donderdag 31 december 2015

Symposium 'Watersnoodrampen van alle tijden'

Op donderdag 14 januari 2016 organiseert Nieuw Land Erfgoedcentrum in Lelystad een symposium over 'Watersnoodrampen van alle tijden'. Het symposium wordt georganiseerd ter gelegenheid van de herdenking van de grote watersnoodramp in het Zuiderzeegebied op 13 en 14 januari 1916. Diverse sprekers vertellen over watersnoodrampen in het verleden en dreigingen in de toekomst. Het symposium is in samenwerking met Genootschap Flevo, Waterschap Zuiderzeeland, Vereniging voor Waterstaatsgeschiedenis en Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Meer informatie over het programma en aanmelden is te vinden op www.nieuwlanderfgoed.nl.

Op 13 en 14 januari 1916 voltrok zich een grote watersnoodramp in het Zuiderzeegebied. Door het hoge water van de dagen daarvoor en de vernietigende stormvloed in de nacht van 13 op 14 januari was de schade immens groot in deze regio. Juist deze ramp was de letterlijke druppel die de emmer deed overlopen. In datzelfde jaar werd het wetsvoorstel voor de Zuiderzeewet ingediend door Ir. Cornelis Lely. De eerste stappen voor het Zuiderzeeproject waren genomen.

Als we kijken naar wat er in het verleden is gebeurd en de ervaringen die we hebben opgedaan, zijn we dan met deze kennis voldoende voorbereid op de toekomst? Deze en andere zaken komen aan bod tijdens het symposium 'Watersnoodrampen van alle tijden'. Opening van het symposium wordt verricht door Deltacommissaris drs. Wim Kuijken. Ook spreekt de dijkgraaf van Waterschap Zuiderzeeland, Ir. Hetty Klavers. Waterstaatshistoricus van Rijkswaterstaat, drs. Bert Toussaint spreekt over Nederlanders op het wereldtoneel van waterbeheer. Verder komen aan het woord Dr. Henk Pruntel, onderzoeker bij Nieuw Land Erfgoedcentrum, Emiritus prof.dr.ir. Bart Schultz, professor land and water development UNESCO-IHE en prof. dr. Ir. Matthijs Kok, hoogleraar waterveiligheid aan de Technische Universiteit Delft en wetenschappelijk directeur van HKV Lijn in Water. Filosoof Bram Esser geeft aan het einde van de dag een bespiegeling Dagvoorzitster is journaliste en auteur Ilse Ruijters. Aanvang van het symposium is 10.00 uur. Deelname kost Euro 45,- en vanaf 1 januari 2016 Euro 55,-, inclusief lunch en nazit.

Onderdeel van het symposium is de opening van de fototentoonstelling 'Where will we go' van Kadir van Lohuizen. De tentoonstelling 'Where will we go' gaat over de humanitaire consequenties van de stijgende zeespiegel. Eerder dit jaar was Van Lohuizen met deze tentoonstelling een van hoofdexposanten van het FotoFestival Naarden.

Nieuw Land is museum + archief + studiecentrum in Lelystad en vertelt de geschiedenis van Flevoland met diverse vaste en tijdelijke tentoonstellingen, activiteiten en museumlessen. Aan de Lelystadse kust werken Bataviawerf, Nieuw Land en RCE Maritiem Depot samen aan een nieuw cultuurbelevingspark 'Batavialand'.

woensdag 9 september 2015

'Schaliegaswinning risico's voor drinkwater'

Er zijn risico's van schaliegaswinning voor de drinkwatervoorziening. Dat blijkt uit onderzoek van KWR dat vandaag door Vewin is aangeboden aan Tweede Kamerleden. Vewin, de vereniging van waterbedrijven in Nederland, maakt zich zorgen over deze risico's. Drinkwater moet aan zeer hoge kwaliteitseisen voldoen en verontreinigingen kunnen grondwater langdurig onbruikbaar maken. Bij de bescherming van grondwater moet het voorzorgprincipe daarom leidend zijn.

Bij winning van schaliegas is er sprake van zeer grote aantallen boringen met veel transport van chemicaliën en afvalwater. De kans, dat er dan iets mis gaat is daardoor groot. Een eenmaal opgetreden verontreiniging kan grote effecten hebben. De grondwaterbronnen kunnen namelijk lange tijd niet meer geschikt zijn om daar drinkwater uit te bereiden. Drinkwaterbedrijven willen die risico's niet lopen. Dit betekent dat in ieder geval geen schaliegaswinning moet plaatsvinden in gebieden voor de drinkwatervoorziening zoals grondwaterbeschermingsgebieden, intrekgebieden, boringvrije zones en strategische reserves. Wet- en regelgeving (Mijnbouwwet en Structuurvisie Ondergrond) moet daarvoor worden aangepast. In overige, niet uitgesloten gebieden, moet altijd de kwaliteit van het grondwater, zowel diep als ondiep, gemonitord worden.

KWR heeft onderzoek gedaan naar faalkansen, effecten, risico's en de manier van monitoring bij het boren naar schaliegas. In de VS wordt geschat dat het aantal schaliegasputten met gaslekkage op termijn kan oplopen tot 40% in delen van Pennsylvania. Er is ook gekeken hoe vaak in de Verenigde Staten vermorsingen en lekkages voorkomen. In maximaal 4% van de gevallen blijkt boorvloeistof, olie of vervuild water te worden gemorst. Bij blowouts (ongecontroleerd vrijkomen van gassen en/of vloeistoffen) kunnen zelfs miljoenen liters vervuild water in het grondwater terecht komen. Ook in de boorputten kan het volgens KWR misgaan wanneer de cementering van de buiswand niet goed is. De vervuiling bij boorputten blijkt zich in ongeveer 2% van de gevallen voor te doen. Hoewel de percentages relatief laag zijn, zijn de gevolgen voor de drinkwaterlevering mogelijk groot.

Het onderzoek leidt tot de conclusie dat met monitoring beter gekeken moet worden of er verontreiniging van het grondwater optreedt. De huidige manier van monitoren van grondwater bij booractiviteiten, is nog onvoldoende. De monitoring richt zich namelijk op verontreinigingen die ontstaan aan het maaiveld zoals vermorsingen. Er moet ook in het diepere, voor de drinkwatervoorziening relevante grondwater gekeken worden of er geen lekkages vanuit de boorputten zijn opgetreden. Ook na sluiting van de putten is monitoring noodzakelijk. Met een nulmeting moet bovendien de situatie vóór de schaliegaswinning worden vastgelegd. Dit is nodig om te kunnen bepalen of er door schaliegaswinning verontreinigingen zijn opgetreden. Daarom wil Vewin dat de eisen voor monitoring in de Mijnbouwwet vastgelegd worden.

Waddenfonds investeert in verziltingprojecten

Door het stijgen van de zeespiegel in de Waddenzee en door bodemdaling krijgt de landbouw in het Waddengebied steeds meer te maken met grondwater dat zout is. Het Waddenfonds ondersteunt twee projecten die de landbouw helpen om de verziltingproblemen het hoofd te bieden.

Het Dagelijks Bestuur van het Waddenfonds investeert € 918.925,-- in Spaarwater II. In het kader van dit project wordt samen met agrariërs onderzocht hoe slimmer omgegaan kan worden met zoet water. Door zoet water ondergronds op te slaan en door handig gebruik te maken van drainagesystemen wordt gezorgd voor een betere benutting van het kostbare zoete water in gebieden waar het grondwater zouter wordt. Ook worden irrigatietechnieken getest, die moeten leiden tot een zuinig gebruik van zoet water, met name in de aardappelteelt.

Het onderzoek van Spaarwater II vindt plaats op zes verschillende locaties in de provincies Groningen, Friesland en Noord-Holland. Plaatselijk worden akkerbouwers nauw bij het onderzoek betrokken. Op die manier leren ze de ontwikkelde technieken tegen verzilting toe te passen op het eigen bedrijf. De effecten van de maatregelen zullen niet alleen op bedrijfsniveau maar ook op regionale schaal worden beoordeeld. Spaarwater II gaat eveneens onderzoeken of met ondergrondse opslag van zoet water bepaalde ziekten zoals bruinrot kunnen worden bestreden.

Het Waddenfonds kent ook € 354.841,-- toe aan het project Zilte Aardappelketen in de Waddenregio. Dit project richt zich juist op het benutten van het zouter worden van het grondwater. Eerder is al aangetoond dat bepaalde aardappelrassen prima kunnen groeien onder zilte omstandigheden. Voor het Waddengebied wordt nu specifiek een verdere ontwikkeling van de teelt van zilte aardappelen onderzocht. ,,Landbouw is voor de Waddenregio een belangrijke economische sector’’, aldus voorzitter Klaas Kielstra van het Waddenfonds. ,,Ik ben dan ook erg tevreden dat wij de landbouw kunnen helpen bij het zoeken naar oplossingen voor de verziltingproblemen waar de landbouw steeds vaker mee te maken krijgt.’’

Zilte Aardappelketen in de Waddenregio beoogt eveneens de export van de ontwikkelde teelttechnieken te vergroten. Daarbij worden vooral de exportmogelijkheden onderzocht naar gebieden in de wereld die ook te maken hebben met verziltingproblemen. In Pakistan zijn de eerste proeven inmiddels gestart.

dinsdag 8 september 2015

Overstromingen in Amsterdam-Zuid na gesprongen waterleiding

Door een gesprongen waterleiding aan de Van der Boechorststraat in Amsterdam-Zuid, zijn daar dinsdagochtend verschillende straten helemaal ondergelopen. Delen van het nabij gelegen VU-ziekenhuis staan onder water. Het ziekenhuis heeft daarom in  sommige delen de stroom afgesloten om kortsluiting te voorkomen. Zeker 22 patiënten van de intensive care worden geëvacueerd. Via Twitter laat het ziekenhuis weten dat alle acute afdelingen, inclusief de polikliniek, gesloten zijn.

Minister ondertekent akkoord zoetwatervoorziening

Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) heeft op maandag 7 september haar handtekening gezet onder een overeenkomst met regio Oost om samen de beschikbaarheid van zoetwater voor de lange termijn veilig te stellen. In regio Oost kan de schop nu de grond in voor het uitvoeren van maatregelen en projecten uit het werkprogramma Zoetwatervoorziening hoge zandgronden.

In de regio’s Oost en Zuid Nederland liggen de hoge zandgronden. Hier is slechts een beperkte aanvoer van water mogelijk. Dit deel van Nederland is dus met name afhankelijk van regenwater. Nu al kennen we perioden met ernstige droogte. De klimaatverandering maakt het zuinig omgaan met water en zoveel mogelijk water vasthouden alleen maar groter. Daarom zet Oost-Nederland in op onder andere zuinig watergebruik, voorraadvorming in de bodem, aanpassing van bedrijfsvoering in de landbouw en natter maken van natuurgebieden.

In de regio Oost ondertekenden 112 partijen eerder zelf al de bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening Oost-Nederland. Dit zijn onder meer 4 provincies (Overijssel, Gelderland, Utrecht en Drenthe), de 5 betrokken waterschappen, bijna 80 gemeenten, terreinbeheerders, verenigingen voor particuliere grondeigenaren, natuur- en milieufederaties en de landbouw en tuinbouworganisatie. Ook drinkwaterbedrijf Vitens en Waterleidingsmaatschappij Drenthe ondertekenden de bestuursovereenkomst. “Het draagvlak om de plannen uit te voeren is dan ook zeer groot,” vertelt Gedeputeerde Bert Boerman van provincie Overijssel en tevens voorzitter van het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn-Oost, dat zich bezig houdt met het project zoetwatervoorziening Oost-Nederland. “Alle partijen steunen de plannen en willen in dit programma investeren. Door deze gezamenlijke aanpak kunnen we ons watersysteem klimaatbestendig inrichten en zorgen voor een goede balans tussen het voorkomen van wateroverlast en behouden van voldoende water in droge perioden.”

“Zoetwater is van levensbelang voor de economie en leefbaarheid van ons land. 17 procent van ons bruto nationaal product wordt verdiend met zoetwater. Water is van ons allemaal en ik ben dan ook blij met de voortvarende wijze waarop bestuurders, bedrijfsleven en andere partijen in de regio’s met ons samenwerken. Ik bespeur bij iedereen veel energie om de plannen uit te voeren”, aldus minister Schultz.

De bestuursovereenkomst met regio Oost is één van de zes overeenkomsten die de minister met de zoetwaterregio’s sluit. Na het vorig jaar gepresenteerde Deltaprogramma kunnen de regio’s nu daadwerkelijk aan de slag met de uitvoering van de verschillende zoetwatermaatregelen.

Het totaal aan investeringen voor de maatregelen uit het Deltaplan Zoetwater bedraagt 365 miljoen euro voor de periode 2016 tot 2021. Hiervan komt 150 miljoen euro uit het Deltafonds. De regio Oost investeert de komende zes jaar 114 miljoen euro in zoetwatermaatregelen. Hiervan dragen de regionale partners een bedrag van 87 miljoen euro zelf bij.

maandag 7 september 2015

Vervuiling door zware metalen leidde 415 miljoen jaar geleden tot misvormingen en massaal uitsterven in de oceanen

Tijdens een reeks oeroude biologische crisissen stierf tot 85 procent van de ongewervelde zeedieren uit. Uit onderzoek van misvormd fossiel plankton blijkt dat de oorzaak daarvan, ten minste gedeeltelijk, te vinden is in vervuiling door zware metalen.

Het Ordovicium en het Siluur (ca. 485 tot 420 miljoen jaar geleden) waren cruciale momenten in de evolutie van het leven op Aarde. In opeenvolgende korte periodes stierf uiteindelijk tot 85% van de mariene ongewervelde dieren uit, maar de oorzaak voor die sterfte bleef lange tijd ongekend.

Een internationaal team, geleid door Thijs Vandenbroucke (gastprofessor aan de UGent en onderzoeker bij het Franse CNRS) en Poul Emsbo (US Geological Survey), zocht naar de oorzaak van de misvormingen die systematisch voorkomen bij fossiel plankton dat dateert uit de aanvangsfases van die herhaalde periodes van massale sterfte.

In een artikel in het tijdschrift Nature Communications wijzen de wetenschappers op een sterk verhoogde concentratie aan zware metalen, zoals ijzer, lood en arsenicum, in fossiel materiaal van misvormd marien plankton uit het laat Siluur (415 miljoen jaar geleden). Van dit soort metalen staat vandaag vast dat ze heel toxisch kunnen zijn, en misvormingen in mariene organismes kunnen veroorzaken. De onderzoekers leidden daaruit af dat vervuiling door zware metalen de oorzaak was van de misvormingen in het oeroude plankton, en dus waarschijnlijk ook aan de basis lag van de uitstervingsfase die op ongeveer het zelfde moment aanving.

Dat dergelijke misvormde planktonfossielen uit de aanvangsfases van de periodes waarin ongewervelden uitstierven, herhaaldelijk en quasi systematisch gevonden worden, leidt tot de intrigerende mogelijkheid dat vervuiling door metalen en hun verspreiding doorheen zuurstofarme watermassa’s kan hebben bijgedragen tot vele, indien niet tot elk van deze catastrofale sterfteperiodes in de Paleozoïsche oceanen.

vrijdag 4 september 2015

Universiteit Gent brouwt bier met afvalwater

De faculteit Bio-ingenieurwetenschappen van de UGent brouwde het speciale bier ter gelegenheid van het eerste wereldwijde congres over hergebruik van grondstoffen uit waterige stromen, dat op 1 september doorgaat in Gent in aanwezigheid van provinciegouverneur Jan Briers. Geïnspireerd door de focus van het congres gebruikten de onderzoekers niet zoals gewoonlijk leidingwater, maar werd afvalwater van de brouwerij gezuiverd en gebruikt als brouwwater. Het resultaat is een lekker blond bier van hoge gisting.

Bier brouwen ter gelegenheid van een congres is niet nieuw voor de organisatoren, maar bier brouwen met afvalwater is dat wel. “Zo gaven we vorig jaar reeds een fles zelfontworpen bier aan de deelnemers van een congres over de wiskundige modellering van waterzuivering. Omdat het congres dit keer specifiek over hergebruik van grondstoffen uit waterige stromen gaat, wilden we een stap verder gaan”, zegt professor Ingmar Nopens, voorzitter van Centre Environmental Science and Technology van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.

'Als uitgangspunt gebruikten we afvalwater van de nieuwe Gentse stadsbrouwerij De Wilde Brouwers', legt Nopens uit. 'Dat hebben we opgezuiverd met behulp van membranen, een volwaardige technologie in de watersector die onder meer gebruikt wordt om zeewater te ontzouten tot drinkbaar water in streken met een nijpende waterschaarste, zoals het Middellandse Zeegebied, Californië, Australië en het Midden-Oosten. Het water had nadien nog enkele aanpassingen nodig, zoals het terug oplossen van een aantal mineralen, maar was vervolgens onmiddellijk bruikbaar als brouwwater. Conform de wetgeving werd de kwaliteit onderzocht en goedgekeurd door een geaccrediteerd drinkwaterlabo. De rest van het brouwproces houdt voor ons Belgen geen geheimen meer in, los dan van het recept, dat een geheim blijft tussen ons en De Wilde Brouwers.'

Het doel van dit specifieke bier is tweeledig. Enerzijds willen de makers aantonen dat veel technologieën voor hergebruik van grondstoffen al volwaardig en beschikbaar zijn. Er zijn geen futuristische of magische apparaten voor nodig, een slim gebruik van bestaande technieken is veelal voldoende. Het toepassen van hergebruik hier vereist vooral een mentaliteitswijziging bij de industrie, die slimmer moet gaan nadenken over de processen en materialen. Grondstofrecuperatie vergt uiteraard een inspanning en economische afweging op lange termijn. Maar in veel gevallen, zoals bijvoorbeeld water, zal de druk op de beschikbaarheid gestaag toenemen in de komende jaren. Hergebruik is hierbij een van de mogelijke pistes die we kunnen bewandelen.

Anderzijds willen ze de menselijke perceptie op de proef stellen. Hoe staan mensen tegenover producten die vervaardigd zijn uit gerecupereerde grondstoffen? 'Dit is een belangrijke sociale factor die vaak vergeten wordt wanneer we aan hergebruik van grondstoffen denken en die het welslagen ervan sterk zal bepalen”, zegt Nopens. “Het feit dat dit bier op het congres geschonken wordt, aan wetenschappers die het proces van opzuivering goed kennen, maakt het des te interessanter. We willen hierbij de slogan van de Universiteit Gent alle eer aandoen: Durf Denken! We willen mensen aanzetten na te denken over dit soort zaken in een bredere context.'

Belangrijke redenen voor hergebruik zijn eenvoudig te bedenken. Iedereen weet dat de fossiele brandstoffen deze eeuw uitgeput zullen raken, ook al handelen we er nog niet naar. Daarom zullen op het congres duurzame initiatieven gepresenteerd worden om de energie uit afvalwater terug te winnen, zowel rechtstreeks (restwarmte uit sanitair water) als onrechtstreeks (biogas-productie). Maar er zijn ook andere en soms meer nijpende tekorten aanwezig. Zo zullen binnen 60 à 70 jaar onze fosformijnen uitgeput zijn, terwijl dit een belangrijk mineraal is in bijvoorbeeld meststof en een tekort dus tot voedselschaarste kan leiden. En dat terwijl fosfor gewoon in ons afvalwater terecht komt na consumptie.

Een ander voorbeeld is water. Nopens: 'Weinig mensen beseffen het, maar Vlaanderen is een risicogebied voor waterschaarste. In Wulpen bij Koksijde staat echter een waterzuivering die net doet wat wij imiteerden; rioolwater wordt er klassiek gezuiverd, daarna met membranen gefilterd en sijpelt vervolgens in de duinen om er de voorraad grondwater aan te vullen. Datzelfde grondwater wordt later opgepompt en verder gezuiverd tot drinkwater. Dit was destijds een wereldprimeur, hoewel we er als Vlaming vaak te bescheiden over zijn.'

Het sewer to brewer-bier is dus eigenlijk geen onlogische stap, al moeten sommigen wellicht wennen aan het idee. 'Maar anderzijds kan dit in de toekomst wel de keiharde realiteit worden als we niet nu gaan nadenken over onze waterconsumptie en de duurzaamheid van onze huidige watervoorziening', stelt Nopens. 'Met het gerecycleerde bier willen we dit debat stimuleren en komt dit hopelijk ook op de politieke agenda. Want het is vijf voor twaalf, hoewel weinigen dat lijken te beseffen. Laat ons dus ons hoofd niet dieper in het zand steken als het grondwaterpeil zakt, maar bovengronds draagvlak creëren voor een open debat en een duurzame strategie uitwerken voor de volgende generatie.'

donderdag 3 september 2015

Eindelijk weer terug in het hok na meer dan 50 jaar

Vanaf 1902 tot ongeveer in de jaren vijftig stond het groen-wit geverfde eendenhuis op de kop van de kinderboerderij De Hofstede in Assen, nog net niet in het water. Eenden verbleven er en broedden er hun eieren uit. Er zijn nog foto` s van en de wat oudere mensen onder ons zullen dit karakteristieke miniatuurverblijf beslist nog herkennen. Vanaf de jaren vijftig, misschien begin 1960 verloor het zijn functie en kwam het achter en onder de rododendronsstruiken te liggen. Om weg te rotten.

Het was Koen Turksma, medewerker van de kinderboerderij een doorn in het oog. "Iets dat meer dan honderd jaar oud is, gooi je toch niet weg?" Tussen de bedrijven door verving hij de bodem, het onderste houtwerk en gaf het een nieuw dakje. Maar het bovenste hout aan de zijkanten is nog origineel en ook zit er goed hout van toen, nog in het dak. Ook verwerkte Koen de bruikbare nog door de smid gesmede (lange) spijkers. En zie daar, nu pronken maar! Vanaf vorige week donderdag kunnen de eerste eenden, op dezelfde plek als in 1902, weer kennis met hun zoekgewaande eendenhok maken.

woensdag 2 september 2015

Wetterskip Fryslân versterkt IJsselmeerdijk tussen Cornwerd en Makkum

Wetterskip Fryslân is eind augustus gestart met het aanbrengen van 5.000 ton breuksteen op de IJsselmeerdijk tussen Cornwerd en Makkum. De werkzaamheden zijn nodig, omdat de huidige laag breuksteen niet meer sterk genoeg is. Om verzakkingen in de toekomst te voorkomen, wordt onderaan de dijk een extra laag breuksteen aangebracht. Zo blijft de dijk sterk genoeg om het achterland te beschermen tegen hoogwater. Eind september is het werk klaar.

Vorig jaar versterkte het waterschap al het stuk IJsselmeerdijk bij Cornwerd met breuksteen. Dit jaar wordt het traject van Cornwerd tot de bebouwde kom van Makkum voorzien van een nieuwe laag. De grasstrandjes binnen de bebouwde kom van Makkum blijven ongewijzigd. De werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemer KWS Infra.

De breukstenen worden met vrachtwagens aangevoerd vanuit Harlingen. Ter hoogte van de dijkopgang bij de Sotterumerdijk richt de aannemer een tijdelijk depot in. Vanuit dit depot worden de materialen via de dijkopgang over rijplaten naar de plaats van bestemming gebracht.

Om de veiligheid te waarborgen, geldt er tijdens de werkzaamheden op de nabijgelegen rijbaan een snelheidsbeperking. Omwonenden kunnen geluidshinder ondervinden van het transportverkeer.

dinsdag 1 september 2015

Voormalig gemaal met dienstwoning in verkoop

Delfland zet het voormalige gemaal met bijbehorende dienstwoning aan de Molenwetering in Rijswijk te koop. Beide objecten zijn gelegen op een perceel ter grootte van 1.073 m2 Het voormalige gemaal wordt verkocht door middel van een openbare inschrijving.

Men is op zoek naar een koper die naast een goede prijs ook een goed plan indient voor de toekomstige ontwikkeling en gebruik van het object. Dit plan moet bijdragen aan de ontwikkeling van het recreatiegebied ‘Zwethzone’, genoemd naar het water de Zweth. Het perceel ligt langs dit water, dat loopt van Rijswijk tot aan de Wollebrand in Naaldwijk.

Het gemaal is in 2011 overbodig geworden door de oplevering van een nieuw gemaal met een grotere capaciteit, verderop aan de Molenwetering. Het gebouw waarin de pomp staat is een afgeknotte molen. Deze voormalige molen is in 1721 gebouwd. In 1931 werd de molen omgebouwd tot molenstomp voor huisvesting van een diesel aangedreven gemaal. In 1984 is de dieselmotor vervangen door een elektromotor.


maandag 31 augustus 2015

Amsterdam werkt aan water

Amsterdam en water horen bij elkaar. Honderden kilometers aan waterweg vereisen echter ook aandacht en onderhoud. Waterwethouder Udo Kock werkt daarom aan groenere grachten, beter gebruik van het water, vermindering van overlast en regulering van de drukte. Eind dit jaar verschijnt de Watervisie, met de plannen voor het gebruik van het Amsterdamse water. Tegelijkertijd is de gemeente bezig met de uitvoering van de nota Varen, waarin maatregelen staan om drukte te spreiden en overlast te voorkomen.

Wethouder Kock: ‘Tijdens SAIL zie je goed hoe fantastisch het is dat we een waterstad zijn. Amsterdam is gebouwd op water: zowel in letterlijke als economische zin. Het zit echt in ons DNA. Daarom wil ik dat alle Amsterdammers en bezoekers ervan kunnen genieten. Ik wil schonere grachten, beter gebruik van het water en overlast beperken tot een minimum. En het water biedt natuurlijk ook mooie kansen voor startups en ondernemers, bijvoorbeeld op het gebied van transport.’

De gemeente stimuleert schone, elektrische boten, onder meer door lager binnenhavengeld. Daarnaast is in de nota Varen afgesproken dat de sterk milieuvervuilende tweetaktmotoren vanaf 1 januari 2017 niet meer op de grachten zijn toegestaan. Ook zijn er plannen om het water weer meer voor transport van goederen te gebruiken – net als vroeger.

Veel ondernemers, bewoners en deskundigen zijn betrokken bij de totstandkoming van de Watervisie. Deze is naar verwachting dit najaar gereed. Uitgangspunt is het toegankelijk maken van het water en de kades, zodat mensen het kunnen gebruiken en ervan kunnen genieten. Door meer spreiding van recreatie en toerisme kan ook de verwachte groei van het gebruik worden opgevangen.

Een ander belangrijk speerpunt is het zichtbaar maken van het water door bijvoorbeeld woonboten te verplaatsen, en het creëren van meer steigers en op- en afstapplekken.

Wethouder Kock wil met de Watervisie en de maatregelen uit de nota Varen zorgen voor balans op de Amsterdamse grachten: ‘Het is druk op de grachten met zowel plezier- als rondvaartboten. Zeker op mooie dagen wil iedereen vanaf het water van de stad genieten. Je ontkomt dus niet aan maatregelen om dat in goede banen te leiden. Tegelijkertijd willen we ook dat mensen verder kijken dan het centrum. Een mooi voorbeeld is de Sloterplas: we investeren 2,5 miljoen euro om daar een volwaardig stadsmeer van te maken, met meer zwem- en aanlegplekken, en watersportfaciliteiten. Een echte vaarbestemming die je goed kunt bereiken via de waterwegen in de stad.’

vrijdag 28 augustus 2015

Wateroverlast in Friesland

Gisteren is met name in Grou en omgeving uitzonderlijk veel regen gevallen. Ook elders in het beheergebied van Wetterskip Fryslân is dat plaatselijk het geval.

Dit leidt ertoe dat de waterstanden in sommige polders ruim boven streefpeil zijn gekomen. In sommige situaties staat het water op het land. In combinatie met de vele plantengroei in het water kunnen de poldergemalen het water niet goed verwerken.

Veel poldergemalen draaien nu op hun maximum capaciteit. Het J.L. Hooglandgemaal in Stavoren is aangezet om het water verder naar het IJsselmeer af te voeren. Voor de komende dagen en met name in het weekend is de weersituatie onstabiel. Wetterskip Fryslân verwacht dat pas na het weekend de waterstanden weer op peil zullen zijn

Aanleg ecologische verbindingszone Schootense Loop

Bij de Schootense Loop in Helmond, gelegen tussen de Brandevoortsedreef en de Hortsedijk bij Stiphout, wordt een ecologische verbindingszone aangelegd. Hierdoor kunnen planten zich ontwikkelen en kunnen dieren zich verplaatsen van het ene naar het andere natuurgebied. De werkzaamheden gaan van start op maandag 24 augustus. Eind dit jaar moet het project klaar zijn.

De Schootense Loop vormt als natte ecologische verbindingszone de verbinding tussen het Eindhovens Kanaal, het Coovelsbos en het Goorlooppark. Vanaf het Eindhovens Kanaal tot aan de Brandevoortse Dreef en een deel op bedrijventerrein Schooten (nabij de Automotive Campus) is de ecologische verbindingszone eerder al ingericht. Op het resterende deel worden dit jaar werkzaamheden uitgevoerd, zodat de Schootense Loop als een volwaardige ecologische verbindingszone functioneert.

De werkzaamheden zijn maandag van start gegaan. Er wordt een aantal poelen aangelegd, enkele bestaande poelen worden vergroot en op sommige plaatsen wordt de beek aangepast, zodat deze meer gaat meanderen (slingeren). Op enkele plekken wordt de loop gebaggerd en komen er houtconstructies in het water. Ook worden bomen en bosschages aangeplant.

De doelsoorten (de soorten planten en dieren) waarvoor de ecologische verbindingszone wordt aangelegd, zijn: drijvende waterweegbree, (nat) grasland, bosvogels, algemene amfibieën, de kleine modderkruiper en de blankvoorn. Meeliftende soorten zijn struweelvogels, vissen, libellen en dagvlinders. Daarnaast zullen ook kleine zoogdieren zoals muizen, spitsmuizen en marterachtigen, zoals de bunzing, profiteren van de inrichting van deze ecologische verbindingszone

In de week van 10 augustus zijn al enkele voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd, zoals het maaien van de oevers. Vervolgens is in het gehele stuk van de Schootense Loop de bagger uit de beek gehaald. De bagger is eerst op de oever gelegd zodat dieren nog kunnen ontsnappen. Voordat de bagger wordt afgevoerd, wordt deze nog door een ecoloog gecontroleerd op de aanwezigheid van dieren. Vanaf 24 augustus gaat de aannemer dan verder met onder andere het graven van de meanders (slingers), de aanleg van poelen en het aanpassen van de oevers. In het deel tussen Medevoort en de Europaweg vinden de werkzaamheden plaats onder archeologische begeleiding, omdat dit een gebied is met archeologisch middelhoge verwachtingen.

Bij dit project trekt gemeente Helmond samen op met waterschap Aa en Maas. Dit omdat beide partijen de verplichting hebben tot de aanleg van de ecologische verbindingszone. Ook bij andere projecten werken de gemeente en het waterschap samen, bijvoorbeeld bij de aanleg van het Goorlooppark. De aannemer die het werk gaat uitvoeren is Van Stipdonk Landschapsinrichting uit Geldrop. Het werk is aan deze aannemer gegund op basis van de beste prijs-/kwaliteitverhouding.Meer informatieMeer info, een plattegrond van het project en foto’s van enkele doelsoorten zijn te vinden op www.helmond.nl/schootenseloop.

donderdag 27 augustus 2015

Dijkverbetering: vervangen duikers Hollum

Donderdag 27 augustus start Wetterskip Fryslân met de vervanging van de waterdoorgangen (duikers) in de dijksloot bij Hollum. Aannemersbedrijf Spoelstra en Transport- en Kraanbedrijf Beekema, twee Amelander bedrijven, voeren de werkzaamheden uit. Medio september is het werk klaar.

De waterafvoer ten zuiden en ten westen van Hollum stagneert regelmatig in natte periodes. Met de nieuwe duikers wordt de dijksloot beter benut en daardoor verbetert de afvoer van overtollig water naar de Waddenzee. De werkzaamheden zijn onderdeel van het watergebiedsplan Ameland.

De nieuwe duikers komen onder de toegangswegen naar de zeedijk, bij de Pietje Miedeweg en de Reeweg te Hollum. Tijdens de werkzaamheden worden de binnendijkse weg vanaf de Skuteweg tot het Kerkepad en genoemde toegangswegen naar de zeedijk gefaseerd afgesloten voor alle verkeer

Parlement gaat na extra informatieronde akkoord met waterschapsfusie

Het Drents parlement stemt in met de voorgenomen fusie tussen de waterschappen Rees & Wieden en Groot Salland. Dit besluit werd door een grote meerderheid van het parlement (VVD, PvdA, CDA (-1), CU, GL, SP, D66 (-1), SL, 50Plus) genomen in de extra Statenvergadering op 26 augustus.

De fracties PvdA, GroenLinks, SP en 50Plus dienden gezamenlijk een amendement in over het aantal geborgde zetels (“gereserveerd” voor belangenorganisaties). In het amendement wordt voorgesteld om het aantal van 8 geborgde zetels te verlagen tot 7. Dit om het democratische gehalte van de waterschappen zo groot mogelijk te houden.

Hoeveel mensen in Drenthe verliezen nu daadwerkelijk hun baan als de 2 waterschappen gaan fuseren? Deze vraag werd veelvuldig gesteld in de Statenvergadering van 1 juli. In deze vergadering gaven de fracties uiteindelijk aan te weinig informatie te hebben om een besluit te kunnen nemen.

In de zomermaanden hebben de waterschappen gesprekken gevoerd met de 10 Statenfracties, waarbij de fracties op de hoogte gesteld zijn van de concrete werkgelegenheidseffecten. In het debat van 26 augustus was het parlement het er over eens dat de Drentse werkgelegenheid minder onder druk komt te staan door de fusie, dan dat zij aanvankelijk dacht op 1 juli.

Uiteindelijk vond het Drents parlement de voordelen van een waterschapsfusie zwaarder wegen dan de nadelen. Zo zullen de inwoners van Drenthe door de fusie minder waterschapsbelasting gaan betalen.

woensdag 26 augustus 2015

Chemische technologiestudenten gaan voor zoet water

In grote delen van Afrika, in landen als Brazilië en op eilanden is sprake van waterschaarste of worden ernstige tekorten aan schoon drinkwater verwacht. Ook aan boord van schepen is het een uitdaging om voldoende drinkwater beschikbaar te hebben. Zout water daarentegen is in grote hoeveelheden aanwezig. Begin juni zijn twee groepjes studenten van de hbo-opleiding Chemische Technologie aan de Rotterdam Mainport University* gestart met een project om van zout water zoet water te maken. Het unieke aan dit duurzame project is dat de studenten gebruikmaken van zonne-energie waardoor het systeem geheel zelfvoorzienend is en gebruik maakt van groene energie.

Op donderdag 11 juni is op het dak van het Academieplein (locatie van Hogeschool Rotterdam) een zonnepaneel geplaatst. De studenten hebben aan het paneel een zonneboiler gekoppeld, waarmee zout water dat het systeem wordt ingestuurd verwarmd wordt tot 70 à 80 graden. Het verwarmde zoute water wordt daarna een membraam in gestuurd. Waterdruppels die condenseren worden vervolgens opgevangen en als zoet water het membraam uitgestuurd. Water dat in het membraam niet verdampt, wordt apart afgevoerd.

Het systeem waar nu meegewerkt wordt is erg overzichtelijk en biedt kansen voor meer toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan het overschot aan energie dat het zonnepaneel produceert. Wat kun je nog meer met deze groene energie doen? En wat doe je met het brakwater dat uit het systeem komt? Vanaf september 2015 wordt dit project officieel onderdeel van de minor Procestechniek & Energietransitie. Studenten die het project dan overnemen van de huidige projectgroepen houden ons op de hoogte van het project via www.facebook.com/RotterdamMainportUniversity. Zoek op de pagina op #RMUCTE

dinsdag 25 augustus 2015

Geldersch Landschap start werkzaamheden Goilberdingerwaard en Baarsemwaard

Vanaf 2 september start het Geldersch Landschap & Kasteelen met het verwijderen van een deel van de begroeiing in de Goilberdingerwaard en Baarsemwaard bij Culemborg. Het gaat om riet, ruigte en struiken die de doorstroming van de rivier bij hoogwater belemmeren. De werkzaamheden zijn onderdeel van het programma ‘Stroomlijn’ van Rijkswaterstaat, waarin gewerkt wordt aan een veilig rivierengebied.

Voor geïnteresseerden houden Geldersch Landschap & Kasteelen, uitvoerend aannemer Signa Terra en Rijkswaterstaat een veldexcursie waarbij ter plekke in de uiterwaarden de werkzaamheden worden verduidelijkt en vragen worden beantwoord. De uitleg vindt plaats op zaterdag 29 augustus van 14.00 tot ongeveer 15.00 uur. Ontvangst is om 13.45 uur bij Werk aan het Spoel aan de Goilberdingerdijk 40 te Culemborg, met een kopje koffie of thee. Vooraf aanmelden via info@glk.nl wordt op prijs gesteld. De veldexcursie gaat ook bij minder goede weersomstandigheden door.

Het werk duurt ongeveer 6 weken. Tijdens de werkzaamheden blijven de uiterwaarden zoveel mogelijk toegankelijk. De aannemer zal hinder voor recreanten zo veel als mogelijk beperken. Toch zal de bezoeker merken dat er gewerkt wordt. GLK vraagt daarvoor begrip.
 
Door grote weersveranderingen kan de hoeveelheid water in de rivieren toenemen. De doorstroming van uiterwaarden is daarom belangrijk. Ook in de Goilberdingerwaard en Baarsemwaard bij Culemborg is het nodig om de doorstroming van de Lek bij hoogwater te bevorderen door een deel van de begroeiing aan te pakken.

Om overstromingen langs de grote rivieren te voorkomen én natuur en recreatie te behouden, werkt Rijkswaterstaat samen met terreineigenaren aan het programma Stroomlijn. Meer informatie vindt u ook op de projectpagina Lek: verwijderen begroeiing Goilberdingerwaard.

maandag 24 augustus 2015

Historische wandelingen sluizencomplex IJmuiden

Op donderdag 27 augustus om 11.00 uur en vrijdag 28 augustus om 11.00 en 14.00 uur organiseert Rijkswaterstaat, in het kader van het Festival Industrie Cultuur, drie historische wandelingen over het sluizencomplex in IJmuiden dat sinds 1876 bestaat. Tijdens de anderhalf uur durende wandeling krijgt de deelnemer een beeld van het ontstaan, het heden en de toekomst van het sluizencomplex.


Afhankelijk van de kant waar je heen kijkt, vormen de sluizen van IJmuiden het begin- of het eindpunt van het Noordzeekanaal. Het sluizencomplex bestaat uit de Kleine Sluis, Zuidersluis, de Middensluis en de Noordersluis. Daarnaast maken ook de Spuisluizen en het Gemaal onderdeel uit van het complex. Samen vormen ze de verbinding tussen de Noordzee en het Noordzeekanaal.
De grootste sluis op het sluizencomplex is de Noordersluis en is na bijna 100 jaar aan vervanging toe. De aanleg start begin 2016. Een nieuwe grotere zeesluis moet ruimte bieden aan steeds groter worden zeeschepen en hiermee de bereikbaarheid van de haven van Amsterdam verbeteren en de economie in de regio stimuleren. De nieuwe sluis is naar verwachting in 2019 beschikbaar voor de scheepvaart.
Het sluizencomplex vormt een ingenieus systeem dat voorziet in een:
  • Vlotte en veilige doorvaart van het scheepvaartverkeer van en naar het Noordzeekanaal 
  • Waterkerende functie 
  • Waterbeheer van het water van het Noordzeekanaal 
  • Oeververbinding van noord naar zuid 
Hoe werken al deze functies en waarom zijn deze nodig? En welke rol had het sluizencomplex tijdens de Tweede Wereldoorlog? In een wandeling van anderhalf uur over het sluizencomplex krijgt u inzicht in de ontstaansgeschiedenis, het heden en een blik op de toekomst in al zijn functies en facetten.

zaterdag 22 augustus 2015

Prima zwemwater bij mooi zomerweer

Het waterschap Reest en Wieden onderzoekt in het voorjaar en in de zomer wekelijks de kwaliteit van een aantal zwemplaatsen. Afgelopen week zijn gecontroleerd de locaties Ieberenplas en ’t Loomeer (Schoonloo), Klaverkampen (Havelte), het Blauwe Meer (Hoogersmilde), Ter Horsterzand (Beilen) en Schoonhoven (Hoogeveen). Alle locaties voldoen aan de normen van het Besluit hygiëne en veiligheid, badinrichtingen en zwemgelegenheden (BHVBZ).

De zwemplaatsen zijn door de provincies aangewezen als officiële open zwemwateren. Waterschappen onderzoeken de waterkwaliteit daarvan. In een warme periode kan de kwaliteit van zwemwater snel veranderen. De kans op bijvoorbeeld blauwalg of botulisme neemt toe en dat kan zwemmers (ernstige) gezondheidsklachten opleveren. De waterkwaliteit moet voldoen aan wettelijke normen. Daarbij wordt onder meer gelet op troebelheid, geur, kleur en zuurgraad van het water. Ook is het belangrijk dat er geen verontreiniging met olie, vuil of ongewenste bacteriën voorkomt. Zomaar een Nederlandse zwemplas of ander open water inspringen is dus niet verstandig.

Met de Zwemwater App kun je precies zien waar je met een gerust hart een duik kunt nemen. Ook vind je er andere handige weetjes, zoals informatie over parkeerplaatsen, bereikbaarheid en horeca. Meer informatie en een kaart met zwemwateren is te vinden op de website van het waterschap en op zwemwater.nl. Via de kaart op de Zwemwater App vind je snel een veilige buitenzwemplek bij jou in de buurt. Download hier de Zwemwater App voor Android of voor iOS/Apple. Voor vragen, klachten of informatie kan contact worden opgenomen met het waterschap Reest en Wieden.

vrijdag 21 augustus 2015

1,5 miljoen jonge palingen uitgezet in natuur

Met de uitzet van zo'n 300.000 jonge palingen in de Randmeren vandaag en volgende week, krijgt het uitzetseizoen van paling dit jaar een succesvolle afsluiting. In totaal wordt de palingstand in de Nederlandse natuur vermeerderd met meer dan 1,5 miljoen jonge palinkjes.

De jonge paling, die vandaag vanuit Almere werd uitgezet, begon zijn leven in de Sargassozee (Bermudadriehoek), 6.000 km verderop in de Atlantische oceaan. Glasaal spoelt, meegevoerd door de golfstroom, aan op de Europese kusten. Daar zijn de uiterste kleine palinkjes gevangen, waarna ze enkele maanden in een kwekerij hebben doorgebracht om groter en sterker te worden.
Het uitzetten is noodzakelijk, omdat jonge palingen vrijwel niet zelfstandig langs onze kustbarrières kunnen komen. Deze ernstige belemmering van de natuurlijke migratie, is een belangrijke oorzaak van de sterk gedaalde palingstand in de laatste decennia. In heel Europa geldt daarom de verplichting om jonge paling in zoetwater uit te zetten. Dit ligt vast in de Europese Aalverordening en het Nederlands Aalbeheerplan.

Beroepsvissers van de Combinatie van Beroepsvissers zetten vandaag een groot deel van de palingen uit in de Randmeren vanuit de havens van Almere en Harderwijk.

De Randmeren behoren tot de uitzetgebieden die speciaal zijn geselecteerd door de overheid. Wanneer de palinkjes tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit deze gezonde leefgebieden naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.

De uitzet van de jonge palingen werd mede mogelijk gemaakt door het ministerie van EZ in het kader van het Nederlandse Operationeel Programma 'Perspectief voor een duurzame visserij'. Het project wordt medegefinancierd uit het Europees Visserijfonds en het Duurzaam Paling Fonds en wordt gecoördineerd door Stichting DUPAN. In deze stichting werken palingkwekers, palingvissers en palinghandelaren samen om het herstel van de palingstand in Nederland te bevorderen.

DUPAN beheert het Duurzaam Paling Fonds(r). Vanuit dit fonds investeert de stichting in de uitzet van jonge paling in Nederland, het over de dijk helpen van volwassen paling en gericht wetenschappelijk onderzoek.

Droogte houdt waterschap alert

Vanwege de droogte is Waterschap Vallei en Veluwe alert en blijft maatregelen nemen om water aan te voeren of vast te houden. Het waterschap is ook in augustus actief met het inlaten van water vanuit Eem, randmeren, IJssel en Nederrijn en kan daarmee het oppervlaktewater in delen van het werkgebied op peil houden.

De regen van de afgelopen weken verminderde het neerslagtekort enigszins. Inmiddels neemt het tekort weer wat toe. Tegelijk voert de Rijn nog voldoende water aan voor de Nederlandse delta.

Voor een groot deel van het werkgebied van Waterschap Vallei en Veluwe geldt sinds 8 juli een verbod van acht weken voor het oppompen van water uit sloten, beken en kanalen. Dit betekent dat dit water niet gebruikt mag worden om bijvoorbeeld akkers en weilanden te besproeien. Het betreft gebieden die geheel afhankelijk zijn van regenval en kwelwater (opborrelend grondwater) en voor het Apeldoorns kanaal.

Het verbod geldt niet voor polders waar het waterschap water kan inlaten vanuit de rivieren of randmeren. Op een kaart (pdf, 2,8 MB) is weergegeven welke gebieden dit betreft.

donderdag 20 augustus 2015

Natuurlijke wetlands beschermen ons beter dan dijken

De bouw van dammen en dijken wordt doorgaans beschouwd als de efficiëntste manier om het risico op overstromingen in rivierdelta's te beperken. Klopt niet volledig, stelt prof. Stijn Temmerman (UAntwerpen) in het tijdschrift Science: "Op lange termijn vergroten dijken het overstromingsrisico en bieden wetlands de beste bescherming."

De klimaatverandering zorgt voor een stijging van de zeespiegel en voor meer extreme weerfenomenen zoals orkanen. Dat maakt wereldsteden zoals Londen, New York en Shanghai, die allen in rivierdelta’s liggen, erg kwetsbaar voor overstromingen. Ook de Lage Landen zijn grote risicogebieden.

Traditioneel wordt er in kustgebieden en langs rivieren geïnvesteerd in dammen en dijken. “Op korte termijn bieden die ingrepen wel degelijk bescherming”, zegt prof. Stijn Temmerman, fysisch geograaf verbonden aan het Departement Biologie. “Maar die constructies verstoren de natuurlijke processen in rivierdelta’s. Op langere termijn leiden ze tot een daling van het land en lokaal tot een versnelde verhoging van de zeespiegel, en dus tot een groter risico op overstromingen.”

Temmerman en zijn Amerikaanse collega noemen onder meer de Mississippidelta in de VS en de delta van Rijn, Maas en Schelde in Nederland en Vlaanderen als grootste risicozones in de wereld. In de Vlaamse Schelde is het waterniveau sinds 1930 tot 130 cm gestegen, vijfmaal zo snel als aan de kust.

“Kustgebonden wetlands, zoals schorren en mangrovebossen, spelen een erg belangrijke rol in het meegroeien van rivierdelta’s met de stijgende zeespiegel. Maar de mens maakte er massaal ruimte voor landbouw, industrie en steden van. Het natuurlijke proces van zand- en slibafzetting, waardoor het land mee ophoogt met het zeeniveau, wordt zo gestopt. Dat heeft nare gevolgen: bijvoorbeeld in de Missisipidelta verdwijnt daardoor jaarlijks 100 km² land in zee, en in de delta van de Ganges, waar 170 miljoen Indiërs en Bengali wonen, ligt het ingedijkte bewoonde land vandaag 1 tot 1,5 meter lager dan de overgebleven wetlands.”

Onbedoeld zorgen de menselijke ingrepen dus voor een hoger overstromingsrisico. Temmerman en zijn collega pleiten dan ook voor nieuwe, natuurgerichte oplossingen. “Het herstel van grote wetlands is erg belangrijk. Daar kan immers veel water worden ‘opgeslagen’. Wetlands houden ook zand en slib vast, waardoor het land op natuurlijke wijze hoger komt te liggen en dus meer kans maakt om de stijging van de zeespiegel het hoofd te kunnen bieden.”

Die natuurlijke processen zijn vaak ook meer kostenefficiënt dan de bouw van dammen en dijken, zeker wanneer de energiekosten in de toekomst alleen maar zullen stijgen. Het wereldwijd meest ambitieuze plan vinden we in de Mississippidelta, waar 500 000 ha wetlands  worden hersteld om New Orleans en omgeving te helpen beschermen tegen zware stormen. Ook in de Lage Landen worden op veel kleinere schaal overstromingsgebieden in ere hersteld.

woensdag 19 augustus 2015

Reiniging riolering Haarlem Zuid-West

De Combinatie BAM / Van der Valk+ de Groot werkt de komende periode in opdracht van de gemeente Haarlem aan de reiniging van de riolering. De riolering in Haarlem wordt periodiek gereinigd om de doorstroming van het vuilwater te waarborgen en het achtergebleven vuil te verwijderen. De reiniging is Zuidwest gestart op maandag 10 augustus en loopt door tot en met 18 september.

Met reinigingsvoertuigen spoelen we de rioleringsputten en leidingen door. Het achtergebleven vuil wordt eruit gezogen. Dit neemt enkele minuten tot een kwartier in beslag, waarbij de wagens op de openbare weg stil staan. De overlast is vergelijkbaar met de vuil-ophaaldienst en neemt per put maximaal 15 minuten in beslag. 

Op maandag 10 augustus is het werk gestart in Zuid-West. De route is (onder voorbehoud): Houtvaartkwartier - Leidsebuurt - Rozenprieel. Het werk loopt door tot en met 18 september.

dinsdag 18 augustus 2015

Nederlandse waterexperts naar Macedonië en Kenia

Twee Nederlandse experts gaan helpen bij het watertekort in Kenia en de overstromingen in Macedonië. Opnieuw sturen de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur & Milieu deskundigen op dit gebied naar het buitenland, om Nederlandse kennis en kunde te delen met de lokale autoriteiten en hulporganisaties.

Het VN-vluchtelingenkamp Kakuma in Kenia is dringend op zoek naar mogelijkheden om de waterbronnen uit te breiden. In twee maanden tijd zijn er 50.000 Zuid-Soedanese vluchtelingen bijgekomen. Daardoor verblijven er inmiddels 180.000 mensen in het kamp en dreigt een ernstig watertekort. Op de beoogde uitbreidingslocatie van het kamp gaat waterexpert Harry Rolf op zoek naar waterbronnen, en ontwikkelt hij een plan om dat water via pijpleidingen ter plekke te krijgen. Het daadwerkelijk boren naar water en het aanleggen van infrastructuur zal in een volgende fase plaatsvinden.

Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking): 'Onze expertise en praktijkervaring op water behoort tot de wereldtop. Daar waar nodig helpen we met het wegnemen van de noodsituatie, verbetering van leefomstandigheden en meer veiligheid. Onze waterkennis helpt landen weerbaarder te maken, en zorgt er in dit geval voor dat duizenden vluchtelingen drinkwater hebben.’

De Macedonische stad Tetovo kampt na hevige regen met overstromingen en aardverschuivingen. Vijf mensen zijn om het leven gekomen en tientallen mensen raakten gewond. In Tetovo en nabijgelegen bergdorpen zijn huizen en infrastructuur beschadigd. Crisismanagementexpert Ruud de Krom zal als teamleider van een EU-missie de komende weken de Macedonische overheid helpen met het in kaart brengen van de schade aan het milieu en de infrastructuur zoals dammen, bruggen en watersystemen. Ook zullen er aanbevelingen gedaan worden over hoe de schade hersteld kan worden en een volgende ramp voorkomen kan worden.

Nederlandse experts reizen zeer regelmatig naar het buitenland om hulp te bieden aan de slachtoffers van rampen. Het zogenaamde Dutch Risk Reduction-team wordt ingezet voor en na rampen, om te helpen bij het voorkomen van toekomstige rampen. De afgelopen anderhalf jaar is zo’n 10 keer gebeurd, bijvoorbeeld na de orkanen in de Filipijnen en Vanuatu. Dutch Surge Support (DSS) wordt ingezet tijdens rampen, om zo snel mogelijk assistentie te leveren. Deze faciliteit is sinds begin dit jaar actief en heeft sindsdien geholpen tijdens overstromingen in Albanië en droogte in Rwanda. De uitzending van de expert naar Kenia is ook in het kader van DSS.

maandag 17 augustus 2015

Wereldwijde aanpak waterbeheer nodig

Het beheer van de waterhuishouding is al eeuwenlang het domein van plaatselijke en regionale planners, beheerders en eindgebruikers. Toch wijst onderzoek steeds vaker uit dat een bredere, wereldwijde aanpak duurzaam watergebruik in de toekomst ten goede komt. In een onlangs gepubliceerd artikel in Science legt een groep internationale onderzoekers, onder wie UvA-hoogleraar Joyeeta Gupta, uit waarom een verschuiving van lokaal naar wereldniveau juist nu belangrijker is dan ooit.

Hoewel waterproblematiek het duidelijkst in beeld komt op lokaal niveau, werpen nieuwe ontwikkelingen op het gebied van simulatie van het aardsysteem, teledetectie en analyse van waterbeheer een geheel nieuw licht op een aantal uitdagingen en beperkingen van drinkwaterbeheer. Volgens de onderzoekers blijken de huidige oorzaken van lokale waterproblemen helemaal niet zo lokaal te zijn als ze lijken. Daarnaast worden ze rechtstreeks beïnvloed door grensoverschrijdende mechanismen als het klimaat, verantwoordelijk voor wáár op aarde water beschikbaar is, en de wereldeconomie, veroorzaker van patronen in waterverbruik.

‘Landen hebben waterproblematiek veel te lang gezien als een voornamelijk lokaal, nationaal en hooguit grensoverschrijdend thema’, aldus Gupta, hoogleraar Environment and Development in the Global South. ‘Veel landen die te maken hadden met grensoverschrijdende waterzaken losten deze problemen alleen op het niveau op waarop ze zich voordeden. Ook weigerden ze internationale tussenkomst in het beheer van hun waterhuishouding’. Volgens Gupta hebben deze en andere redenen geleid tot een eenzijdige benadering van waterbeheer die ongeschikt is voor de uitdagingen waar landen in deze tijd voor staan.

Gupta en haar collega-onderzoekers pleiten daarom voor een wereldwijde aanpak op het gebied van waterbeheer dat gelijk opgaat met het lokale beheer. Hoewel de aandacht voor een wereldwijde aanpak aan het toenemen is, gaat daarbij vooralsnog de aandacht nagenoeg alleen uit naar grensoverschrijdend oppervlaktewater. Er is weinig aandacht voor watervervuiling en het is niet duidelijk bij wie het beheer van de infrastructuur ligt. Gupta: ‘Een bredere internationale overeenkomst rond waterbeheer vraagt om inzicht in de wereldwijde aard van het waterprobleem, het stellen van doelen op wereldniveau over hoe dat water dan zou moeten worden gebruikt (zoals de doelstellingen die momenteel worden aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN als onderdeel van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen), erkenning van het grondrecht op water en sanitaire voorzieningen en grondbeginselen over het gebruik, het delen en de vervuiling van water’. 

zaterdag 15 augustus 2015

Overlast waterplanten in de Kagerplassen

Watersporters op de Kagerplassen ondervinden hinder van de toegenomen plantengroei. Vooral fonteinkruid zorgt voor overlast doordat het in schroeven of roeren blijft hangen. De waterkwaliteit van de Kagerplassen is de laatste jaren sterk verbeterd, waardoor het water erg helder is geworden. Dit gaat gepaard met een flinke toename van waterplanten.

De gemeenten Teylingen en Kaag en Braassem, het hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie bekijken wat er gedaan kan worden om de overlast van fonteinkruid te beperken. Tot die tijd vragen zij watersporters om in de ondiepere delen van de Kagerplassen alert te zijn op waterplanten.

vrijdag 14 augustus 2015

Vitens investeert 49 miljoen in zacht water

Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland, investeert de komende jaren 49 miljoen euro in onthardingsinstallaties en bijbehorende nieuwe zuiveringen om zachter water te kunnen leveren. Vitens levert aan de meeste van haar 5,6 miljoen klanten al zacht water, maar met deze investering in de drinkwaterproductielocaties Nieuwegein, Zoelen, Culemborg, Weerselo en Herikerberg krijgen nog eens 235.000 inwoners in de provincies Utrecht, Gelderland en Overijssel zacht water. Ontharden kent echter ook een grens. Het waterbedrijf adviseert haar klanten die een onthardingsapparaat gebruiken dan ook opnieuw te bekijken of dit nodig is.

Het voordeel van zachter water is dat er minder snel kalkaanslag ontstaat op sanitair en verwarmingselementen. Hierdoor gaan apparaten zoals wasmachines en waterkokers langer mee en is er minder energie nodig om het water te verwarmen. Ook is er minder onthardingszout en (af)wasmiddel nodig. Zeep schuimt beter bij zachter water en daardoor heb je bijvoorbeeld ook minder shampoo en zeep nodig onder de douche. Het is daarmee goed voor het milieu én voor de portemonnee.

Ontharden betekent: het tijdens de zuivering gedeeltelijk verwijderen van kalk dat van nature in het water aanwezig is. Hardheid wordt gemeten in graden Duitse Hardheid (°DH). Door het drinkwater te ontharden brengt Vitens de hardheid terug van 14 °DH naar een waarde tussen de 5,6 en 7,8 °DH. In het Drinkwaterbesluit is vastgelegd dat waterbedrijven drinkwater niet verder mogen ontharden dan 5,6° DH. Ontharden heeft dus ook een grens. Vitens verwacht het project in 2020 te hebben afgerond. Hard drinkwater komt echter nog maar op enkele plekken in Nederland voor, omdat drinkwaterwaterbedrijven het water vrijwel overal centraal ontharden. Het RIVM raadt aan om een minimale hardheid van het water van 5,6 °dH aan te houden. Vitens raadt klanten aan die een onthardingsapparaat in huis hebben opnieuw te bekijken of dit nodig is.

Ontwikkeling en realisatie van Tauw’s Slibremmer en Baggerbuffer

De aanwassnelheid en mobiliteit van slib vormen een uitdaging voor het beheer en onderhoud van ondiepe veenplassen in Nederland. De baggeraanwas wordt door verschillende factoren bepaald, waaronder oevererosie, veenafbraak, interne productie van organisch materiaal, aanvoer van gebiedsvreemd water en run-off. Om de waterkwaliteit van deze plassen te verbeteren heeft Tauw de Baggerbuffer en Slibremmer ontwikkeld.

De veenrijke slibdeeltjes zijn zeer volumineus en worden vanwege de beperkte waterdiepte onder invloed van wind en golven in suspensie gebracht en gehouden. Hierdoor worden waterplanten in hun groei belemmerd. In één van de grootste aaneengesloten veenweidegebieden van West-Europa, het Wormer- en Jisperveld, zijn innovatieve en duurzame maatregelen genomen om de hydrodynamica te verlagen en de opwerveling van slib te verminderen. Met het verlagen van de troebelheid en aanleggen van luwtezones is de lokale waterkwaliteit verbeterd en de biodiversiteit toegenomen.

Tauw heeft twee lichtgewicht geotextiel constructies ontwikkeld, om de mobiele slibdeeltjes af te vangen, de verspreiding van slib te beperken en sediment onder water op te slaan: De Slibremmer en Baggerbuffer.

Baggerbuffer De Slibremmer bestaat uit een (slib)scherm van geotextiel dat op de bodem is verankerd met een gemodificeerde Geotube® en door twee drijvers wordt opgespannen. Tussen de twee drijvers zijn afstandhouders aangebracht, zodat de beschikbare ruimte opgevuld kan worden met baggerspecie.
De Baggerbuffer heeft een enkele drijver. Het scherm wordt onder water aan houten palen verankerd, om zo de opslag van bagger achter het scherm mogelijk te maken. De constructies zijn eenvoudig te installeren, daarnaast zijn ze prima bestand gebleken tegen stormsituaties.

In maart 2013 is een pilot uitgevoerd om de Baggerbuffer te testen. Hierbij is achter een scherm van 50 meter circa 500 kuub baggerspecie aangebracht. Binnen enkele weken kwam vegetatie tot ontwikkeling en aan het einde van de zomer was de totale oppervlakte bedekt (voornamelijk riet en lisdodde). Door deze vegetatieontwikkeling is er een natuurlijke afdeklaag ontstaan voor de licht verontreinigde bagger die hieronder ligt opgeslagen. De komende jaren zal deze natural cap verder in dikte toenemen en een permanente afdeklaag vormen.

In januari 2014 zijn vier sliblemmers van elk 25 meter in lengte haaks op de stromingsrichting geplaatst om de stromingsrichting en stroomsnelheid te beïnvloeden. Aan de luwtezijde van de constructie kan het slib neerstrijken en door het scherm wordt de verdere verspreiding van slib tegen gegaan. Uit modelberekening is gebleken dat gedurende stormsituaties de zwevende stofconcentratie met circa 20% tot 40% in de betreffende plas wordt verlaagd.

Verder is uit waterdieptemetingen van het afgelopen jaar gebleken dat aan de luwte- of lijzijde van de slibremmer de slibdikte significant is toegenomen. Enkele decimeters over een oppervlakte van ruim 1 hectare. Daarnaast heeft zich, als gevolg van het opspattende water, een bijzondere plantengemeenschap bovenop de slibremmer ontwikkeld. In totaal zijn de afgelopen zomer 37 verschillende soorten waargenomen, waaronder de soort Heemst die al 30 jaar niet meer was waargenomen in het gebied.

Bovengenoemde pilots hebben geresulteerd in de realisatie van een maatregelenpakket om de waterkwaliteit van de grote plassen te verbeteren. Deze winter is er in totaal circa 2,5 kilometer aan geotextielconstructies aangebracht. Ook is er circa 15.000 kuub licht verontreinigd sediment hydraulisch gebaggerd en achter de Baggerbuffer constructie verwerkt om verondiepingen en vooroevers of kleine eilanden (tot 1 hectare) aan te leggen. Met het verondiepen van deze luwtezones wordt de ontwikkeling van ondergedoken waterplanten gestimuleerd. Dankzij deze nuttige toepassing van baggerspecie is het goed mogelijk gebleken om de hydrodynamica van dit gebied te veranderen, de natuurwaarden te vergroten en de onderhoudskosten tot een minimum te beperken. In april is het project opgeleverd en het monitoringsprogramma voor de komende jaren gestart.

Kortom, uit modellering van hydrodynamische en ecologische eigenschappen van de ondiepe veenplassen van het Wormer- en Jisperwater is gebleken dat fysieke barrières en luwtestructuren als no regret maatregel ingezet kunnen worden voor het verbeteren van de omgevingskwaliteit van dit natuurgebied. Nautische knelpunten (ondieptes) zijn weggenomen en in de luwtezones is vegetatie ontstaan. Door het combineren van verschillende elementen is het gelukt om synergie te creëren tussen natuurherstel, waterkwaliteitsverbetering, onderhoud en recreatie.


donderdag 13 augustus 2015

Grontmij scrumt waterveilige dijken voor Marken

Advies- en ingenieursbureau Grontmij werkt in opdracht van Rijkswaterstaat alternatieven uit voor de dijkversterking voor Marken. Grontmij beoordeelt de alternatieven op technische haalbaarheid en toetst ze aan de wensen van omwonenden en belanghebbenden. De uitkomst vormt de basis voor de keuze van een voorkeursalternatief dat in 2016 zal worden vastgesteld. Het versterkingsproject leidt niet alleen tot een veilig, maar ook een markant en leefbaar Marken. De ingenieurs voeren het project met de projectmanagementtechniek scrum uit.

De waterveiligheid op Marken voldoet niet aan de huidige eisen. Een deel van de dijk heeft stabiliteitsproblemen of is te laag. Om een advies voor een voorkeursalternatief te kunnen geven, beoordeelt Grontmij de alternatieven onder andere op de omgevingseffecten en kosten. Ook stemt zij de alternatieven af met bewoners en andere belanghebbenden. De technische ontwerpen worden doorgerekend met het nieuwe ontwerpinstrumentarium dat rekening houdt met de uitgangspunten die ook voor Dijken op Veen gelden. Hiermee zal het voorkeursalternatief voldoen aan de normen uit het Deltaprogramma en anticiperen op het Wettelijk toetsingsinstrumentarium 2017.

Andre Sluiter projectmanager Rijkswaterstaat: “Wij beogen met de dijkversterking niet alleen de waterveiligheid te verbeteren. We ontwikkelen voor Marken een echte maatwerkoplossing die recht doet aan de specifieke cultuurhistorie, en landschappelijk en ruimtelijke inrichting van dit  voormalig eiland. Het moet bewoners en bezoekers een attractieve woon-, werk- en leefomgeving bieden. De dijk moet weer de lijst om Marken worden”.

Grontmij realiseert het prestigieuze project met de projectmanagementmethode scrum. De ingenieurs gebruiken deze methode om complexe projecten effectief te beheersen. Ervaring leert dat scrum niet alleen tijdwinst oplevert, maar eveneens omissies in het ontwerp en daarmee de faalkosten reduceert. Grontmij heeft inmiddels ruime ervaring met deze projectaanpak. Zo werden naast vele tenders ook de projecten Maximabrug, Rijnlandroute, HOV Hilversum, OVSAAL en de dijkversterking Eemshaven-Delfzijl met scrum voorbereid en uitgevoerd.

woensdag 12 augustus 2015

ARCADIS wint kustbeschermingsproject Colombia

Een consortium onder leiding van ARCADIS adviseert het ministerie van Milieu (MADS) in Colombia bij de ontwikkeling van een masterplan ter bescherming van de Colombiaanse kust. Doel is een duurzame, gedragen en geïntegreerde lange termijn visie voor de bescherming en ontwikkeling van de Colombiaanse kustlijn te formuleren, waarbij rekening wordt gehouden met klimaatverandering. Integrated Coastal Zone Management en Building with Nature vormen daarbij een leidraad. Het project met een contractwaarde van 1,3 miljoen euro neemt anderhalf jaar in beslag, aldus ARCADIS dinsdag.

Uniek aan dit masterplan is dat het door MADS en Nederland samen met een gelijke inbreng  gefinancierd wordt. Het Nederlandse deel komt vanuit de Transitiefaciliteitprogramma (TF), een programma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat uitgevoerd wordt door de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RCV.nl) en de Nederlandse ambassade in Bogotá. Onder regie van RVO.nl in intensieve samenwerking met Rijkswaterstaat is het project het afgelopen jaar voorbereid en afgestemd op de behoefte van het Colombiaanse ministerie.

De Colombiaanse kust ondervindt ernstige erosie problemen. Dit bedreigt vele ruimtelijke functies in de kustzone (waaronder wonen, toerisme en recreatie, natuur, havenactiviteiten en infrastructuur). Kusterosie is geen nieuw fenomeen, maar de laatste decennia lijkt het wel sterk toe te nemen. Maatregelen (veelal harde structuren) om erosie tegen te gaan, zijn wisselend toegepast en slechts matig succesvol. In Colombia - met het ministerie van MADS in the lead - is het inzicht en de erkenning dat een integrale kustzone benadering en waar mogelijk maatregelen volgens Building with Nature principe de voorkeur geniet om kusterosie tegen te gaan.

Het consortium werkt de komende anderhalf jaar intensief samen met Colombiaanse stakeholders om tot een gedragen analyse, visie en maatregelenpakket te komen. Ook het identificeren van drie pilotlocaties, een institutionele analyse en advies  en capaciteitsversterkingsproject maakt onderdeel uit van de opdracht. Het Nederlandse – Colombiaanse consortium bestaat uit Royal HaskoningDHV, Deltares, Unesco-IHE, Universidad del Norte, Fundación Herencia Ambiental Caribe en Aqua y Terra  onder leiding van ARCADIS.


dinsdag 11 augustus 2015

Parade Amsterdam mag zich ‘Veilig Drinkwater Locatie’ noemen

Het rondreizende theaterfestival de Parade met haar theatertenten, barren, restaurants en artiesten is het tweede evenement in de pilotreeks naar een landelijk keuringscertificaat voor drinkwater. Het startschot werd eerder gegeven bij dancefestival ‘Welcome to the Future’.  

De Parade heeft een zeer duurzaam karakter en voorziet haar bezoekers al jaren van veilig kraanwater in plaats van water in flesjes. Als pilot voor het in ontwikkeling zijnde keurmerk  ‘Veilig Drinkwater Locatie’ wordt de tijdelijke waterinfrastructuur van de Parade onafhankelijk  beoordeeld door keuringsinstituut Kiwa. Het keurmerk biedt vertrouwen aan overheidsinstanties, evenementenorganisaties en niet te vergeten de consument dat het water op een evenement veilig en dus drinkbaar is.

Volgens initiatiefnemer MTD is er een professionaliseringsslag gaande binnen de evenementenwereld.  'Er ontstaan samenwerkingsverbanden zoals de VVEM (Vereniging van Evenementen Makers) maar ook de uitvoering van een evenement moet aan steeds hogere eisen voldoen zoals: tribunes, voedsel, tenten en water. Het keurmerk geeft de zekerheid dat de drinkwaterinstallatie onafhankelijk getoetst (Kiwa) en gewaarborgd is. Dit wil niet zeggen dat het water eerder niet veilig was, maar door het keurmerk zijn bezoekers nu gegarandeerd  van veilig drinkwater op een evenement.'

Nieuwe innamepunten voor toiletwater rondvaartboten in Sneek

Op de Pampuskade in Sneek zijn drie innamepunten voor het toiletwater van rondvaartboten gerealiseerd. Hier kunnen rondvaartboten hun afvalwater rechtstreeks op het riool afpompen. Het initiatief voor deze punten kwam van de gemeente Súdwest-Fryslân en de Friese Rondvaart Ondernemers (FRO).

Hielke Rollema, technisch medewerker bij de gemeente Súdwest-Fryslân, bedacht een eenvoudige en goedkope installatie: een put die op het riool aangesloten wordt. Rollema: ‘Al het afvalwater dat we aan wal brengen is winst. Anders komt het in het oppervlaktewater terecht en dat hebben we liever niet.’ Op de Pampuskade in Sneek voerde de gemeente Súdwest-Fryslân al werkzaamheden uit en de realisatie van drie innamepunten kon hiermee gecombineerd worden. De nieuwe punten dienen als pilot.

In Fryslân zijn al meer dan 100 innamepunten voor de pleziervaart te vinden. Vanaf 2013 zijn ook rondvaartboten verplicht om hun vuilwater aan de wal af te geven. Voor de 27 rondvaartboten in Fryslân is dat niet altijd makkelijk. Jan Koopmans van de Friese Rondvaart Ondernemers: ‘Jaarlijks stappen ruim 115.000 passagiers op een rondvaartboot in Fryslân. Rondvaartboten kunnen geen gebruik maken van de innamepunten voor de pleziervaart, dus je kunt je voorstellen dat het een uitdaging is om het toiletwater van onze passagiers netjes op te vangen en af te voeren. Als de tank vol is, is ‘ie vol. Dan moet ‘ie leeg, hoe dan ook…’

Alle bij de FRO aangesloten bedrijven hebben een eigen ligplaats waar de vuilwatertank geleegd kan worden. Maar ook onderweg is het soms nodig om de tank te legen. In Fryslân zijn 14 passantenplaatsen waar een rondvaartboot kan aanmeren en de gasten even van boord kunnen, maar daar is geen afpompmogelijkheid. Koopmans: ‘Het zou ideaal zijn om op deze plaatsen ook de vuilwatertank te kunnen legen. Omdat de meeste schepen een pomp aan boord hebben, is het niet nodig om een afzuiginstallatie te installeren. Een afvoerput op het riool is voldoende.’

Na de zomer evalueren de gemeente Súdwest-Fryslân en de FRO het nieuwe systeem in Sneek. Koopmans: ‘Het zou mooi zijn als andere gemeenten daarna ook dit soort aansluitingen op het riool realiseren. Bij geplande werkzaamheden aan kades en ligplaatsen zou de installatie van deze voorziening in elk geval overwogen moeten worden.’ Koopmans wil namens de FRO in gesprek met Friese gemeenten en met havenmeesters over de mogelijkheden. Koopmans: ‘Bewustzijn bij gemeenten is het allerbelangrijkst. Wij willen bestuurders duidelijk maken dat met een kleine investering grote milieuwinst te halen valt.’

maandag 10 augustus 2015

Wetterskip Fryslân onderzoekt visstand in meren, kanalen en beken

Wetterskip Fryslân is gestart met de opname van de visstand in een groot aantal wateren in haar beheergebied. Het gaat om de aantallen, de soorten, het gewicht en de conditie van de vispopulatie. Het onderzoek levert een bijdrage aan het vaststellen van de ecologische toestand van het oppervlaktewater.

Wetterskip Fryslân laat de visstand elke drie jaar onderzoeken. Dit jaar worden in augustus en september zo’n 16 wateren onderzocht waaronder het Nannewiid, de Lytse Wielen, Lende, Alddjip, Lauwers, Prinses Margrietkanaal, Kouwe Faart, watergangen op Ameland, boezemkanalen bij Franeker en een groot aantal boezemmeren in het zuidwesten van de provincie. Met behulp van lange reeksen waarnemingen kunnen conclusies getrokken worden over de ontwikkelingen in de visstand. Het waterschap doet daarnaast onderzoek naar de chemische kwaliteit, de waterplanten, de algen en kleinere waterdieren. Al deze metingen geven inzicht in de ecologische toestand van het oppervlaktewater.

Wetterskip Fryslân gebruikt de meetgegevens onder meer voor de Kaderrichtlijn Water. Dit is een Europese richtlijn voor verbetering van de kwaliteit van de oppervlaktewateren. Om de kwaliteit van het water te verbeteren legt het waterschap onder meer natuurvriendelijke oevers aan langs meren, kanalen en vaarten en wordt geïnvesteerd in het verder verbeteren van de afvalwaterzuivering. Ook worden diverse stuwen, sluizen en gemalen aangepast ter bevordering van vismigratie. Hiermee wil Wetterskip Fryslân de leefgebieden van vissoorten vergroten. Met het onderzoek kan het waterschap de effecten van de maatregelen nagaan.

Bij het onderzoek worden de Friese beroepsvissers en ecologische adviesbureaus Altenburg & Wymenga uit Veenwouden en ATKB uit Geldermalsen ingeschakeld. Alle gevangen vis wordt gemeten en gewogen. Daarnaast wordt ook naar de gezondheid van de vissen gekeken. Alle vis wordt weer teruggezet in het water.

zondag 9 augustus 2015

Verbod op onttrekken oppervlaktewater voor beregenen grasland

Waterschap Brabantse Delta stelt per vrijdag 7 augustus 2015 een onttrekkingsverbod in. Hierbij gaat het om een verbod op het onttrekken van oppervlaktewater voor het beregenen van grasland. Het onttrekkingsverbod geldt voor het gebied ten noorden van het Wilhelminakanaal en ten oosten van de A27. Bij een onttrekkingsverbod mag er geen water meer uit genoemde en aangesloten sloten en beken worden gehaald, bijvoorbeeld voor beregening. Eerder stelde het waterschap al diverse onttrekkingsverboden in. Deze blijven van kracht.

Per vrijdag 7 augustus gelden de volgende totaalverboden voor het onttrekken van oppervlaktewater voor de volgende (stroom)gebieden met daarin gelegen waterlopen:
- Het stroomgebied van de Groote Leij en de Hultense Leij, ten zuiden van de spoorlijn Breda-Tilburg.
- De Wouwse gronden.
- Het stroomgebied van de Zoom en de Bleekloop.
- Het stroomgebied van de Bijloop, Oude Bijloop en Turfvaart Breda.
- Het stroomgebied van de Kibbelvaart, Lokkervaart en Bosloop.

Per vrijdag 7 augustus gelden voor de onderstaande (stroom)gebieden en daarin gelegen waterlopen de volgende onttrekkingsverboden voor oppervlaktewater:
- Een onttrekkingsverbod voor het beregenen van grasland voor het stroomgebied van de Aa of Weerijs en de Kleine Beek.
- Een onttrekkingsverbod voor het beregenen van grasland voor de waterloop Aa of Weerijs zelf.
- Een onttrekkingsverbod voor het beregenen van grasland voor het gebied ten noorden van het Wilhelminakanaal en ten oosten van de A27.

Bovengenoemde (stroom)gebieden en watergangen liggen verspreid in de gemeenten Waalwijk, Oosterhout, Dongen, Loon op Zand, Tilburg, Gilze en Rijen, Alphen-Chaam, Goirle, Breda, Etten-Leur, Rucphen, Zundert, Bergen op Zoom, Roosendaal en Woensdrecht. De verboden gelden tot een nog nader vast te stellen tijdstip. Het waterschap ziet toe op naleving van de verboden. Voor de overige gebieden in West-Brabant geldt (nog) geen onttrekkingsverbod.

De hoge temperaturen en de weersverwachting leiden ertoe dat het waterschap deze maatregelen moet nemen. Door de lage waterstand kan er schade optreden aan oevers en kaden en stijgt de kans op sterfte van dieren en planten in watergangen. Zodra de omstandigheden het toelaten, trekt het waterschap de verboden in. Zowel intrekkingen als nieuwe verboden worden bekend gemaakt via www.brabantsedelta.nl en www.officielebekendmakingen.nl.

zaterdag 8 augustus 2015

Waterexperts voor overstroomd Birma/Myanmar

Nederland heeft Myanmar, ook bekend als Birma, aangeboden een team van waterexperts te sturen om te helpen bij de overstromingen die het land teisteren. Experts van het Dutch Risk Reduction Team staan klaar om naar het land af te reizen. Dat hebben ministers Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) en Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) per brief aan de regering van het land laten weten.

Myanmar wordt momenteel zwaar getroffen door overstromingen veroorzaakt door hevige regenval, net als een aantal andere landen in Zuid-Azië. In totaal zijn meer dan 1 miljoen mensen getroffen en afhankelijk van hulp. Ook is de materiële schade groot. In 4 deelstaten is de noodtoestand uitgeroepen. Nederland helpt al met de hulpverlening via bijdragen aan organisaties die ter plekke zijn, zoals de VN en het Rode Kruis. Volgens minister Ploumen is de hulp hard nodig: ‘De verwoestingen zijn enorm en heel veel mensen zijn dakloos geraakt. Met meer regen in aantocht is het niet alleen belangrijk de slachtoffers te helpen en in hun eerste noden te voorzien, maar ook om erger leed te voorkomen.’

Als deltaland is Myanmar erg kwetsbaar voor overstromingen. Het land is de afgelopen jaren zwaar getroffen door waterrampen. ‘Met eigen ogen heb ik kunnen zien hoe Myanmar worstelt met de vele overstromingen. Met de inzet van het Dutch Risk Reduction Team proberen we te helpen bij het vinden van structurele oplossingen om het land weerbaarder te maken tegen wateroverlast’, aldus Minister Schultz van Haegen. Het team is een gezamenlijk initiatief van de ministers Ploumen en Schultz Van Haegen en bestaat uit Nederlandse experts van bedrijven, kennisinstellingen, ngo's en de overheid die snel kunnen worden ingezet na overstromingen, bij droogte en bij watervervuiling. Een DRR-team richt zich op wederopbouw en preventie, niet op noodhulp.

Het aanbod voor inzet van een Dutch Risk Reduction Team sluit aan op de lopende samenwerking tussen Nederland en Myanmar op watergebied. De Nederlandse regering heeft voor de periode 2015-2017 3 miljoen Euro vrijgemaakt voor watersamenwerking met Myanmar. In 2015 zijn de eerste pilotprojecten van start gegaan om met behulp van Nederlandse kennis en kunde tot duurzaam waterbeheer te komen. Ook adviseert een Nederlands High Level Expert Team onder leiding van oud-minister Cees Veerman de regering van Myanmar op het gebied van integraal waterbeheer. In de week van 16 augustus zal een afvaardiging van dit High Level Expert Team een bezoek aan Myanmar brengen, om met de autoriteiten ter plaatse de vervolgactiviteiten in de samenwerking tussen Nederland en Myanmar te bespreken, waaronder de mogelijkheid voor inzet van het Dutch Risk Reduction Team.