donderdag 30 november 2017

‘Holland's next top model’ voor onderzoek klimaatverandering

Door de opwarming van het klimaat trekt het zee-ijs rond de noordpool zich terug. Dit heeft grote gevolgen voor de daar levende dieren.

De onderzoekers Wolf Mooij van NIOO-KNAW en Geert Aarts en Sophie Brasseur van Wageningen Marine Research gaan modellen ontwikkelen om beter te begrijpen wat de invloed is van het terugtrekkende zee-ijs op de levende zeehonden in het noordpoolgebied.

Met de modellen hopen ze in kaart te brengen welke gebieden de zeehonden naar verwachting meer gaan gebruiken in de toekomst.

Verandering van het klimaat is tegenwoordig overal merkbaar. Nergens is dat zo duidelijk als in de poolgebieden. Het noordpoolgebied bestaat grotendeels uit zee-ijs, waar miljoenen zeehonden leven. Door de opwarming van het klimaat trekt het zee-ijs hier zich steeds verder terug. Daarmee verdwijnt een belangrijke habitat van deze dieren.

De onderzoekers willen beter te begrijpen wat de invloed is van het terugtrekkende zee-ijs op de daar levende zeehonden. Hiervoor maken ze gebruik van zogenaamde ‘individueel-gebaseerde modellen’; modellen die zijn gebaseerd op de besluiten die individuele dieren moeten maken, zoals ‘Ga ik nu foerageren of rusten?’,  ‘Heb ik voldoende reserves?’. De onderzoekers ontwikkelen deze modellen voor een soort waar veel data over beschikbaar zijn zoals de gewone zeehond. Deze modellen passen ze aan voor zeehondensoorten in het noordpoolgebied.

In Nederland hebben we de gewone en grijze zeehond als vaste bewoner. In het noordpoolgebied komen ook zeehonden voor. Meerdere soorten, waaronder de walrus, de baardrob, de ringelrob, de klapmuts, de zadelrob, de bandrob en ook de gewone zeehond. Iedere soort heeft unieke eigenschappen. Zo zijn de klapmutsen vooral bekend om de ‘rode ballon’ die uit de neusgaten komen van de mannetjes. Daarmee lokken ze de vrouwtjes, die maar vier dagen hun jong zogen.

woensdag 29 november 2017

Derde kinderen zegt te weinig kraanwater te drinken op basisschool

Vandaag viert Vitens samen met 440 basisscholen uit haar voorzieningsgebied de jaarlijkse kraanwaterdag. De kraanwaterdag is bedoeld om het drinken van kraanwater op school normaler te maken, omdat dit gezond, duurzaam en lekker is.

En dat is nodig, want uit onderzoek  van Kantar Public in opdracht van Vitens, blijkt dat 38 procent van de kinderen meer water zou willen drinken op school. Ook zegt bijna een derde daadwerkelijk te weinig kraanwater te drinken op school.

Bijna alle ouders geven aan dat het belangrijk is dat er kraanwater beschikbaar is. Sommige ouders gaan daar heel ver in, 28 procent vindt dat het drinken van kraanwater zelfs verplicht zou moeten worden gesteld. 40 procent van de andere ouders is het daar echter niet mee eens. 1 op de 20 zou zelfs hun kind van school halen als kraanwater drinken verplicht werd gesteld. Wel vindt meer dan de helft van de ouders dat scholen het drinken van kraanwater onvoldoende stimuleren.

Van de ondervraagde kinderen geeft 15 procent aan dat ze nooit kraanwater drinken op school. Een kwart geeft daarnaast aan dat ze minder dan 1 glas per dag op school drinken. Voor het verkrijgen van kraanwater zijn kinderen afhankelijk van een kraan in de klas, van thuis of van een kraan bij de WC.

Zeekraalproef in pionierkwelder Marconi

Het verspreiden van zeekraalzaad helpt mogelijk bij de vorming en ontwikkeling van aangelegde kwelders. De onderzoekers van Wageningen Marine Research verwachten dat een kwelder sneller opslibt, dat er sneller drainagegeulen ontstaan en dat meer kwelderplanten zich vestigen na het uitzetten van gebiedseigen zeekraalplantjes.

In het plan Marconi Buitendijks in Delfzijl start Stichting EcoShape met een grootschalige proef met het aanleggen van een kwelder. Als onderdeel hiervan wordt er zeekraal uitgezaaid om te onderzoeken hoe de vestiging van deze pioniersoort versneld kan worden en wat dit betekent voor de morfologische ontwikkeling van een kwelder. Het zeekraal wordt gezaaid in drie proefvakken van elk 9.000 m2 groot, dus de totale oppervlakte van de proef is 27.000 m2.

Zeekraal is een eenjarige soort die zich voortplant via zaadverspreiding. Ter voorbereiding voerden de onderzoekers van Wageningen Marine Research labexperimenten uit naar de beste wijze van ontkieming van zeekraalzaad. Met die resultaten op zak konden ze opschalen naar de veldschaal. Met toestemming van Het Groninger Landschap verzamelden ze zeekraalplantjes in de beheerterreinen in de Groninger kwelders. Er wordt dus gewerkt met gebiedseigen zeekraal, in plaats van met plantjes uit de commerciële zeekraalteelt. Voorbereidingen

Tijdens een veldbezoek in november 2017 werd gekeken waar de zeekraalplanten in de beste dichtheden te vinden waren. Ook testten de onderzoekers de kiemkracht van deze planten. Vervolgens zijn de plantjes handmatig geoogst. De bovengrondse delen van zo’n 13.500 plantjes werden afgeknipt met een heggenschaar. Deze zeekraalplanten worden tijdens de winter droog opgeslagen bij een schapenboer op Texel.

In het voorjaar van 2018, als de Marconikwelder er klaar voor ligt, wordt ieder plantje in zo’n 100 stukjes geknipt, zodat er in totaal 1.350.000 stukjes zeekraalplant zullen ontstaan. De onderzoekers laten de plantstukjes eerst voorkiemen in zoet water en vervolgens gaan ze de plantjes uitzaaien in de drie proefvakken met een dichtheid van 50 per vierkante meter.


dinsdag 28 november 2017

Wereldwijd minder doden door stormvloeden

In het verleden zagen we regelmatig stormvloeden (eventueel verergerd door hevige regenval) met veel doden. Voorbeelden zijn Katrina in 2005, met honderden slachtoffers, en Bangladesh in 1970 met ongeveer 300.000 doden door overstromingen. Ook in recente gevallen, zoals bij de orkanen Harvey en Irma, vielen er slachtoffers door overstromingen. Toch toont nieuw onderzoek van Deltares en de TU Delft aan dat er in de kustgebieden relatief veel minder doden vallen door stormvloeden dan vroeger. 

De analyse (gepubliceerd in Environmental Research Letters) laat zien dat gemiddeld 8.000 mensen per jaar omkomen door stormvloeden in kustgebieden; 1,5 miljoen mensen hebben jaarlijks met stormvloeden te maken. Maar het aantal hele grote rampen (met meer dan 10.000 doden) neemt gelukkig af; deze zijn de laatste 25 jaar zeer zeldzaam geworden. Dit bewijst dat het overlijdensrisico door stormvloeden wereldwijd is verminderd; dit ondanks de snel toenemende bevolking in kustgebieden en de groeiende kans op extreme weersomstandigheden.

Belangrijk is dat het relatieve aantal doden (het aandeel dodelijke slachtoffers in het totaal aantal getroffenen) vrijwel overal ter wereld gestaag daalt. De onderliggende redenen zijn dat het monitoren en voorspellen van cyclonen nu standaard is, en dat men early warning- en evacuatiesystemen heeft opgezet. Tevens heeft actieve kustbeschermingdoor onder meer waterkeringen veel levens gered.

‘We hebben hiermee duidelijk bewijs dat de wereldwijde inspanningen om de risico’s te verlagen, succesvol zijn’, zegt dr. Laurens Bouwer van Deltares. ‘We moeten ons nu blijven richten op het uitbreiden en verbeteren van de voorspellingen en van kustbescherming; dit om de gevaren door zeespiegelstijging de baas te blijven.’ Dr. Bas Jonkman van de TU Delft: ‘De bevolking in kustgebieden stijgt dus extra inzet op risicoreductie is nodig. Daarnaast is het nodig de huidige risicomodellen, die zijn gebaseerd op het verleden, te actualiseren. Zo kun je meer betrouwbare voorspellingen maken van de huidige en toekomstige overlijdensrisico’s.’

maandag 27 november 2017

Waterinnovatieprijs 2017 uitgereikt

Aan vier projecten is vandaag de Waterinnovatieprijs van de Unie van Waterschappen en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB Bank) uitgereikt. De Waterinnovatieprijs is toegekend aan EQA-Box voor hun waterkrachtinstallatie, de innovatieve zuiveringstrein GE(O)ZOND Water, de modulaire sensor van de Multiflexmeter en de doorlatendheidssondering voor dijkverbeteringen van Fugro Nederland B.V.

Lidewijde Ongering, secretaris-generaal ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en juryvoorzitter van de Waterinnovatieprijs: “De winnaars zijn prachtige voorbeelden van Nederland in transitie naar een duurzamer land. Met oog voor het milieu en energiebesparing proberen de waterschappen en hun partners de gevolgen van klimaatverandering beheersbaar te houden. De innovatiekracht van de sector stemt me optimistisch. De Nederlandse watersector is koploper als het gaat om klimaatoplossingen.”

De jury bestond verder uit Michèle Blom (directeur-generaal van Rijkswaterstaat), Bas Jonkman (hoogleraar Integrale Waterbouwkunde aan de TU Delft), Ed Nijpels (voorzitter van de borgingscommissie SER Energieakkoord), Hendrik Postma (voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers en directeur van Boskalis Nederland), Lidwin van Velden (waarnemend directievoorzitter van de NWB Bank) en Doekle Terpstra (voorzitter van Uneto-VNI).

De Waterinnovatieprijs is net als vorig jaar uitgereikt op de Markt- en Innovatiedag Waterschappen: dé jaarlijkse samenkomst van marktpartijen en waterschappen in de Rijtuigenloods te Amersfoort. Tijdens de dag staat de samenwerking tussen overheid en markt centraal en werd vooruitgeblikt. Hoe kunnen de waterschappen samen met de markt de volgende stap zetten naar een duurzamer Nederland? Verduurzaming was ook een thema bij de Waterinnovatieprijs, met een aparte categorie voor vernieuwende ideeën op het gebied van duurzame energieopwekking en energiebesparing bij de waterschappen.

De winnaars in de vier categorieën krijgen de mogelijkheid om een intensief versnellingstraject aan te gaan. Samen met elke winnaar wordt bekeken of zo’n traject de innovatie verder kan brengen. Als het traject wordt aangegaan, ondersteunt een innovatiemakelaar de verdere realisatie of marktintroductie van de winnaar(s). Het versnellingstraject wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, de Topsector Water, STOWA, en VPdelta.

Zuiderzeeland participeert in fijnzeven met papierindustrie technologie

Via een pilotonderzoek bij een waterzuivering (AWZI) wordt het zeefrendement in kaart gebracht van een zeef- en filtertechnologie uit de papier- en voedingsmiddelenindustrie. Dit kan een alternatief zijn voor de fijnzeven die nu worden toegepast voor het terugwinnen van cellulose op AWZI's. Tevens wordt de vezelkwaliteit van de teruggewonnen cellulose onderzocht.

Jaarlijks komt in Nederland 180 duizend ton toiletpapier in het riool terecht. Deze cellulosevezels kunnen als waardevolle grondstof worden teruggewonnen en bijvoorbeeld worden toegepast in bio-composiet of als afdruipremmer in asfalt. De kunst is om een zo hoog mogelijke kwaliteit aan vezel te winnen met een minimale inspanning aan hulpstoffen en energie. Op de demosite van AWZI Leeuwarden zal eind 2017 drie maanden een pilotinstallatie operationeel zijn. Deze pilot zeef- en filterinstallatie (Elephant filter en Conustrenner) wordt wereldwijd op grote schaal toegepast in de papier- en voedingsmiddelenindustrie.

Er wordt onderzocht in hoeverre de installatie geschikt is als fijnzeef bij AWZI's en als alternatief kan dienen voor bestaande fijnzeefinstallaties zoals die nu reeds geïnstalleerd zijn in Nederland. Hierbij zullen aspecten als zeef-efficiëntie, robuustheid, flexibiliteit, bedieningsgemak en energieverbruik worden gemeten. Daarnaast zal via laboratoriumtesten gecombineerd met variaties in de opzet van de pilot installatie geëxperimenteerd worden, met als doel het terugwinnen van een zo hoogwaardig mogelijke cellulosevezel (toiletpapier) uit het rioolwater.

Met deze techniek kan een zekere productkwaliteit worden gerealiseerd. Een betere kwaliteit van de teruggewonnen cellulosevezels biedt de mogelijkheid van meer hoogwaardig hergebruik. Omdat de techniek wezenlijk verschilt van de fijnzeeftechniek die nu gangbaar is, wordt tijdens dit project mogelijk ook onderzoek gedaan naar de winning van cellulose uit primair slib. De teruggewonnen vezels worden aangeboden aan potentiële verwerkers. Naast de toepassing als afdruipremmer, gaat het dan om isolatiemateriaal, biocomposiet en mogelijk de papierindustrie.

Bij dit project werkt Waterschap Zuiderzeeland samen met Wetterskip Fryslân, STOWA, Bluemats Technology BV en Meri Environmental Solutions GmbH.

zaterdag 25 november 2017

Oxfam Novib: Miljoenen in Jemen zonder stromend water na het weekend

Acht miljoen mensen in Jemen zullen over een paar dagen geen stromend water meer hebben. De blokkade van de havens in Jemen, door de coalitie geleid door Saoedi-Arabië, zorgt ervoor dat er bijna geen olie, gas en benzine meer is om de waterpompen te laten werken. Wanneer er geen stromend water meer zal zijn, hebben vier op de vijf mensen geen directe toegang meer tot schoon drinkwater. Op dit moment zijn dat al bijna zestien miljoen mensen.

Nergens ter wereld is er zo’n schaarste aan water als in Jemen. Dit komt doordat het land afhankelijk is van grondwater, dat opgepompt moet worden met behulp van waterpompen. Brandstofprijzen zijn al met 200 procent gestegen in de hoofdstad Sanaa. De waterprijs is verdubbeld en daardoor onbetaalbaar voor de meeste mensen. Gebrek aan brandstof betekent dat de cholera-epidemie weer zal toenemen. Bijna 950.000 mensen raakten sinds april besmet met cholera. Afgelopen weken waren er juist minder besmettingen. 

Brandstof voorraden in het noorden van het land zullen naar verwachting opraken in de komende acht dagen. Het Ministerie van Water in Jemen heeft gezegd dat zeven steden al zonder zitten. De toevoer van water in gebieden zoals de haven van Hodeidah is afhankelijk van brandstof geleverd door de Verenigde Naties. Hulporganisaties zijn bereid de waternetwerken te ondersteunen. Maar door de hoge kosten en schaarste kunnen ze dat niet lange tijd volhouden. 

 Evelien van Roemburg, vluchtelingen-expert Oxfam Novib: “De mensen van Jemen is al zoveel ontnomen. Als de blokkade niet snel wordt opgeheven dan hebben ze over een paar dagen ook geen schoon water meer. Het is barbaars om dit af te pakken van miljoenen mensen in een land dat al gebukt gaat onder een grote cholera uitbraak en waar honger heerst.”

“Het straffen van gewone burgers is nooit te verantwoorden. De bevolking lijdt onder de vernietigende oorlog van buitenlandse partijen. Als de blokkade niet wordt opgeheven, is dit een catastrofe voor miljoenen mensen in Jemen.”

De blokkade startte op 6 november 2017 onder de door Saoedi-Arabië geleide coalitie. Het zal leiden tot de ergste humanitaire crisis en grootse cholera uitbraak ooit. De coalitie kondigde aan dat noodhulp vanaf 23 november weer geleverd mag worden. Maar zonder brandstof zal de situatie niet verbeteren. 

Bijna zeven miljoen mensen lopen het risico te verhongeren. De Verenigde Naties stellen dat als de blokkade niet wordt opgeheven, Jemen getroffen gaat worden door hongersnood. Het stopzetten van de watertoevoer betekent dat families geen andere keuze hebben dan vies water te drinken met grote kans op ziektes.

Het brandstoftekort heeft er al voor gezorgd dat in steden zoals Taiz geen afval meer wordt opgehaald. Ziektes zoals dysenterie en difterie verspreiden zich steeds sneller. De Wereld Gezondheidsorganisatie zegt dat een miljoen kinderen het risico lopen op deze ziektes als vaccinaties en medicijnen het land niet in mogen.

Van Roemburg: “Hoe langer de blokkade duurt, hoe meer mensen afhankelijk worden van noodhulp. Maar door de blokkade wordt het steeds moeilijker mensen te helpen. De internationale gemeenschap kan de mensen in Jemen niet in de steek laten. Alle landen met invloed op de door Saoedi-Arabië geleide coalitie zijn medeplichtig aan het leed in Jemen als ze niets doen om de blokkade op te heffen.” 

vrijdag 24 november 2017

Ambitie Rijkswaterstaat: Afsluitdijk energieneutraal

De ambitie van Rijkswaterstaat is om de Afsluitdijk energieneutraal te maken. De energie die nodig is willen we dan ook lokaal, op eigen grond en duurzaam opwekken.
  
Tijdens de versterking van de Afsluitdijk worden er grote pompen geplaatst. Dat is nodig om meer en sneller water af te kunnen voeren, zodat we ook in de toekomst ons land kunnen blijven beschermen tegen overstromingen. De huidige spuisluizen hebben voor de toekomst niet genoeg capaciteit in de winter en kunnen bovendien alleen bij laagwater op het Wad het overtollig water uit het IJsselmeer afvoeren. Om zulke enorme pompen te kunnen laten draaien is de hoeveelheid energie die nodig is ook groot.

Daarom is gezocht naar plekken waar zonnepanelen kunnen worden ingepast in het landschap om deze energie op te wekken. Rijkswaterstaat is daarvoor in gesprek gegaan met een mensen die rond de dijk wonen of een belang hebben in de omgeving. Ook is gekeken naar het landschap, de natuur en de mogelijkheden voor aansluitingen op het elektriciteitsnet.

Van de beschikbare 90 ha rijksgrond is na overleg met omwonenden en stakeholders 60 ha afgevallen. Voor de overige 30 ha, zijn locaties onderzocht. Na gesprekken met omwonenden en stakeholders zijn de oksels binnen de wegen van de opritten en afritten bij Den Oever besproken als een van de mogelijke locaties. Het gaat dan om circa 3 tot 4 ha, Hiervoor zouden dan bomen op die plek moeten wijken. De bomenrij bij de oude zeedijk van Wieringen en het Robbenoordbos zijn ook bekeken. Deze blijven behouden.

Er is een petitie gestart door omwonenden tegen de locatie in de oksel van de A7/afrit N99 bij Den Oever. Rijkswaterstaat is het met de omwonenden eens dat het CO2 gebruik omlaag moet. Naast het plaatsen van zonnepanelen wil men daarom ook de bomen die voor de zonnepanelen zouden moeten wijken, op een andere plek compenseren door het planten van nieuwe bomen.

donderdag 23 november 2017

Stijging consumptie mineraalwater

De consumptiecijfers van mineraal- en bronwater laten voor vierde jaar op een rij een duidelijke stijging zien. In 2016 steeg de categorie in een jaar tijd met 7,5 procent. Mineraalwater met een smaakje liet maar liefst een groei van 15,6 procent zien.

De populariteit van waterconsumptie wordt ook bevestigd door de resultaten uit het Nationaal Wateronderzoek 2017, uitgevoerd onder 509 Nederlanders die wel eens verpakt water drinken. Het onderzoek toont aan dat consumenten steeds bewuster bezig zijn met hun waterconsumptie. Het gezonde drankje wordt niet alleen gedronken omdat het de dorst lest, maar ook om het vochtgehalte op peil te houden en omdat het past binnen een gezonde leefstijl.

Recentelijk zijn problemen met de kwaliteit van leidingwater in het nieuws geweest. Een enkele keer was leidingwater tijdelijk zelfs niet voor consumptie geschikt. Op die momenten zijn consumenten aangewezen op mineraal- en bronwater, waarvan de kwaliteit door de beschermde bronnen gegarandeerd is.

Vrijwel alle Nederlanders drinken wel eens water. Kraanwater wordt het meest gedronken (92 procent) gevolgd door verpakt bron- en mineraalwater (77 procent). Bijna alle deelnemers geven aan dagelijks water te drinken. Gemiddeld drinken zij 4,6 glazen per dag, terwijl zij gemiddeld aangeven dat 6,3 glazen per dag gezond zou zijn.

De deelnemers overschatten het aantal calorieën in de verschillende soorten verpakt bron-en mineraalwater. Alle soorten verpakt bron-en mineraalwater bevatten 0 calorieën per 500 ml. De meerderheid van de deelnemers denkt onterecht dat water met koolzuur of water met een smaakje calorieën bevat.

woensdag 22 november 2017

Breed consortium op de bres voor een schone scheepvaart

De zeven partners van het Platform Schone Scheepvaart vieren dat inmiddels al tien jaar wordt samengewerkt om de scheepvaart schoner te maken. Zo zijn bijvoorbeeld tientallen evenementen georganiseerd om bewustwording te vergroten, innovaties op het gebied van emissiereductie te stimuleren en kennis te bundelen en te delen. De stimulans voor een verdere emissiereductie wordt aangepakt door een breed scala aan partijen vanuit de sector, in samenwerking met de natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor de Noordzee. Hierdoor worden bedrijfsbelang en milieubelang op realistische wijze verenigd. Tijdens Europort in Rotterdam spraken de partners op 9 november in de Shipowners Lounge opnieuw hun intentie uit om de samenwerking voor te zetten.

Afgelopen jaren zijn bijna veertig seminars georganiseerd, bezocht door bijna 2.000 mensen uit de sector, om kennis te delen over uiteenlopende onderwerpen, zoals ballastwater, SOx, NOx en CO2-emissies, alternatieve brandstoffen, regelgeving en financiering.

Onder de naam Platform Scheepsemissies waren Havenbedrijf Rotterdam, Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders, MARIN, Netherlands Maritime Technology en Stichting De Noordzee er tien jaar geleden ook al bij. Later sloten ook TNO en het Havenbedrijf Amsterdam als partner aan. Onlangs vond in het kader van het 10-jarig bestaan een overzichtsseminar met inhoudelijke workshops plaats. Onderdeel van het programma was de vertoning van een film waarin de partners uit het platform aangeven waarom deze samenwerking van groot belang is.

dinsdag 21 november 2017

Informatiebijeenkomst werkzaamheden Sluis Eefde

Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie Lock to Twente organiseren op donderdag 30 november 2017 in Eefde een informatiebijeenkomst over de werkzaamheden aan de sluis. Belangstellenden zijn van harte welkom.

In januari start Lock to Twente met de bouwwerkzaamheden voor de aanleg van tweede sluiskolk van de Sluis Eefde. Daarom organiseert Rijkswaterstaat samen met de aannemer een informatiebijeenkomst op donderdag 30 november van 16.00 tot 20.00 uur in het Hart, Jolinkweg 2 in Eefde. Belangstellenden kunnen op elk moment binnenlopen. Vooraf aanmelden is niet nodig.

Tijdens de informatiebijeenkomst wordt het werk aan en rondom de sluis toegelicht. Bijvoorbeeld waar er wanneer gewerkt wordt, wat de aannemer precies gaat doen, hoe lang het werk duurt en welke hinder er wordt verwacht. Bezoekers kunnen natuurlijk ook vragen stellen aan medewerkers van Rijkswaterstaat en Lock to Twente.

De nieuwe sluis bij Eefde wordt gebouwd door Lock to Twente, een samenwerking van Mobilis, Croonwolter&Dros en TBI PPP. Naast de bouw van een tweede sluiskolk komt er een nieuw bediengebouw, een brug over de nieuwe sluis, en wordt onder andere de straat waaraan de sluis ligt, aangepast. Deze werkzaamheden zijn eind 2019 gereed. Daarna start de aannemer met het onderhoud van de bestaande sluiskolk.

Rijkswaterstaat werkt de komende jaren in de regio Twente aan de bereikbaarheid via de Twentekanalen, aan de veiligheid op de kanalen en aan de beheersing en kwaliteit van het kanaalwater. Dit doen we onder andere door onderhoud te plegen aan bruggen, sluizen, gemalen en overs, door het verruimen van het kanaal en door het bouwen van een tweede sluiskolk bij Eefde. Door de bouw van de tweede sluiskolk kunnen er zwaarder beladen schepen de sluis passeren en neemt de wachttijd af. Dit geeft een impuls aan de Twentse economie.

maandag 20 november 2017

Partners Pact van Ruigenhoek zetten ambities om in acties

Op 15 november ondertekenden 14 publieke en private partners het Pact van Ruigenhoek. Zij spraken af om intensiever samen te werken aan de bescherming, ontwikkeling en bekendheid van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De partijen bundelen hun krachten om het erfgoed maatschappelijk te benutten, op de kaart te zetten en haar toegankelijk te maken voor een (inter)nationaal publiek. Het pact geeft regionaal een impuls aan ontwikkelingen op de forten en activiteit in het linielandschap.
Kansen voor maatschappelijke benutting

In het Pact van Ruigenhoek zijn de ambities van regionaal samenwerkende partijen voor de komende 5 jaar beschreven. Bijzondere aandacht gaat uit naar de benutting van kansen rond maatschappelijke vraagstukken zoals verstedelijking, recreatieve druk, bereikbaarheid, verduurzaming, natuurbeheer en waterberging/klimaatadaptatie. Jaarlijks stellen de partijen een Regionaal Actieprogramma op waarin staat aangegeven welke kansrijke initiatieven de ondertekenaars samen met maatschappelijke partners gaan ontplooien.

De pactpartners brengen ieder jaar een bedrag van 2 ton bijeen voor de financiering van de activiteiten in het Regionaal Actieprogramma. Voor de gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht, De Bilt, Bunnik, Utrecht, Nieuwegein, Houten, Wijk bij Duurstede en Vianen is als kostenverdeelsleutel gekozen voor inwoneraantal. Waterschappen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer brengen een vast bedrag in. Ook de Provincie Utrecht levert haar aandeel en heeft het aanbod gedaan om het budget aan te vullen tot het benodigde bedrag. Dit bedrag kan gedekt worden uit de structurele post Interprovinciale samenwerking Liniebreed/UNESCO voor een periode van 5 jaar.

zaterdag 18 november 2017

Kookadvies omgeving Broekpolder te Vlaardingen opgeheven

In heel Vlaardingen, ook bij de verenigingen en organisaties in de omgeving Broekpolder, is het kraanwater weer direct te drinken. Koken is niet meer nodig, het kraanwater is veilig. De resultaten van de watermonsters tonen aan dat het kraanwater ook in de omgeving Broekpolder weer voldoet aan de hoge kwaliteitseisen. Daarmee is ook voor hen het kookadvies opgeheven.

Op maandag 13 november kon waterbedrijf Evides al melden dat het kookadvies voor de inwoners van Vlaardingen was opgeheven, met uitzondering van een aantal adressen in de omgeving van de Broekpolder. Nu dus voor iedereen.

Nieuwe Oosthuizerbrug (N509) bij Oosthuizen bijna open

De provincie Noord-Holland heeft de Oosthuizerbrug (N509) over de Beemsterringvaart bij Oosthuizen vervangen door een bredere en hogere brug. Zaterdagavond 18 november 2017 gaat de nieuwe brug open.

De oude brug in Oosthuizen was erg smal. De nieuwe brug is breder en hoger waardoor verkeer elkaar op de brug in twee richtingen kan passeren. Hierdoor verbetert de doorstroming en kunnen automobilisten en fietsers elkaar van beide kanten veiliger passeren.

Om de brug op de weg aan te kunnen sluiten wordt de Oostdijk (N509) bij Oosthuizen van vrijdag 17 november 20.00 uur tot zaterdag 18 november 20.00 uur afgesloten. Het verkeer wordt dan omgeleid.

Om de hinder te beperken maakt het verkeer momenteel gebruik van de  tijdelijke brug naast de Oosthuizerbrug. De tijdelijke brug is op 17 en 18 november niet te gebruiken en wordt verwijderd.


vrijdag 17 november 2017

Haken en ogen aan vangstverbod op volwassen paling in zee

De Europese commissie heeft een algeheel vangstverbod voorgesteld op alle paling in zee, groter dan 12 centimeter. Dit voorstel kan volgens de sector een goede stimulans zijn voor de palingstand, maar dan moeten wel de beheermaatregelen die in Nederland al bovenwettelijk door vissers zijn getroffen worden meegenomen in de plannen.

Het vangstverbod zou moeten gelden van de Noord-Atlantische kust tot en met de Baltische Zee, in de maritieme wateren. Met deze maatregel wil de commissie vooral de naar open zee trekkende palingen te beschermen. Volwassen palingen trekken in het najaar naar de Sargassozee (Noord-Amerika) waar ze hun nakomelingen krijgen. Die komen dan in het voorjaar weer terug aan de kust.

Vanuit handel en visserij wordt kritisch naar het voornemen van de EU gekeken. Voorzitter Alex Koelewijn:

“In principe is het goed om de palingen die naar open zee trekken richting de paaigronden te beschermen. Maar als dit te eenzijdig gebeurt, wordt goed beheer gefrustreerd terwijl een vangstverbod alleen nauwelijks effect heeft op het herstel van de palingstand. De echte winst voor de natuur valt te behalen in het herstellen van de trekroutes voor paling. De palingen moeten dijken, sluizen en gemalen die de kust scheiden van het binnenwateren vrij kunnen passeren.”

Albert-Jan Maat, voorzitter van netVISwerk onderschrijft de stelling van DUPAN.

“Goed gereguleerde, gecontroleerde visserij is noodzakelijk voor effectief beheer van de palingstand. Nederland loopt daarin voorop. Onze beroepsvissers zetten jonge paling uit, houden een hogere minimale maat voor vangst aan en helpen volwassen dieren terug naar zee. De visserij op paling kan goed beheerd plaatsvinden, dat heeft de pilot in Friesland bewezen. De aanvraag van de staatssecretaris daarvoor ligt in Brussel, maar wacht op antwoord. Nu is er wel een voorstel vanuit de commissie dat met onze inspanningen geen rekening houdt en dat betreuren wij.”

Alle inspanningen van de sector zijn erop gericht om de uittrek naar open zee van schieralen te vergroten.  Aangenomen wordt dat wanneer het aantal paaiende palingen stijgt, er in het voorjaar ook meer jonge paling (zgn. glasaal) zal zijn. Dat is gunstig voor de ontwikkeling van de natuur.

In het najaar wordt in Nederland het grootschalige project ‘Paling Over De Dijk’ georganiseerd. Van september tot en met november helpen beroepsvissers vele duizenden geslachtsrijpe palingen over de water barrières richting zee, zodat ze hun paaigronden in de oceaan kunnen bereiken. Het project wordt uitgevoerd bij o.a. belangrijke gemalen en waterkrachtcentrales. Ook met dit project werkt de sector aan de verbetering van de palingstand.

Icoon Afsluitdijk van Daan Roosegaarde gelanceerd als model voor Nederlandse innovatie

Icoon Afsluitdijk, het designinnovatieprogramma van ontwerper en innovator Daan Roosegaarde en zijn team van experts is officieel gelanceerd. In aanwezigheid van de directeur-generaal van Rijkswaterstaat Michèle Blom is op 16 november 2017 het startschot gegeven van het programma.

De met de hand gebouwde dijk, gerealiseerd in 1932, is een unieke plek in de wereld. Na 85 jaar intensief gebruik is het nu tijd voor een grootschalige renovatie. Met Icoon Afsluitdijk levert ontwerper Daan Roosegaarde, in opdracht van de Nederlandse overheid, een bijdrage aan het versterken van de iconische waarde van de Afsluitdijk. Alle ontwerpen van Icoon Afsluitdijk zijn vanaf heden voor iedereen na zonsondergang gratis te bezichtigen. Windvogel en Glowing Nature zijn tot 21 januari 2018 te zien, Lichtpoort is een permanente installatie.

Michèle Blom: 'De Afsluitdijk is een nationaal symbool van de Nederlandse omgang met water, vroeger, nu en in toekomst. De ontwerpen van Daan Roosegaarde benadrukken de waarde van de Afsluitdijk als nationaal én internationaal visitekaartje voor de Nederlandse waterbouw, innovatie en Dutch Design. Ik kan iedereen aanraden dit met een bezoek aan deze bijzondere plek zelf te komen ervaren.'

Daan Roosegaarde: 'De Afsluitdijk staat voor een stuk Nederlandse lef en innovatie. We leven met het water, we vechten met het water, we zoeken een nieuwe harmonie. De Afsluitdijk is de Madonna hierin. Door een subtiele laag van licht en interactie eraan toe te voegen, versterken we de schoonheid van de dijk en ontstaan er nieuwe koppelingen tussen mens en landschap, duister en licht, poëzie en praktijk. De dijk als een 32 km Zen-lijn in het water is een unieke ervaring die meer mensen zouden moeten zien.'
  
'Een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst.' Deze woorden staan sinds 1932 op het Monument, ontworpen door Willem Dudok, op de Afsluitdijk. Een tekst die toen stond voor de grote prestaties van een klein land. Nu is deze tekst voor Roosegaarde een bron van inspiratie. Met 3 ontwerpen toont Icoon Afsluitdijk de kracht van de natuur als bron van energie en licht en vormt het een voorbeeld van een toekomstig groen landschap.

De nieuwe futuristische entree van de Afsluitdijk Lichtpoort brengt de architectuur van de 60 monumentale heftorens uit 1932 terug tot de essentie. De gebouwen zijn volledig gerestaureerd. In de avond wordt het originele ontwerp van architect Dirk Roosenburg, de grootvader van architect Rem Koolhaas, in een nieuw licht gezet door de koplampen van auto’s. Het licht van de koplampen wordt gereflecteerd door kleine prisma’s waardoor de kenmerkende contouren van de gebouwen oplichten. Als er geen auto’s rijden lichten de gebouwen niet op. Deze manier van licht gebruiken verbruikt geen stroom en geeft geen lichtvervuiling. De inspiratie om met retroreflectie te werken, ontstond door het lichtspel in de vleugels van vlinders te onderzoeken. Er ontstaat een dynamische entree, gevormd door een architectonisch oplichtend lijnenspel wat het monumentencomplex laat zweven alsof de automobilist door een sciencefictionfilm rijdt. Lichtpoort is een concreet voorbeeld voor hoe je de openbare ruimte op energie neutrale wijze kunt verlichten.

Slimme vliegers met speciaal ontworpen lichtgevende lijnen die potentieel tot 100 kW kunnen opwekken, genoeg voor 200 huishoudens. Het project is een eerbetoon aan de in 2014 overleden Nederlandse astronaut Wubbo Ockels die zijn energieopwekkende vliegers naar de Afsluitdijk wilde brengen. Roosegaarde brengt die droom nu tot leven met een combinatie van praktisch nut en een poëtische ervaring. In samenwerking met een team van ontwerpers en techneuten is de slimme vlieger zo ontwikkeld dat hij langdurig in de lucht kan blijven en de optimale wind zoekt. Door gebruik te maken van deze wind, beweegt de vliegerlijn heen en weer en wekt hierdoor stroom op zoals een dynamo op een fiets stroom opwekt, welke opgeslagen wordt in een grondstation. Roosegaarde ontwerpt de vliegerlijn met speciaal ontwikkelde licht uitstralende glasvezels die sterk en licht zijn. Met deze vliegerlijn ontstaat een spel van lichtgevende lijnen. Windvogel wordt op de Afsluitdijk getest als concreet voorbeeld voor groene energie, en creëert een uniek beeld van verticale lijnen op de horizontale lijn van de Afsluitdijk.

Glowing Nature toont de schoonheid van de natuur op de Afsluitdijk met een unieke ontmoeting tussen mens, biologie en technologie. De exclusieve presentatie, geplaatst in een historische Kazemat bij Kornwerderzand, is een interactieve en mysterieuze ervaring met levende lichtgevende algen, een van de oudste micro-organismen ter wereld. Uitsluitend wanneer ze onder perfecte condities worden onderhouden en verzorgd geven de eencellige algen langdurig natuurlijk licht wanneer ze worden aangeraakt. De alg is een bouwsteen voor onze circulaire economie. Zo leren wij van de natuur als nieuwe oplossingen voor de toekomst van energie en licht zoals openbare verlichting.
 

donderdag 16 november 2017

Nieuw streekprodukt: water van de Mookerheide

Hardlopers, wandelaars en natuurlijk de trouwe viervoeters kunnen zich voortaan laven aan gratis Limburgs Mookerheide-water als ze Herberg 't Zwaantje tussen Mook en Groesbeek passeren. Aan de zijkant van 't Zwaantje namelijk is een watertappunt in gebruik genomen. Het betreft het meest noordelijke van de vijftig watertappunten die Limburg telt.

woensdag 15 november 2017

Waterschap Limburg rekent op miljoenen bijdrage Rijk voor aanpak wateroverlast

Het klimaat verandert snel en maatregelen tegen toenemende wateroverlast en droogte zijn hard nodig. Waterschap Limburg is opgetogen dat het kabinet meer dan ooit de nadruk legt op klimaatbestendig en waterrobuust inrichten van Nederland. Het waterschap gaat er dan ook van uit dat het kabinet daarvoor de nodige middelen beschikbaar stelt.

Dijkgraaf Patrick van der Broeck; “Wij hebben becijferd dat onze opgave ruim 275 miljoen euro bedraagt om de gevolgen van zware hoosbuien zoals in 2016, ernstige droogteperioden en hitte in het stedelijk gebied aan te pakken. Als we daar de gemeentelijke opgave en de opgaven van partijen als de landbouw en natuur bij optellen, dan komen we boven de 500 miljoen euro uit. Doen we niets, dan kan de schade oplopen tot meer dan 5 miljard in 2050. Cijfers die de draagkracht van onze provincie ver overstijgen.”

Naast de financiële hulp van het Rijk is ook de inzet van anderen, zoals gemeenten, de landbouw, natuurorganisaties, bedrijven en burgers nodig bij de aanpak van de klimaatproblematiek. “Patrick van der Broeck: “We kunnen het niet zonder de inzet van die partijen. Ook hebben we de Provincie Limburg hard nodig voor de aanpak van de gevolgen van  klimaatverandering. De provincie kan hier onder meer aan bijdragen door het bestemmen van natuurgronden langs beken voor opvang en buffering van regenwater. Wij zijn er van overtuigd dat hier grote kansen liggen voor het vergroten van waterveiligheid in Zuid-Limburg en het verminderen van wateroverlast in combinatie met ontwikkeling van natuur bij beken. In december a.s. besluit de Provincie Limburg hierover. De gemeenten en Waterschap Limburg hebben de klimaataanpak in de steigers. Wij zien in het Regeerakkoord een bevestiging dat wij met ons actieprogramma “Water in Balans” op de goede weg zijn”.

Waterschap Limburg blijft zich volledig inzetten om de klimaatproblemen te verminderen en de overlast voor de burgers zo klein mogelijk te maken. “Zonder grote financiële hulp uit Den Haag doen we dat nu noodgedwongen in een lager tempo dan we zouden willen en waar volgens het Waterschap Limburg de inwoners van Limburg recht op hebben”, aldus Van der Broeck.

dinsdag 14 november 2017

Exotische Japanse oester vriend en vijand van Waddenzeebewoners

Exoten vormen wereldwijd een bedreiging voor mariene ecosystemen. Deze invasieve soorten die door menselijk handelen (aquacultuur, scheepsvracht) in een nieuw gebied komen, gaan de strijd aan met inheemse soorten: ze vreten ze op of overwoekeren complete leefgebieden. Bovendien hebben exoten allerlei effecten op ziekteverspreiding in inheemse kustwateren, zoals bijvoorbeeld in onze Waddenzee. Hoe dat mechanisme precies werkt is voor het eerst in kaart gebracht door biologe Anouk Goedknegt. Exoten kunnen nieuwe ziekten meebrengen, maar de inheemse soorten ook beschermen tegen zowel nieuwe als oude ziekten, blijkt uit haar promotieonderzoek.

De Japanse oester is een voorbeeld van zo’n exoot. Hij werd opzettelijk in de Zeeuwse en Noord-Duitse kustwateren geïntroduceerd voor de oesterkweek. Al vrij snel ontstonden zo natuurlijke oesterbanken waarna de Aziatische soort zich succesvol vestigde in de hele Waddenzee. De oester kon zich waarschijnlijk zo snel in de Waddenzee verspreiden, omdat hij een aantal van zijn natuurlijke vijanden, zoals zijn parasieten, miste in zijn nieuwe leefgebied. Onderweg vanuit Azië schudde de oester een deel van zijn oorspronkelijke parasieten van zich af waardoor hij zonder zijn vertrouwde lastpakken een sterke concurrent werd voor de nieuwe soorten om hem heen.

Maar de oester verloor niet al zijn parasieten. Een interessant gegeven voor Goedknegt, want de precieze invloed van die invasieve parasieten op Waddenzeebewoners was nog onduidelijk. In 2011 werd de invasieve oesterparasiet Mytilicola orientalis (een kreeftachtige van maximaal 1 cm groot), voor het eerst gevonden in mosselen. Goedknegt ontdekte dat deze parasiet, die is meegekomen met de Japanse oester, naast mosselen ook nonnetjes en kokkels infecteert. Het aandeel besmette exemplaren bij deze schelpdiersoorten blijkt echter relatief laag (< 10%). Mosselen daarentegen, ervaren dezelfde infectiegraad als oesters, waar soms meer dan de helft van de bemonsterde populatie besmet is.

Mosselkwekers schrokken van dit nieuws. Het deed hen denken aan de massale mosselsterfte in de jaren ’50. Toen werd de invasieve oesterparasiet Mytilicola intestinalis aangewezen als veroorzaker van massale mosselsterfte in Zeeland en de Waddenzee. Uit het onderzoek van Goedknegt naar de effecten van de nieuwe parasiet Mytilicola orientalis, blijkt echter dat deze exotische parasiet niet zorgt voor dodelijke infecties, maar alleen voor lichte verslechtering van de conditie van mosselen. Hij peuzelt alleen kleine beetjes van zijn gastheer op en voedt zich soms ook met zijn maag- en darminhoud.

Oester kan mosselen ook beschermen tegen infecties
Toch is de oester niet alleen een vijand van de mossel. Goedknegt ontdekte ook dat hij mosselen kan beschermen tegen infecties van hun parasieten. De oester filtert larven van mosselparasieten uit het water en eet ze op. Gunstig voor de mossel want die is zijn parasieten liever kwijt dan rijk. Uit veldexperimenten is gebleken dat wanneer mosselen zich diep in de oesterbank nestelen, ze uit de gevarenzone voor sommige mosselparasieten blijven. Ook vogels en krabben kunnen mosselen op deze manier moeilijker bereiken. De mossel moet er alleen wel een prijs voor betalen: door zich tussen de oesters te verstoppen kan hij veel minder voedsel uit het water filteren.

De Waddenzee telt 50 invasieve soorten. Dat hun meegebrachte parasieten effect hebben op inheemsen soorten staat buiten kijf, “maar omdat de gevolgen voor inheemse soorten zowel goed als slecht kunnen uitpakken, vereist dat extra aandacht van kwekers, natuurbeschermingsorganisaties en beleidsmakers”, stelt Goedknegt.

Goedknegt is verbonden aan het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zeeen haar werk werd gefinancierd vanuit een internationaal project NWO-ZKO dat werd toegekend aan David Thieltges en bestaat uit een samenwerking tussen Nederlandse (NIOZ, Texel) en Duitse (AWI, Sylt) onderzoekers.  Zij promoveert 3 november.


maandag 13 november 2017

Hunze en Aa’s helpt mee aan pilot Noorderzijlvest

Het laboratorium van waterschap Hunze en Aa’s helpt mee aan een pilot van waterschap Noorderzijlvest om overstortbagger te gebruiken in o.a. dijken.

​Het waterschap Noorderzijlvest wil overstortbagger ontwateren en daarna enkele jaren drogen. Gedurende 12 maanden gaan zij het effect op ziektekiemen van dit indrogen onderzoeken.

Als na afloop van de pilot blijkt dat er geen risico’s zijn bij het gebruik van overstortbagger,  wil het waterschap deze bagger verwerken in dijken, op industrielocaties of onder wegen. 

Waterschap Hunze en Aa’s voert de bemonsteringen en een deel van de analyses uit tijdens deze pilot.

Een geslaagde pilot levert gemeenten en waterschappen nieuwe mogelijkheden om bagger uit water dichtbij riooloverstorten te verwerken.

vrijdag 10 november 2017

Zenderonderzoek schieraal Noordzeekanaal

Elke winter trekken meer dan honderdduizend schieralen (volwassen palingen) vanuit de polders rondom het Noordzeekanaal naar de Noordzee. Vervolgens zwemmen ze door naar de Caribische Sargassozee, vlakbij de Bermuda Driehoek, om er zich voort te planten.

Om meer te weten te komen over het migratiegedrag en de routes die ze volgen tussen de polders rondom het Noordzeekanaal en de havenmonding in IJmuiden, vindt er van oktober 2017 tot april 2018 onderzoek plaats met behulp van zenders.

De waterbeheerders zijn geïnteresseerd in eventuele knelpunten op de migratieroute tussen de polder en de zee voor het Noordzeekanaalgebied. Met deze informatie kunnen er maatregelen worden getroffen om de knelpunten voor deze trekvis weg te nemen.

De verschillende waterbeheerders rondom het Noordzeekanaal, Provincie Noord-Holland, Hoogheemraadschappen Hollands Noorderkwartier en Rijnland, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Rijkswaterstaat, voeren dit onderzoek in samenwerking uit.

donderdag 9 november 2017

Plantensamenstelling hoogvenen verandert wel, maar functie niet

Als alle hoogvenen op de wereld verdwijnen, komt er nog eens tweederde van de huidige hoeveelheid CO2 in de atmosfeer bij. Een Europese groep biologen onder leiding van prof. Jos Verhoeven van de Universiteit Utrecht onderzocht hoe hoogvenen reageren op klimaatverandering en de toename van zwavel en stikstof in de lucht. Zij ontdekten tot hun verrassing dat hierdoor soorten verdwijnen, maar dat die worden vervangen door soorten die hun functie overnemen. De resultaten van het onderzoek worden vrijdag 27 oktober gepubliceerd door Nature Communications.

Hoogvenen vormen ongeveer 3 procent van het aardoppervlak. Toch ligt hierin wereldwijd naar schatting 500 miljard ton koolstof opgeslagen. Dat komt overeen met 67 procent van de hoeveelheid koolstof die zich in de atmosfeer bevindt.   “Bekend is dat door de veranderingen in het klimaat en de toename van stikstof en zwavel, bepaalde plantensoorten uit gebieden verdwijnen. Dat kan ook het einde betekenen van bepaalde biologische functies die zo’n gebied heeft, zoals de koolstofopslag door hoogvenen”, licht eerste auteur Bjorn Robroek toe.

Recent onderzoek liet al zien dat hoogveen plantengemeenschappen minder in soortenrijkdom achteruitgaan door klimaatverandering dan bijvoorbeeld graslanden en duinecosystemen. “Ons onderzoek bevestigt dat en geeft hiervoor een waarschijnlijke verklaring”, aldus Robroek die vier jaar aan het onderzoek werkte.

Hoogvenen zijn drassige gebieden met een zure grond die weinig mineralen – voedingsstoffen voor de planten – bevat. Veranderingen in het klimaat raken hoogvenen rechtstreeks, omdat ze hoger liggen dan rivieren en beken in de omgeving. Ze zijn voor hun voeding dus volledig afhankelijk van regenwater en in de lucht aanwezig mineralen.

De planten en dieren die op hoogvenen leven, zijn aangepast aan deze bijzondere omstandigheden. Sterker nog, ze zijn een voorwaarde voor het bestaan van de hoogvenen. Dat geldt in het bijzonder voor de veenmossen, die als een spons het water vasthouden. Als die door de klimaatverandering verdwijnen, is dat het einde van het hoogveen.

De biologen onderzochten de effecten van de klimaatverandering en de toename van stikstof en zwavel in de lucht door een vergelijking van 56 hoogveengebieden verspreid over heel Europa. Per hoogveen inventariseerden ze welke soorten er groeien. Vervolgens analyseerden ze de relaties tussen de soorten en het lokale klimaat en de samenstelling van de atmosfeer. Hieruit bleek dat er duidelijke verschillen in vegetatie bestaan tussen hoogvenen, maar opvallend genoeg was de biodiversiteit, het aantal verschillende soorten, vergelijkbaar.

Nadere analyse wees uit dat twee groepen van planten te onderscheiden zijn die meestal samen voorkomen. Het verschil tussen de groepen is dat zij een tegengestelde voorkeur hebben voor de omstandigheden. Zo gedijt de ene groep goed bij een hogere temperatuur en meer neerslag en de ander juist bij een lagere temperatuur en minder neerslag. Omdat de planten binnen die twee groepen vergelijkbare biologische functies hebben, blijft het hoogveen ondanks verschuivingen in de plantengemeenschappen toch goed functioneren.

Dat is dus goed nieuws, gezien de naar schatting 500 miljard ton koolstof die wereldwijd in hoogvenen ligt opgeslagen. Het voortbestaan van hoogvenen blijft  echter kwetsbaar. De meeste Europese hoogveengebieden zijn door menselijke activiteiten al verdwenen of  ernstig aangetast. “Het is daarom erg belangrijk dat de huidige hoogvenen niet worden beschadigd door drainage of andere grote ingrepen”, aldus onderzoeksleider prof. Jos Verhoeven van de Universiteit Utrecht.

woensdag 8 november 2017

Genomineerden voor Waterinnovatieprijs 2017 bekend

Maar liefst 115 inzendingen op het gebied van ‘Waterveiligheid’, ‘Schoon water’, ‘Voldoende water’ en ‘Energie en waterschappen’, zijn door een deskundige jury teruggebracht naar 12 inzendingen die genomineerd zijn voor de Waterinnovatieprijs 2017. De uitreiking vindt plaats op 27 november en er kan vanaf nu worden gestemd voor de Publieksprijs via waterinnovatieprijs.nl.

De jury, onder leiding van juryvoorzitter Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, had de lastige taak om uit tientallen zeer verschillende waterinnovaties per categorie de drie beste inzendingen te selecteren. Wat de jury vooral opviel is het duurzame karakter van de innovaties: alle genomineerden dragen op een verschillende manier bij aan een duurzamer Nederland. Bijvoorbeeld door duurzamer met het beschikbare zoetwater om te gaan, door energie te besparen of door grondstoffen te recyclen. De Unie van Waterschappen en de NWB Bank willen alle inzenders bedanken voor het indienen van hun duurzame en creatieve innovaties.

De genomineerden voor de Waterinnovatieprijs 2017 zijn:

In de categorie ‘Waterveiligheid’:

-Innovatieve doorlatendheidssondering voor dijkverbeteringen (Fugro Nederland B.V.)

-Virtual reality-dijken (Witteveen+Bos)

-Verbetering IJsseldijk Gouda (Hoogheemraadschap van Rijnland)

In de categorie ‘Schoon water’:

-Visspotter.nl (Arcadis)

-GE(O)ZOND Water (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en PWN)

-The Great Bubble Barrier (The Great Bubble Barrier)

In de categorie ‘Voldoende water’:

-Multiflexmeter (Multiflexmeter, alliantie meerdere waterschappen)

-De zoete stuw (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)

-Hemel(s)water (Water Innovation Consulting)


En in de vierde categorie van dit jaar ‘Energie en waterschappen’:

-EQA-Box Plug & Play waterkracht (EQA-Projects B.V. en waterschap Rivierenland)

-Innovatiefabriek Nieuwveer (Waterschap Brabantse Delta)

-Superkritisch vergassen: de supervariant (Hollands Noorderkwartier en SCW Systems)

De juryleden die samen met Lidewijde Ongering tot deze selectie gekomen zijn, zijn Michèle Blom (directeur-generaal van Rijkswaterstaat), Bas Jonkman (hoogleraar Integrale Waterbouwkunde aan de TU Delft), Ed Nijpels (voorzitter van de borgingscommissie SER Energieakkoord), Hendrik Postma (voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers en directeur van Boskalis Nederland), Lidwin van Velden (waarnemend directievoorzitter van de NWB Bank) en Doekle Terpstra (voorzitter van Uneto-VNI).

In iedere categorie wordt op 27 november een winnaar gekozen tijdens de feestelijke uitreiking op de Markt- en Innovatiedag Waterschappen in de Rijtuigenloods te Amersfoort. Daarnaast maken alle genomineerden kans op de Publiekprijs. Van 7 t/m 22 november is het mogelijk om te stemmen op je favoriete genomineerden via www.waterinnovatieprijs.nl.

Alle winnaars ontvangen een glazen kunstwerk van Gert Bullée en in overleg met de winnaars wordt er gekeken of ze deel willen nemen aan een intensief versnellingstraject met een looptijd van 9 maanden. Hierbij helpt een innovatiemakelaar bij de realisatie of marktintroductie van de innovatie. Dit traject wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, STOWA, de Topsector Water en het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water.

dinsdag 7 november 2017

Waterbestendig Westpoort: regio minder kwetsbaar voor gevolgen overstromingen

Bewustwording, het beperken van de omvang van een ramp en het robuust inrichten van een gebied. Dat zijn de belangrijkste onderdelen om er voor te zorgen dat Westpoort met al haar vitale en kwetsbare functies het beste kan worden beschermd tegen de gevolgen van een overstroming. Het afgelopen anderhalf jaar is er uitgebreid onderzoek gedaan naar de waterbestendigheid van Westpoort. Vandaag wordt dit onderzoek afgerond met het aanbieden van het rapport Waterbestendig Westpoort aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris.

Hoewel Amsterdam en dus ook Westpoort via dijken langs de Lek en de sluizen bij IJmuiden goed beschermd is, is een overstroming nooit helemaal uit te sluiten. De kans is klein, maar als het gebeurt zijn de gevolgen groot. Westpoort herbergt veel vitale en kwetsbare functies, zoals de stroomvoorziening, afvalwaterzuivering, het warmtenet, telecom en chemische industrie. Doel van de vandaag aangeboden strategie is om ervoor te zorgen dat deze functies maximaal worden beschermd en de gevolgen wanneer het wel misgaat zoveel mogelijk worden beperkt.

De strategie is ontwikkeld voor Westpoort, maar is ook bruikbaar voor andere gebieden en regio’s en daarmee van belang voor iedereen die werk wil maken van een betere bescherming van vitale en kwetsbare infrastructuur. Het is nu aan betrokken bedrijven, overheden en andere belanghebbenden om stappen te zetten op weg van denken naar doen.

De strategie zet in op het beter benutten van kansen die zich voordoen om de omgeving waterbestendig te maken bij ruimtelijke ontwikkelingen en bedrijfsinvesteringen, op het zo nodig aanpassen van bestaande objecten en op het maken van afspraken tussen publieke en private partijen.

De drie richtingen om de vitale en kwetsbare functies te beschermen zijn:
Informatievoorziening en bewustwording van de overstromingsrisico’s voor de bedrijven, zodat zij bij nieuwe investeringen deze informatie meenemen in hun afwegingen. Zij kunnen dan bijvoorbeeld een nieuw schakelstation voor elektriciteit verhoogd aanleggen zodat er minder kans is op uitval of schade.

Acties om schade voor de hele regio zoveel mogelijk te beperken en vitale functies zo snel mogelijk weer op gang te brengen. Het gaat hier om de voorzieningen en processen die de overheid minimaal geregeld wil hebben. Bijvoorbeeld het begaanbaar houden van een weg bij een overstroming of het hebben van een nautisch crisisplan om schade aan en door (tank)schepen zoveel mogelijk te beperken.

Actief aanhaken bij kansen die zich voordoen in de regio, bijvoorbeeld de ontwikkeling van Haven Stad en de realisatie van waterrobuuste datacenters.

Deze strategie is tevens een voorbeeld van publiek-private samenwerking die heeft geleid tot een concrete op maat gemaakte strategie voor Westpoort. Door het gebied aan te passen, kunnen vitale functies zo goed mogelijk blijven functioneren of zo snel mogelijk weer op gang komen. Zo is de regio minder kwetsbaar voor de gevolgen van overstromingen.

vrijdag 3 november 2017

Beperkte stijging waterschapsbelastingen in 2018

Een gezin met een eigen woning betaalt in 2018 gemiddeld 4,50 euro meer aan de waterschappen dan in 2017. Dit blijkt uit een prognose van de Unie van Waterschappen. Dit is een stijging van 1,4 procent, exact gelijk aan de inflatie die door het Centraal Planbureau voor 2018 wordt verwacht.

Gemiddeld betaalt een gezin volgend jaar ongeveer 325 euro aan waterschapsbelastingen. De tarieven zijn nog niet definitief vastgesteld, maar de trend is duidelijk: de gematigde stijging waar al een aantal jaren sprake van is, zet ook in 2018 door.

Toine Poppelaars, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De stijging van 4,50 euro komt voor een gemiddeld gezin neer op 38 eurocent per maand. Het is een knappe prestatie dat de tarieven zo beperkt stijgen. De waterschappen staan voor grote opgaven als klimaatverandering, met een steeds grotere inspanning om wateroverlast te voorkomen als gevolg. Door innovatieve oplossingen toe te passen, samen te werken en een efficiëntere bedrijfsvoering houden de waterschappen de kostenstijging zo laag mogelijk. Dat vertaalt zich in de beperkte lastenstijging die zich voor volgend jaar aftekent.”


Hoogwatergeul Veessen Wapenveld genomineerd voor Betonprijs 2017

Ruimte voor de Rivier-project Hoogwatergeul Veessen Wapenveld is in de categorie Natte Waterbouw genomineerd voor de Betonprijs 2017.
Het juryrapport luidt: Tegengesteld aan onze lange traditie van water tegenhouden wordt het water dit keer doorgelaten, als onderdeel van het programma Ruimte voor de Rivier, waarbij met een betere doorstroming van het rivierwater de kans op overstromingen wordt verlaagd. 2 bruggen van 800 m lang aan de uiteinden van de hoogwatergeul zijn tevens waterinlaat, respectievelijk uitlaat.

De beide bruggen zijn in samenwerking van constructeur en (landschap) architect prachtig in de uiterwaarden van de IJssel ingepast en voegen een nieuwe monumentale vorm toe aan ons rivierenlandschap. Op een manier waarbij natuurlijke en agrarische functies behouden blijven en zelfs worden versterkt.

Het blijft nog spannend tot 15 november want dan wordt in Rotterdam bekend gemaakt wie van de 3 genomineerden de Betonprijs 2017 daadwerkelijk krijgt. In de categorie Natte waterbouw zijn ook LNG zeesteiger Duinkerken en GBF Windmolenfundatie Noordzee genomineerd.

donderdag 2 november 2017

Provincie investeert ruim 2 miljoen in betere vaarverbindingen

De provincie Noord-Holland trekt ruim 2 miljoen euro uit voor het verbeteren van een aantal recreatieve vaarverbindingen. Verschillende bruggen en sluizen worden aangepakt. Hierdoor wordt het middendeel van de ’s-Gravelandse Vaart weer geschikt om op te varen, en blijven de Wijde Wormerringvaart en de verbinding Rustenburg - Verlaat goed bevaarbaar. Verder verbetert de provincie de onderdoorgang van de Dijksbrug bij Monnickendam. Ook komt er een onderzoek (MER) naar een nieuwe vaarverbinding tussen de Wijde Blik en de Loosdrechtse Plassen.

 De provincie Noord-Holland trekt ruim 2 miljoen euro uit voor het verbeteren van een aantal recreatieve vaarverbindingen. Verschillende bruggen en sluizen worden aangepakt. Hierdoor wordt het middendeel van de ’s-Gravelandse Vaart weer geschikt om op te varen, en blijven de Wijde Wormerringvaart en de verbinding Rustenburg - Verlaat goed bevaarbaar. Verder verbetert de provincie de onderdoorgang van de Dijksbrug bij Monnickendam. Ook komt er een onderzoek (MER) naar een nieuwe vaarverbinding tussen de Wijde Blik en de Loosdrechtse Plassen.

Cees Loggen, gedeputeerde Water: “Met deze bijdragen worden knelpunten in vaarverbindingen op verschillende plekken in Noord-Holland aangepakt. Ik ben blij dat deze belangrijke schakels worden hersteld, zodat straks nog meer mensen kunnen genieten van onze mooie vaarwegen.”
De projecten komen in aanmerking voor subsidie van de provincie omdat ze klaar zijn om uitgevoerd te worden en omdat ze winst opleveren voor de hele regio en verschillende doelgroepen (meerdere waterrecreatievormen, gebruikers, ondernemers, beheerders, etc.). Voorwaarde voor de subsidie is dat de projectpartners meebetalen aan de kosten.

woensdag 1 november 2017

Waterschappen en ministeries: samen wereldwijd waterbeheer verbeteren

Op woensdag 1 november spreken de ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Infrastructuur en Waterstaat en Dutch Water Authorities (de waterschappen) de intentie uit om internationaal samen te gaan werken. Met deze Blue Deal willen de ministeries en de waterschappen 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd beter beschermen tegen water, beter toegang geven tot water en betere waterkwaliteit bieden.

De ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat, en Infrastructuur en Waterstaat en de waterschappen willen met een praktisch programma wereldwijd projecten gaan opzetten die meer impact hebben dan het werk dat nu al wordt gedaan. Met de ondertekening van de intentieverklaring wordt de aftrap gegeven voor de verdere uitwerking van deze plannen. Tijdens Wereld Waterdag, op 22 maart 2018, willen de partijen de Blue Deal af hebben en presenteren.

Hein Pieper, vicevoorzitter Unie van Waterschappen: “Als waterschappen willen we onze expertise op het gebied van regionaal waterbeheer graag delen met landen die dezelfde uitdagingen hebben. En wij willen ook graag van hen leren! Daarnaast willen we dat onze inzet op internationale samenwerking geen druppel op een gloeiende plaat is, maar daadwerkelijk bijdraagt aan een veiligere, schonere, gezondere wereld. Door de beoogde afspraken met de ministeries kunnen we onze activiteiten naar een hoger plan brengen en echt een verschil maken.”

Christiaan Rebergen, directeur-generaal ministerie van Buitenlandse Zaken: “Nederland staat wereldwijd bekend om onze expertise op watergebied. Met de Blue Deal verbinden de drie ministeries hun internationale inzet op watergebied met de regionale uitvoeringskracht van de waterschappen. Deze bundeling van krachten moet leiden tot minder overstromingen, betere toegang tot water en betere waterkwaliteit in verschillende gebieden over de hele wereld.”

De intentieverklaring voor de Blue Deal wordt ondertekend door Hein Pieper namens de 21 waterschappen en door Christiaan Rebergen namens de drie ministeries. De ondertekening vindt plaats tijdens de conferentie van de Amsterdam International Water Week (AIWW) in de RAI. Op de AIWW komen beleidmakers, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties van over de hele wereld samen om hun ideeën over beter wa-terbeheer te delen. Dit jaar staat de week in het teken van een duurzame toekomst: hoe wordt de wereld klimaatbestendiger en circulair?