vrijdag 28 december 2018

Wetterskip Fryslân verduurzaamt slibverwerking in Friesland

Royal HaskoningDHV en Witteveen+Bos gaan Wetterskip Fryslân ondersteunen bij de verduurzaming van de slibverwerking in Friesland. Dankzij de inzet van innovatieve technologie gaan de kosten voor de slibverwerking omlaag en kan het waterschap voor ongeveer 30 procent in zijn eigen energiebehoefte voorzien. Met het project is de komende vijf jaar naar verwachting een investering van ongeveer 46 miljoen euro gemoeid.

Royal HaskoningDHV en Witteveen+Bos zijn in het recente verleden betrokken geweest bij een groot aantal van de gerealiseerde energiefabrieken met thermische drukhydrolyse-installaties in Nederland. Voor dit project bundelen ze voor het eerst hun krachten om gezamenlijk Wetterskip Fryslân te ondersteunen.

Voor het verwerken van afvalwater heeft Wetterskip Fryslân in zijn beheersgebied 27 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's) in bedrijf. In totaal worden er jaarlijks ongeveer 1.000.000 vervuilingseenheden biologisch gezuiverd en daarbij komt ongeveer 400.000 m³ ingedikt zuiveringsslib vrij. Momenteel wordt dat slib ontwaterd op de locatie Heerenveen en vervolgens afgevoerd naar de slibverbranding van SNB in Moerdijk. In de nieuwe opzet worden op de rwzi’s Leeuwarden en Heerenveen voorzieningen getroffen voor centrale duurzame slibverwerking.

Op de rwzi in Leeuwarden wordt de bestaande slibvergisting gerenoveerd en worden de biogasmotoren vervangen. Ook komt daar een nieuw slibontvangststation voor het slib van de noordelijke rwzi’s. In Heerenveen wil Wetterskip Fryslân een nieuwe installatie bouwen om het slib van de zuidelijke rwzi’s te vergisten, te ‘kraken’ in een thermische drukhydrolyse (TDH) en te ontwateren. Een TDH is te vergelijken met een grote hogedrukpan die het slib voorkookt, om de behandeling in de volgende processtap effectiever te maken.

Er wordt nu in Nederland al op een tiental locaties gewerkt met thermische drukhydrolyse, maar dat gebeurt dan voorafgaand aan het vergistingsproces. Wetterskip Fryslân gaat dat omdraaien. De verwachting is dat het vergiste slib na de hittebehandeling in een TDH beter ontwaterbaar is, zodat uiteindelijk een lager volume ontwaterd slib hoeft te worden afgevoerd. Tweede voordeel is dat er ook een reststroom met producten van het ‘kraakproces’ terug de vergistingstank in kan, zodat er extra biogas kan worden geproduceerd.

donderdag 27 december 2018

Permanent bellenscherm bij Amsterdamsebrug uitgezet

Er is weer voldoende wateraanvoer vanuit de Rijn dat de indringing van zoutwater in het Amsterdam-Rijnkanaal tegengaat. Rijkswaterstaat heeft 20 december 2018 daarom het permanente bellenscherm bij de Amsterdamsebrug uitgezet.

Als het door een nieuwe droogteperiode nodig is, kan het bellenscherm weer worden aangezet. Het scherm is een extra hulpmiddel tegen het indringen van het zoute water tijdens langdurige droge perioden, wanneer er door de rivieren onvoldoende wateraanvoer is.

Langs het Amsterdam-Rijnkanaal bevinden zich inlaatpunten voor de drinkwatervoorziening. Met het bellenscherm is ook tijdens de droogteperioden de kwaliteit van het drinkwater gegarandeerd.

maandag 24 december 2018

Nederland nomineert Nieuwe Hollandse Waterlinie als werelderfgoed

Het kabinet heeft besloten om de verdedigingslinie de Nieuwe Hollandse Waterlinie te nomineren voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De 19de en 20ste eeuwse verdedigingslinie ligt in het waterrijke gebied van Muiden, via Utrecht naar de Biesbosch. In januari 2019 dient minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de waterlinie in bij UNESCO als uitbreiding van het werelderfgoed de Stelling van Amsterdam.

De 85 kilometer lange linie met 45 forten, 6 vestingen en 2 kastelen vormt nu een groene en recreatieve gordel in een omgeving met een grote stedelijke dynamiek. Sinds de jaren ‘90 werkt Nederland aan het herstellen en ontsluiten van het erfgoed van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

In mei 2020 ontvangt Nederland van UNESCO een advies over de nominatie. Ondertussen vindt er samen met de betrokken provincies een effectonderzoek plaats. Het kabinet kijkt hier vervolgens naar. Bij een  positieve uitkomst  besluit het Werelderfgoedcomité van UNESCO in juni 2020 over de plaatsing van de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de Werelderfgoedlijst.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een uitbreiding van de Stelling van Amsterdam.  De Stelling van Amsterdam heeft sinds 1996 al de UNESCO status. Het voorstel is dat de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie straks samen het Werelderfgoed Hollandse Waterlinies vormen. De linies vertellen het verhaal van de verdediging van Holland als bestuurlijk en economische hart van Nederland. Dit verhaal willen we doorgeven aan toekomstige generaties.


vrijdag 21 december 2018

Bijzonder waterfilter voor Amphia Ziekenhuis

De gemeente Breda, waterschap Brabantse Delta, de provincie Noord Brabant, het drinkwaterbedrijf Brabant Water en Amphia gaan nauw samenwerken om een Pharmafilter-installatie te realiseren in de nieuwbouw van Amphia.

Een Pharmafilter-installatie zuivert het afvalwater van het ziekenhuis voor hergebruik. De zuiveringsinstallatie scheidt het vaste en vloeibare afval van elkaar, zuivert het water en ontdoet het van alle schadelijke stoffen voor mens, dier en milieu. Het vaste afval, dat biologisch afbreekbaar is, wordt vergist en dit levert biobrandstof op. Deze brandstof gaat in de vorm van warmte en elektriciteit weer terug het ziekenhuis in. De installatie heeft dus niet alleen belangrijke voordelen voor de patiënt en het verplegend personeel, maar het komt ook de hele leefomgeving van de regio Breda ten goede doordat onder andere medicijnresten uit het afvalwater worden verwijderd. De komende maanden start het aanbestedingstraject voor de aankoop en installatie van de Pharmafilter-installatie.

Op 11 december 2018 werd bij Amphia de overeenkomst voor deze samenwerking getekend door de 5 partijen. De samenwerking is bijzonder omdat het voor alle partijen een win-winsituatie is. Amphia wil graag een toekomstbestendig duurzaam ziekenhuis bouwen. Het waterschap wil minder medicijnresten en andere schadelijke stoffen lozen zodat de kwaliteit van het water in onze meren, beken en rivieren verbetert. Breda wil, ondersteund door de provincie, een groene gemeente zijn. Brabant Water stimuleert dit voorbeeldproject graag omdat dit een verbetering voor de gehele waterketen is. Jasper Meijer, projectdirecteur van Nieuw Amphia, is blij. “Ik ben er trots op dat zoveel partners zich inspannen om het Pharmafilter-systeem in de nieuwbouw van Amphia te realiseren.”

De installatie van deze filterinstallatie draagt bij aan de Green Deal, die Amphia en de gemeente Breda in 2015 ondertekenden. Daarin maakten zij afspraken over het zuinig en slim omgaan met energie, water, voedsel, afval en medicijnen. Andere duurzame ontwikkelingen zijn de plaatsing van 1744 zonnepalen op de parkeergarage, en klimaatplafonds en energiezuinige ledverlichting in en buiten het ziekenhuis om het energieverbruik terug te dringen. Ook een warmte koude opslag (WKO) en warmtepompen om de CO2-uitstoot met 80 procent te verminderen valt hieronder.

donderdag 20 december 2018

Waterschap Rijn en IJssel en GMB BioEnergie samen efficiënt slib verwerken

Slib nóg efficiënter en duurzamer verwerken. Dat is de doelstelling van waterschap Rijn en IJssel en GMB BioEnergie Zutphen. Het nieuwe contract dat partijen in augustus sloten omtrent het transport en de verwerking van zuiveringsslib, gaat straks verder dan alleen het operationele deel. Partnerschap, meer openheid en meer afstemming leidt tot een betere verwerkingsketen, meer duurzaamheid en lagere kosten voor beide partijen.

Het nieuwe contract, met een looptijd van tien jaar, gaat in op 1 januari 2019. De overeenkomst behelst het jaarlijkse transport en de verwerking van ongeveer 54.000 ton ontwaterd slib van de rioolwaterzuiveringen in Etten, Lichtenvoorde, Olburgen, Zutphen en InnoFase te Duiven.

Hoewel de samenwerking tussen Waterschap Rijn en IJssel al teruggaat tot 1989, kreeg GMB de opdracht gegund op basis van een openbare aanbesteding, middels een BVP-procedure. “De Best Value Procurement systematiek en de concurrentie hebben ons flink uitgedaagd om kritisch naar onze processen en prestaties te kijken”, bekent Gerrit Jan van de Pol, directeur bij GMB. “Maar we zien zeker mogelijkheden om het slib nog duurzamer en efficiënter te verwerken, bijvoorbeeld door het slibtransport beter in te richten.”

Voor Waterschap Rijn en IJssel zijn de stappen die straks gezet worden van groot belang. Antoinet van Helvoirt, waterschapsbestuurder: “In 2025 willen we volledig energieneutraal zijn. Een duurzamere verwerking van ons slib brengt dit doel dichterbij. Zowel het waterschap als GMB willen innoveren.” Van de Pol: “Wij zijn gespecialiseerd in het vergisten, ontwateren en biologisch drogen van zuiveringsslib. Tijdens deze processen winnen we bio-energie terug, maar ook nuttige grondstoffen zoals fosfaat, stikstof en andere organische stoffen. Deze stoffen weten we steeds hoogwaardiger te verwaarden.”

woensdag 19 december 2018

Impuls voor waterrecreatie in Noord-Holland

Het repareren van een sluis in Oudesluis, het opknappen van watersportvoorzieningen voor mindervaliden in de Loosdrechtse Plassen, het uitbreiden van het strand bij Schellinkhout voor kitesurfers en het aantrekkelijker maken van de historische trekvaart tussen Haarlem en Leiden voor vaarrecreanten. Deze en andere waterrecreatieprojecten krijgen een financiële bijdrage van de provincie Noord-Holland.

In totaal hebben Gedeputeerde Staten voor 2018 791.220 euro toegekend aan 16 waterrecreatieprojecten in Noord-Holland. Het voorstel wordt in maart 2019 in Provinciale Staten behandeld.

De provincie werkt samen met waterbeheerders en gebruikers aan betere vaarverbindingen, in combinatie met wandel- en fietsnetwerken en cultuurhistorische bestemmingen. Dit levert veel kansen op voor ondernemers in Noord-Holland.

dinsdag 18 december 2018

Kunstmatig koraal

Een groep wetenschappers is erin geslaagd miljoenen koraaleitjes op te zuigen van het Great Barrier Reef in Australië. Het doel is om hiermee kunstmatig nieuw koraal te kweken en zo het rif te herstellen. De wetenschappers zelf noemen het een ‘IVF-behandeling’.

Koraalriffen zijn onmisbare ecosystemen voor onze planeet, maar ze hebben zwaar te lijden onder klimaatverandering. Zo zijn in 2016 en 2017 delen van het Great Barrier Reef ernstig aangetast door verbleking als gevolg van opwarming van het zeewater. Ook andere op andere plekken in de wereld gaat het niet goed; op dit moment is ongeveer 70% van alle koraalriffen stervende. Wetenschappers vrezen dat, als we zo doorgaan, in 2050 90% van alle riffen dood is.

Maar er is een kans om de riffen te herstellen. Eén keer per jaar, in één nacht, laat het koraal van het barrièrerif massaal eitjes en spermacellen los. Die drijven in wolken naar de oppervlakte, waar ze met de stroom worden meegevoerd. Een internationaal onderzoeksteam ontwikkelde een methode om bevruchte eitjes met een pompsysteem op te zuigen en vervolgens op te slaan in tanks waarin ze kunnen uitgroeien tot larven. “Als het lukt om de eitjes te laten ontwikkelen tot larven en om ze vrij te laten op plekken waar het rif is beschadigd, dan zou een belangrijke belemmering voor herstel van de riffen zijn weggenomen,” zegt TU Delft-hoogleraar Mark van Koningsveld, die betrokken is bij het onderzoek.

Toch is het bijzonder dat er oplossingen gezocht worden voor het koraal. Want hoewel koraalriffen onmisbare ecosystemen zijn, is het moeilijk om de schade aan te pakken. De oceaan is namelijk niemandsland, zoals gesteld werd in de lezing ‘Over de oceanen’. “Bescherming van de oceaan is complex: sociale en economische belangen wegen zwaar. Voor elk aspect geldt een ander juridisch kader en er is geen regering die op al deze aspecten aan te spreken is,” stelde Carel Drijver, hoofd van het Oceanen en Kusten Programma van het Wereld Natuurfonds. De ‘IVF-behandeling’ van het koraal is een goed voorbeeld van hoe collectieve actie wél mogelijk is.

maandag 17 december 2018

Een nieuwe generatie schepen

Binnen 10 jaar is het zover: de vervangers van de M-fregatten, onderzeeboten,  mijnenjagers en het combat support ship, zullen kort na elkaar worden opgeleverd. Kenmerkend voor al deze schepen is dat de hoge automatiseringsgraad van de scheepssystemen, het opleidingsniveau en de samenstelling van de bemanning op elkaar zijn afgestemd. Hierdoor kun je in de toekomst met kleinere bemanningen veel meer doen dan vroeger het geval was. Daarover ging het symposium ‘Manning & Automation’ in Den Helder.

Op 1 november presenteerden onder andere TNO, Defensie, en de defensie-industrie (RH Marine, Thales, en Damen) onderzoeksresultaten van meer dan 30 deelprojecten en studies op het symposium Manning & Automation in Den Helder. Kapitein-luitenant ter zee technische dienst Ton van Heusden, manager van het programma ‘Manning & Automation’, adresseert de jonge generatie marinepersoneel in de zaal: “De dreiging wordt steeds complexer, sneller en gevarieerder. Willen wij hier beter op kunnen anticiperen, dan is een nieuwe generatie geavanceerde schepen onontkoombaar. Deze schepen zullen met steeds minder personeel worden uitgerust, waardoor innovaties in de ondersteuning van de bemanning aan boord noodzakelijk zijn. Een nieuwe generatie schepen uitgerust met een nieuwe generatie personeel.”

De partners in Manning & Automation richten zich op uitwisseling en integratie van informatie uit combat-, platform- en bridgemanagement systemen. Hierdoor ontstaan niet alleen betere systemen maar ook effectievere vormen van gebruik en samenwerking tussen de systemen en de bemanning. Van Heusden: ”Door informatie uit te wisselen tussen de systemen en met de bemanning, optimaliseren we de bedrijfsvoering aan boord en is de Marine in staat om betaalbaar met technisch hoogwaardige schepen te blijven varen. Maar dat is niet alles. De kennis die in Manning & Automation wordt ontwikkeld is niet alleen essentieel voor de Marine. Een onderzoeksinstituut als TNO kijkt naar intelligente autonome systemen die met mensen kunnen samenwerken terwijl industrie als Thales, RH Marine en Damen hun innovatieve slagkracht en innovatietempo kunnen vergroten. Iedere partner speelt zijn eigen cruciale rol. Er is een enorme drive om samen beter te worden!”

Een deel van de resultaten die op de innovatiemarkt zijn gepresenteerd wordt momenteel geschikt gemaakt voor implementatie op de schepen en is onderdeel van het eisenpakket van de nieuwbouwschepen. Voorbeelden zijn digitalisatie van battle damage repair, onderdelen van de informatie uitwisselingstructuur, automatisch re-configureren van koudwatersystemen en de effecten van bemanningsoptimalisatie op het ontwerp en de inrichting van operationele scheepsruimten.

Van Heusden: “Innoveren betekent dat onderzoekresultaten niet in de kast verdwijnen maar ook daadwerkelijk op de schepen worden gebruikt”. Een samenwerking als deze tussen Defensie, een onderzoeksinstituut, defensie industrie en de scheepsbouwer staat daarvoor garant. Reacties van de operationele marine medewerkers op de demo’s waren positief. “Als ik dat eerder had gehad dan zou dat mijn mensen veel tijd en irritatie hebben gescheeld, goed dat er aandacht is voor de operationele praktijk” aldus een voormalig commandocentrale officier in het publiek.


vrijdag 14 december 2018

Ondernemers verduurzamen waterkades Zuid-Holland

Acht MKB-ondernemers gaan op zoek naar nieuwe mogelijkheden om kades en oevers van waterwegen in Zuid-Holland te verduurzamen. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) stelt hiervoor samen met de provincie Zuid-Holland één miljoen euro beschikbaar via Small Business Innovation & Research (SBIR). Met dit bedrag zoeken ondernemers naar nieuwe mogelijkheden om de waterwegen duurzamer te maken en zo CO2 te besparen. Na beoordeling van de haalbaarheid krijgen twee ondernemers de kans hun innovatie te ontwikkelen. Dat maken staatsecretaris Keijzer (EZK) en gedeputeerde Rik Janssen (Zuid-Holland) vandaag bekend.

Staatssecretaris Keijzer (EZK): “De aanleg en het beheer van onze infrastructuur, ook van onze vaarwegen, kost energie. Energie die we het liefst duurzaam willen terugverdienen. Via deze SBIR-uitvraag zoeken we daarom naar nieuwe mogelijkheden om de CO2-uitstoot bij het beheer van onze vaarwegen te verkleinen of te compenseren. Onze mkb-ondernemers zijn hiervoor de aangewezen mensen, zij helpen ons uitdagingen zoals deze op te lossen. Door hen hierbij te stimuleren komen we sneller tot nieuwe oplossingen die we ook op andere plekken kunnen benutten. Bovendien dragen we ook bij aan de Klimaatdoelen van Parijs.”

Ondernemers worden via de SBIR Energietransitie Vaarwegen uitgedaagd om nieuwe producten of diensten te ontwikkelen om kades en oevers van de provinciale vaarwegen in Zuid-Holland (zie kaartje) energie te laten opwekken. Bijvoorbeeld door duurzame energiebronnen in kades te verwerken of door mogelijkheden te creëren energie op te slaan.

donderdag 13 december 2018

Nieuwe maatregelen tegen blauwalg

Het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Delft nemen samen maatregelen om de zwemplas in het Delftse Hout minder gevoelig te maken voor blauwalg. Hiermee wordt de kans vergroot dat er gedurende het buitenzwemseizoen in het Delftse Hout lekker lang kan worden genoten van zwemmen in natuurwater. De werkzaamheden starten op 10 december.

Delftse Hout is een populaire recreatieplek voor de inwoners van Delft en de omliggende gemeenten. De zwemplas is in de zomer een belangrijke trekpleister. Zwemmen in natuurwater is ook heerlijk, maar kent beperkingen, want gedurende warme maanden steekt blauwalg vaak de kop op.

Blauwalg hoort bij natuurwater. Maar door een te groot aanbod van voedingsstoffen en te weinig concurrentie, krijgt de bacterie bij warm weer de kans om zich razendsnel te vermenigvuldigen. En daar kunt u als zwemmer last van krijgen. Zwemmen in water met te veel blauwalg kan leiden tot klachten als jeuk en misselijkheid. Daarom nemen Delfland en Delft samen actie om de blauwalg op een duurzame manier tegen te gaan.

Hiervoor wordt een aantal maatregelen uitgevoerd: natuurvriendelijke oevers en drijfbladzones, meer variatie in de onderwaterwereld, nieuwe watergeulen en nieuwe verbindingen moeten op termijn leiden tot een beter ecologisch evenwicht in de zwemplas Delftse Hout. Hierdoor krijgt blauwalg minder kans. Ook wordt als proef een drijvend eiland in de plas gelegd waarop en waaronder planten en dieren zich kunnen ontwikkelen. Zo draagt het bij aan de biodiversiteit en een evenwichtige visstand.

woensdag 12 december 2018

Waddenfonds investeert 17 miljoen in Waddenregio

Het Waddenfonds draagt bijna 17 miljoen euro subsidie bij aan 6 grootschalige projecten van het Investeringskader Waddengebied (IKW).

Dankzij financiële steun van het fonds wordt voor in totaal € 30 miljoen aan investeringen mogelijk gemaakt in de Waddenregio. De projecten die door het Waddenfonds zijn gehonoreerd, investeren duurzaam in natuur, toerisme, landbouw en energie. Zo start een grootschalig onderzoek naar het ernstig aangetaste bodemleven in de Waddenzee. Ook vindt een experiment plaats naar de duurzame winning van energie uit de golfslag van zeewater.

"Wat vooral opvalt is het innovatieve karakter van de projecten en de samenwerking die partijen zoeken om plannen te realiseren", aldus voorzitter Henk Staghouwer van het Waddenfonds. "Als bestuur zijn we verheugd dat er met deze projecten weer nieuwe stappen worden gezet naar een betere bescherming van de natuur en een duurzame ontwikkeling van de economie in het gebied."
De 6 projecten zijn onderdeel van het Investeringskader Waddengebied (IKW), een meerjarig programma om grootschalige investeringen in het Waddengebied mogelijk te maken.

Voor de kust van Texel zal een pilot worden uitgevoerd met de Slow Mill, waarbij uit de golfslag van de zee duurzame energie wordt gewonnen. Tijdens de proef krijgen 100 huishoudens groene stroom van de Slow Mill.

Als de pilot goed uitpakt, wordt gekeken of alle Waddeneilanden op termijn zelfvoorzienend kunnen worden met de opwekking van golfenergie.

Voor de pilot is 4 miljoen euro beschikbaar, waarvan 2,5 miljoen vanuit het Waddenfonds.

De Rijksuniversiteit Groningen, het Koninklijk Nederlandse Instituut voor Onderzoek der Zee en Natuurmonumenten voeren de komende 4 jaar een groot onderzoek uit naar herstelmaatregelen van het bodemleven in de Waddenzee.

Door onder andere milieuvervuiling en bodemberoerende visserij is het ecosysteem en de voedselketen in de Waddenzee aangetast. Het onderzoek moet aantonen hoe op grote schaal zeegras, plankton en schelpdieren kunnen terugkeren in de Waddenzee.

Dat is nodig om het Wad als kraamkamer en fourageergebied voor vogels, vissen en zoogdieren op peil te houden. De kosten van het onderzoek zijn bijna € 6,5 miljoen. Het Waddenfonds draagt ruim € 4 miljoen bij.

Het Waddenfonds is een gemeenschappelijke regeling van de waddenprovincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland. Het fonds investeert in initiatieven en projecten die de ecologie en duurzame economische ontwikkeling van het waddengebied ontwikkelen.

dinsdag 11 december 2018

Nieuwe werkgeversvereniging sector waterschappen

De waterschapssector heeft sinds 6 december een gloednieuwe werkgeversvereniging, de Vereniging werken voor waterschappen (Vwvw). Deze vereniging zal vanaf 1 januari 2019 gaan werken aan een nieuwe, moderne cao voor de waterschappen en gelieerde organisaties. En neemt daarmee de werkgeverstaken over van de Unie van Waterschappen.

Dit is nodig vanwege de overgang naar het civiel recht: de wet op de collectieve arbeidsovereenkomst gaat gelden. Door een zelfstandige vereniging op te richten, kunnen ook bedrijven zoals de belastingkantoren uit de waterschapssector lid worden van de werkgeversvereniging en gebruikmaken van de cao. De werkgeversvereniging denkt ook mee over de invulling van werkgeverschap en goede arbeidsvoorwaarden.

Heel veel verandert er niet voor de medewerkers van de leden. Zowel de werkgeversvereniging als de vakbonden willen namelijk de huidige rechten en arbeidsvoorwaarden behouden en meenemen naar de eerste cao die zal gaan gelden vanaf 1 januari 2020. De werkgeversvereniging vindt het belangrijk om haar leden en de medewerkers van de leden te betrekken bij het gesprek over een nieuwe cao. De cao geldt tenslotte voor alle medewerkers in de sector.

maandag 10 december 2018

Tauw doet innovatieve metingen bij de IJssel

Vrijdag 7 december zijn Tauw en TU Delft innovatieve metingen gaan verrichten boven, naast en in de IJssel. Jetski’s, air drones en onderwaterdrones met camera’s en sensoren werden die dag ingezet. De metingen maken deel uit van het onderzoek naar nieuwe technieken voor het monitoren van rivieren die onder invloed van klimaatverandering en verstedelijking veranderen.

Het onderzoek maakt deel uit van het Europese project RECONECT. Dat staat voor ‘Regenerating ECOsystems with Nature based solutions for hydro-meteorological risk rEduCTion’. Hierin werken 37 internationale partners samen om de ‘Best Management Practices’ van het monitoren van rivieren uit te wisselen. Doelen zijn bijvoorbeeld het verminderen van risico’s op overstromingen en het verbeteren van de waterkwaliteit. Het consortium bestaat uit onderzoekers, industriële partners, grote adviesbureaus, middelgrote ondernemingen en lokale/regionale waterschappen.

Binnen RECONECT is Tauw verantwoordelijk voor het werkpakket ‘Demonstration’. Dit werkpakket streeft naar grensoverschrijdende kennisuitwisseling over natuurgebaseerde oplossingen die zijn aangetoond in verschillende EU-landen (onder andere Nederland, Frankrijk, Italië, Duitsland en Spanje) en door casestudies uit Thailand, Taiwan, Australië en Brazilië.

Het Tauw-project Stroomlijn, onderdeel van ‘Ruimte voor de Rivier’ van Rijkswaterstaat, is één van deze studies. In het kader van Stroomlijn worden op vrijdag 7 december door Nils van der Vliet metingen verricht bij de IJssel ter hoogte van het buurtschap Marle.

vrijdag 7 december 2018

Hogere dijken beschermen ons niet tegen water

Op de klimaattop in Katowice in Polen proberen de landen die het klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend, concrete maatregelen af te spreken. Nederland doet heel weinig aan CO2-uitstootreductie. We stoten relatief veel meer uit dan het wereldgemiddelde, en hebben die uitstoot nauwelijks verminderd in de afgelopen decennia. Nederland en andere rijke landen moeten dus snel en grondig het voortouw nemen. Nederland zal onder meer een antwoord moeten vinden op de zeespiegelstijging. Je hoort nog wel eens het argument dat klimaatverandering ‘onzeker’ is, maar dat geldt niet: die zeespiegel stijgt, de vraag is alleen hoe snel.

llereerst moeten we nationaal en internationaal de CO2-uitstoot reduceren naar nul. Maar we moeten ook landschap en bestuur aanpassen. Niet het inzakkende land in metselen in hoge dijken en duinen, en met zware gemalen de zoute kwel en het rivierwater weg te pompen. Wel met gecontroleerde overstromingen vanuit zeearmen voor natuurlijke opslibbing zorgen in kritiek lage gebieden. Dat dit werkt, laten voorbeelden uit het verleden zien, zoals het Verdronken Land van Saeftinghe in Zeeland dat nu meters hoger ligt dan de nabije, binnendijkse omgeving. Daarnaast verlaagt die ruimte de extreme hoogwaterstanden en geeft het gezondere ecosystemen. Dit is ook essentieel voor de zoute landbouw, visvangst en aquacultuur die we nodig gaan hebben.

LED verlichting voor veerhaven Texel

Rijkswaterstaat start begin 2019 met het verduurzamen van de openbare verlichting op de veerhaven van Texel. De openbare verlichting op de veerhaven (terrein en veerbrug) wordt vervangen door ledverlichting.

De totale vervanging van de openbare verlichting is naar verwachting eind juni 2019 gereed. Met de ledverlichting in de veerhaven zetten Texel en Rijkswaterstaat opnieuw een stap in de energietransitie.

Ledverlichting is energiezuiniger, gaat langer mee en geeft minder lichtvervuiling dan de huidige verlichting. Daarnaast wordt de verlichting op de veerhaven gedeeltelijk gedimd of gedoofd in de nachtelijke uren om de duisternis in het Waddengebied te versterken. Verder zal de nieuwe verlichting dezelfde kleur licht afgeven als de vernieuwde ledverlichting op het eiland, waardoor de nachtelijke oranje gloed boven de veerhaven tot het verleden behoort.

Sinds 2016 is de openbare verlichting op Texel al omgezet naar ledverlichting. Hiermee was Texel de eerste gemeente in Nederland met energieneutrale openbare verlichting. Tevens past het bij de ambitie van Rijkswaterstaat om het rijkswegennet te verduurzamen en energieneutraal te maken. Bij het ontwerp van de vernieuwde openbare verlichting houdt Rijkswaterstaat dan ook rekening met de uitgangspunten van het gemeentelijke beleid van Texel en de wensen van Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO).

Door een bestuurlijke overeenkomst tussen Rijkswaterstaat en de gemeente Texel, kan het werk worden gedaan binnen een bestaand contract tussen de gemeente Texel en Dynniq. Hierdoor is ook het onderhoud van de verlichting op de veerhaven tot 2031 gewaarborgd.

woensdag 5 december 2018

TU Delft onderzoekers naar Great Barrier Reef voor koraalherstel

Een team met onderzoekers van de TU Delft, Van Oord en het Australische onderzoeksinstituut CSIRO vertrekt deze week naar het Great Barrier Reef bij Australië om een nieuwe methode voor grootschalig herstel van koraal te testen. Bij deze rehabilitatie-methode worden koraaleitjes opgevangen op gezonde delen van het rif en later als koraallarven weer uitgezet op plekken waar het koraal moet aangroeien. Het werken met koraaleitjes is een beproefd concept dat al op kleine schaal en in tanks wordt toegepast. De onderzoekers gaan nu op locatie onderzoeken of dit proces is op te schalen door koraaleitjes op veel grotere schaal dan tot nu toe te verzamelen met behulp van aangepaste pompinstallaties zoals ook baggerschepen gebruiken.

Ergens in de vijf dagen na de volle maan in november is er één moment waarop het koraal van het Great Barrier Reef massaal haar eitjes loslaat in de oceaan; de zogenaamde ‘coral spawning’. De eitjes dwarrelen kort na de spawning naar het wateroppervlak waar ze afhankelijk van de stroming als een deken op het wateroppervlak bij elkaar kunnen drijven. De onderzoekers gebruiken een vliegtuigje om vanuit de lucht deze ronddrijvende eitjeswolken te lokaliseren. ‘Een spannend proces,’ zegt prof. Mark van Koningsveld van de TU Delft, ‘omdat we vervolgens met de boot met pomp- en onderzoeksapparatuur snel bij de eitjes moeten zijn voor de testen; een nieuwe kans om dit proces in de natuur te testen is er pas weer over een jaar bij de volgende spawning  van het koraal.’

De kwetsbare eitjes moeten levend de opslagtank bereiken. Om deze tocht zo soepel en veilig mogelijk te laten verlopen hebben de onderzoekers van TU Delft en Van Oord de afgelopen maanden hard gewerkt aan het optimaliseren van de pompsystemen. Zo moet de aanzuigmond goed aan de oppervlakte blijven drijven en mag bij het aanzuigen geen draaikolk ontstaan waardoor de kwetsbare eitjes mogelijk beschadigd zouden kunnen worden. Ook bleek dat pomptype een belangrijke ontwerpfactor was. De komende weken zal duidelijk worden hoe de systemen zich houden bij echte stroming en golven. De onderzoekers zullen in Australië twee soorten pompen en twee soorten opslagtanks gaan testen. Bij de testen in het laboratorium in Nederland gebruikten ze onder andere viseitjes, aalbessen, doperwten en gelballetjes om de structuur van koraaleitjes zo goed mogelijk na te bootsen. Het werken met echte koraaleitjes op het Great Barrier Reef, is een heel belangrijke volgende stap in het onderzoek.

Blijken de pompen en tanks een succesvolle manier om koraaleitjes op grote schaal te verzamelen en op te slaan zodat ze later kunnen worden losgelaten om te settelen op het rif, dan is dat een heel belangrijke stap voorwaarts voor grootschalige rehabilitatie van koraalriffen. ‘Op een schip zouden we wel twee miljard eitjes kunnen opslaan en vervoeren. Dat lijkt veel, maar is op de gezonde delen van het Great Barrier Reef maar een verwaarloosbaar deel van de totale beschikbare hoeveelheid. Als we die eitjes kunnen laten ontwikkelen tot larven en vervolgens kunnen loslaten op plekken waar het rif beschadigd is, en waar van nature dus bijna geen larven meer zijn, dan lossen we één van de belangrijkste bottlenecks voor herstel van dat soort riffen op. Voor een zo groot mogelijk positief effect is schaalgrootte essentieel, naast andere beheers- en beschermingsmaatregelen die uiteraard nodig blijven om zo gunstig mogelijke condities voor rifherstel te bewerkstelligen.’ aldus Van Koningsveld.

Steun initiatief passende vergoeding droogteschade

LTO Nederland steunt het initiatief van Droogteschade.nl om boeren te compenseren voor grondwateronttrekking. Door grondwater te gebruiken voor drinkwatervoorziening hebben agrariërs te maken met verminderende gewasopbrengsten. De droge zomer draagt bij aan de urgentie voor een redelijke schadeloosstelling, vindt LTO Nederland.

Afgelopen jaren heeft LTO Nederland vastgesteld dat de invloed van grondwaterwinning op de grondwaterstand, en daarmee de droogteschade, groter is dan waarvan werd uitgegaan. Dat blijkt uit publicaties en analyses van gezaghebbende hydrologen. Daarover heeft LTO Nederland meermalen via de vereniging van waterbedrijven Vewin met waterleidingbedrijven gesproken.

Drinkwaterbedrijven onttrekken ongeveer 750.000.000 m3 grondwater per jaar voor de drinkwatervoorziening. Ze zijn verplicht om de geleden schade te vergoeden die landbouwbedrijven als gevolg van het onttrekken van grondwater hebben. LTO-bestuurder Trienke Elshof:  “Al langere tijd is discussie over de vraag of de wijze waarop op dit moment tot schaderegelingen wordt gekomen, recht doet aan de belangen van benadeelde boeren. En of de daadwerkelijk geleden schade voldoende wordt gecompenseerd.”

LTO Nederland staat voor een redelijke compensatie voor boeren. Voor individuele boeren is het lastig uit te vinden of ze in aanmerking komen voor een vergoeding en wat de reële schade in hun situatie is. “We kennen leden die droogteschade ervaren, maar daar niet verder mee komen. Daarom steunen we dit initiatief. Dankzij deze collectieve aanpak ontstaat wellicht een nieuwe methodiek om tot schadebepaling te komen”, aldus de LTO-portefeuillehouder Ondernemer in een Gezonde Omgeving.

Droogteschade.nl is opgericht door juridisch adviesbureau Redbreast en tot stand gekomen in overleg met LTO Nederland. LTO en Droogteschade.nl streven er naar door in overleg met drinkwaterbedrijven tot goede regelingen te komen. Als dat niet lukt, kan worden besloten tot procedures richting waterwinbedrijven.

dinsdag 4 december 2018

Hoe een middeleeuws genie ons kan helpen droge voeten te houden

Wateroverlast bestrijden met behulp van oude stadskaarten. Het klinkt misschien vreemd, maar niet als je het doet met de kaarten van Jacob van Deventer. "Dit middeleeuwse genie kan ons helpen met onze klimaatproblemen", zegt historicus Menne Kosian.

Stortbuien en langdurige neerslag veroorzaken steeds vaker wateroverlast. Voor veel gemeenten kan dit in de toekomst voor problemen zorgen. Een aantal gemeentes zoekt nu met hulp van middeleeuwse kaarten naar oplossingen.

Menne Kosian is specialist watererfgoed van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. "Door oude historische kaarten op Google Maps te leggen, kun je snel zien waar die vergeten grachten, greppels, sloten en beken liggen. We hebben vroeger veel dichtgegooid, omdat we druk waren met de verstedelijking."

Maar tegenwoordig worden ze weer opgespoord en uitgegraven. Zoals in Arnhem, waar na 156 jaar de Sint Jansbeek weer door het centrum stroomt. "De beek helpt overtallig water op te vangen waardoor de mensen in het Spijkerkwartier droge voeten houden."

maandag 3 december 2018

Subsidieregeling Deltaplan Agrarisch Waterbeheer voor tweede keer opengesteld

Organisaties en bedrijven uit de agrarische sector die bezig zijn met activiteiten die de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater in onze provincie verbeteren, kunnen weer  gebruikmaken van subsidie. De activiteiten moeten bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en aan de internationale doelen, zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Nitraatrichtlijn. De provincie en de waterschappen stellen de regeling nu voor de tweede keer open. Aanvragen kan van 3 tot en met 31 december 2018.

In het beheergebied van waterschap Hunze en Aa's in de provincie Groningen kunnen landbouwbedrijven subsidie aanvragen voor het verminderen van de afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen, van het erf naar het oppervlaktewater en de riolering. In het Groningse beheergebied van waterschap Noorderzijlvest kan subsidie worden aangevraagd voor het verminderen van de erfafspoeling van gewasbeschermingsmiddelen, van akkerbouw- en melkveehouderijbedrijven, naar het oppervlaktewater en de riolering. De subsidie kan ook aangevraagd worden voor projecten ter verbetering van de bodemstructuur van gras- en akkerland. Deze projecten moeten bijdragen aan de vermindering van af- en uitspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, het tegengaan van verzilting en het vasthouden van zoet water in de bodem.

Het beschikbare subsidiebedrag bedraagt ruim € 900.000 voor het Groningse beheergebied van waterschap Hunze en Aa's en ruim twee miljoen euro voor het Groningse beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. Er gelden maximale vergoedingen voor de activiteiten. De provincie Groningen en de beide waterschappen dragen financieel bij aan het beschikbare subsidiebedrag. Aanvragen kan via de subsidiepagina op onze website.

vrijdag 30 november 2018

Waterinnovatieprijs 2018 uitgereikt

Een eenvoudige oplossing die ervoor zorgt dat dijken niet kunnen bezwijken door piping en ook nog eens goedkoper is. Een biologische zuiveringstechniek die ervoor zorgt dat water zo goed gezuiverd wordt dat zelfs de kleinste medicijnresten eruit verdwijnen. Boeren die zelf het waterpeil in hun gebied naar eigen behoefte kunnen inregelen én een project waar regenwater kan worden omgezet in drinkwater. Deze innovaties mogen zich de winnaars van de Waterinnovatieprijs 2019 noemen.

Op 29 november vond de jaarlijkse uitreiking van de Waterinnovatieprijs plaats in de Rijtuigenloods te Amersfoort. De Waterinnovatieprijs is een initiatief van de Unie van Waterschappen en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB Bank). Onder leiding van dagvoorzitter en filmmaker Suzanne Blonk hoorden Waterschapsbedrijf Limburg, waterschap Rivierenland en Deltares, het hoogheemraadschap van Hollands Noorderkwartier en PWN en het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden dat zij dit jaar de prijzen mee naar huis mochten nemen.

Uit de 123 inzendingen zijn zij door een deskundige jury gekozen als de winnaars in de categorieën Waterveiligheid, Schoon water, Voldoende water en Circulaire economie. De concurrentie was groot dit jaar. Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en voor het derde jaar op rij juryvoorzitter bij de Waterinnovatieprijs, was blij verrast over het hoge niveau van de inzendingen.

Visnet voor nieuwe ideeën

De waterschappen zijn altijd op zoek naar nieuwe manieren om waterbeheer beter, goedkoper en duurzamer te maken. De Waterinnovatieprijs is voor de Unie van Waterschappen een ideaal visnet om nieuwe, slimme ideeën op te halen en te delen. Dit jaar was er naast de vaste categorieën (Waterveiligheid, Voldoende water en Schoon water) bijzondere aandacht voor het thema circulaire economie. De waterschappen hebben dagelijks te maken met de gevolgen van klimaatverandering. Zij passen zich daarop aan, maar willen ook verdere klimaatverandering zoveel mogelijk beperken.

WINNAARS WATERINNOVATIEPRIJS 2018:

Grofzandbarrière - Winnaar Waterveiligheid

De grofzandbarrière van waterschap Rivierenland en Deltares laat het grondwater onder de dijk wel doorstromen, maar belemmert het uitspoelen van het fijne zand uit de kern van de dijk. Zo wordt bezwijken van de dijk voorkomen. Tot voor kort moest op locaties met weinig ruimte langs de dijk een beschermingsconstructie van beton, staal of kunststof worden aangelegd. Dat is met de grofzandbarrière niet meer nodig, waardoor veel kosten worden bespaard.

De New Hart-zuivering - Winnaar Schoon water

Komende jaren moeten waterschappen miljoenen investeren in extra zuiveringsstappen om medicijnresten uit het effluent te verwijderen. De uitdagingen waarvoor de waterschappen staan zijn lastig te integreren in de bestaande biologische zuiveringsconcepten, waarbij een effluent wordt geproduceerd dat maar net voldoende is om te lozen, maar zeker niet goed genoeg is voor hergebruik. De “New Hart- zuivering van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en PWN verwijdert in een keer al deze stoffen en zet die om in groen aardgas. De “New Hart”-zuivering maakt gebruik van een combinatie van fysisch-chemische technieken, waaronder geavanceerde membraantechnieken.

Boeren aan het roer - Winnaar Voldoende water

In veenweidegebied daalt de bodem doordat het grondwaterpeil in de zomer ver onder het oppervlaktepeil zakt. Door de veenbodem vochtig te houden, wordt de bodemdaling geremd en dit geeft het gebied weer perspectief. In deze praktijkproef van het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden sturen boeren zelf, via drukdrainage per perceel, op een stabiele grondwaterstand. Niet te droog en niet te nat, met als hoofddoel bodemdaling te remmen. Omdat de boeren zelf het gewenste grondwaterpeil instellen, levert hen dit veel inzicht op in de grondwaterstand in het perceel. Daardoor wordt ook het water- en bodembewustzijn verhoogd.

Super Local - Winnaar Circulaire economie

Het Super Local-project van Waterschapsbedrijf Limburg heeft als doel op een schaal van 125 woningen in Kerkrade de waterkringloop zo volledig mogelijk te sluiten. Regenwater wordt opgevangen, gebufferd en gezuiverd tot drinkwater. Afvalwaterstromen worden gescheiden, zwart water wordt op hyperthermofiele wijze vergist tot meststof en het grijze water wordt gezuiverd tot waswater. Met dit concept is het mogelijk om regenwater direct te benutten, zodat het niet in het riool terechtkomt. Daarnaast zijn er buffers beschikbaar om regenwateroverlast te voorkomen en de drinkwaterpiek in droge perioden op te vangen.

Koningshoeven NextGen - Winnaar Publieksprijs

“Geen druppel water zal het terrein verlaten, anders dan in de vorm van bier.” Dat is de ambitie van de trappistenbrouwers van de Abdij OLV Koningshoeven. Al jaren heeft de Abdij de wens om water op het terrein te houden, circulair te maken en nuttig te hergebruiken. Waterschap De Dommel wil daarnaast graag experimenteren met nieuwe waterzuiveringsconcepten, proeftuinen voor de toekomstige waterketen. De Abdij en het waterschap hebben elkaar gevonden en samen realiseren ze een ontwerp voor een nieuwe generatie waterbehandelingsconcepten.

donderdag 29 november 2018

Stichtse Rijnlanden maakt eerste ontwerpkaart waterpeilen Langbroekerweteringgebied

Tot en met 3 december 2018 kan iedereen reageren op de digitale concept-kaart van het ontwerp-peilbesluit voor de Langbroekerwetering. Op de kaart staan zowel de voorgenomen oppervlaktewaterpeilen als de meldingen die het waterschap, na een oproep over knelpunten in het oppervlaktewatersysteem, heeft binnen gekregen.

Het waterschap werkt al enige tijd aan een nieuw peilbesluit voor het gebied van de Langbroekerwetering. In een peilbesluit staat hoe het waterschap omgaat met de oppervlaktewaterpeilen voor het gebied.

Het ontwerp voor peilbesluit Langbroekerwetering is bijna gereed. Vóórdat de officiële inspraakprocedure van start gaat, kan iedereen zien wat de (mogelijke) wijzigingen zijn in de hoogte van oppervlaktewaterpeilen, welk peilbeheer wordt toegepast en hoe de peilgebiedsgrenzen lopen. Ook geeft het waterschap antwoorden weer op knelpunten in het oppervlaktewatersysteem die bewoners, gebruikers en eigenaren aan het waterschap heeft doorgegeven.

woensdag 28 november 2018

Klimaatverandering grote impact op Europa

Een temperatuurstijging van meer dan twee graden heeft grote impact op Europa. Dat blijkt uit een gedetailleerde studie door de Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie. De studie bevestigt hiermee het belang van klimaatadaptatie.

Op de klimaattop in Cancun in 2010 is voor het eerst afgesproken om de wereldtemperatuur niet verder te laten stijgen dan twee graden boven de temperatuur uit het pre-industriële tijdperk, rond 1750.  Uit de studie van de JRC blijkt nu duidelijk dat een temperatuurstijging boven de twee graden grote gevolgen heeft voor de Europese landen.

Zo is er een grotere kans op overstromingen en extreme weersomstandigheden. Aan de kust wordt de kans op overstromingen vijf keer zo groot als nu. Ook zou de welvaart binnen de EU met zeker twintig procent afnemen.
De onderzoekers wijzen daarom op het belang van maatregelen om zo’n ernstige temperatuurstijging te voorkomen. Als de stijging onder de twee graden blijft, zijn de gevolgen veel kleiner.

De studie bevestigt tegelijkertijd het belang van klimaatadaptatie, waarbij maatregelen worden genomen om de schadelijke gevolgen van klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken. Nederland zette op 20 november nog een belangrijke stap hierin.

Op die dag tekenden het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen het Bestuursakkoord Ruimtelijke Adaptatie. Met dit akkoord investeren de overheden gezamenlijk 600 miljoen euro in maatregelen die schade door droogte, hittestress en wateroverlast moeten beperken.

dinsdag 27 november 2018

Voldoende en schoon drinkwater in Flevoland

Provincie Flevoland vindt het belangrijk dat er in de toekomst voldoende en schoon drinkwater is voor alle Flevolanders. En dat er 'water op maat' is voor bedrijven. De verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van (grondwater)bronnen voor de openbare drinkwatervoorziening ligt bij de provincie. Met de toenemende vraag naar drinkwater en een grens aan de hoeveelheid duurzaam te winnen grondwater, wil Flevoland nu goed nadenken en de juiste beslissingen nemen voor de komende eeuw. Daarom heeft het college besloten om een drinkwaterplan te maken. Hierin werkt zij uit hoe de voorraad grondwater in Flevoland wordt ingezet voor de openbare drinkwatervoorziening. En welke andere bronnen er zijn voor de drinkwatervoorziening en voor bedrijfsmatige activiteiten. Onder meer drinkwaterbedrijf Vitens, groot belanghebbende bij het drinkwaterbeleid, wordt hierbij betrokken.

Flevoland zet grondwater van oudsher in als bron voor de openbare drinkwatervoorziening. In het zuidelijk deel van Flevoland ligt daarvoor een boringsvrije zone waarbinnen het diepere grondwater exclusief gereserveerd is voor de openbare drinkwatervoorziening. Alleen Vitens mag deze zone benutten om te kunnen voorzien in de drinkwatervraag voor Flevoland, maar ook voor een deel aan Utrecht en Gelderland. Het noordelijk deel van Flevoland krijgt haar drinkwater vanuit Overijssel. De hoeveelheid grondwater die wordt onttrokken, moet worden afgestemd op het risico van verzilting van het grondwater en verdroging van de natuur. Als dit plafond bereikt is, en dat kan komende eeuw aan de orde zijn, moet extra groei in de drinkwatervraag op een andere manier worden opgevangen. Gedeputeerde Jan de Reus: “We gaan daarom een traject in met het Flevolands drinkwaterplan. Natuurlijk gaan we ook met de buurprovincies praten om het drinkwaterbeleid af te stemmen.”


Bij het drinkwaterplan is een belangrijk uitgangspunt dat het beschikbare zoete grondwater zoveel mogelijk voor menselijke consumptie wordt gebruikt. Bedrijven kunnen hun water via het drinkwaterbedrijf krijgen of via nader uit te werken alternatieve bronnen. De bedoeling is dat het plan er eind 2019 ligt. De Reus: “Naast dat we kijken naar beschikbare bronnen, willen we ook kijken naar de vraagzijde. Welke innovaties en waterbesparingsmaatregelen kunnen we in Flevoland benutten? Waterbesparing en keteninnovatie zijn belangrijk om zo lang mogelijk met de beschikbare voorraad grondwater te doen.”

maandag 26 november 2018

Waterkwaliteit hoog op de agenda Wetgevingsoverleg Water

Vandaag vindt het Wetgevingsoverleg Water plaats in de Tweede Kamer. De vereniging Vewin vraagt in aanloop naar dit WGO bij de woordvoerders water van de Tweede Kamerfracties onder andere aandacht voor waterkwaliteit.

Waterkwaliteit is topprioriteit voor de drinkwatersector. De kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater is nog steeds niet op orde. De bronnen voor drinkwater worden bedreigd door verschillende verontreinigingen, daarom wil de drinkwatersector zo spoedig mogelijk nieuwe bestuurlijke afspraken over het beter beschermen van deze bronnen. Daarbij is het essentieel om de stap te maken naar afspraken over concrete maatregelen en resultaten. Doel van deze bestuurlijke afspraken is wat Vewin betreft het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water, en ook de aanpak van nieuwe uitdagingen zoals medicijnresten en opkomende stoffen hoort hierbij.

Vewin vraagt behalve aandacht voor waterkwaliteit in brede zin, ook aandacht voor de Ketenaanpak Medicijnresten uit Water, voor klimaatverandering en energietransitie en voor de gevolgen van langdurige droogte. Meer informatie is te vinden in het position paper WGO Water 26 november 2018.

vrijdag 23 november 2018

Twee nieuwe uitkijktorens bij Lauwersmeer

Er komen twee nieuwe uitkijktorens in het Lauwersmeergebied. Eén komt naast de zeearend bij de Vlinderbalg, de ‘landmark’ naast de weg naar Lauwersoog. De andere in de buurt van restaurant Suyderoogh bij Lauwersoog. Deze toren is speciaal ontworpen om ‘s nachts naar de sterren te kijken. De zijwanden kunnen naar voren worden geschoven, zodat sterrenliefhebbers geen stijve nek krijgen als ze achterover leunen. Het is de bedoeling dat de torens of 'hemelplatforms' voor het einde van het jaar klaar zijn.

De torens worden ongeveer drie meter hoog. Daarmee krijgen bezoekers een volledig ander perspectief op het meer dan met de voeten op de grond. Het platform geeft uitzicht over het meer en maakt het mogelijk de vormen van de vroegere zeebodem te herkennen.

De hemelplatforms zijn onderdeel van het project Rondje Lauwersmeer waarmee de 43 kilometer lange wandel- en fietsroute rond het Lauwersmeer wordt opgeknapt. De provincies Groningen en Fryslân en het Waddenfonds zijn hoofdfinanciers, daarnaast werken en financieren Staatsbosbeheer en recreatieschap de Marrekrite ook mee.

donderdag 22 november 2018

Eerste hoogleraar Ethics of Water Engineering

Prof. Neelke Doorn houdt op vrijdag 16 november haar intreerede als hoogleraar Ethics of Water Engineering. De TU Delft heeft daarmee wereldwijd de eerste leerstoel die zich specifiek richt op de ethische aspecten in waterbeheer en watertechnologie. De rede is vrijdag live online te volgen via Collegerama.

Hoe verenigen we maatregelen bij droogte met maatregelen tegen overstromingen? Hoe weegt het individuele belang bij ingrepen die een groot beslag doen op schaarse ruimte? Hoe verdelen we de risico’s en verantwoordelijkheden tussen de overheid en burger?

‘Door klimaatverandering, demografische ontwikkelingen en een veranderende rol tussen burger en overheid, roepen veel van de huidige wateruitdagingen dringende vragen op’, zegt prof.dr.mr.ir. Neelke Doorn in haar intreerede. ‘Deze vragen rondom water zijn niet louter technisch van aard, maar ook ethisch. De TU Delft heeft de urgentie van deze problematiek erkend en biedt mij de mogelijkheid om invulling te geven aan de leerstoel Ethics of Water Engineering. Dit is wereldwijd de eerste leerstoel die specifiek kijkt naar de ethische aspecten in waterbeheer en watertechnologie.’

Doorn gaat in haar intreerede met name in op het ideaal van veerkracht. ‘Dit speelt een steeds grotere rol in het waterbeleid. Onder de noemer veerkracht, verwacht de overheid steeds meer dat de burger zelf een actieve bijdrage levert aan de klimaatbestendigheid van zijn of haar leefomgeving, waarbij iedereen, zij het op verschillende wijze, zijn of haar steentje bijdraagt. Maar dit roept meteen ook  vragen op over de verdeling van verantwoordelijkheden. Zonder oog voor de verschillen in mogelijkheden van de burgers, dreigt het ideaal van veerkracht grote ongelijkheden te creëren, met gevolgen voor de leefbaarheid van de stad en wijk. Dit is een belangrijk thema, vooral voor beleidsmakers bij de gemeente en waterschappen, maar ook voor stedenbouwkundigen en planologen.’

Doorn geeft het voorbeeld van de aanleg van het Truus Mastpark in de wijk Altrade in Nijmegen-Oost. ‘Voorheen stond hier een zwembad. Toen het zwembad werd afgebroken, hebben de - veelal hoogopgeleide - bewoners de bestemming weten te wijzigen naar ‘groen’, zodat er geen nieuwbouw kwam. Daarvoor in de plaats kwam hier een park, op initiatief van de bewoners. Zij wisten daarbij hun weg in het subsidielandschap van de gemeente goed te vinden. Dit park draagt zeker bij aan de klimaatbestendigheid van de wijk en het past heel goed in de zogenaamde veerkracht-benadering.’

‘Maar is iedereen hiertoe in staat?’, vraagt Doorn zich af. ‘Als een veerkrachtige stad betekent dat de burger meer zelf moet doen en de overheid zich tegelijkertijd terugtrekt, zou dat ook kunnen betekenen dat er ongewenste verschillen ontstaan. Als we niet goed oog hebben voor de mogelijkheden en vermogens die verschillende groepen mensen hebben, dan dreigt dit veerkracht-ideaal tot grote ongelijkheden te leiden.’

woensdag 21 november 2018

Rijkswaterstaat gunt beheer en onderhoud Amsterdam-Rijnkanaal, Merwedekanaal en Lekkanaal aan combinatie ‘PARK’ (Van den Herik/BAM)

Rijkswaterstaat heeft het onderhoud van het Amsterdam-Rijnkanaal, het Merwedekanaal en het Lekkanaal definitief gegund aan de combinatie bestaande uit Van den Herik-Sliedrecht en BAM.

Onder de naam ‘combinatie PARK’ starten zij per 1 januari 2019 het dagelijks beheer en onderhoud van het Amsterdam-Rijnkanaal, het Merwedekanaal en het Lekkanaal.

De werkzaamheden bestaan onder andere uit het onderhouden van de sluiscomplexen en diverse andere kunstwerken en het onderhouden van de vaarwegen met de bijbehorende oevers, waterkeringen en bodems. Ook incidentbestrijding, hoogwaterondersteuning en gladheids- en ijsbestrijding op/bij de sluiscomplexen hoort daarbij. Naast het dagelijks onderhoud voert de combinatie specifieke activiteiten uit ter verbetering van het te onderhouden areaal.

Rijkswaterstaat en combinatie PARK hebben gezamenlijk het contract ondertekend voor beheer en onderhoud in de regio Midden-Nederland. Het gaat om een contract voor 5 jaar.

Rijkswaterstaat selecteerde de marktpartij bij deze aanbesteding op basis van de Best Value Aanpak. Een aanpak waarbij de marktpartijen uitgedaagd worden om hun expertise maximaal te laten zien en zich te onderscheiden op de doelen van Rijkswaterstaat. De combinatie PARK realiseerde hierbij de hoogste waarde voor de laagste kosten op de criteria beschikbaarheid, inzicht in het areaal, tevredenheid van de gebruikers/omgeving en zo groot mogelijke bijdrage leveren aan duurzaamheid.

dinsdag 20 november 2018

Bouwen van dammen en reservoirs leidt tot watertekort

Het bouwen van grote waterreservoirs leidt tot meer waterverbruik op de lange termijn, wat resulteert in lange periodes van droogte en watertekort in benedenstroomse gebieden. Dit concludeert een multidisciplinair team van tien droogte-onderzoekers, waaronder wetenschappers van de Universiteit Utrecht, in een artikel in Nature Sustainability. De onderzoekers raden aan om meer tijd en energie te steken in het terugdringen van de vraag naar water dan in het vergroten van de watertoevoer.

Het onderzoeksteam, waaronder hydroloog Niko Wanders van de Universiteit Utrecht, laat zien dat het bouwen van dammen en reservoirs een van de meest gebruikte methoden is in het tegengaan van droogte en watertekort. Hoewel dit een gemakkelijke oplossing lijkt, heeft het negatieve bijeffecten, legt Wanders uit. “Meer watertoevoer leidt tot een grotere watervraag, waardoor de voordelen van een reservoir weer worden ondermijnd. Dit kan leiden tot een vicieuze cirkel waarbij een nieuw tekort wordt opgelost door meer reservoiropslag en dus meer consumptie, tot het volgende tekort zijn intrede doet.”

De groep wetenschappers noemt deze vicieuze cirkel het reservoireffect. Dit effect beschrijft de gevallen waarin een te grote afhankelijkheid van waterreservoirs de potentiële schade door droogte en watertekort verhoogt. Uitbreiding van reservoirs verlaagt vaak de noodzaak om voorbereid en aanpassingsklaar te zijn, waardoor de negatieve impact van een watertekort groter is.

Het is niet duurzaam om een watertekort, dat wordt aangewakkerd door een verhoogde toevoer, te bestrijden met een nog grotere toevoer. De onderzoekers raden daarom aan minder afhankelijk te zijn van grote waterinfrastructuren als dammen en reservoirs, en meer tijd en energie te steken in waterbesparende maatregelen, zoals efficiënte irrigatie. Dit vermindert de lokale watervraag en daarom ook de vraag naar water uit stuwdammen en reservoirs. Dit zorgt ervoor dat er minder water nodig is voor irrigatie in tijden van droogte.

In Nederland ligt het waterverbruik per hoofd van de bevolking hoog. Tijdens een periode van droogte zoals afgelopen zomer is het bouwen van waterreservoirs in Duitsland en Zwitserland geen duurzame oplossing, zo laten de onderzoeksresultaten zien. Wanders: “Om de uitdagingen van een veranderend klimaat met meer droogte en watertekort te kunnen hanteren zullen we structurele maatregelen moeten bedenken om de Nederlandse waterconsumptie te verlagen”.

vrijdag 16 november 2018

Vis zwemt weer in en uit dankzij Kierbesluit

Ze hebben er even op moeten wachten, maar sinds 15 november is het officieel zover: vissen kunnen bij de juiste waterstanden weer vrij het Haringvliet in en uit zwemmen. Het zogenoemde ‘Kierbesluit’ maakt dit mogelijk.

Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) verrichtte de symbolische handeling waarmee de Haringvlietsluizen voortaan op een kier gezet kunnen worden.

Gedeputeerde Rik Janssen was aanwezig namens de provincie Zuid-Holland: “De inwerkingtreding van het Kierbesluit is een grote stap voorwaarts voor de natuur. Het Haringvliet wordt zouter en vissen kunnen weer in en uit zwemmen. Er was veel voorwerk nodig om dit mogelijk te maken. Zo mogen de veiligheid de zoetwaterwinning en de landbouw niet in gevaar komen. De provincie Zuid-Holland droeg bij aan verschillende voorbereidende maatregelen, zoals oeverversterkings- en natuurprojecten op Goeree-Overflakkee en in de Hoeksche Waard.”

De Haringvlietsluizen werden op 15 november 1971 officieel in gebruik genomen door Koningin Juliana. Vanaf dat moment was het Haringvliet permanent afgesloten van de open zee. De Haringvlietsluizen leveren een grote bijdrage aan de bescherming tegen overstromingen en de beschikbaarheid van zoetwater in West-Nederland. De bijzondere natuur van het deltagebied ondervond echter nadeel van de afsluiting. Vissen konden niet meer vrij van zee naar rivieren als Maas en Rijn zwemmen en andersom. Doordat het water van het Haringvliet steeds minder zout werd, verdwenen ook de planten en dieren die juist van zo’n omgeving houden.

Met het Kierbesluit wordt nu een derde functie toegevoegd aan de Haringvlietsluizen: een betere passeerbaarheid voor trekvissen zoals zalm en zeeforel. Door de sluizen – als de waterstanden dat toelaten – regelmatig op een kier te zetten kunnen deze trekvissen weer volop naar de rivieren zwemmen om hun eieren af te zetten. Doordat het water ook weer langzaam zouter wordt, kunnen – met name in het westelijk deel van het Haringvliet – ook de bijzondere soorten planten, vogels en andere dieren die daarbij horen weer terugkeren. De veiligheid en de zoetwatervoorziening blijven bij dit alles gegarandeerd.

Het Haringvliet is in combinatie met De Biesbosch eind 2016 na een publieksverkiezing uitgeroepen tot een van de Mooiste Natuurgebieden van Nederland. De beide gebieden presenteren zich sindsdien onder de gezamenlijke naam NLDelta Biesbosch-Haringvliet. Verschillende overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties zetten zich in voor het behoud van de gebieden en voor het benutten van de mogelijkheden voor mensen die hier van de natuur willen genieten. De provincie Zuid-Holland is 1 van die partijen. Nu het Haringvliet weer een open verbinding met de zee krijgt ontstaat nieuwe dynamiek in het gebied. Dit biedt ook weer kansen voor natuurontwikkeling en natuurbeleving.

donderdag 15 november 2018

Bouw zeesluis IJmuiden; zoutvang bouwen tegen verzilting

Met het bouwen van de nieuwe zeesluis in IJmuiden staat Rijkswaterstaat voor een uitdaging: hoe houden we de verzilting van het kanaal in toom? Los van de klimaatverandering, die het zoet water onder druk zet, komt er bij het schutten in de nieuwe sluis meer zout in het kanaal dan nu het geval is. Rijkswaterstaat neemt hiervoor maatregelen.

De nieuwe zeesluis in IJmuiden zal een stuk groter zijn dan de huidige Noordersluis: met een afmeting van 70 m breed, 500 m lang en 18 m diep wordt de nieuwe zeesluis de grootste ter wereld. ‘Dat betekent dat er met het schutten meer zout water het kanaal binnenstroomt dan nu het geval is’, vertelt Wouter Bulthuis, omgevingsmanager van het project Selectieve Onttrekking Zoutwater IJmuiden. ‘Per schutting komen er ongeveer 40 vrachtwagens strooizout extra het kanaal binnen in vergelijking met het schutten in de Noordersluis. Dat is erg veel.’ Op de achtergrond speelt er nog iets anders mee, schetst hij. ‘Als gevolg van de klimaatverandering stijgt de zeespiegel. Dat betekent dat er meer zout zeewater in het Noordzeekanaal zal stromen. Ook zal er als gevolg van de druk van het zeewater meer grondkwel in de lage polder komen. Vooral in droge perioden kan deze verzilting nadelig zijn voor de natuur, land- en tuinbouw en de drinkwatervoorziening in de omgeving van het Noordzeekanaal.’

Rijkswaterstaat neemt maatregelen om te voorkomen dat er meer zout het kanaal instroomt als gevolg van het groter worden van de zeesluis. Dit houdt in dat er een zogenaamde zoutvang wordt gebouwd in het toeleidingskanaal van het Noordzeekanaal. ‘Die zoutvang moet je je voorstellen als een soort brievenbus die door een gleuf zout water onder uit het kanaal afvoert naar zee.’ Bulthuis legt uit hoe de ‘brievenbus’ werkt. ‘Zout water is zwaarder dan zoet water, waardoor het water in het kanaal gelaagd is. Onderin zit het zoute water en bovenin het zoete water. Het gemaal in het Noordzeekanaal zorgt ervoor dat we met deze brievenbusconstructie zo veel mogelijk zout water terugpompen of -spuien naar zee. De zoutvang houdt het zoete water tegen. Daarom noemen we deze maatregel ook wel selectieve onttrekking. In Den Helder wordt deze oplossing op kleinere schaal al met succes toegepast.’

Op dit moment laat Rijkswaterstaat een ontwerp voor de zoutvang maken en het contract voor de uitvoering opstellen. ‘De opdracht komt in 2019 op de markt, eind 2020 of begin 2021 start dan de bouw.’ De nieuwe sluis is een jaar eerder klaar dan de zoutvang. Hoe gaat Rijkswaterstaat die periode overbruggen? Bulthuis: ‘Daar nemen wij tussentijdse maatregelen voor. Dat kan bijvoorbeeld effectiever schutten zijn, waardoor er minder zout water vrijkomt, of langer gebruikmaken van de Noordersluis. Een definitief maatregelenpakket volgt nog.’

Wat volgens Bulthuis een grote uitdaging vormt bij het ontwerpen van de zoutvang, is het bepalen van de effectiviteit. ‘We moeten echt op zoek naar de perfecte locatie in het toeleidingskanaal. We kijken daarbij naar de waterstroom. Het is belangrijk dat de zoutvang op een plek komt waar zo min mogelijk turbulentie ontstaat, anders vermengt het zoute water zich te veel met het zoete water. Dat willen we natuurlijk voorkomen.’ Ook de inpassing van de zoutvang in de omgeving ziet Bulthuis als een pittige klus. ‘Het Noordzeekanaalgebied is een omgeving waar op dit moment volop activiteiten plaatsvinden op een relatief klein oppervlak. Door het gebrek aan ruimte wordt het nog een heel gepuzzel om alles op z’n plek te krijgen.’

woensdag 14 november 2018

Enschedeërs peilen grondwater via Internet der dingen

In Enschede start een nieuwe benadering van de grondwaterproblematiek: bewoners gaan zelf hun grondwaterstand meten. Dit in het kader van de Citizen Science-pilot Grondwater peilen, gecoördineerd door DesignLab Universiteit Twente. De eerste peilbuizen gingen eind oktober bij elf Enschedese huishoudens de grond in. Binnenkort komen daar 'slimme' open source-sensoren bij, die via het Internet der dingen inzicht geven in het grondwaterpeil.

Al langer kampt Enschede met een hoog grondwaterpeil. Tegelijk komen er meldingen van natte kelders uit verschillende plekken in de stad. Tot nu toe is het verband hiertussen niet duidelijk, en zijn oplossingen beperkt gebleven. In dit nieuwe project geven slimme sensoren in de peilbuizen via het ‘Internet der dingen’ direct inzicht in de grondwaterstand van de bewuste Enschedese kavels.

Deelnemers kunnen de waterstand zelf direct inzien via smartphone en tablet, en wisselen hun ervaringen uit met elkaar én de projectpartners tijdens drie bijeenkomsten. Ook staat een publieke afsluiting op de planning begin 2019, om ook andere geïnteresseerden mee te nemen in de projectresultaten.

“Door heel lokaal te meten, ontstaat een nieuwe, transparante benadering voor het grondwater-probleem. Niet één instantie of individu bepaalt of er een verband bestaat tussen het grondwaterpeil en water in de kelder, maar dat doen we samen,” licht projectleider Maya van den Berg toe namens DesignLab Universiteit Twente. “Met bewoners, bedrijven, ambtenaren en onderzoekers. Door het belichten van meerdere invalshoeken kom je tot gebruiksvriendelijkere en beter toepasbare oplossingen.”

Partners in het project zijn Universiteit Twente, gemeente Enschede, Saxion Hogeschool, VRM Levellog, Things Network Twente en Twente47.

dinsdag 13 november 2018

Schieraal ‘s nachts voorrang op bellenscherm

De jaarlijkse trek van schieralen naar zee via het sluizencomplex IJmuiden is sinds kort weer op gang gekomen. Om die reden zet Rijkswaterstaat de bellenschermen in de Noordersluis, een maatregel tegen toename van verzilting van het Noordzeekanaal, ’s nachts uit. Rijkswaterstaat kiest ervoor om de trek van de schieralen niet te veel te verstoren.

Elk najaar, van oktober tot in januari, zwemmen volwassen palingen (schieralen) naar zee om zich voort te planten. Dat voortplanten doen ze na een 6000 km lange reis, dwars door de Atlantische Oceaan tot ze in de Sargassozee nabij de Caraïben zijn aangekomen. Ongeveer 10% van de Nederlandse populatie gaat naar de zee via IJmuiden. Door de droogte is de vismigratie wat vertraagd, maar na de neerslag van afgelopen week is de migratie van de schieraal op gang gekomen.

In het Noordzeekanaal stroomt zoutwater over de bodem vanuit IJmuiden richting Amsterdam. Om verzilting tegen te gaan, zetten we sinds september 2018 twee bellenschermen in aan weerszijden van de Noordersluis. Het geleidelijk toenemende zoutgehalte in dit kanaal in de richting van IJmuiden, is voor de trekvissen de manier om langzaam te wennen aan het hogere zoutgehalte van het water. Schieralen uit de wijde omtrek maken daarom juist gebruik van het Noordzeekanaal om naar zee te zwemmen. Het Noordzeekanaal is voor de schieralen dus een belangrijke route. Uit onderzoek is ook gebleken dat de vissen vooral door de spuisluizen en de Noordersluis trekken, maar de bellenschermen belemmeren de doorgang van deze trekvis.  De bellenschermen zijn vanwege de drukverschillen voor vissen slecht te passeren. Bij het zoeken van een uitweg bestaat de kans dat de vissen terechtkomen in de pompen van het gemaal, wat ze vaak niet overleven.

Om de trekvissen doorgang te geven naar zee, zet Rijkswaterstaat de bellenschermen bij de Noordersluis van 18.00 uur tot 07.00 uur uit. Dit doen we ’s nachts omdat in IJmuiden ruim 80% van de dieren alleen in het donker actief is. Overdag gaat het bellenscherm weer aan om verzilting tegen te gaan. Deze maatregel is verantwoord met het oog op de huidige en toekomstige omvang van de wateraanvoer via het Amsterdam-Rijnkanaal.

maandag 12 november 2018

Nieuw computermodel voorspelt medicijnresten in Europese rivieren

Wetenschappers van de Radboud Universiteit en de Universiteit van York in Groot Brittannië hebben een geavanceerd computermodel ontwikkeld om medicijnresten in Europese rivieren te voorspellen. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Science & Technology.

Medicijnresten in rivieren worden op verschillende plekken in de wereld gemeten. Voor veel landen ontbreken dergelijke meetgegevens. Het nieuwe model stelt wetenschappers en de farmaceutische industrie in staat om de concentraties van medicijnresten in nu nog ontbrekende Europese rivieren te schatten. Ook kan het in de toekomst worden uitgebreid zodat het de hele wereld afdekt.

De voorspellingen van het model, dat wordt aangeduid met het acroniem ePiE (‘exposure to Pharmaceuticals in the Environment’), zijn gebaseerd op gebruiksgegevens van medicijnen in EU-lidstaten, waarbij rekening wordt gehouden met zaken als bevolkingsdichtheid, klimaat en waterafvoer.
Tijdens een pilotonderzoek is het model gebruikt om medicijnresten in het stroomgebied van de Ouse in Groot-Brittannië te voorspellen. Er werden drie medicijnen geïdentificeerd die een mogelijk risico voor vissen vormen: een antidepressivum, een antihistamine en een pijnstiller.

Professor Ad Ragas van de afdeling Milieukunde van de Radboud Universiteit en medeauteur van het artikel: ‘Dit model stelt ons in staat om zogenaamde hotspots te identificeren, dat wil zeggen locaties waar de risico’s van medicijnresten het grootst zijn. Daarnaast maakt het model duidelijk welke medicijnen het meest aan die risico’s bijdragen. Om medicijnresten te meten moet je een watermonster uit de rivier nemen en dit wordt dan in het laboratorium met gevoelige apparatuur geanalyseerd. Dit is kostbaar en tijdrovend; het zou een enorme opgave zijn om alle Europese rivieren op die manier door te meten.’

vrijdag 9 november 2018

Open dag bij MARIN op zaterdag 10 november: Better Ships, Blue Oceans!

Als aftrap van de Maritime Week organiseert maritiem onderzoeksinstituut MARIN op zaterdag 10 november van 09.30 uur tot 17.00 uur weer een open dag. Iedereen is welkom aan de Haagsteeg 2 in Wageningen. De toegang is gratis. De vorige open dag in 2016 werd door 7500 geïnteresseerden bezocht.

‘Better Ships, Blue Oceans’ is het thema dit jaar. De toekomst van Nederland ligt op het water, het oppervlak van onze blauwe planeet bestaat immers voor 70% uit water. Daarom laat MARIN zien hoe zij schepen en operaties op zee, schoner, slimmer en veiliger maakt en hoe zij bijdraagt aan een duurzaam gebruik van de zee. Bezoek de ‘Zee van de toekomst’ met autonoom en emissieloos varende schepen, drijvende eilanden en windmolens, zonnecelcentrales en zeewierboerderijen. Zie hoe met maritiem onderzoek scheepsrampen voorkomen kunnen worden en ervaar het simulatiecentrum van de toekomst.

Er zijn verschillende activiteiten speciaal voor kinderen. De kleinsten kunnen zelf varen en hun kapiteinsdiploma halen. Ook kunnen kinderen zelf op onderzoek uit met het speurspel en maken ze kans op leuke prijzen. MARIN zorgt voor veel interactie om te laten zien dat techniek leuk is!

donderdag 8 november 2018

Versterking Markermeerdijken kan van start

De versterking van de Markermeerdijken kan starten. Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hebben het dijkversterkingsplan (Projectplan Waterwet) van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier goedgekeurd.

Het plan beschrijft op welke punten de huidige Markermeerdijken zijn afgekeurd en op welke manieren de dijk tussen Hoorn en Durgerdam versterkt wordt. Gedeputeerde Cees Loggen: “Na 12 jaar voorbereiding ligt er een voldragen plan waar veel tijd en moeite in is gestopt. Het plan is samen met vele partijen tot stand gekomen. Daarbij is zo goed mogelijk rekening gehouden met de effecten op het monument en de leefomgeving. De dijk is straks weer sterk genoeg om ruim een miljoen Noord-Hollanders en tientallen miljarden aan economisch belang te beschermen tegen het water.”

Het 33 kilometer lange stuk Markermeerdijken vraagt op iedere plek een andere aanpak. In samenspraak met omgeving en experts is gezocht naar de beste oplossingen. In het projectplan staat omschreven welke oplossingen er op de verschillende locaties worden toegepast. De oplossingen omvatten onder meer binnenwaartse en buitenwaartse versterkingen, het gebruik van constructies en een oeverdijk.

Om ook bij de uitvoering te zorgen voor een zorgvuldig proces, heeft de provincie de Alliantie Markermeerdijken (een samenwerking tussen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Boskalis en VolkerWessels ondernemingen) gevraagd een plan van aanpak te maken. Hierin wordt de betrokkenheid van bewoners, gemeenten, recreatieschappen, provincie en andere belanghebbenden in het vervolgproces verder ingevuld.

De provincie Noord-Holland wil het gebied rond de dijkversterking (de Markermeerkust en ook het achterland) een extra impuls geven. De dijkversterking biedt de kans om extra inrichtingsmaatregelen te nemen of extra mogelijkheden voor natuur en recreatie te creëren. Uitgangspunt daarbij is dat het karakter van de dijk als cultuurhistorisch- en landschappelijk belangrijk element versterkt wordt.
De provincie heeft voor deze extra mogelijkheden geld gereserveerd.

De provincie legt het goedkeuringsbesluit, het projectplan, de Nota van Beantwoording zienswijzen, het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage en alle uitvoeringsbesluiten vanaf 15 november 6 weken ter inzage voor beroep bij de Raad van State.

woensdag 7 november 2018

Heijmans en provincie sluiten overeenkomst Wilhelminasluis Zaandam

De provincie Noord-Holland en Heijmans hebben een intentieovereenkomst gesloten voor het gezamenlijk afbouwen van de Wilhelminasluis in Zaandam. Partijen hebben nadere afspraken gemaakt over de verdere planning en uitvoering van het project. Naar verwachting worden de werkzaamheden aan de sluis in februari 2019 hervat. Het project is dan eind 2020 afgerond.

Over de technische uitvoering en planning van het project ontstond in 2014 verschil van inzicht. Nadat onderlinge gesprekken over onder meer ontwerp, voortgang en de bijbehorende kosten niet tot het gewenste resultaat leidden, werd besloten de kwestie voor te leggen aan de Raad van Arbitrage voor de Bouw.

Met deze intentieovereenkomst geven partijen invulling aan de einduitspraak die de Raad deed op 20 juni 2018 (Vincent van Zeijst).

dinsdag 6 november 2018

MAVLab gaat Pelikaandrone ontwikkelen voor Rijkswaterstaat

Op 23 oktober vond tijdens het event ‘Drones in het Waterbeheer’ van Rijkswaterstaat de kick-off en ondertekening plaats van een nieuw project van het Micro Air Vehicle Lab van de TU Delft. Samen met Rijkswaterstaat, bedrijven en andere overheden gaan de onderzoekers en studenten van het MAVLab een Pelikaandrone ontwikkelen die ingezet kan worden om onder meer blauwalg op te sporen in water. De Pelikaandrone kreeg bovendien van Johan Jacobs, directeur Innovatie bij het ministerie I&W een ‘Drone Oscar’ uitgereikt voor de meest innovatieve drone-oplossing voor waterbeheer.

Kevin van Hecke van het MaVLab: “De Pelikaandrone is een project waarin we twee nieuwe technologieën combineren om het waterkwaliteitsbeheer te verbeteren: drones en flow-cytometrie. Met een flow-cytometer (in dit geval van het bedrijf CytoBuoy) kun je precies en snel zien wat er in het water zit, maar daarvoor moet je wel snel verse watersamples kunnen verzamelen en aanleveren. Dat laatste gaan wij doen met een drone.'

Door de drone uit te rusten met een multispectrale camera voor remote sensing, kan hij op een slimme en vernieuwende manier interessante locaties kiezen om de proefmonsters te nemen.  Vervolgens wordt er precies gekeken wat er in de samples zit met de CytoSense, die automatisch kan determineren welke deeltjes er in het water zitten. Hiermee wordt in de toekomst snelle planktonanalyse mogelijk en kan er automatisch gecontroleerd worden op bijvoorbeeld blauwalg. Ons plan is om uiteindelijk ook onderwater proefmonsters te nemen met de drone. Daarom hebben we dit de Pelikaandrone genoemd.”

Het MAVLab werkt in dit project samen met RWS/WVL (opdrachtgever fase 1 is Aad van den Burg), bedrijven, zoals Cytobuoy, en andere overheden. In 2018 wordt een drijvende drone ontwikkeld, in 2019 zal worden gewerkt aan een duikende drone.