toine Poppelaars:“Verdergaande samenwerking kan iedereen veel voordelen opleveren. We moeten nu gaan optimaliseren waarbij we ervoor zorgen dat we onze eigen verantwoordelijkheden behouden. ‘Samenwerking’ heeft ook een nadrukkelijke plaats gekregen in het nieuwe waterschapsprogramma. Daarin worden overkoepelende samenwerkingsthema’s in benoemd zoals de Regionale Energiestrategie, Klimaatuitwerking, Omgevingswet- en Omgevingsvisie en zeker ook samenwerking met andere Zeeuwse overheden en deelname aan OZO.”

maandag 7 oktober 2019

Woensdag 7 november Kraanwaterdag

Ruim 340 basisscholen en 630 klassen in Nederland doen woensdag 7 november mee aan Kraanwaterdag. Marike Bonhof, lid directie Vitens: “Op Kraanwaterdag willen we scholen stimuleren om wekelijks op een vast dag kraanwater te drinken. Het drinken van kraanwater is lekker en gezond voor kinderen en draagt bij aan het verminderen van de afvalberg”. De Kraanwaterdag voor basisscholen is onderdeel van de bewustwordingscampagne ‘Kraanwater Graag’ van drinkwaterbedrijf Vitens.

Uit Europees wetenschappelijk onderzoek blijkt dat kinderen in Nederland 0,6 liter frisdrank per dag drinken . Uit datzelfde onderzoek blijkt dat 1 op de 5 kinderen in groepen 6, 7 en 8 te kampen heeft met overgewicht. Eén suikerhoudend drankje minder per dag leidt al tot gewichtsafname bij schoolkinderen. Daarom is water drinken ook gezonder dan het drinken van zoete drankjes . Kraanwater bevat belangrijke mineralen zoals calcium en bevat 0 calorieën. Leerkrachten signaleren dat leerlingen die kraanwater drinken zich beter en langer kunnen concentreren.

Kinderen krijgen vaak pakjes met zoete dranken mee naar school. Kinderen lusten in principe gewoon water, maar het wordt lastiger als klasgenootjes wél limonade of sap mee krijgen. Met de invoering van een Kraanwaterdag wordt dit patroon minimaal één dag per week doorbroken en wordt kraanwater gemeengoed op school.

Kraanwaterdag wordt dit jaar feestelijk geopend bij basisschool De Omnibus in Almere. Alle 525 leerlingen worden bij de start van ochtend ontvangen op het schoolplein. De directeur van de school, Elies Kok opent samen met Marike Bonhof en Hilde van Garderen, wethouder van de gemeente Almere, Kraanwaterdag. Na een zing en dans optreden van de leerlingen wordt de “wij zijn kraanwaterschool” sticker geplakt bij de ingang van de school. Want ook na Kraanwaterdag gaat deze school elke woensdag kraanwater drinken. Als klapper op de vuurpijl gaan 11 Vitens gastdocenten, voorafgaande aan de quiz, aan 22 klassen bij de Omnibus een kraanwaterles verzorgen.

vrijdag 4 oktober 2019

Uitdieping Nieuwe Waterweg en Botlek voltooid

Dankzij de uitvoering van de opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam en Rijkswaterstaat kunnen zeeschepen met 15 m diepgang voortaan de Botlek bereiken.

Op 3 oktober 2019 vierden het Havenbedrijf Rotterdam en Rijkswaterstaat dat de uitdieping van de Nieuwe Waterweg en de Botlek is voltooid. Een van de meest intensief bevaren waterwegen van Nederland is 1,5 m verdiept over een lengte van 25 km.

De ceremoniële opening van de verdiepte Nieuwe Waterweg en Botlek werd verricht door minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur & Waterstaat) en Ronald Paul, Chief Operating Officer van Havenbedrijf Rotterdam.

De totale gezamenlijke investering bedroeg circa € 70 miljoen. De baggerwerkzaamheden zijn verricht terwijl de drukste haven van Europa gewoon door bleef draaien. Jaarlijks varen er meer dan 15.000 zeeschepen over de Nieuwe Waterweg.

Bijna honderd jaar oude stuw Borgharen wordt niet vervangen

Rijkswaterstaat gaat de stuw bij Borgharen voorlopig niet vervangen. Uit technisch onderzoek is gebleken dat de stuw nog in goede staat is en de komende decennia nog prima kan functioneren. Veel van de stuwcomplexen op de Maasroute tussen Borgharen en Lith zijn in het begin van de twintigste eeuw gebouwd om de Maas beter geschikt te maken voor de binnenvaart. Nu ze ongeveer honderd jaar oud zijn, naderen ze het einde van hun levensduur. Rijkswaterstaat wil de komende decennia een aantal stuwen vernieuwen. Kosten: naar schatting anderhalf miljard. Het verval in hoogte van de Maas is op Nederlands grondgebied 45 meter; de stuwen houden de waterstand min of meer stabiel.

donderdag 3 oktober 2019

Adaptive planning samen met Australisch adviesbureau Aurecon

De Australische watersector kampt de afgelopen jaren met toenemende onzekerheden door weersextremen. Het continent kreeg te maken met extreem hoge temperaturen, periodes van droogte maar ook hevige regenval en overstromingen. Om met deze extremen toch beleid te kunnen maken op het gebied van watermanagement,  lange termijn plannen te maken en investeringen te doen, is het nodig voldoende opties open te houden. Deze flexibiliteit zie je bijvoorbeeld ook terug in het Nederlandse Deltaplan waarbij Deltares betrokken was.

Aurecon werkt zowel in Australie als wereldwijd aan waterprojecten die behoorlijke investeringen vragen.  Zij willen in hun advisering over die projecten graag de kennis van Deltares over ‘adaptive planning’ toepassen. ‘Ook veel waterbeheerders in Australie zien de noodzaak hiervan in en willen hiermee aan de slag’ aldus Mr Shane Tyrrell, Hoofd Strategische Waterplannen van Aurecon.

Hoogheemraadschap gaat sloten controleren

Vanaf 15 oktober 2019 controleren medewerkers van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard de sloten op de begroeiing.

Goed onderhoud is belangrijk voor de waterkwaliteit kwaliteit van het water en de aan- en afvoer van water, zoals bij hoosbuien en droogte. Een sloot is goed onderhouden als de waterdiepte en begroeiing op orde zijn en ook de duikers (buizen die onder een weg door lopen en sloten met elkaar verbinden) schoon zijn.

Hoe u de sloot moet onderhouden, staat in de zogenoemde Ecokleurenkoers. Dit is een kaart waarop alle sloten in ons gebied een kleur hebben gekregen. De kleur – blauw, groen of geel -geeft aan welk onderhoud nodig is voor de sloot.

Is de sloot blauw, dan is goed onderhoud noodzakelijk. Het is belangrijk dat de oeverplanten jaarlijks in het najaar uit de sloot worden verwijderd. In een groene sloot mag een deel van de waterplanten blijven staan. Zo hebben verschillende diersoorten niet alleen voedsel, maar kunnen ze ook in de planten schuilen en overwinteren. Een strook van drie meter breed moet vrij zijn van waterplanten, zodat het water door de sloot kan stromen. Gele sloten zijn ruim genoeg om al het water door te laten en planten te laten groeien. Omdat het belangrijke sloten zijn voor het doorvoeren van water, ligt de manier van onderhoud tussen de blauwe en groene kleur in.

woensdag 2 oktober 2019

Lancering nieuwe grondstof uit afvalwater: Kaumera

Een duurzaam alternatief voor chemische stoffen in o.a. zaden, mestkorrels, beton en verf? Waterschappen, wetenschap (TU Delft) en bedrijfsleven presenteren op 2 oktober 2019 een nieuwe grondstof uit afvalwater: Kaumera Nereda Gum. Deze grondstof is een duurzaam alternatief voor chemische grondstoffen en kan gebruikt worden als slimme coating voor zaden en mestkorrels, als lijm- en bindmiddel en op vele andere manieren.

In Nederland komen twee grondstoffenfabrieken die als eerste ter wereld Kaumera produceren. De eerste wordt op 2 oktober in Zutphen geopend; de tweede volgt in 2020 in Epe. Deze innovatie zorgt voor 20-35 procent minder slibafval, minder CO2 uitstoot en een energiebesparing van 30-80 procent. De samenwerkende organisaties dragen zo bij aan een duurzame samenleving met minder afval.

dinsdag 1 oktober 2019

Waterschappen zuiveren afvalwater steeds efficiënter

Waterschappen zuiveren afvalwater steeds efficiënter en houden daarbij steeds minder slib als restafval over. Ook wordt het gezuiverde water steeds schoner en zijn de kosten voor de zuivering van het afvalwater gedaald. Dat blijkt uit de Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer (BVZ) 2018 is gepubliceerd.

Waterschappen slagen erin om de zuivering van afvalwater goed, efficiënt en duurzaam uit te voeren. De prestaties zijn van hoog niveau, de kosten stijgen eigenlijk niet en uit het afvalwater worden energie en grondstoffen zoals struviet, cellulose en bioplastics teruggewonnen. Ook kijken waterschappen naar mogelijkheden voor hergebruik van zoet water. Door steeds betere en efficiëntere processen blijft er steeds minder restafval over.

De beschikbaarheid van de zuiveringsinstallaties was 99,99% in 2018. Dat betekent dat de gevolgen van storingen nauwelijks merkbaar waren voor de omgeving. Waterschappen slaagden er voor 96,9% in om zich te houden aan de met gemeenten afgesproken hoeveelheden af te nemen afvalwater. Ook voldeden ze voor 97,8 procent aan de kwaliteitseisen voor de lozing van gezuiverd afvalwater. De verwijdering van stikstof en fosfaat uit het afvalwater voldoet ruimschoots aan de wettelijke normen.

In 2018 kwam er 9 procent minder afvalwater de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) binnen. Hoewel er dus minder afvalwater was, troffen de waterschappen hier 3% meer vervuiling in aan dan in 2015. Toch lukte het de waterschappen om 4% minder slib over te houden als restafval.

De kosten van de zuivering van afvalwater zijn met 2,1 procent gestegen ten opzichte van 2015, het jaar van de vorige bedrijfsvergelijking. Deze stijging is kleiner dan de inflatie (3,4%), wat betekent dat de kosten eigenlijk zijn gedaald. Lagere energiekosten als gevolg van de eigen energieopwekking hebben hierbij een rol gespeeld. Er is wel sprake van hogere kosten voor de eindverwerking van het restafval van de afvalwaterzuivering.

Het afvalwater van alle huishoudens en een groot deel van de bedrijven wordt op de rwzi’s van de 21 Nederlandse waterschappen gezuiverd en teruggebracht in de natuur. De waterschappen beheren in totaal 323 rwzi’s. De totale hoeveelheid afvalwater bedroeg in 2018 bijna 1,8 miljard kubieke meter. Het wordt getransporteerd met behulp van ruim 2.300 rioolgemalen door bijna 7.800 kilometer transportleiding van de waterschappen.