woensdag 31 juli 2019

Nieuwe inrichting voor Nieuwe Drostendiep

Samen met provincie Drenthe en de Initiatiefgroep Drostendiep voert Waterschap Vechtstromen met de natuurorganisaties werkzaamheden uit in het beekdal Drostendiep. De maatregelen moeten droogte tegengaan en zorgen voor opvang van water bij stortbuien en hoogwater. Hiermee beperkt men de gevolgen van klimaatverandering in het beekdal voor landbouw en natuur.

Een goede waterhuishouding is onmisbaar voor landbouwbedrijven en voor natuur. Doordat het klimaat verandert, kan in een korte periode veel neerslag vallen. Dit zorgt voor overlast voor de landbouw terwijl het in de natuurgebieden nu te droog is. Een verbeterde waterinrichting in het stroomgebied Drostendiep versterkt de landbouw en de natuur in de regio. Het waterschap heeft de taak om maatregelen te treffen voor schoon water. Hiervoor is een brede en 5 km lange zone nodig langs het Drostendiep. Daarnaast is het beekdal belangrijk voor piekberging (veilig water) en dat er voldoende water is voor de landbouw en natuur. Ook komt er ruimte voor vissen en ander waterleven. Via POP3 krijgt het waterschap subsidie van de provincie Drenthe en de Europese Unie.

Vanuit het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid en het waterschap is er extra subsidie beschikbaar voor agrariërs om maatregelen te nemen op hun eigen grond. Dit kan zijn het aanleggen van drainage, verbeteren van de bodemstructuur of de aanpak van erfafspoeling door wasplaatsen aan te leggen. Deze klimaatbestendige maatregelen zijn goed voor de waterkwaliteit en om water vast te houden of juist te ontwateren.

In 2018 hebben agrariërs in het gebied knelpunten op het gebied van landbouw en water aangepakt. Zo zijn kleinere waterlopen en duikers opgeschoond waarbij één duiker is vervangen. Knelpunten op het land bij individuele agrariërs hebben de eigenaren zelf opgelost. En knelpunten langs de N854 bij Oosterhesselen zijn door de provincie opgelost. Dit was in deelgebieden ten noorden van de Verlengde Hoogeveensche Vaart. In 2019 zal dit gebeuren ten zuiden van de Verlengde Hoogeveensche Vaart.

Momenteel worden er onderzoeken gedaan die na de zomer gereed zijn. De verwachting is dat de uitvoering begin 2020 start voor de deelgebieden Klenckerveld en Aalderstroom. In 2020 en 2021 volgen deelgebieden Huismaten en Broeklanden.

dinsdag 30 juli 2019

Rijk en regio investeren 20 miljoen euro in bodemdaling Groene Hart

Bodemdaling in het Groene Hart is een probleem voor zowel stad als platteland. Om deze regio toekomstbestendig te maken investeren Rijk en regio gezamenlijk 20 miljoen euro in de Regio Deal bodemdaling Groene Hart. Dat schrijft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en andere betrokken bewindspersonen vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Acht lokale overheden, waaronder Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het Rijk werken samen aan manieren om beter om te gaan met de gevolgen van bodemdaling. Nu er overeenstemming is over de specifieke invulling en financiering van de deal, kan de regio starten met de uitvoering.

Hilde Niezen (bestuurlijk trekker Regio Deal bodemdaling Groene Hart): “Ik spreek namens de bestuurders van de 8 betrokken partijen* dat we verheugd zijn met deze mijlpaal. Dit is zeer belangrijk, want we staan de komende decennia met de bodemdalingsproblematiek voor een grote en kostbare maatschappelijke opgave. Om de kennisontwikkeling in Nederland goed met elkaar af te stemmen en te verspreiden, werken we daarnaast samen met andere gemeenten uit het gebied, het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling, het Platform Slappe Bodem en veenprogramma’s elders in het land. Na de zomer wordt de regiodeal officieel ondertekend. Dan gaan we keihard aan de slag met elkaar om oplossingen te vinden om de bodemdaling op het platteland en in de stad de baas te worden!“

Eind 2018 selecteerde het kabinet het voorstel van de regio Groene Hart uit 88 inzendingen voor een Regio Deal. De bodemdaling heeft gevolgen voor veel verschillende gebieden. Het raakt onder andere woningbouw, infrastructuur en landbouw. De projecten binnen deze Regio Deal zijn gericht op het bieden van handelingsperspectief voor bewoners, bedrijven en overheden hoe om te gaan met de effecten van bodemdaling. Het gaat hierbij om kennisontwikkeling en verspreiding van oplossingen die betrekking hebben op onder andere woningbouw, agrarisch ondernemerschap en CO2 reductie. Ook voorlichting en advies krijgen een belangrijke rol.

De Regio Deal is een partnerschap tussen Rijk en regio. Voor de totstandkoming van deze Regio Deal stelt het Rijk 10 miljoen euro beschikbaar vanuit de Regio Envelop. De regio legt ook 10 miljoen euro in. Daarmee is de begroting voor de deal rond.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede ondertekenaar van deze Regio Deal. Samen met de gemeente Alphen aan den Rijn, gemeente Gouda, gemeente Woerden, provincie Zuid-Holland, provincie Utrecht, Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard is deze deal tot stand gekomen. In de uitvoering van de Regio Deal wordt nauw samengewerkt met kennisinstellingen, inwoners en ondernemers.

maandag 29 juli 2019

Schotse tuimelaars tussen Texel en Den Helder

Een unieke waarneming voor de Noord-Hollandse kust. NIOZ-onderzoeker Jeroen Hoekendijk en collega-onderzoekers van Wageningen Marine Research zagen vrijdagochtend twee groepen van tien tuimelaars gestaag het Marsdiep, het zeegat tussen Texel en Den Helder, in zwemmen. "Heel bijzonder," zegt Hoekendijk, "want tuimelaars zie je zelden vanaf de kust en zeker niet in zo’n grote groep".

Op basis van de door Hoekendijk en collega’s van Wageningen Marine Research gedeelde foto’s en videobeelden van de dolfijnen, hebben onderzoekers van de Universiteit van Aberdeen vastgesteld dat het om Schotse tuimelaars gaat. Volgens de Schotse onderzoekers een primeur, want dit is de meest verafgelegen terugmelding van deze groep tuimelaars buiten de Britse eilanden.

Alle tuimelaars die langs de Schotse oostkust leven zijn gedocumenteerd in een catalogus. Daarmee hebben de Schotse onderzoekers de tuimelaars in het Marsdiep kunnen identificeren. Zo ook dolfijn ‘Mischief’. Dit volwassen mannetje is te herkennen aan een diepe inkeping aan de wortel van de rugvin.

vrijdag 26 juli 2019

Proefveld met ondergrond DrainMix te zien

Mede door het veranderende klimaat leiden fikse buien en droogte steeds vaker tot problemen. Vandaar dat bedrijfsleven en wetenschap oplossingen ontwikkelen voor het omgaan met de enorme hoeveelheden water en droogte. In de WaterStraat, een project van The Green Village, VP Delta en de TU Delft, werken ondernemers, onderzoekers en gebiedsbeheerders samen aan nieuwe innovatieve producten om beter om te gaan met wateroverlast en droogte in de stad. Vanaf eind mei ligt daar ook een proefveld met als ondergrond de duurzame bouwstof DrainMix®, gemaakt van bodemas dat overblijft na de verwerking van restafval.

Drainmix is geschikt als fundering en watermanagement van sportvelden, pleinen, parkeerplaatsen en wandelpaden. Het proefveld met DrainMix is tot stand gekomen dankzij een samenwerking tussen SUEZ, Kyoto Boost, Heros Sluiskil, Wavin, KSP Kunstgras, Heijmans en MBI De Steenmeesters.

SUEZ, specialist in afval- en grondstoffenmanagement, en innovator Kyoto Boost hebben samen DrainMix ontwikkeld. Drainmix is een bouwstof die doet denken aan lava en kan in verschillende constructies worden toegepast. Door de fractie met een open structuur kan regenval rustig infiltreren en naar behoefte snel afvloeien of worden opgeslagen. DrainMix heeft namelijk het vermogen om heel snel water te transporteren en te bufferen. Door de ruimte tussen de korrels kan het water snel worden afgevoerd. Het kan ook bewaard worden om later te gebruiken.

De WaterStraat is initiatief van het Hoogheemraadschap van Delfland, VPdelta en The Green Village. Het is een proeftuin voor experimenten, onderzoek en demonstratie. In de WaterStraat is een proefveld aangelegd met een fundering van Drainmix. Studenten aan de TU Delft gaan hier verder onderzoek doen naar de kenmerken en eigenschappen van DrainMix®. Behalve als fundament van het proefveld is de DrainMix® in de WaterStraat ook aanwezig als basismateriaal. Zo kunnen geïnteresseerden zien hoe het materiaal eruitziet.

donderdag 25 juli 2019

Innovatieve zandmotor beschermt Engelse kust bij Norfolk tegen erosie en overstromingen

Een dezer dagen startte aan de kust van het Engelse Norfolk de uitvoeringsfase van een uniek project: een groot schip gaat 1,8 miljoen kubieke meter zand opbrengen op de stranden langs de kust. Dat zand is bedoeld om de erosie tegen te gaan die verschillende dorpen en bedrijfsterreinen bedreigt, waaronder de Bacton Gas Terminal. Het project is geïnitieerd en uitgewerkt door Royal HaskoningDHV en biedt een effectief antwoord op een probleem dat tot voor kort als onoplosbaar werd beschouwd.

De oplossing is geïnspireerd op de zogenaamde zandmotor die Royal HaskoningDHV eerder al met succes ontwierp voor de Nederlandse kust bij Den Haag. Het project bij Norfolk is het eerste project in zijn soort dat buiten Nederland wordt uitgevoerd.

Het Britse zandmotorproject (sandscaping) werd opgestart na een zware storm in december 2013, die ernstige schade aan de kliffen toebracht. Met als desastreus gevolg dat de bestaande zandbuffer bij de Bacton Gas Terminal (die van groot belang is voor de nationale energievoorziening) bijna halveerde. Bovendien veroorzaakte de storm ernstige overstromingen in de nabijgelegen dorpen.

Een zandmotor is een techniek waarbij een groot schip op daarvoor aangewezen plaatsen zand van de zeebodem oppompt en dat vervolgens opbrengt op het strand. Bulldozers brengen het zand daarna op de gewenste plek. Het strand wordt hierdoor een stuk hoger en breder, waarna de golven en getijden het zand geleidelijk verder langs de lokale kust verspreiden. Deze natuurlijke verdedigingswal vrijwaart de kust bij zware stormen van verdere erosie. Deze oplossing beschermt niet alleen de gasterminal en de dorpen, maar herstelt ook de recreatiestranden die hier voorheen waren en creëert duinen die de biodiversiteit bevorderen.

Het project is het resultaat van nauwe samenwerking tussen diverse partijen, waaronder gasterminalexploitanten Shell en Perenco, de gemeente North Norfolk, Royal HaskoningDHV, de Engelse Environment Agency (equivalent van Rijkswaterstaat) en The Crown Estate, de beheerder van onder meer de zeebodem.

woensdag 24 juli 2019

Ruim een miljoen voor vitale zandige kustversterkingen

Er gaan vier onderzoeksprojecten van start binnen het programma Living labs in the Dutch delta. UT-professor Kathelijne Wijnberg (faculteit Engineering Technology (ET) krijgt ruim een miljoen voor haar onderzoek naar vitale zandige kustversterkingen. De financiering komt van NWO en de Topsector Water.

Grootschalige zandige kustversterkingen zoals de Zandmotor en de Hondsbossche Duinen combineren kustveiligheid en ruimtelijke kwaliteit. Het project van Wijnberg onderzoekt hoe deze twee doelen ook op lange termijn goed samengaan. “We bestuderen de wederzijdse beïnvloeding van enerzijds gebruik en beheer van deze door de mens aangelegde kusten en anderzijds de natuurlijke landschapsvormende processen als zandtransport, plantengroei en duinontwikkeling.

Die wordt ingezet om samen met gebruikers en belanghebbenden te komen tot ontwerpen en gebruiks- en beheerscenario’s die de lange termijn doelen voor kustveiligheid en ruimtelijke kwaliteit optimaal bedienen.”

De projecten van ‘Living labs in the Dutch delta’ ontwikkelen kennis die de waterveiligheid en de veerkracht van het watersysteem verbetert. Het programma is een samenwerking tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek, ontwikkeld door NWO, Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA en diverse publieke en private partners binnen het Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat NKWK.

dinsdag 23 juli 2019

Provincie houdt bruggen koel vanwege verwachte hitte

Vanwege de verwachte hitte deze week neemt de provincie Groningen een aantal preventieve maatregelen. De bruggen bij Wierumerschouw en Roodehaan over het Reitdiep worden met water gekoeld om uitzetting van metaal tegen te gaan, zodat ze gewoon kunnen blijven draaien tijdens de hitte. Dat geldt ook voor de Ellerhuizerbrug en T. A. Musschengabrug over het Boterdiep. De bruggen worden tussen 12.00 en 20.00 uur dagelijks koel gehouden.

Aquafin zet poorten van 19 installaties open voor afhaling gezuiverd afvalwater

Vlaanderen kreunt onder de droogte en de weersvoorspellingen beloven opnieuw een hittegolf. Verschillende provincies kondigden al een oppompverbod aan voor alle onbevaarbare waterlopen. Geen moment te vroeg dus dat Aquafin aankondigt dat het zijn poorten van negentien installaties in Vlaanderen weer openzet voor de afhaling van gezuiverd afvalwater voor irrigatietoepassingen. “De OVAM-grondstofverklaring werd afgeleverd en onze installaties zijn klaar om landbouwers en gemeenten die een contract afsluiten van effluent te voorzien”, zegt Wouter Boncquet, accountmanager.

Mits het afsluiten van een overeenkomst en een administratieve vergoeding kon de afgelopen jaren op tijdelijke basis gezuiverd afvalwater opgehaald worden op de zuiveringsinstallaties van Aquafin. Vooral tijdens de langdurige droogteperiodes van 2017 en 2018 bleek dit een noodoplossing voor onder andere de landbouw en openbare besturen. De ontvanger kon het water op eigen risico en eigen verantwoordelijkheid gebruiken, zij het met inachtname van de risico’s met betrekking tot de volksgezondheid.

Op advies van de Vlaamse Milieumaatschappij werden de toepassingsmogelijkheden voor irrigatie en bewatering dit jaar opgenomen in een OVAM-grondstofverklaring. Via die verklaring kunnen afnemers eenduidig nagaan of het water geschikt is voor de toepassing waarvoor men het wil gebruiken. Vandaag werd deze vergunning afgeleverd en kan Aquafin dus opnieuw gezuiverd afvalwater aanbieden.

maandag 22 juli 2019

Miljoenen boeren afhankelijk van smeltende gletsjers in de Himalaya

129 miljoen boeren zijn in hun gewasproductie en levensonderhoud afhankelijk van het smeltwater uit de Himalayagletsjers. Dat concludeert een internationale groep onderzoekers van onder andere Wageningen University & Research en de Universiteit Utrecht in een nieuwe studie die vandaag verscheen in Nature Sustainability. Vorige maand werd al bekend dat gletsjers in de Himalaya in de afgelopen twintig jaar sneller zijn gesmolten dan in dezelfde periode daarvoor.

Met ruim 900 miljoen inwoners behoren de stroomgebieden van de Indus, de Ganges en de Brahmaputra tot de meest dichtbevolkte gebieden ter wereld. De watervoorziening in deze gebieden is voor een groot deel afhankelijk van smeltende gletsjers en sneeuw uit de Himalaya. Dit smeltwater wordt gebruikt voor de irrigatie van gewassen en voorziet de landbouw van voldoende water in periodes van droogte en weinig regenval. De onderzoekers hebben voor het eerst in kaart gebracht hoe belangrijk smeltwater uit de Himalaya is voor de landbouwproductie en hoeveel inwoners hiervan afhankelijk zijn.

Deze studie laat zien dat 129 miljoen boeren hun land volledig of gedeeltelijk irrigeren met water afkomstig uit sneeuw en gletsjers in de bergen. Alleen al met dit smeltwater kan een totale jaarlijkse hoeveelheid voedsel voor 38 miljoen mensen worden verbouwd.
Met name boeren in het stroomgebied van de Indus zijn voor groot deel afhankelijk van smeltwater, omdat hier weinig neerslag valt. In het droge seizoen is 60% van al hun watergebruik afkomstig uit de bergen. Boeren in stroomgebieden van de Ganges zijn relatief minder afhankelijk van het inkomende smeltwater, maar het is ook hier essentieel voor landbouwproductie in het droge seizoen. Bijvoorbeeld voor de productie van suikerriet.

De onderzoekers hebben geanalyseerd wanneer de gletsjers smelten, hoe het smeltwater zich vermengt met regen en grondwater en vervolgens getransporteerd wordt naar de irrigatiesystemen. “In de Indus en Ganges zijn grote irrigatiesystemen met kanalen die het water uit de rivier over soms honderden kilometers transporteren,” vertelt Hester Biemans, onderzoeker bij Wageningen University & Research en eerste auteur van de studie. “Dit onderzoek laat voor het eerst zien hoeveel smeltwater in irrigatiesystemen terecht komt, wat er met de opbrengst gebeurt als er geen smeltwater meer is, en in welke periode smeltwater cruciaal is voor welke oogst. Met name de productie van rijst en katoen blijken hier sterk afhankelijk van te zijn.”

Eerder onderzoek wees al uit dat een derde van het ijs in de Himalaya voor het einde van deze eeuw is gesmolten. Met het verder smelten van het gletsjerijs en onvoorspelbaarder worden van het moessonseizoen, moeten boeren tijdig gaan anticiperen, benadrukken de onderzoekers. “Boeren kunnen bijvoorbeeld eerder zaaien, of gewassen gaan telen die minder water nodig hebben,” legt Biemans uit. “Katoen is een gewas dat veel water nodig heeft. Dit kan wellicht beter op andere plekken verbouwd worden waar meer water beschikbaar is. Maar een dergelijke keuze is grotendeels politiek. Met dit onderzoek voorzien we de politiek van de informatie die nodig is om goede beslissingen te kunnen nemen.”

Deze studie is onderdeel van het grotere project Hi-Aware naar klimaatadaptatie in de stroomgebieden van de Indus, Ganges en Brahmaputra. In een vervolgonderzoek wordt gekeken hoe het belang van smeltwater zich gaat ontwikkelen als het klimaat verandert en de watervraag toeneemt, en hoe boeren zich hierop aan kunnen passen.

vrijdag 19 juli 2019

De Wereldhavendagen in Rotterdam

De Wereldhavendagen heeft de programmering bekendgemaakt voor de 42e editie, die plaatsvindt op 6, 7 en 8 september 2019 in Rotterdam. Het grootste jaarlijkse maritieme evenement van Nederland is dit jaar omvangrijker dan ooit, met tal van activiteiten, demonstraties en excursies die de honderdduizenden bezoekers kennis laten maken met alle teamspelers die de Rotterdams haven rijk is.

Thema van deze 42e editie is MariTeam, waarmee de organisatie de schijnwerper wil zetten op het fantastische staaltje teamwork van alle mensen die dagelijks keihard werken aan het succes van Rotterdam als maritieme hoofdstad en zijn haven. Bezoekers kunnen kennismaken met de beroepen in de haven, de innovatieve ontwikkelingen en de verrassende combinaties waarmee bedrijven samen maritieme uitdagingen aangaan.

Er is vanzelfsprekend veel aandacht voor vernieuwing. Een aanzienlijk aantal deelnemende bedrijven en organisaties was nog nooit eerder te bewonderen op de Wereldhavendagen. Een bijzonder voorbeeld van teamwork is patrouillevaartuig de Zeearend, die aan de Wilhelminapier zal komen te liggen. Op dit schip werken, politie, douane en de Koninklijke Marechaussee op een unieke manier samen om de Noordzee te beveiligen.

Vertrouwde gezichten zijn er ook. Zo keert het Mariniersdorp terug, waar bezoekers een kijkje kunnen nemen op de vele schepen die de Koninklijke Marine elk jaar weer afvaardigt naar Rotterdam. Bij het Havenbedrijf Rotterdam ontdek je de organisatie achter de Rotterdamse haven als toegangspoort tot de wereld. Ook SummerLabb is weer van de partij: dit initiatief brengt samen met haar partners duurzaamheid, innovatie en wetenschap op een verrassende manier naar het publiek.
“Dankzij het thema MariTeam kunnen de bezoekers dit jaar meer dan ooit kennismaken met de mensen achter het succes van de Rotterdamse haven,” zegt Sabine Bruijnincx, directeur van de Stichting Wereldhavendagen. “We zijn ontzettend blij dat weer zoveel bedrijven enthousiast zijn en openstaan voor verrassende samenwerkingen. Deze zijn een mooie nieuwe toevoeging voor het programma.”

Naast alle activiteiten en demonstraties die plaatsvinden op de kades rond de Erasmusbrug, kunnen bezoekers ook dit jaar weer mee met excursies die dieper de haven in gaan. Zo biedt ExxonMobil een unieke kijk achter de schermen met een rondvaart langs de raffinaderij in de Botlek. Ook kunnen bezoekers kennismaken met de multidisciplinaire teams van chemiebedrijf Huntsman Holland en zien hoe offshore windturbines worden geproduceerd bij Sif Netherlands.

Het evenement is kosteloos te bezoeken. Voor de excursies en vaartochten dienen wel kaarten te worden aangeschaft. Voor de ieder jaar weer populaire dagcruise van P&O Ferries is dat nu al mogelijk. Kaarten voor de overige excursies zijn vanaf maandag 26 augustus 12:00 uur online te bestellen.

donderdag 18 juli 2019

Voorkeurstracé omgeving in Heukelom mogelijk gemaakt door samenwerking waterschap met bedrijven

Bewoners en ondernemers hebben samen met Waterschap Limburg voor het dijktracé in Heukelom, onderdeel van dijkversterking Nieuw Bergen, een betere oplossing gevonden. Hiervoor is op 11 juli een samenwerkingsovereenkomst getekend door Wienerberger (producent van keramische bouwmaterialen) en Waterschap Limburg. Het aangepaste tracé is verkeersveiliger, beschermt meer mensen en bedrijven en heeft minder landbouwgrond nodig.

Het idee voor deze oplossing ontstond tijdens een bijeenkomst van Waterschap Limburg met de omgeving. Bewoners en bedrijven waren het niet eens met het voorgestelde dijktracé en stelden voor ook een ander alternatief te onderzoeken. Er volgde een proces waarin de twee alternatieven verder werden uitgewerkt en met elkaar werden vergeleken. Uit dit onderzoek kwamen voor beide alternatieven plussen en minnen naar voren. Het grote voordeel van het alternatief van de omgeving is dat deze de provinciale weg niet kruist en meer woningen beschermt. Ook is dat tracé ruimtelijk beter in te passen. Maar er waren ook nadelen aan dit voorstel.

Zo stond de betaalbaarheid van het bewonersalternatief aan de ‘minkant’ van de lijst. Wanneer het waterschap de onderliggende grond zou moeten kopen, werd dit alternatief aanmerkelijk duurder. Een ander nadeel was het gebruik van het winterbed van de Maas. Dit is onwenselijk omdat de rivier de ruimte nodig heeft om water af te voeren en te bergen. Ruimtebeslag in het winterbed mag alleen als de kosten, maatschappelijke impact of techniek de uitvoering belemmeren. In dit geval kon het ruimtebeslag voorkomen worden door te kiezen voor een damwand op de grond van Wienerberger, locatie Afferden, in plaats van een dijklichaam in het winterbed. Door de bijzondere afspraak tussen Waterschap Limburg en Wienerberger, waarin Wienerberger geen kosten rekent voor de benodigde grond in ruil voor bescherming, wordt het alternatief financieel haalbaar en qua winterbed acceptabel.

woensdag 17 juli 2019

Minder slachtoffers op het binnenwater, maar meer ongevallen

Op de kanalen, rivieren en meren die Rijkswaterstaat en anderen in Nederland beheren zijn over 2018 meer scheepsongevallen geregistreerd dan in 2017, maar er waren minder slachtoffers.

De toename in het aantal ongevallen is te herleiden naar een verbeterde registratie en het lage water op de rivieren als gevolg van langdurige droogte.

Het totaal aantal geregistreerde scheepsongevallen steeg in 2018 naar 1.349. Dat zijn 215 ongevallen meer dan het voorgaande jaar. Onder het totaal van 1.349 ongevallen waren er 1.173 niet-ernstige scheepsongevallen (973 in 2017) en 176 ernstige scheepsongevallen, 15 meer dan in 2017.

dinsdag 16 juli 2019

Waterschap wil landelijke oplossing voor verwerking slib

Bij het schoonmaken van vuil water blijft slib achter. Op dit moment kan niet al het slib worden verwerkt door het Afval Energie Bedrijf (AEB). Ook in de rest van Nederland zijn er al langere tijd problemen met het verwerken van slib. Daarom luidt het Waterschap Amstel Gooi en Vecht nu de noodklok.

Al het vuile water van huishoudens en bedrijven mag niet zomaar terug naar de natuur. Daarom maken de waterschappen het eerst schoon in rioolzuiveringen. Bij het schoonmaken ontstaat een mengsel van vuil en bacteriën. Dit mengsel noemt men zuiveringsslib. Het slib gaat naar het Afval Energie Bedrijf (AEB) in Amsterdam. Zij verbranden het slib samen met ander afval en maken hier energie van.

Door werkzaamheden kan het AEB al een paar maanden minder slib verwerken. Daarom slaat men het slib op bij rioolwaterzuivering in Amsterdam Westpoort (foto). Het AEB geeft nu aan dat ze ook de komende maanden nauwelijks slib meer kunnen verwerken. Binnen enkele weken is er geen ruimte meer om nog meer slib op te slaan. Bij zware regen kan het slib uit de opslag wegspoelen naar het Noordzeekanaal. Dat willen we voorkomen omdat het slecht is voor de waterkwaliteit.

Dijkgraaf Gerhard van den Top: "Voor het waterschap heeft het de allerhoogste prioriteit dat onze rioolwaterzuiveringsinstallatie blijft functioneren. Zodat we het afvalwater van onze inwoners kunnen blijven zuiveren. Om dat voor elkaar te krijgen is het van groot belang dat we ons zuiveringsslib kwijt kunnen. Voor de komende weken hebben we hiervoor tijdelijke oplossingen gecreëerd, maar binnen enkele weken zijn er geen alternatieven meer. En kan dit probleem alleen opgelost worden met behulp van landelijke medewerking. Hierover zijn we met allerlei partijen zoals Rijkswaterstaat, provincies, Omgevingsdienst en het Rijk in gesprek. De tijd begint te dringen."

maandag 15 juli 2019

Kampeer op Pampus en verduurzaam het forteiland


Vanaf juli 2019 kun je kamperen op het onbewoonde eiland Pampus. Kampeerders steunen hiermee de restauratie en verduurzaming van Forteiland Pampus, onderdeel van het Unesco Werelderfgoed Stelling van Amsterdam.

Rondom het eiland zijn ’s nachts geen lichtbronnen, waardoor het een perfect plekje is om in de Randstad sterren te kijken.

Het fort op Pampus werd tussen 1887 en 1895 gebouwd en was vanaf het begin een zelfvoorzienend fort. Na enige jaren van verval heeft de stichting Forteiland Pampus het eiland nieuw leven ingeblazen en probeert zij het fort zelfvoorzienend en duurzaam te maken. Pampus heeft de ambitie om het historische toiletgebouw te voorzien van duurzaam sanitair, het paviljoen waar het bezoekerscentrum en het restaurant huist circulair te maken en de eigen energie duurzaam op te wekken. Om dit te bekostigen is de stichting een crowdfundingsactie gestart door een unieke ervaring - kamperen op een onbewoond eiland middenin de Randstad - te combineren met het steunen van de verduurzaming. Ook kamperen op Pampus?

Gedeputeerde Cultuur en Erfgoed Zita Pels: “De provincie wil het cultureel erfgoed behouden zodat ook de komende generaties ervan kunnen genieten. Dat gaat het beste als het erfgoed echt gebruikt wordt, nu en in de toekomst. Forteiland Pampus is daar een mooi voorbeeld van!” De provincie steunt daarom herbestemming en verduurzaming van leegstaand erfgoed. Voor het klimaat, maar ook om de kosten voor de eigenaar te verlagen.

vrijdag 12 juli 2019

Nieuwe zwaaikom en aangepaste invaart Zwarte Schaar gereed

De verdiepte zwaaikom en aangepaste invaart naar haven het Zwarte Schaar bij Doesburg zijn gereed. Hiermee is het mogelijk geworden dat klasse IV-schepen in de haven kunnen keren en niet meer, zoals voorheen, op de IJssel. Hierdoor verbetert de doorstroming en veiligheid op de vaarweg.

Begin november 2018 zijn de werkzaamheden aan de haven in het Zwarte Schaar te Doesburg gestart. Deze werkzaamheden bestaan uit het vergroten van de invaart van de haven, alsook het realiseren van een zogenaamde zwaaikom in de haven zelf. Ook is de zwaaikom inmiddels met een damwandconstructie afgeschermd van de hoofdvaargeul en is de scheepvaartmarkering vervangen.
Deze markering is nu verlicht en werkt op zonne-energie. De markering voldoet nu aan de eisen die Rijkswaterstaat in heel Nederland uniform toepast. Hiermee creëert Rijkswaterstaat een veilige en vlotte vaarweg. De afrondende werkzaamheden aan de oevers worden komende periode nog uitgevoerd.

Het project heeft bijzondere momenten gekend. Zo moesten door het lage water van de zomer 2018 de werkzaamheden worden opgeschoven. Door de lage waterstand was het niet mogelijk om te werken vanaf het water. Vlakbij, in het Gelderse Bronkhorst, kwam er in december een passerend schip overdwars te liggen. De aannemer van het project heeft toen op verzoek van Rijkswaterstaat met sleepboot en kraanschip het vastgelopen schip weer los getrokken.

Ook zijn er bij de werkzaamheden 2 botten van een volwassen mammoet opgegraven. De aannemer vond deze tijdens het baggeren van de zwaaikom in het Zwarte Schaar in Doesburg. De archeologische dienst is ingeschakeld en heeft de botten meegenomen. Na onderzoek blijkt dat het om 2 bekkenhelften van een mammoet gaat, die naar schatting tussen de 40.000 en 100.000 jaar oud zijn. Door de natheid zijn deze goed bewaard gebleven. Deze botten zijn tijdens de feestelijke opening ook tentoongesteld.

donderdag 11 juli 2019

'Klimaatrobuuste zoetwaterbeschikbaarheid vraagt andere oplossingen'

Zoetwaterbeschikbaarheid is na de langdurige droogte in 2018 een zeer actueel thema op de politieke agenda, zowel op nationaal regionaal niveau. Zoetwaterbeschikbaarheid komt ook uitgebreid aan bod in de initiatiefnota 'Droge Voeten: Voor een klimaatbestendig Nederland' van Tweede Kamerleden Tjeerd de Groot (D66) en Laura Bromet (GL).

De initiatiefnota bevat onder andere specifieke voorstellen met betrekking tot de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening. Op maandag 1 juli debatteert de Tweede Kamer over deze nota. Zoetwaterbeschikbaarheid is niet vanzelfsprekend met het oog op klimaatverandering en een toekomstige stijgende (drink)watervraag. Klimaatrobuust waterbeheer is daarom essentieel. Vewin verwelkomt dan ook de oproep van de Kamerleden om meer na te denken over een klimaatrobuust waterbeheer. Vewin heeft echter kritische punten bij de oplossingsrichtingen die ze voorstellen. Ook de kabinetsreactie op de nota van minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat is kritisch.

De minister van IenW heeft op 20 juni de kabinetsreactie op de initiatiefnota verstuurd. Het kabinet geeft in de reactie aan dat zoetwaterbeschikbaarheid inderdaad een urgent probleem is, maar is ook kritisch op een aantal voorstellen uit de Initiatiefnota, net als Vewin.

woensdag 10 juli 2019

Vooruitzicht Noorderzijlvest: maximaal 7,5% stijging lasten

Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest constateert in haar kaderbrief aan het algemeen bestuur dat het saldo van lasten en baten voor het watersysteem (over onze kerntaak veilig en voldoende water) volgend jaar maximaal 7,5 procent toeneemt.

Een groot deel daarvan zit in onvermijdelijke kosten die het waterschap gaat maken nu we (onder meer) nieuwe waterkeringen opleveren en moeten gaan onderhouden. Deze zogenaamde kapitaalslasten en de verwachte hogere loonkosten door nieuwe CAO afspraken tellen op tot 5,8 procent van de maximaal verwachte 7,5 procent stijging van de lasten. Met de resterende 1,7 procent verwacht het bestuur de inflatie op te vangen en (extra) maatregelen om de basis van onze voorzieningen op orde te houden.

Dat is geen grote financiële buffer. Daarom geeft het dagelijks bestuur nu al aan dat er keuzes aanstaande zijn in het ambitieniveau, tempo en fasering van werkzaamheden als bijvoorbeeld baggeren, beschoeiingen, kademuren, peilbesluiten en het actualiseren van de ‘Legger’ (dat is de verzameling kaarten waarop staat wie voor welke watergang, kade of dijk de onderhoudsplicht heeft). Voor het zuiveren van water voorziet het bestuur een stijging van de lasten van 2,6 procent. Dat is conform de uitgangspunten in het jaarplan 2019.

Deze keuzes worden voorgelegd in het jaarplan voor 2020 en de meerjarenraming tot 2023. Die worden in november aan het algemeen bestuur voorgelegd.

dinsdag 9 juli 2019

De bodem kan schade door droogte beperken of juist versterken

Toendra’s en bossen in Noord-Europa hebben vaker te lijden onder extreme droogte en hitte dan Mediterrane gebieden in Zuid-Europa. De bodem speelt een belangrijke rol in het bepalen van de klimaatbestendigheid van deze gebieden. Een bodem met gunstige eigenschappen verbetert het herstelvermogen van planten bij hitte en droogte, maar een ongunstige bodem draagt juist bij aan schade. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Wageningen University & Research.

De onderzoekers laten zien in welke mate planten in Europa beïnvloed worden door extreme droogte en hitte. Dit doen ze door te kijken naar de groenheid van de plant met behulp van satellietbeelden. “De groenheid van een plant wordt ook wel gezien als de mate van productiviteit,” legt dr. Titia Mulder uit, werkzaam bij de groep Bodemgeografie en Landgebruik van WUR en eerste auteur van het onderzoek. “Wanneer het groen afneemt in perioden van extreme hitte en droogte, betekent dit dat de plant minder productief is en droogteschade oploopt.” Het onderzoek baseert zich op 26 jaar aan maandelijkse gegevens over de groenheid van planten in heel Europa, verzameld tussen 1982 en 2008. Deze gegevens zijn vervolgens gekoppeld aan de maandelijkse meteorologische gegevens en bodeminformatie.

Bodems met ongunstige eigenschappen kunnen het effect van extreme hitte en droogte op de groenheid van planten versterken en het herstel vertragen. Bijvoorbeeld omdat planten niet diep genoeg kunnen wortelen om bij het grondwater te komen, of omdat de bodem van zichzelf niet diep genoeg is. Planten op een ‘gunstige bodem’ zijn bestendiger door de aanwezigheid van kleideeltjes, organisch materiaal en een goede bodemstructuur die beter water vasthoudt. Met name de aanwezigheid van symbiotische relaties tussen planten en bodemleven, bijvoorbeeld mycorrhiza, is zeer belangrijk voor planten om bestand te zijn tegen een veranderend klimaat. Zo’n symbiotisch netwerk maakt het voor sommige plantsoorten mogelijk om alsnog aan de benodigde voedingsstoffen te komen (afbeelding).

De mycorrhizal schimmel (witte draden) verlengt het wortelsysteem (bruin) van de plant en versterkt de capaciteit voor opname van voedingsstoffen (foto door: Rachael Kowaleski)

In heel Europa daalt de groenheid van planten wanneer ze getroffen worden door extreme hitte en droogte met 31%. Het verschil in groen is het sterkst na een maand en blijft tot ongeveer 4 maanden waarneembaar. De afname in productiviteit hangt sterk af van het klimaat-, vegetatie- en bodemtype. In het algemeen hebben planten in Zuid-Europa minder last van extreme hitte en droogte dan in Noord-Europa. In de Mediterrane is het effect minder sterk, omdat de planten hier zich hebben aangepast aan een droog en warm klimaat. Het gevolg is wel dat deze gebieden minder groen zijn, waardoor ze in het algemeen minder productief zijn en minder CO2 opnemen dan noordelijk gelegen gebieden met een koeler en natter klimaat. Juist deze gebieden, met name de taiga en boreale bossen, blijken erg gevoelig voor extreme droogte en hitte.

In de toekomst gaan we steeds vaker te maken krijgen met extreme droogte en hitte. Dit kan productieve ecosystemen zoals in Noord- en Oost-Europa uit balans brengen, waardoor ze minder in staat zijn om CO2 op te slaan. Het is daarom belangrijk dat toekomstig klimaatbeleid zich richt op het behouden en creëren van een gezond ecosysteem en bodemgesteldheid, met name in gevoelige ecosystemen.

maandag 8 juli 2019

Duits-Nederlandse hoogwaterconferentie in Arnhem

Nordrhein-Westfalen en Nederland blijven samenwerken op het gebied van hoogwaterveiligheid in het grensgebied tussen Duitsland en Nederland. Dat is de uitkomst van de Duits-Nederlandse conferentie “Water zonder grenzen/Wasser ohne Grenzen” die op 5 juli 2019 plaatsvond. De vorige hoogwaterconferentie was in Duitsland, dit jaar troffen ongeveer 200 gasten elkaar in het provinciehuis in Arnhem. Dit was de zevende internationale hoogwaterconferentie.

Partijen ondertekenden een vernieuwde bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst. De conferentie ging over grensoverschrijdende hoogwaterbescherming in het grensgebied tussen Nederland en Nordrhein-Westfalen. Naast diverse workshops presenteerden ze de onderzoeksresultaten van de gezamenlijke studie “Overstromingsrisico grensoverschrijdende dijkringen aan de Niederrhein”. Het onderzoek brengt de verschillen in de veiligheidsaanpak aan allebei de kanten van de grens in beeld en de huidige en toekomstige overstromingsrisico’s. Uit de studie blijkt dat beide landen actief werken aan de bescherming tegen overstromingen en dat beide landen van elkaar afhankelijk zijn ten aanzien van hoogwaterbescherming. Dit vraagt om het continueren van de samenwerking. Met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst herbevestigen partijen het gemeenschappelijke belang van het voortzetten van de grensoverschrijdende samenwerking naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek. De samenwerkende partners zijn het Ministerie van Milieu, Landbouw, Natuur- en Consumentenbescherming van Nordrhein-Westfalen, de Arbeitskreis für Hochwasserschutz und Gewässer in NRW e.V, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat van Nederland, provincie Gelderland, de waterschappen Rijn en IJssel en Rivierenland.

Sinds 1997 werken Nederland en de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen in de Duits-Nederlandse Arbeitsgruppe Hochwasser samen aan hoogwaterbescherming in het gezamenlijke grensgebied. Hierin participeren van beide landen de ministeries, waterschappen, provincies en gemeenten die zijn betrokken bij het waterbeheer en het beheer van de waterkeringen. De samenwerking richt zich op kennisuitwisseling, gezamenlijk onderzoek en het afstemmen van beleid. Vanuit dit perspectief is door de Duits-Nederlandse Arbeitsgruppe Hochwasser onderzoek gedaan naar de overstromingsrisico’s in het grensgebied.

vrijdag 5 juli 2019

Stationsbrug Middelburg in september op transport

De Stationsbrug is bijna 70 jaar oud. Om de brug in goede conditie houden vindt in de winter van 2019/2020 groot onderhoud plaats. De Stationsbrug gaat tijdelijk naar Krimpen aan den IJssel, waar de brug een uitgebreide behandeling krijgt. Na deze renovatie gaat de brug weer jaren mee.

Van maandag 23 september 2019 tot en met zondag 12 april 2020 wordt de Stationsbrug in Middelburg afgesloten voor het verkeer. Om de Stationsbrug in een goede conditie te houden gaat deze brug tijdelijk naar Krimpen aan den IJssel. Hier krijgt de brug een uitgebreide behandeling. In Middelburg vinden ook werkzaamheden plaats, zoals het opknappen van de pijlers en de landhoofden.
Het werk aan de brug brengt veranderingen met zich mee voor voetgangers, (brom)fietsers en de scheepvaart. Voetgangers kunnen tijdens de werkzaamheden gebruikmaken van een tijdelijke pontonbrug. (Brom)fietsers kunnen tijdelijk gebruikmaken van de nabijgelegen Schroebrug. Voor passerende schepen gaat de pontonbrug meerdere keren per dag open. De tijdelijke maatregelen zijn nodig tot het moment dat de brug wordt teruggeplaatst.

De renovatie van de Stationsbrug was in 2018 uitgesteld vanwege de vondst van chroom-6 in oude verflagen. In een speciale ruimte in Krimpen aan den IJssel worden de verflagen van de brug op een veilige manier verwijderd. In juli 2019 zal hiertoe nog een aanvullende proef worden gedaan aan de Stationsbrug in Middelburg.

Onderzeeboot Tonijn 25 jaar open voor publiek

Dit weekend viert het Marinemuseum dat onderzeeboot De Tonijn precies 25 jaar open is voor publiek. Een bijzonder gegeven, want in Nederland is er geen andere onderzeeboot open voor publiek. Op 6 en 7 juli zijn er de hele dag activiteiten voor kinderen en volwassenen: familietheater, je kunt naamborden schilderen en natuurlijk is er een ‘blauwe hap’. Alles in het kader van onderzeeboot de Tonijn.

Heel bijzonder is dat het museum de hand heeft weten leggen op de zware test die aspirant bemanningsleden werd afgenomen. Aan de hand van een aantal opdrachten kunnen bezoekers van jong tot oud zelf uitvinden of ze geschikt zijn voor een leven onder water. Aan boord van de Tonijn worden ze vervolgens ontvangen door de échte opvarenden die tijdens de Koude Oorlog door de selectie kwamen. Veel van de avonturen die ze meemaakten zijn nog steeds geheim.

Voor een toeslag van €2 koop je dit weekend een knipkaart die recht geeft op extra activiteiten: maak je eigen naambord, voltooi de fysieke test, voltooi de psychologische test, ga in gesprek met oud-opvarenden, neem een poster van de Tonijn mee en proef de ‘blauwe hap’.

woensdag 3 juli 2019

Subsidie voor herstel en behoud van Brabantse vennen

De provincie blijft investeren in het herstel van de Brabantse vennen. Van 20 juni tot en met 15 juli kunnen grondeigenaren weer inschrijven voor een subsidieregeling voor projecten die gericht zijn op het behoud en/of het herstel van vennen. Hiervoor is in totaal 1 miljoen euro beschikbaar.

Vennen zijn in het Brabantse landschap van groot belang voor de biodiversiteit. In totaal telt de provincie ongeveer 600 vennen. Dat is driekwart van alle vennen in Nederland. De afgelopen jaren is in het kader van de PAS-natuurherstelmaatregelen hard gewerkt aan het herstel van de vennen in de Natura 2000-gebieden. Die zijn het meest bijzonder en kwetsbaar. De nieuwe regeling is vooral gericht op het verbeteren van vennen búiten de Natura 2000-gebieden.

De herstelmaatregelen hebben goede resultaten, zo blijkt uit onderzoek. Bij het Vissersven op de Landschotse Heide zijn bijvoorbeeld in 2012 herstelmaatregelen uitgevoerd, bestaande uit het verwijderen van de laag organisch materiaal van de bodem en de oevers. De oevers zijn direct na het plaggen bekalkt. Al in 2014 zijn in het Vissersven verschillende kritische en karakteristieke soorten voor vennen aangetroffen, die in 2004 afwezig waren: waterlobelia, oeverkruid, gesteeld glaskroos, witte waterranonkel, moerassmele, vlottende bies, waterpostelein en duizendknoopfonteinkruid.

dinsdag 2 juli 2019

Maas en Waal klaar voor klimaatverandering

In 2050 moeten het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen klaar zijn voor extreem droge zomers en natte winters. Waterschap Rivierenland, provincie Gelderland en 30 gemeenten, bedrijven, natuur- en woonorganisaties hebben hiervoor afspraken gemaakt in de Regionale Adaptatie Strategie (RAS).

De Regionale Adaptatie Strategie is 12 juni gepresenteerd aan Deltacommissaris Peter Glas. Het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal is kwetsbaar voor klimaatveranderingen. Met de RAS maken we het gebied klaar voor extreem weer.

De Regionale Adaptatie Strategie richt zich o.a. op steden en dorpen met meer groen en minder steen, een anti-verdrogingsoffensief op stuwwallen en hittebestendige woningen. De deelnemende gemeenten werken de plannen verder uit in uitvoeringsprogramma’s.

De verandering van het klimaat met hete zomers en natte winters raakt alle grote provinciale thema’s zoals wonen, landbouw, natuur, recreatie, verkeer en vervoer. Klimaatadaptatie is dan ook één van de ambities in de omgevingsvisie Gaaf Gelderland.

maandag 1 juli 2019

MARIN test door kinderen bedacht ‘schip van de toekomst’

Vier winnende schoolklassen waren bij de prijsuitreiking van de wedstrijd ‘Ontwerp jouw schip van de toekomst’ van MARIN (Maritiem Research Instituut Nederland). Het winnende schip in de vorm van een zeilvis met optrekbaar zeil, een wrijvingsloze haaienhuid en een flexibele bewegende staart, werd vandaag getest in een van de testfaciliteiten bij MARIN.

Het idee voor deze wedstrijd ontstond toen MARIN vorig jaar als eerste onderzoeksinstituut ter wereld haar 10000e scheepsmodel testte. Directeur Bas Buchner: “We wilden na 10000 modellen niet achteruit kijken, maar vooruit. Daarom hebben we de kinderen van Nederland gevraagd na te denken over de schone, slimme en veilige schepen van de toekomst. En met geweldig resultaat: een containerschip in de vorm van een zeilvis, met netten om containers die dreigen overboord te slaan op te vangen. Voor zo’n goed idee heb je echt kinderen nodig!”

Er deden bijna honderd klassen en kinderen mee aan de wedstrijd. Soms werkte een klas met elkaar aan één ontwerp, soms maakte iedereen in de klas een eigen ontwerp. MARIN kreeg allerlei goede ideeën, tekeningen en filmpjes toegestuurd. Schepen met zonnepanelen, zeilen, windmolens en waterstofmotoren voor een schone voortstuwing, drijvende ziekenhuizen voor zeedieren, cruiseschepen met pretparken, chillrooms en escape rooms en slimme zelfvarende schepen met camera’s en radars.

Uiteindelijk heeft MARIN niet één winnaar gekozen, maar de beste ideeën van verschillende klassen gecombineerd tot het ontwerp van het ‘schip van de toekomst’. Daarvan is een echt schaalmodel gemaakt (Model 10075) dat vandaag werd getest in de grote testfaciliteiten van MARIN. Natuurlijk in het bijzijn van de winnaars: groep 7 en 8 van de Triangel in Ede, groep 8 van de Mariënborn in Oosterbeek en de Plusklas groep 5 van De Spiegel in Den Haag. Net als bij Model 10000, Zr. Ms. Den Helder als nieuwste schip voor de Koninklijke Marine, maakte MARIN van deze eerste proef een bijzonder moment met golven, licht en geluid.

Bas Buchner: “Het mooie is dat de kinderen naar de natuur hebben gekeken voor inspiratie: een gestroomlijnde vissenvorm, het optrekbare zeil van de zeilvis, een wrijvingsloze haaienhuid en een flexibele bewegende staart. Het zeil bestaat ook nog eens uit zonnepanelen, dus het heeft een dubbele werking. En wat een goed idee om netten aan het schip te maken om te voorkomen dat containers in zee terecht komen. Dat idee kwam binnen nadat een containerschip op 2 januari meer dan 300 containers verloor boven de Nederlandse Waddeneilanden. Echt een oplossing om over na te denken. En het geheel ziet er ook nog eens ontzettend gaaf uit!”

Alle klassen kregen een model van het schip van de toekomst mee voor in de klas. Het ‘schip van de toekomst’ wordt vanaf 1 september tentoongesteld in het Maritiem Museum in Rotterdam.