Voor een internationale ontwerpwedstrijd hebben UGent- studenten een structuur ontwikkeld die water uit de lucht kan halen om waterschaarste te bestrijden. De structuur is een combinatie van 3D- printing en biotechnologie.
Wereldwijd hebben vier miljard mensen minstens een maand per jaar last van ernstige waterschaarste. Daar wilden deze studenten iets aan doen. Ze ontwikkelden een zelf geprinte dop die water kan ontvangen uit de lucht.
Voor het ontwerp haalden de studenten inspiratie bij het schild van de woestijnkever, die de dauwdruppels op zijn schild condenseert om niet uit te drogen. Ze modelleerden het schild van de kever in 3D. De structuur ziet eruit als een dop in de vorm van een halve bol, en kan op een fles geschroefd worden om water handig op te vangen.
“We doopten de structuur Dewpal - wat in het Nederlands zoveel betekent als ‘watermaatje’”, vertelt student Bram Danneels. Samen met negen andere studenten en doctoraatsstudenten werkt hij aan het project.
Het materiaal waaruit de Dewpal geprint is, ontwikkelden ze zelf en is een bijzonder staaltje biotechnologie. Het bevat onder andere een eiwit dat al in de natuur voorkomt: het vormt ijskristallen en helpt om wolken te vormen uit gecondenseerd water. Zo zorgt het ervoor dat de condensatie zo optimaal mogelijk verloopt en er dus zo veel mogelijk water uit de lucht gehaald wordt.
woensdag 2 november 2016
dinsdag 1 november 2016
Waterschap Zuiderzeeland koploper zuiveren afvalwater
Waterschap Zuiderzeeland komt goed uit de ‘Bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer 2015’. Het gezuiverde afvalwater in Flevoland is relatief het schoonste en daarbij verbruikt Zuiderzeeland het minste energie ten aanzien van de andere waterschappen in Nederland.
Uit de bedrijfsvergelijking blijkt dat het gezuiverde afvalwater in Flevoland relatief het meest schoon is. Dit houdt in dat Waterschap Zuiderzeeland de verontreinigde stoffen in het afvalwater met het hoogste rendement verwijdert.
Een ander mooi resultaat is dat Zuiderzeeland dit het meest energie-efficiënt doet. Hier is de afgelopen jaren hard aan gewerkt. Ook zien we een daling van de directe kosten voor het zuiveringsbeheer. Al met al prachtige resultaten.
De vijf afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI’s) van Zuiderzeeland zorgen dagelijks voor het zuiveren van het afvalwater in Flevoland. De mooie resultaten betekenen niet dat Zuiderzeeland achterover gaat leunen. De komende jaren blijft Waterschap Zuiderzeeland werken aan het innoveren en duurzamer maken van het zuiveringsbeheer. Hierbij zijn het verder vergroten van de energie-efficiency en het terugwinnen van grondstoffen speerpunten. Het recentelijk door het bestuur vastgestelde Masterplan Duurzame Energie geeft hier mede invulling aan.
In de afgelopen maanden is er voor de zesde keer een landelijke ‘Bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer’ uitgevoerd. De resultaten van 2015 werden afgezet tegen de resultaten uit 2012. In zijn algemeenheid kunnen de waterschappen stellen dat de zuiveringsprestaties stabiel goed zijn, dat de kosten voor het zuiveringsbeheer zijn gedaald en dat de waterschappen het zuiveren van afvalwater steeds duurzamer uitvoeren.
Uit de bedrijfsvergelijking blijkt dat het gezuiverde afvalwater in Flevoland relatief het meest schoon is. Dit houdt in dat Waterschap Zuiderzeeland de verontreinigde stoffen in het afvalwater met het hoogste rendement verwijdert.
Een ander mooi resultaat is dat Zuiderzeeland dit het meest energie-efficiënt doet. Hier is de afgelopen jaren hard aan gewerkt. Ook zien we een daling van de directe kosten voor het zuiveringsbeheer. Al met al prachtige resultaten.
De vijf afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI’s) van Zuiderzeeland zorgen dagelijks voor het zuiveren van het afvalwater in Flevoland. De mooie resultaten betekenen niet dat Zuiderzeeland achterover gaat leunen. De komende jaren blijft Waterschap Zuiderzeeland werken aan het innoveren en duurzamer maken van het zuiveringsbeheer. Hierbij zijn het verder vergroten van de energie-efficiency en het terugwinnen van grondstoffen speerpunten. Het recentelijk door het bestuur vastgestelde Masterplan Duurzame Energie geeft hier mede invulling aan.
In de afgelopen maanden is er voor de zesde keer een landelijke ‘Bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer’ uitgevoerd. De resultaten van 2015 werden afgezet tegen de resultaten uit 2012. In zijn algemeenheid kunnen de waterschappen stellen dat de zuiveringsprestaties stabiel goed zijn, dat de kosten voor het zuiveringsbeheer zijn gedaald en dat de waterschappen het zuiveren van afvalwater steeds duurzamer uitvoeren.
maandag 31 oktober 2016
Eerste resultaten onderzoek ’humuszuren uit afvalwater’ veelbelovend
In opdracht van STOWA, voert Tauw samen met Opure een onderzoek uit naar het terugwinnen van humuszuren uit afvalwater. Aanleiding voor dit onderzoek was de toegenomen aandacht voor humuszuren vanuit de landbouw. Humuszuren zitten ook in het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) en maken daar deel uit van de zogenaamde rest-CZV.
Afvalwater bevat componenten die waardevol zijn, denk aan cellulose (wc papier) fosfaat en zelfs de grondstoffen voor bioplastics. Het terugwinnen van deze componenten uit afvalwater op de rwzi is door de Nederlandse waterschappen hoog op de duurzaamheidsagenda gezet. Dit gebeurt onder de noemer De rioolwaterzuiveringsinstallatie als Grondstoffenfabriek. Dit heeft al successen opgeleverd, waaronder de terugwinning van meststoffen (struviet) uit afvalwater.
Humuszuren zijn lange koolstofketens die het eindproduct zijn van biologische afbraakprocessen. In de praktijk blijkt dat humuszuren de opname van fosfaat door planten verbeteren. Bij bemesting wordt jaarlijks meestal niet meer dan 10% tot 25% van de fosfaat door de plant opgenomen. De rest bindt in de bodem aan ijzer en calciumdeeltjes. Humuszuren bezitten de eigenschap om de ijzer- en calciumdeeltjes te binden. Door de bodem te voeden met humuszuren blijft daarom veel meer fosfaat beschikbaar voor de plant. Door humuszuren aan het begin van het groeiseizoen te doseren, is dus minder fosfaat nodig voor dezelfde agrarische opbrengst. Humuszuren worden nu nog via een chemisch proces uit bruinkool gewonnen en in Nederland ingevoerd uit bijvoorbeeld China of Amerika. Dat proces is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook erg kostbaar vanwege hoge transportkosten. Het terugwinnen van humuszuren uit ons afvalwater zou een mooi en duurzamer alternatief kunnen bieden.
Door het uitvoeren van analyses is verkend op welke rwzi’s de hoogste gehaltes humuszuren voorkomen. Daaruit bleek dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende rwzi’s. Op rwzi’s waar ook zuiveringsslib wordt verwerkt, komen de hoogste gehaltes humuszuren vrij. Bij een eerste pilot proef is afvalwater van de rwzi Amersfoort gebruikt om de humuszuren in een proefinstallatie terug te winnen. De resultaten hiervan zijn veelbelovend. Naast humuszuren bleken ook stikstof en fosfaat geconcentreerd te worden; zij vormen samen de basis voor meststof. Het is dus mogelijk om gelijktijdig humuszuren en een meststof terug te winnen.
De succesvolle pilot proef smaakt naar meer. De volgende stap is om met de proefinstallatie een nog meer geconcentreerde stroom te maken. Ook worden er testen uitgevoerd met afvalwater van andere rioolwaterzuiveringen, waaronder Apeldoorn, Venlo en Tilburg. Daarna wordt nader naar de afzetmarkt gekeken en wordt de financiële haalbaarheid van het concept beoordeeld. Er zijn aanwijzingen dat de winning van humuszuren ook voordelen heeft op de water- en sliblijn van de rwzi. Ook dit zal in een volgende fase verder worden onderzocht.
Tauw heeft de resultaten van dit eerste pilot onderzoek op 11 oktober 2016 gepresenteerd tijdens de bijeenkomst van het Platform Energie en Grondstoffen van de STOWA.
Afvalwater bevat componenten die waardevol zijn, denk aan cellulose (wc papier) fosfaat en zelfs de grondstoffen voor bioplastics. Het terugwinnen van deze componenten uit afvalwater op de rwzi is door de Nederlandse waterschappen hoog op de duurzaamheidsagenda gezet. Dit gebeurt onder de noemer De rioolwaterzuiveringsinstallatie als Grondstoffenfabriek. Dit heeft al successen opgeleverd, waaronder de terugwinning van meststoffen (struviet) uit afvalwater.
Humuszuren zijn lange koolstofketens die het eindproduct zijn van biologische afbraakprocessen. In de praktijk blijkt dat humuszuren de opname van fosfaat door planten verbeteren. Bij bemesting wordt jaarlijks meestal niet meer dan 10% tot 25% van de fosfaat door de plant opgenomen. De rest bindt in de bodem aan ijzer en calciumdeeltjes. Humuszuren bezitten de eigenschap om de ijzer- en calciumdeeltjes te binden. Door de bodem te voeden met humuszuren blijft daarom veel meer fosfaat beschikbaar voor de plant. Door humuszuren aan het begin van het groeiseizoen te doseren, is dus minder fosfaat nodig voor dezelfde agrarische opbrengst. Humuszuren worden nu nog via een chemisch proces uit bruinkool gewonnen en in Nederland ingevoerd uit bijvoorbeeld China of Amerika. Dat proces is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook erg kostbaar vanwege hoge transportkosten. Het terugwinnen van humuszuren uit ons afvalwater zou een mooi en duurzamer alternatief kunnen bieden.
Door het uitvoeren van analyses is verkend op welke rwzi’s de hoogste gehaltes humuszuren voorkomen. Daaruit bleek dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende rwzi’s. Op rwzi’s waar ook zuiveringsslib wordt verwerkt, komen de hoogste gehaltes humuszuren vrij. Bij een eerste pilot proef is afvalwater van de rwzi Amersfoort gebruikt om de humuszuren in een proefinstallatie terug te winnen. De resultaten hiervan zijn veelbelovend. Naast humuszuren bleken ook stikstof en fosfaat geconcentreerd te worden; zij vormen samen de basis voor meststof. Het is dus mogelijk om gelijktijdig humuszuren en een meststof terug te winnen.
De succesvolle pilot proef smaakt naar meer. De volgende stap is om met de proefinstallatie een nog meer geconcentreerde stroom te maken. Ook worden er testen uitgevoerd met afvalwater van andere rioolwaterzuiveringen, waaronder Apeldoorn, Venlo en Tilburg. Daarna wordt nader naar de afzetmarkt gekeken en wordt de financiële haalbaarheid van het concept beoordeeld. Er zijn aanwijzingen dat de winning van humuszuren ook voordelen heeft op de water- en sliblijn van de rwzi. Ook dit zal in een volgende fase verder worden onderzocht.
Tauw heeft de resultaten van dit eerste pilot onderzoek op 11 oktober 2016 gepresenteerd tijdens de bijeenkomst van het Platform Energie en Grondstoffen van de STOWA.
donderdag 27 oktober 2016
'Water potentiële derde grote energiebron'
Energiekansen in het waterbeheer optimaal benutten. Dat is het doel van de Energiecoalitie die Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen zijn aangegaan op de Nationale Klimaattop op 26 oktober. Onderzoek laat zien dat het watersysteem een enorme potentiële energiebron is naast wind en zon.
Met de Energiecoalitie willen Rijkswaterstaat en de waterschappen de realisatie van hun klimaat- en energie ambities versnellen. Daarnaast willen zij de potentie van het waterbeheer binnen de duurzame energietransitie in Nederland meer zichtbaar maken.
Een voorbeeld is de energiepotentie van warmte- en koude onttrekking uit oppervlaktewater. Die potentie is enorm, zo blijkt uit onderzoek van de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat dat op de Klimaattop is gepresenteerd. Er is gekeken naar de warmte en koude die watergangen, (diepe) plassen en poldergemalen kunnen leveren. Grofweg kan vanuit het watersysteem in 54% van de nationale koudevraag (bijvoorbeeld koeling van gebouwen) worden voorzien, namelijk 3,8 van 7 Petajoule. En in 12% van de warmtevraag (bijvoorbeeld verwarming van gebouwen), namelijk 42 van 350 Petajoule. Dat is een aanzienlijk deel van de totale hoeveelheid die nodig is om woningen en gebouwen in Nederland te verwarmen of te koelen. En veel meer dan de waterbeheerders zelf nodig hebben voor hun doelstelling voor energieneutraliteit voor wat betreft het warmteverbruik.
De potentie is met behulp van adviesbureau IF Technology op een digitale kaart van Nederland zichtbaar gemaakt. Het merendeel van de energiepotentie komt uit regionale wateren die waterschappen beheren. Om deze potentie daadwerkelijk te benutten zou deze nieuwe energiebron moeten worden gekoppeld aan de provinciale en gemeentelijke warmteplannen.
Energie winnen uit oppervlaktewater kan naast warmte en koude onttrekkingen ook door het gebruik van waterkracht en zoet-zout verschillen (zoals de 'blue energy' centrale op de Afsluitdijk). Daarnaast wordt gedacht aan het ter beschikking stellen van terreinen en oppervlaktewater aan derden voor duurzame energieopwekking, zoals drijvende zonnepanelen. Dit moet dan wel op een verantwoorde wijze in het waterbeheer worden ingepast. De Energiecoalitie zal innovatieve (pilot)projecten stimuleren. En met andere overheden, bedrijven en stakeholders verkennen hoe de energiepotentie van water volwaardig naast wind en zon gepositioneerd kan worden als derde grote energiebron in Nederland.
Met de Energiecoalitie willen Rijkswaterstaat en de waterschappen de realisatie van hun klimaat- en energie ambities versnellen. Daarnaast willen zij de potentie van het waterbeheer binnen de duurzame energietransitie in Nederland meer zichtbaar maken.
Een voorbeeld is de energiepotentie van warmte- en koude onttrekking uit oppervlaktewater. Die potentie is enorm, zo blijkt uit onderzoek van de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat dat op de Klimaattop is gepresenteerd. Er is gekeken naar de warmte en koude die watergangen, (diepe) plassen en poldergemalen kunnen leveren. Grofweg kan vanuit het watersysteem in 54% van de nationale koudevraag (bijvoorbeeld koeling van gebouwen) worden voorzien, namelijk 3,8 van 7 Petajoule. En in 12% van de warmtevraag (bijvoorbeeld verwarming van gebouwen), namelijk 42 van 350 Petajoule. Dat is een aanzienlijk deel van de totale hoeveelheid die nodig is om woningen en gebouwen in Nederland te verwarmen of te koelen. En veel meer dan de waterbeheerders zelf nodig hebben voor hun doelstelling voor energieneutraliteit voor wat betreft het warmteverbruik.
De potentie is met behulp van adviesbureau IF Technology op een digitale kaart van Nederland zichtbaar gemaakt. Het merendeel van de energiepotentie komt uit regionale wateren die waterschappen beheren. Om deze potentie daadwerkelijk te benutten zou deze nieuwe energiebron moeten worden gekoppeld aan de provinciale en gemeentelijke warmteplannen.
Energie winnen uit oppervlaktewater kan naast warmte en koude onttrekkingen ook door het gebruik van waterkracht en zoet-zout verschillen (zoals de 'blue energy' centrale op de Afsluitdijk). Daarnaast wordt gedacht aan het ter beschikking stellen van terreinen en oppervlaktewater aan derden voor duurzame energieopwekking, zoals drijvende zonnepanelen. Dit moet dan wel op een verantwoorde wijze in het waterbeheer worden ingepast. De Energiecoalitie zal innovatieve (pilot)projecten stimuleren. En met andere overheden, bedrijven en stakeholders verkennen hoe de energiepotentie van water volwaardig naast wind en zon gepositioneerd kan worden als derde grote energiebron in Nederland.
Bouw waterkering Nieuwe Haven Spakenburg na de herfstvakantie
De bouw van de nieuwe, zelfsluitende waterkering rond de Nieuwe Haven in Spakenburg begint na de herfstvakantie. In de Oude Haven is begonnen met het aanbrengen van het eerste deel van de waterkering in de grond.
De eerste twee weken na de herfstvakantie (vanaf 24 oktober) wordt gewerkt op de kop van de Weikamp en de noordelijkste 100 meter van de Kerkemaat. Vanaf 7 november wordt gedurende drie weken in de volledige Kerkemaat gewerkt. Het werkt bestaat in deze periode uit het drukken van de stalen damwanden, het draaien van funderingsbuizen en het aanbrengen van zogenoemde groutankers. Daarna gaat een deel van de Kerkemaat weer open. De werkzaamheden aan de Weikamp en de laatste 100 meter van de Kerkmaat lopen door tot na de jaarwisseling.
(Verkeers)ontsluiting
Als het werk in de Nieuwe Haven begint, treedt ook het (verkeers)ontsluitingsplan in werking. Er komt een ontsluitingsweg, die achter de woningen aan de Kerkemaat langs loopt. ‘Gewoon’ verkeer en bouwverkeer wordt ten allen tijde van elkaar gescheiden. Tijdens de werkzaamheden komen langs de Nieuwe Haven bouwhekken, net als in de Oude Haven, waarbij voldoende ruimte overblijft voor bewoners om de woningen te voet te bereiken. De Havendijk blijft gewoon open.
Parkeren in de omgeving blijft mogelijk, alhoewel sommige parkeerplaatsen tijdelijk worden opgeheven. Voor de bewoners van de Kerkemaat is een tijdelijke parkeerplaats beschikbaar op plan Zuyderzee.
Metselwerk is erg gevoelig voor winterse invloeden. Daarom wordt zoveel mogelijk van tevoren op een andere plek gemaakt. Zo wordt de nieuwe kademuur van de Weikamp al gemetseld in een werkplaats van Koelewijn Metselwerken. Hierdoor wordt vertraging door regen en vorst zoveel mogelijk voorkomen.
De eerste twee weken na de herfstvakantie (vanaf 24 oktober) wordt gewerkt op de kop van de Weikamp en de noordelijkste 100 meter van de Kerkemaat. Vanaf 7 november wordt gedurende drie weken in de volledige Kerkemaat gewerkt. Het werkt bestaat in deze periode uit het drukken van de stalen damwanden, het draaien van funderingsbuizen en het aanbrengen van zogenoemde groutankers. Daarna gaat een deel van de Kerkemaat weer open. De werkzaamheden aan de Weikamp en de laatste 100 meter van de Kerkmaat lopen door tot na de jaarwisseling.
(Verkeers)ontsluiting
Als het werk in de Nieuwe Haven begint, treedt ook het (verkeers)ontsluitingsplan in werking. Er komt een ontsluitingsweg, die achter de woningen aan de Kerkemaat langs loopt. ‘Gewoon’ verkeer en bouwverkeer wordt ten allen tijde van elkaar gescheiden. Tijdens de werkzaamheden komen langs de Nieuwe Haven bouwhekken, net als in de Oude Haven, waarbij voldoende ruimte overblijft voor bewoners om de woningen te voet te bereiken. De Havendijk blijft gewoon open.
Parkeren in de omgeving blijft mogelijk, alhoewel sommige parkeerplaatsen tijdelijk worden opgeheven. Voor de bewoners van de Kerkemaat is een tijdelijke parkeerplaats beschikbaar op plan Zuyderzee.
Metselwerk is erg gevoelig voor winterse invloeden. Daarom wordt zoveel mogelijk van tevoren op een andere plek gemaakt. Zo wordt de nieuwe kademuur van de Weikamp al gemetseld in een werkplaats van Koelewijn Metselwerken. Hierdoor wordt vertraging door regen en vorst zoveel mogelijk voorkomen.
woensdag 26 oktober 2016
Schultz haalt samenwerking met Iran op gebied havens en water aan
Nederland gaat de samenwerking met Iran intensiveren op het gebied van watermanagement, havenontwikkeling en maritieme logistiek. De afspraken voor de samenwerking op regeringsniveau zetten de deur open voor Nederlandse bedrijven die orders van Iraanse opdrachtgevers in de wacht willen slepen op het terrein van water en havenontwikkeling.
Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft in Teheran met de Iraanse minister van Energie, H.E. Chitchian een Memorandum of Understanding getekend op het gebied van watermanagement. Iran wordt geconfronteerd met een toenemend tekort aan drinkwater en water voor de industrie en landbouw. Nederland heeft veel ervaring met watermanagement in het stroomgebied van de Maas en de Rijn en kan kennis hierover in Iran inzetten. Voor Nederlandse bedrijven liggen er in Iran kansen op het gebied van (drinkwater)voorziening, waterzuivering, hergebruik van water en het ontzilten van water.
In het Memorandum of Understanding zijn afspraken gemaakt voor samenwerking en uitwisseling van kennis tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijven over bijvoorbeeld de aanpak van droogte, grondwaterproblemen, waterkwaliteit en waterveiligheid. Minister Schultz: “Nederland heeft op het terrein van water en watermanagement veel expertise. De samenwerking tussen regeringen maakt het makkelijker voor de Nederlandse bedrijven om de Iraanse markt op te gaan, ook omdat de orders vaak van publieke opdrachtgevers zijn. We leggen hiermee een goede basis voor de Nederlandse bedrijven die zaken willen doen in Iran.”
Tijdens het bezoek hebben de Nederlandse ondernemingen Berson UV en Witteveen en Bos samenwerkingsovereenkomsten met Iraanse bedrijven ondertekend op het terrein van afvalwaterbehandeling en watertechnologie. Adverio Waste Systems verkocht daarnaast een complete afvalbehandelingsinstallatie aan de stad Dezful. Van Oord sloot een samenwerkingsovereenkomst met Petro-Iran voor constructie-activiteiten op het gebied van olie- en gas.
Met de Iraanse regering is ook afgesproken dat Nederlandse en Iraanse universiteiten en kennisinstellingen gaan werken aan kennisuitwisseling op het gebied van watertechnologie, energie, klimaat en milieu. Vanuit Nederland zijn daar onder meer Unesco IHE en Wageningen Universiteit bij betrokken. Nederland zet zich daarnaast in voor deelneming van Iraanse universiteiten aan Europese onderzoeksprogramma’s op het terrein van water en milieu.
Met de Iraanse minister van Transport, H.E. Mr. Akhoundi, heeft minister Schultz afspraken gemaakt voor samenwerking op gebied van havenontwikkeling, maritieme logistiek, offshore, scheepsbouw en transport naar het achterland. In Iran wordt de komende jaren veel geïnvesteerd in de uitbreiding van grote havens. De afspraken leggen een basis voor Nederlandse bedrijven die voor deze grote projecten opdrachten hopen te verwerven.
De Nederlandse handelsdelegatie onder leiding van minister Schultz is tot zaterdag 29 oktober i n Iran. Naast gespreken met Iraanse ministeries in Teheran, zijn er ontmoetingen tussen Nederlandse en Iraanse bedrijven en is er een bezoek aan de Iraanse havenstad Bander Abbas.
Zeespiegelstijging in de Noordzee precies uiteengerafeld
Onderzoekers van de TU Delft zijn er, samen met andere partijen, in geslaagd om de zeespiegelstijging in de Noordzee precies te modelleren voor de afgelopen decennia. Volgens hen zijn de gevolgen van klimaatverandering in deze periode al zichtbaar in de Noordzee. De onderzoekers publiceren hierover in Geophysical Research Letters van maandag 24 oktober.
Zeespiegelstijging is een van de belangrijke wetenschappelijke onderwerpen van deze eeuw. De stijging van de zeespiegel is niet overal ter wereld hetzelfde; er zijn grote regionale verschillen. Promovendus Thomas Frederikse van de TU Delft richtte zich op de ontwikkelingen in de Noordzee en keek daarbij nauwkeurig naar de afgelopen decennia (1958-2014). De zeespiegelstijging is zeer precies bijgehouden in die periode. De vraag was vooral welke factoren er een rol in spelen en hoeveel deze bijdragen aan de waargenomen stijging.
‘Het ontrafelen van zeespiegelstijging is tamelijk ingewikkeld’, zegt Thomas Frederikse. ‘Er spelen nogal wat factoren een rol: het smelten op aarde van landijs in gletsjers en bijvoorbeeld op Groenland, het uitzetten van het zeewater door stijgende temperaturen, maar ook het gebruik van grondwater en zelfs de opslag van grote hoeveelheden zoetwater op het land in grote stuwmeren.’
Complicerend is verder dat zeespiegelstijging wordt gemeten ten opzichte van het niveau van het land. Maar het land beweegt zelf ook. Dit komt onder meer doordat de massaverdeling op aarde, door het smelten van landijs, een beetje verandert en de aarde daarbij een heel klein beetje vervormt. Een andere factor is de zogenaamde GIA (glacial isostatic adjustment). Dit is het ‘terugveren’ van het land na de ijstijden doordat het ijs in onze tijden veel minder druk uitoefent op de aardbodem.
‘In deze studie hebben we al deze verschillende invloeden voor de Noordzee weten te ontrafelen en precies gemodelleerd. Dit is belangrijk want dit betekent dat de modellen voor zeespiegelstijging nog betrouwbaarder worden.’
De stijging van de zeespiegel in de Noordzee bedraagt in de periode 1958-2014 ‘slechts’ zo’n 8 cm. De gemiddelde stijging van de zeespiegel over de hele wereld in die periode ligt hoger. ‘Dit heeft te maken met het feit dat we ons relatief dichtbij het smeltende landijs van Groenland bevinden’, verklaart Frederikse. ‘Dit is misschien tegen de intuïtie, maar hoe verder je hier op de wereldbol van afzit, hoe groter de gevolgen voor de zeespiegel zijn. Mocht omgekeerd het landijs op Antarctica sneller gaan smelten, dan hebben we dus juist in onze contreien een groot probleem.’
‘De waargenomen stijging is dus nog relatief beperkt’, zegt Frederikse. ‘Maar we laten tegelijk ook zien dat we de smeltende gletsjers en ijskappen ‘nodig hebben’ om de gemeten zeespiegelstijging te kunnen verklaren. In die zin zien we de gevolgen van klimaatverandering dus al in de Noordzee. We vermoedden al dat dit zo was, maar we hebben het nu echt aangetoond door de afgelopen vijftig jaar precies te modelleren.’
dinsdag 25 oktober 2016
Start renovatie rioolwaterzuiveringsinstallatie Amstelveen
Op donderdag 13 oktober gaf waterschapsbestuurder Rolf Steenwinkel het startsein voor de verbouwing van rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Amstelveen. Na de verbouwing kan de zuivering weer jaren effectief en efficiënt het afvalwater van Amstelveen en Ouderkerk aan de Amstel zuiveren.
De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Amstelveen is in 1992 in bedrijf genomen. Om te kunnen blijven voldoen aan de lozingseisen, is deze in 2006 al kleinschalig gerenoveerd.
De verouderde slib- en gasverwerking en de procesautomatisering worden met prioriteit vervangen. Ook de overige delen worden gerenoveerd en gemoderniseerd, zodat de RWZI de komende 15 jaar weer goed kan blijven functioneren.
De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Amstelveen is in 1992 in bedrijf genomen. Om te kunnen blijven voldoen aan de lozingseisen, is deze in 2006 al kleinschalig gerenoveerd.
De verouderde slib- en gasverwerking en de procesautomatisering worden met prioriteit vervangen. Ook de overige delen worden gerenoveerd en gemoderniseerd, zodat de RWZI de komende 15 jaar weer goed kan blijven functioneren.
maandag 24 oktober 2016
Verbetermaatregelen Brabantse Wal hebben effect
In het gebied van de Brabantse Wal is het afgelopen jaar een Watersysteemanalyse uitgevoerd. Evides maakt zich, samen met de provincie Noord-Brabant en de verschillende convenantpartners in de regio, sterk voor waterkwaliteit en natuurbeheer op de Brabantse Wal. Dat de maatregelen werken, blijkt uit de resultaten van de Watersysteemanalyse.
Op de Brabantse Wal ligt De Groote Meer in Ossendrecht. Dit ven met bijzondere plant- en diersoorten heeft door diverse oorzaken te maken met lage waterpeilen en teruglopende waterkwaliteit. Enkele jaren geleden werd gestart met de uitvoering van een gezamenlijk en grensoverschrijdend verbeterplan. Om nóg beter te kunnen beoordelen welke maatregelen op korte en lange termijn het meest bijdragen tot natuurherstel, is een Watersysteemanalyse uitgevoerd. De belangrijkste conclusies: verbeteracties voor de natuur van De Groote Meer – dat grotendeels afhankelijk is van regenwater – kunnen beter worden gericht op de kwaliteit van het water dan op de kwantiteit. En voor de ontwikkeling van het ven is het belangrijk dat er een eind komt aan de bemesting van het nabijgelegen landbouwgebied Steertse Heide.
Om natuurverbetering en een goede waterhuishouding te realiseren, zijn er verschillende verbeterprojecten in gang gezet. Evides legt een wateraanvoerleiding aan waarmee we schoon overtollig water van het natuurgebied De Nol-Stappersven naar De Groote Meer brengen. Natuurmonumenten werkt aan het herstel van het Groote Meer en Kleine Meer door het verwijderen van begroeiing en het plaggen van de verrijkte bodem. Daardoor blijft het water langer in de vennen en verbetert de waterkwaliteit.
Deze en andere verbeterprojecten gaan zorgen voor een combinatie van goede, voedselarme omstandigheden en kwalitatief schoon water. Dat moet op den duur leiden tot een beter leefmilieu voor onder andere het oeverkruidverbond (een zeldzame Europees beschermde plantengemeenschap), de geoorde fuut en de kamsalamander.
Op de Brabantse Wal ligt De Groote Meer in Ossendrecht. Dit ven met bijzondere plant- en diersoorten heeft door diverse oorzaken te maken met lage waterpeilen en teruglopende waterkwaliteit. Enkele jaren geleden werd gestart met de uitvoering van een gezamenlijk en grensoverschrijdend verbeterplan. Om nóg beter te kunnen beoordelen welke maatregelen op korte en lange termijn het meest bijdragen tot natuurherstel, is een Watersysteemanalyse uitgevoerd. De belangrijkste conclusies: verbeteracties voor de natuur van De Groote Meer – dat grotendeels afhankelijk is van regenwater – kunnen beter worden gericht op de kwaliteit van het water dan op de kwantiteit. En voor de ontwikkeling van het ven is het belangrijk dat er een eind komt aan de bemesting van het nabijgelegen landbouwgebied Steertse Heide.
Om natuurverbetering en een goede waterhuishouding te realiseren, zijn er verschillende verbeterprojecten in gang gezet. Evides legt een wateraanvoerleiding aan waarmee we schoon overtollig water van het natuurgebied De Nol-Stappersven naar De Groote Meer brengen. Natuurmonumenten werkt aan het herstel van het Groote Meer en Kleine Meer door het verwijderen van begroeiing en het plaggen van de verrijkte bodem. Daardoor blijft het water langer in de vennen en verbetert de waterkwaliteit.
Deze en andere verbeterprojecten gaan zorgen voor een combinatie van goede, voedselarme omstandigheden en kwalitatief schoon water. Dat moet op den duur leiden tot een beter leefmilieu voor onder andere het oeverkruidverbond (een zeldzame Europees beschermde plantengemeenschap), de geoorde fuut en de kamsalamander.
donderdag 20 oktober 2016
Lage waterstanden op grote rivieren
Door een lange periode met weinig neerslag is de afvoer van de Rijn zeer laag voor de tijd van het jaar. Ook de afvoer van de Maas is laag voor de tijd van het jaar.
Ondanks de lage afvoeren is er voldoende water om aan de watervraag van industrie, natuur, landbouw en drinkwaterwinning te voldoen. De vraag naar water – voor natuur en landbouw – is in deze tijd van het jaar namelijk een stuk lager dan in de lente en zomer omdat het groeiseizoen voorbij is. Laagwater in de rivieren kan ervoor zorgen dat zout zeewater verder het land kan binnendringen. Door Rijkswaterstaat en de waterschappen wordt waar nodig extra doorgespoeld met zoet water om deze verzilting tegen te gaan.
Op de Rijn, Waal, IJssel, Nederrijn en Lek ondervindt de scheepvaart hinder van de lage afvoeren, doordat de diepgang van de vaarweg verminderd is. Rijkswaterstaat adviseert schippers om de ⤤scheepvaartberichtgeving goed in de gaten te houden.
Ondanks de lage afvoeren is er voldoende water om aan de watervraag van industrie, natuur, landbouw en drinkwaterwinning te voldoen. De vraag naar water – voor natuur en landbouw – is in deze tijd van het jaar namelijk een stuk lager dan in de lente en zomer omdat het groeiseizoen voorbij is. Laagwater in de rivieren kan ervoor zorgen dat zout zeewater verder het land kan binnendringen. Door Rijkswaterstaat en de waterschappen wordt waar nodig extra doorgespoeld met zoet water om deze verzilting tegen te gaan.
Op de Rijn, Waal, IJssel, Nederrijn en Lek ondervindt de scheepvaart hinder van de lage afvoeren, doordat de diepgang van de vaarweg verminderd is. Rijkswaterstaat adviseert schippers om de ⤤scheepvaartberichtgeving goed in de gaten te houden.
Nieuw logo voor Waterschap Limburg
Per 1 januari 2017 fuseren de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas tot het nieuwe Waterschap Limburg. Het waterschap staat, net als andere waterschappen, voor droge voeten, veilige dijken en schoon en voldoende water. Waterschap Limburg doet dit echter op zijn eigen manier; vóór en mét de omgeving. Bij dit nieuwe waterschap hoort natuurlijk een nieuw logo en bijbehorende huisstijl, die opvallend fris en vernieuwend is!
Waterschap Limburg kenmerkt zich door een aantal kernwaarden; samen, communicatief, doelmatig en duurzaam. Het nieuwe logo van de organisatie ondersteunt deze identiteit. Naast de hierboven genoemde taken, wil Waterschap Limburg met name bekend staan als organisatie die samen met de omgeving werkt aan droge voeten, schoon en voldoende water. Organisaties en mensen in de omgeving zijn immers hard nodig om tot een succesvolle aanpak te komen. Daarom heeft Waterschap Limburg gekozen voor de pay-off “Met de omgeving, voor de omgeving’.
De komende maanden wordt het wagenpark van beide waterschappen gefaseerd omgetoverd tot één nieuw geheel. De overige middelen, zoals het briefpapier, website en gevelbelettering worden per 1 januari vervangen. Voor een aantal middelen, zoals bijvoorbeeld de informatieborden in het gebied, wordt er voor gekozen om dit gedurende 2017 gefaseerd te vervangen zodat de kosten beperkt blijven. De komende maanden krijgt Waterschap Limburg steeds verder vorm en zullen de nieuwe uitingen zichtbaar worden.
Waterschap Limburg kenmerkt zich door een aantal kernwaarden; samen, communicatief, doelmatig en duurzaam. Het nieuwe logo van de organisatie ondersteunt deze identiteit. Naast de hierboven genoemde taken, wil Waterschap Limburg met name bekend staan als organisatie die samen met de omgeving werkt aan droge voeten, schoon en voldoende water. Organisaties en mensen in de omgeving zijn immers hard nodig om tot een succesvolle aanpak te komen. Daarom heeft Waterschap Limburg gekozen voor de pay-off “Met de omgeving, voor de omgeving’.
De komende maanden wordt het wagenpark van beide waterschappen gefaseerd omgetoverd tot één nieuw geheel. De overige middelen, zoals het briefpapier, website en gevelbelettering worden per 1 januari vervangen. Voor een aantal middelen, zoals bijvoorbeeld de informatieborden in het gebied, wordt er voor gekozen om dit gedurende 2017 gefaseerd te vervangen zodat de kosten beperkt blijven. De komende maanden krijgt Waterschap Limburg steeds verder vorm en zullen de nieuwe uitingen zichtbaar worden.
woensdag 19 oktober 2016
Schultz: 400 miljoen voor hoogwatermaatregelen langs de Maas
Minister Schultz (Infrastructuur en Milieu) heeft samen betrokken partijen 400 miljoen beschikbaar gesteld voor een pakket maatregelen om de Maasregio beter te beschermen tegen hoogwater. Het gaat concreet om acht projecten bij Thorn, Venlo, Baarlo, Arcen, Well, Oeffelt en tussen Ravenstein en Lith. De plannen hiervoor kunnen nu nader worden uitgewerkt. De werkzaamheden moeten vóór 2030 klaar zijn.
De verandering van het klimaat maakt extra bescherming van het gebied rond de Maas tegen hoogwater nodig. Bij het maken van de plannen trekken ministerie van Infrastructuur en Milieu, provincies, Maasgemeenten, Natuurmonumenten en waterschappen samen op in de stuurgroep Deltaprogramma Maas. De Maas is immers één geheel; maatregelen op de ene plaats hebben gevolgen op andere plaatsen.
Met de betrokken partijen is een gezamenlijk ontwikkeld waarmee de waterveiligheid door en combinatie van dijkverbeteringen en het creëren van meer ruimte voor de Maas. Ook de ruimtelijke ontwikkeling en natuur langs de Maas heeft baat bij het pakket.
dinsdag 18 oktober 2016
Samenwerking Zuiderwaterlinie officieel van start
Vijfentwintig partners willen samen de Zuiderwaterlinie op de kaart zetten. Tijdens het eerste grote Zuiderwaterliniecongres op Fort Isabella in Vught (onderdeel van de Linie) tekenden zij hiervoor een intentie-overeenkomst.
De Zuiderwaterlinie is de oudste, langste en meest benutte waterlinie van Nederland, die van west naar oost door heel Brabant loopt. De partners willen dit bijzondere erfgoed samen op de kaart zetten. Zo zijn er plannen voor een Lange Afstands Wandelpad, markeringen bij bezienswaardigheden en gezamenlijke promotie. Tot de ondertekenaars behoren de provincie Noord-Brabant, alle 14 gemeenten langs de linie, de Brabantse Waterschappen, de ANWB, Staatbosbeheer en Brabants Landschap.
Nederland heeft zich niet alleen eeuwenlang verdedigd tegen het water maar ook met behulp van het water. Dit blijkt wel uit de vele waterlinies die ons land kent. De Zuiderwaterlinie is een aaneenschakeling van Brabantse vestingsteden en hun ommeland; van Bergen op Zoom tot voorbij Grave. Het was de indertijd wereldberoemde vestingbouwer Menno van Coehoorn die er rond 1700 een samenhangend geheel van maakte. De Zuiderwaterlinie was niet alleen een verdedigingslinie maar markeert ook altijd een culturele grens tussen Noord en Zuid, zand en klei, protestant en rooms-katholiek: voorbij de Zuiderwaterlinie begint een andere wereld.
Gedeputeerde Henri Swinkels van de provincie Noord-Brabant is blij met de gezamenlijke ambities van alle partners die betrokken zijn. “Ons erfgoed vertelt de verhalen van Brabant. In de Zuiderwaterlinie zitten veel prachtige verhalen over ons verleden verborgen. Aaneengeschakeld vormt het het grootste erfgoedcomplex van Brabant. En alle betrokken gemeenten, waterschappen, Staatsbosbeheer, ANWB en Brabants Landschap beseffen dat we hier samen meer kunnen bereiken dan ieder voor zich. Ik ontmoet dan ook heel veel enthousiasme over deze samenwerking. Erfgoed verbindt en verbeeld, en deze overeenkomst is daar een prachtig voorbeeld van."
De Zuiderwaterlinie is de oudste, langste en meest benutte waterlinie van Nederland, die van west naar oost door heel Brabant loopt. De partners willen dit bijzondere erfgoed samen op de kaart zetten. Zo zijn er plannen voor een Lange Afstands Wandelpad, markeringen bij bezienswaardigheden en gezamenlijke promotie. Tot de ondertekenaars behoren de provincie Noord-Brabant, alle 14 gemeenten langs de linie, de Brabantse Waterschappen, de ANWB, Staatbosbeheer en Brabants Landschap.
Nederland heeft zich niet alleen eeuwenlang verdedigd tegen het water maar ook met behulp van het water. Dit blijkt wel uit de vele waterlinies die ons land kent. De Zuiderwaterlinie is een aaneenschakeling van Brabantse vestingsteden en hun ommeland; van Bergen op Zoom tot voorbij Grave. Het was de indertijd wereldberoemde vestingbouwer Menno van Coehoorn die er rond 1700 een samenhangend geheel van maakte. De Zuiderwaterlinie was niet alleen een verdedigingslinie maar markeert ook altijd een culturele grens tussen Noord en Zuid, zand en klei, protestant en rooms-katholiek: voorbij de Zuiderwaterlinie begint een andere wereld.
Gedeputeerde Henri Swinkels van de provincie Noord-Brabant is blij met de gezamenlijke ambities van alle partners die betrokken zijn. “Ons erfgoed vertelt de verhalen van Brabant. In de Zuiderwaterlinie zitten veel prachtige verhalen over ons verleden verborgen. Aaneengeschakeld vormt het het grootste erfgoedcomplex van Brabant. En alle betrokken gemeenten, waterschappen, Staatsbosbeheer, ANWB en Brabants Landschap beseffen dat we hier samen meer kunnen bereiken dan ieder voor zich. Ik ontmoet dan ook heel veel enthousiasme over deze samenwerking. Erfgoed verbindt en verbeeld, en deze overeenkomst is daar een prachtig voorbeeld van."
Provincie Zuid-Holland lead partner Europees waterveiligheidsproject FRAMES
De provincie Zuid-Holland is lead partner geworden voor het waterveiligheidsproject FRAMES (Flood Resilient Areas by multi-layEr Safety Approach). FRAMES gaat van start op 1 oktober 2016 met een looptijd van 3 jaar. Er is 8 miljoen euro beschikbaar, waarvan de helft gefinancierd wordt vanuit Interreg.
Op 29 september 2016 liet het Europese Interregfonds van het North Sea Region Programma weten dat de subsidieaanvraag gehonoreerd is. Doel van het project is om inwoners en infastructuur weerbaarder te maken tegen de gevolgen van mogelijke overstromingen en wateroverlast.
Door klimaatverandering neemt de hoeveelheid neerslag in Europa toe. Dit leidt tot hogere rivierwaterstanden in onze Delta. De kans op een dijkdoorbraak zal hierdoor toenemen. En als zo’n doorbraak zich voordoet leidt dit tot meer slachtoffers en een hogere schade.
Ook wordt de frequentie en intensiteit van hevige buien groter. Dit leidt tot meer wateroverlast en schade, met name in verstedelijkte gebieden en voor de land- en tuinbouw. Op nationaal niveau zijn er plannen hoe om te gaan met klimaatverandering en overstromingen, maar de opgave is om dit op lokaal niveau concreet te maken.
Er is een consortium gevormd met partijen uit Nederland, België, Duitsland, Engeland en Denemarken. In totaal zijn er 11 partners, waaronder regionale overheden, universiteiten en gebiedsbeheerders. De partners werken samen aan kennisontwikkeling en dragen financieel bij aan pilotprojecten. Voor de aanpak van klimaatverandering en overstromingen is co-financiering uit Europa noodzakelijk. Dit zijn namelijk gebeurtenissen die regionale en nationale grenzen overstijgen.
Op 29 september 2016 liet het Europese Interregfonds van het North Sea Region Programma weten dat de subsidieaanvraag gehonoreerd is. Doel van het project is om inwoners en infastructuur weerbaarder te maken tegen de gevolgen van mogelijke overstromingen en wateroverlast.
Door klimaatverandering neemt de hoeveelheid neerslag in Europa toe. Dit leidt tot hogere rivierwaterstanden in onze Delta. De kans op een dijkdoorbraak zal hierdoor toenemen. En als zo’n doorbraak zich voordoet leidt dit tot meer slachtoffers en een hogere schade.
Ook wordt de frequentie en intensiteit van hevige buien groter. Dit leidt tot meer wateroverlast en schade, met name in verstedelijkte gebieden en voor de land- en tuinbouw. Op nationaal niveau zijn er plannen hoe om te gaan met klimaatverandering en overstromingen, maar de opgave is om dit op lokaal niveau concreet te maken.
Er is een consortium gevormd met partijen uit Nederland, België, Duitsland, Engeland en Denemarken. In totaal zijn er 11 partners, waaronder regionale overheden, universiteiten en gebiedsbeheerders. De partners werken samen aan kennisontwikkeling en dragen financieel bij aan pilotprojecten. Voor de aanpak van klimaatverandering en overstromingen is co-financiering uit Europa noodzakelijk. Dit zijn namelijk gebeurtenissen die regionale en nationale grenzen overstijgen.
maandag 17 oktober 2016
Sneller op je bestemming door innovatieve aanpassing op bruggen
Tijdwinst voor automobilisten en de scheepvaart. Dat is het resultaat van een nieuw systeem – het brugmanagementsysteem – dat de provincie Noord-Holland vorig jaar lanceerde op al haar bruggen en sluizen. Onlangs tekenen ook de gemeenten Alkmaar, Zaanstad en het Hoogheemraadschap van Rijnland voor de aansluiting van hun bruggen op het nieuwe Brug Management Systeem van de provincie Noord-Holland.
Het Brug Management Systeem (BMS) adviseert de brugbedienaar een brug te openen aan de hand van gegevens over het weg-, water- en treinverkeer. Het systeem combineert data uit diverse bronnen, zoals van schepen en ov-bussen die zijn uitgerust met een ‘track-and-trace-systeem’ en van service providers, die data over het wegverkeer delen. Daarnaast zijn er gegevens van de verkeerscentrale van de provincie, waar wegen met camera’s worden gemonitord. Voor het eerst worden dergelijke data op deze brede schaal gecombineerd en gebruikt om de brugopeningen te optimaliseren.
Het systeem is beschikbaar voor alle organisaties die bruggen bedienen. De provincie werkt samen met andere overheden om tijdwinst te realiseren voor het wegverkeer en de scheepvaart. Nu sluit zij een overeenkomst af met de gemeente Zaanstad, Alkmaar en Rijnland, samen goed voor 24 bruggen en een sluis. Naar verwachting ondertekenen nog meer gemeenten en andere beheerders van bruggen en sluizen de samenwerkingsovereenkomst voor het eind van dit jaar. In 2017 zullen dan ongeveer 130 bruggen in Noord-Holland aangesloten zijn op het Brug Management Systeem.
Het BMS is onderdeel van het project ‘Blauwe Golf’ waarmee een betere doorstroming op de weg en het water wordt bereikt. Onderzoek laat zien dat de wachttijd voor het wegverkeer door dit project in het jaar 2014 al fors afnam. Aanpassingen aan de bedientijden van Rijksbruggen zorgden bijvoorbeeld bij de Kaagbrug (A44) voor een daling van de wachttijd voor het wegverkeer met 45%. Bij de Rijksbrug van de A9 over zijkanaal C daalde de wachttijd met gemiddeld 15%, terwijl de brug vaker open ging. Voor de scheepvaart is de doorvaart via de ‘westelijke staande mastroute’ doordeweeks verkort van 9 uur naar 4,5 uur.
Gegevens over brugopeningen zijn real-time beschikbaar voor marktpartijen. De provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat, andere provincies en de havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam verzamelen data over wegverkeer, scheepvaart, openbaar vervoer en hulpdiensten. De provincie gebruikt deze data voor het BMS. De data is ook vrij beschikbaar voor marktpartijen voor gebruik bij (de ontwikkeling van) apps of navigatiesoftware.
vrijdag 14 oktober 2016
Tauw stimuleert Deventer huishoudens zelf regenwater af te koppelen
Met het Tauw-project ‘Word regenwaterambassadeur’ hebben de gemeente Deventer, Tauw, Drents Overijsselse Delta en waterschap Vallei en Veluwe de handen ineen geslagen om wateroverlast in de stad tegen te gaan. Het doel van dit project is om zoveel mogelijk huishoudens in Deventer zover te krijgen dat zij thuis regenwater gaan afkoppelen.
Om wateroverlast tegen te gaan is het belangrijk dat regenwater niet in het riool belandt, maar op eigen terrein wordt benut. Dit zogenaamde afkoppelen kunnen burgers vrij simpel zelf verzorgen, bijvoorbeeld door de regenpijp aan te sluiten op een infiltratievoorziening, of door water op te vangen in een regenton. In de wijk ‘De Worp’ in Deventer is al veel gedaan om de buurtbewoners bekend te maken met de mogelijkheden van afkoppelen. Hier hebben al ruim zestig huishoudens actie ondernomen.
Om te zorgen dat dit initiatief zich verspreidt, is op 3 oktober een bijeenkomst georganiseerd waarbij samen met inwoners van Deventer is gezocht naar manieren om regenwater af te koppelen en her te gebruiken. Ook werd een rondje gemaakt langs de verschillende voorbeeldtuinen in de wijk ‘De Worp’.
Om huishoudens te stimuleren, stellen de gemeente en de waterschappen voor elke vierkante meter afgekoppeld dakoppervlak 8 euro subsidie beschikbaar. Ook is de rol van ‘regenwaterambassadeur’ bedacht. Deze ambassadeurs nemen maatregelen om bij hen thuis regenwater te infiltreren en daarna buren en naasten te enthousiasmeren om hun voorbeeld te volgen.
Om wateroverlast tegen te gaan is het belangrijk dat regenwater niet in het riool belandt, maar op eigen terrein wordt benut. Dit zogenaamde afkoppelen kunnen burgers vrij simpel zelf verzorgen, bijvoorbeeld door de regenpijp aan te sluiten op een infiltratievoorziening, of door water op te vangen in een regenton. In de wijk ‘De Worp’ in Deventer is al veel gedaan om de buurtbewoners bekend te maken met de mogelijkheden van afkoppelen. Hier hebben al ruim zestig huishoudens actie ondernomen.
Om te zorgen dat dit initiatief zich verspreidt, is op 3 oktober een bijeenkomst georganiseerd waarbij samen met inwoners van Deventer is gezocht naar manieren om regenwater af te koppelen en her te gebruiken. Ook werd een rondje gemaakt langs de verschillende voorbeeldtuinen in de wijk ‘De Worp’.
Om huishoudens te stimuleren, stellen de gemeente en de waterschappen voor elke vierkante meter afgekoppeld dakoppervlak 8 euro subsidie beschikbaar. Ook is de rol van ‘regenwaterambassadeur’ bedacht. Deze ambassadeurs nemen maatregelen om bij hen thuis regenwater te infiltreren en daarna buren en naasten te enthousiasmeren om hun voorbeeld te volgen.
donderdag 13 oktober 2016
Doelbedrag gehaald crowdfunding-actie voor onderzoek herkomst potvissen
Het doelbedrag is gehaald voor de crowdfunding-actie om de herkomst te bepalen van potvissen in internationale wateren. Foto's van de unieke staarten van potvissen worden wereldwijd verzameld en komen in een catalogus, waarmee de herkomst bepaald kan worden. Zo kan ook duidelijk worden waar de potvissen vandaan kwamen die begin 2016 strandden.
Begin 2016 spoelden bijna 30 potvissen aan in verschillende landen rondom de Noordzee, waarvan 6 op Texel. Men wil met dit project onderzoeken waar deze 29 potvissen precies vandaan zijn gekomen. Die informatie is nodig om te kunnen achterhalen wat de oorzaak van de strandingen zou kunnen zijn. Om te kunnen onderzoeken waar de potvissen vandaan zijn gekomen maken we gebruik van foto-identificatie. Potvissen zijn van elkaar te onderscheiden aan de hand van hun staartvinnen, die uniek zijn. Door staartvin-foto’s vanuit heel Europa te verzamelen en te vergelijken, kan men zien of de 6 potvissen van Texel ergens anders zijn gezien voor ze in de Noordzee terecht kwamen. Hiervoor moet een catalogus gemaakt worden met foto’s van allerlei verschillende Europese organisaties.
Begin 2016 spoelden bijna 30 potvissen aan in verschillende landen rondom de Noordzee, waarvan 6 op Texel. Men wil met dit project onderzoeken waar deze 29 potvissen precies vandaan zijn gekomen. Die informatie is nodig om te kunnen achterhalen wat de oorzaak van de strandingen zou kunnen zijn. Om te kunnen onderzoeken waar de potvissen vandaan zijn gekomen maken we gebruik van foto-identificatie. Potvissen zijn van elkaar te onderscheiden aan de hand van hun staartvinnen, die uniek zijn. Door staartvin-foto’s vanuit heel Europa te verzamelen en te vergelijken, kan men zien of de 6 potvissen van Texel ergens anders zijn gezien voor ze in de Noordzee terecht kwamen. Hiervoor moet een catalogus gemaakt worden met foto’s van allerlei verschillende Europese organisaties.
woensdag 12 oktober 2016
159 inzendingen in de race voor Waterinnovatieprijs
Dit jaar maken maar liefst 159 inzendingen kans op de Waterinnovatieprijs, een initiatief van de Unie van Waterschappen en de NWB Bank. De prijs wordt uitgereikt voor het meest vernieuwende idee of baanbrekende initiatief dat toepasbaar is binnen de taken en verantwoordelijkheden van de waterschappen.
Huisartspraktijken die andere medicijnen voorschrijven om de waterkwaliteit te bevorderen. Tuinmeubelen die overtollig regenwater tijdelijk opvangen en nieuwe, duurzame en goedkopere bekleding voor dijken. Dit is een kleine greep uit de 159 binnengekomen inzendingen voor de Waterinnovatieprijs 2016.
De projecten zijn ingezonden in de categorieën 'Waterveiligheid', 'Schoon water', 'Voldoende water' en 'Waterbewustzijn'. De diversiteit is groot. Zo zijn er oplossingen op het gebied van wateroverlast, initiatieven ter verbetering van de waterkwaliteit en nieuwe technieken voor kustverdediging ingediend. De inzendingen zijn afkomstig van zowel overheden als van particulieren en bedrijfsleven.
Onder leiding van de nieuwe juryvoorzitter Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, buigt een deskundige jury zich momenteel over de inzendingen. Begin november worden de genomineerden bekend gemaakt en kan er op Waterinnovatieprijs.nl gestemd worden voor de Publieksprijs.
De prijzen in de verschillende categorieën worden op feestelijke wijze uitgereikt op 17 november in de Rijtuigenloods te Amersfoort. De winnaars ontvangen een glazen kunstwerk van Gert Bullée en krijgen daarnaast een intensief versnellingstraject met een looptijd van 9 maanden.
Het gaat hierbij om een traject op maat waarbij een innovatiemakelaar de winnaar op weg helpt bij de realisatie of marktintroductie van de innovatie. Dit traject wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, STOWA, de Topsector Water en het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water.
Huisartspraktijken die andere medicijnen voorschrijven om de waterkwaliteit te bevorderen. Tuinmeubelen die overtollig regenwater tijdelijk opvangen en nieuwe, duurzame en goedkopere bekleding voor dijken. Dit is een kleine greep uit de 159 binnengekomen inzendingen voor de Waterinnovatieprijs 2016.
De projecten zijn ingezonden in de categorieën 'Waterveiligheid', 'Schoon water', 'Voldoende water' en 'Waterbewustzijn'. De diversiteit is groot. Zo zijn er oplossingen op het gebied van wateroverlast, initiatieven ter verbetering van de waterkwaliteit en nieuwe technieken voor kustverdediging ingediend. De inzendingen zijn afkomstig van zowel overheden als van particulieren en bedrijfsleven.
Onder leiding van de nieuwe juryvoorzitter Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, buigt een deskundige jury zich momenteel over de inzendingen. Begin november worden de genomineerden bekend gemaakt en kan er op Waterinnovatieprijs.nl gestemd worden voor de Publieksprijs.
De prijzen in de verschillende categorieën worden op feestelijke wijze uitgereikt op 17 november in de Rijtuigenloods te Amersfoort. De winnaars ontvangen een glazen kunstwerk van Gert Bullée en krijgen daarnaast een intensief versnellingstraject met een looptijd van 9 maanden.
Het gaat hierbij om een traject op maat waarbij een innovatiemakelaar de winnaar op weg helpt bij de realisatie of marktintroductie van de innovatie. Dit traject wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, STOWA, de Topsector Water en het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water.
dinsdag 11 oktober 2016
'Kennis van samenhang in watersysteem nodig om Nederland als uniek waterland te positioneren'
Om onze voeten in Nederland droog te houden, wordt water via sloten uit de polder via gemalen weggepompt en weggevoerd met behulp van kanalen en rivieren. Al deze ingrepen in het landschap maken deel uit van het Polder-boezemsysteem. Promovendus en universitair hoofddocent landschapsarchitectuur Inge Bobbink pleit voor meer zichtbaarheid en samenhang van deze waterelementen. De cultureel historische waarde en landschapsarchitectonische kwaliteit van het Polder-boezemsysteem gaat anders verloren, en daarmee de laagland-identiteit. Inge Bobbink promoveert dinsdag 11 oktober op dit onderwerp bij de TU Delft.
Inge Bobbink heeft een uitgebreide analyse gemaakt van het watersysteem in de Randstad en het noordelijke deel van de provincie Noord-Holland om een bijdrage te leveren aan de kennis over de landschapsarchitectonische kwaliteit van het Polder-boezemsysteem. Volgens Bobbink worden er teveel losse aanpassingen gedaan in het Nederlandse landschap: “De overheid, waaronder de waterschappen, kijkt nog teveel met de civiel technische blik naar waterbeheer: de praktische ingrepen die nodig zijn in het landschap om het water af te voeren. Er is aandacht voor het ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers en het ontwerp van de gemalen, maar aandacht om al deze elementen als onderdeel van het Polder-boezemsysteem te zien en te benadrukken, ontbreekt. Dit is belangrijk, omdat juist het Polder-boezemsysteem het vermogen heeft om de versnippering van het (stedelijk)landschap tegen te gaan een de ruimtelijke samenhang te versterken.”
Het waterbeheer moet veel meer in balans zijn met landschap architectonische keuzes: de manier waarop je waterelementen, zoals bijvoorbeeld een sloot, een vaart en de waterwerken, integreert in het landschap. Bobbink: “Technisch gezien kunnen we veel op het gebied van waterbeheer, maar het moet duidelijk zijn wat de functie van de ingreep is en hoe deze onderdeel is van het watersysteem en het landschap. Anders gaat er kennis verloren over keuzes die er gemaakt zijn. Bijvoorbeeld de keuze waarom delen van een boezem van het systeem worden afgekoppeld. De watergang die in de dijk ligt, doet niet meer mee in het systeem maar is nog wel als markant element in het landschap aanwezig. Ik zou deze dijk met daarin een watergang dan zo willen vormgeven dat het verhaal, ooit een boezem nu een relict, zichtbaar wordt.”
Bij een onderzoek naar het watersysteem in Nederland is klimaatverandering onvermijdelijk ook een factor. Als gevolg van klimaatverandering is er een toename in zware regenbuien. Bobbink: “In het stedelijke gebied kunnen de riolen de hoeveelheid water die tijdens een heftige regenbui naar beneden komt niet meer aan. Om het teveel aan water te kunnen opvangen worden nu bijvoorbeeld grachten - zichtbaar water - teruggebracht in Delft en Utrecht. Deze zijn onderdeel van het Polder-boezemsysteem en staan in verbinding met het water buiten de stad. In heel Nederland moeten zowel binnen als buiten de stad keuzes gemaakt worden om plekken te vinden waar het water tijdelijk kan worden opgeslagen. Het ontwerp van de uitbreiding van het systeem zou de onderliggende landschappelijke laag toegankelijk, zichtbaar en ervaarbaar kunnen maken.”
Met kennis over de ontstaansgeschiedenis en samenhang van het Polder-boezemsysteem kan Nederland zich beter positioneren als ‘Nederland waterland’. Ingrepen en nieuw ontwerp in het landschap kunnen hier aan bijdragen. Bobbink: “Om bewoners van Nederland bewust te maken van het feit dat zij veelal onder zeeniveau leven, zullen we altijd werken moeten aan de wateropgave. Vroeger werden zichtbare landmarks, zoals molens, ingezet om het water weg te pompen. Nu zijn het slechts vierkante gebouwen met onbekende functie. Door bijvoorbeeld een modern gemaal landschappelijk op een interessante wijze naast een molengang in te passen, kun je mensen bewust maken van de vernieuwing. Ook een uitkijkplatform op het dak van een gemaal kunnen wandelaar bewust maken van het water dat van laag naar hoog gepompt wordt. In de stad kun je mensen bewust maken van het water dat naar de rivier of de zee geleid moet worden, door bijvoorbeeld een waterbrug aan te leggen.”
Inge Bobbink heeft een uitgebreide analyse gemaakt van het watersysteem in de Randstad en het noordelijke deel van de provincie Noord-Holland om een bijdrage te leveren aan de kennis over de landschapsarchitectonische kwaliteit van het Polder-boezemsysteem. Volgens Bobbink worden er teveel losse aanpassingen gedaan in het Nederlandse landschap: “De overheid, waaronder de waterschappen, kijkt nog teveel met de civiel technische blik naar waterbeheer: de praktische ingrepen die nodig zijn in het landschap om het water af te voeren. Er is aandacht voor het ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers en het ontwerp van de gemalen, maar aandacht om al deze elementen als onderdeel van het Polder-boezemsysteem te zien en te benadrukken, ontbreekt. Dit is belangrijk, omdat juist het Polder-boezemsysteem het vermogen heeft om de versnippering van het (stedelijk)landschap tegen te gaan een de ruimtelijke samenhang te versterken.”
Het waterbeheer moet veel meer in balans zijn met landschap architectonische keuzes: de manier waarop je waterelementen, zoals bijvoorbeeld een sloot, een vaart en de waterwerken, integreert in het landschap. Bobbink: “Technisch gezien kunnen we veel op het gebied van waterbeheer, maar het moet duidelijk zijn wat de functie van de ingreep is en hoe deze onderdeel is van het watersysteem en het landschap. Anders gaat er kennis verloren over keuzes die er gemaakt zijn. Bijvoorbeeld de keuze waarom delen van een boezem van het systeem worden afgekoppeld. De watergang die in de dijk ligt, doet niet meer mee in het systeem maar is nog wel als markant element in het landschap aanwezig. Ik zou deze dijk met daarin een watergang dan zo willen vormgeven dat het verhaal, ooit een boezem nu een relict, zichtbaar wordt.”
Bij een onderzoek naar het watersysteem in Nederland is klimaatverandering onvermijdelijk ook een factor. Als gevolg van klimaatverandering is er een toename in zware regenbuien. Bobbink: “In het stedelijke gebied kunnen de riolen de hoeveelheid water die tijdens een heftige regenbui naar beneden komt niet meer aan. Om het teveel aan water te kunnen opvangen worden nu bijvoorbeeld grachten - zichtbaar water - teruggebracht in Delft en Utrecht. Deze zijn onderdeel van het Polder-boezemsysteem en staan in verbinding met het water buiten de stad. In heel Nederland moeten zowel binnen als buiten de stad keuzes gemaakt worden om plekken te vinden waar het water tijdelijk kan worden opgeslagen. Het ontwerp van de uitbreiding van het systeem zou de onderliggende landschappelijke laag toegankelijk, zichtbaar en ervaarbaar kunnen maken.”
Met kennis over de ontstaansgeschiedenis en samenhang van het Polder-boezemsysteem kan Nederland zich beter positioneren als ‘Nederland waterland’. Ingrepen en nieuw ontwerp in het landschap kunnen hier aan bijdragen. Bobbink: “Om bewoners van Nederland bewust te maken van het feit dat zij veelal onder zeeniveau leven, zullen we altijd werken moeten aan de wateropgave. Vroeger werden zichtbare landmarks, zoals molens, ingezet om het water weg te pompen. Nu zijn het slechts vierkante gebouwen met onbekende functie. Door bijvoorbeeld een modern gemaal landschappelijk op een interessante wijze naast een molengang in te passen, kun je mensen bewust maken van de vernieuwing. Ook een uitkijkplatform op het dak van een gemaal kunnen wandelaar bewust maken van het water dat van laag naar hoog gepompt wordt. In de stad kun je mensen bewust maken van het water dat naar de rivier of de zee geleid moet worden, door bijvoorbeeld een waterbrug aan te leggen.”
maandag 10 oktober 2016
Den Helder sluit als eerste zeehaven aan op elektronisch havensysteem
NV Port of Den Helder is als eerste zeehaven in Nederland aangesloten op het elektronische havensysteem Maritime Single Window (MSW). Het systeem van Rijkswaterstaat voorziet in een aanzienlijke vermindering van de administratieve lasten voor overheid en bedrijfsleven.
De implementatie van het elektronisch havensysteem draagt bij aan de serviceverlening die bij Port of Den Helder al jarenlang hoog in het vaandel staat. De invoering betekent minder administratieve rompslomp voor de binnenkomende schepen.
Voor de provincie is het van belang dat Port of Den Helder zich niet alleen fysiek maar ook facilitair zó verder blijft ontwikkelen. De haven is, samen met de luchthaven en de Koninklijke Marine van groot belang voor de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid in de regio. Het steeds blijven verbeteren van het havenproduct draagt bij aan het behoud van die positie. De provincie is er trots op dat Port of Den Helder de eerste Nederlandse haven is die over dit systeem beschikt.
MSW is een elektronisch platform waarbij zeeschepen, die zeehavens binnenkomen en uitgaan, zich per bericht maar 1 keer hoeven te melden. Veel van deze berichten worden nu nog meerdere keren aan verschillende overheden als Rijkswaterstaat, Douane, Koninklijke Marechaussee, Zeehaven politie en de havenautoriteiten gemeld. Via het digitaal loket MSW worden de ontvangen maritieme berichten afgeleverd bij de verantwoordelijke overheidsdiensten en eventuele retourberichten van de diensten naar de marktpartijen (agentschappen, rederijen en havens) teruggestuurd.
De eerste uitwisseling van berichten vond bij Peterson Den Helder plaats, intensief ondersteund door medewerkers van Port of Den Helder. Ook 2 andere bedrijven, Den Helder Support Service en Seamar Services BV, gingen met succes over naar MSW. Na ruim 4 jaar van intensieve samenwerking is hiermee de eerste stap naar een volledig werkende MSW-keten gezet. Het systeem geldt binnenkort voor alle EU-grensoverschrijdende schepen. De volgende aansluiting is voorzien op 28 september waarbij Zeeland Seaports en de Rijkshavenmeester Westerschelde op MSW worden aangesloten.
De implementatie van het elektronisch havensysteem draagt bij aan de serviceverlening die bij Port of Den Helder al jarenlang hoog in het vaandel staat. De invoering betekent minder administratieve rompslomp voor de binnenkomende schepen.
Voor de provincie is het van belang dat Port of Den Helder zich niet alleen fysiek maar ook facilitair zó verder blijft ontwikkelen. De haven is, samen met de luchthaven en de Koninklijke Marine van groot belang voor de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid in de regio. Het steeds blijven verbeteren van het havenproduct draagt bij aan het behoud van die positie. De provincie is er trots op dat Port of Den Helder de eerste Nederlandse haven is die over dit systeem beschikt.
MSW is een elektronisch platform waarbij zeeschepen, die zeehavens binnenkomen en uitgaan, zich per bericht maar 1 keer hoeven te melden. Veel van deze berichten worden nu nog meerdere keren aan verschillende overheden als Rijkswaterstaat, Douane, Koninklijke Marechaussee, Zeehaven politie en de havenautoriteiten gemeld. Via het digitaal loket MSW worden de ontvangen maritieme berichten afgeleverd bij de verantwoordelijke overheidsdiensten en eventuele retourberichten van de diensten naar de marktpartijen (agentschappen, rederijen en havens) teruggestuurd.
De eerste uitwisseling van berichten vond bij Peterson Den Helder plaats, intensief ondersteund door medewerkers van Port of Den Helder. Ook 2 andere bedrijven, Den Helder Support Service en Seamar Services BV, gingen met succes over naar MSW. Na ruim 4 jaar van intensieve samenwerking is hiermee de eerste stap naar een volledig werkende MSW-keten gezet. Het systeem geldt binnenkort voor alle EU-grensoverschrijdende schepen. De volgende aansluiting is voorzien op 28 september waarbij Zeeland Seaports en de Rijkshavenmeester Westerschelde op MSW worden aangesloten.
vrijdag 7 oktober 2016
30 miljoen euro Vlaams geld voor sleeptank en golfbassin op Wetenschapspark GreenBridge
De Vlaamse regering maakt 30 miljoen euro vrij voor de bouw van een sleeptank en golfbassin op het Wetenschapspark GreenBridge.
Op haar Wetenschapspark GreenBridge zet de UGent volop in op Blue Growth: het duurzaam exploiteren van oceanen en zeeën. Onderzoeksdomeinen die hieronder vallen zijn blue energy (offshore wind-, golf- en getijdenenergie), aquacultuur, mariene biotechnologie, zeebodem mijnbouw en kustverdediging. Met een focus op deze specifieke sectoren verdiept en verbreedt GreenBridge haar oorspronkelijke kennispool.
De Vlaamse regering besliste onlangs om
30 miljoen euro vrij te maken voor GreenBridge. Zo kunnen binnenkort op het wetenschapspark de graafwerken voor twee waterbassins starten die o.m. moeten toelaten schaalmodellen van kustwaterbouwkundige en offshore constructies (zoals havendammen, golf- en getij-energieconvertoren of offshore windturbines) te onderwerpen aan de inwerking van golven, getijstroming en wind. Tegen 2020 moeten de werken klaar zijn.
Op haar Wetenschapspark GreenBridge zet de UGent volop in op Blue Growth: het duurzaam exploiteren van oceanen en zeeën. Onderzoeksdomeinen die hieronder vallen zijn blue energy (offshore wind-, golf- en getijdenenergie), aquacultuur, mariene biotechnologie, zeebodem mijnbouw en kustverdediging. Met een focus op deze specifieke sectoren verdiept en verbreedt GreenBridge haar oorspronkelijke kennispool.
De Vlaamse regering besliste onlangs om
30 miljoen euro vrij te maken voor GreenBridge. Zo kunnen binnenkort op het wetenschapspark de graafwerken voor twee waterbassins starten die o.m. moeten toelaten schaalmodellen van kustwaterbouwkundige en offshore constructies (zoals havendammen, golf- en getij-energieconvertoren of offshore windturbines) te onderwerpen aan de inwerking van golven, getijstroming en wind. Tegen 2020 moeten de werken klaar zijn.
donderdag 6 oktober 2016
Dura Vermeer en Ploegam gecontracteerd voor gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum
Provincie Limburg en bouwcombinatie Mooder Maas, bestaande uit de bouwbedrijven Dura Vermeer en Ploegam, hebben het contract voor de uitvoering van Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum officieel ondertekend. De bouwcombinatie kwam als winnaar uit de bus bij de tender van het omvangrijke Noord-Limburgse waterveiligheidsproject. Het contract heeft een waarde van ruim 115 miljoen euro.
De komende jaren worden er in het gebied tussen de dorpen Ooijen en Wanssum tal van maatregelen genomen om de waterveiligheid te verbeteren: de Oude Maasarm wordt gereactiveerd, er worden dijken verlegd en er komen twee hoogwatergeulen. In Wanssum wordt bovendien de haven uitgebreid en een rondweg aangelegd. Door een integrale benadering is het gebied straks niet alleen beter beschermd tegen hoog water, maar ontstaat ook ruimte voor recreatie en andere economische ontwikkelingen. Met het heropenen van de Oude Maasarm en andere herstellende ingrepen in de rivierbedding ontstaat bovendien een uniek, waterrijk natuurlandschap.
Combinatie Mooder Maas heeft een aantal slimme oplossingen bedacht voor de gebiedsontwikkeling. Om ruimteverlies voor landbouw en natuur te beperken, worden dijken ingepakt in hoge grond.
Landbouwafwatering wordt gescheiden van het natuurlijke watersysteem voor een optimale natuurontwikkeling. Bruggen worden niet prefab, maar ter plekke gebouwd om een zo rank mogelijke oplossing voor alle bruggen in het gebied te waarborgen. Daarbij zet Mooder Maas in op streekparticipatie bij ontwerp en uitvoering en worden bestaande wegen en fietsverbindingen gemeden door het werkverkeer. Bovendien wordt het werk reeds in 2020 afgerond, twee jaren eerder dan gepland.
De komende jaren worden er in het gebied tussen de dorpen Ooijen en Wanssum tal van maatregelen genomen om de waterveiligheid te verbeteren: de Oude Maasarm wordt gereactiveerd, er worden dijken verlegd en er komen twee hoogwatergeulen. In Wanssum wordt bovendien de haven uitgebreid en een rondweg aangelegd. Door een integrale benadering is het gebied straks niet alleen beter beschermd tegen hoog water, maar ontstaat ook ruimte voor recreatie en andere economische ontwikkelingen. Met het heropenen van de Oude Maasarm en andere herstellende ingrepen in de rivierbedding ontstaat bovendien een uniek, waterrijk natuurlandschap.
Combinatie Mooder Maas heeft een aantal slimme oplossingen bedacht voor de gebiedsontwikkeling. Om ruimteverlies voor landbouw en natuur te beperken, worden dijken ingepakt in hoge grond.
Landbouwafwatering wordt gescheiden van het natuurlijke watersysteem voor een optimale natuurontwikkeling. Bruggen worden niet prefab, maar ter plekke gebouwd om een zo rank mogelijke oplossing voor alle bruggen in het gebied te waarborgen. Daarbij zet Mooder Maas in op streekparticipatie bij ontwerp en uitvoering en worden bestaande wegen en fietsverbindingen gemeden door het werkverkeer. Bovendien wordt het werk reeds in 2020 afgerond, twee jaren eerder dan gepland.
woensdag 5 oktober 2016
Afvalwater Schoonoord nu gezuiverd in Sleen
De rioolzuiveringsinstallatie in Schoonoord is opgeheven. De inwoners merken er niets van, maar hun afvalwater gaat nu via het nieuwe gemaal en een nieuwe persleiding naar de zuiveringsinstallatie in Sleen. Roel van der Veen, lid van het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen, heeft inmiddels ‘de knop omgezet’ en het gemaal in werking gesteld. Het project is onderdeel van de verbetering van de rioolwaterzuivering in Sleen.
De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Schoonoord stamt uit 1974 en was verouderd. Om ook in de toekomst blijvend te kunnen voldoen aan lozingseisen en milieu- en ARBO-richtlijnen is onderzocht welke aanpassingen nodig zijn. “Sluiting van de RWZI in Schoonoord en aanleg van een elf kilometer lange persleiding naar Sleen kwam daarbij als beste alternatief naar voren. Op die manier zijn we verzekerd van een goede waterkwaliteit en de veiligheid van de medewerkers”, verklaart Van der Veen.
RWZI Sleen gerenoveerd – zaterdag 15 oktober Open Dag
Om ook het afvalwater vanuit Schoonoord te kunnen verwerken, is de capaciteit van de RWZI in Sleen vergroot. Daarnaast is de installatie gerenoveerd en zijn er energiezuinige machines geplaatst. De rioolwaterzuiveringsinstallatie in Sleen verwerkt het afvalwater van de kern Sleen en vele kernen in de omgeving, waaronder Nieuwlande, Oosterhesselen, Zweeloo en Odoorn en nu dus ook Schoonoord. Zaterdag 15 oktober opent RWZI Sleen haar deuren voor het publiek. Belangstellenden zijn tussen 12.00 en 15.00 uur van harte welkom om een kijkje te komen nemen.
De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Schoonoord stamt uit 1974 en was verouderd. Om ook in de toekomst blijvend te kunnen voldoen aan lozingseisen en milieu- en ARBO-richtlijnen is onderzocht welke aanpassingen nodig zijn. “Sluiting van de RWZI in Schoonoord en aanleg van een elf kilometer lange persleiding naar Sleen kwam daarbij als beste alternatief naar voren. Op die manier zijn we verzekerd van een goede waterkwaliteit en de veiligheid van de medewerkers”, verklaart Van der Veen.
RWZI Sleen gerenoveerd – zaterdag 15 oktober Open Dag
Om ook het afvalwater vanuit Schoonoord te kunnen verwerken, is de capaciteit van de RWZI in Sleen vergroot. Daarnaast is de installatie gerenoveerd en zijn er energiezuinige machines geplaatst. De rioolwaterzuiveringsinstallatie in Sleen verwerkt het afvalwater van de kern Sleen en vele kernen in de omgeving, waaronder Nieuwlande, Oosterhesselen, Zweeloo en Odoorn en nu dus ook Schoonoord. Zaterdag 15 oktober opent RWZI Sleen haar deuren voor het publiek. Belangstellenden zijn tussen 12.00 en 15.00 uur van harte welkom om een kijkje te komen nemen.
dinsdag 4 oktober 2016
Klimaatverandering versterkt nachtelijke stormen boven Victoriameer
Het Victoriameer in Oost-Afrika zal door de klimaatverandering een hotspot voor zware stormen worden. Dat blijkt uit een internationale studie die op 23 september is gepubliceerd in Nature Communications. Stef Lhermitte van de TU Delft werkte mee aan de analyse van de verschillen in stormen overdag (voornamelijk boven land) en ’s nachts (vooral boven het meer).
Het Victoriameer ligt tussen Oeganda, Kenia en Tanzania en is met zijn oppervlakte van bijna 70.000 vierkante kilometer het grootste meer van Afrika. Daarnaast staat het bekend als een gevaarlijke plek voor de 200.000 mensen die er ’s nachts vissen. Het Internationale Rode Kruis schat dat er jaarlijks 3.000 tot 5.000 vissers om het leven komen in de zware stormen die het meer teisteren.
‘Dat het Victoriameer ’s nachts zo stormachtig kan zijn, heeft te maken met de circulatie in de atmosfeer boven het enorme wateroppervlak en de temperatuurverschillen tussen land en water’, verklaart Stef Lhermitte, ten tijde van dit onderzoek nog in dienst van de KU Leuven, die meegewerkt heeft aan de analyse van die temperatuurverschillen. Overdag ontstaat er een bries die van het koele water naar het warme land stroomt. ’s Nachts is er een omgekeerde beweging: de landbries verplaatst zich van het afkoelende land in de richting van het warmere meer. Omdat het meer cirkelvormig is, komen die landbriezen uit alle richtingen samen boven het meer. Voeg daarbij de verdamping en je krijgt veel stormen, regen, wind en golven.
De wetenschappers konden dit patroon staven in samenwerking met de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Dankzij nieuwe NASA-satellietobservaties konden ze het aantal zware onweersbuien en de locatie ervan boven Oost-Afrika in kaart brengen en dat om de 15 minuten voor de periode tussen 2005 en 2013. Overdag zijn de meeste stormen boven het omgevende land, vooral de typische warmteonweders in de namiddag. ’s Nachts concentreren die stormen zich boven het Victoriameer.
Om na te gaan hoe de klimaatverandering dat proces zal beïnvloeden, voerde het team onder leiding van Wim Thiery (KU Leuven en ETH Zürich) ook klimaatsimulaties uit met een geavanceerd computermodel. Thiery: “Als we uitgaan van een ‘business as usual’-scenario, waarbij de uitstoot van broeikasgassen verder blijft stijgen, zal de extreme neerslag boven het Victoriameer dubbel zo sterk toenemen als die boven het omgevende land. Het meer zal daardoor een hotspot voor nachtelijke stormen worden. Superstormen die nu slechts eenmaal om de 15 jaar voorkomen, zullen dat tegen het einde van de eeuw bijna jaarlijks doen.”
In verder onderzoek willen de wetenschappers bestaande waarschuwingssystemen voor de lokale vissers verder verfijnen. Dankzij de resultaten wordt het mogelijk om extreme stormen boven het meer beter te voorspellen en de kwetsbaarheid van de lokale vissers te verminderen. Een prototype van een nieuw waarschuwingssysteem is reeds ontwikkeld.
maandag 3 oktober 2016
Innovatief opzetstuk voor je kraan bespaart 98 procent water
De kranen die wij in huis gebruiken zijn over het algemeen echte waterverslinders: iedere keer dat je de kraan aanzet om bijvoorbeeld je handen te wassen, spoel je veel meer water weg dan nodig is. De op Kickstarter gelanceerde Altered:Nozzle lijkt een goede oplossing te zijn om hier iets aan te doen.
vrijdag 30 september 2016
Hoe zuiveren we het afvalwater?
Tijdens het Weekend van de Wetenschap geven we op zondag 2 oktober wordt een in de keuken gegund van rioolwaterzuivering Horstermeer.
Schoon water is van levensbelang. Voor inwoners, maar ook voor planten en dieren. Het schoonhouden van onze rivieren, meren, sloten en plassen is één van de verantwoordelijkheden van het waterschap. Dit gebeurt onder meer door het afvalwater te verwerken en te zuiveren. Want na de zuivering komt het water gewoon weer terug in de natuur.
Wist u dat we per persoon gemiddeld 150 liter water per dag gebruiken? Om te drinken, maar ook om te douchen, te wassen en het toilet mee door te spoelen? Stel u voor dat dit vieze water zomaar rivieren, meren, sloten en plassen in zou stromen. Die zouden dan sterk vervuilen. Ook onze gezondheid komt dan in gevaar. Daarom moet het afvalwater eerst goed worden schoongemaakt.
Schoon water is van levensbelang. Voor inwoners, maar ook voor planten en dieren. Het schoonhouden van onze rivieren, meren, sloten en plassen is één van de verantwoordelijkheden van het waterschap. Dit gebeurt onder meer door het afvalwater te verwerken en te zuiveren. Want na de zuivering komt het water gewoon weer terug in de natuur.
Wist u dat we per persoon gemiddeld 150 liter water per dag gebruiken? Om te drinken, maar ook om te douchen, te wassen en het toilet mee door te spoelen? Stel u voor dat dit vieze water zomaar rivieren, meren, sloten en plassen in zou stromen. Die zouden dan sterk vervuilen. Ook onze gezondheid komt dan in gevaar. Daarom moet het afvalwater eerst goed worden schoongemaakt.
donderdag 29 september 2016
Rode Beek meandert weer bovengronds
De Rode Beek stroomt weer bovengronds. Door het zogenaamde ontkluizen, open leggen van deze beek en het herinrichten van het beekdal is een groene corridor ontstaan. Deze verbindt de natuurgebieden Teverenerheide, Brunssummerheide, Schutterspark en de Schinveldse bossen. Een nieuwe impuls voor natuur en recreatie in Brunssum-Oost. De Provincie Limburg, Waterschap Roer en Overmaas en de gemeente Brunssum hebben bij dit project de handen ineengeslagen. Het openleggen van de beek en de inrichting van de groene verbindingszone, waarmee medio 2014 is gestart, vergde een totale investering van bijna 13 miljoen euro. Op woensdag 21 september is het project opgeleverd en werd de beek symbolisch ‘geopend’ om weer vrijelijk te stromen.
Het waterschap had de wens om de Rode Beek van bron tot monding te herstellen tot een natuurlijke beek. De gemeente Brunssum wilde bufferbassins aanleggen, riolering vervangen en wilde daarnaast de waterkwaliteit borgen. De provincie wilde graag een groene verbindingszone maken zodat er één groot heide-natuurpark zou ontstaan. Met de voltooiing van het project Rode Beek konden alle wensen worden gerealiseerd.
Haico Offermans, wethouder Brunssum: “De ontkluizing van de Rode Beek levert een essentiële bijdrage aan de gebiedsontwikkeling Oostflank Brunssum. Dankzij dit project is er een prachtige verbinding ontstaan tussen Brunssummerheide, Teverenerheide, Schutterspark en Schinveldse Bossen. Door de hoogteverschillen die nu in dit gebied zijn ontstaan, is een brug geplaatst op 14 meter hoogte. Dit is uniek in Nederland!”
“Een geweldig resultaat”, zegt gedeputeerde Eric Geurts, verantwoordelijk voor onder meer Toerisme en Recreatie en de Buitenring Parkstad Limburg (BPL). “Deze nieuwe gebiedsontwikkeling zorgt voor mooie fiets- en wandelroutes. Dat is meteen een goede toeristische trekpleister voor Parkstad.”
De regio ontving eerder een internationale prijs voor beste toeristische bestemming wereldwijd. Het verhaal van transformatie ‘Uit zwart, nu groen, naar goud’ staat daarbij centraal. “Goede bereikbaarheid van dit prachtige recreatieve gebied is cruciaal. Daar gaat de komst van de Buitenring Parkstad Limburg voor zorgen, want er is veel te zien en te beleven in deze regio.”
Het waterschap had de wens om de Rode Beek van bron tot monding te herstellen tot een natuurlijke beek. De gemeente Brunssum wilde bufferbassins aanleggen, riolering vervangen en wilde daarnaast de waterkwaliteit borgen. De provincie wilde graag een groene verbindingszone maken zodat er één groot heide-natuurpark zou ontstaan. Met de voltooiing van het project Rode Beek konden alle wensen worden gerealiseerd.
Haico Offermans, wethouder Brunssum: “De ontkluizing van de Rode Beek levert een essentiële bijdrage aan de gebiedsontwikkeling Oostflank Brunssum. Dankzij dit project is er een prachtige verbinding ontstaan tussen Brunssummerheide, Teverenerheide, Schutterspark en Schinveldse Bossen. Door de hoogteverschillen die nu in dit gebied zijn ontstaan, is een brug geplaatst op 14 meter hoogte. Dit is uniek in Nederland!”
“Een geweldig resultaat”, zegt gedeputeerde Eric Geurts, verantwoordelijk voor onder meer Toerisme en Recreatie en de Buitenring Parkstad Limburg (BPL). “Deze nieuwe gebiedsontwikkeling zorgt voor mooie fiets- en wandelroutes. Dat is meteen een goede toeristische trekpleister voor Parkstad.”
De regio ontving eerder een internationale prijs voor beste toeristische bestemming wereldwijd. Het verhaal van transformatie ‘Uit zwart, nu groen, naar goud’ staat daarbij centraal. “Goede bereikbaarheid van dit prachtige recreatieve gebied is cruciaal. Daar gaat de komst van de Buitenring Parkstad Limburg voor zorgen, want er is veel te zien en te beleven in deze regio.”
woensdag 28 september 2016
Staatssecretaris Van Dam: Vier miljoen euro extra voor de Marker Wadden
Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken trekt 4 miljoen euro extra uit voor uitbreiding van de Marker Wadden. Dit maakte hij zaterdag 24 september bekend tijdens zijn bezoek aan het eerste eiland van de toekomstige archipel. Door het extra geld kunnen nog meer eilanden worden aangelegd. Deze nieuwe eilandengroep wordt een pleisterplaats voor allerlei vogels en geeft beschutting aan onder andere vissen en schelpdieren. In totaal heeft het ministerie 19 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van deze eilanden in het Markermeer.
Met driemaster Abel Tasman en in zijn kielzog ruim 100 andere grote en kleine schepen voer Van Dam naar het eerste eiland. Van Dam: ‘Fantastisch om te zien hoe zo’n eiland ontstaat. Duizenden vogels gebruiken dit eiland nu al om uit te rusten. Er is belangstelling vanuit het binnen- en buitenland voor dit project. De nieuwste technieken worden gebruikt om deze eilanden te realiseren waardoor het een uithangbord is voor het bedrijfsleven. Ik roep het bedrijfsleven op om mijn voorbeeld te volgen en ook in dit project te investeren.’
Naast extra natuur voor mens en dier wordt de kwaliteit van het water verbeterd. Het slib dat nu voor troebel water zorgt, wordt gebruikt om de eilanden op te spuiten. Daardoor wordt het water weer helder en kunnen onder andere de vogels makkelijker voedsel vinden. De eilandengroep wordt uiteindelijk ongeveer 800 hectare groot zijn – grofweg 1200 voetbalvelden – en moet in 2020 klaar zijn.
Het project Marker Wadden wordt gerealiseerd door een samenwerking tussen publieke en private partijen, in het bijzonder Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat. De provincie Flevoland, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, het Ministerie van Economische Zaken en de Nationale Postcode Loterij (vanuit het Droomfonds) hebben geld beschikbaar gesteld voor de realisatie van de nieuwe eilandengroep.
dinsdag 27 september 2016
Waterschap zoekt leden dijkinspiratieteam Leursche Haven en Laaksche Vaart
Nu bekend is dat in de Leursche Haven en Laaksche Vaart keermiddelen met gemalen komen, wordt een dijkinspiratieteam opgericht om mee te denken en het bestuur te adviseren over keuzes die in de toekomst gemaakt gaan worden. In het team zitten grondeigenaren, belangenorganisaties zoals ZLTO, hengelsportvereniging, watersportvereniging, gemeenten, provincie Noord-Brabant en het waterschap. Er zijn nog twee plaatsen over en hiervoor doet het waterschap een oproep aan mensen die wonen en/of werken aan, langs of tussen de Leursche Haven en Laaksche Vaart.
In het nieuwe dijkinspiratieteam zullen onderwerpen aan de orde komen die betrekking hebben op de keuze van de aannemer, het verder uitwerken van de oplossing en de uitvoering van het werk. Het dijkinspiratieteam blijft tot en met de uitvoering (eind 2019) van het project actief. Daarbij heeft het dijkinspiratieteam de taak om het algemeen bestuur en de marktpartij te adviseren over de standpunten van de direct betrokkenen in het gebied waar het allemaal plaatsvindt. Het vraagt dus wel de nodig tijd en inzet. In oktober (week 41) is de eerste bijeenkomst gepland.
In het nieuwe dijkinspiratieteam zullen onderwerpen aan de orde komen die betrekking hebben op de keuze van de aannemer, het verder uitwerken van de oplossing en de uitvoering van het werk. Het dijkinspiratieteam blijft tot en met de uitvoering (eind 2019) van het project actief. Daarbij heeft het dijkinspiratieteam de taak om het algemeen bestuur en de marktpartij te adviseren over de standpunten van de direct betrokkenen in het gebied waar het allemaal plaatsvindt. Het vraagt dus wel de nodig tijd en inzet. In oktober (week 41) is de eerste bijeenkomst gepland.
maandag 26 september 2016
Vervanging bedieningshuisje keerdeuren Roer in Roermond
Tot 15 oktober vervangt Waterschap Roer en Overmaas het bedieningshuisje gelegen langs de Looskade in Roermond. In het huisje hangt de bedieningsinstallatie waarmee de keerdeuren in de Roer worden bediend. De keerdeuren beschermen de binnenstad tegen hoogwater vanuit de Maas.
De werkzaamheden bestaan uit het demonteren van de elektrische installatie, het verwijderen van het huidige bedieningshuisje, het opzetten van een nieuw bedieningshuisje en het terugplaatsen van de elektrische installatie. Overlast voor de omgeving wordt zoveel mogelijk beperkt.
De werkzaamheden bestaan uit het demonteren van de elektrische installatie, het verwijderen van het huidige bedieningshuisje, het opzetten van een nieuw bedieningshuisje en het terugplaatsen van de elektrische installatie. Overlast voor de omgeving wordt zoveel mogelijk beperkt.
vrijdag 23 september 2016
Vies is het niet. Rioolwater en techniek
Tijdens de open dag op 25 september op de rioolwaterzuivering in Dinther zal naast het zuiveringsproces óók de techniek en het werk in het gebied een rol spelen. Veel mensen hebben wel eens gehoord hoe het afvalwater gezuiverd wordt en wat er bij komt kijken. Minder bekend is de techniek die hier achter schuilt. Hier gaan we tijdens de rondleiding dieper op in. Van 11.00-16.00 uur staat de poort open aan de Hazelbergsestraat 5 in Heeswijk-Dinther!
Tijdens rondleidingen op onze rioolwaterzuiveringen krijgen basisschoolleerlingen informatie over hoe afvalwater schoongemaakt wordt. Ze horen ook dat het water schoon genoeg is om terug te geven aan de natuur. In de meeste gevallen komt het water, via een wateruitlaat, in het oppervlaktewater en stroomt uiteindelijk richting Maas. Een belangrijke bijdrage voor het waterpeil in de watergangen. Erg belangrijk voor planten en dieren die in de watergangen leven.
Dat er veel techniek schuil gaat achter het zuiveringsproces is wel duidelijk. Hierover wordt u ook geïnformeerd. Hoe ziet een vijzel er uit, een zuiger of beluchter? Dit willen wij u die dag graag laten zien. Interessant voor belangstellenden, maar ook voor leerkrachten en zeker scholieren die hun weg naar de toekomst gaan kiezen. Ook belichten we graag de problematiek van de vochtige doekjes. Met weinig moeite is die op te lossen. Ze horen gewoon niet in het riool!! Voorbeelden zijn er te zien.
Er gebeurt veel meer bij een waterschap. Er is de zorg voor de dijk, zodat wij droge voeten houden. Het waterpeil wordt nauwkeurig in de gaten gehouden en geregeld. Daarom is onderhoud en beheer van gemalen en stuwen van groot belang. Ook moeten de sloten goed gemaaid worden voor een goede doorstroming van het water. Ook handhaving en controles zijn belangrijk. Maak kennis met het werk van het waterschap!
Tijdens rondleidingen op onze rioolwaterzuiveringen krijgen basisschoolleerlingen informatie over hoe afvalwater schoongemaakt wordt. Ze horen ook dat het water schoon genoeg is om terug te geven aan de natuur. In de meeste gevallen komt het water, via een wateruitlaat, in het oppervlaktewater en stroomt uiteindelijk richting Maas. Een belangrijke bijdrage voor het waterpeil in de watergangen. Erg belangrijk voor planten en dieren die in de watergangen leven.
Dat er veel techniek schuil gaat achter het zuiveringsproces is wel duidelijk. Hierover wordt u ook geïnformeerd. Hoe ziet een vijzel er uit, een zuiger of beluchter? Dit willen wij u die dag graag laten zien. Interessant voor belangstellenden, maar ook voor leerkrachten en zeker scholieren die hun weg naar de toekomst gaan kiezen. Ook belichten we graag de problematiek van de vochtige doekjes. Met weinig moeite is die op te lossen. Ze horen gewoon niet in het riool!! Voorbeelden zijn er te zien.
Er gebeurt veel meer bij een waterschap. Er is de zorg voor de dijk, zodat wij droge voeten houden. Het waterpeil wordt nauwkeurig in de gaten gehouden en geregeld. Daarom is onderhoud en beheer van gemalen en stuwen van groot belang. Ook moeten de sloten goed gemaaid worden voor een goede doorstroming van het water. Ook handhaving en controles zijn belangrijk. Maak kennis met het werk van het waterschap!
donderdag 22 september 2016
Drinkwatersector publiceert lobby-punten nieuwe politieke jaar
'Neem vooraan in de geneesmiddelenketen maatregelen zodat medicijnresten niet in drinkwaterbronnen terecht komen.', 'Sluit in de Structuurvisie Ondergrond mijnbouw uit in waterwingebieden.' en 'Neem bescherming van het nationale belang drinkwatervoorziening op in bestuursmaatregelen.' Deze en vele andere standpunten staan beschreven in de Vewin lobby-agenda 2016-2017, die vandaag verschijnt. Vewin, de vereniging van waterbedrijven in Nederland, behartigt al vele jaren de belangen van de Nederlandse drinkwaterbedrijven in Den Haag en Brussel. De lobby-agenda verschijnt jaarlijks bij de start van het nieuwe politieke jaar. Hij laat zien waar de drinkwatersector voor staat en wat de belangrijkste standpunten zijn op tal van onderwerpen die een relatie hebben met de drinkwatervoorziening waaronder mijnbouw, gewasbeschermingsmiddelen, bodemverontreiniging, belastingen en cyber security. De Haagse standpunten zijn ingedeeld naar ministerie en de Brusselse standpunten zijn te vinden onder het kopje Europese Unie.
De Nederlandse drinkwaterbedrijven zijn in publieke handen en voeren een wettelijke taak uit. Zij leveren 24 uur per dag schoon, gezond en lekker kraanwater, dat wereldwijd bekend staat om zijn topkwaliteit.
Inschrijving Waterinnovatieprijs verlengd tot 28 september
De uiterste inschrijfdatum voor de Waterinnovatieprijs is verplaatst van 21 september naar 28 september 2016.
Nieuwe technieken, nieuwe manieren van denken of werken op het gebied van de kerntaken van de waterschappen maken kans op de Waterinnovatieprijs in de vaste categorieën Waterveiligheid, Schoon water en Voldoende water.
Er is dit jaar ook een nieuwe categorie: Waterbewustzijn. Hoe zorgen we ervoor dat Nederlanders zich meer bewust worden van het feit dat waterveiligheid, schoon en voldoende water in onze delta niet vanzelfsprekend zijn?
Inschrijven kan via Waterinnovatieprijs.nl. Op de site vindt u de inzendcriteria en worden alle inzendingen gepubliceerd. Projecten die al eerder hebben meegedaan aan de Waterinnovatieprijs kunnen opnieuw deelnemen als er een duidelijke ontwikkeling in het project zichtbaar is. Een vakjury beoordeelt de innovaties.
De prijzen in de verschillende categorieën worden op feestelijke wijze uitgereikt op 17 november in de Rijtuigenloods te Amersfoort. De winnaars ontvangen een glazen kunstwerk van Gert Bullée en krijgen daarnaast een intensief versnellingstraject met een looptijd van negen maanden.
Nieuwe technieken, nieuwe manieren van denken of werken op het gebied van de kerntaken van de waterschappen maken kans op de Waterinnovatieprijs in de vaste categorieën Waterveiligheid, Schoon water en Voldoende water.
Er is dit jaar ook een nieuwe categorie: Waterbewustzijn. Hoe zorgen we ervoor dat Nederlanders zich meer bewust worden van het feit dat waterveiligheid, schoon en voldoende water in onze delta niet vanzelfsprekend zijn?
Inschrijven kan via Waterinnovatieprijs.nl. Op de site vindt u de inzendcriteria en worden alle inzendingen gepubliceerd. Projecten die al eerder hebben meegedaan aan de Waterinnovatieprijs kunnen opnieuw deelnemen als er een duidelijke ontwikkeling in het project zichtbaar is. Een vakjury beoordeelt de innovaties.
De prijzen in de verschillende categorieën worden op feestelijke wijze uitgereikt op 17 november in de Rijtuigenloods te Amersfoort. De winnaars ontvangen een glazen kunstwerk van Gert Bullée en krijgen daarnaast een intensief versnellingstraject met een looptijd van negen maanden.
woensdag 21 september 2016
Walter van der Meer benoemd tot deeltijdhoogleraar membraantechnologie
Prof. dr. ir. Walter van der Meer (57) is per 1 september 2016 benoemd tot deeltijdhoogleraar bij de Universiteit Twente. De algemeen directeur van drinkwaterbedrijf Oasen, bekleedt bij de UT de nieuw ingestelde leerstoel ‘Membrane Technology and Engineering for Water Purification’.
Het deeltijdhoogleraarschap bij de Universiteit Twente betekent dat Walter van der Meer één dag per week werkzaam is als hoogleraar en verder als algemeen directeur van drinkwaterbedrijf Oasen. De nieuwe leerstoel houdt ook in dat Van der Meer zijn werkzaamheden als deeltijdhoogleraar voor de Technische Universiteit Delft beëindigt.
De nieuwe leerstoel maakt deel uit van de onderzoeksgroep Membrane Science and Technology. De onderzoeksgroep is toonaangevend in Nederland op het gebied van fundamenteel en praktijkgericht onderzoek naar de ontwikkeling en procestechnologische toepassingen van membranen in bijvoorbeeld de watersector.
dinsdag 20 september 2016
'Wateroverlast grootste zorg'
Volgens het op Prinsjesdag gepresenteerde Deltaprogramma is er een gezamenlijke aanpak voor wateroverlast nodig. De Unie van Waterschappen wil hierin een belangrijke rol spelen samen met de bestuurlijke partners. Hans Oosters, voorzitter: "Wateroverlast is onze grootste zorg voor de komende jaren. Met vrijblijvende maatregelen komen we er niet. Een gezamenlijke aanpak met gemeenten, bedrijven en particulieren is hard nodig. Ook het Rijk moet daaraan ruimhartig bijdragen."
De frequentie en intensiteit van regenbuien neemt sneller toe dan verwacht. De hoosbuien die op basis van de meest recente KNMI-scenario's pas in 2050 werden voorspeld, vallen nu al. Er is de afgelopen 10 jaar door de waterschappen al 1,5 miljard euro geïnvesteerd in maatregelen tegen wateroverlast, maar er zal nu een extra inzet van alle partijen nodig zijn.
Hans Oosters: "Het klimaat verandert en dit vraagt om meer dan vrijblijvende maatregelingen. De gezamenlijke overheden zullen fors extra moeten investeren om wateroverlast in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. Waterschappen zetten zich in voor maatregelen binnen het eigen watersysteem. En willen een helpende hand bieden aan gemeenten, particulieren en bedrijven om hen te helpen met oplossingen die wateroverlast op het land en op straat helpen verminderen. Van de Rijksoverheid en de provincies wordt gevraagd water een meer sturende rol in de ruimtelijke ordening te geven. Het volledig voorkomen van wateroverlast is overigens onmogelijk, maar we kunnen wel schade zo veel mogelijk beperken door slimmer te bouwen en te ontwerpen."
Het is daarbij belangrijk om klimaatproof (waterrobuust) te bouwen. Hans Oosters: "In de nieuwe Omgevingswet moet de watertoets goed mee worden genomen. Het instrument moet minder vrijblijvend worden. Om in Nederland te kunnen blijven wonen en leven moeten we bij het bouwen meer rekening houden met het waterbeheer en klimaatverandering. Bij gebouwen moet de vitale infrastructuur niet in de kelder staan. We moeten op zoek naar slimme maatregelen die ook andere doelen dienen. Een verlaagd aangelegd park in de stad kan naast een fijn park om in te recreëren, een prima waterberging zijn. Natuurontwikkeling in het landelijk gebied kan indien goed aangelegd, meer berging voor water en verbetering van de waterkwaliteit betekenen."
Er zijn ook nog andere 'beetjes die helpen'. Boeren kunnen bijvoorbeeld scheidingssloten terug aanbrengen, die tijdelijk overtollig water vasthouden. En burgers kunnen meehelpen door hun tuinen niet helemaal dicht te tegelen, zodat regenwater de grond in kan. Zie ook: www.onswater.nl.
De frequentie en intensiteit van regenbuien neemt sneller toe dan verwacht. De hoosbuien die op basis van de meest recente KNMI-scenario's pas in 2050 werden voorspeld, vallen nu al. Er is de afgelopen 10 jaar door de waterschappen al 1,5 miljard euro geïnvesteerd in maatregelen tegen wateroverlast, maar er zal nu een extra inzet van alle partijen nodig zijn.
Hans Oosters: "Het klimaat verandert en dit vraagt om meer dan vrijblijvende maatregelingen. De gezamenlijke overheden zullen fors extra moeten investeren om wateroverlast in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. Waterschappen zetten zich in voor maatregelen binnen het eigen watersysteem. En willen een helpende hand bieden aan gemeenten, particulieren en bedrijven om hen te helpen met oplossingen die wateroverlast op het land en op straat helpen verminderen. Van de Rijksoverheid en de provincies wordt gevraagd water een meer sturende rol in de ruimtelijke ordening te geven. Het volledig voorkomen van wateroverlast is overigens onmogelijk, maar we kunnen wel schade zo veel mogelijk beperken door slimmer te bouwen en te ontwerpen."
Het is daarbij belangrijk om klimaatproof (waterrobuust) te bouwen. Hans Oosters: "In de nieuwe Omgevingswet moet de watertoets goed mee worden genomen. Het instrument moet minder vrijblijvend worden. Om in Nederland te kunnen blijven wonen en leven moeten we bij het bouwen meer rekening houden met het waterbeheer en klimaatverandering. Bij gebouwen moet de vitale infrastructuur niet in de kelder staan. We moeten op zoek naar slimme maatregelen die ook andere doelen dienen. Een verlaagd aangelegd park in de stad kan naast een fijn park om in te recreëren, een prima waterberging zijn. Natuurontwikkeling in het landelijk gebied kan indien goed aangelegd, meer berging voor water en verbetering van de waterkwaliteit betekenen."
Er zijn ook nog andere 'beetjes die helpen'. Boeren kunnen bijvoorbeeld scheidingssloten terug aanbrengen, die tijdelijk overtollig water vasthouden. En burgers kunnen meehelpen door hun tuinen niet helemaal dicht te tegelen, zodat regenwater de grond in kan. Zie ook: www.onswater.nl.
Historische Worthingtonpomp krijgt plek in gerenoveerd gemaal Ankersmit
Gemaal Ankersmit in Deventer is bouwkundig gerenoveerd en werd tijdens de open monumentendag (zaterdag 10 september) officieel heropend. Naast het moderniseren van de gevels kreeg ook de historische Worthington-pomp uit de nabijgelegen Prins Bernardsluis een prominente plek bij het gemaal. Tauw heeft middels een donatie bijgedragen aan de restauratie, die is uitgevoerd door de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer.
De bijna acht ton zware Amerikaanse Worthington centrifugaalpomp, aangedreven door een General Motors dieselmotor, speelde begin jaren vijftig van de vorige eeuw een essentiële rol in de waterbouwkundige geschiedenis van Deventer. Dit type pomp was onderdeel van de door de Verenigde Staten in 1947 opgezette Marshallhulp om het door oorlog getroffen Europa er weer bovenop te helpen en werd op grote schaal in Nederland ingezet om de door oorlogsonderhandelingen opgetreden watersnoden en andere afwateringsproblemen de baas te worden.
Na de wederopbouwwerkzaamheden kregen diverse pompen een nieuwe bestemming. Zo ook de nu gerestaureerde Worthingtonpomp die in 1951 in de kelder van de nieuwe Prins Bernardsluis werd geplaatst. De sluis werd de belangrijkste schakel in het nieuwe watermanagement in Deventer met een centrale rol voor de Worthingtonpomp. Deze zorgde voor het terugpompen van weggesluisde water en het op peil houden van de waterstand in haven en het Overijsselse kanaal. In 1957 werd er een tweede pomp bijgeplaatst. Na de opening van gemaal Ankersmit in 1968 werd de rol van de pompen aanzienlijk minder en na een grondige verbouwing in 1993 nagenoeg overbodig. Daarom werden de pompen in 2011 gedemonteerd.
Onder voorwaarde dat een plan tot behoud zou worden ontwikkeld, schonk het waterschap Drents Overijsselse Delta de pomp in 2011 aan de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer, met een substantiële financiële bijdrage. De vrijwilligers van de stichting brachten samen met een groep sponsoren de pomp en de dieselmotor weer in oude staat terug.
Tauw heeft in het verleden een belangrijke rol gespeeld bij het ontwerp en de realisatie van het gemaal en bij de renovatie in 1993 waarbij de pompaandrijving elektrisch is geworden. Ook toen was er oog voor het historische erfgoed: de oude dieselmotoren werden behouden.
De bijna acht ton zware Amerikaanse Worthington centrifugaalpomp, aangedreven door een General Motors dieselmotor, speelde begin jaren vijftig van de vorige eeuw een essentiële rol in de waterbouwkundige geschiedenis van Deventer. Dit type pomp was onderdeel van de door de Verenigde Staten in 1947 opgezette Marshallhulp om het door oorlog getroffen Europa er weer bovenop te helpen en werd op grote schaal in Nederland ingezet om de door oorlogsonderhandelingen opgetreden watersnoden en andere afwateringsproblemen de baas te worden.
Na de wederopbouwwerkzaamheden kregen diverse pompen een nieuwe bestemming. Zo ook de nu gerestaureerde Worthingtonpomp die in 1951 in de kelder van de nieuwe Prins Bernardsluis werd geplaatst. De sluis werd de belangrijkste schakel in het nieuwe watermanagement in Deventer met een centrale rol voor de Worthingtonpomp. Deze zorgde voor het terugpompen van weggesluisde water en het op peil houden van de waterstand in haven en het Overijsselse kanaal. In 1957 werd er een tweede pomp bijgeplaatst. Na de opening van gemaal Ankersmit in 1968 werd de rol van de pompen aanzienlijk minder en na een grondige verbouwing in 1993 nagenoeg overbodig. Daarom werden de pompen in 2011 gedemonteerd.
Onder voorwaarde dat een plan tot behoud zou worden ontwikkeld, schonk het waterschap Drents Overijsselse Delta de pomp in 2011 aan de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer, met een substantiële financiële bijdrage. De vrijwilligers van de stichting brachten samen met een groep sponsoren de pomp en de dieselmotor weer in oude staat terug.
Tauw heeft in het verleden een belangrijke rol gespeeld bij het ontwerp en de realisatie van het gemaal en bij de renovatie in 1993 waarbij de pompaandrijving elektrisch is geworden. Ook toen was er oog voor het historische erfgoed: de oude dieselmotoren werden behouden.
maandag 19 september 2016
Ziekte van Weil na zwemmen in open water
Onlangs zijn er enkele meldingen bij GGD regio Utrecht binnengekomen van zwemmers met een bewezen leptospirose infectie. Leptospirose (ziekte van Weil) is een infectieziekte, die wordt veroorzaakt door bacteriën. De bacterie kan via de urine van besmette dieren zoals ratten en muizen in aarde, riool en oppervlaktewater (zoals sloten en plassen) terecht komen.
Omdat de zwemmers in open water binnen én buiten de regio hebben gezwommen, waaronder de Kromme Rijn, is het niet duidelijk waar zij de infectie hebben opgelopen.
Bij een melding doet de GGD brononderzoek. Zo nodig onderhoudt de GGD contact met verantwoordelijke instanties voor waterbeheer over aanvullende maatregelen. Zwemmen in open water brengt altijd een risico op infecties met zich mee.
Omdat de zwemmers in open water binnen én buiten de regio hebben gezwommen, waaronder de Kromme Rijn, is het niet duidelijk waar zij de infectie hebben opgelopen.
Bij een melding doet de GGD brononderzoek. Zo nodig onderhoudt de GGD contact met verantwoordelijke instanties voor waterbeheer over aanvullende maatregelen. Zwemmen in open water brengt altijd een risico op infecties met zich mee.
zaterdag 17 september 2016
Bouw je eigen ‘drinkwaterzuivering’ bij Museum of Water
Op zaterdag 17 september en zondag 18 september kunnen kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 12 jaar hun eigen ‘drinkwaterzuivering’ bouwen (nou ja, bijna dan). Deelnemen is gratis en kan tussen 13:00 en 16:00 uur. Aanmelden is niet nodig. De workshop vindt plaats in het Museum of Water in het Gemaal op Zuid, Pretorialaan 141 Rotterdam.
Museum of Water is een initiatief van de Engelse beeldend kunstenares Amy Sharrocks. In Londen heeft zij een tentoonstelling gemaakt van flesjes water die mensen hebben ingeleverd met hun verhaal waarom water voor hen bijzonder is. De meest uiteenlopende watersoorten komen aan bod: zeewater, water uit de Ganges, wijwater, afvalwater, het eerste badwater van een baby. Uiteraard ontbreekt een flesje Evideswater niet. Ook al is kraanwater in Nederland vanzelfsprekend, het is wereldwijd iets bijzonders. Veel mensen in de wereld hebben dit niet.
In de periode van 9 tot en met 25 september is in het Gemaal op Zuid de Rotterdamse variant te bekijken van vrijdag tot en met zondag tussen 11:00 en 17:00 uur. De tentoonstelling is gratis te bezoeken en er zijn diverse wateractiviteiten.
Museum of Water is een initiatief van de Engelse beeldend kunstenares Amy Sharrocks. In Londen heeft zij een tentoonstelling gemaakt van flesjes water die mensen hebben ingeleverd met hun verhaal waarom water voor hen bijzonder is. De meest uiteenlopende watersoorten komen aan bod: zeewater, water uit de Ganges, wijwater, afvalwater, het eerste badwater van een baby. Uiteraard ontbreekt een flesje Evideswater niet. Ook al is kraanwater in Nederland vanzelfsprekend, het is wereldwijd iets bijzonders. Veel mensen in de wereld hebben dit niet.
In de periode van 9 tot en met 25 september is in het Gemaal op Zuid de Rotterdamse variant te bekijken van vrijdag tot en met zondag tussen 11:00 en 17:00 uur. De tentoonstelling is gratis te bezoeken en er zijn diverse wateractiviteiten.
vrijdag 16 september 2016
Raamovereenkomst Witteveen+Bos en Arcadis voor aanpak dijken
Waterschap Peel en Maasvallei (WPM) gaat de dijken uit het hoogwaterbeschermingsprogramma in de Noordelijke Maasvallei versneld realiseren. Ontwerp- en consultancybedrijven Arcadis en Witteveen+Bos hebben het deze zomer aanbestede ingenieurswerk daartoe gezamenlijk gegund gekregen.
Het gaat om een raamovereenkomst voor veertien dijkringen in Noord- en Midden-Limburg. De ambitie is om de dijken in 2020 gereed te hebben, in plaats van in 2024 zoals oorspronkelijk gepland was. Met het raamcontract is voor de adviesdiensten tussen de 7 tot 12 miljoen euro gemoeid, in een looptijd van vijf jaar. Arcadis en Witteveen+Bos hebben de opdracht gezamenlijk gekregen voor hun voorstel voor samenwerking en partnerschap met het Waterschap en een plan van aanpak voor de eerste deelopdracht: de verkenning van kansrijke oplossingsrichtingen voor de verschillende dijktracés. Opdrachtgever WPM en Arcadis/Witteveen+Bos gaan een relatie aan die verder gaat dan die van opdrachtgever-opdrachtnemer; gezien de tijdsdruk en projectomvang zijn ware partnerschap en samenwerking essentieel. De opgebouwde staat van dienst van Arcadis en Witteveen+Bos op het gebied van hoogwaterbescherming vormt hierbij een stevige basis. De overeenkomst heeft betrekking op diensten en producten voor de verkenningsfase, de planfase en de voorbereiding van de realisatie van het hoogwaterbeschermingsplan voor de dijkringen.
De aanbesteding van de engineering van de dijkringen is voor WPM een belangrijke mijlpaal in de aanpak van de dijkversterkingen die het waterschap op het programma heeft staan. WPM-voorzitter Ger Driessen: ‘De dijken uit het hoogwaterbeschermingsprogramma worden door WPM versneld gerealiseerd. Wij hebben deze zomer hard doorgewerkt met als resultaat nu al een gunning van alle ingenieurswerk van alle veertien dijken.’
Het gaat om een raamovereenkomst voor veertien dijkringen in Noord- en Midden-Limburg. De ambitie is om de dijken in 2020 gereed te hebben, in plaats van in 2024 zoals oorspronkelijk gepland was. Met het raamcontract is voor de adviesdiensten tussen de 7 tot 12 miljoen euro gemoeid, in een looptijd van vijf jaar. Arcadis en Witteveen+Bos hebben de opdracht gezamenlijk gekregen voor hun voorstel voor samenwerking en partnerschap met het Waterschap en een plan van aanpak voor de eerste deelopdracht: de verkenning van kansrijke oplossingsrichtingen voor de verschillende dijktracés. Opdrachtgever WPM en Arcadis/Witteveen+Bos gaan een relatie aan die verder gaat dan die van opdrachtgever-opdrachtnemer; gezien de tijdsdruk en projectomvang zijn ware partnerschap en samenwerking essentieel. De opgebouwde staat van dienst van Arcadis en Witteveen+Bos op het gebied van hoogwaterbescherming vormt hierbij een stevige basis. De overeenkomst heeft betrekking op diensten en producten voor de verkenningsfase, de planfase en de voorbereiding van de realisatie van het hoogwaterbeschermingsplan voor de dijkringen.
De aanbesteding van de engineering van de dijkringen is voor WPM een belangrijke mijlpaal in de aanpak van de dijkversterkingen die het waterschap op het programma heeft staan. WPM-voorzitter Ger Driessen: ‘De dijken uit het hoogwaterbeschermingsprogramma worden door WPM versneld gerealiseerd. Wij hebben deze zomer hard doorgewerkt met als resultaat nu al een gunning van alle ingenieurswerk van alle veertien dijken.’
donderdag 15 september 2016
Start bouw grootste zeesluis ter wereld in IJmuiden
Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft samen met de provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam, Havenbedrijf Amsterdam NV en de burgemeester van gemeente Velsen, het officiële startsein voor de bouw van de nieuwe zeesluis in IJmuiden gegeven.
De nieuwe sluis in IJmuiden die 500 m lang, 70 m breed en 18 m diep gaat worden, wordt hiermee de grootste zeesluis van de wereld.
Minister Schultz: 'Deze megaklus is een prachtig voorbeeld van inventief bouwen. Er wordt gebouwd op een heel klein gebied tussen de andere sluizen in. En dat terwijl de winkel open moet blijven. De nieuwe sluis zorgt voor een betere bereikbaarheid en zet de deuren open voor de haven van Amsterdam om haar positie in Europa te behouden of zelfs te versterken tot 3e haven in Europa.'
Na bijna 100 jaar is de Noordersluis in IJmuiden aan vervanging toe. Een nieuwe grotere zeesluis moet ruimte bieden aan steeds groter wordende zeeschepen en hiermee de bereikbaarheid van de haven van Amsterdam verbeteren en de economie in de regio stimuleren. Vanwege de omvang een uitdagend werk, want tijdens de bouw moeten zowel de wegverbinding over het sluizencomplex als het sluizencomplex zelf zoveel mogelijk ongehinderd bereikbaar blijven. De nieuwe sluis is naar verwachting in 2019 beschikbaar voor de scheepvaart.
De bouw van de zeesluis is inventief, zoals bijvoorbeeld de bouw van de deurkassen. De deurkas is een grote betonconstructie waar de sluisdeuren in rollen als ze opengaan. De deurkassen, die 80 bij 55 m en 80 bij 26 m zijn, worden op maaiveld gebouwd en vervolgens afgezonken. Het voordeel van deze methode is dat er niet eerst een diepe bouwkuip gemaakt hoeft te worden die veel omgevingshinder en risico’s voor de bestaande sluizen en waterkering kan opleveren.
Tijdens de bouw zoekt aannemersconsortium OpenIJ bij de werkgeversservicepunten Groot-Amsterdam, IJmond Werkt! en Zuid-Kennemerland mensen uit de regio die langer dan drie maanden geen werk hebben en biedt hen een tijdelijk werktraject aan. Er zijn al diverse arbeidsplaatsen gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook start dit schooljaar een lesprogramma voor scholen in de regio om op die manier jongeren te enthousiasmeren voor een carrière in de techniek.
Om de bouwwerkzaamheden van dichtbij te bekijken, is er een uitkijkpunt gebouwd ten noorden van de Noordersluis. Het uitkijkpunt is 12 m lang, 3 m breed en 6 m hoog. Maximaal 50 mensen kunnen op het plateau staan om van dichtbij de bouwwerkzaamheden gade te slaan.
De nieuwe sluis in IJmuiden die 500 m lang, 70 m breed en 18 m diep gaat worden, wordt hiermee de grootste zeesluis van de wereld.
Minister Schultz: 'Deze megaklus is een prachtig voorbeeld van inventief bouwen. Er wordt gebouwd op een heel klein gebied tussen de andere sluizen in. En dat terwijl de winkel open moet blijven. De nieuwe sluis zorgt voor een betere bereikbaarheid en zet de deuren open voor de haven van Amsterdam om haar positie in Europa te behouden of zelfs te versterken tot 3e haven in Europa.'
Na bijna 100 jaar is de Noordersluis in IJmuiden aan vervanging toe. Een nieuwe grotere zeesluis moet ruimte bieden aan steeds groter wordende zeeschepen en hiermee de bereikbaarheid van de haven van Amsterdam verbeteren en de economie in de regio stimuleren. Vanwege de omvang een uitdagend werk, want tijdens de bouw moeten zowel de wegverbinding over het sluizencomplex als het sluizencomplex zelf zoveel mogelijk ongehinderd bereikbaar blijven. De nieuwe sluis is naar verwachting in 2019 beschikbaar voor de scheepvaart.
De bouw van de zeesluis is inventief, zoals bijvoorbeeld de bouw van de deurkassen. De deurkas is een grote betonconstructie waar de sluisdeuren in rollen als ze opengaan. De deurkassen, die 80 bij 55 m en 80 bij 26 m zijn, worden op maaiveld gebouwd en vervolgens afgezonken. Het voordeel van deze methode is dat er niet eerst een diepe bouwkuip gemaakt hoeft te worden die veel omgevingshinder en risico’s voor de bestaande sluizen en waterkering kan opleveren.
Tijdens de bouw zoekt aannemersconsortium OpenIJ bij de werkgeversservicepunten Groot-Amsterdam, IJmond Werkt! en Zuid-Kennemerland mensen uit de regio die langer dan drie maanden geen werk hebben en biedt hen een tijdelijk werktraject aan. Er zijn al diverse arbeidsplaatsen gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook start dit schooljaar een lesprogramma voor scholen in de regio om op die manier jongeren te enthousiasmeren voor een carrière in de techniek.
Om de bouwwerkzaamheden van dichtbij te bekijken, is er een uitkijkpunt gebouwd ten noorden van de Noordersluis. Het uitkijkpunt is 12 m lang, 3 m breed en 6 m hoog. Maximaal 50 mensen kunnen op het plateau staan om van dichtbij de bouwwerkzaamheden gade te slaan.





































