woensdag 30 november 2016

Rijkswaterstaat geeft combinatie Lock to Twente opdracht voor bouw tweede sluis bij Eefde

Rijkswaterstaat gunt de bouw van een tweede sluis bij Eefde definitief aan aannemerscombinatie Lock to Twente (L2T), een samenwerking tussen TBI-ondernemingen Mobilis en Croonwolter&dros. L2T wordt verantwoordelijk voor de voorfinanciering, het ontwerp, de bouw en 27 jaar onderhoud van de nieuwe sluis.

L2T begint eind 2017 met voorbereidende werkzaamheden. Naar verwachting start de daadwerkelijke bouw van de tweede kolk in 2018. Medio 2020 varen de eerste schepen door de nieuwe sluis.

Een tweede sluiskolk bij Eefde verkort de wachttijden voor schepen en maakt deze belangrijke toegang tot Twente minder kwetsbaar bij onderhoud en calamiteiten. De nieuwe kolk is geschikt voor klasse Va-schepen, het grootste type schip dat na de verruiming van de Twentekanalen wordt toegestaan.

Het komende half jaar werkt L2T het ontwerp en het uitvoeringsplan verder uit. Rijkswaterstaat en L2T informeren omwonenden en andere betrokkenen in de zomer van 2017 over de planning en hinder van de werkzaamheden.

dinsdag 29 november 2016

Stroomlijn Nederrijn/Lek bijna afgerond

De bovengrondse werkzaamheden voor Stroomlijn Nederrijn/Lek zijn bijna afgerond. De begroeiing in de uiterwaarden langs de rivieren belemmerde bij hoogwater de doorstroming. Na 1,5 jaar voorbereiden startten we in de zomer van 2016 met de uitvoering. Eind 2016 is de voltooiing een feit.

Door smeltwater en doordat het meer regent, krijgen Nederlandse rivieren vaker te maken met hoogwater. De begroeiing en ophopend vuil in struiken, in de uiterwaarden van de Nederrijn en Lek belemmerden de doorstroming van water, waardoor het waterpeil nog hoger werd en het risico op overstromingen toenam.

Daarom verwijderde aannemer BTL, in opdracht van Rijkswaterstaat, samen met eigenaren, beheerders en andere belanghebbenden van de uiterwaarden deze begroeiing. Dit gebeurde op plekken waar de rivier bij hoogwater het snelst stroomt. Zo kan het vele rivierwater ook via de uiterwaarden ongehinderd naar zee stromen.



Project Stroomlijn is een uniek project. Dit komt door het grote projectgebied, waarvan de deelgebieden met elkaar verbonden worden door de rivier. Voordat de uitvoerende werkzaamheden begonnen werden circa 600 gesprekken met belanghebbenden gevoerd, 16 inloopavonden en diverse excursies gehouden. Omdat er ook veel planten en dieren voorkomen, verrichtten we grootschalig ecologisch onderzoek. Hierbij keken we naar de aan- of afwezigheid van plan- en diersoorten en of voorgenomen activiteiten in meer of mindere mate een effect hadden op de leefomgeving van de plant- en diersoorten in het gebied. Hun leefomgeving beperkt zich vaak niet tot de deelgebieden van Stroomlijn, daarom vond het onderzoek ook buiten de projectgebieden plaats.

maandag 28 november 2016

Waterschap Vechtstromen baggert vijvers Hengelo Noord en Hasseler Es

Vanaf eind november laat waterschap Vechtstromen drie vijvers in Hengelo uitbaggeren. Het betreft de vijver aan de Hasselerbaan nabij het winkelcentrum, de vijver aan de Klaas de Rookstraat en de Koksvijver aan de Havezatenlaan. De werkzaamheden worden uitgevoerd door Aannemersbedrijf Gerwers uit Tilligte en duren tot het einde van dit jaar.

Met het baggeren wordt de watergang weer op diepte gebracht en de bodem schoongemaakt. Hierdoor remt de algengroei, verbetert de waterkwaliteit en stroomt het water beter door. Het waterschap doet dit eens per 10 jaar. Of eerder als dat op bepaalde plekken nodig is.

In totaal wordt er 2500 m3 bagger verwijderd. De bagger wordt met vrachtwagens vervoerd naar een depot. Tijdens de werkzaamheden kan er overlast zijn van materieel op straat, het voetpad of in het park. Er wordt zo veel mogelijk geprobeerd de overlast te beperken.

vrijdag 25 november 2016

Ontginning van gas en olie bedreigt Afrikaanse meren

Het Tanganyikameer, dat een oppervlakte heeft die zelfs lichtjes groter is dan van België, bevat een vijfde van de globale zoetwaterreserves en heeft een onschatbare biodiversiteit, o.a. honderden soorten vissen die nergens anders ter wereld voorkomen. 

Het vermoeden van omvangrijke gas-en oliereserves onder de bodem van het meer laat de omringende arme landen zoals de DR Congo, Burundi, Tanzania en Zambia dromen van broodnodige inkomsten. Ontginning van gas en olie in die streek brengt echter enorme risico’s mee voor de meer dan tien miljoen mensen die er leven en die grotendeels afhankelijk zijn van het meer. Mogelijke olielekken zouden het ganse ecosysteem kunnen vernietigen omwille van het relatief gesloten karakter van het meer, het gebrek aan bereikbaarheid voor omvangrijke logistiek en infrastructuur, en de instabiele politieke situatie in de streek van de Grote Meren. De hele visserij en de voedselzekerheid zou kunnen instorten, in combinatie met schadelijke gevolgen voor drinkwater en gezondheid over het hele Congobekken waarin het meer langzaam afvloeit. De ongerustheid is gebaseerd op de hele reeks negatieve ervaringen rond de oliewinning in de Nigerdelta.

De wetenschappers, waaronder tal van autoriteiten uit de betrokken landen, dringen bij de regeringen aan om sterke controle- en schadebeperkingsmechanismen te ontwikkelen alvorens hiermee aan te vangen. Beter nog, alternatieven die de lokale bevolking, NGO’s, autoriteiten en wetenschappers betrekken, moeten voorrang krijgen om de regio op een duurzame manier te ontwikkelen zoals voorgeschreven door de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Als voorbeeld wordt hiervoor de poging tot duurzaam beheer aangehaald in het Virunga Nationaal Park in DR Congo.

donderdag 24 november 2016

Gemeente Pijnacker-Nootdorp neemt Dobbeplas over

De gemeente Pijnacker-Nootdorp neemt het eigendom en erfpachtrecht van De Groene Keizer en de Dobbeplas over van de provincie Zuid-Holland. Vanaf 1 januari 2017 zal de gemeente ook verantwoordelijk zijn voor het beheer in deze groengebieden.

De provincie verleent daarvoor subsidie. Aanleiding is het opheffen van het Recreatieschap Dobbeplas, waar beide gebieden onder vielen. Inwoners zullen hier niet veel van merken, behalve dat Staatsbosbeheer vanaf dat moment de gebieden voor de gemeente gaat beheren.

De provincie vindt dat de uitvoering van het beheer van recreatiegebieden beter past in het gemeentelijke takenpakket en wil daarom de recreatiegebieden overdragen en de deelname in de recreatieschappen beëindigen. De provincie blijft wel verantwoordelijk voor het behoud en de realisatie van voldoende recreatiemogelijkheden. Het totale budget van de provincie voor recreatiegebieden blijft dan ook beschikbaar.

woensdag 23 november 2016

Rotterdam en Jakarta zetten samenwerking op gebied van water voort

Rotterdam en Jakarta wisselen opnieuw drie jaar lang kennis uit over stedelijk waterbeheer en de gevolgen van klimaatverandering. Op woensdag 23 november, tijdens de economische missie van minister-president Rutte aan Indonesië, zetten de partners hun handtekening onder een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.

Het beschermen van de kust heeft in de regio Jakarta, net als in ons laaggelegen land, veel aandacht. Rotterdam en Jakarta zijn beide deltasteden en kunnen veel van elkaar leren. Daarom ontwikkelden de partnersteden in samenwerking met diverse partners een uitwisselingsprogramma, dat in september 2014 van start ging.

In het uitwisselingsprogramma ‘Dutch Training & Exposure Program Rotterdam - DKI Jakarta’ werken Jakarta, de Gemeente Rotterdam, Nuffic Neso Indonesia, de Hogeschool Rotterdam, de Nederlandse ambassade in Jakarta en het Hoogheemraadschap van Delfland samen. Een nieuwe partner die nu aansluit is Van Oord, die kennis gaat delen op het gebied van landaanwinning en baggeren.

Sinds 2014 hebben 24 jonge professionals uit Indonesië tijdens een traineeship onderzoek gedaan naar specifieke wateronderwerpen in Nederland. Zij deden bij de Gemeente Rotterdam en het Hoogheemraadschap van Delfland praktijkkennis op over de manier waarop Rotterdam werkt aan waterbeheer en zich voorbereidt op de gevolgen van klimaatverandering. Deze kennis vertaalden zij vervolgens naar de situatie in Jakarta. In Jakarta daalt de bodem, onder andere doordat drinkwater wordt ingewonnen door het onttrekken van grondwater. Op sommige plekken daalt de bodem wel 15 centimeter per jaar en is onder zeeniveau gekomen. Jakarta heeft te maken met dreiging van overstromingen vanuit de rivieren en de zee. Kennis van het dagelijks waterbeheer in Rotterdam kan bijdragen om de problemen in Jakarta te beheersen.

Inmiddels hebben zeven studenten van de opleiding Watermanagement aan de Hogeschool Rotterdam tijdens hun afstudeerstage meegewerkt aan de projecten die de trainees bij hun terugkeer in Jakarta zijn gestart. Deze week zijn Nederlandse specialisten in Jakarta om de Indonesische professionals te adviseren over de implementatie van hun projecten. Het gaat onder meer om landaanwinning, het verbeteren van het onderhoud en beheer van gemalen en kanalen om overstromingen te voorkomen en de ontwikkeling van een multifunctionele dijk naar model van het Rotterdamse Dakpark.

Hans de Groene nieuwe directeur Vewin

Het Bestuur van Vewin heeft de heer drs. Hans de Groene benoemd tot directeur van Vewin per 1 februari 2017. De Groene (56 jaar) is de opvolger van mevrouw mr. Renée Bergkamp, die op 1 november 2016 de functie heeft aanvaard van provinciesecretaris / algemeen directeur van de provincie Noord-Holland.

De rode draad in de loopbaan van Hans de Groene vormt zijn werk in de publieke sector. Bij het ministerie van Economische Zaken vervulde De Groene verschillende directiefuncties op het vlak van ruimtelijk economisch beleid en innovatiebeleid: tussen 2004 en 2011 was hij directeur Innovatie, tevens plv. directeur-generaal Ondernemen & Innovatie. Sinds 2011 is De Groene werkzaam als algemeen directeur van NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek).

Vewin is de vereniging van de 10 Nederlandse drinkwaterbedrijven. Vewin behartigt de belangen van haar leden. De lobby van de drinkwatersector is erop gericht de drinkwaterbedrijven in staat te stellen hun wettelijke taak uit te voeren, het leveren van veilig, gezond, betaalbaar en lekker drinkwater, 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Het bureau van Vewin is gevestigd in Den Haag en Brussel. Kerntaak van het bureau is de collectieve belangenbehartiging van de sector, in afstemming met de leden. Vewin telt 22 medewerkers. De leden van Vewin zijn publieke ondernemingen met gemeenten en provincies als aandeelhouders. Deze ondernemingen leveren aan bijna 8 miljoen adressen drinkwater van zeer goede kwaliteit.

dinsdag 22 november 2016

Rijkswaterstaat officieel gestart met herinrichting Heesseltsche Uiterwaarden

Hoofdingenieur-directeur Nelly Kalfs van Rijkswaterstaat en gedeputeerde Josan Meijers van de provincie Gelderland gaven onlangs samen het officiële startsein voor de herinrichting van de Heesseltsche Uiterwaarden.

Na ruim 20 jaar plannen maken en afstemmen met de omgeving, gaat aannemer Martens en Van Oord aan de slag. Als de herinrichting in 2019 gereed is, is de waterstand bij hoog water naar verwachting met minimaal 5,5 cm gedaald, de waterkwaliteit verbeterd en is ruim 200 ha nieuwe natuur gerealiseerd.
  
De Waal heeft steeds vaker te maken met hoge waterstanden. De rivier krijgt meer regen- en smeltwater te verwerken, terwijl er tussen de dijken beperkte ruimte is. Hierdoor neemt de kans op overstromingen toe. De herinrichting van de Heesseltsche Uiterwaarden bestaat uit het omvormen van 2 oude zandwinplassen naar een grote nevengeul, de aanleg van 2 kleinere geulen aan en het verlagen van delen van de uiterwaarden.

Zowel de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Oost-Nederland en de gedeputeerde van de provincie Gelderland legden in hun speech nadruk op het feit dat er in dit gebied meerdere projecten voor waterveiligheid gerealiseerd of onderzocht worden. 'Een belangrijke taak voor ons als overheid is om een samenhangende boodschap geven aan de inwoners en andere betrokkenen. We moeten laten zien dat onze werkzaamheden versterkend op elkaar werken', aldus Nelly Kalfs.
  
Ook tijdens de realisatie van de herinrichting van de Heesseltsche Uiterwaarden staat zorgvuldigheid en zorg voor de omgeving centraal. Rijkswaterstaat heeft de aannemer uitgedaagd om hinder voor omwonenden zo beperkt mogelijk te houden. Aannemer Martens en Van Oord heeft in het plan opgenomen dat de afvoer van grond en het transport van zwaar materieel zo veel mogelijk via het water plaatsvindt. Rijkswaterstaat blijft in het gebied aanwezig en zichtbaar. Nelly Kalfs: 'We blijven praten met de bewoners. We hebben inwoners uitgenodigd deel te nemen aan een klankbordgroep. Ze zijn naast ons en de aannemer extra ogen en oren in het gebied.'

maandag 21 november 2016

Kwaliteit grondwater op peil door afkoppelen hemelwater

Hemel- en wegwater kwamen voorheen in het riool terecht. Op de Utrechtse Heuvelrug wordt dat schone water afgekoppeld en teruggebracht naar de bodem. Met het verlengen van het convenant afkoppelbeleid Utrechtse Heuvelrug tot 2021 blijft de garantie bestaan dat de hoeveelheid en de kwaliteit van het grondwater op peil blijft.

Om de grondwatervoorraad van goede kwaliteit te houden, is het van belang afstromend hemel- en wegwater niet te lozen op het riool, maar zoveel mogelijk te laten infiltreren in de bodem. Dit heet afkoppelen: (regen)water wordt afgekoppeld van het riool. Vooral op de Utrechtse Heuvelrug is afkoppelen naar de bodem technisch mogelijk. Voorwaarde van deze techniek is wel dat het afstromend hemelwater van huizen en wegen niet verontreinigd is om de kwaliteit van het grondwater op peil te houden.

Om de hoeveelheid en kwaliteit van het grondwater op peil te houden, heeft de provincie onlangs haar technische ‘Leidraad afkoppelen Utrechtse Heuvelrug’ uit 2010 geactualiseerd en afspraken met partners hernieuwd.

vrijdag 18 november 2016

Slimme sensoren meten realtime waterkwaliteit

Wereldwijd is er een groeiende aandacht voor de kwaliteit en de veiligheid van (drink)water. Met name microverontreinigingen, zoals medicijnresten en gewasbeschermingsmiddelen, vormen een probleem voor de volksgezondheid en het milieu. Om de kwaliteit van water op een duurzame manier te waarborgen ontwikkelt en produceert Aquacolor Sensors zogeheten spectrofotometrische sensoren. Het nieuwe bedrijf wordt gefinancierd door de NOM en stichting Bison.

Het systeem zorgt ervoor dat alle gegevens automatisch worden geupload naar een website, waardoor ze in de cloud voor een klant beschikbaar zijn. De klant kan alle metingen zelf instellen en zelf bepalen wie een alarmmelding ontvangt. Daarnaast komen alle elementen die de metingen verrichten, de leds en de lichtsensor, zelf niet in contact met het water. De sensor raakt dus nooit vervuild.

Gelet op al die eigenschappen zou je uiterst kostbare sensoren verwachten. Het tegendeel is waar. ‘We hebben de sensoren op een zodanige manier ontwikkeld dat we, ondanks een grotere functionaliteit van ons product, qua prijs zeker een factor twee onder het goedkoopste alternatief zitten, legt directeur/partner Mateo Mayer uit. ‘Dat maakt dat ze ook uitstekend toepasbaar zijn voor kleinere bedrijven.’ Aquacolor Sensors is ontstaan uit een idee van pluimveehouder Frank Akkerman. In zijn pluimveebedrijf liep hij steeds vaker tegen de problematiek van vervuild drinkwater aan. Zo drinken kippen hun water uit lange leidingen die door de hele stal lopen. Die lengte zorgt er, in combinatie met de hoge temperatuur, voor dat er al snel biofilm ontstaat. Om daar tijdig op te kunnen anticiperen wilde hij iets ontwikkelen om de waterkwaliteit continu te kunnen bewaken.

donderdag 17 november 2016

Waterinnovatieprijs 2016 uitgereikt

De winnaars van de Waterinnovatieprijs 2016 zijn bekend. Op 17 november werden 'de Oscars van de watersector' uitgereikt in de Rijtuigenloods in Amersfoort. Onder meer een dijk voor en door bewoners, een zoetwaterfabriek en een zandkastelenwedstrijd vielen in de prijzen.

Een deskundige jury onder leiding van Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, prees de winnaars vooral voor hun omgevingsbewuste aanpak en hun oog voor duurzaamheid. De Unie van Waterschappen en de Nederlandse Waterschapsbank reiken elk jaar de Waterinnovatieprijs uit aan innovatieve projecten die toepasbaar zijn binnen de taken van de waterschappen. Uit de 160 inzendingen heeft de jury de winnaars bekendgemaakt in de categorieën 'Waterveiligheid', 'Schoon water', 'Voldoende water' en 'Waterbewustzijn'.

Lidewijde Ongering, juryvoorzitter Waterinnovatieprijs: "We reiken dit jaar voor het eerst ook een prijs uit in de categorie 'Waterbewustzijn'. Een prijs bedoeld voor initiatieven om het waterbewustzijn onder Nederlanders te vergroten. Dat is belangrijk: we hebben het in Nederland goed voor elkaar, maar waterveiligheid en voldoende zoet water zijn geen vanzelfsprekendheden. Je daar bewust van zijn, daar beginnen alle innovaties om de veiligste en slimste delta ter wereld te blijven, mee."

De winnaars van de Waterinnovatieprijs 2016 krijgen een versnellingstraject aangeboden, waarbij de wensen en behoeften voor de toekomst worden geïnventariseerd: hoe kan deze innovatie verder worden gebracht? Is er bijvoorbeeld behoefte aan een proeftuin, internationale uitrol of specifieke kennis op een onderdeel van de innovatie? Een innovatiemakelaar faciliteert in een traject van 9 maanden de vervulling van de wens van de winnaar. Dit traject wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, STOWA, de Topsector Water en het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water.

WINNAARS WATERINNOVATIEPRIJS 2016

De diefdijklinie: meer dan alleen een dijkversterking - Winnaar Waterveiligheid

In de categorie 'Waterveiligheid' viel het project dijkversterking Diefdijklinie van waterschap Rivierenland in de prijzen. Het project onderscheidde zich door de intensieve samenwerking tussen waterschap, provincies, Het Rijk en de bewoners. Door deze samenwerking werd niet alleen de dijk versterkt, maar werd ook de Hollandse Waterlinie opgeknapt en de verkeersveiligheid verbeterd.

Water besparen en hergebruiken door S.C.H.O.O.N. - Winnaar Schoon Water

Het hoogheemraadschap van Delfland sleepte de prijs in de categorie 'Schoon water' in de wacht met het project S.C.H.O.O.N. (Schoonmaken effluent en Hergebruik voor Oppervlaktewater Op Natuurlijke wijze). Dit project betreft de aanleg van een zoetwaterfabriek bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie De Groote Lucht in Vlaar-dingen met aansluitend een "waterharmonica". Het project kon op waardering van de jury rekenen, vanwege de ecologische en duurzame wijze waarop het zoetwatersysteem wordt versterkt door deze innovatieve toepassing.

Proeftuin voor innovatieve landbouw - Winnaar Voldoende Water

De Waterinnovatieprijs in de categorie 'Voldoende water' ging naar de proeftuin Achterover Wieringermeer van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In deze proeftuin experimenteren publieke en private partners op een boerderij van 20 hectare met nieuwe verdienmodellen op het gebied van zoet water, zoals zilte teelt, kweek van Chinese wolhandkrab en ichthyoponics (een combinatie tussen drijvende teelten en visteelt). Op deze manier wordt het kostbare zoete water van het IJsselmeer en het Markermeer beter benut.

Battle of the Beach - Winnaar Waterbewustzijn

Uit de vele inzendingen voor de categorie 'Waterbewustzijn' ging de winst naar de Battle of the Beach, een door meerdere waterschappen uitgevoerde lesmodule voor de basisschool, waarbij kinderen de strijd tegen het water aangaan door zandkastelen te bouwen die bestand moeten zijn tegen de kracht van de zee.

Zandsproeien bij dijkverbetering - Publieksprijs

Op het project 'Zandsproeien bij dijkverbeterking Nauernasche Vaart' van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is via waterinnovatieprijs.nl het meest gestemd, waardoor deze innovatie werd beloond met de Publieksprijs. Ruim vierduizend stemmen werden de afgelopen weken uitgebracht via de website. Dit was een record in de geschiedenis van de Waterinnovatieprijs. Het winnende project betreft een duurzame, minder schadelijke en belastende oplossing (zandsproeien) voor het versterken van de stabiliteit van een dijk.

Waterschappen en bedrijven presenteren plan voor betere samenwerking

Samenwerken aan een waterbestendig Nederland. Om dat te kunnen, ontwikkelden waterschappen en marktpartijen gezamenlijk het visiedocument 'De waterschapsmarkt van de toekomst, bouwstenen voor vernieuwing'. Donderdag 17 november is de visie gepresenteerd tijdens de Markt- en Innovatiedag Waterschappen in Amersfoort.

De waterschappen staan voor grote opgaven in het waterbeheer. Daarnaast zijn er maatschappelijke ontwikkelingen als klimaatverandering, technologische ontwikkelingen en burgerparticipatie die veel invloed hebben op de manier van werken in de waterschapsmarkt. Dit maakt dat een andere relatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers en een andere manier van samenwerken noodzakelijk is.

Toine Poppelaars, bestuurslid Unie van Waterschappen: "Als waterschappen blijven we daarom niet op onze handen zitten en willen we optimaal gebruik maken van de expertise uit de markt om onze taken zo efficiënt en duurzaam mogelijk uit te voeren. Daarnaast zorgt een betere relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer voor een betere beheersing van risico's en een betere verdeling van de te nemen beheersmaatregelen. Dit komt omdat men open en eerlijk is over elkaars verantwoordelijkheden. Dit is kostenbesparend en kwaliteit verhogend."

Aantrekkelijke vaarwegen voor waterrecreanten

Provincies en Rijk hebben afspraken gemaakt om de vaarten die gebruikt worden voor recreatie nog aantrekkelijker te maken voor de recreant. Gedeputeerde Mariette Pennarts: “Met deze afspraken zorgen we ervoor dat we onze vaarwegen goed en veilig houden en eventuele knelpunten opheffen, zodat recreanten ook vanaf het water kunnen genieten van onze mooie landschappen”.

De afspraken tussen de provincies over de Basisvisie Recreatietoervaartnet werden gisteren door alle betrokken partijen ondertekend. Hiermee is een belangrijke stap gezet voor de borging, het behoud en op sommige plaatsen de verdere ontwikkeling van het landelijke basisrecreatietoervaartnet Nederland(BRTN).

Het hoofddoel van de nieuwe Basisvisie Recreatietoervaartnet Nederland is om het net van Nederlandse bevaarbare wateren te behouden en zo mogelijk verder te ontwikkelen tot één aantrekkelijk, gedifferentieerd en samenhangend recreatietoervaartnet.

Opening fietsverbinding en Symbiobrug Delft

Op 17 november organiseren provincie Zuid-Holland, Recreatieschap Midden-Delfland en gemeente Delft de officiële opening van een nieuwe fietsverbinding en een bijzondere brug: de Symbiobrug. Rafail Gkaidatzis won met zijn ontwerp voor deze brug een ontwerpprijsvraag onder TU Delft bouwkundestudenten in 2014. De naam van de Symbiobrug weerspiegelt de interactie tussen natuur en technologie. Gkaidatzis kreeg uiteindelijk ook de opdracht om de brug in het echt te realiseren.

Eerder dit jaar werd de nieuwe fietsverbinding gerealiseerd tussen Sciencepark Technopolis (Thijssenweg) en het recreatiegebied Ackerdijkse Bos in het landelijke Midden-Delfland. De brug maakt een oversteek over de 35 meter brede Karitaatmolensloot aan de zuidrand van Delft.
 De nieuwe fietsverbinding is een schakel in de ketting van de Recreatieve Routestructuur van het Recreatieschap Midden-Delfland. Het project fietsverbinding Ackerdijkse Bos en TU Delft is gefinancierd door de provincie Zuid-Holland, de gemeente Delft en het Recreatieschap Midden-Delfland. 


De Symbiobrug valt op in het natuurlijke landschap vanwege de kleur en de vorm. De naam van de Symbiobrug betekent in het Grieks συν ‘samen’ en βιωσις ‘levend’, en weerspiegelt de interactie tussen natuur en technologie, twee elementen die een symbiotische co-existentie aangaan in de Symbiobrug. De aanleg van de nieuwe fietsverbinding heeft bijna acht maanden geduurd.

woensdag 16 november 2016

Schultz tekent aanvalsplan Waterkwaliteit

De kwaliteit van grond- en oppervlaktewater in Nederland moet beter. Daarom heeft minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) vandaag samen met betrokken overheden en maatschappelijke partners een ambitieuze verklaring getekend om de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren.

De laatste jaren is hard gewerkt om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Maar ons water voldoet op veel plekken nog niet aan de eisen en wensen. Met de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater werken alle betrokken partners op gebied van drinkwater, land- en tuinbouw, natuur, industrie, recreatie, gezondheidszorg en kennis komende jaren aan hardnekkige bestaande problemen zoals meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en aan opkomende problemen zoals medicijnresten en microplastics. Zo kunnen ook de komende generaties genieten van voldoende schoon water.

Minister Schultz: ‘Het Nederlandse drinkwater kan moeiteloos concurreren met het mineraalwater uit de supermarkt. Eigenlijk een technologisch wonder om trots op te zijn. Alleen is zoet water van goede kwaliteit allesbehalve vanzelfsprekend. We moeten iedere dag hard werken aan schoon water. Ik vind het een mooie stap dat we samen met alle betrokken partijen werken aan waterkwaliteit.”

De Delta-aanpak pakt de waterkwaliteit over de volle breedte aan. Het gaat om meststoffen (nutriënten), gewasbeschermingsmiddelen, waterkwaliteit bij drinkwaterbronnen en de waterkwaliteit van onze grote wateren. Het gaat ook over nieuwe stoffen in het water zoals medicijnresten en microplastics (kleine bolletjes in tandpasta en gezichtscubs) die een steeds groter probleem vormen. Voor de oplossing moeten we kijken naar de hele keten. Dus niet alleen naar de waterzuivering als de verontreiniging al heeft plaatsgevonden. Ook de bron moet aangepakt worden.

Uit het onlangs verschenen RIVM-rapport ‘Geneesmiddelen en Waterkwaliteit’ blijkt dat er aanleiding is tot zorg over de effecten van geneesmiddelen op de waterkwaliteit en ons milieu. Daarom wordt nu de samenwerking gezocht met de zorgsector en worden concrete maatregelen getroffen om de hoeveelheid medicijnresten in ons water te beperken. Water- en zorgsector bekijken samen waar de effecten van medicijngebruik op het milieu verminderd kunnen worden. Ook zijn waterschappen, drinkwaterbedrijven en het Ministerie van IenM gestart met een onderzoek naar efficiënte zuiveringsmethoden, zoals bij de rioolwaterzuivering in Papendrecht, en komen de waterschappen binnen enkele maanden met de resultaten van het onderzoek naar plekken waar aanvullende zuivering het meest effectief ingezet kan worden.

Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft aangegeven dat met deze impuls voor de waterkwaliteit de Europees gestelde doelen voor 2027 gehaald kunnen worden. De aanpak wordt komend jaar verder uitgewerkt met concretere maatregelen voor de langere termijn tot een nieuw Bestuursakkoord Water.

Wanneer bereikt het overstromingswater ons huis?

Een stormvloed op de Noordzee en 40 dijkdoorbaken. Niemand in Nederland weet dan of het 2 uur of 2 dagen duurt voordat het water ons huis bereikt. Masterstudente Louise Klingen van de TU Delft ontwikkelde een overstromingsmodel waarmee in 15 minuten het verloop van elke overstroming voor de komende 24 uur kan worden uitgerekend. Klingen studeerde op 2 november af bij de Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen.

Tijdens het bestrijden van de gevolgen van een overstroming is het zinvol om te weten in welke richting het water stroomt en hoe laat het water een kruispunt bereikt. ‘Mijn onderzoek gaat over een overstromingsmodel van heel Nederland. Met dit 3Di-model www.3di.nu kan in 15 minuten het verloop van elke overstroming voor de komende 24 uur worden uitgerekend’, zegt afstudeerder Louise Klingen.

Tot nu toe bestond een dergelijk model niet. De overstromingsmodellen die in de praktijk gebruikt worden, rekenen namelijk te langzaam, waardoor alleen kaarten met het resultaat van vooraf uitgerekende theoretische scenario’s gebruikt konden worden om inzicht te verschaffen in het verloop van een overstroming.

‘In mijn onderzoek is als eerste de toegevoegde waarde van een landelijk model bij het bestrijden van een overstroming uitgewerkt. Daarna is onderzocht welke processen het model minimaal moet bevatten om een realistisch verloop van een overstroming te kunnen berekenen. Als laatste is een eerste versie van dit model in 3Di gebouwd, waarmee voor elke willekeurige plek langs de kust een doorbraak en het verloop van een overstroming kan worden uitgerekend.’


Van de verschillende crisispartners zijn vooral de waterschappen en de veiligheidsregio’s geholpen met een goede voorspelling van een overstroming. Voor de waterschappen is het berekende verloop relevant, omdat zij daarmee weten in welke richting en in welke volgorde het land overstroomt en zij met hetzelfde model snel het effect van maatregelen kunnen doorrekenen. Voor de veiligheidsregio’s is het model vooral nuttig, omdat zij daarmee weten hoe lang een bepaalde route nog gebruikt kan worden voor het aanvoeren van materiaal of het evacueren van de bevolking.

dinsdag 15 november 2016

Beïnvloeden aardbevingen het grondwater in Groningen?

Van natuurlijke aardbevingen is bekend dat ze een groot effect kunnen hebben op het grondwater. TNO hebben gekeken of dit ook geldt voor de aardbevingen die de laatste jaren zijn optreden in het laaggelegen Groningen als gevolg van gaswinning. Men heeft zich hierbij gericht op de tot nu toe zwaarste beving, die op 16 augustus 2012 te Huizinge optrad met een magnitude van 3.6.
Overal in Nederland bevindt zich grondwater, waarvan het peil in belangrijke mate wordt bepaald door neerslag en verdamping. Grondwaterpeilen (‘stijghoogten’) worden gemeten in peilbuizen met filters in verschillende zandlagen. In het figuur van de ondergrond, die representatief is voor de situatie in Groningen, zie je dat het ondiepste zoete (‘freatische’) grondwater wordt gescheiden van het diepere, zoute grondwater door klei- en veenlagen. Onder dergelijke slecht doorlatende lagen kan zich een waterdruk opbouwen, waardoor het diepere grondwater omhoog wil stromen (‘spanningswater’).

TNO heeft de database DINO de meetreeksen van 13 peilfilters in 7 putten in de buurt van Huizinge opgehaald. Het freatische peilfilter A, op een afstand van 9 km van het epicentrum, laat de meeste variatie zien, maar deze wordt grotendeels veroorzaakt door neerslag, die eveneens geplot is: na de beving is geen respons zichtbaar. Omdat verdere lokale metingen van het ondiepe grondwater ontbreken, zijn ook gegevens van nabijgelegen diepere meetfilters beschouwd. Peilfilters B en C, op diepten van respectievelijk circa -10 en -47 m NAP laten ook hier is geen effect van de beving zien, verder zie je dat de invloed van de neerslag veel minder aanwezig is.

Om het ontbreken van een reactie te verifiëren zijn nog twee andere aardbevingen onderzocht, in de buurt van een locatie waarvoor we over goede meetgegevens beschikken. Bij Garrelsweer en Hoeksmeer vonden op respectievelijk 2 juli 2013 en 24 oktober 2003 bevingen plaats met een magnitude van 3.0. Op respectievelijk 0,6 en 1 km afstand ligt peilfilter B07BE0030-001 op een diepte van circa -13 m NAP. Ook hier is geen invloed van de aardbevingen op het grondwater te zien.

Theoretisch kunnen aardbevingen met magnitudes zoals we die in Groningen zien leiden tot een lichte verhoging van de waterdruk gedurende enkele seconden, wat met reguliere grondwatermonitoring overigens niet waarneembaar is. Op de veel langere tijdschaal is er uiteraard weldegelijk een relatie tussen gaswinning en grondwater. De Groninger aardbevingen zijn namelijk een bijeffect van de bodemdaling die daar door gaswinning wordt veroorzaakt, en bodemdaling betekent relatieve grondwaterstijging. Hierop is door de waterbeheerders overigens al lang en breed geanticipeerd.

maandag 14 november 2016

Genoom Afrikaanse klauwpad onthult spannende evolutie

Het bekende proefdier Xenopus laevis, oftewel de Afrikaanse klauwpad, blijkt een spannende ontstaansgeschiedenis te hebben. Dit is af te lezen uit zijn dubbele genoom. Nature publiceert de studie van Amerikaanse, Japanse én Radboudonderzoekers op 20 oktober. De pad wordt hiermee interessant om genevolutie te onderzoeken.

Evolutionair niet zo lang geleden, zo’n zeventien miljoen jaar, kwamen twee soorten klauwpadden elkaar tegen in de vochtige warmte van een Afrikaans regenwoud. Laten we ze Es en El noemen.
 Es en El waren verre familieleden, ergens in de geschiedenis was er een gemeenschappelijke voorouder geweest. Enfin, hoewel ze niet van dezelfde soort waren, was de aantrekkingskracht groot, en van het een kwam het ander, namelijk een heleboel kleine padjes met van allebei de soorten een complete set chromosomen, want zo gaat dat als twee verschillende soorten samen voor nakroost zorgen. Bij zoogdieren levert dat onvruchtbare nakomelingen op, maar bij gisten, planten, vissen en amfibieën kan er een chromosoomverdubbeling optreden die kan worden doorgegeven aan een nieuwe generatie. In dit geval ontstond er een nieuwe soort: Xenopus laevis, oftewel de Afrikaanse klauwpad. Tot op de dag van vandaag heeft deze een dubbele chromosoomset: één L en één S van vader, en één L en één S van moeder, dus vier in totaal: tetraploïd. Normaal is een lichaamscel diploïd, met twee van elk van de chromosomen (één van vader en één van moeder).

Miljoenen jaren later werd Xenopus laevis een geliefd proefdier voor ontwikkelingsbiologen (de eerste zwangerschapstest!) en celbiologen en zo kwam het dat zijn dubbele genoom en het ontstaan daarvan werd ontrafeld door Amerikaanse, Japanse en Radboud-onderzoekers. Hierbij brachten de Nijmegenaren hun specialiteit in, namelijk hun kennis van de epigenetica. Dat is de studie van de ‘leesinstructie’ die om het DNA heen ligt: epigenetische instellingen zorgen er bijvoorbeeld voor dat cellen zich kunnen specialiseren. Ook de verbetering van de gen-annotatie van Xenopus laevis is werk van Radboud-onderzoekers – er is nu meer bekend over welk gen zich waar op het genoom bevindt.

Volgens Gert Jan Veenstra, hoogleraar Moleculaire Ontwikkelingsbiologie aan de Radboud Universiteit en een van de auteurs van de Nature-studie, maakt het dubbele genoom deze klauwpad een interessant voor het onderzoek naar genoomevolutie. Vergelijking met X. tropicalis, een andere Xenopus soort zonder genoomdubbeling, maakt het mogelijk om te reconstrueren hoe het oorspronkelijke genoom eruit gezien moet hebben. ‘De chromosomen S en L zijn niet even actief. In de cellen lijkt een gevecht aan de gang. De lange L-chromosomen weten zich het best te handhaven, de toch al kortere S-chromosomen worden steeds kleiner en brokkelen af. Je zou kunnen zeggen dat de L-chromosomen dus steeds meer de overhand krijgen op S. Gendegradatie gebeurt ook in cellen met maar één paar chromosomen, maar dan is het eerder dodelijk. In deze pad wordt het uitvallen van een gen op het ene chromosoom gecompenseerd door datzelfde gen op het andere. Hij blijft dus leven met kapotte of slijtende genen.'

Sprengvallei Apeldoorn komt tot leven

Na een flinke ruk aan een forse afvoerstop stroomde het stadswater de spreng bij Park Berg en Bos in. Deze openingshandeling was nodig om het regenwater rechtstreeks in de spreng te laten stromen en niet langer via het riool af te voeren. Gedeputeerde Bea Schouten en wethouder Mark Sandmann mochten de stop lostrekken.

De spreng is onderdeel van de opgeknapte Sprengvallei die de verbinding vormt tussen Apeldoorn en Park Berg en Bos aan de rand van de Veluwe. De Sprengvallei is in de jaren 30 van de vorige eeuw aangelegd als onderdeel van het werkverschaffingsproject Berg en Bos.

De gemeente Apeldoorn en de provincie knapten bruggen op, herstelden de spreng en legden nieuwe wandelpaden aan. Het resultaat is een prachtige nieuwe wandelroute door het bos met grote hoogteverschillen, langs een spreng en een oase van rust.

Met de Sprengvallei heeft Apeldoorn er een mooie verbinding bij tussen de stad en het Veluwse landschap. Vanuit hun woonwijk kunnen bewoners zo de Sprengvallei in wandelen. De ligging bij toeristische trekpleisters als de Apenheul en Julianatoren maakt het ook voor toeristen en recreanten aantrekkelijk.

Apeldoorn is een groene stad met parken en groene routes aan de stadsrand, als link tussen de stad en het buitengebied. Met het programma Stadsranden verbetert de gemeente de verbindingen tussen de stad en het landschap dat daaraan grenst. Het project Sprengvallei is onderdeel van dit programma waaraan de provincie financieel heeft bijgedragen.

vrijdag 11 november 2016

Provincie Noord-Holland gaat door met strijd tegen verdroging natuur

De provincie Noord-Holland investeert 2,75 miljoen euro in een subsidieregeling om verdroging van natuur te bestrijden. Voor een goede kwaliteit van de natuur in Noord-Holland is goed water belangrijk. Er moet genoeg grond- en oppervlaktewater van goede kwaliteit zijn om ervoor te zorgen dat bijzondere planten- en diersoorten niet achteruitgaan of om de achteruitgang die heeft plaatsgevonden te herstellen. Een van de belangrijkste oorzaken van achteruitgang is verdroging.

Afgelopen jaren zijn er veel maatregelen genomen zoals in de Kennemerduinen, rond het Naardermeer en recent bij de Putten, een natuurgebied achter de Hondsbossche Zeewering. Dit heeft tot verbetering geleid maar er liggen nog veel plannen op de plank. Gedeputeerde Cees Loggen: “Met deze regeling wil de provincie Noord-Holland bijdragen aan het bestrijden van  verdroging van belangrijke gebieden zoals de duinen, het veenweidegebied, Texel, het Naardermeer & Vechtplassengebied. Hierdoor kunnen de inwoners van Noord-Holland blijven genieten van een gevarieerde natuur.”

De subsidieregeling is specifiek gericht op gebieden die deel uitmaken van het Europees netwerk van bijzondere natuurgebieden, de zogenaamde Natura 2000 gebieden. Noord-Holland heeft 14 van dergelijke gebieden. Planten en dieren zijn hier afhankelijk van schoon water. Maar dat is er niet altijd. Aanvragen kunnen in de periode tussen 4 januari en 1 november 2017 worden ingediend en worden behandeld op volgorde van ontvangst. Meer informatie over de regeling en de aanvraag is te vinden op de provinciale website via het Digitaal loket subsidies.

donderdag 10 november 2016

Waterbouwdag op 10 november

Op donderdag 10 november 2016 vindt de jaarlijkse Waterbouwdag plaats in De Doelen in Rotterdam. De Waterbouwdag, met dit jaar als thema ‘Hoog en droog’, biedt inzicht in recente ontwikkelingen en nieuwe projecten binnen de waterbouwsector. Tauw is wederom aanwezig met een stand, waarin wij diverse projecten en innovaties presenteren.

Eerdere jaren trok de beurs honderden bezoekers, voornamelijk uit de ingenieurswereld, de aannemerij en Rijkswaterstaat. Ook waren er veel studenten aanwezig.

Dit jaar zijn er 35 informatieve stands waar advies- en ingenieursbureaus, aannemers én kennisinstituten zich presenteren. Tauw informeert bezoekers over zijn waterbouwkundige expertise en -dienstverlening. Dit doen we onder andere aan de hand van de volgende onderwerpen:

Watersystemen
Een veranderend klimaat vraagt om een robuust watersysteem. Dat systeem moet ook ecologisch gezond zijn. Tauw draagt bij aan oplossingen die vrijwel altijd voldoende water (van goede kwaliteit) beschikbaar stellen aan de gebruiksfuncties landbouw, natuur, stedelijke gebied en recreatie.

Waterketen
Samen met gemeenten en waterbedrijven bedenkt Tauw oplossingen voor één waterketen. Met elkaar realiseren we doelmatige inzameling van afvalwater. Vervolgens bedenken we innovatieve oplossingen om dit water te zuiveren ten behoeve van gezondheid en leefomgeving. Energie- en grondstoffenwinning wordt in de advisering meegenomen.

Waterveiligheid
Zonder dijken zou Nederland regelmatig onder water staan. Daarom draagt Tauw graag bij aan de bescherming tegen hoogwater van rivieren en kanalen. Hierbij wordt ook altijd de ruimtelijke inrichting in overweging meegenomen.

Havens, vaarwegen en sluizen
Nederland heeft een goede reputatie als het gaat om transport over water en de daarbij behorende havens. Tauw adviseert en levert oplossingen voor goed onderhoud van deze vaarwegen en havens.

woensdag 9 november 2016

Waterschap Amstel, Gooi en Vecht sluit rioolwaterzuivering Maarssen

Het rioolwater van de gemeente Maarssen wordt in de toekomst niet meer op de rioolwaterzuivering (RWZI) Maarssen gezuiverd, maar op de RWZI Leidsche Rijn. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht sluit – in goede samenwerking met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden - het Maarssens riool aan op de zuivering Leidsche Rijn. Dit is een goedkopere en efficiëntere oplossing dan het renoveren van de oude installatie in Maarssen én het draagt bij aan de waterkwaliteit op de Vecht. De nieuwe aansluiting is in 2019 gereed.

Aanvankelijk was Waterschap Amstel, Gooi en Vecht van plan om de rioolwaterzuivering Maarssen te vernieuwen en uit te breiden met een nabehandelingsinstallatie. Ontwikkelingen in de regio maakten echter een efficiëntere oplossing mogelijk. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden besloot in 2011 de verouderde en relatief kleine rioolwaterzuivering Maarssenbroek op te heffen en het afvalwater af te voeren naar hun dichtbij gelegen rioolwaterzuivering Leidsche Rijn. Tegelijkertijd raakten Amstel, Gooi en Vecht en De Stichtse Rijnlanden met elkaar in gesprek over de mogelijkheid om ook het afvalwater van de rioolwaterzuivering Maarssen te laten verwerken bij de zuivering Leidsche Rijn, een zuivering van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Op donderdag 13 oktober heeft het Algemeen Bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht hiermee ingestemd.

dinsdag 8 november 2016

Colijn bouwt brug over de Groote Wielenplas

Gemeente ’s-Hertogenbosch kiest voor aannemer Colijn Beton- en Waterbouw uit Breda om het ontwerp en de uitvoering van de brug over de Groote Wielenplas te realiseren. Dat is de uitkomst van de aanbestedingsprocedure die de gemeente de afgelopen maanden heeft doorlopen. Een brug geïnspireerd op de weidsheid van het landschap en de rietkragen die rond de Groote Wielenplas groeien. De nieuwe brug is eind 2017 klaar.

De brug heeft een ranke uitstraling. Door het transparante hekwerk en het minimale dek met ondersteuningen past het ontwerp goed bij de lange zichtlijnen van de Groote Wielenplas. Het hekwerk langs de brug vormt daarbij een lange rietkraag, die de oevers van de buurten De Lanen en De Hoven met elkaar verbindt.

Het werk is ‘Design & Construct’ aanbesteed. Dit betekent dat de aannemer het project op basis van vooraf gestelde eisen ontwerpt en uitvoert. Vertegenwoordigers van belangengroepen en bewoners uit de omgeving dachten voorafgaand aan de aanbesteding mee over de ontwerpeisen. Daarnaast konden zij aangeven wat ze belangrijk vinden tijdens de bouw als het gaat om communicatie, hinder en overlast. De vertegenwoordigers waren ook betrokken bij de beoordeling van de ontwerpen van de brug.

maandag 7 november 2016

Nederlandse kust voor komende 50 jaar superstormproof

Door de stijgende zeespiegel moeten we ons steeds beter beschermen tegen overstromingen. En doordat het zeewater opwarmt, wordt de kans op heftige en ook krachtigere stormen groter. Ook buiten het stormseizoen. Met de afronding van de laatste zwakke schakel aan de Nederlandse kust, in West-Zeeuws Vlaanderen, is de Nederlandse kust de komende 50 jaar weer superstormproof. De kustversterking van ruim 10 kilometer in West-Zeeuws Vlaanderen kostte 130 ruim miljoen euro en werd vandaag door minister Schultz van Haegen opgeleverd.

“De kans op een superstorm is gemiddeld 1% in 100 jaar. Dat lijkt weinig, maar zonder goede bescherming kan de schade dan oplopen tot meer dan 100 miljard euro. Bovendien is de samenleving  jarenlang ernstig ontwricht. Het is belangrijk dat we ons goed voorbereiden op heftige stormen”, aldus minister Schultz van Haegen. “In 2003 zijn er negen zwakke schakels gevonden langs de Nederlandse kust. Op deze locaties waren we kwetsbaar. Ik ben er trots op de laatste zwakke schakel nu te mogen opleveren. De Nederlandse kust is superstormproof en veiliger dan ooit.”

Waterschap Scheldestromen en Rijkswaterstaat hebben in het Hoogwaterbeschermingsprogramma hard gewerkt om de kust van Breskens tot aan Cadzand-Bad niet alleen veilig, maar ook aantrekkelijker te maken. Met de kustversterking is een belangrijke impuls gegeven aan een economisch en demografisch kwetsbare regio.

Zo greep de gemeente Sluis de kustversterking aan om de badplaats Cadzand-Bad flink op te waarderen.  Tussen de nieuwe strekdammen is in een publiek-private samenwerking een jachthaven aangelegd. Op de strekdammen liggen X-blocks (voorgevormde betonblokken in de vorm van een x) om hoge golven te breken. X-blocks zijn kostenbesparend  omdat er minder materiaal nodig is. Het is de eerste keer dat X-blocks worden gebruikt langs de Nederlandse kust.

Bij Waterdunen werd een zogenoemd klimaatduin aangelegd, die dermate groot en sterk is dat het bescherming moet bieden voor de komende 200 jaar. Het hoogste duin is zo'n 18 meter hoog en de breedte van het landduin bedraagt circa 300 meter.

De werkzaamheden zijn eind 2009 gestart. De drie eerste deeltrajecten (Nieuwvliet-Groede, Herdijkte Zwarte Polder en Breskens) zijn tussen 2010 en 2012 opgeleverd. De laatste twee trajecten (Waterdunen en Cadzand-Bad) waren/zijn respectievelijk medio en najaar 2016 klaar.

Gedrag van nano- en microplastic in rivieren verklaard

Piepkleine plastic deeltjes zijn extreem lastig te meten in het milieu, waardoor het vaststellen van de risico’s vrijwel onmogelijk is. Onderzoekers van Wageningen University & Research leveren nu voor het eerst een mechanistische model studie van het gedrag van nano- en microplastics in oppervlaktewater.

Plastic afval is wereldwijd aangetroffen in de oceanen, in bodems, sediment en oppervlaktewater. Men verwacht dat de emissies de komende jaren nog met een factor tien zullen toenemen. Als het plastic uit elkaar valt, ontstaan er steeds kleinere deeltjes, uiteindelijk tot kleiner dan een micrometer. Bij deze heel kleine afmetingen kunnen de deeltjes effecten hebben die we nog niet goed kennen. Tegelijk zijn de ultrakleine deeltjes lastig te meten, zodat we voor het vaststellen van de blootstelling vooralsnog op modellen moeten vertrouwen.

De Wageningse onderzoekster Ellen Besseling zegt daarover: “We wisten al dat microplastics door rivieren worden meegenomen en de waterbodem kunnen bereiken waar ze misschien schadelijk zijn voor waterorganismen. Nu hebben we ook een stuk gereedschap dat ons enorm helpt om te begrijpen hoe dit gebeurt en wat we zien. Dit is belangrijk om oplossingen te vinden voor het probleem van al het plastic afval, en om transport naar de oceaan te kunnen voorspellen”.

In hun nieuwe, grensverleggende studie gepubliceerd in het vaktijdschrift Environmental Pollution, laten Ellen Besseling en medeauteurs simulaties zien van de concentraties van nano- en microplastic met een grootte tussen de 100 nanometer en 10 mm, zoals die kunnen optreden in een echte rivier. De berekeningen houden rekening met direct transport van de deeltjes, maar ook met de samenklontering van het plastic met natuurlijke deeltjes, en de bezinking ervan als ‘plastic sneeuwvlokken’. Het model houdt ook rekening met groei van micro-organismen op het plastic en met de verschillende dichtheden van de verschillende soorten plastic. ”Dit geeft heel nuttige inzichten over waar in de rivierbodem ‘hot spot’ locaties voor de verontreiniging met nano- en microplastic verwacht kunnen worden”, zegt projectleider prof. Bart Koelmans. Geen eerder model hield rekening met al deze processen en sommige resultaten zijn opvallend. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de nano- en microplastic deeltjes kleiner dan een micrometer (een duizendste millimeter) juist goed bezinken omdat ze grotere vlokken vormen met natuurlijke deeltjes, terwijl grotere plastic deeltjes ook vrij makkelijk bezinken, omdat ze zelf groot zijn. De deeltjes daar tussen in bezinken echter minder snel. ”Dat betekent dat zij waarschijnlijk in grotere mate naar zee worden getransporteerd”.

In het water botsen de plastic deeltjes de hele tijd met andere deeltjes. Een belangrijke parameter in het model is de kans dat een plastic deeltje daarbij aan het andere deeltje blijft plakken. Omdat die parameter niet bekend was zijn literatuurwaarden voor niet-plastic deeltjes gebruikt. Die werden echter toegepast samen met gegevens uit nieuwe experimenten waarbij die ‘kleefkans’ – voor de eerste keer voor microplastic - gemeten werd. De resultaten komen goed met de literatuurwaarden overeen. Alhoewel deze resultaten veelbelovend zijn, benadrukken de onderzoekers dat veel meer studies naar dit botsings- en samenklonteringsgedrag van nano- en microplastic in zoet en zeewater nodig is.

Het probleem van plastic afval in het milieu staat hoog op de agenda van beleidsmakers en het publiek. De samenleving vraagt om een vaststelling van de risico’s van ‘plastic soep’ voor mens en milieu. Om die risico’s te kunnen inschatten is informatie nodig over de blootstelling en de effecten van het plastic, om op basis van beide typen informatie het risico te karakteriseren. Zolang de deeltjes echter niet goed gemeten kunnen worden, blijven rekenmodellen waardevol voor de inschatting van die blootstelling. Modellen kunnen ook gebruikt worden om meetprogramma’s te ontwerpen of om te bepalen waar veel plastic in het milieu te vinden zal zijn. In verschillende projecten van Wageningen University & Research wordt gewerkt aan de ontwikkeling van technologieën voor de risico-evaluatie van plastic afval. Dit gebeurt voor het mariene milieu zowel als voor zoet water, zoals bijvoorbeeld in het nieuwe STW-project TRAMP.

vrijdag 4 november 2016

Nieuw rioolheffingstarief voor grootgebruikers Amsterdam

Op 10 november 2016 neemt de Amsterdamse gemeenteraad een besluit over de nieuwe wijze van rioolheffing naar het principe ‘de gebruiker betaalt’. Tot op heden hanteert Amsterdam een rioolheffingstarief voor alleen eigenaren, namelijk €150,90 per jaar. Het tarief voor eigenaren wordt na goedkeuring door de raad per 2017 met €22,50 verlaagd naar €128,40 per jaar. Voor een eerlijker verdeling van de kosten zullen grootgebruikers, vanaf een gebruik van 300m3 water per jaar een tarief naar gebruik betalen.

Eigenaren van een woning of bedrijfspand, gaan per jaar €22,50 minder betalen voor het eigenarendeel van het tarief, namelijk €128,40. Voor de meeste huishoudens blijft het daarbij. Een gemiddeld huishouden gebruikt doorgaans veel minder water dan de drempel van 300m3 per jaar. Onder deze drempel hoeft men geen rioolheffing naar gebruik te betalen.

Grootgebruikers van water, zoals sommige bedrijven, gaan vanaf een gebruik van meer dan 300 m3 meer betalen. Dat kan zijn €376, 32 bij gebruik tussen 301 en 1.000 m3 per jaar, maar ook bijvoorbeeld €4.712 voor een groot hotel of industrieel bedrijf dat tussen de 5.001 m3 en 10.000 m3 water gebruikt. Hieronder treft u de verschillende tarieven aan.

In het eerste kwartaal 2017 krijgen alle grootgebruikers vanaf 300m3 een voorlopige aanslag rioolheffing 2017. De voorlopige aanslag wordt bepaald op basis van het watergebruik van 2015. De definitieve aanslag 2017 wordt gebaseerd op het daadwerkelijke gebruik.

De gemeente Amsterdam kent sinds 2001 een rioolheffing waarbij uitsluitend eigenaren van percelen worden aangeslagen. Zij dragen daarmee voor 99% bij aan de kosten die de gemeente heeft aan het rioolstelsel. Het college wil een eerlijker verdeling van de kosten met als doel spaarzamer watergebruik, lastenverlichting en een stad die duurzaam is. Nu betalen grote bedrijven net zoveel als eigenaren van een woning. In andere gemeenten zoals de grote steden Utrecht, Rotterdam en Den Haag, is deze differentiatie heel gebruikelijk.

donderdag 3 november 2016

Waterwolf houdt Marken in zijn greep

Legervoertuigen, brandweerwagens, auto’s van het Rode Kruis: een voor een komen ze het parkeerterrein aan het begin van Marken opgereden. Een grote groep inwoners staat klaar om in veiligheid te worden gebracht. Het hele eiland staat deze week in het teken van crisisoefening Waterwolf. Op die manier wil de provincie Noord-Holland, samen met de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, gemeente Waterland, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat, Defensie en overige hulpdiensten bekijken of alle partijen goed zijn voorbereid als Marken overstroomt.

Barbara Teerhuis woont al haar hele leven op Marken. Deze woensdagochtend staat ze ook op het parkeerterrein, klaar om geëvacueerd te worden. Ze heeft een grote tas en 3 kattenbenches bij zich. Met in elke een knuffelbeest; haar echte katten zitten nog thuis. Of Barbara haar huisdieren tijdens een echte overstroming ook mee zou nemen? “Nee, ik denk dat ik ze boven op zou sluiten, met genoeg voer tot we weer terug naar huis kunnen. Want dit allemaal meeslepen blijkt toch best wel een hoop gedoe.” Ze vindt het goed dat de oefening wordt gehouden. “Veel mensen onderschatten denk ik toch de risico’s en gevolgen”. 

Acuut gevaar
Om haar heen rijden brandweerwagens en legervoertuigen af en aan. Een uur eerder zijn de leerlingen van de basisschool al van het eiland afgevoerd. “Dit doen we met gepast tempo”, zegt een medewerker van de brandweer. “Er is nu namelijk nog geen acuut gevaar: op dit moment is er alleen nog maar de dreiging van de dijk die doorbreekt.” Donderdag is Marken volgens het scenario overstroomd en worden de nog aanwezige bewoners over het water naar veilige plekken gebracht.

Volgens Iwan Schaap, projectleider bij de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, is Waterwolf uniek qua omvang. “We hebben een plan, dat we deze week testen. Er zijn meer dan 1000 mensen op de been en er werken 35 verschillende organisaties samen. Het is vooral heel belangrijk om te kijken of de afstemming tussen alle partijen goed gaat, dat is namelijk in de werkelijkheid ook cruciaal.”

Op het parkeerterrein staat inmiddels alweer een nieuwe groep bewoners klaar om geëvacueerd te worden. Een sergeant van het leger vraagt of er al wat mensen plaats kunnen nemen in het gereed staande grijze bestelbusje. “Een busje?”, roepen 3 bewoonsters in koor. “Nee joh, wij wachten wel op het volgende legervoertuig. Wanneer krijg je nou de kans om daar eens in te zitten?”

woensdag 2 november 2016

Genomineerden Waterinnovatieprijs 2016 bekend

De Unie van Waterschappen reikt elk jaar de Waterinnovatieprijs uit aan innovatieve projecten die toepasbaar zijn binnen de taken van de waterschappen. De jury onder leiding van Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, heeft de genomineerden per categorie bekendgemaakt.

Bedrijven, belangenorganisaties, kennisinstellingen, overheden en particulieren zonden in totaal 159 innovatieve waterprojecten in.

Naast de gebruikelijke categorieën 'Waterveiligheid', 'Schoon water' en 'Voldoende water' is er dit jaar een categorie 'Waterbewustzijn'. En er kan vanaf vandaag gestemd worden op de genomineerde projecten voor de 'Publieksprijs' via www.waterinnovatieprijs.nl.

Op 17 november worden de winnaars van de Waterinnovatieprijs 2016 bekend gemaakt tijdens een feestelijke prijsuitreiking in de Rijtuigenloods te Amersfoort, tijdens de Markt- en Innovatiedag Waterschappen. Voor meer informatie over de genomineerden: www.waterinnovatieprijs.nl.

Genomineerden in de categorie 'Waterveiligheid'
-    Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier met  'Innovatief zandsproeien bij dijkverbetering Nauernasche Vaart'
-    Waterschap zuiderzeeland + KPN Consulting met  'Clickey-klem + De Slimme Muskusrattenval'
-    Waterschap Rivierenland met 'Integrale omgevingsaanpak bij Dijkversterking Diefdijklinie'
Genomineerden in de categorie 'Schoon water'
-    IF Technology met 'Smart polder'
-    Het hoogheemraadschap van Delfland met 'S.C.H.O.O.N. (Schoonmaken effluent en Hergebruik voor Oppervlaktewater Op Natuurlijke wijze)'
-    Waterschap Vallei en Veluwe met de 'Bio-energiecentrale Harderwijk'
Genomineerden in de categorie 'Voldoende water'
-    Waterschap Rivierenland met de 'EQA-smartstuw'
-    Optigroen Dak- en Gevelbegroeiing met 'Smart Flow Control'
-    Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier met 'Achteroever Wieringermeer'
Genomineerden in de categorie 'Waterbewustzijn'
-    Waterschap Amstel, Gooi en Vecht met 'Battle of the Beach'
-    Waterschap Drents Overijsselse Delta met  'Milieubewust medicijnen voorschrijven'
-    Modified Materials BV met de 'Loodvrij vissen in de Roer'

Studenten bestrijden waterschaarste met zelfgemaakte dop

Voor een internationale ontwerpwedstrijd hebben UGent- studenten een structuur ontwikkeld die water uit de lucht kan halen om waterschaarste te bestrijden. De structuur is een combinatie van 3D- printing en biotechnologie.

Wereldwijd hebben vier miljard mensen minstens een maand per jaar last van ernstige waterschaarste. Daar wilden deze studenten iets aan doen. Ze ontwikkelden een zelf geprinte dop die water kan ontvangen uit de lucht.

Voor het ontwerp haalden de studenten inspiratie bij het schild van de woestijnkever, die de dauwdruppels op zijn schild condenseert om niet uit te drogen. Ze modelleerden het schild van de kever in 3D. De structuur ziet eruit als een dop in de vorm van een halve bol, en kan op een fles geschroefd worden om water handig op te vangen.

“We doopten de structuur Dewpal - wat in het Nederlands zoveel betekent als ‘watermaatje’”, vertelt student Bram Danneels. Samen met negen andere studenten en doctoraatsstudenten werkt hij aan het project.

Het materiaal waaruit de Dewpal geprint is, ontwikkelden ze zelf en is een bijzonder staaltje biotechnologie. Het bevat onder andere een eiwit dat al in de natuur voorkomt: het vormt ijskristallen en helpt om wolken te vormen uit gecondenseerd water. Zo zorgt het ervoor dat de condensatie zo optimaal mogelijk verloopt en er dus zo veel mogelijk water uit de lucht gehaald wordt.

dinsdag 1 november 2016

Waterschap Zuiderzeeland koploper zuiveren afvalwater

Waterschap Zuiderzeeland komt goed uit de ‘Bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer 2015’. Het gezuiverde afvalwater in Flevoland is relatief het schoonste en daarbij verbruikt Zuiderzeeland het minste energie ten aanzien van de andere waterschappen in Nederland.

Uit de bedrijfsvergelijking blijkt dat het gezuiverde afvalwater in Flevoland relatief het meest schoon is. Dit houdt in dat Waterschap Zuiderzeeland de verontreinigde stoffen in het afvalwater met het hoogste rendement verwijdert.

Een ander mooi resultaat is dat Zuiderzeeland dit het meest energie-efficiënt doet. Hier is de afgelopen jaren hard aan gewerkt. Ook zien we een daling van de directe kosten voor het zuiveringsbeheer. Al met al prachtige resultaten.

De vijf afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI’s) van Zuiderzeeland zorgen dagelijks voor het zuiveren van het afvalwater in Flevoland. De mooie resultaten betekenen niet dat Zuiderzeeland achterover gaat leunen. De komende jaren blijft Waterschap Zuiderzeeland werken aan het innoveren en duurzamer maken van het zuiveringsbeheer. Hierbij zijn het verder vergroten van de energie-efficiency en het terugwinnen van grondstoffen speerpunten. Het recentelijk door het bestuur vastgestelde Masterplan Duurzame Energie geeft hier mede invulling aan.

In de afgelopen maanden is er voor de zesde keer een landelijke ‘Bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer’ uitgevoerd. De resultaten van 2015 werden afgezet tegen de resultaten uit 2012. In zijn algemeenheid kunnen de waterschappen stellen dat  de zuiveringsprestaties stabiel goed zijn, dat de kosten voor het zuiveringsbeheer zijn gedaald en dat de waterschappen het zuiveren van afvalwater steeds duurzamer uitvoeren.