vrijdag 28 december 2018

Wetterskip Fryslân verduurzaamt slibverwerking in Friesland

Royal HaskoningDHV en Witteveen+Bos gaan Wetterskip Fryslân ondersteunen bij de verduurzaming van de slibverwerking in Friesland. Dankzij de inzet van innovatieve technologie gaan de kosten voor de slibverwerking omlaag en kan het waterschap voor ongeveer 30 procent in zijn eigen energiebehoefte voorzien. Met het project is de komende vijf jaar naar verwachting een investering van ongeveer 46 miljoen euro gemoeid.

Royal HaskoningDHV en Witteveen+Bos zijn in het recente verleden betrokken geweest bij een groot aantal van de gerealiseerde energiefabrieken met thermische drukhydrolyse-installaties in Nederland. Voor dit project bundelen ze voor het eerst hun krachten om gezamenlijk Wetterskip Fryslân te ondersteunen.

Voor het verwerken van afvalwater heeft Wetterskip Fryslân in zijn beheersgebied 27 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's) in bedrijf. In totaal worden er jaarlijks ongeveer 1.000.000 vervuilingseenheden biologisch gezuiverd en daarbij komt ongeveer 400.000 m³ ingedikt zuiveringsslib vrij. Momenteel wordt dat slib ontwaterd op de locatie Heerenveen en vervolgens afgevoerd naar de slibverbranding van SNB in Moerdijk. In de nieuwe opzet worden op de rwzi’s Leeuwarden en Heerenveen voorzieningen getroffen voor centrale duurzame slibverwerking.

Op de rwzi in Leeuwarden wordt de bestaande slibvergisting gerenoveerd en worden de biogasmotoren vervangen. Ook komt daar een nieuw slibontvangststation voor het slib van de noordelijke rwzi’s. In Heerenveen wil Wetterskip Fryslân een nieuwe installatie bouwen om het slib van de zuidelijke rwzi’s te vergisten, te ‘kraken’ in een thermische drukhydrolyse (TDH) en te ontwateren. Een TDH is te vergelijken met een grote hogedrukpan die het slib voorkookt, om de behandeling in de volgende processtap effectiever te maken.

Er wordt nu in Nederland al op een tiental locaties gewerkt met thermische drukhydrolyse, maar dat gebeurt dan voorafgaand aan het vergistingsproces. Wetterskip Fryslân gaat dat omdraaien. De verwachting is dat het vergiste slib na de hittebehandeling in een TDH beter ontwaterbaar is, zodat uiteindelijk een lager volume ontwaterd slib hoeft te worden afgevoerd. Tweede voordeel is dat er ook een reststroom met producten van het ‘kraakproces’ terug de vergistingstank in kan, zodat er extra biogas kan worden geproduceerd.

donderdag 27 december 2018

Permanent bellenscherm bij Amsterdamsebrug uitgezet

Er is weer voldoende wateraanvoer vanuit de Rijn dat de indringing van zoutwater in het Amsterdam-Rijnkanaal tegengaat. Rijkswaterstaat heeft 20 december 2018 daarom het permanente bellenscherm bij de Amsterdamsebrug uitgezet.

Als het door een nieuwe droogteperiode nodig is, kan het bellenscherm weer worden aangezet. Het scherm is een extra hulpmiddel tegen het indringen van het zoute water tijdens langdurige droge perioden, wanneer er door de rivieren onvoldoende wateraanvoer is.

Langs het Amsterdam-Rijnkanaal bevinden zich inlaatpunten voor de drinkwatervoorziening. Met het bellenscherm is ook tijdens de droogteperioden de kwaliteit van het drinkwater gegarandeerd.

maandag 24 december 2018

Nederland nomineert Nieuwe Hollandse Waterlinie als werelderfgoed

Het kabinet heeft besloten om de verdedigingslinie de Nieuwe Hollandse Waterlinie te nomineren voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De 19de en 20ste eeuwse verdedigingslinie ligt in het waterrijke gebied van Muiden, via Utrecht naar de Biesbosch. In januari 2019 dient minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de waterlinie in bij UNESCO als uitbreiding van het werelderfgoed de Stelling van Amsterdam.

De 85 kilometer lange linie met 45 forten, 6 vestingen en 2 kastelen vormt nu een groene en recreatieve gordel in een omgeving met een grote stedelijke dynamiek. Sinds de jaren ‘90 werkt Nederland aan het herstellen en ontsluiten van het erfgoed van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

In mei 2020 ontvangt Nederland van UNESCO een advies over de nominatie. Ondertussen vindt er samen met de betrokken provincies een effectonderzoek plaats. Het kabinet kijkt hier vervolgens naar. Bij een  positieve uitkomst  besluit het Werelderfgoedcomité van UNESCO in juni 2020 over de plaatsing van de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de Werelderfgoedlijst.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een uitbreiding van de Stelling van Amsterdam.  De Stelling van Amsterdam heeft sinds 1996 al de UNESCO status. Het voorstel is dat de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie straks samen het Werelderfgoed Hollandse Waterlinies vormen. De linies vertellen het verhaal van de verdediging van Holland als bestuurlijk en economische hart van Nederland. Dit verhaal willen we doorgeven aan toekomstige generaties.


vrijdag 21 december 2018

Bijzonder waterfilter voor Amphia Ziekenhuis

De gemeente Breda, waterschap Brabantse Delta, de provincie Noord Brabant, het drinkwaterbedrijf Brabant Water en Amphia gaan nauw samenwerken om een Pharmafilter-installatie te realiseren in de nieuwbouw van Amphia.

Een Pharmafilter-installatie zuivert het afvalwater van het ziekenhuis voor hergebruik. De zuiveringsinstallatie scheidt het vaste en vloeibare afval van elkaar, zuivert het water en ontdoet het van alle schadelijke stoffen voor mens, dier en milieu. Het vaste afval, dat biologisch afbreekbaar is, wordt vergist en dit levert biobrandstof op. Deze brandstof gaat in de vorm van warmte en elektriciteit weer terug het ziekenhuis in. De installatie heeft dus niet alleen belangrijke voordelen voor de patiënt en het verplegend personeel, maar het komt ook de hele leefomgeving van de regio Breda ten goede doordat onder andere medicijnresten uit het afvalwater worden verwijderd. De komende maanden start het aanbestedingstraject voor de aankoop en installatie van de Pharmafilter-installatie.

Op 11 december 2018 werd bij Amphia de overeenkomst voor deze samenwerking getekend door de 5 partijen. De samenwerking is bijzonder omdat het voor alle partijen een win-winsituatie is. Amphia wil graag een toekomstbestendig duurzaam ziekenhuis bouwen. Het waterschap wil minder medicijnresten en andere schadelijke stoffen lozen zodat de kwaliteit van het water in onze meren, beken en rivieren verbetert. Breda wil, ondersteund door de provincie, een groene gemeente zijn. Brabant Water stimuleert dit voorbeeldproject graag omdat dit een verbetering voor de gehele waterketen is. Jasper Meijer, projectdirecteur van Nieuw Amphia, is blij. “Ik ben er trots op dat zoveel partners zich inspannen om het Pharmafilter-systeem in de nieuwbouw van Amphia te realiseren.”

De installatie van deze filterinstallatie draagt bij aan de Green Deal, die Amphia en de gemeente Breda in 2015 ondertekenden. Daarin maakten zij afspraken over het zuinig en slim omgaan met energie, water, voedsel, afval en medicijnen. Andere duurzame ontwikkelingen zijn de plaatsing van 1744 zonnepalen op de parkeergarage, en klimaatplafonds en energiezuinige ledverlichting in en buiten het ziekenhuis om het energieverbruik terug te dringen. Ook een warmte koude opslag (WKO) en warmtepompen om de CO2-uitstoot met 80 procent te verminderen valt hieronder.

donderdag 20 december 2018

Waterschap Rijn en IJssel en GMB BioEnergie samen efficiënt slib verwerken

Slib nóg efficiënter en duurzamer verwerken. Dat is de doelstelling van waterschap Rijn en IJssel en GMB BioEnergie Zutphen. Het nieuwe contract dat partijen in augustus sloten omtrent het transport en de verwerking van zuiveringsslib, gaat straks verder dan alleen het operationele deel. Partnerschap, meer openheid en meer afstemming leidt tot een betere verwerkingsketen, meer duurzaamheid en lagere kosten voor beide partijen.

Het nieuwe contract, met een looptijd van tien jaar, gaat in op 1 januari 2019. De overeenkomst behelst het jaarlijkse transport en de verwerking van ongeveer 54.000 ton ontwaterd slib van de rioolwaterzuiveringen in Etten, Lichtenvoorde, Olburgen, Zutphen en InnoFase te Duiven.

Hoewel de samenwerking tussen Waterschap Rijn en IJssel al teruggaat tot 1989, kreeg GMB de opdracht gegund op basis van een openbare aanbesteding, middels een BVP-procedure. “De Best Value Procurement systematiek en de concurrentie hebben ons flink uitgedaagd om kritisch naar onze processen en prestaties te kijken”, bekent Gerrit Jan van de Pol, directeur bij GMB. “Maar we zien zeker mogelijkheden om het slib nog duurzamer en efficiënter te verwerken, bijvoorbeeld door het slibtransport beter in te richten.”

Voor Waterschap Rijn en IJssel zijn de stappen die straks gezet worden van groot belang. Antoinet van Helvoirt, waterschapsbestuurder: “In 2025 willen we volledig energieneutraal zijn. Een duurzamere verwerking van ons slib brengt dit doel dichterbij. Zowel het waterschap als GMB willen innoveren.” Van de Pol: “Wij zijn gespecialiseerd in het vergisten, ontwateren en biologisch drogen van zuiveringsslib. Tijdens deze processen winnen we bio-energie terug, maar ook nuttige grondstoffen zoals fosfaat, stikstof en andere organische stoffen. Deze stoffen weten we steeds hoogwaardiger te verwaarden.”

woensdag 19 december 2018

Impuls voor waterrecreatie in Noord-Holland

Het repareren van een sluis in Oudesluis, het opknappen van watersportvoorzieningen voor mindervaliden in de Loosdrechtse Plassen, het uitbreiden van het strand bij Schellinkhout voor kitesurfers en het aantrekkelijker maken van de historische trekvaart tussen Haarlem en Leiden voor vaarrecreanten. Deze en andere waterrecreatieprojecten krijgen een financiële bijdrage van de provincie Noord-Holland.

In totaal hebben Gedeputeerde Staten voor 2018 791.220 euro toegekend aan 16 waterrecreatieprojecten in Noord-Holland. Het voorstel wordt in maart 2019 in Provinciale Staten behandeld.

De provincie werkt samen met waterbeheerders en gebruikers aan betere vaarverbindingen, in combinatie met wandel- en fietsnetwerken en cultuurhistorische bestemmingen. Dit levert veel kansen op voor ondernemers in Noord-Holland.

dinsdag 18 december 2018

Kunstmatig koraal

Een groep wetenschappers is erin geslaagd miljoenen koraaleitjes op te zuigen van het Great Barrier Reef in Australië. Het doel is om hiermee kunstmatig nieuw koraal te kweken en zo het rif te herstellen. De wetenschappers zelf noemen het een ‘IVF-behandeling’.

Koraalriffen zijn onmisbare ecosystemen voor onze planeet, maar ze hebben zwaar te lijden onder klimaatverandering. Zo zijn in 2016 en 2017 delen van het Great Barrier Reef ernstig aangetast door verbleking als gevolg van opwarming van het zeewater. Ook andere op andere plekken in de wereld gaat het niet goed; op dit moment is ongeveer 70% van alle koraalriffen stervende. Wetenschappers vrezen dat, als we zo doorgaan, in 2050 90% van alle riffen dood is.

Maar er is een kans om de riffen te herstellen. Eén keer per jaar, in één nacht, laat het koraal van het barrièrerif massaal eitjes en spermacellen los. Die drijven in wolken naar de oppervlakte, waar ze met de stroom worden meegevoerd. Een internationaal onderzoeksteam ontwikkelde een methode om bevruchte eitjes met een pompsysteem op te zuigen en vervolgens op te slaan in tanks waarin ze kunnen uitgroeien tot larven. “Als het lukt om de eitjes te laten ontwikkelen tot larven en om ze vrij te laten op plekken waar het rif is beschadigd, dan zou een belangrijke belemmering voor herstel van de riffen zijn weggenomen,” zegt TU Delft-hoogleraar Mark van Koningsveld, die betrokken is bij het onderzoek.

Toch is het bijzonder dat er oplossingen gezocht worden voor het koraal. Want hoewel koraalriffen onmisbare ecosystemen zijn, is het moeilijk om de schade aan te pakken. De oceaan is namelijk niemandsland, zoals gesteld werd in de lezing ‘Over de oceanen’. “Bescherming van de oceaan is complex: sociale en economische belangen wegen zwaar. Voor elk aspect geldt een ander juridisch kader en er is geen regering die op al deze aspecten aan te spreken is,” stelde Carel Drijver, hoofd van het Oceanen en Kusten Programma van het Wereld Natuurfonds. De ‘IVF-behandeling’ van het koraal is een goed voorbeeld van hoe collectieve actie wél mogelijk is.

maandag 17 december 2018

Een nieuwe generatie schepen

Binnen 10 jaar is het zover: de vervangers van de M-fregatten, onderzeeboten,  mijnenjagers en het combat support ship, zullen kort na elkaar worden opgeleverd. Kenmerkend voor al deze schepen is dat de hoge automatiseringsgraad van de scheepssystemen, het opleidingsniveau en de samenstelling van de bemanning op elkaar zijn afgestemd. Hierdoor kun je in de toekomst met kleinere bemanningen veel meer doen dan vroeger het geval was. Daarover ging het symposium ‘Manning & Automation’ in Den Helder.

Op 1 november presenteerden onder andere TNO, Defensie, en de defensie-industrie (RH Marine, Thales, en Damen) onderzoeksresultaten van meer dan 30 deelprojecten en studies op het symposium Manning & Automation in Den Helder. Kapitein-luitenant ter zee technische dienst Ton van Heusden, manager van het programma ‘Manning & Automation’, adresseert de jonge generatie marinepersoneel in de zaal: “De dreiging wordt steeds complexer, sneller en gevarieerder. Willen wij hier beter op kunnen anticiperen, dan is een nieuwe generatie geavanceerde schepen onontkoombaar. Deze schepen zullen met steeds minder personeel worden uitgerust, waardoor innovaties in de ondersteuning van de bemanning aan boord noodzakelijk zijn. Een nieuwe generatie schepen uitgerust met een nieuwe generatie personeel.”

De partners in Manning & Automation richten zich op uitwisseling en integratie van informatie uit combat-, platform- en bridgemanagement systemen. Hierdoor ontstaan niet alleen betere systemen maar ook effectievere vormen van gebruik en samenwerking tussen de systemen en de bemanning. Van Heusden: ”Door informatie uit te wisselen tussen de systemen en met de bemanning, optimaliseren we de bedrijfsvoering aan boord en is de Marine in staat om betaalbaar met technisch hoogwaardige schepen te blijven varen. Maar dat is niet alles. De kennis die in Manning & Automation wordt ontwikkeld is niet alleen essentieel voor de Marine. Een onderzoeksinstituut als TNO kijkt naar intelligente autonome systemen die met mensen kunnen samenwerken terwijl industrie als Thales, RH Marine en Damen hun innovatieve slagkracht en innovatietempo kunnen vergroten. Iedere partner speelt zijn eigen cruciale rol. Er is een enorme drive om samen beter te worden!”

Een deel van de resultaten die op de innovatiemarkt zijn gepresenteerd wordt momenteel geschikt gemaakt voor implementatie op de schepen en is onderdeel van het eisenpakket van de nieuwbouwschepen. Voorbeelden zijn digitalisatie van battle damage repair, onderdelen van de informatie uitwisselingstructuur, automatisch re-configureren van koudwatersystemen en de effecten van bemanningsoptimalisatie op het ontwerp en de inrichting van operationele scheepsruimten.

Van Heusden: “Innoveren betekent dat onderzoekresultaten niet in de kast verdwijnen maar ook daadwerkelijk op de schepen worden gebruikt”. Een samenwerking als deze tussen Defensie, een onderzoeksinstituut, defensie industrie en de scheepsbouwer staat daarvoor garant. Reacties van de operationele marine medewerkers op de demo’s waren positief. “Als ik dat eerder had gehad dan zou dat mijn mensen veel tijd en irritatie hebben gescheeld, goed dat er aandacht is voor de operationele praktijk” aldus een voormalig commandocentrale officier in het publiek.


vrijdag 14 december 2018

Ondernemers verduurzamen waterkades Zuid-Holland

Acht MKB-ondernemers gaan op zoek naar nieuwe mogelijkheden om kades en oevers van waterwegen in Zuid-Holland te verduurzamen. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) stelt hiervoor samen met de provincie Zuid-Holland één miljoen euro beschikbaar via Small Business Innovation & Research (SBIR). Met dit bedrag zoeken ondernemers naar nieuwe mogelijkheden om de waterwegen duurzamer te maken en zo CO2 te besparen. Na beoordeling van de haalbaarheid krijgen twee ondernemers de kans hun innovatie te ontwikkelen. Dat maken staatsecretaris Keijzer (EZK) en gedeputeerde Rik Janssen (Zuid-Holland) vandaag bekend.

Staatssecretaris Keijzer (EZK): “De aanleg en het beheer van onze infrastructuur, ook van onze vaarwegen, kost energie. Energie die we het liefst duurzaam willen terugverdienen. Via deze SBIR-uitvraag zoeken we daarom naar nieuwe mogelijkheden om de CO2-uitstoot bij het beheer van onze vaarwegen te verkleinen of te compenseren. Onze mkb-ondernemers zijn hiervoor de aangewezen mensen, zij helpen ons uitdagingen zoals deze op te lossen. Door hen hierbij te stimuleren komen we sneller tot nieuwe oplossingen die we ook op andere plekken kunnen benutten. Bovendien dragen we ook bij aan de Klimaatdoelen van Parijs.”

Ondernemers worden via de SBIR Energietransitie Vaarwegen uitgedaagd om nieuwe producten of diensten te ontwikkelen om kades en oevers van de provinciale vaarwegen in Zuid-Holland (zie kaartje) energie te laten opwekken. Bijvoorbeeld door duurzame energiebronnen in kades te verwerken of door mogelijkheden te creëren energie op te slaan.

donderdag 13 december 2018

Nieuwe maatregelen tegen blauwalg

Het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Delft nemen samen maatregelen om de zwemplas in het Delftse Hout minder gevoelig te maken voor blauwalg. Hiermee wordt de kans vergroot dat er gedurende het buitenzwemseizoen in het Delftse Hout lekker lang kan worden genoten van zwemmen in natuurwater. De werkzaamheden starten op 10 december.

Delftse Hout is een populaire recreatieplek voor de inwoners van Delft en de omliggende gemeenten. De zwemplas is in de zomer een belangrijke trekpleister. Zwemmen in natuurwater is ook heerlijk, maar kent beperkingen, want gedurende warme maanden steekt blauwalg vaak de kop op.

Blauwalg hoort bij natuurwater. Maar door een te groot aanbod van voedingsstoffen en te weinig concurrentie, krijgt de bacterie bij warm weer de kans om zich razendsnel te vermenigvuldigen. En daar kunt u als zwemmer last van krijgen. Zwemmen in water met te veel blauwalg kan leiden tot klachten als jeuk en misselijkheid. Daarom nemen Delfland en Delft samen actie om de blauwalg op een duurzame manier tegen te gaan.

Hiervoor wordt een aantal maatregelen uitgevoerd: natuurvriendelijke oevers en drijfbladzones, meer variatie in de onderwaterwereld, nieuwe watergeulen en nieuwe verbindingen moeten op termijn leiden tot een beter ecologisch evenwicht in de zwemplas Delftse Hout. Hierdoor krijgt blauwalg minder kans. Ook wordt als proef een drijvend eiland in de plas gelegd waarop en waaronder planten en dieren zich kunnen ontwikkelen. Zo draagt het bij aan de biodiversiteit en een evenwichtige visstand.

woensdag 12 december 2018

Waddenfonds investeert 17 miljoen in Waddenregio

Het Waddenfonds draagt bijna 17 miljoen euro subsidie bij aan 6 grootschalige projecten van het Investeringskader Waddengebied (IKW).

Dankzij financiële steun van het fonds wordt voor in totaal € 30 miljoen aan investeringen mogelijk gemaakt in de Waddenregio. De projecten die door het Waddenfonds zijn gehonoreerd, investeren duurzaam in natuur, toerisme, landbouw en energie. Zo start een grootschalig onderzoek naar het ernstig aangetaste bodemleven in de Waddenzee. Ook vindt een experiment plaats naar de duurzame winning van energie uit de golfslag van zeewater.

"Wat vooral opvalt is het innovatieve karakter van de projecten en de samenwerking die partijen zoeken om plannen te realiseren", aldus voorzitter Henk Staghouwer van het Waddenfonds. "Als bestuur zijn we verheugd dat er met deze projecten weer nieuwe stappen worden gezet naar een betere bescherming van de natuur en een duurzame ontwikkeling van de economie in het gebied."
De 6 projecten zijn onderdeel van het Investeringskader Waddengebied (IKW), een meerjarig programma om grootschalige investeringen in het Waddengebied mogelijk te maken.

Voor de kust van Texel zal een pilot worden uitgevoerd met de Slow Mill, waarbij uit de golfslag van de zee duurzame energie wordt gewonnen. Tijdens de proef krijgen 100 huishoudens groene stroom van de Slow Mill.

Als de pilot goed uitpakt, wordt gekeken of alle Waddeneilanden op termijn zelfvoorzienend kunnen worden met de opwekking van golfenergie.

Voor de pilot is 4 miljoen euro beschikbaar, waarvan 2,5 miljoen vanuit het Waddenfonds.

De Rijksuniversiteit Groningen, het Koninklijk Nederlandse Instituut voor Onderzoek der Zee en Natuurmonumenten voeren de komende 4 jaar een groot onderzoek uit naar herstelmaatregelen van het bodemleven in de Waddenzee.

Door onder andere milieuvervuiling en bodemberoerende visserij is het ecosysteem en de voedselketen in de Waddenzee aangetast. Het onderzoek moet aantonen hoe op grote schaal zeegras, plankton en schelpdieren kunnen terugkeren in de Waddenzee.

Dat is nodig om het Wad als kraamkamer en fourageergebied voor vogels, vissen en zoogdieren op peil te houden. De kosten van het onderzoek zijn bijna € 6,5 miljoen. Het Waddenfonds draagt ruim € 4 miljoen bij.

Het Waddenfonds is een gemeenschappelijke regeling van de waddenprovincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland. Het fonds investeert in initiatieven en projecten die de ecologie en duurzame economische ontwikkeling van het waddengebied ontwikkelen.

dinsdag 11 december 2018

Nieuwe werkgeversvereniging sector waterschappen

De waterschapssector heeft sinds 6 december een gloednieuwe werkgeversvereniging, de Vereniging werken voor waterschappen (Vwvw). Deze vereniging zal vanaf 1 januari 2019 gaan werken aan een nieuwe, moderne cao voor de waterschappen en gelieerde organisaties. En neemt daarmee de werkgeverstaken over van de Unie van Waterschappen.

Dit is nodig vanwege de overgang naar het civiel recht: de wet op de collectieve arbeidsovereenkomst gaat gelden. Door een zelfstandige vereniging op te richten, kunnen ook bedrijven zoals de belastingkantoren uit de waterschapssector lid worden van de werkgeversvereniging en gebruikmaken van de cao. De werkgeversvereniging denkt ook mee over de invulling van werkgeverschap en goede arbeidsvoorwaarden.

Heel veel verandert er niet voor de medewerkers van de leden. Zowel de werkgeversvereniging als de vakbonden willen namelijk de huidige rechten en arbeidsvoorwaarden behouden en meenemen naar de eerste cao die zal gaan gelden vanaf 1 januari 2020. De werkgeversvereniging vindt het belangrijk om haar leden en de medewerkers van de leden te betrekken bij het gesprek over een nieuwe cao. De cao geldt tenslotte voor alle medewerkers in de sector.

maandag 10 december 2018

Tauw doet innovatieve metingen bij de IJssel

Vrijdag 7 december zijn Tauw en TU Delft innovatieve metingen gaan verrichten boven, naast en in de IJssel. Jetski’s, air drones en onderwaterdrones met camera’s en sensoren werden die dag ingezet. De metingen maken deel uit van het onderzoek naar nieuwe technieken voor het monitoren van rivieren die onder invloed van klimaatverandering en verstedelijking veranderen.

Het onderzoek maakt deel uit van het Europese project RECONECT. Dat staat voor ‘Regenerating ECOsystems with Nature based solutions for hydro-meteorological risk rEduCTion’. Hierin werken 37 internationale partners samen om de ‘Best Management Practices’ van het monitoren van rivieren uit te wisselen. Doelen zijn bijvoorbeeld het verminderen van risico’s op overstromingen en het verbeteren van de waterkwaliteit. Het consortium bestaat uit onderzoekers, industriële partners, grote adviesbureaus, middelgrote ondernemingen en lokale/regionale waterschappen.

Binnen RECONECT is Tauw verantwoordelijk voor het werkpakket ‘Demonstration’. Dit werkpakket streeft naar grensoverschrijdende kennisuitwisseling over natuurgebaseerde oplossingen die zijn aangetoond in verschillende EU-landen (onder andere Nederland, Frankrijk, Italië, Duitsland en Spanje) en door casestudies uit Thailand, Taiwan, Australië en Brazilië.

Het Tauw-project Stroomlijn, onderdeel van ‘Ruimte voor de Rivier’ van Rijkswaterstaat, is één van deze studies. In het kader van Stroomlijn worden op vrijdag 7 december door Nils van der Vliet metingen verricht bij de IJssel ter hoogte van het buurtschap Marle.

vrijdag 7 december 2018

Hogere dijken beschermen ons niet tegen water

Op de klimaattop in Katowice in Polen proberen de landen die het klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend, concrete maatregelen af te spreken. Nederland doet heel weinig aan CO2-uitstootreductie. We stoten relatief veel meer uit dan het wereldgemiddelde, en hebben die uitstoot nauwelijks verminderd in de afgelopen decennia. Nederland en andere rijke landen moeten dus snel en grondig het voortouw nemen. Nederland zal onder meer een antwoord moeten vinden op de zeespiegelstijging. Je hoort nog wel eens het argument dat klimaatverandering ‘onzeker’ is, maar dat geldt niet: die zeespiegel stijgt, de vraag is alleen hoe snel.

llereerst moeten we nationaal en internationaal de CO2-uitstoot reduceren naar nul. Maar we moeten ook landschap en bestuur aanpassen. Niet het inzakkende land in metselen in hoge dijken en duinen, en met zware gemalen de zoute kwel en het rivierwater weg te pompen. Wel met gecontroleerde overstromingen vanuit zeearmen voor natuurlijke opslibbing zorgen in kritiek lage gebieden. Dat dit werkt, laten voorbeelden uit het verleden zien, zoals het Verdronken Land van Saeftinghe in Zeeland dat nu meters hoger ligt dan de nabije, binnendijkse omgeving. Daarnaast verlaagt die ruimte de extreme hoogwaterstanden en geeft het gezondere ecosystemen. Dit is ook essentieel voor de zoute landbouw, visvangst en aquacultuur die we nodig gaan hebben.

LED verlichting voor veerhaven Texel

Rijkswaterstaat start begin 2019 met het verduurzamen van de openbare verlichting op de veerhaven van Texel. De openbare verlichting op de veerhaven (terrein en veerbrug) wordt vervangen door ledverlichting.

De totale vervanging van de openbare verlichting is naar verwachting eind juni 2019 gereed. Met de ledverlichting in de veerhaven zetten Texel en Rijkswaterstaat opnieuw een stap in de energietransitie.

Ledverlichting is energiezuiniger, gaat langer mee en geeft minder lichtvervuiling dan de huidige verlichting. Daarnaast wordt de verlichting op de veerhaven gedeeltelijk gedimd of gedoofd in de nachtelijke uren om de duisternis in het Waddengebied te versterken. Verder zal de nieuwe verlichting dezelfde kleur licht afgeven als de vernieuwde ledverlichting op het eiland, waardoor de nachtelijke oranje gloed boven de veerhaven tot het verleden behoort.

Sinds 2016 is de openbare verlichting op Texel al omgezet naar ledverlichting. Hiermee was Texel de eerste gemeente in Nederland met energieneutrale openbare verlichting. Tevens past het bij de ambitie van Rijkswaterstaat om het rijkswegennet te verduurzamen en energieneutraal te maken. Bij het ontwerp van de vernieuwde openbare verlichting houdt Rijkswaterstaat dan ook rekening met de uitgangspunten van het gemeentelijke beleid van Texel en de wensen van Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO).

Door een bestuurlijke overeenkomst tussen Rijkswaterstaat en de gemeente Texel, kan het werk worden gedaan binnen een bestaand contract tussen de gemeente Texel en Dynniq. Hierdoor is ook het onderhoud van de verlichting op de veerhaven tot 2031 gewaarborgd.

woensdag 5 december 2018

TU Delft onderzoekers naar Great Barrier Reef voor koraalherstel

Een team met onderzoekers van de TU Delft, Van Oord en het Australische onderzoeksinstituut CSIRO vertrekt deze week naar het Great Barrier Reef bij Australië om een nieuwe methode voor grootschalig herstel van koraal te testen. Bij deze rehabilitatie-methode worden koraaleitjes opgevangen op gezonde delen van het rif en later als koraallarven weer uitgezet op plekken waar het koraal moet aangroeien. Het werken met koraaleitjes is een beproefd concept dat al op kleine schaal en in tanks wordt toegepast. De onderzoekers gaan nu op locatie onderzoeken of dit proces is op te schalen door koraaleitjes op veel grotere schaal dan tot nu toe te verzamelen met behulp van aangepaste pompinstallaties zoals ook baggerschepen gebruiken.

Ergens in de vijf dagen na de volle maan in november is er één moment waarop het koraal van het Great Barrier Reef massaal haar eitjes loslaat in de oceaan; de zogenaamde ‘coral spawning’. De eitjes dwarrelen kort na de spawning naar het wateroppervlak waar ze afhankelijk van de stroming als een deken op het wateroppervlak bij elkaar kunnen drijven. De onderzoekers gebruiken een vliegtuigje om vanuit de lucht deze ronddrijvende eitjeswolken te lokaliseren. ‘Een spannend proces,’ zegt prof. Mark van Koningsveld van de TU Delft, ‘omdat we vervolgens met de boot met pomp- en onderzoeksapparatuur snel bij de eitjes moeten zijn voor de testen; een nieuwe kans om dit proces in de natuur te testen is er pas weer over een jaar bij de volgende spawning  van het koraal.’

De kwetsbare eitjes moeten levend de opslagtank bereiken. Om deze tocht zo soepel en veilig mogelijk te laten verlopen hebben de onderzoekers van TU Delft en Van Oord de afgelopen maanden hard gewerkt aan het optimaliseren van de pompsystemen. Zo moet de aanzuigmond goed aan de oppervlakte blijven drijven en mag bij het aanzuigen geen draaikolk ontstaan waardoor de kwetsbare eitjes mogelijk beschadigd zouden kunnen worden. Ook bleek dat pomptype een belangrijke ontwerpfactor was. De komende weken zal duidelijk worden hoe de systemen zich houden bij echte stroming en golven. De onderzoekers zullen in Australië twee soorten pompen en twee soorten opslagtanks gaan testen. Bij de testen in het laboratorium in Nederland gebruikten ze onder andere viseitjes, aalbessen, doperwten en gelballetjes om de structuur van koraaleitjes zo goed mogelijk na te bootsen. Het werken met echte koraaleitjes op het Great Barrier Reef, is een heel belangrijke volgende stap in het onderzoek.

Blijken de pompen en tanks een succesvolle manier om koraaleitjes op grote schaal te verzamelen en op te slaan zodat ze later kunnen worden losgelaten om te settelen op het rif, dan is dat een heel belangrijke stap voorwaarts voor grootschalige rehabilitatie van koraalriffen. ‘Op een schip zouden we wel twee miljard eitjes kunnen opslaan en vervoeren. Dat lijkt veel, maar is op de gezonde delen van het Great Barrier Reef maar een verwaarloosbaar deel van de totale beschikbare hoeveelheid. Als we die eitjes kunnen laten ontwikkelen tot larven en vervolgens kunnen loslaten op plekken waar het rif beschadigd is, en waar van nature dus bijna geen larven meer zijn, dan lossen we één van de belangrijkste bottlenecks voor herstel van dat soort riffen op. Voor een zo groot mogelijk positief effect is schaalgrootte essentieel, naast andere beheers- en beschermingsmaatregelen die uiteraard nodig blijven om zo gunstig mogelijke condities voor rifherstel te bewerkstelligen.’ aldus Van Koningsveld.

Steun initiatief passende vergoeding droogteschade

LTO Nederland steunt het initiatief van Droogteschade.nl om boeren te compenseren voor grondwateronttrekking. Door grondwater te gebruiken voor drinkwatervoorziening hebben agrariërs te maken met verminderende gewasopbrengsten. De droge zomer draagt bij aan de urgentie voor een redelijke schadeloosstelling, vindt LTO Nederland.

Afgelopen jaren heeft LTO Nederland vastgesteld dat de invloed van grondwaterwinning op de grondwaterstand, en daarmee de droogteschade, groter is dan waarvan werd uitgegaan. Dat blijkt uit publicaties en analyses van gezaghebbende hydrologen. Daarover heeft LTO Nederland meermalen via de vereniging van waterbedrijven Vewin met waterleidingbedrijven gesproken.

Drinkwaterbedrijven onttrekken ongeveer 750.000.000 m3 grondwater per jaar voor de drinkwatervoorziening. Ze zijn verplicht om de geleden schade te vergoeden die landbouwbedrijven als gevolg van het onttrekken van grondwater hebben. LTO-bestuurder Trienke Elshof:  “Al langere tijd is discussie over de vraag of de wijze waarop op dit moment tot schaderegelingen wordt gekomen, recht doet aan de belangen van benadeelde boeren. En of de daadwerkelijk geleden schade voldoende wordt gecompenseerd.”

LTO Nederland staat voor een redelijke compensatie voor boeren. Voor individuele boeren is het lastig uit te vinden of ze in aanmerking komen voor een vergoeding en wat de reële schade in hun situatie is. “We kennen leden die droogteschade ervaren, maar daar niet verder mee komen. Daarom steunen we dit initiatief. Dankzij deze collectieve aanpak ontstaat wellicht een nieuwe methodiek om tot schadebepaling te komen”, aldus de LTO-portefeuillehouder Ondernemer in een Gezonde Omgeving.

Droogteschade.nl is opgericht door juridisch adviesbureau Redbreast en tot stand gekomen in overleg met LTO Nederland. LTO en Droogteschade.nl streven er naar door in overleg met drinkwaterbedrijven tot goede regelingen te komen. Als dat niet lukt, kan worden besloten tot procedures richting waterwinbedrijven.

dinsdag 4 december 2018

Hoe een middeleeuws genie ons kan helpen droge voeten te houden

Wateroverlast bestrijden met behulp van oude stadskaarten. Het klinkt misschien vreemd, maar niet als je het doet met de kaarten van Jacob van Deventer. "Dit middeleeuwse genie kan ons helpen met onze klimaatproblemen", zegt historicus Menne Kosian.

Stortbuien en langdurige neerslag veroorzaken steeds vaker wateroverlast. Voor veel gemeenten kan dit in de toekomst voor problemen zorgen. Een aantal gemeentes zoekt nu met hulp van middeleeuwse kaarten naar oplossingen.

Menne Kosian is specialist watererfgoed van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. "Door oude historische kaarten op Google Maps te leggen, kun je snel zien waar die vergeten grachten, greppels, sloten en beken liggen. We hebben vroeger veel dichtgegooid, omdat we druk waren met de verstedelijking."

Maar tegenwoordig worden ze weer opgespoord en uitgegraven. Zoals in Arnhem, waar na 156 jaar de Sint Jansbeek weer door het centrum stroomt. "De beek helpt overtallig water op te vangen waardoor de mensen in het Spijkerkwartier droge voeten houden."

maandag 3 december 2018

Subsidieregeling Deltaplan Agrarisch Waterbeheer voor tweede keer opengesteld

Organisaties en bedrijven uit de agrarische sector die bezig zijn met activiteiten die de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater in onze provincie verbeteren, kunnen weer  gebruikmaken van subsidie. De activiteiten moeten bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en aan de internationale doelen, zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Nitraatrichtlijn. De provincie en de waterschappen stellen de regeling nu voor de tweede keer open. Aanvragen kan van 3 tot en met 31 december 2018.

In het beheergebied van waterschap Hunze en Aa's in de provincie Groningen kunnen landbouwbedrijven subsidie aanvragen voor het verminderen van de afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen, van het erf naar het oppervlaktewater en de riolering. In het Groningse beheergebied van waterschap Noorderzijlvest kan subsidie worden aangevraagd voor het verminderen van de erfafspoeling van gewasbeschermingsmiddelen, van akkerbouw- en melkveehouderijbedrijven, naar het oppervlaktewater en de riolering. De subsidie kan ook aangevraagd worden voor projecten ter verbetering van de bodemstructuur van gras- en akkerland. Deze projecten moeten bijdragen aan de vermindering van af- en uitspoeling van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, het tegengaan van verzilting en het vasthouden van zoet water in de bodem.

Het beschikbare subsidiebedrag bedraagt ruim € 900.000 voor het Groningse beheergebied van waterschap Hunze en Aa's en ruim twee miljoen euro voor het Groningse beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. Er gelden maximale vergoedingen voor de activiteiten. De provincie Groningen en de beide waterschappen dragen financieel bij aan het beschikbare subsidiebedrag. Aanvragen kan via de subsidiepagina op onze website.