maandag 31 oktober 2016

Eerste resultaten onderzoek ’humuszuren uit afvalwater’ veelbelovend

In opdracht van STOWA, voert Tauw samen met Opure een onderzoek uit naar het terugwinnen van humuszuren uit afvalwater. Aanleiding voor dit onderzoek was de toegenomen aandacht voor humuszuren vanuit de landbouw. Humuszuren zitten ook in het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) en maken daar deel uit van de zogenaamde rest-CZV.

Afvalwater bevat componenten die waardevol zijn, denk aan cellulose (wc papier) fosfaat en zelfs de grondstoffen voor bioplastics. Het terugwinnen van deze componenten uit afvalwater op de rwzi is door de Nederlandse waterschappen hoog op de duurzaamheidsagenda gezet. Dit gebeurt onder de noemer De rioolwaterzuiveringsinstallatie als Grondstoffenfabriek. Dit heeft al successen opgeleverd, waaronder de terugwinning van meststoffen (struviet) uit afvalwater. 

Humuszuren zijn lange koolstofketens die het eindproduct zijn van biologische afbraakprocessen. In de praktijk blijkt dat humuszuren de opname van fosfaat door planten verbeteren. Bij bemesting wordt  jaarlijks meestal niet meer dan 10% tot 25% van de fosfaat door de plant opgenomen. De rest bindt in de bodem aan ijzer en calciumdeeltjes. Humuszuren bezitten de eigenschap om de ijzer- en calciumdeeltjes te binden. Door de bodem te voeden met humuszuren blijft daarom veel meer fosfaat beschikbaar voor de plant. Door humuszuren aan het begin van het groeiseizoen te doseren, is dus minder fosfaat nodig voor dezelfde agrarische opbrengst. Humuszuren worden nu nog via een chemisch proces uit bruinkool gewonnen en in Nederland ingevoerd uit bijvoorbeeld China of Amerika. Dat proces is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook erg kostbaar vanwege hoge transportkosten. Het terugwinnen van humuszuren uit ons afvalwater zou een mooi en duurzamer alternatief kunnen bieden.

Door het uitvoeren van analyses is verkend op welke rwzi’s de hoogste gehaltes humuszuren voorkomen. Daaruit bleek dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende rwzi’s. Op rwzi’s waar ook zuiveringsslib wordt verwerkt, komen de hoogste gehaltes humuszuren vrij. Bij een eerste pilot proef is afvalwater van de rwzi Amersfoort gebruikt om de humuszuren in een proefinstallatie terug te winnen. De resultaten hiervan zijn veelbelovend. Naast humuszuren bleken ook stikstof en fosfaat  geconcentreerd te worden; zij vormen samen de basis voor meststof. Het is dus mogelijk om gelijktijdig humuszuren en een meststof terug te winnen.

De succesvolle pilot proef smaakt naar meer. De volgende stap is om met de proefinstallatie een nog meer geconcentreerde stroom te maken. Ook worden er testen uitgevoerd met afvalwater van andere rioolwaterzuiveringen, waaronder Apeldoorn, Venlo en Tilburg. Daarna wordt nader naar de  afzetmarkt gekeken en wordt de financiële haalbaarheid van het concept beoordeeld. Er zijn aanwijzingen dat de winning van humuszuren ook voordelen heeft op de water- en sliblijn van de rwzi. Ook dit zal in een volgende fase verder worden onderzocht.

Tauw heeft de resultaten van dit eerste pilot onderzoek op 11 oktober 2016 gepresenteerd tijdens de bijeenkomst van het Platform Energie en Grondstoffen van de STOWA.

donderdag 27 oktober 2016

'Water potentiële derde grote energiebron'

Energiekansen in het waterbeheer optimaal benutten. Dat is het doel van de Energiecoalitie die Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen zijn aangegaan op de Nationale Klimaattop op 26 oktober. Onderzoek laat zien dat het watersysteem een enorme potentiële energiebron is naast wind en zon.

Met de Energiecoalitie willen Rijkswaterstaat en de waterschappen de realisatie van hun klimaat- en energie ambities versnellen. Daarnaast willen zij de potentie van het waterbeheer binnen de duurzame energietransitie in Nederland meer zichtbaar maken.

Een voorbeeld is de energiepotentie van warmte- en koude onttrekking uit oppervlaktewater. Die potentie is enorm, zo blijkt uit onderzoek van de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat dat op de Klimaattop is gepresenteerd. Er is gekeken naar de warmte en koude die watergangen, (diepe) plassen en poldergemalen kunnen leveren. Grofweg kan vanuit het watersysteem in 54% van de nationale koudevraag (bijvoorbeeld koeling van gebouwen) worden voorzien, namelijk 3,8 van 7 Petajoule. En in 12% van de warmtevraag (bijvoorbeeld verwarming van gebouwen), namelijk 42 van 350 Petajoule. Dat is een aanzienlijk deel van de totale hoeveelheid die nodig is om woningen en gebouwen in Nederland te verwarmen of te koelen. En veel meer dan de waterbeheerders zelf nodig hebben voor hun doelstelling voor energieneutraliteit voor wat betreft het warmteverbruik.

De potentie is met behulp van adviesbureau IF Technology op een digitale kaart van Nederland zichtbaar gemaakt. Het merendeel van de energiepotentie komt uit regionale wateren die waterschappen beheren. Om deze potentie daadwerkelijk te benutten zou deze nieuwe energiebron moeten worden gekoppeld aan de provinciale en gemeentelijke warmteplannen.

Energie winnen uit oppervlaktewater kan naast warmte en koude onttrekkingen ook door het gebruik van waterkracht en zoet-zout verschillen (zoals de 'blue energy' centrale op de Afsluitdijk). Daarnaast wordt gedacht aan het ter beschikking stellen van terreinen en oppervlaktewater aan derden voor duurzame energieopwekking, zoals drijvende zonnepanelen. Dit moet dan wel op een verantwoorde wijze in het waterbeheer worden ingepast. De Energiecoalitie zal innovatieve (pilot)projecten stimuleren. En met andere overheden, bedrijven en stakeholders verkennen hoe de energiepotentie van water volwaardig naast wind en zon gepositioneerd kan worden als derde grote energiebron in Nederland.

Bouw waterkering Nieuwe Haven Spakenburg na de herfstvakantie

De bouw van de nieuwe, zelfsluitende waterkering rond de Nieuwe Haven in Spakenburg begint na de herfstvakantie. In de Oude Haven is begonnen met het aanbrengen van het eerste deel van de waterkering in de grond.

De eerste twee weken na de herfstvakantie (vanaf 24 oktober) wordt gewerkt op de kop van de Weikamp en de noordelijkste 100 meter van de Kerkemaat. Vanaf 7 november wordt gedurende drie weken in de volledige Kerkemaat gewerkt. Het werkt bestaat in deze periode uit het drukken van de stalen damwanden, het draaien van funderingsbuizen en het aanbrengen van zogenoemde groutankers. Daarna gaat een deel van de Kerkemaat weer open. De werkzaamheden aan de Weikamp en de laatste 100 meter van de Kerkmaat lopen door tot na de jaarwisseling.
(Verkeers)ontsluiting

Als het werk in de Nieuwe Haven begint, treedt ook het (verkeers)ontsluitingsplan in werking. Er komt een ontsluitingsweg, die achter de woningen aan de Kerkemaat langs loopt. ‘Gewoon’ verkeer en bouwverkeer wordt ten allen tijde van elkaar gescheiden. Tijdens de werkzaamheden komen langs de Nieuwe Haven bouwhekken, net als in de Oude Haven, waarbij voldoende ruimte overblijft voor bewoners om de woningen te voet te bereiken. De Havendijk blijft gewoon open.
Parkeren in de omgeving blijft mogelijk, alhoewel sommige parkeerplaatsen tijdelijk worden opgeheven. Voor de bewoners van de Kerkemaat is een tijdelijke parkeerplaats beschikbaar op plan Zuyderzee.

Metselwerk is erg gevoelig voor winterse invloeden. Daarom wordt zoveel mogelijk van tevoren op een andere plek gemaakt. Zo wordt de nieuwe kademuur van de Weikamp al gemetseld in een werkplaats van Koelewijn Metselwerken. Hierdoor wordt vertraging door regen en vorst zoveel mogelijk voorkomen.

woensdag 26 oktober 2016

Schultz haalt samenwerking met Iran op gebied havens en water aan

Nederland gaat de samenwerking met Iran intensiveren op het gebied van watermanagement, havenontwikkeling en maritieme logistiek. De afspraken voor de samenwerking op regeringsniveau zetten de deur open voor Nederlandse bedrijven die orders van Iraanse opdrachtgevers in de wacht willen slepen op het terrein van water en havenontwikkeling.

Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft in Teheran met de Iraanse minister van Energie, H.E. Chitchian een Memorandum of Understanding getekend op het gebied van watermanagement. Iran wordt geconfronteerd met een toenemend tekort aan drinkwater en water voor de industrie en landbouw. Nederland heeft veel ervaring met watermanagement in het stroomgebied van de Maas en de Rijn en kan kennis hierover in Iran inzetten. Voor Nederlandse bedrijven liggen er in Iran kansen op het gebied van (drinkwater)voorziening, waterzuivering, hergebruik van water en het ontzilten van water.

In het Memorandum of Understanding zijn afspraken gemaakt voor samenwerking en uitwisseling van kennis tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijven over bijvoorbeeld de aanpak van droogte, grondwaterproblemen, waterkwaliteit en waterveiligheid. Minister Schultz: “Nederland heeft op het terrein van water en watermanagement veel expertise. De samenwerking tussen regeringen maakt het makkelijker voor de Nederlandse bedrijven om de Iraanse markt op te gaan, ook omdat de orders vaak van publieke opdrachtgevers zijn. We leggen hiermee een goede basis voor de Nederlandse bedrijven die zaken willen doen in Iran.”

Tijdens het bezoek hebben de Nederlandse ondernemingen Berson UV en Witteveen en Bos samenwerkingsovereenkomsten met Iraanse bedrijven ondertekend op het terrein van afvalwaterbehandeling en watertechnologie. Adverio Waste Systems verkocht  daarnaast een complete afvalbehandelingsinstallatie aan de stad Dezful. Van Oord sloot een samenwerkingsovereenkomst met Petro-Iran voor constructie-activiteiten op het gebied van olie- en gas.

Met de Iraanse regering is ook afgesproken dat Nederlandse en Iraanse universiteiten en kennisinstellingen gaan werken aan  kennisuitwisseling op het gebied van watertechnologie, energie, klimaat en milieu. Vanuit Nederland zijn daar onder meer Unesco IHE en Wageningen Universiteit bij betrokken. Nederland zet zich daarnaast in voor deelneming van Iraanse universiteiten aan Europese onderzoeksprogramma’s op het terrein van water en milieu.

Met de Iraanse minister van Transport, H.E. Mr. Akhoundi, heeft minister Schultz afspraken gemaakt voor samenwerking op gebied van havenontwikkeling, maritieme logistiek, offshore, scheepsbouw en transport naar het achterland. In Iran wordt de komende jaren veel geïnvesteerd in de uitbreiding van grote havens. De afspraken leggen een basis voor Nederlandse bedrijven die voor deze grote projecten opdrachten hopen te verwerven.

De Nederlandse handelsdelegatie onder leiding van minister Schultz is tot zaterdag 29 oktober i n Iran. Naast gespreken met Iraanse ministeries in Teheran,  zijn er ontmoetingen tussen Nederlandse en Iraanse bedrijven en is er een bezoek aan de Iraanse havenstad Bander Abbas.

Zeespiegelstijging in de Noordzee precies uiteengerafeld

Onderzoekers van de TU Delft zijn er, samen met andere partijen, in geslaagd om de zeespiegelstijging in de Noordzee precies te modelleren voor de afgelopen decennia. Volgens hen zijn de gevolgen van klimaatverandering in deze periode al zichtbaar in de Noordzee. De onderzoekers publiceren hierover in Geophysical Research Letters van maandag 24 oktober.

Zeespiegelstijging is een van de belangrijke wetenschappelijke onderwerpen van deze eeuw. De stijging van de zeespiegel is niet overal ter wereld hetzelfde; er zijn grote regionale verschillen. Promovendus Thomas Frederikse van de TU Delft richtte zich op de ontwikkelingen in de Noordzee en keek daarbij nauwkeurig naar de afgelopen decennia (1958-2014). De zeespiegelstijging is zeer precies bijgehouden in die periode. De vraag was vooral welke factoren er een rol in spelen en hoeveel deze bijdragen aan de waargenomen stijging.

‘Het ontrafelen van zeespiegelstijging is tamelijk ingewikkeld’, zegt Thomas Frederikse. ‘Er spelen nogal wat factoren een rol: het smelten op aarde van landijs in gletsjers en bijvoorbeeld op Groenland, het uitzetten van het zeewater door stijgende temperaturen, maar ook het gebruik van grondwater en zelfs de opslag van grote hoeveelheden zoetwater op het land in grote stuwmeren.’

Complicerend is verder dat zeespiegelstijging wordt gemeten ten opzichte van het niveau van het land. Maar het land beweegt zelf ook. Dit komt onder meer doordat de massaverdeling op aarde, door het smelten van landijs, een beetje verandert en de aarde daarbij een heel klein beetje vervormt. Een andere factor is de zogenaamde GIA (glacial isostatic adjustment). Dit is het ‘terugveren’ van het land na de ijstijden doordat het ijs in onze tijden veel minder druk uitoefent op de aardbodem.
‘In deze studie hebben we al deze verschillende invloeden voor de Noordzee weten te ontrafelen en precies gemodelleerd. Dit is belangrijk want dit betekent dat de modellen voor zeespiegelstijging nog betrouwbaarder worden.’

De stijging van de zeespiegel in de Noordzee bedraagt in de periode 1958-2014 ‘slechts’ zo’n 8 cm. De gemiddelde stijging van de zeespiegel over de hele wereld in die periode ligt hoger. ‘Dit heeft te maken met het feit dat we ons relatief dichtbij het smeltende landijs van Groenland bevinden’, verklaart Frederikse. ‘Dit is misschien tegen de intuïtie, maar hoe verder je hier op de wereldbol van afzit, hoe groter de gevolgen voor de zeespiegel zijn. Mocht omgekeerd het landijs op Antarctica sneller gaan smelten, dan hebben we dus juist in onze contreien een groot probleem.’

‘De waargenomen stijging is dus nog relatief beperkt’, zegt Frederikse. ‘Maar we laten tegelijk ook zien dat we de smeltende gletsjers en ijskappen ‘nodig hebben’ om de gemeten zeespiegelstijging te kunnen verklaren. In die zin zien we de gevolgen van klimaatverandering dus al in de Noordzee. We vermoedden al dat dit zo was, maar we hebben het nu echt aangetoond door de afgelopen vijftig jaar precies te modelleren.’

dinsdag 25 oktober 2016

Start renovatie rioolwaterzuiveringsinstallatie Amstelveen

Op donderdag 13 oktober gaf waterschapsbestuurder Rolf Steenwinkel het startsein voor de verbouwing van rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Amstelveen. Na de verbouwing kan de zuivering weer jaren effectief en efficiënt het afvalwater van Amstelveen en Ouderkerk aan de Amstel zuiveren.

De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Amstelveen is in 1992 in bedrijf genomen. Om te kunnen blijven voldoen aan de lozingseisen, is deze in 2006 al kleinschalig gerenoveerd.

De verouderde slib- en gasverwerking en de procesautomatisering worden met prioriteit vervangen. Ook de overige delen worden gerenoveerd en gemoderniseerd, zodat de RWZI de komende 15 jaar weer goed kan blijven functioneren.

maandag 24 oktober 2016

Verbetermaatregelen Brabantse Wal hebben effect

In het gebied van de Brabantse Wal is het afgelopen jaar een Watersysteemanalyse uitgevoerd. Evides maakt zich, samen met de provincie Noord-Brabant en de verschillende convenantpartners in de regio, sterk voor waterkwaliteit en natuurbeheer op de Brabantse Wal. Dat de maatregelen werken, blijkt uit de resultaten van de Watersysteemanalyse.

Op de Brabantse Wal ligt De Groote Meer in Ossendrecht. Dit ven met bijzondere plant- en diersoorten heeft door diverse oorzaken te maken met lage waterpeilen en teruglopende waterkwaliteit. Enkele jaren geleden werd gestart met de uitvoering van een gezamenlijk en grensoverschrijdend verbeterplan. Om nóg beter te kunnen beoordelen  welke maatregelen op korte en lange termijn het meest bijdragen tot natuurherstel, is een Watersysteemanalyse uitgevoerd. De belangrijkste conclusies: verbeteracties voor de natuur van De Groote Meer – dat grotendeels afhankelijk is van regenwater – kunnen beter worden gericht op de kwaliteit van het water dan op de kwantiteit. En voor de ontwikkeling van het ven is het belangrijk dat er een eind komt aan de bemesting van het nabijgelegen landbouwgebied Steertse Heide.

Om natuurverbetering en een goede waterhuishouding te realiseren, zijn er verschillende verbeterprojecten in gang gezet. Evides legt een wateraanvoerleiding aan waarmee we schoon overtollig water van het natuurgebied De Nol-Stappersven naar De Groote Meer brengen. Natuurmonumenten werkt aan het herstel van het Groote Meer en Kleine Meer door het verwijderen van begroeiing en het plaggen van de verrijkte bodem. Daardoor blijft het water langer in de vennen en verbetert de waterkwaliteit.

Deze en andere verbeterprojecten gaan zorgen voor een combinatie van goede, voedselarme omstandigheden en kwalitatief schoon water. Dat moet op den duur leiden tot een beter leefmilieu voor onder andere het oeverkruidverbond (een zeldzame Europees beschermde plantengemeenschap), de geoorde fuut en de kamsalamander.

donderdag 20 oktober 2016

Lage waterstanden op grote rivieren

Door een lange periode met weinig neerslag is de afvoer van de Rijn zeer laag voor de tijd van het jaar. Ook de afvoer van de Maas is laag voor de tijd van het jaar.

Ondanks de lage afvoeren is er voldoende water om aan de watervraag van industrie, natuur, landbouw en drinkwaterwinning te voldoen. De vraag naar water – voor natuur en landbouw – is in deze tijd van het jaar namelijk een stuk lager dan in de lente en zomer omdat het groeiseizoen voorbij is. Laagwater in de rivieren kan ervoor zorgen dat zout zeewater verder het land kan binnendringen. Door Rijkswaterstaat en de waterschappen wordt waar nodig extra doorgespoeld met zoet water om deze verzilting tegen te gaan.

Op de Rijn, Waal, IJssel, Nederrijn en Lek ondervindt de scheepvaart hinder van de lage afvoeren, doordat de diepgang van de vaarweg verminderd is. Rijkswaterstaat adviseert schippers om de ⤤scheepvaartberichtgeving goed in de gaten te houden.

Nieuw logo voor Waterschap Limburg

Per 1 januari 2017 fuseren de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas tot het nieuwe Waterschap Limburg. Het waterschap staat, net als andere waterschappen, voor droge voeten, veilige dijken en schoon en voldoende water. Waterschap Limburg doet dit echter op zijn eigen manier; vóór en mét de omgeving. Bij dit nieuwe waterschap hoort natuurlijk een nieuw logo en bijbehorende huisstijl, die opvallend fris en vernieuwend is!

Waterschap Limburg kenmerkt zich door een aantal kernwaarden; samen, communicatief, doelmatig en duurzaam. Het nieuwe logo van de organisatie ondersteunt deze identiteit. Naast de hierboven genoemde taken, wil Waterschap Limburg met name bekend staan als organisatie die samen met de omgeving werkt aan droge voeten, schoon en voldoende water. Organisaties en mensen in de omgeving zijn immers hard nodig om tot een succesvolle aanpak te komen. Daarom heeft Waterschap Limburg gekozen voor de pay-off “Met de omgeving, voor de omgeving’.

De komende maanden wordt het wagenpark van beide waterschappen gefaseerd omgetoverd tot één nieuw geheel. De overige middelen, zoals het briefpapier, website en gevelbelettering worden per 1 januari vervangen. Voor een aantal middelen, zoals bijvoorbeeld de informatieborden in het gebied, wordt er voor gekozen om dit gedurende 2017 gefaseerd te vervangen zodat de kosten beperkt blijven. De komende maanden krijgt Waterschap Limburg steeds verder vorm en zullen de nieuwe uitingen zichtbaar worden.

woensdag 19 oktober 2016

Schultz: 400 miljoen voor hoogwatermaatregelen langs de Maas

Minister Schultz (Infrastructuur en Milieu) heeft samen betrokken partijen 400 miljoen beschikbaar gesteld voor een pakket maatregelen om de Maasregio beter te beschermen tegen hoogwater. Het gaat concreet om acht projecten bij Thorn, Venlo, Baarlo, Arcen, Well, Oeffelt en tussen Ravenstein en Lith. De plannen hiervoor kunnen nu nader worden uitgewerkt. De werkzaamheden moeten vóór 2030 klaar zijn.

De verandering van het klimaat maakt extra bescherming van het gebied rond de Maas tegen hoogwater nodig. Bij het maken van de plannen trekken ministerie van Infrastructuur en Milieu, provincies, Maasgemeenten, Natuurmonumenten en waterschappen samen op in de stuurgroep Deltaprogramma Maas. De Maas is immers één geheel; maatregelen op de ene plaats hebben gevolgen op andere plaatsen.

Met de betrokken partijen is een gezamenlijk ontwikkeld waarmee de waterveiligheid door en combinatie van dijkverbeteringen en het creëren van meer ruimte voor de Maas. Ook de ruimtelijke ontwikkeling en natuur langs de Maas heeft baat bij het pakket.

dinsdag 18 oktober 2016

Samenwerking Zuiderwaterlinie officieel van start

Vijfentwintig partners willen samen de Zuiderwaterlinie op de kaart zetten. Tijdens het eerste grote Zuiderwaterliniecongres op Fort Isabella in Vught (onderdeel van de Linie) tekenden zij hiervoor een intentie-overeenkomst.

De Zuiderwaterlinie is de oudste, langste en meest benutte waterlinie van Nederland, die van west naar oost door heel Brabant loopt. De partners willen dit bijzondere erfgoed samen op de kaart zetten. Zo zijn er plannen voor een Lange Afstands Wandelpad, markeringen bij bezienswaardigheden en gezamenlijke promotie. Tot de ondertekenaars behoren de provincie Noord-Brabant, alle 14 gemeenten langs de linie, de Brabantse Waterschappen, de ANWB, Staatbosbeheer en Brabants Landschap.

Nederland heeft zich niet alleen eeuwenlang verdedigd tegen het water maar ook met behulp van het water. Dit blijkt wel uit de vele waterlinies die ons land kent. De Zuiderwaterlinie is een aaneenschakeling van Brabantse vestingsteden en hun ommeland; van Bergen op Zoom tot voorbij Grave. Het was de indertijd wereldberoemde vestingbouwer Menno van Coehoorn die er rond 1700 een samenhangend geheel van maakte. De Zuiderwaterlinie was niet alleen een verdedigingslinie maar markeert ook altijd een culturele grens tussen Noord en Zuid, zand en klei, protestant en rooms-katholiek: voorbij de Zuiderwaterlinie begint een andere wereld.

Gedeputeerde Henri Swinkels van de provincie Noord-Brabant is blij met de gezamenlijke ambities van alle partners die betrokken zijn. “Ons erfgoed vertelt de verhalen van Brabant. In de Zuiderwaterlinie zitten veel prachtige verhalen over ons verleden verborgen. Aaneengeschakeld vormt het het grootste erfgoedcomplex van Brabant. En alle betrokken gemeenten, waterschappen, Staatsbosbeheer, ANWB en Brabants Landschap beseffen dat we hier samen meer kunnen bereiken dan ieder voor zich. Ik ontmoet dan ook heel veel enthousiasme over deze samenwerking. Erfgoed verbindt en verbeeld, en deze overeenkomst is daar een prachtig voorbeeld van."

Provincie Zuid-Holland lead partner Europees waterveiligheidsproject FRAMES

De provincie Zuid-Holland is lead partner geworden voor het waterveiligheidsproject FRAMES (Flood Resilient Areas by multi-layEr Safety Approach). FRAMES gaat van start op 1 oktober 2016 met een looptijd van 3 jaar. Er is 8 miljoen euro beschikbaar, waarvan de helft gefinancierd wordt vanuit Interreg.

Op 29 september 2016 liet het Europese Interregfonds van het North Sea Region Programma weten dat de subsidieaanvraag gehonoreerd is. Doel van het project is om inwoners en infastructuur weerbaarder te maken tegen de gevolgen van mogelijke overstromingen en wateroverlast.

Door klimaatverandering neemt de hoeveelheid neerslag in Europa toe. Dit leidt tot hogere rivierwaterstanden in onze Delta. De kans op een dijkdoorbraak zal hierdoor toenemen. En als zo’n doorbraak zich voordoet leidt dit tot meer slachtoffers en een hogere schade.

Ook wordt de frequentie en intensiteit van hevige buien groter. Dit leidt tot meer wateroverlast en schade, met name in verstedelijkte gebieden en voor de land- en tuinbouw. Op nationaal niveau zijn er plannen hoe om te gaan met klimaatverandering en overstromingen, maar de opgave is om dit op lokaal niveau concreet te maken.

Er is een consortium gevormd met partijen uit Nederland, België, Duitsland, Engeland en Denemarken. In totaal zijn er 11 partners, waaronder regionale overheden, universiteiten en gebiedsbeheerders. De partners werken samen aan kennisontwikkeling en dragen financieel bij aan pilotprojecten. Voor de aanpak van klimaatverandering en overstromingen is co-financiering uit Europa noodzakelijk. Dit zijn namelijk gebeurtenissen die regionale en nationale grenzen overstijgen.

maandag 17 oktober 2016

Sneller op je bestemming door innovatieve aanpassing op bruggen

Tijdwinst voor automobilisten en de scheepvaart. Dat is het resultaat van een nieuw systeem – het brugmanagementsysteem – dat de provincie Noord-Holland vorig jaar lanceerde op al haar bruggen en sluizen. Onlangs tekenen ook de gemeenten Alkmaar, Zaanstad en het Hoogheemraadschap van Rijnland voor de aansluiting van hun bruggen op het nieuwe Brug Management Systeem van de provincie Noord-Holland.

Het Brug Management Systeem (BMS) adviseert de brugbedienaar een brug te openen aan de hand van gegevens over het weg-, water- en treinverkeer. Het systeem combineert data uit diverse bronnen, zoals van schepen en ov-bussen die zijn uitgerust met een ‘track-and-trace-systeem’ en van service providers, die data over het wegverkeer delen. Daarnaast zijn er gegevens van de verkeerscentrale van de provincie, waar wegen met camera’s worden gemonitord. Voor het eerst worden dergelijke data op deze brede schaal gecombineerd en gebruikt om de brugopeningen te optimaliseren.

Het systeem is beschikbaar voor alle organisaties die bruggen bedienen. De provincie werkt samen met andere overheden om tijdwinst te realiseren voor het wegverkeer en de scheepvaart. Nu sluit zij een overeenkomst af met de gemeente Zaanstad, Alkmaar en Rijnland, samen goed voor 24 bruggen en een sluis. Naar verwachting ondertekenen nog meer gemeenten en andere beheerders van bruggen en sluizen de samenwerkingsovereenkomst voor het eind van dit jaar. In 2017 zullen dan ongeveer 130 bruggen in Noord-Holland aangesloten zijn op het Brug Management Systeem. 

Het BMS is onderdeel van het project ‘Blauwe Golf’ waarmee een betere doorstroming op de weg en het water wordt bereikt. Onderzoek laat zien dat de wachttijd voor het wegverkeer door dit project in het jaar 2014 al fors afnam. Aanpassingen aan de bedientijden van Rijksbruggen zorgden bijvoorbeeld bij de Kaagbrug (A44) voor een daling van de wachttijd voor het wegverkeer met 45%. Bij de Rijksbrug van de A9 over zijkanaal C daalde de wachttijd met gemiddeld 15%, terwijl de brug vaker open ging. Voor de scheepvaart is de doorvaart via de ‘westelijke staande mastroute’ doordeweeks verkort van 9 uur naar 4,5 uur.

Gegevens over brugopeningen zijn real-time beschikbaar voor marktpartijen. De provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat, andere provincies en de havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam verzamelen data over wegverkeer, scheepvaart, openbaar vervoer en hulpdiensten. De provincie gebruikt deze data voor het BMS. De data is ook vrij beschikbaar voor marktpartijen voor gebruik bij (de ontwikkeling van) apps of navigatiesoftware.

vrijdag 14 oktober 2016

Tauw stimuleert Deventer huishoudens zelf regenwater af te koppelen

Met het Tauw-project ‘Word regenwaterambassadeur’ hebben de gemeente Deventer, Tauw, Drents Overijsselse Delta en waterschap Vallei en Veluwe de handen ineen geslagen om wateroverlast in de stad tegen te gaan. Het doel van dit project is om zoveel mogelijk huishoudens in Deventer zover te krijgen dat zij thuis regenwater gaan afkoppelen.

Om wateroverlast tegen te gaan is het belangrijk dat regenwater niet in het riool belandt, maar op eigen terrein wordt benut. Dit zogenaamde afkoppelen kunnen burgers vrij simpel zelf verzorgen, bijvoorbeeld door de regenpijp aan te sluiten op een infiltratievoorziening, of door water op te vangen in een regenton. In de wijk ‘De Worp’ in Deventer is al veel gedaan om de buurtbewoners bekend te maken met de mogelijkheden van afkoppelen. Hier hebben al ruim zestig huishoudens actie ondernomen.

Om te zorgen dat dit initiatief zich verspreidt, is op 3 oktober een bijeenkomst georganiseerd waarbij samen met inwoners van Deventer is gezocht naar manieren om regenwater af te koppelen en her te gebruiken. Ook werd een rondje gemaakt langs de verschillende voorbeeldtuinen in de wijk ‘De Worp’.

Om huishoudens te stimuleren, stellen de gemeente en de waterschappen voor elke vierkante meter afgekoppeld dakoppervlak 8 euro subsidie beschikbaar. Ook is de rol van ‘regenwaterambassadeur’ bedacht. Deze ambassadeurs nemen maatregelen om bij hen thuis regenwater te infiltreren en daarna buren en naasten te enthousiasmeren om hun voorbeeld te volgen.

donderdag 13 oktober 2016

Doelbedrag gehaald crowdfunding-actie voor onderzoek herkomst potvissen

Het doelbedrag is gehaald voor de crowdfunding-actie om de herkomst te bepalen van potvissen in internationale wateren. Foto's van de unieke staarten van potvissen worden wereldwijd verzameld en komen in een catalogus, waarmee de herkomst bepaald kan worden. Zo kan ook duidelijk worden waar de potvissen vandaan kwamen die begin 2016 strandden.

Begin 2016 spoelden bijna 30 potvissen aan in verschillende landen rondom de Noordzee, waarvan 6 op Texel. Men wil met dit project onderzoeken waar deze 29 potvissen precies vandaan zijn gekomen. Die informatie is nodig om te kunnen achterhalen wat de oorzaak van de strandingen zou kunnen zijn. Om te kunnen onderzoeken waar de potvissen vandaan zijn gekomen maken we gebruik van foto-identificatie. Potvissen zijn van elkaar te onderscheiden aan de hand van hun staartvinnen, die uniek zijn. Door staartvin-foto’s vanuit heel Europa te verzamelen en te vergelijken, kan men zien of de 6 potvissen van Texel ergens anders zijn gezien voor ze in de Noordzee terecht kwamen. Hiervoor moet een catalogus gemaakt worden met foto’s van allerlei verschillende Europese organisaties.

woensdag 12 oktober 2016

159 inzendingen in de race voor Waterinnovatieprijs

Dit jaar maken maar liefst 159 inzendingen kans op de Waterinnovatieprijs, een initiatief van de Unie van Waterschappen en de NWB Bank. De prijs wordt uitgereikt voor het meest vernieuwende idee of baanbrekende initiatief dat toepasbaar is binnen de taken en verantwoordelijkheden van de waterschappen.

Huisartspraktijken die andere medicijnen voorschrijven om de waterkwaliteit te bevorderen. Tuinmeubelen die overtollig regenwater tijdelijk opvangen en nieuwe, duurzame en goedkopere bekleding voor dijken. Dit is een kleine greep uit de 159 binnengekomen inzendingen voor de Waterinnovatieprijs 2016.

De projecten zijn ingezonden in de categorieën 'Waterveiligheid', 'Schoon water', 'Voldoende water' en 'Waterbewustzijn'. De diversiteit is groot. Zo zijn er oplossingen op het gebied van wateroverlast, initiatieven ter verbetering van de waterkwaliteit en nieuwe technieken voor kustverdediging ingediend. De inzendingen zijn afkomstig van zowel overheden als van particulieren en bedrijfsleven.

Onder leiding van de nieuwe juryvoorzitter Lidewijde Ongering, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, buigt een deskundige jury zich momenteel over de inzendingen. Begin november worden de genomineerden bekend gemaakt en kan er op Waterinnovatieprijs.nl gestemd worden voor de Publieksprijs.

De prijzen in de verschillende categorieën worden op feestelijke wijze uitgereikt op 17 november in de Rijtuigenloods te Amersfoort. De winnaars ontvangen een glazen kunstwerk van Gert Bullée en krijgen daarnaast een intensief versnellingstraject met een looptijd van 9 maanden.

Het gaat hierbij om een traject op maat waarbij een innovatiemakelaar de winnaar op weg helpt bij de realisatie of marktintroductie van de innovatie. Dit traject wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, STOWA, de Topsector Water en het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water.

dinsdag 11 oktober 2016

'Kennis van samenhang in watersysteem nodig om Nederland als uniek waterland te positioneren'

Om onze voeten in Nederland droog te houden, wordt water via sloten uit de polder via gemalen weggepompt en weggevoerd met behulp van kanalen en rivieren. Al deze ingrepen in het landschap maken deel uit van het Polder-boezemsysteem. Promovendus en universitair hoofddocent landschapsarchitectuur Inge Bobbink pleit voor meer zichtbaarheid en samenhang van deze waterelementen. De cultureel historische waarde en landschapsarchitectonische kwaliteit van het Polder-boezemsysteem gaat anders verloren, en daarmee de laagland-identiteit. Inge Bobbink promoveert dinsdag 11 oktober op dit onderwerp bij de TU Delft.

Inge Bobbink heeft een uitgebreide analyse gemaakt van het watersysteem in de Randstad en het noordelijke deel van de provincie Noord-Holland om een bijdrage te leveren aan de kennis over de landschapsarchitectonische kwaliteit van het Polder-boezemsysteem. Volgens Bobbink worden er teveel losse aanpassingen gedaan in het Nederlandse landschap: “De overheid, waaronder de waterschappen, kijkt nog teveel met de civiel technische blik naar waterbeheer: de praktische ingrepen die nodig zijn in het landschap om het water af te voeren. Er is aandacht voor het ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers en het ontwerp van de gemalen, maar aandacht om al deze elementen als onderdeel van het Polder-boezemsysteem te zien en te benadrukken, ontbreekt. Dit is belangrijk, omdat juist het Polder-boezemsysteem het vermogen heeft om de versnippering van het (stedelijk)landschap tegen te gaan een de ruimtelijke samenhang te versterken.”

Het waterbeheer moet veel meer in balans zijn met landschap architectonische keuzes: de manier waarop je waterelementen, zoals bijvoorbeeld een sloot, een vaart en de waterwerken, integreert in het landschap. Bobbink: “Technisch gezien kunnen we veel op het gebied van waterbeheer, maar het moet duidelijk zijn wat de functie van de ingreep is en hoe deze onderdeel is van het watersysteem en het landschap. Anders gaat er kennis verloren over keuzes die er gemaakt zijn. Bijvoorbeeld de keuze waarom delen van een boezem van het systeem worden afgekoppeld. De watergang die in de dijk ligt, doet niet meer mee in het systeem maar is nog wel als markant element in het landschap aanwezig. Ik zou deze dijk met daarin een watergang dan zo willen vormgeven dat het verhaal, ooit een boezem nu een relict, zichtbaar wordt.”

Bij een onderzoek naar het watersysteem in Nederland is klimaatverandering onvermijdelijk ook een factor. Als gevolg van klimaatverandering is er een toename in zware regenbuien. Bobbink: “In het stedelijke gebied kunnen de riolen de hoeveelheid water die tijdens een heftige regenbui naar beneden komt niet meer aan. Om het teveel aan water te kunnen opvangen worden nu bijvoorbeeld grachten - zichtbaar water - teruggebracht in Delft en Utrecht. Deze zijn onderdeel van het Polder-boezemsysteem en staan in verbinding met het water buiten de stad. In heel Nederland moeten zowel binnen als buiten de stad keuzes gemaakt worden om plekken te vinden waar het water tijdelijk kan worden opgeslagen. Het ontwerp van de uitbreiding van het systeem zou de onderliggende landschappelijke laag toegankelijk, zichtbaar en ervaarbaar  kunnen maken.” 

Met kennis over de ontstaansgeschiedenis en samenhang van het Polder-boezemsysteem kan Nederland zich beter positioneren als ‘Nederland waterland’. Ingrepen en nieuw ontwerp in het landschap kunnen hier aan bijdragen. Bobbink: “Om bewoners van Nederland bewust te maken van het feit dat zij veelal onder zeeniveau leven, zullen we altijd werken moeten aan de wateropgave. Vroeger werden zichtbare landmarks, zoals molens, ingezet om het water weg te pompen. Nu zijn het slechts vierkante gebouwen met onbekende functie. Door bijvoorbeeld een modern gemaal landschappelijk op een interessante wijze naast een molengang in te passen, kun je mensen bewust maken van de vernieuwing. Ook een uitkijkplatform op het dak van een gemaal kunnen wandelaar bewust maken van het water dat van laag naar hoog gepompt wordt. In de stad kun je mensen bewust maken van het water dat naar de rivier of de zee geleid moet worden, door bijvoorbeeld een waterbrug aan te leggen.”

maandag 10 oktober 2016

Den Helder sluit als eerste zeehaven aan op elektronisch havensysteem

NV Port of Den Helder is als eerste zeehaven in Nederland aangesloten op het elektronische havensysteem Maritime Single Window (MSW). Het systeem van Rijkswaterstaat voorziet in een aanzienlijke vermindering van de administratieve lasten voor overheid en bedrijfsleven.
De implementatie van het elektronisch havensysteem draagt bij aan de serviceverlening die bij Port of Den Helder al jarenlang hoog in het vaandel staat. De invoering betekent minder administratieve rompslomp voor de binnenkomende schepen.

Voor de provincie is het van belang dat Port of Den Helder zich niet alleen fysiek maar ook facilitair zó verder blijft ontwikkelen. De haven is, samen met de luchthaven en de Koninklijke Marine van groot belang voor de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid in de regio. Het steeds blijven verbeteren van het havenproduct draagt bij aan het behoud van die positie. De provincie is er trots op dat Port of Den Helder de eerste Nederlandse haven is die over dit systeem beschikt.

MSW is een elektronisch platform waarbij zeeschepen, die zeehavens binnenkomen en uitgaan, zich per bericht maar 1 keer hoeven te melden. Veel van deze berichten worden nu nog meerdere keren aan verschillende overheden als Rijkswaterstaat, Douane, Koninklijke Marechaussee, Zeehaven politie en de havenautoriteiten gemeld. Via het digitaal loket MSW worden de ontvangen maritieme berichten afgeleverd bij de verantwoordelijke overheidsdiensten en eventuele retourberichten van de diensten naar de marktpartijen (agentschappen, rederijen en havens) teruggestuurd.

De eerste uitwisseling van berichten vond bij Peterson Den Helder plaats, intensief ondersteund door medewerkers van Port of Den Helder. Ook 2 andere bedrijven, Den Helder Support Service en Seamar Services BV, gingen met succes over naar MSW. Na ruim 4 jaar van intensieve samenwerking is hiermee de eerste stap naar een volledig werkende MSW-keten gezet. Het systeem geldt binnenkort voor alle EU-grensoverschrijdende schepen. De volgende aansluiting is voorzien op 28 september waarbij Zeeland Seaports en de Rijkshavenmeester Westerschelde op MSW worden aangesloten.

vrijdag 7 oktober 2016

30 miljoen euro Vlaams geld voor sleeptank en golfbassin op Wetenschapspark GreenBridge

De Vlaamse regering maakt 30 miljoen euro vrij voor de bouw van een sleeptank en golfbassin op het Wetenschapspark GreenBridge.

Op haar Wetenschapspark GreenBridge zet de UGent volop in op Blue Growth: het duurzaam exploiteren van oceanen en zeeën. Onderzoeksdomeinen die hieronder vallen zijn blue energy (offshore wind-, golf- en getijdenenergie), aquacultuur, mariene biotechnologie, zeebodem mijnbouw en kustverdediging. Met een focus op deze specifieke sectoren verdiept en verbreedt GreenBridge haar oorspronkelijke kennispool.

De Vlaamse regering besliste onlangs om
 30 miljoen euro vrij te maken voor GreenBridge. Zo kunnen binnenkort op het wetenschapspark de graafwerken voor twee waterbassins starten die o.m. moeten toelaten schaalmodellen van kustwaterbouwkundige en offshore constructies (zoals havendammen, golf- en getij-energieconvertoren of offshore windturbines) te onderwerpen aan de inwerking van golven, getijstroming en wind. Tegen 2020 moeten de werken klaar zijn.

donderdag 6 oktober 2016

Dura Vermeer en Ploegam gecontracteerd voor gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum

Provincie Limburg en bouwcombinatie Mooder Maas, bestaande uit de bouwbedrijven Dura Vermeer en Ploegam, hebben het contract voor de uitvoering van Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum officieel ondertekend. De bouwcombinatie kwam als winnaar uit de bus bij de tender van het omvangrijke Noord-Limburgse waterveiligheidsproject. Het contract heeft een waarde van ruim 115 miljoen euro.

De komende jaren worden er in het gebied tussen de dorpen Ooijen en Wanssum tal van maatregelen genomen om de waterveiligheid te verbeteren: de Oude Maasarm wordt gereactiveerd, er worden dijken verlegd en er komen twee hoogwatergeulen. In Wanssum wordt bovendien de haven uitgebreid en een rondweg aangelegd. Door een integrale benadering is het gebied straks niet alleen beter beschermd tegen hoog water, maar ontstaat ook ruimte voor recreatie en andere economische ontwikkelingen. Met het heropenen van de Oude Maasarm en andere herstellende ingrepen in de rivierbedding ontstaat bovendien een uniek, waterrijk natuurlandschap.

Combinatie Mooder Maas heeft een aantal slimme oplossingen bedacht voor de gebiedsontwikkeling. Om ruimteverlies voor landbouw en natuur te beperken, worden dijken ingepakt in hoge grond.

Landbouwafwatering wordt gescheiden van het natuurlijke watersysteem voor een optimale natuurontwikkeling. Bruggen worden niet prefab, maar ter plekke gebouwd om een zo rank mogelijke oplossing voor alle bruggen in het gebied te waarborgen. Daarbij zet Mooder Maas in op streekparticipatie bij ontwerp en uitvoering en worden bestaande wegen en fietsverbindingen gemeden door het werkverkeer. Bovendien wordt het werk reeds in 2020 afgerond, twee jaren eerder dan gepland.

woensdag 5 oktober 2016

Afvalwater Schoonoord nu gezuiverd in Sleen

De rioolzuiveringsinstallatie in Schoonoord is opgeheven. De inwoners merken er niets van, maar hun afvalwater gaat nu via het nieuwe gemaal en een nieuwe persleiding naar de zuiveringsinstallatie in Sleen. Roel van der Veen, lid van het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen, heeft inmiddels ‘de knop omgezet’ en het gemaal in werking gesteld. Het project is onderdeel van de verbetering van de rioolwaterzuivering in Sleen.

De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Schoonoord stamt uit 1974 en was verouderd. Om ook in de toekomst blijvend te kunnen voldoen aan lozingseisen en milieu- en ARBO-richtlijnen is onderzocht welke aanpassingen nodig zijn. “Sluiting van de RWZI in Schoonoord en aanleg van een elf kilometer lange persleiding naar Sleen kwam daarbij als beste alternatief naar voren. Op die manier zijn we verzekerd van een goede waterkwaliteit en de veiligheid van de medewerkers”, verklaart Van der Veen.
RWZI Sleen gerenoveerd – zaterdag 15 oktober Open Dag

Om ook het afvalwater vanuit Schoonoord te kunnen verwerken, is de capaciteit van de RWZI in Sleen vergroot. Daarnaast is de installatie gerenoveerd en zijn er energiezuinige machines geplaatst. De rioolwaterzuiveringsinstallatie in Sleen verwerkt het afvalwater van de kern Sleen en vele kernen in de omgeving, waaronder Nieuwlande, Oosterhesselen, Zweeloo en Odoorn en nu dus ook Schoonoord. Zaterdag 15 oktober opent RWZI Sleen haar deuren voor het publiek. Belangstellenden zijn tussen 12.00 en 15.00 uur van harte welkom om een kijkje te komen nemen.

dinsdag 4 oktober 2016

Klimaatverandering versterkt nachtelijke stormen boven Victoriameer

Het Victoriameer in Oost-Afrika zal door de klimaatverandering een hotspot voor zware stormen worden. Dat blijkt uit een internationale studie die op 23 september is gepubliceerd in Nature Communications. Stef Lhermitte van de TU Delft werkte mee aan de analyse van de verschillen in stormen overdag (voornamelijk boven land) en ’s nachts (vooral boven het meer).

Het Victoriameer ligt tussen Oeganda, Kenia en Tanzania en is met zijn oppervlakte van bijna 70.000 vierkante kilometer het grootste meer van Afrika. Daarnaast staat het bekend als een gevaarlijke plek voor de 200.000 mensen die er ’s nachts vissen. Het Internationale Rode Kruis schat dat er jaarlijks 3.000 tot 5.000 vissers om het leven komen in de zware stormen die het meer teisteren.

‘Dat het Victoriameer ’s nachts zo stormachtig kan zijn, heeft te maken met de circulatie in de atmosfeer boven het enorme wateroppervlak en de temperatuurverschillen tussen land en water’, verklaart Stef Lhermitte, ten tijde van dit onderzoek nog in dienst van de KU Leuven, die meegewerkt heeft aan de analyse van die temperatuurverschillen. Overdag ontstaat er een bries die van het koele water naar het warme land stroomt. ’s Nachts is er een omgekeerde beweging: de landbries verplaatst zich van het afkoelende land in de richting van het warmere meer. Omdat het meer cirkelvormig is, komen die landbriezen uit alle richtingen samen boven het meer. Voeg daarbij de verdamping en je krijgt veel stormen, regen, wind en golven.

De wetenschappers konden dit patroon staven in samenwerking met de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Dankzij nieuwe NASA-satellietobservaties konden ze het aantal zware onweersbuien en de locatie ervan boven Oost-Afrika in kaart brengen en dat om de 15 minuten voor de periode tussen 2005 en 2013. Overdag zijn de meeste stormen boven het omgevende land, vooral de typische warmteonweders in de namiddag. ’s Nachts concentreren die stormen zich boven het Victoriameer.

Om na te gaan hoe de klimaatverandering dat proces zal beïnvloeden, voerde het team onder leiding van Wim Thiery (KU Leuven en ETH Zürich) ook klimaatsimulaties uit met een geavanceerd computermodel. Thiery: “Als we uitgaan van een ‘business as usual’-scenario, waarbij de uitstoot van broeikasgassen verder blijft stijgen, zal de extreme neerslag boven het Victoriameer dubbel zo sterk toenemen als die boven het omgevende land. Het meer zal daardoor een hotspot voor nachtelijke stormen worden. Superstormen die nu slechts eenmaal om de 15 jaar voorkomen, zullen dat tegen het einde van de eeuw bijna jaarlijks doen.”

In verder onderzoek willen de wetenschappers bestaande waarschuwingssystemen voor de lokale vissers verder verfijnen. Dankzij de resultaten wordt het mogelijk om extreme stormen boven het meer beter te voorspellen en de kwetsbaarheid van de lokale vissers te verminderen. Een prototype van een nieuw waarschuwingssysteem is reeds ontwikkeld.
 

maandag 3 oktober 2016

Innovatief opzetstuk voor je kraan bespaart 98 procent water

De kranen die wij in huis gebruiken zijn over het algemeen echte waterverslinders: iedere keer dat je de kraan aanzet om bijvoorbeeld je handen te wassen, spoel je veel meer water weg dan nodig is. De op Kickstarter gelanceerde Altered:Nozzle lijkt een goede oplossing te zijn om hier iets aan te doen.