maandag 29 februari 2016

Geluidsontheffing Zeetoegang IJmond ter inzage gelegd

Aannemersconsortium OpenIJ, dat in opdracht van Rijkswaterstaat werkt aan de aanleg van de nieuwe zeesluis in IJmuiden, heeft een geluidsontheffing aangevraagd voor baggerwerkzaamheden van april 2016 tot en met juli 2016 voor de realisatie van de Zeetoegang IJmond.

De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft hiervoor op 11 februari een ontwerpbeschikking ter inzage gelegd.

In de ontwerpbeschikking staat het voornemen om ontheffing te verlenen voor de avond- en nachtperiode en zon- en feestdagen. Aan de overschrijding van de geluidsbelasting worden maxima gesteld. Deze zijn te vinden in de ontwerpbeschikking en het akoestisch onderzoek voor de woningen op het Sluiseiland, aan Kanaaldijk (west, midden en oost) en de woonboten in het uitwateringskanaal. 

De ontwerpbeschikking, het akoestisch onderzoek en de andere bijbehorende stukken zijn van 11 februari 2016 tot 24 maart 2016 (digitaal) te vinden op de website van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. De stukken liggen ook ter inzage bij de provincie Noord-Holland (Houtplein 33 te Haarlem) en de gemeente Velsen (Dudokplein 1 te Velsen).

In 2016 start aannemersconsortium OpenIJ met de aanleg van de nieuwe grote zeesluis in IJmuiden. De komst van de nieuwe zeesluis in IJmuiden zal de bereikbaarheid van de havens in de Amsterdamse havenregio verbeteren en de economie in de regio stimuleren.

Nu de realisatie van de zeesluis in beeld komt, start ook het vergunningentraject. Voor de realisatie zijn veel verschillende vergunningen nodig. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied coördineert de vergunningen in opdracht van de provincie Noord-Holland. Hierdoor is er één loket, waar informatie over de vergunningen en het indienen van zienswijzen te vinden is.

Aannemersconsortium OpenIJ en Rijkswaterstaat vragen de benodigde vergunningen aan. De ontwerp-vergunningen worden ter inzage gelegd, voordat de vergunningen definitief worden verleend. Dan bestaat de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Alle informatie over de vergunningen is te vinden op www.odnzkg.nl.

vrijdag 26 februari 2016

Verruiming Twentekanalen en brug- en sluisbediening op afstand

De vaarwegen in Overijssel krijgen een flinke impuls. Minister Melanie Schultz van Haegen en gedeputeerde Bert Boerman hebben op 18 februari 2016 in de Combi Terminal Twente, in aanwezigheid van het Overijsselse bedrijfsleven, hun handtekening gezet onder de bestuursovereenkomst voor het verbeteren van de brug- en sluisbediening op de Twentekanalen.

Minister Schultz maakte vanmiddag ook bekend dat zij het besluit heeft genomen om te kunnen starten met realisatie van de verruiming van de Twentekanalen. “Deze verruiming betekent dat grotere schepen de achterliggende havens en bedrijven kunnen bereiken, en schepen vlotter kunnen doorvaren. Ik ben blij met deze solide afspraken met de provincie en ondernemers. Deze samenwerking geeft een grote impuls aan een duurzame groei van de Nederlandse economie.”

Gedeputeerde Boerman is blij dat door een goede samenwerking tussen Rijk en regio de provincie erin is geslaagd de service aan de vaarweggebruikers op peil te houden en in de nabije toekomst zelfs te verbeteren. “Hiermee stimuleren wij het goederenvervoer over water. Dat is noodzakelijk voor een goede bereikbaarheid van deze regio, de groei van de economie, de concurrentiepositie van de binnenvaart en de ondernemers langs de rijksvaarwegen.”

De overeenkomst die vandaag is ondertekend, bevat afspraken over bedieningstijden en over bediening op afstand vanaf 2018. Het uiteindelijke doel is beter op de vraag van de scheepvaart te kunnen inspelen. Voor de periode 2016-2017 is in het kader van het programma Beter Benutten afgesproken dat flexibele, meer vraaggestuurde bediening wordt toegepast in de regio’s Zwolle-Kampen-Meppel en Twente. Dat betekent dat schippers zich van tevoren aanmelden en binnen de vastgestelde bedientijden een bedienaar beschikbaar is om opgeroepen te worden. Hiermee worden de bedieningstijden maximaal afgestemd op de binnenvaart die gebruik maakt van de vaarwegen en is een goede bereikbaarheid voor de scheepvaart gegarandeerd.

Door de bediening op afstand vanaf sluis Eefde krijgen sluis Delden en sluis Hengelo in de toekomst dezelfde bedientijden als sluis Eefde. Dat betekent op termijn voor de Twentekanalen een verbetering ten opzichte van de huidige bedieningstijden. Provincie en Rijk dragen hiervoor beide 50% van de kosten, die ruim €2 miljoen bedragen.

Meppelerdiepsluis en Spooldersluis

In de regio Zwolle-Kampen-Meppel worden vanaf 2018 verschillende gemeentelijke bruggen op afstand bediend vanuit de Meppelerdiepsluis en Spooldersluis. Hier werken Rijk en regio samen in de bediening. De bediening wordt daarmee niet alleen efficiënter, maar bespaart op termijn ook kosten. Het Rijk, de provincies Overijssel en Drenthe en de regio Zwolle-Kampen-Meppel betalen hiervoor gezamenlijk € 1 miljoen. Binnenkort zullen ook deze afspraken in een bestuursovereenkomst worden vastgelegd.

donderdag 25 februari 2016

Rotterdam slaat slim en slank een brug

Rotterdam heeft er weer een innovatieve brug bij: superslank, van het lichtste materiaal, makkelijk te bouwen en makkelijk in onderhoud, dus ook nog eens goedkoper.

De brug ligt aan de Excercitiestraat (Crooswijk), en is 20 meter lang, 1,9 meter breed en toch maar 25 centimeter ‘dik’. Dat kan omdat de brug – inclusief de leuningen – bestaat uit composiet: vezelversterkte kunststof. Dat supersterke materiaal weegt weinig, wat superslanke bruggen mogelijk maakt. Uniek aan dit exemplaar is de leuning: nog nooit had een brug zo’n ingewikkelde maar slanke leuningconstructie van composiet.

Door dat lage gewicht kun je zo’n brug ook veel makkelijker plaatsen dan een conventionele brug van hout of staal; zo hoeft de fundering veel minder zwaar te zijn. En dat bespaart de buurtbewoners veel bouwoverlast. Ook gaat zo’n innovatieve brug langer mee dan hout of staal, wat flink scheelt in de onderhoudskosten.

Rotterdam moet honderden oude bruggen vervangen. Het Ingenieursbureau van de gemeente Rotterdam maakt daarbij steeds meer gebruik van slimme materialen: niet alleen vezelversterkte kunststof, maar ook hogesterktebeton. ‘In de aanschaf kunnen die moderne bruggen duurder zijn, maar de lange levensduur scheelt enorm in onderhoud en dus in de Rotterdamse portemonnee’, zegt wethouder Ronald Schneider (Stedelijke Ontwikkeling en Integratie). ‘En tegelijkertijd is het mooi dat we hierdoor zulke innovaties kunnen stimuleren.’

Voor de bouw van de brug heeft de gemeente nauw samengewerkt met de Rotterdamse bedrijven FiberCore Europe en Jules Dock Composites. Harald de Graaf, algemeen directeur FiberCore Europe: ‘De Excercitie-brug slaat een mijlpaal voor ontwerpen en bouwen met composiet. Dit materiaal zet in een razend tempo alle bouwconventies overboord. Naast beton en staal wordt composiet het derde constructiemateriaal – met ongekende mogelijkheden. Dat we samen met Rotterdam daarvoor de weg banen, maakt ons trots.’

Het Barendrechtse GKB nam de aanleg voor zijn rekening. Het beperken van de bouwoverlast voor omwonenden past binnen het gemeentelijke credo voor bouwprojecten ‘minder hinder, meer dienstverlening’.

Rotterdam bouwt composietbruggen sinds 2009 · gewicht brug Exercitiesingel: 6.100 kg · gewicht vergelijkbare brug in beton: 25.000 kg (indien überhaupt mogelijk) · gewicht vergelijkbare brug in staal: 12.200 kg · lengte wegdek: 20 m · lengte overspanning: 17,04 m · dikte: 25 cm · breedte: 1,9 m · nuttige breedte voor fietsers en voetgangers: 1,5 m · plaatsingsduur voor gemiddelde composietbrug: 1 uur · plaatsingsduur voor traditionele betonbrug: 3 weken · geschatte levensduur composietbrug: 60 tot 100 jaar · levensduur houten brug: 25 tot 30 jaar · aantal bruggen voor fietsers/voetgangers in Rotterdam: 850 · aantal opgeleverde composietbruggen: 90 (en tientallen deels in composiet); daarmee is Rotterdam wereldwijd een koploper

woensdag 24 februari 2016

Krachtige tool voorspelt gedrag watergolven

Een nieuwe haven of een windmolenpark op zee wordt straks voortdurend blootgesteld aan de kracht van brekende watergolven. Die golven hebben, onderweg vanuit de diepste oceaan naar ondiepere kustwateren, veel veranderingen ondergaan. Promovendus Ruddy Kurnia van de Universiteit Twente heeft wiskundige modellen ontwikkeld waarmee het golfgedrag razendsnel is door te rekenen, voor elke waterdiepte en rekening houdend met een kademuur, helling of scheepswand. Zijn software HAWASSI is nu al beschikbaar voor bijvoorbeeld havenontwerpers. Kurnia promoveert op vrijdag 19 februari.

De golven die we waarnemen aan het oppervlak, op volle zee of aan de kust, zijn samengesteld uit talloze andere golven op verschillende diepten. Vanuit het diepst van de oceaan bewegen zich golven die een lange golflengte koppelen aan een grote golfsnelheid, wat we uiteindelijk zien zijn korte golven die langzamer voortbewegen en ook in vorm en hoogte afwijken van die diepzeegolven. 
 
Het is complex om al die veranderingen in wiskundige modellen te beschrijven, vaak wordt daarom gekozen voor een vereenvoudigde benadering. Dat geldt bijvoorbeeld voor de dispersie: de relatie tussen de golflengte en de golfsnelheid. Kurnia gebruikt hiervoor geen benadering, maar de exacte relatie. Hij kiest ook niet voor een numerieke benadering, met sterk vereenvoudigde wiskundige beschrijvingen voor een serie tijdstippen, maar voor een precieze beschrijving van het samenspel van de golven op verschillende diepten, via de bewegingsenergie.

dinsdag 23 februari 2016

Waterschappen investeren 5 miljard euro

In de komende vier jaar investeren waterschappen 5 miljard euro. Ze verwachten daarvan 2 miljard euro te investeren in waterkeringen om Nederland te beschermen tegen het zeewater en overstromingen van meren en rivieren. Dit meldt CBS vandaag op basis van begrotingscijfers van de waterschappen.

De taak van waterschappen is om Nederland te beschermen tegen hoogwater, te voorzien van oppervlaktewater van goede kwaliteit en met een beheersbaar waterpeil en te zorgen voor een goede afvalwaterzuivering.  De waterschappen verwachten voor  de periode 2016-2019 naast de 2 miljard voor waterkeringen  nog  1,4 miljard euro te investeren in gemalen en andere infrastructuur om de hoeveelheid en kwaliteit van het oppervlaktewater beheersbaar te houden. Voor waterzuiveringsprojecten verwachten de waterschappen investeringen van 1,3 miljard euro en voor overige investeringen zoals (vaar)wegen, ICT en huisvesting 0,3 miljard euro.

et Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (noordelijk deel Noord-Holland) investeert in de periode 2016-2019 voor meer dan 300 miljoen euro in de bescherming tegen hoogwater vanuit de zee en de binnenwateren (onder andere vernieuwing Markermeerdijk, hoogwaterkering Den Oever en Prins Hendrikzanddijk Texel). Het Waterschap Noorderzijlvest (west en noord Groningen) investeert ook voor meer dan 300 miljoen euro in waterkeringen in dezelfde periode (onder andere dijkverbetering tussen de Eemshaven en Delfzijl, verbetering van de zeedijk Lauwersmeer en Waddenzeedijk). Waterschap Rivierenland (stroomgebied van Lek, Merwede en Waal) raamt investeringen van meer dan 300 miljoen voor onder meer dijkverbeteringsprojecten die vallen onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het programma Ruimte voor de Rivier.
Waterschappen heffen 2,7 miljard euro in 2016

Waterschappen hebben twee hoofdtaken: de watersysteemtaak en de afvalwaterzuiveringstaak. De uitgaven die de waterschappen maken voor die taken, dekken zij vrijwel geheel uit de waterschapsbelasting. Waterschappen verwachten in 2016 bijna 2,7 miljard euro op te halen aan belastingen. Dit is een stijging van 1,9 procent ten opzichte van 2015. Zowel de opbrengsten voor de bescherming tegen hoogwater en voldoende oppervlaktewater van goede kwaliteit (watersysteemheffing) als de opbrengst voor de zuivering van afvalwater (zuiveringsheffing) stijgen in 2016.

De opbrengst van de watersysteemheffing stijgt naar verwachting in 2016 met 2,5 procent naar 1,4 miljard euro. De watersysteemheffing is vooral bedoeld voor aanleg en onderhoud van waterkeringen, waterlopen alsmede het waterpeilbeheer. Deze heffing voor het
"houden van droge voeten en (kwalitatief) voldoende water" kent meerdere tariefsystemen. Zo betalen alle inwoners een ingezetenetarief per huishouden. Daarnaast is er een tarief ‘gebouwd’, voor woningeigenaren en eigenaren van bedrijfspanden. Dit tarief is gebaseerd op de WOZ-waarde van het gebouw. Ook zijn er aparte tarieven voor eigenaren van grond zonder bebouwing en van natuurterreinen. Deze laatste twee betalen een tarief per hectare grond.
De opbrengst voor waterzuivering stijgt met 1,2 procent naar 1,3 miljard euro. Huishoudens en bedrijven betalen deze heffing voor de zuivering van het afvalwater. De hoogte hiervan is afhankelijk van de mate waarin zij het water vervuilen, dit wordt uitgedrukt in vervuilingseenheden.


maandag 22 februari 2016

'Extra brug aan westkant snel aanleggen'

Er rijdt te veel verkeer door de Rotterdamse binnenstad dat daar niet hoeft te zijn. Door een heel pakket aan maatregelen voor fietsers, OV-gebruikers en de aanleg van extra oeververbindingen kan het autoverkeer over de Coolsingel met 40 procent en over de 's Gravendijkwal met 50 procent omlaag. Dit is een van de ontwikkelrichtingen uit het nieuwe Stedelijk Verkeersplan Rotterdam 2016-2030+ waarover de gemeente met bewoners, bedrijven en organisaties in gesprek gaat.

"De bestaande verbindingen over de Maas kunnen we beter benutten, met name voor openbaar vervoer. Denk bijvoorbeeld aan een tramlijn over de Willemsbrug of door de Maastunnels," stelt wethouder Pex Langenberg (verkeer en duurzaamheid). Ook kan er veel meer met vervoer over water, fietsroutes kunnen worden versterkt (met name de as Schieplein - Zuidplein) en de binnenstad dient meer dan nu te worden ontworpen vanuit de voetganger. Grote (auto)verkeerspleinen als het Hofplein en het Droogleever Fortuynplein moeten vriendelijker worden voor voetgangers en fietsers.

Uitgangspunt van het Stedelijk Verkeersplan is dat er een beter evenwicht ontstaat tussen auto's, openbaar vervoer, fietsers en voetgangers. Wethouder Langenberg: "Rotterdam biedt sinds de Wederopbouw ruim baan aan de auto. We zien echter dat behoeften veranderen. Mensen willen slim en efficiënt van A naar B wat kan betekenen dat ze eerst een stukje fietsen, daarna de boot pakken en dan met de metro verder gaan. In het plan kijken we daarom met een vernieuwende en brede blik naar het verkeer."

De ambities van het college ten aanzien van economische ontwikkeling en een gezonde leefomgeving liggen ten grondslag aan het Verkeersplan. Door het aanleggen van nieuwe verbindingen over de Maas, eerst over de westkant en op den duur aan de oostkant van de stad, en het beter benutten van de bestaande oeververbindingen verdwijnt een aanzienlijk deel van het autoverkeer uit de stadswijken. Dit levert ruimte op voor nieuwe ontwikkellocaties, groen en een autoluwe binnenstad. Naast een betere doorstroming zorgt het plan ook voor gezondere lucht. West en Zuid worden beter aangesloten op de ov-netwerken.

vrijdag 19 februari 2016

Ernstige waterschaarste treft vier miljard mensen

Wereldwijd hebben vier miljard mensen minstens een maand per jaar last van ernstige waterschaarste. Dat concludeert waterprofessor Arjen Hoekstra van de Universiteit Twente na jarenlang, omvangrijk onderzoek. Dit alarmerende aantal is fors hoger dan tot nu toe gedacht. Het baanbrekende onderzoek wordt gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science Advances.

Hoekstra’s team is de eerste onderzoeksgroep ter wereld die de watervoetafdruk van de mensheid van maand tot maand in kaart brengt en vergelijkt met maandelijkse waterbeschikbaarheid. “Soortgelijk onderzoek richtte zich tot nu toe alleen op waterschaarste op jaarbasis en werd slechts uitgevoerd in de grootste stroomgebieden”, zegt Hoekstra.

Met ernstige waterschaarste bedoelt Hoekstra de uitputting van water in een bepaald gebied. “Grondwaterstanden dalen, meren drogen op, er stroomt minder water door de rivieren en de watervoorziening naar industrie of boeren is in gevaar. In dit onderzoek hebben we de duurzame watervoetafdruk voor elk plekje op aarde vastgesteld. Vervolgens keken we naar het feitelijke waterverbruik. Is dat veel hoger dan het verbruik dat duurzaam en verstandig is, dan is er ernstige waterschaarste.”

In de wetenschap werd tot nu toe uitgegaan van ernstige waterschaarste bij 2 tot 3 miljard mensen. “Daarbij werd gekeken naar de beschikbaarheid van water op jaarbasis. Dat geeft een positiever en verkeerd beeld, want waterschaarste speelt juist in droge periodes”, vertelt Hoekstra. Hij beschrijft in zijn onderzoek voor iedere plek op aarde het aantal maanden per jaar dat mensen last hebben van ernstige waterschaarste. Dat varieert van nul tot twaalf maanden per jaar.

Van die vier miljard mensen merkt een groot deel direct de gevolgen van die waterschaarste. Vooral in Mexico, West-VS, Noord- en Zuid-Afrika, Zuid-Europa, Midden-Oosten, India, China en Australië is er regelmatig een direct tekort aan drinkwater of komen industrie en boeren in de problemen. In andere gebieden is er tijdens die schaarste nog wel ‘gewoon’ watervoorziening, maar ontstaan er problemen op langere termijn.

Hoekstra noemt de cijfers alarmerend en signaleert dat waterschaarste steeds hoger op de mondiale agenda staat. “Dat waterschaarste gezien wordt als een wereldprobleem, bevestigen we met dit onderzoek. Het World Economic Forum plaatst de mondiale watercrisis al een tijdje in de top drie van wereldproblemen, samen met klimaatsverandering en terrorisme.”

Hoekstra: “Overal ter wereld zie je dat de risico’s van een hoog waterverbruik steeds meer erkend worden. De groeiende wereldbevolking, veranderend consumptiegedrag en klimaatverandering hebben veel effect op de schaarste en kwaliteit van water.”

donderdag 18 februari 2016

Onderwaterbeton voor grondwater

Op 6 januari 2016 losten betonmixers 1838 m3 onderwaterbeton in een met damwanden afgezette bouwkuip waar de nieuwe N23 Westfrisiaweg straks onder de Middenweg doorgaat.

Met het aanbrengen van onderwaterbeton en damwanden ontstond een gesloten bouwkuip waar Heijmans het grondwater uit weg kon pompen, zonder dat dit invloed heeft gehad op de bodemwaterstand in de directe omgeving van de nieuwe onderdoorgang.

Om overlast op het omliggende wegennet te minimaliseren is het beton in 170 ritten aangevoerd via bedrijventerrein de Vaandel in Heerhugowaard en de werkweg over het tracé van de N23 Westfrisiaweg. Als het proces van uitharden er straks op zit kan de bouwer op 15 februari starten met het leegpompen van de bouwkuip, het afbranden van de overtollige damwanden en het reinigen van de vloer. Na deze werkzaamheden is de fundering gereed en kan Heijmans van start met het afbouwen van de onderdoorgang. 

Het toekomstige tracé van de N23 Westfrisiaweg, is vanaf de Middenweg in Heerhugowaard al goed te zien. Op deze plek duikt het gemotoriseerde verkeer straks op uit de onderdoorgang die onder de Middenweg door wordt aangelegd. Tijdens de realisatie van de onderdoorgang kan de Middenweg gewoon open blijven voor verkeer. De van oorsprong kaarsrechte Middenweg is op de locatie van de onderdoorgang namelijk onderbroken door een kleine slinger. Via deze slinger kunnen weggebruikers om de werkzaamheden heen rijden.

woensdag 17 februari 2016

Projectplan versterking Waddenzeedijk Texel ter inzage

De provincie Noord-Holland heeft het projectplan over de versterking van de Waddenzeedijk op Texel goedgekeurd. Het projectplan ligt van 22 februari tot en met 4 april 2016 ter inzage.

Versterking van delen van de Waddenzeedijk is hiermee een belangrijke stap dichterbij. Texel is straks voor de komende 50 jaar weer beschermd tegen overstromingen vanuit de Noordzee.

Delen van de Waddenzeedijk op Texel voldoen niet aan de huidige veiligheidsnormen tegen overstromingen. Het projectplan beschrijft de noodzaak van de versterking van de Waddenzeedijk op Texel, de uitvoering hiervan en de eventuele nadelige gevolgen ervan en hoe deze worden voorkomen of hersteld. Dit plan vormt de basis voor de versterking die in 2017 start en uiterlijk eind 2019 klaar moet zijn.

In het projectplan is de waterkering in een aantal secties opgedeeld, omdat de opbouw van de waterkering en de omgeving verschillend is. In totaal gaat het om 10 secties. Dit projectplan Versterking Waddenzeedijk Texel beschrijft de versterking voor 9 secties, te weten secties 1 tot en met 8 en sectie 10. Voor sectie 9, de Prins Hendrikdijk, wordt een apart projectplan opgesteld.

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) is als beheerder verantwoordelijk voor deze primaire waterkering en daarmee initiatiefnemer voor het opstellen van het projectplan.

Het ontwerpprojectplan heeft van 20 mei tot en met 30 juni 2015 ter inzage gelegen. Er zijn negen zienswijzen ingebracht op het ontwerpprojectplan en de m.e.r.-beoordeling. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen en het toetsingsadvies van de Commissie voor de m.e.r. is het projectplan aangescherpt.

dinsdag 16 februari 2016

Gezocht: innovaties voor sterkere dijken

Marktpartijen en kennisinstellingen worden uitgedaagd om innovatieve maatregelen te bedenken voor sterkere dijken. Waterschappen en Rijkswaterstaat, verenigd in de POV Piping, zoeken naar originele en effectieve manieren om het faalmechanisme Piping bij dijken te voorkomen.

De markt kan vernieuwende technieken en producten aandragen die de kosten en de maatschappelijk gevolgen van dijkversterking verminderen. De uitvraag voor de marktpartijen moet het overzicht van innovatieve maatregelen om piping tegen te gaan verder aanvullen.

Bij Piping stroomt water door of onder de dijk. Als daarbij zand meespoelt, verzwakt de dijk en dreigt een dijkdoorbraak. Een zestal waterschappen heeft op basis van de in ontwikkeling zijnde nieuwe rekenregels ten aanzien van piping een quickscan uitgevoerd. De waterschappen kwamen tot het beeld dat van de ruim 940 kilometer onderzochte dijk ongeveer 540 kilometer mogelijk niet voldoet aan de nieuwe conceptrekenregel. Dit kan grote financiële en ruimtelijke consequenties hebben. Traditionele dijkverbeteringen kunnen gaan leiden tot de aanleg van forse pipingbermen van enkele tientallen meters tot zelfs meer dan honderd meter breed. Of tot dure technische constructies zoals damwanden.

De POV Piping heeft de ambitie om de waterveiligheid te verbeteren tegen aanvaardbare kosten en met minder ingrijpende gevolgen voor natuur en inwoners. Hierbij werkt de POV Piping intensief samen met marktpartijen via de Taskforce Deltatechnologie.

Uit het eigen netwerk en via de methode ‘deep websearch’ (een slimme manier om via gekoppelde zoektermen en alternatieve zoekmachines databases te doorzoeken) heeft de POV Piping inmiddels 27 ideeën verzameld. Deze lijst moet compleet worden door de inbreng van marktpartijen en kennisinstellingen. Dat kunnen aannemers, uitvinders, studenten en ingenieurs zijn, mensen van binnen en buiten de sector. Nu wordt de markt gevraagd of er naast de bestaande 27 ideeën nog andere ideeën zijn. Op korte termijn wordt dezelfde vraag aan de kennisinstellingen gesteld.
Na een beoordeling van alle ideeën worden de meest kansrijke innovaties geselecteerd voor een vervolgtraject gericht op toepassing bij dijkversterkingen.

maandag 15 februari 2016

Bedreigde koraalsoort voor het eerst tot volwassenheid opgekweekt

UvA-onderzoekers zijn er samen met een internationaal team voor het eerst in geslaagd om kolonies van de ernstig bedreigde Caraïbische koraalsoort elandshoornkoraal (Acropora palmata) in het laboratorium op te kweken tot seksuele volwassenheid. Nog nooit eerder was het gelukt om een dergelijke Caraïbische koraalsoort tot reproductieve leeftijd op te kweken. De bevindingen van de onderzoekers zijn gepubliceerd in het meest recente nummer van het wetenschappelijk tijdschrift Bulletin of Marine Science.

Elandshoornkoraal behoort tot de belangrijkste rifvormende koralen in het Caraïbisch gebied. Vanwege zijn grote omvang en takvormige structuur vormt elandshoornkoraal van oudsher grote wouden in ondiepe rifwateren, die de kust beschermen tegen stormen van zee en een cruciale habitat bieden voor ontelbare andere organismen die van het rif afhankelijk zijn, waaronder ecologisch en economisch belangrijke vissoorten. Elandshoornkoraal kwam vroeger op uitgebreide schaal voor in deze regio, maar is de afgelopen decennia met 80 tot 90 procent afgenomen.

'We hebben kort geleden ontdekt dat elandshoornkoraal al na vier jaar seksueel volwassen is. Dat is voor ons groot nieuws,’ aldus Valérie Chamberland, promovendus aan het Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics (IBED) van de UvA. ‘We weten nu immers dat jonge koralen die in het laboratorium zijn gekweekt en op een rif worden geplaatst, al na vier jaar kunnen bijdragen aan de natuurlijke gametenpool tijdens het jaarlijkse paaimoment van elandshoornkoraal.’

Elandshoornkoralen planten zich slechts een- of tweemaal per twee jaar voort, doorgaans enkele dagen na de volle maan in augustus. Tijdens die paainachten geven de kolonies van Acropora synchroon hun gameten (voortplantingscellen) af in het water. De meeste traditionele technieken voor het kweken van koraal zijn gebaseerd op ‘koraalcultivatie’ (coral gardening), waarbij kleine fragmentjes worden geoogst uit kolonies op het rif om verder te worden opgekweekt in speciale kraamkamers. Daarna worden ze weer op het rif teruggeplaatst. Het onderzoeksteam – bestaande uit onderzoekers van de UvA,SECORE International en het Carmabi Marine Research Station - hanteert een nieuwe techniek, waarbij kleine hoeveelheden gameten worden verzameld door rondom de kolonies voorzichtig speciale netten te plaatsen en zo de in het water zwevende gametenpakketjes te vangen. Vervolgens worden de zaad- en eicellen in het laboratorium bij elkaar gebracht, zodat er via reageerbuisbevruchting koraalembryo's ontstaan. De embryo's ontwikkelen zich binnen enkele dagen tot larven die kunnen zwemmen en zich uiteindelijk vasthechten aan een speciaal ontwikkelde ondergrond. Na een korte kweekperiode wordt het substraat met daarop de jonge koralen op het rif geplaatst. 

De volgende stap, volgens Chamberland, is nagaan of de gebruikte methode ook geschikt is voor riffen die ernstiger zijn aangetast dan het rif op de onderzoekslocatie. ‘Voor ieder afzonderlijk rif is een specifieke oplossing nodig om de oorzaken van de achteruitgang te kunnen aanpakken. Het uitzetten van in het laboratorium gekweekte koralen draagt alleen bij aan herstel van het rif als eerst de voornaamste oorzaken van de aantasting op die plek zoveel mogelijk worden weggenomen. Als volgende stap moeten we daarom onze technieken op een holistische manier gaan toepassen, in samenhang met andere beheersinstrumenten zoals visserijquota's, kustbescherming en regelgeving tegen vervuiling.’

vrijdag 12 februari 2016

Vewin is blij met afschaffing precariobelasting

Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) wil de precariobelasting afschaffen en zal hiervoor een wetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer. Gemeenten kunnen precario heffen op onder meer kabels en leidingen onder de grond. Deze belasting op hun leidingen is de drinkwaterbedrijven al jaren een doorn in het oog omdat zij deze moeten doorberekenen aan hun klanten. Vewin, de Vereniging van waterbedrijven in Nederland, is blij met zo'n wetsvoorstel omdat deze belasting indirect en onzichtbaar is voor de burger. Bovendien dreigt het aantal gemeenten dat deze vorm van belasting heft in hoog tempo groter te worden.

Vewin maakt zich al sinds 2004 hard voor afschaffing van deze onwenselijke belasting en weet dat ook een meerderheid van de Tweede Kamer van deze belasting af wil. Afgelopen november stemde de Kamer in met een motie voor spoedige afschaffing van de precariobelasting op gas-, water- en elektriciteitsnetwerken.

Het beoogde wetsvoorstel van minister Plasterk gaat uit van afschaffing van precario en biedt gemeenten tien jaar de mogelijkheid om maximaal het tarief te hanteren zoals dat op 1 januari 2016 in hun gemeente geldt. Over uiterlijk tien jaar zal alle precariobelasting op kabel- en leidingnetwerken van nutsbedrijven afgeschaft zijn. Afschaffing kan plaatselijk mogelijk eerder plaatsvinden wanneer er sprake is van grote hervormingen van het gemeentelijk belastinggebied. Minister Plasterk wil met het wetsvoorstel voorkomen dat met ingang van 1 januari 2017 de tarieven voor precario verder stijgen en wil dat het aantal gemeenten dat deze vorm van precario heft niet groter wordt.

Combinatie Witteveen+Bos/RPS sluit raamcontracten met vier waterschappen

Ingenieurs- en adviesbureaus Witteveen+Bos en RPS hebben de raamcontracten gegund gekregen van vier waterschappen. Het contract met het Hoogheemraadschap van Delfland is op 27 januari 2016 getekend. Met de andere drie partijen, Waterschap Aa en Maas, Waterschap Brabantse Delta en Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard, worden de contracten binnenkort ondertekend voor verschillende integrale technische adviesdiensten, waaronder waterbouw, dijken, waterbeheer, onderhoud, beleid en onderzoek, wegen en afvalwater.

De waterschappen deden een gezamenlijke uitvraag voor raamcontracten met ingenieursbureaus, waar Witteveen+Bos en RPS als combinatie op hebben ingeschreven. Met de vier opdrachtgevers zijn contracten ondertekend voor in totaal 22 percelen. Binnen de raamcontracten verwachten de partijen opdrachten rondom projecten in de civiele techniek, werktuigbouwkunde, bouwkunde en elektrotechniek, zoals deze voorkomen bij de deelnemende waterschappen en hoogheemraadschappen.

De raamcontracten gelden voor een duur van twee jaar, met daarnaast twee keer de mogelijkheid op verlenging van een jaar. Ingenieurs van Witteveen+Bos en RPS werken al twaalf jaar in verschillende raamovereenkomsten met deze waterschappen samen. Samenwerking en partnerschap zijn essentieel voor de optimale aansluiting van de doelstellingen, bedrijfsvoering en beheer van de waterschappen. Witteveen+Bos en RPS bundelen opnieuw hun kennis en expertise om aan de verwachtingen te voldoen.

donderdag 11 februari 2016

Aandacht voor veiligheid op het water op Boot Holland

Vaar zoveel mogelijk stuurboordwal, passeer bruggen vlot en let op snelheid en golfslag. Dat zijn de thema’s waar ‘Varen doe je Samen!’ dit jaar de focus op legt. Het samenwerkingsverband wil de verkeersveiligheid tussen recreatie- en beroepsvaart verbeteren door het geven van voorlichting. ‘Varen doe je Samen!’ staat in samenwerking met provincie Fryslân, provincie Groningen en Rijkswaterstaat vanaf vrijdag 12 februari op watersportbeurs Boot Holland in Leeuwarden.

Veilig kunnen varen is voor de recreatie- en beroepsvaart van groot belang. Om de veiligheid op de Nederlandse grote vaarwegen te vergroten is 'Varen doe je Samen!' gelanceerd. Het gaat om een landelijk samenwerkingsproject van onder andere provincies, Rijkswaterstaat, de Koninklijke BLN-Schuttevaer en de Unie van Waterschappen. Naast voorlichting over de veiligheid, voorzorgsmaatregelen, nieuwe wet- en regelgeving , zijn mogelijke gevaarlijke situaties beschreven. Er zijn knooppuntenboekjes gemaakt met veilige adviesroutes.

Boot Holland vindt plaats van 12 t/m 17 februari 2016 in Leeuwarden. De stand van ‘Varen doe je Samen!’ heeft standnummer 5064. Watersporters zijn welkom voor praktische tips en kunnen op een (interactieve) vaarkaart hun knelpunten aangeven. De openingstijden zijn te vinden op www.boot-holland.nl.

woensdag 10 februari 2016

Onderzoek naar duurzame terugwinning humuszuren uit afvalwater

In opdracht van STOWA is Tauw gestart met een onderzoek naar de mogelijkheid om humuszuren terug te winnen uit afvalwater. Humuszuren worden vooral gebruikt als bodemverbeteraar in de landbouw. Tauw voert dit onderzoek uit in samenwerking met Triqua/Opure en een STOWA-begeleidingscommissie bestaande uit Waterschapsbedrijf Limburg en de waterschappen Vallei en Veluwe, de Dommel en Rivierenland. Het project past goed in de ontwikkeling van ‘de rioolwaterzuiveringsinstallatie als grondstoffenfabriek’.

De rwzi als grondstoffenfabriek is volop in ontwikkeling. Er lopen meerdere onderzoeken naar potentiële grondstoffen die gewonnen kunnen worden. Eén van die grondstoffen is humuszuren. Humuszuren worden vooral toegepast in de landbouw als bodemverbeteraar. Ze binden ijzer en calcium in de bodem en houden meer fosfaat beschikbaar voor de plant. Dit leidt tot een betere groei van gewassen die veel fosfaat nodig hebben.

In Europa worden momenteel producten met humuszuren gebruikt die via een chemisch proces worden gewonnen uit bruinkool dat afkomstig is uit de Verenigde Staten of Australië. Dat proces is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook erg kostbaar vanwege hoge transportkosten. Dit terwijl ons eigen afvalwater ook een zeker gehalte humuszuren bevat. Het winnen van deze humuszuren is in potentie een veel duurzamere optie, mits de kwaliteit en kwantiteit voldoende zijn en het uiteindelijke energiegebruik voor terugwinning acceptabel is. Op dit moment is er echter nog weinig bekend over het terugwinnen van humuszuren uit afvalwater.

De focus van het onderzoek ligt op het terugwinnen van humuszuren door middel van een proefinstallatie. Deze pilot moet duidelijk maken of humuszuren in afvalwater goed en schoon genoeg zijn om toe te kunnen passen. Proeflaboratoriumonderzoek en analyses maken deel uit van het onderzoek. Tauw zal het onderzoek leiden en zorgdragen voor de rapportage. Triqua/Opure zal met de proefinstallatie water van twee rwzi’s opwerken tot een geconcentreerd humuszuurproduct.

Tauw werkt mee aan het verduurzamen van de waterketen door het uitvoeren van landelijk toonaangevende onderzoeken. De afgelopen jaren hebben we ondermeer onderzocht of het mogelijk is om stikstof terug te winnen uit afvalwater. We hebben een verkenning gedaan naar de pyrolyse (verhitting zonder zuurstof) van zuiveringsslib en de inzet van het gepyroliseerde zuiveringsslib in de landbouw. Verder zijn we actief lid van het nutriëntenplatform, een netwerk van marktpartijen en de Nederlandse overheid dat streeft naar het terugwinnen van nutriënten.

dinsdag 9 februari 2016

Ministeries gaan wereldwijde waterproblemen samen aanpakken

De ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu gaan intensief samenwerken en financiering en expertise bundelen om de wereldwijde waterproblemen aan te pakken. Vóór 2019 moeten de waterproblemen in minstens 8 stedelijke delta’s meetbaar zijn verminderd. Het internationale draagvlak voor een preventieve aanpak moet zijn vergroot en de toegevoegde waarde van de Topsector Water moet in 2020 zijn verdubbeld.

Dat staat in de Internationale Waterambitie ‘Convergerende Stromen’, die de ministers Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), Kamp (Economische Zaken) en Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Juist Nederland kan – en moet – meer doen om de internationale waterproblemen het hoofd te bieden.

“We mogen niet toekijken hoe de gevolgen van overstromingen, droogte, orkanen en tsunami’s steeds groter worden. Net als in Nederland gaat het vaak om dichtbevolkte vlakke kustgebieden, met grote economische waarde. Nederlandse vindingen als ‘building with nature’ en Ruimte voor de Rivier zijn voor veel landen bruikbare en aansprekende oplossingen”, verklaart minister Schultz.

Minister Ploumen: “Droogte en overstromingen zullen de komende jaren steeds vaker voorkomen en vooral de armste landen en de meest kwetsbare mensen treffen. Nederland is het waterexpertland bij uitstek; onze bedrijven en waterschappen behoren tot de wereldtop. Logisch dus dat wij deze landen gaan helpen om zich beter te weren tegen waterproblemen om hun watervoorziening duurzamer te maken.”

“Nederlandse bedrijven staan wereldwijd bekend om hun expertise op watergebied. Bijvoorbeeld met landaanwinning, de aanleg van dijken en havens of het zuiveren en optimaal benutten van schaars water. Samen met kennisinstellingen en overheden werken meer dan 3000 bedrijven zoals ingenieursbureaus, baggeraars en scheepsbouwers, samen om de Nederlandse expertise steeds weer te vernieuwen en te verbeteren. En zo op vele plekken in de wereld bij te dragen aan het oplossen van waterproblemen als overstromingen, bodemdaling, verzilting en waterschaarste”, aldus minister Kamp.

Het World Economic Forum riep watercrises in 2015 uit tot grootste wereldwijde dreiging. Die dreiging biedt Nederland een taak en een kans. De Internationale Waterambitie kan niet zorgen voor minder stormen of regenval, maar kan de gevolgen van klimaatverandering wel helpen beperken. Het gaat om een totaalpakket van preventie tegen overstromingen, waterschaarste en watervervuiling, vooral in stedelijke delta’s en hun stroomgebieden. Voorbeelden zijn Jakarta, de delta van Bangladesh en de Mekong Delta in Myanmar en Vietnam. De schaal, urgentie en complexiteit van de wereldwijde wateruitdagingen vragen om een internationale en integrale aanpak.

Door bevolkingsgroei, economische groei, verstedelijking en veranderende leefpatronen neemt wereldwijd de vraag naar water en de vervuiling ervan snel toe. Tegelijkertijd heeft ook klimaatverandering een grote invloed op de overstromingsrisico’s en de waterbeschikbaarheid. De zeespiegel stijgt en het weer wordt extremer. Vooral in stedelijke deltagebieden zorgt dit voor grote uitdagingen. In 2050 wonen 7 van de 10 wereldbewoners in steden, waarvan ruim driekwart in stedelijke delta’s.

Met de Internationale Waterambitie wil Nederland bijdragen aan het verminderen van de overstromingsrisico’s, het verbeteren van de waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid in stedelijke delta’s en het handelspotentieel en verdienvermogen van de Nederlandse watersector vergroten. Nederland streeft daarbij geen 'quick fix' oplossingen na. Klimaatverandering, bevolkingsgroei, verstedelijking, vervuiling en overexploitatie vragen om duurzame totaaloplossingen. Dat vraagt ook verbinding met beleid op het gebied van landbouw/voedsel, energie en klimaat.

De Internationale Waterambitie heeft een looptijd tot 2019 en bouwt voort op de jarenlange samenwerking met een aantal deltalanden en bestaande programma’s. De ministeries willen vóór 2019 de waterzekerheid in minstens 8 stedelijke delta’s meetbaar verbeteren. Ook moet het internationale draagvlak voor een preventieve aanpak zijn vergroot en moet de toegevoegde waarde van de Topsector Water in 2020 zijn verdubbeld (t.o.v. 2010).

Daartoe moet Nederland worden versterkt als ‘Centre of Excellence’: niets is overtuigender dan de Nederlandse aanpak en ons kennisniveau in de vorm van icoonprojecten aan de wereld te tonen. Zoals de nieuwe Afsluitdijk en de Marker Wadden. De Internationale Waterambitie bevordert innovatie en kennisuitwisseling met buitenlandse partijen, aanwas van jonge waterdeskundigen, vestiging van internationale waterorganisaties in Nederland en ruimte voor ondernemerschap. De drie ministeries zetten in op een integrale aanpak, slimme coalities van lokale en internationale partijen, politiek en maatschappelijk draagvlak en publiekprivate financiering.

De interdepartementale en interbestuurlijke samenwerking is een pilot in de vernieuwing van het functioneren van het Rijk. In maart vorig jaar werd Henk Ovink namens de drie ministeries aangesteld als Nederlands eerste Watergezant. In 2018 vindt een eerste evaluatie van de samenwerking plaats. De conclusies zullen begin 2019 aan de Kamer worden aangeboden.

maandag 8 februari 2016

Op weg naar drinkwater zonder medicijnresten

Samen met de spinoff bedrijven NX Filtration en ARTECS gaat de Universiteit Twente nieuwe polymeren ontwikkelen voor het nanofiltreren van onder meer medicijnresten en pesticiden uit drinkwater. Vanuit de UT is de Materials Science and Technology of Polymers (MESA+ Instituut voor Nanotechnologie) betrokken bij het nieuwe project ‘24Water’, en ook waterleidingbedrijf Oasen.

Hoewel het drinkwater in West-Europa uitstekend is, staat de kwaliteit wel onder druk door bijvoorbeeld verontreiniging met medicijnresten, pesticiden en hormoon verstorende stoffen. Bestaande technieken om deze micro- en nanodeeltjes ook uit het water te halen, zijn kostbaar en verbruiken veel energie. Membranen met een ultradunne en selectieve polymeerlaag kennen deze nadelen niet: het water passeert deze laag, maar de schadelijke stoffen niet. Een ‘proof of concept’ is er al, op laboratoriumschaal: in de groep Membrane Science & Technology van prof Kitty Nijmeijer zijn al met succes nanofiltratiemembranen ontwikkeld.

De nieuwe UT spin-off NX Filtration gaat de stap van het lab naar industriële productie en grootschalige toepassing mogelijk maken. Daarvoor werkt de onderneming nauw samen met de groep Materials Science and Technology of Polymers van prof. Julius Vancso en met de bestaande spin-off ARTECS die veel ervaring heeft met de verwerking van polymeren en met het aanpassen van die polymeren voor de gewenste toepassing. Ook de eindgebruiker is bij ‘24Water’ betrokken: drinkwaterleverancier Oasen in Zuid-Holland. Dankzij partners uit de hele keten kan het verbeteren van de drinkwaterkwaliteit een belangrijke impuls krijgen.

Voor het project 24Water trekken de EU, het Rijk en de provincies Gelderland en Overijssel een miljoen euro uit, vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). In totaal zijn dertien projectvoorstellen gehonoreerd, in drie daarvan is de Universiteit Twente partner. In 24Water is NX Filtration de hoofdaanvrager.

Tauw scoort raamcontract met vier waterschappen

Tauw heeft een raamcontract gegund gekregen van vier waterschappen voor integrale technische advisering. Het raamcontract betreft een gezamenlijke uitvraag van de waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta, Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard en Hoogheemraadschap Delfland.

Het raamcontract omvat adviesdiensten op het gebied van waterbouw, dijken, wegen, waterbeheer, afvalwater, onderhoud aan watergangen en beleid en onderzoek. Het contract heeft een doorlooptijd van 2 jaar met de mogelijkheid tot 2 jaar verlenging. De verwachte omzet betreft 9 miljoen euro per jaar. De opdrachten worden per perceel verdeeld over maximaal tien contractpartners.

De waterschappen hebben ook de aankomende jaren een grote opgave als het gaat om veiligheid en schoon en voldoende water. Jeroen Gmelig, projectleider en beheerder van de raamovereenkomsten bij Tauw: ‘Wij zijn er trots op dat we deze partnerrol mogen vervullen. Hieruit blijkt de waardering voor onze integrale kennis op watergebied en de goede relaties die we hebben met de waterschappen.'

zaterdag 6 februari 2016

Koopmanspolder tijdelijk onder water gezet

De komende dagen loopt de Koopmanspolder bij Andijk en Wervershoof geleidelijk vol met water uit het aangrenzende IJsselmeer. Plaatselijke scholieren gaven daarvoor donderdag 4 februari het startsein. Voor het zover was, kregen zij een les over waterbeheer en waterveiligheid van gedeputeerde Cees Loggen en hoogheemraad Siem Jan Schenk.

Cees Loggen, gedeputeerde Water van de provincie Noord-Holland, en hoogheemraad Siem Jan Schenk, van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, waren donderdag naar Andijk gekomen voor het openen van de waterinlaat tussen Koopmanspolder en IJsselmeer. Voor het zover was, gaven beide bestuurders zo’n 50 leerlingen van groep 7 en 8 van de plaatselijke Dr. A. Kuyperschool een uurtje les over wat er allemaal bij komt kijken om als Noord-Hollanders droge voeten te houden. Tijdens de les werd onder meer stilgestaan bij de overstromingsramp die Noord-Holland in de nacht van 13 op 14 januari 1916 trof, waarbij tientallen slachtoffers te betreuren waren. Een afvalquiz bepaalde welke leerlingen later die middag de openingshandeling mochten verrichten. Daarna ging het per fiets naar de polder.


Gedeputeerde Loggen en hoogheemraad Schenk benadrukten ter plaatse nog eens het bijzondere karakter van de gebeurtenis: na jarenlange inspanningen om het water uit de polder te houden, zou die de komende dagen juist langzaam vollopen. Vijf leerlingen openden hierna met een symbolische druk op de knop de schuif tussen Koopmanspolder en IJsselmeer. De ‘koek-en-zopie’ die voor deze gelegenheid speciaal was opgebouwd, had niet te klagen over belangstelling van scholieren en de nieuwsgierig toegestroomde omwonenden.

Binnen enkele dagen zal het waterpeil in de polder het niveau van het IJsselmeer hebben bereikt, van 0.4 meter beneden NAP, en komt het water tot aan de voet van de dijk. De dijk zelf steekt dan nog ruim 4 meter boven het water uit, zodat het achterland geen moment in gevaar komt.

De Koopmanspolder, gelegen naast het IJsselmeer bij Andijk en Wervershoof, maakt als natuur- en recreatiegebied onderdeel uit van het Natuurnetwerk Nederland, voorheen bekend als Ecologische Hoofdstructuur. Het heeft sinds enkele jaren ook de functie van openwaterlaboratorium. Een proeftuin voor experimenten met hoog en laag water, om na te gaan wat daarvan de effecten zijn voor waterkwaliteit, natuur en leefomgeving. De provincie, het hoogheemraadschap, Rijkswaterstaat en waterinstituut Deltares zetten zich daarvoor in.

\
In 2014 onderging de polder een ware metamorfose toen het waterpeil met 20 centimeter werd verhoogd. De ondergelopen weilanden lokten veel vogels, waaronder soorten als kemphaan, grutto, slobeend en pijlstaart. De in- en uitlaatconstructie voor het water trok ook de nodige vis aan: van de 23 soorten die zijn aangetroffen kan ruim de helft trekken tussen IJsselmeer en polder.

Vorig jaar werd de waterstand met ruim een meter verlaagd om de effecten van droogte na te bootsen. Met de proef die donderdag in werking is gezet, kunnen de effecten op de natuur van de Koopmanspolder als binnendijkse waterberging worden bestudeerd. In het oostelijke deel van de polder stijgt het waterniveau met een meter, het westelijke blijft deels boven water. De functie van waterberging is van belang bij het voorkomen van wateroverlast.

Zodra het hoogste niveau is bereikt, wordt het water weer teruggepompt naar het IJsselmeer. Na afloop van deze proef krijgt de Koopmanspolder een hoog winterpeil en een lager zomerpeil, wat ideaal is voor de natuurontwikkeling.



vrijdag 5 februari 2016

The Ocean Cleanup kiest voor Scheveningen Haven

The Ocean Cleanup heeft Scheveningen-Haven gekozen als uitvalsbasis voor de eerste test op zee. Ook het Valorisatieprogramma Deltatchnologie, De Noordzeeboerderij en het Innosportlab Zeilen gaan zich vestigen in de Scheveningse Inno-port. Deze bedrijven verzilveren de kansen uit de agenda ‘Scheveningen Haven is en blijft haven' die in 2015 door de gemeenteraad is vastgesteld. 

Wethouder Karsten Klein (Stedelijke economie, zorg, havens en Scheveningen): "De Scheveningse Haven is perfect geschikt voor innovatieve bedrijven die zich bezighouden met bijvoorbeeld voeding, milieu en waterbeheer. De haven is ooit gegraven omdat mensen er hun brood konden verdienen. We zien langzaam maar zeker dit besef terugkeren. Scheveningen Haven is en blijft haven!"

De gemeente Den Haag werkt samen met verschillende marktpartijen aan extra bedrijvigheid in Scheveningen-Haven. Het college wil banen creëren door meer maritieme bedrijvigheid toe te voegen aan de haven, en ziet kansen op vier gebieden: visserij, watersport, offshore-dienstverlening en innovatie.

De gemeente heeft de ambitie om rond de derde haven van Scheveningen te komen tot Inno-port, een samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen die zich richten op vernieuwende projecten rond zee en kust. Op 1 februari kwamen in het Zuiderstrandtheater ruim 200 ondernemers bijeen om concrete kansen voor hun bedrijf of onderneming in Scheveningen-Haven te onderzoeken. Binnenkort presenteert de gemeente de nieuwe stimuleringsregeling Scheveningen Inno-port.

The Ocean Cleanup is een initiatief van de jonge Delftenaar Boyan Slat. The Ocean Cleanup wil plastic afval op efficiënte en passieve wijze uit de oceanen halen, door middel van een systeem van drijvende barrières die het plastic concentreren waarna het uit de oceaan gehaald kan worden. Als testlocatie is gekozen voor de Noordzeekust, met Scheveningen Haven als uitvalsbasis. De test start in het tweede kwartaal van 2016 en is bedoeld om te onderzoeken hoe het systeem zich gedraagt bij verschillende weersomstandigheden en zeecondities. Rijkswaterstaat helpt bij het uitvoeren van de test.

Begin mei start Proefboerderij Scheveningen met een onderzoek naar de technische haalbaarheid van zeewierteelt voor de kust van Scheveningen. Er is wereldwijd veel vraag naar zeewier, onder meer vanuit de voedingsindustrie, cosmetica en als bron van duurzame energie. Het is de bedoeling dat over 3 tot 5 jaar zeewierteelt voor de kust van Scheveningen op commerciële schaal mogelijk is.

De gemeente Den Haag neemt vanaf januari 2016 deel aan het Valorisatieprogramma Deltatechnologie en water (VP delta), onderdeel van de TU Delft. In Scheveningen-Haven wordt de komende vier jaar de ‘proeftuin kust- en waterbeheer Scheveningen' opgezet. Bedrijven en kennisinstellingen kunnen hier hun nieuw ontwikkelde concepten voor waterbeheer testen en demonstreren aan mogelijke afnemers.

Het InnoSportLab Zeilen is al vanaf 2010 actief in Scheveningen-Haven. Hun zeilsimulator staat bekend als de beste ter wereld. Het Innosportlab Zeilen gaat verder als zelfstandige stichting en krijgt de opdracht om de uitdagingen van het zeilen te vertalen in concrete business cases.

Naar verwachting zullen zich dit jaar nog meer innovatie bedrijven uit de maritieme economie vestigen in Scheveningen Inno-port.

The Ocean Cleanup heeft Scheveningen-Haven gekozen als uitvalsbasis voor de eerste test op zee. Ook het Valorisatieprogramma Deltatchnologie, De Noordzeeboerderij en het Innosportlab Zeilen gaan zich vestigen in de Scheveningse Inno-port. Deze bedrijven verzilveren de kansen uit de agenda ‘Scheveningen Haven is en blijft haven' die in 2015 door de gemeenteraad is vastgesteld.

donderdag 4 februari 2016

Larven van krill bekeken die onder winters zee-ijs leven

De larven van de kreeftachtige Antarctische krill bevinden zich in hun eerste winter vaak dicht onder het ijs. Met behulp van ijsnet SUIT (Surface and Under Ice Trawl) hebben onderzoekers voor het eerst de verspreiding en aantallen krill-larven onder het ijs van de Zuidelijke Oceaan op grote schaal kunnen bekijken.

Het aangetroffen bestand krill-larven onder het ijs bleek te bestaan uit meerdere kleine populaties, die onderling weer verschilden in leeftijd en grootte. Deze informatie kan helpen bij het bepalen van het beleid voor het beheer van Antarctische krill. Het onderzoek is nu gepubliceerd in het tijdschrift Polar Biology.

Er zijn wereldwijd veel verschillende soorten krill. Maar in de zuidelijke oceaan komt één soort in groten getale voor: Antarctisch krill (Euphausia superba). Deze soort vormt een belangrijke voedselbron voor veel soorten walvissen, vogels, zeehonden en pinguïns, die het hele jaar door of gedeelten van het jaar in het zuidpoolgebied leven. Jonge krill wordt daarnaast ook gegeten door bijvoorbeeld vissen, kwallen en andere kreeftachtigen. Ondanks dat deze dieren ook andere voedselbronnen hebben, is Antarctisch krill onmisbaar voor het in stand houden van het ecosysteem.

Er wordt ook veel door de mens op Antarctisch krill gevist omdat het veel zeldzame voedingstoffen bevat. Het wordt gebruikt als voedsel voor de kweek van garnalen en vis, in de veehouderij, in de farmaceutische en cosmetische industrie, voor consumptie of verwerkt tot krill-oliecapsules. Met behulp van vangstgegevens van vissers en resultaten uit wetenschappelijk onderzoek wordt er door de internationale organisatie CCAMLR (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources) op toegezien dat de krill op een duurzame manier bevist wordt. Hierbij wordt er niet alleen gekeken naar het effect van bevissing maar ook naar andere factoren die de krillpopulatie kunnen beïnvloeden. Een voorbeeld hiervan is de mogelijke afname van zee-ijs door klimaatverandering, wat een belangrijke rol speelt in het leven van Antarctische krill.

woensdag 3 februari 2016

Kadir van Lohuizen brengt gevolgen zeespiegelstijging in beeld

Fotojournalist Kadir van Lohuizen exposeert in Nieuw Land in Lelystad zijn fotoserie 'Where will we go?'. Met dit multimediaproject toont Van Lohuizen de humanitaire gevolgen van zeespiegelstijging.

2016 is het herdenkingsjaar van de grote overstroming in het Zuiderzeegebied die in 1916 plaatsvond. Direct gevolg van deze overstroming was het indienen van het wetsvoorstel voor de Zuiderzeewet wat uiteindelijk resulteerde in 's werelds grootste inpolderingsproject aller tijden, het Zuiderzeeproject. Dit jaar zal Nieuw Land juist extra aandacht besteden aan de actuele overstromingsgevaren in de wereld, onder meer met het tentoonstellen van het indrukwekkende multimediaproject 'Where will we go?'.

Kadir van Lohuizen (1963) heeft in zijn twintigjarige carrière als fotojournalist vele thema's en gebeurtenissen vastgelegd, waaronder conflicten in Afrika, vluchtelingen in Afghanistan. Hij heeft series gemaakt over de handel in bloeddiamanten en het leven langs en op de zeven wereldrivieren. Voor het project 'Where will we go?' selecteerde Kadir van Lohuizen acht locaties in de wereld waar hij de zichtbare gevolgen van de zeespiegelstijging fotografeerde.

dinsdag 2 februari 2016

Schuitje varen, theetje drinken

Varen we in Apeldoorn ook ooit naar de Overtoom? Stichting Apeldoorns Kanaal heeft advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos onderzoek laten doen naar de haalbaarheid van een Boat Conveyor voor de plek waar de A50 het kanaal kruist.

Het bevaarbaar maken van het Apeldoorns kanaal is een blijvende ambitie van de gemeenten langs het kanaal, het waterschap, de provincie en Stichting Apeldoorns Kanaal. Op Apeldoorns initiatief is er geregeld overleg om deze ambitie stapje voor stapje dichterbij te brengen. Verantwoordelijk wethouder Johan Kruithof: "Laat ik er duidelijk over zijn; het zal nog vele jaren duren eer we over het kanaal van Hattem naar Dieren kunnen varen. Dat is een stip op de horizon. Maar dat neemt niet weg dat we nu al veel kunnen doen."

Het bevaarbaar maken van het noordelijk deel tot Apeldoorn lijkt het snelst haalbaar. De Boat Conveyor zou boten over grote transportbanden over de snelweg kunnen trekken.

Op korte termijn kan het kanaal al veel levendiger worden gemaakt. Daarvoor wordt gekeken naar het verbinden en versterken van initiatieven van ondernemers, bewoners en verenigingen. Dit in navolging van eerdere successen van een vergelijkbare aanpak bij de Waal.

maandag 1 februari 2016

Tijdelijke verlaging waterpeil Kanaal door Walcheren

Van zaterdag 30 januari tot zaterdag 12 maart 2016 verlaagt de Provincie Zeeland het waterpeil in het Kanaal door Walcheren met 0,60 meter (+ 0,30 NAP). Dit is nodig voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan de kanaaloevers.

Het aflaten van het waterpeil in het Kanaal door Walcheren werd dit weekend uitgevoerd op zaterdag 30 januari en zondag 31 januari. Vanaf vandaag, maandag 1 februari 2016, starten de onderhoudswerkzaamheden. Het verhogen en oplaten van het kanaalpeil gebeurt op zaterdag 12 maart 2016 vanaf ongeveer 02.30 uur. Het waterpeil gaat dan weer omhoog (+ 0,90 NAP).

De komende zes weken voert de Provincie onderhoud uit aan de glooiing en de oever, onder andere bij de Arnebrug. De gemeenten maken ook gebruik van het lage waterpeil voor onderhoud aan de kademuren. De gemeente Middelburg voert onderhoud uit aan de kademuren, de gemeente Vlissingen voor onderhoud en inspectie aan de kades in de binnenhaven van Vlissingen.

Deze kanaalpeilverlaging heeft de volgende gevolgen voor de maximum toegelaten diepgang voor de scheepvaart:
•Voor de doorgaande scheepvaart tussen Vlissingen en Veere blijft e diepgang onveranderd, met uitzondering van de schepen die ontheffing hebben tot 4,3 meter, dit wordt nu ook 3,7 meter.
•Voor de scheepvaart tussen Vlissingen en het Zijkanaal naar Arnemuiden, met inbegrip van het verbreed deel van het Zijkanaal naar Arnemuiden: 4,3 meter.
•Voor de scheepvaart op het verbreed kanaal en het binnenhavengebied van Vlissingen, direct voor de grote Schutsluis: 7,3 meter. Vanaf de eerste binnenhaven tot de binnenkeersluis is dit 6,4 meter.
•Voor de scheepvaart naar Arnemuiden, vanaf de Arnebrug: 1,6 meter.

Sensortechnologie voor slim transport van rioolwater

In Assen, Groningen en Leeuwarden meten sensoren de kwaliteit van rioolwater. De metingen maken deel uit van een proef die aan moet tonen welke winst kan worden behaald met het online monitoren en actief sturen van rioolwater. De beoogde winst ligt op verschillende vlakken: minder vuilemissie naar oppervlaktewater, minder wateroverlast op straat, minder energieverbruik en uiteindelijk: minder kosten.

Op veel locaties in de stedelijke omgeving wordt regenwater afgevoerd via een gemengd rioolstelsel. Bij hevige regenval kan het rioolsysteem worden overbelast. Dit leidt tot ongewenste situaties zoals water op straat en de lozing van ongezuiverd rioolwater op oppervlaktewater. Door de klimaatverandering zullen zware regenbuien vaker voorkomen en heviger zijn. Om bij grote hoosbuien schade te voorkomen, zijn maatregelen nodig zoals het vergroten van de riolering, infiltratie in de bodem of kortdurende berging op straat. Deze maatregelen zijn duur, kosten tijd en hebben grote impact op de openbare ruimte. Een mogelijk aantrekkelijk alternatief biedt de gecontroleerde afvoer van (met regenwater sterk verdund) rioolwater naar geselecteerd oppervlaktewater met behulp van online monitoring en modellering. Met deze combinatie kan in potentie het transport en de overstort van rioolwater actief en gecontroleerd worden gestuurd,. Daarmee wordt de netto capaciteit van de bestaande infrastructuur vergroot.

Het project “Sensortechnologie voor slimme inzameling en transport rioolwater” is een samenwerking van de gemeenten Assen, Leeuwarden en Groningen, de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s, Wetterskip Fryslân en de waterbedrijven WMD en Waterbedrijf Groningen. Het project wordt uitgevoerd door het Water Laboratorium Noord (WLN).