Met het plaatsen van een nieuw, aangepast remmingswerk in het Eemskanaal, is het voor de zeesluis in Farmsum mogelijk om veilig gelijktijdig te spuien en te schutten. Hierdoor kan er een grote hoeveelheid water in 1 keer worden afgevoerd en wordt het gemaal Rozema alleen nog in uitzonderlijke situaties gebruikt.
Met deze aanpassing van het watersysteem wordt 25.000 kg CO2 per jaar (13 á 14 duizend m3 aardgas) bespaard.
Om meer CO2 te besparen hebben Rijkswaterstaat en waterschap Hunze en
Aa’s in nauwe samenwerking het gehele watersysteem bekeken. Met de
technische oplossing van het remmingswerk is het mogelijk om op
hetzelfde niveau te kunnen spuien en schutten en tegelijkertijd CO2 te
besparen.
Rijkswaterstaat start maandag 28 augustus met het plaatsen van het remmingswerk. De kleine kolk is vanwege de werkzaamheden tot en met 8 september gestremd. De scheepvaart kan ongehinderd van de grote kolk gebruikmaken.
donderdag 31 augustus 2017
woensdag 30 augustus 2017
Getijdenwerking houdt delta's stabiel totdat de mens zich ermee bemoeit
Door de bevolkingsdruk vindt er steeds meer menselijke inmenging plaats in de natuurlijke processen in rivierdelta’s. Ondanks de wereldwijde bezorgdheid hierover nemen deze activiteiten in de grootste rivierdelta's ter wereld toe.
De winning van natuurlijke hulpbronnen, het vasthouden van sediment door reservoirs en de stijging van de zeespiegel zijn stuk voor stuk aantastingen van delta’s. Op basis van kennis gedestilleerd uit vele publicaties laat een team van onderzoekers van Wageningen University & Research, Deltares, de Universiteit Twente en de Technische Universiteit Delft de tegengestelde werking zien van de rol van getij in natuurlijke delta’s en in de door mensen beïnvloede delta's.
De winning van natuurlijke hulpbronnen, het vasthouden van sediment door reservoirs en de stijging van de zeespiegel zijn stuk voor stuk aantastingen van delta’s. Op basis van kennis gedestilleerd uit vele publicaties laat een team van onderzoekers van Wageningen University & Research, Deltares, de Universiteit Twente en de Technische Universiteit Delft de tegengestelde werking zien van de rol van getij in natuurlijke delta’s en in de door mensen beïnvloede delta's.
Onder natuurlijke omstandigheden wordt een delta, althans op de schaal van het landschap, gestabiliseerd door de getijden. De processen waardoor oevererosie ontstaat, worden tegengegaan door de steeds wisselende getijdenstroming. Dat verklaart waarom onbeschermde waterwegen met getij slechts langzaam van plaats veranderen. De getijden worden verzwakt door pieken in de rivierwaterafvoer. Daardoor ontstaat er onder extreme omstandigheden ruimte voor de opslag van het extra water uit de rivier, zodat het overstromingsrisico bij hoge rivierafvoer minder groot is.
Bij sterkere getijden wordt de afvoer van rivierwater gelijkmatiger verdeeld over de verschillende aftakkingen in de delta, waardoor kleinere geulen minder snel dichtslibben. “Maar er komen steeds meer menselijke activiteiten in delta’s,” zegt professor Ton Hoitink van Wageningen University & Research. “Er worden stormvloedkeringen gebouwd, er wordt nieuw land gewonnen en er wordt op grote schaal zand gewonnen voor bouwmateriaal. Bij rivierdelta's over de hele wereld blijkt dat de getijdenbeweging in door de mens beïnvloede delta's een destabiliserende rol kan hebben.”
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de voorspelling van de verdere ontwikkeling van aangetaste rivierdelta's. Met bestaande delta-modellen kan de uitbreiding van rivierdelta's voorspeld worden. Daarbij gaat het in wezen om simulatie van het transport van sediment vanaf de bron in een stroomgebied tot de afzetplaats in de delta.
Bij sterkere getijden wordt de afvoer van rivierwater gelijkmatiger verdeeld over de verschillende aftakkingen in de delta, waardoor kleinere geulen minder snel dichtslibben. “Maar er komen steeds meer menselijke activiteiten in delta’s,” zegt professor Ton Hoitink van Wageningen University & Research. “Er worden stormvloedkeringen gebouwd, er wordt nieuw land gewonnen en er wordt op grote schaal zand gewonnen voor bouwmateriaal. Bij rivierdelta's over de hele wereld blijkt dat de getijdenbeweging in door de mens beïnvloede delta's een destabiliserende rol kan hebben.”
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de voorspelling van de verdere ontwikkeling van aangetaste rivierdelta's. Met bestaande delta-modellen kan de uitbreiding van rivierdelta's voorspeld worden. Daarbij gaat het in wezen om simulatie van het transport van sediment vanaf de bron in een stroomgebied tot de afzetplaats in de delta.
dinsdag 29 augustus 2017
Blauwalg in twee vijvers Tilburg
In de Fontysvijver langs de A58 en in de vijver Lange Jan zit blauwalg. De bacteriën in het water kunnen schadelijk zijn voor de volksgezondheid.
Blauwalg ontwikkelt zich voornamelijk bij hogere temperaturen in de lente en in de zomer. Ook komt het voor in stilstaand water, bijvoorbeeld in grotere vijvers in woonwijken en in zwemplassen.
Contact met oppervlaktewater met blauwalg kan zorgen voor huidirritatie, zoals jeuk en rode vlekken. Als mensen of dieren het water via de mond binnen krijgen kan dit maag- en darmklachten veroorzaken. Honden kunnen beter niet in met blauwalg besmet water zwemmen. Ook vissen in deze vijvers wordt afgeraden.
Waterschap De Dommel plaatst waarschuwingsborden bij de besmette waterpartij. Op de website van De Dommel staat een overzicht van locaties met blauwalg of botulisme en informatie over de risico’s. Lees meer over besmette waterpartijen op de website van waterschap De Dommel.
Blauwalg ontwikkelt zich voornamelijk bij hogere temperaturen in de lente en in de zomer. Ook komt het voor in stilstaand water, bijvoorbeeld in grotere vijvers in woonwijken en in zwemplassen.
Contact met oppervlaktewater met blauwalg kan zorgen voor huidirritatie, zoals jeuk en rode vlekken. Als mensen of dieren het water via de mond binnen krijgen kan dit maag- en darmklachten veroorzaken. Honden kunnen beter niet in met blauwalg besmet water zwemmen. Ook vissen in deze vijvers wordt afgeraden.
Waterschap De Dommel plaatst waarschuwingsborden bij de besmette waterpartij. Op de website van De Dommel staat een overzicht van locaties met blauwalg of botulisme en informatie over de risico’s. Lees meer over besmette waterpartijen op de website van waterschap De Dommel.
Voorkeurslocaties voor drinkwaterwinning vastgesteld
GS van Overijssel hebben de milieueffectrapport (planMER) en voorkeurslocaties voor drinkwaterwinning in Vriezenveen-Daarle en Mander vastgesteld.
Naar verwachting nemen GS van Gelderland hierover dinsdag 29 augustus een besluit. De planMER is een initiatief van de waterschappen Vechtstromen, Drents Overijsselse Delta en Rijn en IJssel, de provincies Overijssel en Gelderland en drinkwaterbedrijf Vitens.
Naar verwachting nemen GS van Gelderland hierover dinsdag 29 augustus een besluit. De planMER is een initiatief van de waterschappen Vechtstromen, Drents Overijsselse Delta en Rijn en IJssel, de provincies Overijssel en Gelderland en drinkwaterbedrijf Vitens.
De Gedeputeerde Staten van Overijssel en Gelderland stellen de planMER vast. Deze heeft vanaf 23 januari tot 6 maart 2017 ter inzage gelegen. Hierop zijn 30 reacties binnen gekomen. Op basis hiervan is voor winlocatie Vriezenveen-Daarle aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de effecten van waterwinning op bodemdaling bij veengronden en op Natura2000-gebieden.
Hieruit blijkt dat effecten op veenoxidatie (bodemdaling), daar waar nog veen aanwezig is, minimaal zijn en met een goede inrichting van de waterwinlocaties en aanpassing van het watersysteem ondervangen kan worden. Ook zijn geen effecten op de waterhuishouding en ecologie in de Natura2000-gebieden Engbertsdijksvenen en Wierdenseveld te verwachten die de realisatie van een waterwinning belemmeren. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is de planMER aangevuld en handhaaft GS haar ontwerpbesluit over de voorkeurslocaties.
maandag 28 augustus 2017
Symbolische oplevering hoogwatergeul
De aanleg van de hoogwatergeul in de Veluwe is zo goed als afgerond. Vanaf zaterdag 9 september keert de rust terug in het gebied. Die dag wordt het gebied symbolisch teruggegeven aan de bewoners.
Om de bijzondere schoonheid van het gebied aan iedereen te laten zien, is er die dag een speciale auto- en fietsroute georganiseerd door lokale bewoners in samenwerking met het projectbureau hoogwatergeul van waterschap Vallei en Veluwe.
De route staat in het teken van kunst, cultuur en geschiedenis van de hoogwatergeul. De route is 25 kilometer en voert langs alle bijzondere en prachtige locaties van de hoogwatergeul.
Deelname is gratis. De route start in beginsel bij gemaal Veluwe aan de Werverdijk 4 in Wapenveld. Hier bevindt zich het informatiecentrum van de hoogwatergeul in gemaal Veluwe van Waterschap Vallei en Veluwe.
Om de bijzondere schoonheid van het gebied aan iedereen te laten zien, is er die dag een speciale auto- en fietsroute georganiseerd door lokale bewoners in samenwerking met het projectbureau hoogwatergeul van waterschap Vallei en Veluwe.
De route staat in het teken van kunst, cultuur en geschiedenis van de hoogwatergeul. De route is 25 kilometer en voert langs alle bijzondere en prachtige locaties van de hoogwatergeul.
Deelname is gratis. De route start in beginsel bij gemaal Veluwe aan de Werverdijk 4 in Wapenveld. Hier bevindt zich het informatiecentrum van de hoogwatergeul in gemaal Veluwe van Waterschap Vallei en Veluwe.
vrijdag 25 augustus 2017
Hoe New York werkt aan klimaatverandering en omgaat met water
In oktober 2012 werd Hoboken, een stad onder de rook van New York City, getroffen door Hurricane Sandy. Tachtig procent van de stad overstroomde.
De waterproblemen in Hoboken zijn tweeledig; enerzijds moet de stad worden beschermd tegen water van buitenaf, anderzijds moet het overtollig regenwater veilig opgeslagen of afgevoerd kunnen worden. Na de orkaan is in New York het ‘Rebuild by Design’ programma in het leven geroepen, met als doel de wederopbouw en vooral het weerbaarder maken van de stad met het oog op toekomstige extreme weerssituaties.
In 2014 werden de eerste schetsen gepresenteerd voor een ‘Resilient Hoboken’. Het plan voorziet niet alleen in waterbescherming en –afvoer, maar ook in nieuwe commerciële, maatschappelijke en recreatieve functies. Onderdeel van dit plan is ook het onderzoeken van de mogelijkheden voor ‘Green Infrastructure’ in de stad: groene oplossingen die bijdragen aan het tijdelijk vasthouden van regenwater om zo overstromingen tijdens extreme weeromstandigheden te verminderen.
Een groep studenten van de Universiteit Twente heeft de effectiviteit en haalbaarheid van dit soort ‘Green Infrastructure’ maatregelen verkend voor Hoboken. Hierbij komen zowel technische als bestuurskundige uitdagingen om de hoek kijken.
In de VS zijn ze al ver in het ontwikkelen van dit soort ‘sustainable stormwater management’ oplossingen. Toch blijft het implementeren ervan, net als in Nederland, een probleem. In het dichtbevolkte New York is er weinig ruimte voor een nieuwe aanpak, terwijl ook financiering en het bewust maken en betrekken van de lokale bevolking een punt van aandacht blijft.
Vanuit de ‘Rebuild by Design’-projecten en het onderzoek van de studenten zelf zijn hierover een aantal ‘best practices’ naar voren gekomen die ook potentie hebben om in Nederland voet aan de grond te krijgen. Een kleine greep uit de geleerde lessen zal op 7 september worden gepresenteerd tijdens Pioneering Café.
De waterproblemen in Hoboken zijn tweeledig; enerzijds moet de stad worden beschermd tegen water van buitenaf, anderzijds moet het overtollig regenwater veilig opgeslagen of afgevoerd kunnen worden. Na de orkaan is in New York het ‘Rebuild by Design’ programma in het leven geroepen, met als doel de wederopbouw en vooral het weerbaarder maken van de stad met het oog op toekomstige extreme weerssituaties.
In 2014 werden de eerste schetsen gepresenteerd voor een ‘Resilient Hoboken’. Het plan voorziet niet alleen in waterbescherming en –afvoer, maar ook in nieuwe commerciële, maatschappelijke en recreatieve functies. Onderdeel van dit plan is ook het onderzoeken van de mogelijkheden voor ‘Green Infrastructure’ in de stad: groene oplossingen die bijdragen aan het tijdelijk vasthouden van regenwater om zo overstromingen tijdens extreme weeromstandigheden te verminderen.
Een groep studenten van de Universiteit Twente heeft de effectiviteit en haalbaarheid van dit soort ‘Green Infrastructure’ maatregelen verkend voor Hoboken. Hierbij komen zowel technische als bestuurskundige uitdagingen om de hoek kijken.
In de VS zijn ze al ver in het ontwikkelen van dit soort ‘sustainable stormwater management’ oplossingen. Toch blijft het implementeren ervan, net als in Nederland, een probleem. In het dichtbevolkte New York is er weinig ruimte voor een nieuwe aanpak, terwijl ook financiering en het bewust maken en betrekken van de lokale bevolking een punt van aandacht blijft.
Vanuit de ‘Rebuild by Design’-projecten en het onderzoek van de studenten zelf zijn hierover een aantal ‘best practices’ naar voren gekomen die ook potentie hebben om in Nederland voet aan de grond te krijgen. Een kleine greep uit de geleerde lessen zal op 7 september worden gepresenteerd tijdens Pioneering Café.
donderdag 24 augustus 2017
Gevolgen overstromen afvalwaterput in Bladel beperkt gebleven
Door adequaat optreden van medewerkers van Waterschap De Dommel en de gemeente Bladel zijn de gevolgen van het overstromen van een afvalwaterput bij composteringsbedrijf Orgamex in Bladel beperkt gebleven.
Het waterschap constateerde dinsdagmiddag 22 augustus een hoog ammoniumgehalte in het rioolwater dat de zuiveringsinstallatie in Hapert bereikte. De pompen werden stilgelegd en samen met de gemeente Bladel is direct onderzocht waar de vervuiling vandaan kwam. Dat bleek het bedrijf Orgamex te zijn, waar een tank was overstroomd waarin mestvocht en spuiwater wordt opgevangen. Deze afvalproducten worden normaliter overgepompt in een tankwagen en afgevoerd.
Volgens het waterschap zijn de gevolgen voor de waterzuivering beperkt gebleven en functioneert de installatie weer normaal. Onder begeleiding van gemeente en waterschap heeft Orgamex inmiddels het nabijgelegen deel van het riool schoongemaakt. De provincie zal het bedrijf aanspreken vanwege het niet tijdig melden van het incident.
Het waterschap constateerde dinsdagmiddag 22 augustus een hoog ammoniumgehalte in het rioolwater dat de zuiveringsinstallatie in Hapert bereikte. De pompen werden stilgelegd en samen met de gemeente Bladel is direct onderzocht waar de vervuiling vandaan kwam. Dat bleek het bedrijf Orgamex te zijn, waar een tank was overstroomd waarin mestvocht en spuiwater wordt opgevangen. Deze afvalproducten worden normaliter overgepompt in een tankwagen en afgevoerd.
Volgens het waterschap zijn de gevolgen voor de waterzuivering beperkt gebleven en functioneert de installatie weer normaal. Onder begeleiding van gemeente en waterschap heeft Orgamex inmiddels het nabijgelegen deel van het riool schoongemaakt. De provincie zal het bedrijf aanspreken vanwege het niet tijdig melden van het incident.
Vaarweginspecteurs: autoriteit op het water
Iedere dag zijn vier vaarweginspecteurs van de provincie op het water voor een vlot en veilig vaarverkeer. Ze zorgen dat de vaarwegen goed te bevaren zijn en dat er niet te snel wordt gevaren.
Het is een zonnige dag tijdens een typisch Hollandse zomer. Vaarweginspecteurs Wilco Gijzen en Gerard Fransen verzamelen bij de provincieboot ‘NH-Zuid’ die bij de Tolhuissluis bij Nieuwveen ligt. Precies op de grens van de provincies Zuid- en Noord-Holland. Op maandag 14 augustus varen ze van deze sluis naar Ouderkerk aan de Amstel. Iedere vaarweginspecteur heeft een eigen boot en ieder houdt zijn eigen regio in de gaten. Samen varen ze over ongeveer 250 kilometer provinciale vaarwegen. Voor de veiligheid varen ze altijd met z’n tweeën en wisselen ze de regio’s af. “Veilig én handig bij het aanspreken van mensen op het water of bij het aanleggen”, licht Gijzen toe.
woensdag 23 augustus 2017
Blauwalgen in Oss
Waterschap Aa en Maas heeft blauwalgen aangetroffen in de vijver aan de Heihoeksingel bij het Natuur en Milieu Educatiecentrum in Oss.
Het gaat om een soort blauwalgen die als matten op de waterbodem groeien. Van deze matten kunnen stukjes loslaten en komen dan boven drijven en kunnen op de oever terecht komen. Blauwalgen kunnen gezondheidsklachten veroorzaken bij mens en dier. Daarom adviseert het waterschap om contact met deze matten en het water van deze plas te vermijden. De gemeente Oss heeft waarschuwingsborden geplaatst en waterschap Aa en Maas houdt de situatie in de gaten.
Als blauwalgen zich explosief vermenigvuldigen, spreken we van ‘blauwalgenbloei’. De aangetroffen blauwalgen kunnen dan giftige stoffen afscheiden. Bij aanraking of inname bestaat kans op huidirritatie, duizeligheid, ademhalingsproblemen en ernstige maag- en darmklachten. Deze klachten kunnen zowel bij mensen als bij (huis)dieren optreden.
De mate van giftigheid van de matten is moeilijk te voorspellen. Vergiftiging door blauwalgtoxine treedt alleen op wanneer de blauwwieren zelf worden ingeslikt. Honden kunnen door hun gedrag delen van de matten van de bodem loswoelen en de vervolgens aan het wateroppervlak verschijnende vlokken met blauwwieren gemakkelijk binnenkrijgen. Het is echter vooral het actieve hapgedrag dat honden en mogelijk andere dieren (eenden) kwetsbaar maakt.
Het gaat om een soort blauwalgen die als matten op de waterbodem groeien. Van deze matten kunnen stukjes loslaten en komen dan boven drijven en kunnen op de oever terecht komen. Blauwalgen kunnen gezondheidsklachten veroorzaken bij mens en dier. Daarom adviseert het waterschap om contact met deze matten en het water van deze plas te vermijden. De gemeente Oss heeft waarschuwingsborden geplaatst en waterschap Aa en Maas houdt de situatie in de gaten.
Als blauwalgen zich explosief vermenigvuldigen, spreken we van ‘blauwalgenbloei’. De aangetroffen blauwalgen kunnen dan giftige stoffen afscheiden. Bij aanraking of inname bestaat kans op huidirritatie, duizeligheid, ademhalingsproblemen en ernstige maag- en darmklachten. Deze klachten kunnen zowel bij mensen als bij (huis)dieren optreden.
De mate van giftigheid van de matten is moeilijk te voorspellen. Vergiftiging door blauwalgtoxine treedt alleen op wanneer de blauwwieren zelf worden ingeslikt. Honden kunnen door hun gedrag delen van de matten van de bodem loswoelen en de vervolgens aan het wateroppervlak verschijnende vlokken met blauwwieren gemakkelijk binnenkrijgen. Het is echter vooral het actieve hapgedrag dat honden en mogelijk andere dieren (eenden) kwetsbaar maakt.
dinsdag 22 augustus 2017
Ontwikkeling toepassing poeder actief koolstof
Voor telers begint de tijd te dringen om een installatie aan te schaffen voor het zuiveren van het lozingswater, om te voldoen aan het nieuwe Activiteitenbesluit, dat per 1 januari 2018 ingaat.
In een cross-over project tussen TKI Tuinbouw en TKI Watertechnologie wordt gewerkt aan een nieuwe oplossing voor het zuiveren van het lozingswater: dosering van poeder actief koolstof. Op labschaal zijn inmiddels positieve resultaten gevonden voor deze techniek in het verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen uit Standaard Water. Met de partners HortiMaX, VAM Watertech, Enthoven Techniek en WaterQ wordt nu gewerkt aan de ontwikkeling van een pilot installatie, waarmee een proof-of-principle geleverd gaat worden. Met de resultaten uit de proof-of-principle zal vervolgens een praktijkinstallatie ontwikkeld worden waarmee het goedkeuringstraject zal worden gestart. Volgens planning zal de aanvraag tot goedkeuring in oktober/november bij de BZG worden ingediend.
Poeder actief koolstof wordt gedoseerd aan het te behandelen water. Na een vastgestelde behandeltijd wordt het weer uit het water gefilterd, waarna het behandelde water naar de riolering mag worden afgevoerd. Het afgefilterde poeder actief koolstof moet op een verantwoorde manier worden afgevoerd. Deze methode is met name geschikt voor telers die maar mondjesmaat kleine beetjes water lozen, of bedrijven die de hoeveelheid lozingswater in de komende jaren sterk gaan afbouwen onder invloed van de emissienormen stikstof.
Dit onderzoek is gefinancierd door de Stichting programmafonds glastuinbouw, Topsector Tuinbouw & Uitgangsmateriaal (TKI Tuinbouw) en Topsector Water (TKI Watertechnologie).
In een cross-over project tussen TKI Tuinbouw en TKI Watertechnologie wordt gewerkt aan een nieuwe oplossing voor het zuiveren van het lozingswater: dosering van poeder actief koolstof. Op labschaal zijn inmiddels positieve resultaten gevonden voor deze techniek in het verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen uit Standaard Water. Met de partners HortiMaX, VAM Watertech, Enthoven Techniek en WaterQ wordt nu gewerkt aan de ontwikkeling van een pilot installatie, waarmee een proof-of-principle geleverd gaat worden. Met de resultaten uit de proof-of-principle zal vervolgens een praktijkinstallatie ontwikkeld worden waarmee het goedkeuringstraject zal worden gestart. Volgens planning zal de aanvraag tot goedkeuring in oktober/november bij de BZG worden ingediend.
Poeder actief koolstof wordt gedoseerd aan het te behandelen water. Na een vastgestelde behandeltijd wordt het weer uit het water gefilterd, waarna het behandelde water naar de riolering mag worden afgevoerd. Het afgefilterde poeder actief koolstof moet op een verantwoorde manier worden afgevoerd. Deze methode is met name geschikt voor telers die maar mondjesmaat kleine beetjes water lozen, of bedrijven die de hoeveelheid lozingswater in de komende jaren sterk gaan afbouwen onder invloed van de emissienormen stikstof.
Dit onderzoek is gefinancierd door de Stichting programmafonds glastuinbouw, Topsector Tuinbouw & Uitgangsmateriaal (TKI Tuinbouw) en Topsector Water (TKI Watertechnologie).
maandag 21 augustus 2017
Blauwalgen in Someren
Waterschap Aa en Maas heeft blauwalgen aangetroffen in het stadswater omgeving Pasakkers in Someren. Blauwalgen kunnen gezondheidsklachten veroorzaken bij mens en dier. Daarom adviseert het waterschap om contact met water van deze plas te vermijden. De gemeente Someren plaatst waarschuwingsborden en waterschap Aa en Maas houdt de situatie in de gaten.
Als blauwalgen zich explosief vermenigvuldigen, spreken we van ‘blauwalgenbloei’. De aangetroffen blauwalgen kunnen dan giftige stoffen afscheiden. Bij aanraking of inname bestaat kans op huidirritatie, duizeligheid, ademhalingsproblemen en ernstige maag- en darmklachten. Deze klachten kunnen zowel bij mensen als bij (huis)dieren optreden.
Blauwalgen in het water zijn een hardnekkig probleem. Wanneer de zonintensiteit afneemt en het water weer afkoelt door bijvoorbeeld regen of het seizoen, vermindert de hoeveelheid blauwalg. Om te voorkomen dat er later weer blauwalgen komen kan het waterschap en/of de gemeente proberen de hoeveelheid voedingsstoffen in het water te verminderen. Dit kan in sommige gevallen door de waterbodem te baggeren, extra water in te laten om door te spoelen of juist minder water in te laten waarin veel voedingsstoffen zitten. Ook het snoeien van bomen op de oevers draagt vaak bij aan een mindere belasting van het water met voedingsstoffen.
Als blauwalgen zich explosief vermenigvuldigen, spreken we van ‘blauwalgenbloei’. De aangetroffen blauwalgen kunnen dan giftige stoffen afscheiden. Bij aanraking of inname bestaat kans op huidirritatie, duizeligheid, ademhalingsproblemen en ernstige maag- en darmklachten. Deze klachten kunnen zowel bij mensen als bij (huis)dieren optreden.
Blauwalgen in het water zijn een hardnekkig probleem. Wanneer de zonintensiteit afneemt en het water weer afkoelt door bijvoorbeeld regen of het seizoen, vermindert de hoeveelheid blauwalg. Om te voorkomen dat er later weer blauwalgen komen kan het waterschap en/of de gemeente proberen de hoeveelheid voedingsstoffen in het water te verminderen. Dit kan in sommige gevallen door de waterbodem te baggeren, extra water in te laten om door te spoelen of juist minder water in te laten waarin veel voedingsstoffen zitten. Ook het snoeien van bomen op de oevers draagt vaak bij aan een mindere belasting van het water met voedingsstoffen.
vrijdag 18 augustus 2017
Hoe een beetje water een geologische ophef veroorzaakt
Door met chemische reacties kleine poriën te maken die 10.000 keer kleiner zijn dan een menselijke haar kunnen vloeistoffen zichzelf een weg banen door gesteente diep in de aarde. Dit concluderen aardwetenschappers van de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Oslo. Ze publiceerden hun resultaten in Nature Geoscience.
Kijk eens naar de grond wanneer je deze zomer je planten water geeft. Dankzij de sponsachtige eigenschappen van de aarde komt het water beetje bij beetje bij de wortels terecht, waardoor je bloemen en planten goed gedijen. Dieper in de grond reageert de aarde ook met het water, maar in dit geval zijn het de gesteentes zelf die reacties aangaan met het water en zo transformeren in nieuwe gesteentes. Deze chemische reacties staan aan de basis van veel geologische processen. Maar hoe dieper je de aarde ingaat, hoe minder ruimte er is waar water doorheen kan stromen, waardoor het vrijwel onmogelijk lijkt om water in gesteente te krijgen zonder dat het gesteente fysiek kapot is.
“We weten dat op tientallen kilometers diepte vloeistoffen een belangrijke rol spelen in het faciliteren van chemische reacties”, legt Oliver Plümper uit, aardwetenschapper aan de Universiteit Utrecht en eerste auteur van de publicatie. “Als ik door de bergen wandel zie ik rotsen die ooit diep in de aarde zaten, maar duidelijk bewijs laten zien dat ze hebben gereageerd met vloeistoffen. Ik heb me altijd afgevraagd hoe water zo diep heeft weten te komen, want met het blote oog zie je niet hoe dat heeft kunnen gebeuren.”
Het algemene idee is dat rotsen aanmoediging nodig hebben om water toe te laten, ofwel door ze fysiek stuk te maken ofwel door ze te forceren om poriën te maken, minuscule buisjes door het gesteente heen. Plümper en zijn collega’s hebben aangetoond dat het ontstaan van poriën het resultaat kan zijn van minerale reacties. Deze reacties ‘vreten’ zich een weg door het gesteente, en veranderen daarmee de compositie van het gesteente fundamenteel.
Om dit mechanisme te onderzoeken maakten de onderzoekers gebruik van de nieuwe elektronenmicroscopie-faciliteiten aan de Universiteit Utrecht, waarmee ze beelden konden maken van ingevroren minerale reacties in rotsen uit Noorwegen. Coauteur Yang Liu, werkzaam aan het Debye Institute for Nanomaterials Science en het departement Aardwetenschappen vertelt: “We hebben sterk bewijs dat een geologisch proces werkzaam op een schaal van tientallen kilometers wordt beïnvloed door processen die zich op nanoschaal afspelen. Dat konden we nooit ontdekken zonder de moderne elektronenmicroscopen.”
Met de inzichten uit de elektronenmicroscopie kon het onderzoeksteam de minuscule poriën modelleren door computersimulaties uit te voeren die de beweging van watermoleculen kunnen nabootsen. Zo konden ze zien hoe het water door de kleine poriën beweegt als reactie op de chemische reacties die plaatsvinden. Coauteur professor Bjørn Jamtveit van de Universiteit van Oslo vertelt: “Op deze kleine schaal gelden allerlei andere natuurkundige wetten die beschrijven hoe dingen op elkaar reageren”.
Jamtveit vervolgt: “Hoewel deze kleinschalige fenomenen grote interesse opwekken in de materiaalwetenschappen, is nog niet bekend hoe belangrijk dit is voor de aardwetenschappen. Dit onderzoek is toonaangevend en grensverleggend in hoe fenomenen op nanoschaal geologische processen in de aarde beïnvloeden. Deze resultaten vertegenwoordigen de baanbrekende vooruitgang in het onderzoek naar de dynamiek van vloeistof-rots-interacties.”
donderdag 17 augustus 2017
Gevolgen veranderende WOZ-waardering dijkwoningen
De WOZ-waardering van dijkwoningen gaat komend jaar veranderen. Aanleiding hiervoor is een recente brief van de Waarderingskamer. Hierin zijn de WOZ-uitvoeringsorganisaties opgedragen om vanaf 2018 bij de WOZ-waardering van dijkwoningen rekening te houden met de vrijstelling voor waterverdedigingswerken. Tauw werkt samen met Van den Bosch & partners om WOZ-vrijstellingen van waterverdedigingswerken bij dijkwoningen te inventariseren.
De Waarderingskamer heeft tot de wijziging besloten naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad (4 maart 2016). Uit het arrest blijkt dat WOZ-objecten - gelegen op waterstaatswerken - deels onder deze vrijstelling vallen. Volgens de meest recente jurisprudentie gaat het hierbij om het gedeelte dat niet tot de woning behoort, zoals bijvoorbeeld de tuin.
Per WOZ-object dient voor 2018 bepaald te worden welk gedeelte onder de vrijstelling valt (en dus bij waardering buiten beschouwing blijft). Dankzij de keur, leggerkaarten, GIS-bestanden en de noodzakelijke juridische kennis kunnen Tauw en Van den Bosch & partners dit grotendeels geautomatiseerd verzorgen. Het resultaat is een rapportage die per kadastraal perceel de vrijgestelde oppervlakte in vierkante meters weergeeft.
De Waarderingskamer heeft tot de wijziging besloten naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad (4 maart 2016). Uit het arrest blijkt dat WOZ-objecten - gelegen op waterstaatswerken - deels onder deze vrijstelling vallen. Volgens de meest recente jurisprudentie gaat het hierbij om het gedeelte dat niet tot de woning behoort, zoals bijvoorbeeld de tuin.
Per WOZ-object dient voor 2018 bepaald te worden welk gedeelte onder de vrijstelling valt (en dus bij waardering buiten beschouwing blijft). Dankzij de keur, leggerkaarten, GIS-bestanden en de noodzakelijke juridische kennis kunnen Tauw en Van den Bosch & partners dit grotendeels geautomatiseerd verzorgen. Het resultaat is een rapportage die per kadastraal perceel de vrijgestelde oppervlakte in vierkante meters weergeeft.
woensdag 16 augustus 2017
Zend jouw briljante wateridee nu in voor de Waterinnovatieprijs
Meer piekbuien, langere periodes van droogte en ambitieuze energiedoelstellingen: het werk van de waterschappen kent grote uitdagingen. Heb jij een vernieuwend en baanbrekend idee op het gebied van water? Zend jouw innovatie dan in voor de Waterinnovatieprijs 2017! En misschien maakt jouw idee ons waterbeheer beter, duurzamer en goedkoper.
De Unie van Waterschappen en de Nederlandse Waterschapsbank reiken ieder jaar de Waterinnovatieprijs uit in de categorieën Waterveiligheid, Schoon water en Voldoende water. Dit jaar is daar de categorie Energie en waterschappen bijgekomen.
Gemeenten, provincies en waterschapen slaan de handen ineen om Nederland energieneutraal, klimaatbestendig en circulair te maken. Zij roepen het Rijk, bedrijven, organisaties en inwoners op om mee te doen. De waterschappen willen in 2020 minstens 40% van het eigen energieverbruik zelf duurzaam produceren en streven ernaar volledig energieneutraal te worden. Vernieuwende ideeën en initiatieven op het gebied van duurzame energieopwekking en energiebesparing bij de waterschappen, zijn dan ook van harte welkom.
Winnaars van de Waterinnovatieprijs komen in aanmerking voor een intensief versnellingstraject dat de innovaties helpt bij de volgende stap in hun ontwikkeling. Meld jouw innovatie nu aan op Waterinnovatieprijs.nl en lees alles over de criteria en de prijs. Inzenden kan tot 22 september!
De inzendingen voor de Waterinnovatieprijs worden door een deskundige jury onder leiding van Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, beoordeeld op hun innovatieve, duurzame karakter, de haalbaarheid en toegevoegde waarde. Begin november worden de genomineerden bekend gemaakt, waarna het publiek de kans krijgt op hun favoriete innovatie te stemmen voor de Publieksprijs. De feestelijke prijsuitreiking van de Waterinnovatieprijs vindt plaats op maandag 27 november in de Rijtuigenloods te Amersfoort.
De Unie van Waterschappen en de Nederlandse Waterschapsbank reiken ieder jaar de Waterinnovatieprijs uit in de categorieën Waterveiligheid, Schoon water en Voldoende water. Dit jaar is daar de categorie Energie en waterschappen bijgekomen.
Gemeenten, provincies en waterschapen slaan de handen ineen om Nederland energieneutraal, klimaatbestendig en circulair te maken. Zij roepen het Rijk, bedrijven, organisaties en inwoners op om mee te doen. De waterschappen willen in 2020 minstens 40% van het eigen energieverbruik zelf duurzaam produceren en streven ernaar volledig energieneutraal te worden. Vernieuwende ideeën en initiatieven op het gebied van duurzame energieopwekking en energiebesparing bij de waterschappen, zijn dan ook van harte welkom.
Winnaars van de Waterinnovatieprijs komen in aanmerking voor een intensief versnellingstraject dat de innovaties helpt bij de volgende stap in hun ontwikkeling. Meld jouw innovatie nu aan op Waterinnovatieprijs.nl en lees alles over de criteria en de prijs. Inzenden kan tot 22 september!
De inzendingen voor de Waterinnovatieprijs worden door een deskundige jury onder leiding van Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, beoordeeld op hun innovatieve, duurzame karakter, de haalbaarheid en toegevoegde waarde. Begin november worden de genomineerden bekend gemaakt, waarna het publiek de kans krijgt op hun favoriete innovatie te stemmen voor de Publieksprijs. De feestelijke prijsuitreiking van de Waterinnovatieprijs vindt plaats op maandag 27 november in de Rijtuigenloods te Amersfoort.
dinsdag 15 augustus 2017
Rijkswaterstaat wordt betere opdrachtgever door ook zelf te ontwerpen
Zo'n 30 jaar geleden was het vanzelfsprekend dat ingenieurs van Rijkswaterstaat zelf sluizen, bruggen en wegen ontwierpen. Met het uitbesteden van ontwerpwerk is die kennis flink afgenomen. Maar daar komt verandering in. Sinds dit jaar heeft Rijkswaterstaat namelijk weer een eigen ontwerpbureau. Het doel? Het ontwerpproces weer zélf in de vingers krijgen, om zo een betere opdrachtgever te worden voor de markt.
‘De tijd dat we zelf ontwierpen ligt ver achter ons’, vertelt Johan Bosch, kwartiermaker van het ontwerpbureau van Rijkswaterstaat. ‘Op een bepaald moment werd het credo “Markt, tenzij …”, wat er uiteindelijk toe leidde dat we het ontwerpwerk vrijwel volledig uit handen gaven. Daarmee verdwenen niet alleen de tekentafels uit onze organisatie, maar ook grotendeels de ontwerpkennis.’ En dat merkte Rijkswaterstaat volgens Bosch in de samenwerkingen met ontwerpers uit de markt. ‘We zijn niet altijd meer een goede gesprekspartner voor marktpartijen. Zo is het voor ons lastig om op de hoogte te blijven van nieuwe technieken. We kunnen wel functioneel specificeren, maar het is onzeker of we daarmee altijd de juiste eisen stellen voor nieuwbouw of onderhoud.’
Het nieuwe ontwerpbureau van Rijkswaterstaat moet weer kennis in huis halen over het ontwerpproces. ‘Dat betekent niet dat we terug gaan naar vroeger, toen alle ontwerpen uit ons eigen huis kwamen’, benadrukt Bosch. ‘We willen vooral de kwaliteit van het proces en de samenwerking met marktpartijen verbeteren. Daarvoor trekken we een klein deel van de ontwerpen weer naar ons toe. Ongeveer 1% doen we in huis en de overige 99% besteden we in de toekomst nog steeds uit.'
Door zelf weer ervaring op te doen met ontwerpen denkt Rijkswaterstaat de ontwerpvoorstellen van de markt ook beter op waarde te kunnen schatten. Bosch: ‘Met ons eigen ontwerpbureau verstevigen we onze opdrachtgeverskennis op het gebied van ontwerpen. Tegelijkertijd bouwen we aan en investeren we in ons vakmanschap.’ Het ontwerpbureau bestaat uit een vaste kern van 20 fte en een flexibele schil van ongeveer 15 fte. ‘Allemaal medewerkers van Rijkswaterstaat’, vertelt Bosch. ‘Het ontwerpbureau is voor adviseurs en specialisten die ontwerpkennis willen opdoen of delen. We nemen dus niemand van buiten aan om het ontwerpbureau te versterken.’
Volgens Bosch hebben marktpartijen de afgelopen jaren ook gemerkt dat het Rijkswaterstaat aan ontwerpkennis ontbrak. ‘We hebben daar vaak opmerkingen over gekregen. Het viel ingenieurs en anderen waarmee we samenwerkten op dat we vaak niet meer konden bieden dan een lijst met functionele specificaties voor een ontwerp.’ Rijkswaterstaat heeft inmiddels met verschillende marktpartijen contact gehad over het ontwerpbureau en de reacties zijn positief. ‘De markt snapt onze intenties en begrijpt ook dat deze stap hun inkomen niet in gevaar brengt. Ze zien vooral een opdrachtgever die zich inspant om goed voorbereid aan tafel te verschijnen. En dat is precies waarom we dit doen.’
‘De tijd dat we zelf ontwierpen ligt ver achter ons’, vertelt Johan Bosch, kwartiermaker van het ontwerpbureau van Rijkswaterstaat. ‘Op een bepaald moment werd het credo “Markt, tenzij …”, wat er uiteindelijk toe leidde dat we het ontwerpwerk vrijwel volledig uit handen gaven. Daarmee verdwenen niet alleen de tekentafels uit onze organisatie, maar ook grotendeels de ontwerpkennis.’ En dat merkte Rijkswaterstaat volgens Bosch in de samenwerkingen met ontwerpers uit de markt. ‘We zijn niet altijd meer een goede gesprekspartner voor marktpartijen. Zo is het voor ons lastig om op de hoogte te blijven van nieuwe technieken. We kunnen wel functioneel specificeren, maar het is onzeker of we daarmee altijd de juiste eisen stellen voor nieuwbouw of onderhoud.’
Het nieuwe ontwerpbureau van Rijkswaterstaat moet weer kennis in huis halen over het ontwerpproces. ‘Dat betekent niet dat we terug gaan naar vroeger, toen alle ontwerpen uit ons eigen huis kwamen’, benadrukt Bosch. ‘We willen vooral de kwaliteit van het proces en de samenwerking met marktpartijen verbeteren. Daarvoor trekken we een klein deel van de ontwerpen weer naar ons toe. Ongeveer 1% doen we in huis en de overige 99% besteden we in de toekomst nog steeds uit.'
Door zelf weer ervaring op te doen met ontwerpen denkt Rijkswaterstaat de ontwerpvoorstellen van de markt ook beter op waarde te kunnen schatten. Bosch: ‘Met ons eigen ontwerpbureau verstevigen we onze opdrachtgeverskennis op het gebied van ontwerpen. Tegelijkertijd bouwen we aan en investeren we in ons vakmanschap.’ Het ontwerpbureau bestaat uit een vaste kern van 20 fte en een flexibele schil van ongeveer 15 fte. ‘Allemaal medewerkers van Rijkswaterstaat’, vertelt Bosch. ‘Het ontwerpbureau is voor adviseurs en specialisten die ontwerpkennis willen opdoen of delen. We nemen dus niemand van buiten aan om het ontwerpbureau te versterken.’
Volgens Bosch hebben marktpartijen de afgelopen jaren ook gemerkt dat het Rijkswaterstaat aan ontwerpkennis ontbrak. ‘We hebben daar vaak opmerkingen over gekregen. Het viel ingenieurs en anderen waarmee we samenwerkten op dat we vaak niet meer konden bieden dan een lijst met functionele specificaties voor een ontwerp.’ Rijkswaterstaat heeft inmiddels met verschillende marktpartijen contact gehad over het ontwerpbureau en de reacties zijn positief. ‘De markt snapt onze intenties en begrijpt ook dat deze stap hun inkomen niet in gevaar brengt. Ze zien vooral een opdrachtgever die zich inspant om goed voorbereid aan tafel te verschijnen. En dat is precies waarom we dit doen.’
maandag 14 augustus 2017
Delfland onderzoekt de visstand in westelijk deel
Delfland gaat van 8 tot en met 25 augustus de visstand onderzoeken in de Westboezem, de Slinksloot bij Schipluiden en de Zuidpolder van Delfgauw. Het gaat hier om het gebied dat ongeveer ligt tussen Zuidwest Den Haag tot aan Vlaardingen. Het westelijk deel van het gebied van Delfland.
Medewerkers van het waterschap zullen vissen vangen en kijken naar soort, lengte en gewicht. Het vissen gebeurt vooral overdag en soms (3x) ook ’s nachts. Het kan zijn dat de werkzaamheden enige overlast geven.
Het onderzoek vindt plaats voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Daarin zijn afspraken gemaakt die ervoor moeten zorgen dat uiterlijk in 2027 het water in alle Europese landen voldoende schoon (chemisch op orde) en gezond (ecologisch in evenwicht) is. Delfland bekijkt door het hele gebied de visstand in sloten en kanalen. De visstand zegt veel over de waterkwaliteit. Wanneer in het water veel verschillende soorten vissen rondzwemmen, duidt dit op schoon water. Waterkwaliteit meet Delfland doorgaans op twee manieren. Op de eerste plaats onderzoekt het waterschap de samenstelling van het water: welke stoffen zitten erin? Daaraan is te zien of het water vervuild is. Daarnaast kijkt Delfland naar de hoeveelheid soorten en dieren. Hoe meer er aanwezig zijn, hoe schoner het water.
In 2014 heeft Delfland de visstand van dit deelgebied ook in kaart gebracht. Door deze monitoring nu te herhalen, verwacht Delfland het effect te kunnen zien van de maatregelen die de afgelopen jaren genomen zijn om de waterkwaliteit te verbeteren.
Het vangen en onderzoeken van de vissen gebeurt op een zo diervriendelijk mogelijke manier, maar helaas kan Delfland niet voorkomen dat sommige vissen niet teruggezet kunnen worden. Het onderzoek vindt plaats in overleg met de hengelsportverenigingen in het gebied (verenigd in Visstandbeheercommissies) en wordt uitgevoerd door adviesbureau ATKB.
Medewerkers van het waterschap zullen vissen vangen en kijken naar soort, lengte en gewicht. Het vissen gebeurt vooral overdag en soms (3x) ook ’s nachts. Het kan zijn dat de werkzaamheden enige overlast geven.
Het onderzoek vindt plaats voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Daarin zijn afspraken gemaakt die ervoor moeten zorgen dat uiterlijk in 2027 het water in alle Europese landen voldoende schoon (chemisch op orde) en gezond (ecologisch in evenwicht) is. Delfland bekijkt door het hele gebied de visstand in sloten en kanalen. De visstand zegt veel over de waterkwaliteit. Wanneer in het water veel verschillende soorten vissen rondzwemmen, duidt dit op schoon water. Waterkwaliteit meet Delfland doorgaans op twee manieren. Op de eerste plaats onderzoekt het waterschap de samenstelling van het water: welke stoffen zitten erin? Daaraan is te zien of het water vervuild is. Daarnaast kijkt Delfland naar de hoeveelheid soorten en dieren. Hoe meer er aanwezig zijn, hoe schoner het water.
In 2014 heeft Delfland de visstand van dit deelgebied ook in kaart gebracht. Door deze monitoring nu te herhalen, verwacht Delfland het effect te kunnen zien van de maatregelen die de afgelopen jaren genomen zijn om de waterkwaliteit te verbeteren.
Het vangen en onderzoeken van de vissen gebeurt op een zo diervriendelijk mogelijke manier, maar helaas kan Delfland niet voorkomen dat sommige vissen niet teruggezet kunnen worden. Het onderzoek vindt plaats in overleg met de hengelsportverenigingen in het gebied (verenigd in Visstandbeheercommissies) en wordt uitgevoerd door adviesbureau ATKB.
vrijdag 11 augustus 2017
Voordelen investeringen in dijken op wereldschaal bekend
De economische voordelen van het bouwen en ophogen van dijken om overstromingsschade te verminderen, zijn wereldwijd veel hoger dan de kosten. In veel delen van de wereld is het zelfs mogelijk om de economische schade van rivieroverstromingen in de toekomst te verlagen tot onder het huidige niveau, ook als er rekening wordt gehouden met klimaatverandering, groeiende bevolkingen en verstedelijking.
Dit blijkt uit onderzoek van Philip Ward van het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit Amsterdam, dat hij samen met partners uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten uitvoerde. De resultaten uit het onderzoek zijn op 31 juli gepubliceerd in de paper ‘A global framework for future costs and benefits of river-flood protection in urban areas’ in Nature Climate Change.
De studie van Ward is de eerste in haar soort naar de kosten en voordelen van maatregelen om overstromingsschade wereldwijd te verminderen. De auteurs onderzochten hoeveel overstromingsrisico per provincie kan worden vermeden als er nieuwe dijken worden gebouwd of als bestaande dijken worden opgehoogd. Vervolgens bepaalden ze hoeveel het zou kosten om deze dijken te bouwen en te onderhouden, en of de voordelen hiervan opwegen tegen de kosten. Het antwoord is dus ja: de voordelen van investeren in dijken wegen absoluut op tegen de kosten.
De wetenschappers gebruikten een combinatie van globale hydrologische en economische modellen van Deltares, beter bekend als GLOFRIS. “Het is algemeen bekend dat de economische schade door overstromingen in kwetsbare gebieden de komende decennia zal toenemen door onder andere klimaatverandering en bevolkingsgroei”, aldus Ward. “Dit onderzoek toont aan dat deze schade in het jaar 2080 wel degelijk kan worden teruggebracht tot onder het huidige niveau, zolang er maar wordt geïnvesteerd in beschermende maatregelen. Beleidsmakers kunnen de onderzoeksresultaten gebruiken bij het in kaart brengen van de regio’s die baat hebben bij beschermende maatregelen. De resultaten geven bovendien inzicht in regio’s waar andere aanpassingsstrategieën nodig zijn, zoals het creëren van meer ruimte voor rivieren of het bouwen van overstromingsbestendige gebouwen.”
De resultaten uit het onderzoek vormen een belangrijke onderbouwing voor het voeren van constructieve gesprekken over het beheer van overstromingsrisico’s wereldwijd. Hoewel eerdere studies aantonen dat overstromingsrisico’s in de toekomst zullen toenemen, is dit de eerste studie ter wereld die onderzoekt hoe we dit verhoogde risico effectief kunnen aanpakken. Om er voor te zorgen dat de resultaten en methoden bruikbaar zijn in de praktijk, worden ze geïntegreerd in de Aqueduct Global Flood Analyzer, een interactieve online tool die overstromingsrisico’s wereldwijd in kaart brengt.
Het World Resources Institute (WRI) in Washington D.C. ontwikkelde deze tool in samenwerking met de Vrije Universiteit, Deltares, de Wereldbank, Universiteit Utrecht en PBL Netherlands Environmental Assessment Agency. Charles Iceland, Aqueduct Director bij WRI: “Betrouwbare schattingen van wat het kost om beschermende infrastructuur aan te leggen zijn essentieel voor het ontwikkelen van gedegen maatregelen om overstromingsschade te verminderen. Ook is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de voordelen van deze infrastructuur om toekomstige schade te voorkomen.”
Dit blijkt uit onderzoek van Philip Ward van het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit Amsterdam, dat hij samen met partners uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten uitvoerde. De resultaten uit het onderzoek zijn op 31 juli gepubliceerd in de paper ‘A global framework for future costs and benefits of river-flood protection in urban areas’ in Nature Climate Change.
De studie van Ward is de eerste in haar soort naar de kosten en voordelen van maatregelen om overstromingsschade wereldwijd te verminderen. De auteurs onderzochten hoeveel overstromingsrisico per provincie kan worden vermeden als er nieuwe dijken worden gebouwd of als bestaande dijken worden opgehoogd. Vervolgens bepaalden ze hoeveel het zou kosten om deze dijken te bouwen en te onderhouden, en of de voordelen hiervan opwegen tegen de kosten. Het antwoord is dus ja: de voordelen van investeren in dijken wegen absoluut op tegen de kosten.
De wetenschappers gebruikten een combinatie van globale hydrologische en economische modellen van Deltares, beter bekend als GLOFRIS. “Het is algemeen bekend dat de economische schade door overstromingen in kwetsbare gebieden de komende decennia zal toenemen door onder andere klimaatverandering en bevolkingsgroei”, aldus Ward. “Dit onderzoek toont aan dat deze schade in het jaar 2080 wel degelijk kan worden teruggebracht tot onder het huidige niveau, zolang er maar wordt geïnvesteerd in beschermende maatregelen. Beleidsmakers kunnen de onderzoeksresultaten gebruiken bij het in kaart brengen van de regio’s die baat hebben bij beschermende maatregelen. De resultaten geven bovendien inzicht in regio’s waar andere aanpassingsstrategieën nodig zijn, zoals het creëren van meer ruimte voor rivieren of het bouwen van overstromingsbestendige gebouwen.”
De resultaten uit het onderzoek vormen een belangrijke onderbouwing voor het voeren van constructieve gesprekken over het beheer van overstromingsrisico’s wereldwijd. Hoewel eerdere studies aantonen dat overstromingsrisico’s in de toekomst zullen toenemen, is dit de eerste studie ter wereld die onderzoekt hoe we dit verhoogde risico effectief kunnen aanpakken. Om er voor te zorgen dat de resultaten en methoden bruikbaar zijn in de praktijk, worden ze geïntegreerd in de Aqueduct Global Flood Analyzer, een interactieve online tool die overstromingsrisico’s wereldwijd in kaart brengt.
Het World Resources Institute (WRI) in Washington D.C. ontwikkelde deze tool in samenwerking met de Vrije Universiteit, Deltares, de Wereldbank, Universiteit Utrecht en PBL Netherlands Environmental Assessment Agency. Charles Iceland, Aqueduct Director bij WRI: “Betrouwbare schattingen van wat het kost om beschermende infrastructuur aan te leggen zijn essentieel voor het ontwikkelen van gedegen maatregelen om overstromingsschade te verminderen. Ook is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de voordelen van deze infrastructuur om toekomstige schade te voorkomen.”
donderdag 10 augustus 2017
Riviergebieden overgenomen door invasieve planten
Rivieren zijn snelwegen voor de verspreiding van invasieve exotische planten. Deze planten verdringen steeds meer de oorspronkelijke planten en veroorzaken een verhoogd overstromingsrisico.
Exoten zoals de Japanse Duizendknoop en de Reuzenbalsemien groeien sneller en vormen dichtere vegetaties in de Europese uiterwaarden dan de oorspronkelijke vegetatie.
Dit blijkt uit onderzoek van Deltares, de Universiteit Utrecht, de Radboud Universiteit en het Duitse Instituut voor Uiterwaardecologie. Dit fenomeen is ook zichtbaar in Nederlandse riviergebieden.
Met name op plekken waar de rivier nieuw zand heeft neergelegd, verspreiden exoten zich als een pest. De dichte plantengroei geeft meer weerstand aan de stroming en dat zorgt voor een verhoogd overstromingsrisico in de zomer en de herfst.
Mijke van Oorschot (Universiteit Utrecht/Deltares) en collega-onderzoekers combineerden een bestaand computermodel voor waterstroming en afzetting van zand met een nieuw model voor vestiging, groei en afsterven van planten. In dit geval wilgen, populieren en de Japanse Duizendknoop. Modelresultaten lieten zien dat in het ergste geval de invasieve soort al binnen een paar jaar dominant was en waterstanden met ongeveer 35 procent verhoogde.
De Japanse Duizendknoop is een plant die ruim anderhalve eeuw geleden als sierplant naar Nederland is gehaald, en nu door zijn massale verspreiding voor veel problemen zorgt. De modelresultaten laten zien dat deze plant de natuurlijke oeverplanten wegconcurreert. Zijn dichtere begroeiing houdt het water beter tegen dan typische Nederlandse oeverplanten zoals wilgen en populieren.
Exoten zoals de Japanse Duizendknoop en de Reuzenbalsemien groeien sneller en vormen dichtere vegetaties in de Europese uiterwaarden dan de oorspronkelijke vegetatie.
Dit blijkt uit onderzoek van Deltares, de Universiteit Utrecht, de Radboud Universiteit en het Duitse Instituut voor Uiterwaardecologie. Dit fenomeen is ook zichtbaar in Nederlandse riviergebieden.
Met name op plekken waar de rivier nieuw zand heeft neergelegd, verspreiden exoten zich als een pest. De dichte plantengroei geeft meer weerstand aan de stroming en dat zorgt voor een verhoogd overstromingsrisico in de zomer en de herfst.
Mijke van Oorschot (Universiteit Utrecht/Deltares) en collega-onderzoekers combineerden een bestaand computermodel voor waterstroming en afzetting van zand met een nieuw model voor vestiging, groei en afsterven van planten. In dit geval wilgen, populieren en de Japanse Duizendknoop. Modelresultaten lieten zien dat in het ergste geval de invasieve soort al binnen een paar jaar dominant was en waterstanden met ongeveer 35 procent verhoogde.
De Japanse Duizendknoop is een plant die ruim anderhalve eeuw geleden als sierplant naar Nederland is gehaald, en nu door zijn massale verspreiding voor veel problemen zorgt. De modelresultaten laten zien dat deze plant de natuurlijke oeverplanten wegconcurreert. Zijn dichtere begroeiing houdt het water beter tegen dan typische Nederlandse oeverplanten zoals wilgen en populieren.
woensdag 9 augustus 2017
RvC draagt Jelle Hannema voor als bestuursvoorzitter Vitens
Jelle Hannema studeerde Rechten, richting Juridische Bestuurswetenschappen, aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn loopbaan begon als beleidsmedewerker milieubeleid bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waarna hij zijn carrière voortzette bij internationaal opererend advies- en ingenieursbureau DHV, inmiddels Royal HaskoningDHV. Gedurende die tijd was hij onder andere betrokken bij diverse projecten van waterschappen en bij de wederopbouw van de door de vuurwerkramp getroffen wijk Roombeek in Enschede. Nadat hij vervolgens bij DHV tien jaar lang diverse managementposities bekleedde, startte hij in 2014 als Manager Asset Management bij Vitens.
Boele Staal, voorzitter van de Raad van Commissarissen: “Met Jelle Hannema kiezen we bewust voor iemand uit de eigen gelederen van Vitens. Met zijn ervaring bij de VNG, bij DHV en in de afgelopen jaren bij Vitens hebben we een kandidaat gevonden die de komende jaren de sterke koers van de organisatie voort kan zetten. We zien zijn benoeming dan ook met vertrouwen tegemoet.”
Scheidend voorzitter van de directie Lieve Declercq: “Ik heb Jelle Hannema de afgelopen jaren leren kennen als een krachtige manager die zowel strategisch als verbindend is ingesteld. Samen met Marike Bonhof zal hij zeker een ijzersterk duo vormen waarmee Vitens haar ambities verder kan gaan verwezenlijken.”
dinsdag 8 augustus 2017
Subsidies voor agrarisch waterbeheer in Drenthe
Provincie Drenthe en waterschappen stellen subsidie beschikbaar voor projecten die bijdragen aan de doelstellingen van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Provincie, waterschappen en LTO-Noord werken er naar toe dat vanaf 1 augustus 2017 aanvragen voor subsidies kunnen worden ingediend.
Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, kortweg DAW, is een initiatief van LTO Nederland, op uitnodiging van de Rijksoverheid. Het doel is een bijdrage te leveren aan de wateropgaven in agrarische gebieden en het realiseren van een economisch sterke en duurzame landbouw.
De provincie Drenthe en de waterschappen Hunze en Aa’s en Vechtstromen stellen in totaal 645.000 euro subsidie beschikbaar voor glastuinbouwbedrijven voor aanvullende zuivering van drain- en filterspoelwater. Daarnaast stellen provincie Drenthe en waterschap Vechtstromen in totaal 1.350.000 euro subsidie beschikbaar voor diverse maatregelen uit de BOOT lijst (Bestuurlijk Overleg Open Teelten).
Voorbeelden van maatregelen die in aanmerking kunnen komen zijn zuivering van drainagewater, creëren van gesloten kringlopen in de glastuinbouw of opvangvoorzieningen voor het tegengaan van erfafspoeling.
Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, kortweg DAW, is een initiatief van LTO Nederland, op uitnodiging van de Rijksoverheid. Het doel is een bijdrage te leveren aan de wateropgaven in agrarische gebieden en het realiseren van een economisch sterke en duurzame landbouw.
De provincie Drenthe en de waterschappen Hunze en Aa’s en Vechtstromen stellen in totaal 645.000 euro subsidie beschikbaar voor glastuinbouwbedrijven voor aanvullende zuivering van drain- en filterspoelwater. Daarnaast stellen provincie Drenthe en waterschap Vechtstromen in totaal 1.350.000 euro subsidie beschikbaar voor diverse maatregelen uit de BOOT lijst (Bestuurlijk Overleg Open Teelten).
Voorbeelden van maatregelen die in aanmerking kunnen komen zijn zuivering van drainagewater, creëren van gesloten kringlopen in de glastuinbouw of opvangvoorzieningen voor het tegengaan van erfafspoeling.
maandag 7 augustus 2017
Concentraties GenX in drinkwater blijven onder richtwaarden
De concentratie FRD-903 – een stof die wordt gebruikt bij GenX technologie – in drinkwater overschrijdt de richtwaarden in de toekomst – en bij de huidige emissie - niet. Dat blijkt uit een risicoschatting van het RIVM op basis van berekeningen van het drinkwaterbedrijf Oasen. Een richtwaarde geeft aan hoeveel een mens van de stof mag binnenkrijgen zonder daar gezondheidsschade aan over te houden. Het RIVM heeft deze richtwaarde in 2016 berekend. Op dit moment zijn de concentraties ruim onder de richtwaarden FRD 903 in drinkwater. Dat betekent dat het overal veilig is om het drinkwater te drinken.
Het RIVM constateert dat de berekende concentraties FRD-903 in het drinkwater op langere termijn net onder de richtwaarde blijven als uitgegaan wordt van de nu toegestane lozing. Bij hogere lozing zou er sprake zijn van overschrijding van de richtwaarde. Dat pleit voor goede monitoring van het oppervlaktewater en om te zorgen dat de concentratie FRD-903 ook in de toekomst onder de richtwaarde blijft.
FRD-903 is een stof die wordt gebruikt bij GenX- technologie, die wordt gebruikt om coatings (fluorpolymeren) te maken. Sinds 2012 gebruikt fabrikant Chemours in Dordrecht de GenX-technologie als vervanging van PFOA. Conform de huidige lozingsvergunning van april 2017 mag de chemiefabriek DuPont/Chemours jaarlijks maximaal 2035 kilogram FRD-903 lozen op de rioolwaterzuivering.
De chemiefabriek DuPont/Chemours is voor de productie van stoffen in 2012 overgegaan op de zogenoemde GenX-technologie. Bij toepassing van deze technologie vormt zich in water de stof FRD-903. De fabriek heeft sinds 2013 een vergunning om maximaal 6400 kg per jaar te lozen op de rioolwaterzuivering van Dordrecht. In de aangepaste vergunning van april 2017 is de toegestane lozing verlaagd tot 2035 kg per jaar. Tot het jaar 2012 gebruikte de chemiefabriek perfluoroctaanzuur (PFOA) .
Het RIVM constateert dat de berekende concentraties FRD-903 in het drinkwater op langere termijn net onder de richtwaarde blijven als uitgegaan wordt van de nu toegestane lozing. Bij hogere lozing zou er sprake zijn van overschrijding van de richtwaarde. Dat pleit voor goede monitoring van het oppervlaktewater en om te zorgen dat de concentratie FRD-903 ook in de toekomst onder de richtwaarde blijft.
FRD-903 is een stof die wordt gebruikt bij GenX- technologie, die wordt gebruikt om coatings (fluorpolymeren) te maken. Sinds 2012 gebruikt fabrikant Chemours in Dordrecht de GenX-technologie als vervanging van PFOA. Conform de huidige lozingsvergunning van april 2017 mag de chemiefabriek DuPont/Chemours jaarlijks maximaal 2035 kilogram FRD-903 lozen op de rioolwaterzuivering.
De chemiefabriek DuPont/Chemours is voor de productie van stoffen in 2012 overgegaan op de zogenoemde GenX-technologie. Bij toepassing van deze technologie vormt zich in water de stof FRD-903. De fabriek heeft sinds 2013 een vergunning om maximaal 6400 kg per jaar te lozen op de rioolwaterzuivering van Dordrecht. In de aangepaste vergunning van april 2017 is de toegestane lozing verlaagd tot 2035 kg per jaar. Tot het jaar 2012 gebruikte de chemiefabriek perfluoroctaanzuur (PFOA) .
zaterdag 5 augustus 2017
Vermoedelijk botulisme in visvijver van het Hulsbeek in Oldenzaal
Een dezer dagen zijn dode eenden aangetroffen in de visvijver van het Hulsbeek in Oldenzaal. Door de symptomen van de dieren bestaat het vermoeden dat het gaat om botulisme. Een dode eend is opgestuurd naar het laboratorium voor onderzoek. Het duurt ongeveer twee weken voordat het bekend is om welk type botulisme het gaat.
Bij de visvijver zijn waarschuwingsbordjes geplaatst met het dringende advies om niet het water in te gaan, niet te vissen en honden aangelijnd te houden. We houden de komende dagen extra inspectierondes. Dode dieren worden onmiddellijk weggehaald. Verder is er zuurstofrijk water ingelaten in de visvijver.
Botulisme is een bacterie die van nature voorkomt in het oppervlaktewater en waterbodems. De bacterie floreert in zuurstofarm water met een watertemperatuur van boven de 20 graden Celsius en gedijt goed in eiwit in de vorm van een kadaver. Door botulisme aangetaste vogels zijn herkenbaar doordat de vogels traag zijn, slecht of niet vliegen en moeilijk lopen. Dode dieren die in het water liggen, zijn een nieuwe bron van besmetting. Vermijd daarom water waarin dode dieren drijven en raak dode dieren nooit met blote handen aan. Het snel ruimen van kadavers gaat de verspreiding van botulisme tegen. Waarschuw zo snel mogelijk het waterschap zodat medewerkers de dode dieren weg kunnen halen.
Bij de visvijver zijn waarschuwingsbordjes geplaatst met het dringende advies om niet het water in te gaan, niet te vissen en honden aangelijnd te houden. We houden de komende dagen extra inspectierondes. Dode dieren worden onmiddellijk weggehaald. Verder is er zuurstofrijk water ingelaten in de visvijver.
Botulisme is een bacterie die van nature voorkomt in het oppervlaktewater en waterbodems. De bacterie floreert in zuurstofarm water met een watertemperatuur van boven de 20 graden Celsius en gedijt goed in eiwit in de vorm van een kadaver. Door botulisme aangetaste vogels zijn herkenbaar doordat de vogels traag zijn, slecht of niet vliegen en moeilijk lopen. Dode dieren die in het water liggen, zijn een nieuwe bron van besmetting. Vermijd daarom water waarin dode dieren drijven en raak dode dieren nooit met blote handen aan. Het snel ruimen van kadavers gaat de verspreiding van botulisme tegen. Waarschuw zo snel mogelijk het waterschap zodat medewerkers de dode dieren weg kunnen halen.
vrijdag 4 augustus 2017
Proef inbrengen anti-piping scherm
Waterschap Limburg gaat een proef uitvoeren met een innovatief kunststof anti-piping scherm. De proef begint half augustus en duurt tot uiterlijk eind oktober.
Piping is een belangrijk faalmechanisme bij dijken. Hierbij stroomt water via een zandlaag onder een dijk door en komt achter de dijk weer omhoog. Hierdoor kan een wel ontstaan. Na verloop van tijd kan het water zand meevoeren en begint er een kanaal (pipe) onder de dijk te ontstaan. Als dit proces langer doorgaat, vormt zich een doorgaande verbinding tussen het buitenwater en het achterland en kan bij uitslijting van het kanaal de dijk instorten.
Om piping tegen te gaan, onderzoekt het waterschap het inbrengen van een anti-piping scherm. De proef begint half augustus en duurt naar verwachting enkele weken maar uiterlijk tot eind oktober.
Doel van het onderzoek is te kijken of het kunststof scherm in de bodem gebracht kan worden en welke inbrengtechniek hiervoor het meest geschikt is. Zo probeert het waterschap schermen van 3 meter en 6 meter in de bodem aan te brengen met onder andere een grondfreesmachine en kleine heistellingen, al dan niet in combinatie met fluïdisatiematerieel. Fluïdisatie is het gedrag van korreltjes dat lijkt op het gedrag van een fluïdum (vloeistof of gas). Door van onderaf een gas of vloeistof tegen de grondkorrels aan te blazen of stromen, gaan de korreltjes zweven, stuiteren en bewegen waardoor ruimte ontstaat om het scherm verder de grond in te brengen.
Het onderzoek vindt plaats in Baarlo op het buitendijks terrein, grenzend aan de waterkering tussen de Vergelt en de Kwistbeek.
Na afloop van het onderzoek worden alle schermen verwijderd en wordt het perceel in de oude staat terug gebracht.
Piping is een belangrijk faalmechanisme bij dijken. Hierbij stroomt water via een zandlaag onder een dijk door en komt achter de dijk weer omhoog. Hierdoor kan een wel ontstaan. Na verloop van tijd kan het water zand meevoeren en begint er een kanaal (pipe) onder de dijk te ontstaan. Als dit proces langer doorgaat, vormt zich een doorgaande verbinding tussen het buitenwater en het achterland en kan bij uitslijting van het kanaal de dijk instorten.
Om piping tegen te gaan, onderzoekt het waterschap het inbrengen van een anti-piping scherm. De proef begint half augustus en duurt naar verwachting enkele weken maar uiterlijk tot eind oktober.
Doel van het onderzoek is te kijken of het kunststof scherm in de bodem gebracht kan worden en welke inbrengtechniek hiervoor het meest geschikt is. Zo probeert het waterschap schermen van 3 meter en 6 meter in de bodem aan te brengen met onder andere een grondfreesmachine en kleine heistellingen, al dan niet in combinatie met fluïdisatiematerieel. Fluïdisatie is het gedrag van korreltjes dat lijkt op het gedrag van een fluïdum (vloeistof of gas). Door van onderaf een gas of vloeistof tegen de grondkorrels aan te blazen of stromen, gaan de korreltjes zweven, stuiteren en bewegen waardoor ruimte ontstaat om het scherm verder de grond in te brengen.
Het onderzoek vindt plaats in Baarlo op het buitendijks terrein, grenzend aan de waterkering tussen de Vergelt en de Kwistbeek.
Na afloop van het onderzoek worden alle schermen verwijderd en wordt het perceel in de oude staat terug gebracht.
donderdag 3 augustus 2017
Beter watermanagement in de landbouw nodig om duurzaamheidsdoelstelling VN te halen
Watergebruik voor voedselproductie gaat vaak ten koste van ecosystemen. Nieuw onderzoek laat zien dat 40% van het huidige irrigatiewater niet duurzaam is, maar dat het gebruik ervan ten koste gaat van de ecologische waarden van het gebied. Als dit water niet voor de landbouw gebruikt zou worden, maar voor het functioneren van de ecosystemen, dan zou dat de opbrengst van gewassen in veel geïrrigeerde gebieden flink verlagen.
Dit laat de spanning zien tussen het waarborgen van de ecologische kwaliteit van rivieren en het verhogen van de voedselproductie. Beide zijn belangrijke randvoorwaarden voor het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Het onderzoek laat echter ook zien dat door een beter waterbeheer in de landbouw het wel degelijk mogelijk is om hogere opbrengsten en duurzame voedselzekerheid voor iedereen samen te laten gaan met het behoud van de ecologische kwaliteit van rivieren.
In de recente G20-bijeenkomst in Hamburg is het belang van investeringen in zowel duurzame landbouw en voedselzekerheid als efficiënt en duurzaam watergebruik benadrukt (“we are committed to increase agricultural productivity and resilience in a sustainable manner, while aiming to protect, manage and use efficiently water and water-related ecosystems”).
Hoewel het beide VN-duurzaamheidsdoelstellingen zijn, lijkt het streven naar duurzaamheid van de wereldwijde voedselproductie echter te conflicteren met de noodzaak om te komen tot een verdubbeling van de productiviteit van de landbouw. “Sterker nog,” zegt Hester Biemans, onderzoeker Water en Voedsel van Wageningen Environmental Research, “als wordt voldaan aan de VN-doelstelling van een duurzaam watergebruik zou er in irrigatiegebieden slechts voldoende water zijn voor ongeveer twee derde van de huidige landbouwgewassen. Vooral de landbouw in Centraal- en Zuid-Azië is voor een groot deel afhankelijk van water dat eigenlijk nodig is voor het behoud van de kwaliteit van het ecosysteem van de rivieren.”
Een nieuwe studie uitgevoerd door Hester Biemans en collega’s van het Potsdam Institute for Climate Impact Research, het International Institute for Advanced Systems Analysis uit Oostenrijk en Wageningen University & Research, vandaag gepubliceerd in Nature Communications, laat zien dat deze negatieve ecologische consequenties van de noodzaak tot een vergroting van de voedselproductie op wereldschaal wel degelijk vermeden kunnen worden. “Daarvoor is wel een verbetering van de irrigatiesystemen nodig, samen met een beter management van het regenwater. Waterbesparende maatregelen zijn cruciaal voor het behalen van de doelstellingen. Door het implementeren van bekende en betaalbare landbouwtechnieken die ook beschikbaar zijn voor kleine boeren kan in veel regio’s de landbouwproductie met meer dan 20% verhoogd worden.”
Klik hier voor ‘Reconciling irrigated food production with environmental flows for sustainable development goals implementation’. Nature Communications, 19 July 2017.
woensdag 2 augustus 2017
Hoge ambities bij waterschap Brabantse Delta
Waterschap Brabantse Delta investeert de komende jaren in Midden- en West-Brabant extra in klimaatadaptatie, duurzaamheid en waterkwaliteit. Dat heeft het algemeen bestuur in juli besloten met het vaststellen van de Kadernota 2018 - 2027.
De kadernota beschrijft de inhoudelijke doelstellingen voor de komende jaren. 'De druk op de waterschappen is groot. Forse investeringen worden gevraagd zonder de tarieven extra te verhogen. De uitdaging wordt steeds groter om dat voor elkaar te krijgen, maar het is gelukt', vertelt een trotse bestuurder Theo Schots. 'Door de ambities op het gebied van duurzaamheid en innovatie te verhogen en intensiever samen te werken, besparen we geld en dragen we bij aan een betere en veiligere delta.'
De kadernota beschrijft de inhoudelijke doelstellingen voor de komende jaren. 'De druk op de waterschappen is groot. Forse investeringen worden gevraagd zonder de tarieven extra te verhogen. De uitdaging wordt steeds groter om dat voor elkaar te krijgen, maar het is gelukt', vertelt een trotse bestuurder Theo Schots. 'Door de ambities op het gebied van duurzaamheid en innovatie te verhogen en intensiever samen te werken, besparen we geld en dragen we bij aan een betere en veiligere delta.'
dinsdag 1 augustus 2017
Shell introduceert waterfles van gerecycled plastic
Shell heeft een herbruikbare waterfles ontwikkeld. De buitenkant van deze fles is gemaakt van gerecycled plastic. Bij aankoop van elke fles worden er drie belangrijke zaken gesteund: minder afval, minder plastic en minder armoede.
Samen met The Plastic Bank wordt er per verkochte waterfles tot twee kilogram aan plastic afval opgeruimd in Haïti, wat niet meer in de oceaan terecht kan komen. De consument gebruikt minder wegwerp-plastic door (her)gebruik van de fles. The Plastic Bank zorgt voor werkgelegenheid in arme gebieden, want het verzamelde plastic kan ingewisseld worden tegen cash of grondstoffen en wordt zo voor mensen in armoede een bron van inkomsten. De ambitie van de samenwerking is om uiteindelijk 1.000.000 kilogram aan plastic afval op te ruimen in 2017.
Dorian van Rijsselberghe, tweevoudig Olympisch goudenmedaillewinnaar windsurfen, is in mei 2017 naar Haïti afgereisd om te zien welke impact The Plastic Bank heeft in dat land. Hier is een korte documentaire over gemaakt, te zien op: https://www.youtube.com/watch?v=RI5lmb3hygQ
“Haïti is een prachtig land, maar de hoeveelheid plastic afval wat er ligt is gigantisch”, zegt Van Rijsselberghe. “Het is fantastisch dat Shell The Plastic Bank steunt, omdat de mensen die plastic verzamelen in Haïti eraan kunnen verdienen, wat hun levens duidelijk verbetert.”
De waterfles is speciaal ontworpen voor gebruik in de auto en past in iedere bekerhouder. De fles is met één hand te openen dankzij de slimme kliksluiting. Hierdoor wordt drinken zonder te morsen makkelijker en zwerven er geen losse dopjes in de auto. De fles is gemakkelijk te vullen en te reinigen door de handige, wijde vulopening. De fles houdt warme drankjes (tot 70°C) langer warm en water of andere dranken langer koud, door de geïsoleerde wand.
Samen met The Plastic Bank wordt er per verkochte waterfles tot twee kilogram aan plastic afval opgeruimd in Haïti, wat niet meer in de oceaan terecht kan komen. De consument gebruikt minder wegwerp-plastic door (her)gebruik van de fles. The Plastic Bank zorgt voor werkgelegenheid in arme gebieden, want het verzamelde plastic kan ingewisseld worden tegen cash of grondstoffen en wordt zo voor mensen in armoede een bron van inkomsten. De ambitie van de samenwerking is om uiteindelijk 1.000.000 kilogram aan plastic afval op te ruimen in 2017.
Dorian van Rijsselberghe, tweevoudig Olympisch goudenmedaillewinnaar windsurfen, is in mei 2017 naar Haïti afgereisd om te zien welke impact The Plastic Bank heeft in dat land. Hier is een korte documentaire over gemaakt, te zien op: https://www.youtube.com/watch?v=RI5lmb3hygQ
“Haïti is een prachtig land, maar de hoeveelheid plastic afval wat er ligt is gigantisch”, zegt Van Rijsselberghe. “Het is fantastisch dat Shell The Plastic Bank steunt, omdat de mensen die plastic verzamelen in Haïti eraan kunnen verdienen, wat hun levens duidelijk verbetert.”
De waterfles is speciaal ontworpen voor gebruik in de auto en past in iedere bekerhouder. De fles is met één hand te openen dankzij de slimme kliksluiting. Hierdoor wordt drinken zonder te morsen makkelijker en zwerven er geen losse dopjes in de auto. De fles is gemakkelijk te vullen en te reinigen door de handige, wijde vulopening. De fles houdt warme drankjes (tot 70°C) langer warm en water of andere dranken langer koud, door de geïsoleerde wand.