woensdag 31 mei 2017

Gemeente Apeldoorn lanceert nieuwe subsidie: regenwater niet in het riool, maar in de tuin

Inwoners van Apeldoorn kunnen subsidie aanvragen voor het ‘afkoppelen’ van een regenpijp die op het riool is aangesloten. Wethouder Mark Sandmann: ‘Als gevolg van klimaatverandering vallen er steeds meer hevige buien met veel neerslag in korte tijd. De riolen kunnen al dat water niet tijdig verwerken, met wateroverlast en schade tot gevolg. Als gemeente doen we al veel: we vervangen bestrating door klinkers die water doorlaten, we leggen wadi’s en groenstroken aan. Maar we willen ook dat zoveel mogelijk regenpijpen van het riool worden losgekoppeld’. Meer informatie over de subsidie en wat de gemeente doet voor klimaatbeheersing staat op www.apeldoorn.nl/klimaat.

Een groene tuin zonder al teveel verharding zorgt voor vermindering van wateroverlast. De gemeente sloot zich onlangs aan bij het landelijk succesvolle initiatief ‘Operatie Steenbreek’. Dit initiatief richt zich, onder het motto ‘tegel eruit, plant erin’ op inwoners die bij willen dragen aan een groene en gezonde leefomgeving. Wethouder Mark Sandmann: ‘Als gemeente helpen we onze inwoners graag op weg en proberen we mensen te motiveren en te inspireren. Buurtraad de Heeze in Apeldoorn geeft, samen met Ons Huis, het goede voorbeeld door de ‘Week van het Groen’ te organiseren. Ik ben blij met dat soort initiatieven!’

dinsdag 30 mei 2017

‘Hittestress’ wint Wetskills Water Challenge Roemenië

Onlangs heeft in Boekarest de 25ste Wettskills Water Challenge plaatsgevonden, een evenement voor Nederlandse en Roemeense studenten en jong professionals met passie voor water. Vijf teams werden uitgedaagd te werken aan oplossingen voor waterproblemen in Roemenië. Het team dat zich bezighield met de case ‘Effecten van klimaat op de stad: hittestress’, begeleid door Tauw en Hanzehogeschool Groningen, kwam als winnaar uit de bus.

Het winnende team is aan de slag gegaan met de hittestresskaart van Tauw. Die laat zien waar in de stad extreme hitte kan optreden op zeer warme dagen en waar je maatregelen kunt nemen. Onder begeleiding van Floris Boogaard (internationale projecten ‘klimaat in de stad’ bij Tauw/Hanzehogeschool Groningen), Jeroen Kluck (KAS/hittestress expert bij Tauw/Hogeschool van Amsterdam) en Paul van der Wal (maker hittestresskaart Tauw) heeft het team de effecten in beeld gebracht aan de hand van data van lokale partijen en interviews.

Uit de case is naar voren gekomen dat hittestress in Roemenië als probleem wordt gezien, en dat bewustwording van de problematiek en onderlinge samenwerking essentieel is bij de aanpak ervan. Om klimaatadaptatie in Boekarest en andere steden te stimuleren, heeft het team een smartphone app ontworpen die zowel probleemlocaties als oplossingsrichtingen in beeld brengt.

maandag 29 mei 2017

Noord-Holland wil investeren in de Oostelijke Vechtplassen

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland willen geld beschikbaar stellen voor het gebiedsakkoord voor het Oostelijk Vechtplassengebied. In de Kaderbrief 2018 is hiervoor € 11,9 miljoen beschikbaar gesteld.

Het Oostelijk Vechtplassengebied is een waardevol natuur- en recreatiegebied, met als centraal gedeelte de Loosdrechtse Plassen: een prachtige plek om met je bootje te zeilen of een wandeling te maken. Waar jong en oud kan genieten van de prachtige omgeving, waar ondernemers hun boterham kunnen verdienen en waar tegelijkertijd ruimte wordt geboden aan bijzondere, en vaak ook kwetsbare, natuur.


De Oostelijke Vechtplassen kampt al jaren met een aantal hardnekkige opgaven: een slechte waterkwaliteit, een groot baggerprobleem in de Loosdrechtse Plassen, en af nemende animo voor de watersportsector en horeca. Iedereen in het gebied onderkent deze problemen en vindt dat er wat moet gebeuren. Samen is gezocht naar oplossingen waarbij zo goed mogelijk rekening wordt gehouden met de verschillende (soms strijdige) belangen.

Dit leidt tot een gebiedsakkoord met de ambitie om de komende jaren te werken aan een forse kwaliteitsimpuls in het gebied zowel voor natuur en landschap, recreatie & toerisme en de leefomgeving. De Oostelijke Vechtplassen als een ‘vrijetijdslandschap’: een aantrekkelijk en toegankelijk groen gebied waar mensen graag wonen, werken en recreëren. Een gebied waar recreatie en natuur goed samengaan en elkaar versterken. Maatregelen uit het gebiedsakkoord zijn onder meer: baggeren in de Loosdrechtse Plassen, het versterken van het recreatief routenetwerk voor varen, fietsen en wandelen en de aanleg van nieuwe natuurgebieden.

In de Kaderbrief geven Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland hun visie op de te verwachten financiële ontwikkelingen en op het beleid dat in de komende jaren gevoerd moet worden. Met deze brief vraagt het college aan Provinciale Staten aan te geven wat de financiële kaders zijn voor de begroting van 2018 en de meerjarenraming 2018-2021. De Kaderbrief is daarmee de start van de jaarlijkse beleids- en begrotingscyclus. De Kaderbrief wordt op 10 juli 2017 behandeld door Provinciale Staten.

vrijdag 26 mei 2017

Stabiele rivieren dankzij lokale bevolking?

Onderzoekers van het World Agroforestry Centre in Indonesië en Wageningen University & Research hebben in Indonesië een aanpak ontwikkeld waarmee lokale bevolking gestimuleerd wordt om de waterafvoer te bufferen in stroomgebieden van sterk fluctuerende rivieren. Binnen die aanpak kan een nieuwe relatief eenvoudig te bepalen eigenschap van de rivier worden gebruikt voor het berekenen van de vergoeding die de lokale bevolking krijgt voor hun actieve bijdrage aan een stabielere waterafvoer uit het stroomgebied, waardoor het stroomgebied ‘gezonder’ wordt.

In stroomgebieden waar het land weinig buffering biedt voor de waterafvoer, heeft een zware regenbui direct grote gevolgen voor de hoeveelheid water die door de rivier afgevoerd moet worden, met alle gevolgen van dien. In een stroomgebied waar de bodems veel water kunnen opnemen en vasthouden, gaan de veranderingen in de waterafvoer veel geleidelijker. Die situatie is wenselijk, bijvoorbeeld omdat er op die manier minder overstromingen zullen plaatsvinden.

Tot dusver was er geen goede maat voor het vermogen van een stroomgebied om regenwater te bufferen. Een veelgebruikte maat voor deze buffering is de mate waarin er bossen in een stroomgebied aanwezig zijn, maar dit roept vragen op over wat er buiten het bos gebeurt, en over wat wel en wat niet meetelt als bos. Volgens Meine van Noordwijk, hoogleraar Agroforestry (boslandbouw) bij Wageningen University & Research zijn die bossen een mooie illustratie van de complexiteit van het sturen in de waterbuffering. “Ontbossing kan inderdaad leiden tot vermindering van de buffering. Maar als de bodem door ontbossing eenmaal zó verdicht is dat de bodem slecht water kan opnemen, heeft het herbebossen van het gebied maar heel langzaam, zeg na tien tot twintig jaar, een positief effect op de buffering van regenwater”.

Het sturen in de buffering mag dan complex zijn, het verbeteren van de buffering is in veel stroomgebieden wel een belangrijke zaak. Klimaatwetenschappers geven aan dat de regenval steeds heftiger zal worden, waardoor het bufferen van grote hoeveelheden neerslag in de toekomst nog belangrijker zal worden. Het is een bekend gegeven dat de lokale bevolking een grote impact kan hebben op de waterbuffering.

De Indonesische en Nederlandse onderzoekers gingen daarom op zoek naar een aanpak waarmee de lokale bevolking gestimuleerd kan worden om een bijdrage te leveren aan een betere waterbuffering, en daarmee aan een stabielere waterafvoer door de rivier.

Eerder onderzoek én praktijk hebben laten zien dat de bevolking goed bij een dergelijk probleem betrokken kan worden door een eenvoudig meetbare grootheid te kiezen op basis waarvan de bevolking een financiële vergoeding kan krijgen voor de actieve inzet. Van Noordwijk: ”Voor waterkrachtcentrales in stroomgebieden van rivieren is de hoeveelheid gronddeeltjes in het water, sediment, een grote kostenpost. Het sediment zorgt voor slijtage in elektriciteitscentrales of moet in grote bassins naar de bodem zinken en worden afgevoerd. Onderzoekers zorgden ervoor dat de hoeveelheid gronddeeltjes eenvoudig gemeten kon worden. Vervolgens kreeg de bevolking in het stroomgebied van de energiecentrales een vergoeding voor hun actieve hulp voor het verminderen van de hoeveelheid gronddeeltjes waardoor de bewoners in actie kwamen. Daarmee gingen de kosten voor de elektriciteitscentrales omlaag en bleef er door de verminderde erosie meer waardevolle grond in het stroomgebied.”

Gestimuleerd door dit succes gingen de onderzoekers op zoek naar een eigenschap van de rivier of van het gebied die een goede basis zou kunnen zijn voor het bepalen van de kwaliteit van de waterbuffering in een stroomgebied. Gebruik makend van grote hoeveelheden meetgegevens over rivieren in vier stroomgebieden in Zuidoost Azie kwamen ze tot een verrassend eenvoudige uitkomst: in één enkel getal is de mate waarin een rivier fluctueert goed te beschrijven, als maat voor de buffering van het gebeid waar de rivier door stroomt. Van Noordwijk: “Hoe beter de buffering, hoe minder immers de fluctuatie in de waterafvoer. De fluctuatie in de rivier is veel eenvoudiger te meten dan bijvoorbeeld de mate waarin een bepaald perceel in staat is om water vast te houden. Daarnaast sluit de meting van de fluctuatie ook goed aan bij de lokale kennis van de bevolking over de rivier. Dat vergroot de kans op een succesvolle aanpak.”

De onderzoekers noemen de meetwaarde een ‘gezondheidsindicator’ van een stroomgebied en gaven het de naam ‘Flow persistence’. De waarde kan eenvoudig bepaald worden op basis van metingen gedurende een periode met regenval. Hoe beter het stroomgebied in staat is om plotselinge regenval te bufferen, hoe hoger de flow persistence.

Van Noordwijk: “De flow persistence is een waarde tussen de nul en de één. Hoe dichter bij de één, hoe beter de buffering. Bossen met goed doorlatende gronden zitten op zo’n 0,8 , gebieden met een mix van bos en landbouw op 0,7 , landbouwgebieden op 0,5 en stedelijk gebied zit nog lager. In een stroomgebied met een flow persistence van dicht bij de nul, komt heftige regenval direct in de rivier terecht, waardoor het niveau van de rivier snel en sterk stijgt. In stroomgebieden met hoge flow persistence duurt het heel lang voordat heftige regenval zichtbaar wordt in de hoeveelheid water die een rivier moet afvoeren en is de toename van de hoeveelheid rivierwater veel geringer.
De flow persistence maakt het makkelijk om verbetering in de buffering van een stroomgebied te meten. Daardoor wordt het mogelijk om de lokale bevolking een financiële vergoeding te geven voor hun succesvolle bijdrage aan het gezonder maken van het stroomgebied.

woensdag 24 mei 2017

Start bouw bediencentrale bruggen en sluizen

De provincie Noord-Holland bouwt de komende tijd aan een duurzame en energieneutrale bediencentrale voor bruggen en sluizen. Tot en met 2020 worden in totaal 44 bruggen en sluizen in Noord-Holland aangesloten. Begin volgend jaar wordt de centrale in gebruik genomen. De centrale komt op de locatie van het voormalig wegensteunpunt van de provincie in Heerhugowaard.


Gedeputeerde Elisabeth Post: “Door bediening op afstand vanuit een centrale plek komt er een betere doorstroming op de weg en het water in Noord-Holland. En ik ben trots dat de nieuwe centrale het meest duurzame gebouw van onze organisatie wordt.”

Voordat de provincie de centrale in gebruik neemt, test de provincie de software van de bruggen en sluizen uitgebreid. Ook krijgt het bedieningspersoneel een grondige opleiding.

De duurzaamheid van het gebouw wordt vastgesteld met een zogenaamde GPR-score. Deze score is opgebouwd uit rapportcijfers voor de thema's energie, het gebruik van materialen, gezondheid, gebruikskwaliteit en bouwwijze. De nieuwe bediencentrale krijgt een GPR-score van 9 terwijl een 6 als voldoende geldt. Het provinciekantoor aan het Houtplein in Haarlem is het meest duurzame renovatiekantoor van Nederland.  

Gedeputeerde Elisabeth Post (Mobiliteit) heeft vrijdag 12 mei 2017 een starthandeling verricht waarmee de bouw officieel is gestart.

Uitnodiging herbevolking jonge paling

Stichting DUPAN zet woensdag 24 mei in samenwerking met het ministerie van Economische zaken meer dan een half miljoen jonge palinkjes uit in Friesland. Beroepsvissers uit Friesland zetten de palinkjes vanaf hun boten in het water. Met deze herbevolking van de Friese wateren wordt een flinke impuls gegeven aan de palingstand.

De jonge paling die vrijdag wordt uitgezet, zogenaamde pootaal, kwam begin dit jaar als glasaal aan bij de Franse kust. De afgelopen maanden hebben ze in een Nederlandse kwekerij doorgebracht om groter en sterker te worden, en zijn ze van glasaal (doorzichtig) veranderd in pootaal. Ze worden nu weer vrijgelaten om de Friese wateren te herbevolken. Dat levert een direct natuurvoordeel op: in veel gebieden waar grote hoeveelheden glasaal voor de Europese kustbarrières zich ophopen, zoals de Engelse en Franse riviermondingen, zou anders het overgrote deel sterven. Door ze in het zoete water uit te zetten kan een groot deel overleven. Sinds 6 jaar wordt aan de Europese kusten een toename van de palingstand gemeten.

Glasaal wordt meegevoerd door oceaanstromingen vanaf hun geboorteplek in de 6.000 kilometer verderop gelegen Sargassozee (Bermudadriehoek). De jonge palingen kunnen niet zelfstandig langs de Europese kustbarrières komen, om zoetwater te bereiken waar ze op kunnen groeien. In heel Europa geldt daarom de verplichting om jonge paling in zoetwater uit te zetten. Dit ligt vast in de Europese Aalverordening en het Nederlands Aalbeheerplan.

De pootaal wordt uitgezet in door de overheid geselecteerde gebieden. Wanneer ze tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit deze gezonde leefgebieden naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.

maandag 22 mei 2017

‘Verplichte stresstest wateroverlast voor waterschappen en gemeenten’

Gemeenten en waterschappen moeten voor 2023 een gestandaardiseerde stresstest voor wateroverlast uitvoeren. Daardoor krijgen overheden, bedrijfsleven en particulieren een goed inzicht in de kwetsbaarheid van hun omgeving voor wateroverlast ten gevolge van extreme regenval. Op basis daarvan worden keuzes gemaakt over het nemen van maatregelen om de gevolgen van hoosbuien en/of langdurige regenval die in de nabije toekomst door de klimaatverandering vaker zullen voorkomen, te beperken. Hiervoor pleit de Adviescommissie Water (AcW) in haar advies aan de minister van Infrastructuur en Milieu.

Nederland en de ons omringende landen hebben mede onder invloed van klimaatverandering steeds vaker te maken met wateroverlast door extreme regenval. Het betreft zowel intensieve, kortdurende hoosbuien, die vaak leiden tot overbelasting van de riolering, als langdurige regenval waardoor oppervlaktewateren zoals beken, sloten en vaarten buiten hun oevers treden. Zo ontstond in juni 2016 in het grensgebied van Limburg en Noord-Brabant veel schade door langdurige neerslag. De verwachting is dat zowel de intensiteit als de frequentie van deze extreme regenbuien door klimaatverandering verder zal toenemen.

De gestandaardiseerde stresstesten leggen de knelpunten en de gevoeligheden van een gebied voor wateroverlast bloot, zowel in de huidige situatie als in de nabije toekomst. De AcW adviseert te komen tot verplichte stresstesten voor alle gebieden in Nederland, die periodiek worden herhaald.

De uitkomsten van de stresstesten zijn voor zowel bedrijven als burgers toegankelijk. Het is van belang dat de gemeenten en waterschappen vervolgens in gesprek gaan met andere overheden, bedrijven, particulieren en maatschappelijke organisaties om passende maatregelen te treffen en om deze zo veel mogelijk aan te laten sluiten bij herinrichtingprojecten en vervangingsopgaven in het landelijk en stedelijk gebied. In de stresstest dient ook specifieke aandacht uit te gaan naar de kwetsbaarheid van vitale en kwetsbare infrastructuur voor wateroverlast.

De AcW beveelt aan dat gemeenten en waterschappen actief communiceren richting burgers en bedrijven wat de risico’s op wateroverlast zijn, dat de overheid niet alle risico’s kan afdekken en welke maatregelen de overheid voor haar rekening neemt om (een bepaalde mate van) wateroverlast te voorkomen.

Verder ligt er een opgave om te komen tot betere kennisontwikkeling en kennisdeling over wateroverlast.

De Adviescommissie Water heeft het advies opgesteld op verzoek van de minister van Infrastructuur & Milieu, mede omdat het kabinet op Prinsjesdag 2017 voor de eerste keer een Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (als onderdeel van het Deltaprogramma) naar buiten wil brengen.

vrijdag 19 mei 2017

21 mei open dag Waterschap de Dommel

Op zondag 21 mei, tussen 11.00 en 17.00 uur, organiseert Waterschap De Dommel de publieksdag Zondag Waterdag. Dit jaar op de rioolwaterzuivering in Eindhoven. Onder het motto ‘Op reis naar De Dommel’ kunnen bezoekers met eigen ogen zien waar het vieze rioolwater blijft en ontdekken wat er leeft in beek en sloot. Het wordt een spetterende en leerzame dag met o.a. wandelingen langs de Dommel, persoonlijk advies voor een klimaatvriendelijke tuin en waterspellen voor kinderen. Ook zijn er informatiestands en worden er films vertoond. Zondag Waterdag sluit aan bij de landelijke Week van Ons Water.

donderdag 18 mei 2017

Kwaliteitsbewaking Nederlands drinkwater goed op orde

De Nederlandse drinkwatersector maakt gebruik van risicoanalyse en risicomanagement om het drinkwatersysteem en de levering van schoon drinkwater veilig te stellen. Dit staat internationaal bekend als het waterveiligheidsplan. In Nederland blijken alle stappen van de kwaliteitsbewaking uit het waterveiligheidsplan te worden uitgevoerd. Deze manier van werken levert een belangrijke bijdrage om de drinkwaterkwaliteit van bron tot kraan te waarborgen. Dit blijkt uit een inventarisatie door het RIVM en KWR Watercycle Research Institute in opdracht  van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM).

De drinkwaterbedrijven vullen de meeste risicoanalyse- en risicomanagement-activiteiten (RA/RM) ongeveer op dezelfde manier in. De enkele verschillen die er zijn, zijn gepast omdat de systemen verschillen, bijvoorbeeld wanneer oppervlaktewater dan wel grondwater de bron is. RA/RM is ingericht als een cyclisch proces zodat continu verbetering mogelijk is.

De Nederlandse drinkwatersector is zich zeer bewust van de mogelijke risico’s voor de drinkwaterkwaliteit en heeft de afgelopen decennia zijn aanpak daarop ingesteld. De sector heeft op allerlei vlakken RA/RM-activiteiten ontwikkeld, zowel op eigen initiatief als voortkomend uit wettelijke verplichtingen. Voor deze inventarisatie zijn medewerkers van alle tien de drinkwaterbedrijven in Nederland geïnterviewd.

Drinkwater wordt in Nederland geproduceerd uit oppervlaktewater en grondwater, met als doel de bevolking van schoon en voldoende drinkwater te voorzien. Het waterveiligheidsplan is een internationaal opgezet systeem dat de WHO in 2004 heeft opgezet om wereldwijd de drinkwaterkwaliteit te kunnen garanderen.

woensdag 17 mei 2017

Raamcontract met Delfland en Rijnland voor droge voeten en schoon water

Tauw heeft een gemeenschappelijk raamcontract verworven bij de hoogheemraadschappen Delfland en Rijnland op het gebied van waterkwaliteit, zwemwater, waterkwantiteit en waterketen. Delfland en Rijnland hebben de aankomende jaren een grote opgave als het gaat om het droog houden van de voeten en schoon water.

Omdat de hoogheemraadschappen groot belang hechten aan een goede dienstverlening, besteden we extra aandacht aan de keuze van het beste projectteam, de kwaliteitsborging en de doelmatigheid.

Het raamcontract heeft een doorlooptijd van 2 jaar met de mogelijkheid tot 2 jaar verlenging. De verwachte omzet betreft circa 2 miljoen euro per jaar. De opdrachten worden verdeeld over 5 of 6 contractpartners, afhankelijk van het perceel.

dinsdag 16 mei 2017

Kofi Annan naar Nederland voor slimme ideeën water en klimaat

Voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan bezoekt in september dit jaar Nederland. Annan spreekt dan op uitnodiging van minister Schultz van Haegen (ministerie van Infrastructuur en Milieu) op Making Waves, het evenement voor slimme en haalbare ideeën op het vlak van water, klimaat en meer.

Dat kondigde minister Schultz maandag aan op de bijeenkomst Challenging Blue Monday, een van de voorrondes van Making Waves. Schultz: ‘Nederland is gebouwd op waterinnovaties en onze toekomst valt of staat ermee. Dat is in veel landen net zo: zij kampen met de problemen van samenleven met water. Nederlandse innovaties kunnen hen helpen. Ik ben heel blij dat Kofi Annan bereid is naar Nederland te komen om dat gezamenlijke belang te onderstrepen en daarbij de belangrijke relatie tussen water, voedsel en energie benadrukt’.

Annan zet zich met zijn foundation in voor een eerlijkere, vreedzamere en duurzamere wereld en was van 1997 tot en met 2006 secretaris-generaal van de Verenigde Naties. In 2001 ontving hij samen met de VN de Nobelprijs voor de Vrede.

Making Waves is een bijeenkomst waar ondernemers hun slimme en haalbare ideeën uit de doeken doen. Die plannen hebben betrekking op bijvoorbeeld (combinaties van) water, klimaat voedsel, gezondheid, energie en transport. De winnaars van maandag gaan door naar de finale op 7 september op de Afsluitdijk.

Te vaak komen vernuftige plannen niet verder dan de tekentafel. Making Waves wil die ideeën daarom een springplank bieden. Winnaars van de voorrondes worden in contact gebracht met experts die weten hoe je een innovatie verder brengt, met mensen die beleid vormgeven en met beslissers die het verschil maken. Making Waves zorgt ervoor dat goede ideeën niet alleen ideeën blijven, maar leiden tot een beter en mooier Nederland.

Brede samenwerking

Making Waves is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van Economische Zaken, VPDelta, de Topsector Water, de Unie van Waterschappen, het Hoogheemraadschap Delfland, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Waterschap Rivierenland, De Nieuwe Afsluitdijk, AT Osborne, Synergos Communicatie, NLIngenieur en Rijkswaterstaat.

maandag 15 mei 2017

Nieuwe audiotour langs de Oude Hollandse Waterlinie

Met een subsidie van de provincie is een interactieve audiotour mogelijk gemaakt door de Oude Hollandse Waterlinie van Nieuwpoort naar Nieuwkoop. U kunt in de voetsporen treden van boerenzoon Adriaan Claasz en boodschapper Henrick van Wegen als zij in 1672 de Oude Hollandse Waterlinie doorkruisen. De audiotour kunt u te voet of te fiets beleven door dit historisch gebied. De Oude Hollandse Waterlinie is een van de 7 erfgoedlijnen van de provincie.

Gedeputeerde Rik Janssen van de provincie Zuid-Holland was aanwezig bij de lancering van de gloednieuwe  audiotour in het stadhuis van Gouda. De rol van garnizoenstad Gouda binnen de waterlinie werd belicht met de start van het nieuwe project Gouds Linie Licht. Ook dit project wordt mogelijk gemaakt door een subsidie van de provincie Zuid-Holland.

Rik Janssen ontving de rijk geïllustreerde folder over de Waterlinie Audiotour. Hij startte op symbolische wijze samen met betrokken bestuurders voor de eerste maal de audiotour. Tijdens de tour maakt u een tocht door de ogen van Adriaan en Henrick. Deze audiotour is een welkome aanvulling op de al aanwezige informatie langs de linie, en laat zien hoe een oud verhaal kan herleven. De audiotour is een product van Stichting Struinen en Vorsen, i.s.m. het Historisch Platform Gouda en de Stichting Groene Hart. Met hulde aan de talrijke enthousiaste vrijwilligers en andere actieve partijen die zich steeds weer inzetten om ons erfgoed en de geschiedenis levend te houden.
Erfgoedlijnen

De Oude Hollandse Waterlinie is 1 van de 7 erfgoedlijnen van de provincie. Onlangs is Gouda ook onderdeel geworden van deze erfgoedlijn. Gouda heeft destijds een voorname rol gespeeld als garnizoenstad en heeft de sluizen geopend om een deel van het gebied onder water te laten lopen. Deze rol van Gouda wordt belicht in het gestarte project Gouds Linie Licht.

Dit Goudse verhaal is een mooie aanvulling op de al bestaande verhalen over de Oude Hollandse Waterlinie. Deze verdedigingslinie vertelt het verhaal van het rampjaar 1672. Een verhaal waar haast onmogelijke beslissing een welkome oplossing werd.

De provincie Zuid-Holland wil erfgoed helpen beschermen, beleefbaar maken en benutten. De Oude Hollandse Waterlinie is een goed voorbeeld hiervan. De activiteiten rond het verhaal van de Oude Hollandse Waterlinie bieden bovendien volop kansen voor economie en toerisme.

zaterdag 13 mei 2017

Startsein campagne ‘Bescherm je Drinkwater’ gegeven

Josan Meijers van de provincie Gelderland, Jelle Hannema van Vitens en Ine van Burgsteden (wethouder in Arnhem) gaven 12 mei 2017 het startsein voor de publiekscampagne ‘Bescherm je drinkwater’. Het doel is om mensen bewuster te maken van de invloed van hun eigen handelen als het om grondwater gaat.

Uit onderzoek van Kantar Public (voorheen TNS NIPO) blijkt dat bijna de helft van tuinbezitters chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt op hun erf. Dat is zorgelijk, want deze stoffen komen uiteindelijk in het grondwater waarvan drinkwater gemaakt wordt terecht.

In de provincie Gelderland zijn 42 grondwaterbeschermingsgebieden. Dit betekent dat veel mensen op de Gelderse drinkwatervoorraad wonen. In alle beschermingsgebieden ziet Vitens de gevolgen van menselijk handelen. Bijvoorbeeld door de genoemde tuiniers die chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken of wanneer mensen chemische schoonmaakmiddelen gebruiken.

Om bewoners van grondwaterbeschermingsgebieden bewust te maken van hun invloed op de kwaliteit van het drinkwater plaatst Vitens gedurende de campagneperiode reusachtige rietjes in Arnhem, Druten, Nijmegen en Dieren. Deze verbeelden dat het water in de grond de bron van ons drinkwater is.

Volgens gedeputeerde Josan Meijers is schoon grondwater iets om heel zuinig op te zijn: ’Water is een eerste levensbehoefte. We vinden het zo vanzelfsprekend dat we het hebben, en dat het schoon is, maar dat is het echt niet.’

vrijdag 12 mei 2017

Biologisch afbreekbaar plastic uit rioolwater van topkwaliteit

Dit wisten we al: het is mogelijk om PHA-bioplastic te maken van het slib uit rioolwater. Bioplastic dat ook nog eens afbreekbaar is in de natuur en dus zorgt voor minder plastic soup. Een dubbele milieuwinst!

Samenwerkende waterschappen en bedrijven onder leiding van waterschap Brabantse Delta hebben nu aangetoond dat dit plastic van een constante hoge kwaliteit is. Het kan bovendien goedkoper geproduceerd worden dan de commerciële PHA plastic. Hoog tijd voor een volgende stap.

Op 12 april deelden deskundigen, bestuurders en ondernemers kennis en ervaringen over PHA plastic gemaakt uit rioolwater. Belangrijkste conclusie: “Dit is de toekomst. Laten we investeren in een volgende stap. Dat wil zeggen: op zoek naar (co)-investeerders om meer te kunnen produceren en op zoek naar meer ondernemers die producten willen maken van ons plastic.”

Het PHARIO project heeft laten zien dat het echt kan: een hele hoge kwaliteit bioplastic maken uit rioolwater. Het plastic is zeer stabiel en kan in veel producten worden toegepast. In vergelijking met andere bioplastics is PHA zeer goed afbreekbaar. Een aantal ondernemers heeft inmiddels met succes het plastic verwerkt. In festivalmuntjes, plectrums, kratjes voor waterplanten en vislood om loodvrij te vissen.

In het nu afgesloten project werd per week 1 kg aan plastic geproduceerd door de bacteriën in de rioolwaterzuivering in Bath. Deze hoeveelheid moet omhoog, liefst naar 100 kg plastic per week. Uiteindelijk is het de bedoeling om 100.000 kg per week te maken. Waarom? De kosten per kg zijn nu nog te hoog voor commerciële bedrijven. Hoe meer productie hoe lager de prijs per kilogram. Kan de productie fors omhoog, dan zal de markt het plastic gaan afnemen.

De wereld staat voor grote uitdagingen om een omslag te maken naar een circulaire economie. Een economie waarin niets meer wordt weggegooid, maar alle afval opnieuw wordt verwerkt en hergebruikt. De waterschappen laten nu zien dat het mogelijk is om hoogwaardige grondstoffen te maken uit zeer laagwaardige reststromen (Zoals ons rioolwater). Een reststroom die bovendien voor langere termijn gegarandeerd kan worden. Als bedrijven dit ook als een kans zien om zo hun eigen productieketen te verduurzamen, dan gaan de waterschappen graag met hen het gesprek aan om samen te bouwen aan nieuwe, circulaire waardeketens.

Het pilotonderzoek dat nu is afgerond, was een gezamenlijk initiatief van de waterschappen Brabantse Delta, De Dommel, Scheldestromen en wetterskip Fryslân samen met SNB, STOWA en de marktpartijen Veolia en KNN. Alle partners betaalden mee, daarnaast was er subsidie van de Innovatieregeling voor de TKI Biobased Economy. 

donderdag 11 mei 2017

Vaarwegstremming Meppelerdiepsluis

Rijkswaterstaat brengt samen met aannemer Combinatie Strukton Reef de laatste delen aan van de bodembescherming in de Meppelerdiepsluis. Om de werkzaamheden veilig uit te voeren wordt het scheepvaartverkeer gestremd. De vaarweg wordt voor al het scheepvaartverkeer gestremd, omdat een groot deel van deze werkzaamheden vanaf het water wordt uitgevoerd.
Stremming Meppelerdiepsluis
  • Donderdag 11 mei 00:00 uur tot vrijdag 12 mei 23:59 uur.
  • Dinsdag 30 mei 00:00 tot 23:59 uur.
Bij ongunstige (weers)omstandigheden kunnen de werkzaamheden worden uitgesteld.

Voor schepen met een grote diepgang is de gehele route van noord naar zuid (en vice versa) volledig gestremd. Schepen met een maximale diepgang van 1,60 meter (recreatievaart) kunnen omvaren via Blokzijl.

De werkzaamheden zijn nodig om de huidige keersluis om te bouwen tot schutsluis. Met de nieuwe schutsluis worden scheepvaartstremmingen vanwege te hoge of te lage waterstanden voorkomen. De sluis wordt breder en dieper dan de huidige, waardoor schepen vlotter en veiliger kunnen passeren. Door de verbreding is een nieuwe brug nodig. Het project is eind 2017 gereed.

woensdag 10 mei 2017

Nieuwe inspectiecamera voor winputten Oasen

Jaarlijks voert waterbedrijf Oasen onderhoud en regeneraties uit aan de winputten. Om de regeneraties nog beter uit te kunnen voeren en meer inzicht te krijgen in de status van de winputten is een inspectiecamera aangeschaft. Tot nu toe huurde Oasen deze speciale camera, maar met een eigen camera kunnen we de kwaliteit van de winputten nog beter waarborgen. Vorige week namen onderhoudsmedewerkers  de camera voor het eerst in gebruik. Deze inspectiecamera kan tot 200 meter diep en beschikt over verlichting en een 360 graden view. Zo kunnen de winputten worden gecontroleerd op bijvoorbeeld aangroei of scheuren in de buis van de put.

Volgens Hans van Woerden, hydrologisch onderzoeker van Oasen, verlopen de eerste inspecties naar wens: “De camera is erg eenvoudig in gebruik en alles ging prima. We hebben de eerste winput nu met deze camera uitgebreid gecontroleerd en de beelden opgeslagen in een archief. In totaal staan er voor deze zomer nog zo’n vijftig winputten op onze lijst, die twee teams de komende maanden zullen gaan regenereren en inspecteren.”

Oasen gebruikt winputten om grondwater uit tientallen meters diepe zandlagen op te pompen. De putten bestaan uit lange buizen met een filter in de zandlaag waar het water de put instroomt en met een pomp omhoog wordt gepompt. Na verloop van tijd  raken de winputten verstopt. Dat gebeurt doordat kleine bodemdeeltjes rond de filteromstortingen blijven steken. De waterstroom naar de put gaat daardoor steeds moeizamer lopen. We kunnen dit oplossen door de put te regenereren. Dit gebeurt altijd in het voorjaar en de zomer. Dit is namelijk de periode waarin het land droger begint te worden en onze winvelden beter toegankelijk zijn.

dinsdag 9 mei 2017

Informatiebijeenkomst Slikpolder Geertruidenberg

Op dinsdag 9 mei 2017 organiseert waterschap Brabantse Delta een interactieve informatiebijeenkomst over de Slikpolder. Een avond waar bezoekers aangeven wat zij nog willen weten of eventueel nog kwijt willen over de dijkaanpak in de Slikpolder in Geertruidenberg, onderdeel van project ‘Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak’.    

Het waterschap organiseert deze avond omdat er nog vragen en uiteenlopende verwachtingen zijn over dit onderwerp. Bezoekers krijgen de mogelijkheid om hun laatste vragen te stellen of opmerkingen te maken, voordat het bestuur van het waterschap een beslissing neemt op 16 mei over de Slikpolder: een dijkversterking of een dijkverlegging. De projectmedewerkers geven tijdens deze avond meer inzicht in de effecten van de twee alternatieven voor omwonenden en hun omgeving. Naast vragen van bezoekers, worden een aantal stellingen over de dijkaanpak in de Slikpolder besproken. Bezoekers kunnen zelf stellingen aandragen. Dit kan voorafgaand aan de avond via email, of op de avond zelf. U leest hieronder hoe.

maandag 8 mei 2017

Oude Japanse techniek uchimizu werkt tegen warme steden

Met de simpele oude Japanse watersprenkeltechniek uchimizu is extreme hitte in steden goed te verminderen. Dat stelt onderzoekster Anna Solcerova van de TU Delft bij de EGU General Assembly (European Geosciences Union).

Het is al lang bekend dat het in de stad over het algemeen warmer is dan op het platteland. Dit wordt het ‘Urban Heat Island’ (UHI) genoemd. Wegen en gebouwen absorberen en houden meer zonnestraling gevangen dan bodem en vegetatie, die nu eenmaal prominenter aanwezig zijn op het platteland. Daardoor warmt de stad dus extra op. Daarnaast versterken menselijke activiteiten, zoals verwarming en transport, dit effect nog eens.

Het Urban Heat Island-effect werd 200 jaar geleden voor het eerst beschreven, maar al veel langer bestaan er methodes om hitte in stedelijke gebieden te temperen. ‘Uchimizu is zo’n techniek, die in Japan al sinds de 17e eeuw wordt toegepast’, vertelt Anna Solcerova. Huizen, tempels en tuinen en hun omgeving worden besprenkeld  om het oppervlak en de lucht te koelen, en om stof te laten neerdalen. Tegenwoordig proberen megasteden als Tokyo deze oude methodes weer te laten herleven. De lokale autoriteiten promoten uchimizu als een ‘slimme manier om koel te blijven’. ‘Ik kon in de wetenschappelijke literatuur weinig vinden over het effect van uchimizu. Het aantal gepubliceerde studies met een kwantificering van het koelende effect is beperkt, en men gebruikt daarin alleen

In dit onderzoek, onderdeel van de lopende promotie van Anna Solcerova, werd daarom een 3D Distributed Temperature Sensing (DTS) opzet gebruikt om heel precies (in ruimte en tijd) de luchttemperatuur te meten in één kubieke meter lucht boven een stoep in de stad. Solcerova en collega Tim van Emmerik hebben dit getest met een grote kubus met glasvezelkabels rondom (ontworpen door Van Emmerik en TU Delft-collega Koen Hilgersom), die de temperatuur meten. Rondom en onder de kubus hebben ze water gegoten: eerst 1 mm, dan 2 mm, enzovoort.

Solcerova en Van Emmerik voerden meerder experimenten uit uit om systematisch het effect te bestuderen van de hoeveelheid water, de begintemperatuur van het oppervlak, en van schaduwwerking op het koelende effect van uchimizu. Op de conferentie in Wenen presenteren de onderzoekers de resultaten en de analyse van de experimenten, die gedurende één zomer werden uitgevoerd in Delft.

De algemene conclusie is dat uchimizu altijd werkt; de grond wordt sowieso koeler. Maar het effect is het grootst op momenten dat het nog niet zo warm is. En in de schaduw is het effect groter dan in de zon (vanwege verdamping).

‘We laten zien dat deze simpele methode van water sprenkelen de potentie heeft om extreme hitte in geplaveide stedelijke gebieden aanzienlijk te verlagen. Daarnaast biedt uchimizu een mogelijkheid om het bewustzijn van stedelingen te verhogen en hen te stimuleren tot het oplossen van hittestress en tot energiebesparing. Door nieuwe inzichten toe te voegen aan de kennis over uchimizu, willen we bijdragen aan de revival van deze oude traditie.’

vrijdag 5 mei 2017

Schonere noordelijke havens met uniek waterbehandelingssysteem

Groningen Seaports introduceert voor zowel de haven van Delfzijl als de Eemshaven een uniek waterzuiveringssysteem. Na twee jaar intensief testen is het zover. Damen Shipyards en Mariflex hebben - op initiatief van Groningen Seaports - een uniek, mobiel ballastwater-behandelsysteem ontwikkeld met de naam: InvaSave. Dit past volledig in de havenvisie van het Groningse havenbedrijf. The International Maritime Organisation (IMO) zal het project opnemen in haar programma voor mogelijke havenoplossingen.

Anneke Schäfer, directeur Natuur en Milieufederatie, gaf 25 april in de haven van Delfzijl de officiële aftrap voor het nieuwe afvalwateringssysteem in de Noordelijke Zeehavens

Ballastwater draagt bij aan de stabiliteit van schepen. Bij het innemen van lading in havens wordt dit water gelost. Dit gebeurt tot nu toe ongezuiverd of onbehandeld ‘op oppervlaktewater’. Hiermee kunnen uitheemse organismen in de Waddenzee gebracht worden die de lokale biotoop ontregelen. Het ontwikkelde ballastwater-behandelsysteem biedt hier een (schone) oplossing voor.

De InvaSave neemt het ballastwater in en reinigt dit gedurende de laadtijd van schepen in de havens. Dit gecertificeerde systeem is een mobiele installatie in een container, dat op een ponton of trailer geplaatst kan worden voor het behandelen van ballastwater van schepen die de haven van Delfzijl en de Eemshaven aandoen. Het afval (slib, drab), dat bij het behandelingsproces vrijkomt,  wordt vervolgens op een goede manier afgevoerd en verwerkt. De techniek klopt, de kinderziektes zijn opgelost en het werkt! Hoogste tijd dus om het systeem nu definitief toe te gaan passen in de havens van Groningen Seaports. Het is de bedoeling om het ballastwatersysteem als dienst te gaan aanbieden in de havens voor die schepen die (nog) geen eigen waterbehandelingssysteem hebben of een niet functionerend systeem hebben en toch willen laden.

Vanaf 8 september 2017 is de ballastwater conventie van kracht en dat betekent dat ballastwaterbehandeling onderdeel gaat uitmaken van de laad- en losactiviteiten in een haven. Groningen Seaports loopt hiermee voorop.

InvaSave is tot stand gekomen dankzij nauwe samenwerking tussen Damen Shipyards, Koninklijke Wagenborg, Mariflex , de Nederlandse instituten voor marien ecologisch onderzoek Wageningen Marine Research en MEA-nl en Groningen Seaports. Het Waddenfonds was een andere belangrijke partner. Door het Waddenfonds is een substantiële bijdrage geleverd om ervoor te zorgen dat de Waddenzee op een innovatieve manier voorop loopt bij de bescherming van het ecosysteem. Op dinsdagmiddag 25 april vindt de officiële ingebruikname van het ballastwater-behandelsysteem in de haven van Delfzijl plaats.

donderdag 4 mei 2017

Rioolwater meer gezuiverd bij lozing op stilstaandwater

Rioolwaterzuiveringsinstallaties die lozen op stilstaand oppervlaktewater verwijderen meer stikstof en fosfor uit het rioolwater dan installaties die lozen op stromend water. Stilstaand water is gevoeliger voor voedselverrijking door deze stoffen. Het meeste gezuiverde rioolwater wordt geloosd op rivieren en beken. Het zuiveringsslib, dat hierbij als restproduct vrijkomt, wordt voor het grootste deel verbrand, deels met opwekking van energie. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over zuivering van afvalwater in 2015.

Eind 2015 telde Nederland 334 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Deze worden beheerd door de waterschappen. De rwzi’s zuiverden in 2015 gezamenlijk bijna 2 miljard m3 rioolwater, 6 procent meer dan in 2014. Deze toename is vrijwel volledig het gevolg van meer neerslag. Een deel van het regenwater wordt namelijk via het riool afgevoerd en belandt zo bij de rwzi’s.

Het zuiveren van het rioolwater kost de waterschappen jaarlijks ruim 1 miljard euro.

Rioolwaterzuiveringsinstallaties halen bijna alle biologisch afbreekbare vervuiling uit het aangevoerde afvalwater. Fosfor en stikstof worden gemiddeld voor 85 procent uit het afvalwater gehaald. Deze stoffen veroorzaken eutrofiëring van het oppervlaktewater. Stilstaande wateren, zoals meren, polder- en boezemwater, zijn gevoeliger voor verrijking door deze nutriënten. Rwzi’s die gezuiverd afvalwater op stilstaand oppervlaktewater lozen, verwijderen daarom de fosfor- en stikstofverbindingen gemiddeld beter uit het afvalwater dan installaties die lozen op stromend water, zoals de grote rivieren, en op zout water.

Na zuivering wordt het meeste rioolwater geloosd op kleine rivieren en beken (28 procent), gevolgd door kanalen (25 procent) en de grote rivieren zoals Rijn, Maas en IJssel (25 procent). Slechts een klein deel wordt geloosd op polder- en boezemwater, meren en zout water zoals de Noordzee, Waddenzee of Westerschelde.

woensdag 3 mei 2017

Drinkwaterdirecteur Loet Rosenthal naar KWR

Per 1 mei is Loet Rosenthal, sectormanager Drinkwater bij PWN, overgestapt naar KWR Watercycle Research Institute in Nieuwegein. Hij start daar als manager van de kennisgroep Waterkwaliteit en Gezondheid en maakt deel uit van het MT van KWR.

Rosenthal werkte bijna 15 jaar bij PWN. Na drie jaar als beleidsadviseur asset management bij het toenmalige team Ontwikkeling en Innovatie, bekleedde hij diverse managementfuncties. Vanaf 2009 was hij Sectormanager Drinkwater. Met zijn overstap naar KWR blijft Loet in de watersector werkzaam. De Nederlandse drinkwaterbedrijven, waaronder PWN, zijn aandeelhouder van KWR.

dinsdag 2 mei 2017

TNO-membraantechnologie sleept MBR Global Water Award in de wacht

Op donderdag 27 april nam Paul de Krom, CEO van TNO, in Dubai de prijs in ontvangst uit handen van vicepresident en premier van de Verenigde Arabische Emiraten en Emir van Dubai sjeik Mohammed bin Rashid Al Maktoum.

Deze financiële toekenning zet TNO in om samen met KAHRAMAA en partijen in het Midden-Oosten de MemPower technologie verder te ontwikkelen en in deze regio te demonstreren. Het was voor de derde keer in korte tijd dat TNO een internationale prijs ontving voor toepassing van haar membraandestillatietechnologie.

In veel gebieden op de wereld is er een nijpend tekort aan goed drinkwater. “TNO heeft een methode ontwikkeld, de Memstill technologie, om zeewater met behulp van membranen te ontzouten en hieruit zuiver drinkwater te winnen. Inmiddels is de techniek verder ontwikkeld naar MemPower, waarmee het mogelijk is om met slechts zonne- of restwarmte tegelijkertijd zowel drinkwater als elektriciteit te maken” aldus onderzoeker Norbert Kuipers en business developer Khalil El Bakari.

Bestaande technieken om zeewater te ontzouten zijn vaak complex, duur en verbruiken veel energie.

maandag 1 mei 2017

Brandbare overstromingsvlakten zwakke plek van Amazonewoud

Lange tijd werd gedacht dat de randgebieden van het Amazonewoud het meest kwetsbaar waren voor klimaatgerelateerde instorting. Uit een onderzoek van een internationaal team van wetenschappers dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS blijkt nu dat de overstromingsgebieden in het hart van het Amazonewoud wel eens een onverwachte achilleshiel zouden kunnen zijn. Deze gebieden blijken bijzonder vatbaar voor branden.

Uit een analyse van de boomdichtheid in het bekken bleek dat savannebranden al kunnen overslaan op de overstroomde gebieden als de regen onder de 1500 mm/jaar daalt, terwijl dat voor andere gebieden pas het geval is bij 1000 mm/jaar.


De auteurs maten ook hoe snel het bos herstelde na de grote branden in 1997 en 2005 als een indicatie van de veerkracht. Ze ontdekten dat de impact van een brand op de bosstructuur en bodemfertiliteit groter en langduriger was in de overstromingsgebieden.

De nieuwe resultaten hebben niet alleen gevolgen voor bosbehoud en lokale maatschappijen. Als de overstromingsgebieden in het Amazonewoud verloren gaan, zal dat leiden tot een enorme CO2-uitstoot van de bomen, bodem en veengebieden die recent zijn ontdekt in het centrale en het westelijke deel van het Amazonegebied.