De Nederlandse waterschappen hebben de 'IAHR Hydro-Environment World Heritage Award' ontvangen. De prijs is bedoeld voor organisaties binnen het vakgebied water met 'een lokale infrastructuur van blijvend en internationaal belang'.
Professor Roger Falconer, president van de IAHR, reikte de prijs uit aan Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen. Dit gebeurde op het 36e internationale congres van IAHR (International Association for Hydro-Environment Engineering and Research). Hij noemde de waterschappen "een global reference op het gebied van water governance."
Het is de tweede keer dat de onderscheiding is uitgereikt; in 2013 werd de prijs toegekend aan het eeuwenoude Dujianyan irrigatie systeem in China. De IAHR is opgericht in 1935 en vormt een onafhankelijke wereldwijde organisatie voor ingenieurs en waterspecialisten die werken in sectoren gerelateerd aan de hydrologie en milieuwetenschap en de toepassing daarvan in de praktijk.
dinsdag 30 juni 2015
Advies Rijkswaterstaat: voldoende koud drinken voor onderweg
Rijkswaterstaat adviseert weggebruikers de komende week voldoende koud drinken mee te nemen vanwege de verwachte hittegolf. In een file kan de temperatuur in voertuigen snel oplopen tot tropische hoogte, zeker als er geen airco aanwezig is.
Rijkswaterstaat heeft hoogleraar thermofysiologie Hein Daanen van TNO/Vrije Universiteit om advies voor weggebruikers gevraagd. Hij geeft aan dat de auto door de vele ramen een soort kas is, waarin de temperatuur snel stijgt. De lichaamstemperatuur stijgt dan ook. Daardoor vermindert de alertheid van automobilisten. Ze zijn minder geconcentreerd, waardoor sneller onveilige situaties in het verkeer kunnen ontstaan.
Door koud water te drinken, blijft de waakzaamheid op peil. Wie voldoende drinkt, kan daarna zweten en warmte kwijtraken. Extra eten werkt volgens de hoogleraar bij hoge temperaturen averechts, omdat bij de vertering warmte vrijkomt.
Rijkswaterstaat heeft hoogleraar thermofysiologie Hein Daanen van TNO/Vrije Universiteit om advies voor weggebruikers gevraagd. Hij geeft aan dat de auto door de vele ramen een soort kas is, waarin de temperatuur snel stijgt. De lichaamstemperatuur stijgt dan ook. Daardoor vermindert de alertheid van automobilisten. Ze zijn minder geconcentreerd, waardoor sneller onveilige situaties in het verkeer kunnen ontstaan.
Door koud water te drinken, blijft de waakzaamheid op peil. Wie voldoende drinkt, kan daarna zweten en warmte kwijtraken. Extra eten werkt volgens de hoogleraar bij hoge temperaturen averechts, omdat bij de vertering warmte vrijkomt.
maandag 29 juni 2015
Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) per 1 juli van start
Op 1 juli 2015 treedt de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in werking. Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft de PAS vastgesteld. In april stemden de 12 colleges van Gedeputeerde Staten al in met de PAS.
De PAS zorgt dat er maatregelen worden genomen waardoor de biodiversiteit in natuurgebieden verbetert.
In de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) werken Rijk, provincies, natuurorganisaties en ondernemers samen aan een evenwicht tussen een veerkrachtige natuur en een gezonde economie. Met de PAS wordt de achteruitgang van de natuurkwaliteit in Natura 2000-gebieden, voor zover die het gevolg is van stikstofdepositie, tot staan gebracht en omgezet in herstel.
Aan de andere kant wordt er weer ruimte gemaakt voor economische activiteit in de buurt van die gebieden.
Vanaf 1 juli kunnen de eerste Natuurbeschermingswet-vergunningen onder de PAS worden aangevraagd en meldingen worden gedaan bij de provincies en in sommige gevallen het Rijk.
AERIUS
De PAS zorgt dat er maatregelen worden genomen waardoor de biodiversiteit in natuurgebieden verbetert.
In de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) werken Rijk, provincies, natuurorganisaties en ondernemers samen aan een evenwicht tussen een veerkrachtige natuur en een gezonde economie. Met de PAS wordt de achteruitgang van de natuurkwaliteit in Natura 2000-gebieden, voor zover die het gevolg is van stikstofdepositie, tot staan gebracht en omgezet in herstel.
Aan de andere kant wordt er weer ruimte gemaakt voor economische activiteit in de buurt van die gebieden.
Vanaf 1 juli kunnen de eerste Natuurbeschermingswet-vergunningen onder de PAS worden aangevraagd en meldingen worden gedaan bij de provincies en in sommige gevallen het Rijk.
AERIUS
vrijdag 26 juni 2015
Den Haag: +83 centimeter zeespiegelstijging, met risico op veel meer
De stijging van de zeespiegel in Noord-Europa kan aanzienlijk groter worden dan tot nu toe verwacht. Onderzoekers van onder meer de TU Delft publiceerden hier deze week over in het wetenschappelijk tijdschrift Climate Research.
De verhoging van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer leidt naar alle verwachtingen tot een opwarming van de aarde. Een van de gevolgen is een stijging van de zeespiegel. Nu is die verwachte zeespiegelstijging omgeven door een aantal onzekerheden en bovendien niet overal gelijk; er zijn grote regionale verschillen.
Een team van de Universiteit van Kopenhagen, het National Oceanographic Centre in Liverpool en de TU Delft bekeek nader wat de verwachte zeespiegelstijging in Noord-Europa aan het eind van deze eeuw zal zijn. Ze gingen daarbij uit van het business-as-usual scenario; de situatie waarbij er mondiaal geen beperkende maatregelen worden opgelegd om de CO2-uitstoot structureel te beperken.
De onderzoekers komen voor Noord-Europa met een meest waarschijnlijke zeespiegelstijging die overeenkomt met de voorspellingen van het mondiale klimaatpanel IPCC en de Nederlandse Delta Commissie: ongeveer 80 centimeter stijging aan het eind van deze eeuw.
Een ander belangrijk aspect van deze studie, betreft de regionale verschillen in (verwachte) zeespiegelstijging. Er zijn grote verschillen, ook in Noord-Europa. Dit komt onder meer door aanpassingen van de zeebodem onder invloed van geologische processen, de veranderingen in de verdeling van landijs op aarde en een niet gelijke verdeling van het extra vrijkomende smeltwater.
De onderzoekers komen voor Noord-Europa gemiddeld dus tot een stijging van zo’n 80 centimeter aan het eind van de eeuw. In de Botnische Golf (bij Oulu, Finland) is de voorspelling echter een daling van 10 centimeter. In onze contreien komen de wetenschappers tot een meest waarschijnlijke waarde van 83 centimeter (Den Haag) en 84 centimeter (Den Helder).
donderdag 25 juni 2015
Droogte levert geen problemen in gebied Noorderzijlvest
Net als elders in Nederland is het binnen het beheergebied van Noorderzijlvest droog. Dat komt door een gebrek aan neerslag. Hier leidt het nog niet tot problemen. Net als elke zomerperiode laten we water in vanuit het IJsselmeer. Vanuit de Rijn is er nog voldoende toevoer van water richting het IJsselmeer.
Als boeren willen beregenen, melden ze dat bij het waterschap. Dan kan het waterschap zo goed als mogelijk zorgen voor voldoende water. Op dit moment krijgen we veel meldingen binnen voor beregenen op akkers met bloemen en bloembollen.
De polders in Noord-Groningen spoelt het waterschap door met zoetwater. Dat doen men altijd in de zomerperiode zodat het oppervlaktewater daar niet te zout wordt en geschikt is voor beregening.
Landelijk houden de waterschappen en Rijkswaterstaat de vinger aan de pols vanwege het droge weer. De verwachting is dat het droge weer voorlopig aanhoudt.
Als boeren willen beregenen, melden ze dat bij het waterschap. Dan kan het waterschap zo goed als mogelijk zorgen voor voldoende water. Op dit moment krijgen we veel meldingen binnen voor beregenen op akkers met bloemen en bloembollen.
De polders in Noord-Groningen spoelt het waterschap door met zoetwater. Dat doen men altijd in de zomerperiode zodat het oppervlaktewater daar niet te zout wordt en geschikt is voor beregening.
Landelijk houden de waterschappen en Rijkswaterstaat de vinger aan de pols vanwege het droge weer. De verwachting is dat het droge weer voorlopig aanhoudt.
Zeesnelweg voor Aruba, Curaçao en Bonaire stap dichterbij
Nederland ondersteunt het initiatief van de ontwikkeling van een snelle dagelijkse bootverbinding tussen de drie benedenwindse eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire.
Zo'n onderlinge verbinding over zee geeft een belangrijke impuls aan de economie van de eilanden en draagt bij aan de verbetering van het verkeer van personen en goederen tussen de eilanden. Dat zei minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) in zijn openingsspeech van de Koninkrijksconferentie op Curaçao.
Zo'n onderlinge verbinding over zee geeft een belangrijke impuls aan de economie van de eilanden en draagt bij aan de verbetering van het verkeer van personen en goederen tussen de eilanden. Dat zei minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) in zijn openingsspeech van de Koninkrijksconferentie op Curaçao.
Een haalbaarheidsstudie in opdracht van Aruba, Curaçao en Bonaire is inmiddels gestart. Na afronding daarvan is er duidelijkheid over de benodigde randvoorwaarden als havenfaciliteiten en douane- en immigratieprocedures. Nu al is duidelijk dat uitwisseling van gegevens en goede samenwerking tussen de betrokken diensten van de drie landen Aruba, Curaçao en Nederland noodzakelijk is. Nederland wil dat mogelijk maken en een actieve en coördinerende rol spelen, door onder meer technische ondersteuning te bieden op het gebied van ICT en juridische vraagstukken.
De economische en maatschappelijke effecten voor Aruba, Curaçao en Bonaire kunnen enorm zijn als via de ontsluiting met een dagelijkse snelle ferryverbinding goedkoper transport van mensen en goederen mogelijk wordt. Nu is er geen goede bootverbinding en moet alles via de lucht. Met een ferryverbinding is de afzetmarkt voor het bedrijfsleven ineens veel groter en wordt het makkelijker en interessanter om op meerdere eilanden actief te worden. Ook ontstaan er meer mogelijkheden voor toerisme en andere vormen van dienstverlening. Maatschappelijke ontwikkelingen worden gestimuleerd, zoals meer mogelijkheden voor scholing en werk. Ook het reizen voor de bevolking, met vaak familie op meerdere eilanden, wordt makkelijker en goedkoper.
woensdag 24 juni 2015
Waterkwaliteit verbetert door Blauwe Verbinding
Heemraad Lies Struik opende onlangs het deeltraject Zuidelijk Randpark van de Blauwe Verbinding. Dit deed hij samen met wethouders van gemeente Barendrecht en Rotterdam. De Blauwe Verbinding is een waterverbinding tussen de Oude Maas en het Zuiderpark in Rotterdam Zuid. De Blauwe Verbinding zorgt voor een betere wateraanvoer in Charlois en Feijenoord en het Zuiderpark.
Het water voor deze gebieden kwam voorheen grotendeels uit de Nieuwe Waterweg. De Nieuwe Waterweg wordt echter in droge perioden zouter. Verzilten noemen we dat. Dan kan er daaruit geen water ingelaten worden. In de toekomst zijn langere perioden van regen en droogte steeds vaker te verwachten en daarmee komt de verzilting van de Nieuwe Waterweg ook vaker en langer voor. Het water in de Oude Maas heeft geen last van verzilting. Dus is het plan gemaakt om water vanuit de Oude Maas naar Rotterdam-Zuid te laten stromen. Het project is door de zeven partijen opgepakt. En wat in eerste instantie een oplossing was voor een groot deel van Rotterdam, levert nu voldoende en goed water voor een veel groter gebied. Sloten aangrenzend aan de Blauwe Verbinding profiteren ook van dit goede water.
Een aantal onderdelen van de Blauwe Verbinding zijn al eerder opgeleverd. Met de oplevering van het deelproject Zuidelijk Randpark zijn een aantal maatregelen uitgevoerd waardoor het waterschap het water van de hier in dit park aanwezige zwemplassen kan verversen. Het waterschap zorgt een goede waterkwaliteit van zwemwateren. Door het zwemwater te verversen is de kans op blauwalgen en bacteriologische verontreiniging minder.
De Pendrechtse Molen heeft een bijzondere functie gekregen in de Blauwe Verbinding. De molen pompt het water op naar een hoger gelegen waterplas, waarna het via een cascade weer afstroomt via verschillende sloten en vervolgens naar de wegsloot aan de Charloise Lagedijk. Daarmee worden ook kleinere sloten goed ververst.
De Blauwe Verbinding is tot stand gekomen door de samenwerking tussen 7 partijen. Naast waterschap Hollandse Delta zijn dit de gemeenten Rotterdam, Barendrecht en Albrandswaard, Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde, Metropool Regio Rotterdam – Den Haag (voorheen Stadsregio Rotterdam) en de Provincie Zuid-Holland.
Deze samenwerking zorgt ervoor dat er voor de inwoners een prachtige verbinding ligt. Deze verbinding is belangrijk voor een goede wateraanvoer en waterkwaliteit voor nu en in de toekomst. Op de Blauwe Verbinding is ook volop recreatie mogelijk, zoals kanovaren. Daarmee ligt er een mooie groen-blauwe verbinding voor de inwoners ten noorden èn ten zuiden van de A15.
Het water voor deze gebieden kwam voorheen grotendeels uit de Nieuwe Waterweg. De Nieuwe Waterweg wordt echter in droge perioden zouter. Verzilten noemen we dat. Dan kan er daaruit geen water ingelaten worden. In de toekomst zijn langere perioden van regen en droogte steeds vaker te verwachten en daarmee komt de verzilting van de Nieuwe Waterweg ook vaker en langer voor. Het water in de Oude Maas heeft geen last van verzilting. Dus is het plan gemaakt om water vanuit de Oude Maas naar Rotterdam-Zuid te laten stromen. Het project is door de zeven partijen opgepakt. En wat in eerste instantie een oplossing was voor een groot deel van Rotterdam, levert nu voldoende en goed water voor een veel groter gebied. Sloten aangrenzend aan de Blauwe Verbinding profiteren ook van dit goede water.
Een aantal onderdelen van de Blauwe Verbinding zijn al eerder opgeleverd. Met de oplevering van het deelproject Zuidelijk Randpark zijn een aantal maatregelen uitgevoerd waardoor het waterschap het water van de hier in dit park aanwezige zwemplassen kan verversen. Het waterschap zorgt een goede waterkwaliteit van zwemwateren. Door het zwemwater te verversen is de kans op blauwalgen en bacteriologische verontreiniging minder.
De Pendrechtse Molen heeft een bijzondere functie gekregen in de Blauwe Verbinding. De molen pompt het water op naar een hoger gelegen waterplas, waarna het via een cascade weer afstroomt via verschillende sloten en vervolgens naar de wegsloot aan de Charloise Lagedijk. Daarmee worden ook kleinere sloten goed ververst.
De Blauwe Verbinding is tot stand gekomen door de samenwerking tussen 7 partijen. Naast waterschap Hollandse Delta zijn dit de gemeenten Rotterdam, Barendrecht en Albrandswaard, Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde, Metropool Regio Rotterdam – Den Haag (voorheen Stadsregio Rotterdam) en de Provincie Zuid-Holland.
Deze samenwerking zorgt ervoor dat er voor de inwoners een prachtige verbinding ligt. Deze verbinding is belangrijk voor een goede wateraanvoer en waterkwaliteit voor nu en in de toekomst. Op de Blauwe Verbinding is ook volop recreatie mogelijk, zoals kanovaren. Daarmee ligt er een mooie groen-blauwe verbinding voor de inwoners ten noorden èn ten zuiden van de A15.
dinsdag 23 juni 2015
Waterschappen en Royal HaskoningDHV bundelen krachten in het buitenland
Nederlandse waterschappers gaan ondersteuning bieden bij de opstart van afvalwaterzuiveringsinstallaties in het buitenland die draaien op Nereda technologie. De Unie van Waterschappen en advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV tekenden daartoe op 22 juni 2015 een samenwerkingsovereenkomst. Het is voor het eerst dat waterschappen op deze schaal betaald hun kennis en expertise internationaal inzetten in opdracht van een bedrijf.
Waterschappers gaan aan de slag op Nereda-installaties in onder andere Brazilië, Australië en Zuid-Afrika. In Ierland is de eerste gezamenlijke opstart inmiddels een feit. Meinard Eekhof van Waterschap Vechtstromen was onderdeel van het team van Royal HaskoningDHV tijdens de opstart van de nieuwe Nereda-zuivering in het Ierse Clonakilty.
René Noppeney, Global Director Water Technology Products & Innovation bij Royal HaskoningDHV: “De Nederlandse waterschappen brengen unieke ervaring in op het gebied van de bedrijfsvoering van Nereda-installaties. Samen met onze ontwerpkennis en -ervaring is dat een ijzersterke combinatie. We kunnen onze Nereda-klanten en -partners in het buitenland hierdoor nog beter van dienst zijn.”
De waterschappen zetten zich internationaal in onder de gezamenlijke vlag van Dutch Water Authorities. Gerard Doornbos, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Waterschappen delen wereldwijd kennis met landen waar waterbeheer grote uitdagingen kent. Wij leren hier zelf van en steunen tegelijkertijd de exportpotentie van de Nederlandse watersector. Bovendien krijgen onze medewerkers de kans out of the box ervaring op te doen en te leren van het toepassen van de techniek in een andere context. Dit helpt ons weer bij de wateropgave in Nederland.”
Waterschappers gaan aan de slag op Nereda-installaties in onder andere Brazilië, Australië en Zuid-Afrika. In Ierland is de eerste gezamenlijke opstart inmiddels een feit. Meinard Eekhof van Waterschap Vechtstromen was onderdeel van het team van Royal HaskoningDHV tijdens de opstart van de nieuwe Nereda-zuivering in het Ierse Clonakilty.
René Noppeney, Global Director Water Technology Products & Innovation bij Royal HaskoningDHV: “De Nederlandse waterschappen brengen unieke ervaring in op het gebied van de bedrijfsvoering van Nereda-installaties. Samen met onze ontwerpkennis en -ervaring is dat een ijzersterke combinatie. We kunnen onze Nereda-klanten en -partners in het buitenland hierdoor nog beter van dienst zijn.”
De waterschappen zetten zich internationaal in onder de gezamenlijke vlag van Dutch Water Authorities. Gerard Doornbos, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Waterschappen delen wereldwijd kennis met landen waar waterbeheer grote uitdagingen kent. Wij leren hier zelf van en steunen tegelijkertijd de exportpotentie van de Nederlandse watersector. Bovendien krijgen onze medewerkers de kans out of the box ervaring op te doen en te leren van het toepassen van de techniek in een andere context. Dit helpt ons weer bij de wateropgave in Nederland.”
Bediening van bruggen en sluizen op afstand
De scheepvaart die gebruik maakt van de rijksvaarwegen in de regio Zwolle-Kampen-Meppel en Twente kan blijven rekenen op een goede bereikbaarheid. De bediening wordt in de jaren 2016 tot 2018 omgebouwd naar bediening op afstand, waarmee de bereikbaarheid van Overijssel en Drenthe via het water voor nu en de toekomst is gegarandeerd en wordt verbeterd. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincies Overijssel en Drenthe, de gemeenten Zwolle en Meppel en de Twentse gemeenten hebben de intentie uitgesproken om hiervoor gezamenlijk een bedrag van zo’n drie miljoen euro op tafel te leggen. Rijk en regio betalen hiervan elk de helft.
De maatregelen die nu uitgevoerd worden, zijn een vervolg op de afspraken tussen Rijk en regio van eind 2014. Rijkswaterstaat heeft in nauw overleg met de regionale overheden en het bedrijfsleven onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de bediening ook voor de middellange en lange termijn op peil te houden en te verbeteren.
Uit het onderzoek komt naar voren dat er geleidelijk van een aanbod- naar een vraaggestuurde bediening kan worden overgegaan. Op die manier worden de bedieningstijden maximaal afgestemd op de binnenvaart die gebruik maakt van de vaarwegen. Hiermee wordt al in 2015 gestart. Tot die tijd blijven de huidige bedientijden gelden.
Vanaf 2018 wordt de bediening van de sluizen in het Twentekanaal op afstand, vanuit sluis Eefde, gedaan en ontstaat er structureel een beter bedieningsregime. In regio Zwolle-Kampen-Meppel worden vanaf 2018 verschillende gemeentelijke bruggen op afstand bediend vanuit de Meppelerdiepsluis en Spooldersluis. Hier werken Rijk en regio samen in de bediening. Dit is niet alleen goed voor een efficiëntere bediening, maar bespaart op termijn ook kosten.
Gezamenlijk zijn Rijk en regio erin geslaagd om de service aan de vaarweggebruiker op peil te houden en in de nabije toekomst te verbeteren. Hiermee stimuleren de overheden het goederenvervoer over water. Dit komt de economie, de concurrentiepositie van de binnenvaart, de recreatievaart en de ondernemers langs de Rijksvaarwegen in deze regio ten goede.
De maatregelen die nu uitgevoerd worden, zijn een vervolg op de afspraken tussen Rijk en regio van eind 2014. Rijkswaterstaat heeft in nauw overleg met de regionale overheden en het bedrijfsleven onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de bediening ook voor de middellange en lange termijn op peil te houden en te verbeteren.
Uit het onderzoek komt naar voren dat er geleidelijk van een aanbod- naar een vraaggestuurde bediening kan worden overgegaan. Op die manier worden de bedieningstijden maximaal afgestemd op de binnenvaart die gebruik maakt van de vaarwegen. Hiermee wordt al in 2015 gestart. Tot die tijd blijven de huidige bedientijden gelden.
Vanaf 2018 wordt de bediening van de sluizen in het Twentekanaal op afstand, vanuit sluis Eefde, gedaan en ontstaat er structureel een beter bedieningsregime. In regio Zwolle-Kampen-Meppel worden vanaf 2018 verschillende gemeentelijke bruggen op afstand bediend vanuit de Meppelerdiepsluis en Spooldersluis. Hier werken Rijk en regio samen in de bediening. Dit is niet alleen goed voor een efficiëntere bediening, maar bespaart op termijn ook kosten.
Gezamenlijk zijn Rijk en regio erin geslaagd om de service aan de vaarweggebruiker op peil te houden en in de nabije toekomst te verbeteren. Hiermee stimuleren de overheden het goederenvervoer over water. Dit komt de economie, de concurrentiepositie van de binnenvaart, de recreatievaart en de ondernemers langs de Rijksvaarwegen in deze regio ten goede.
maandag 22 juni 2015
Met Rijkswaterstaat op zoek naar kustvriendelijke bebouwing
Sinds eind mei staat op het strand van Midsland, Terschelling een proefopstelling van fictieve slaaphuisjes. Op deze manier onderzoekt Rijkswaterstaat welke bouwwijze de doorstuif van zand naar de duinen het minste belemmert. UT-studente Elise Leusink is samen met studenten van de TU Delft en het Maritiem Instituut Willem Barentz betrokken bij de proef.
Al eeuwen beschermen de duinen aan de kust ons tegen de zee. Om Nederland te beschermen tegen water onderhouden Rijkswaterstaat en de waterschappen de kust met zandsuppleties. Een deel van het zand stuift naar de duinen die zo op een natuurlijke wijze worden verstrekt. De strandbebouwing hindert het doorstuiven van zand, dat zo belangrijk is om de duinen op sterkte te houden.
Leusink, Master-student aan de opleiding Civil Engineering & Management met als specialisatie Water Engineering & Management, onderzoekt met andere studenten in opdracht van Rijkswaterstaat hoe de bebouwing van de kust zo kan plaatsvinden dat het doorstuiven van zand zo min mogelijk gehinderd wordt. Leusink, naast studente ook kunstenares, verdiept zich in het project in hoe de stromen zo goed mogelijk kunnen worden gevisualiseerd.
De resultaten van het Stuiflab, zoals het project officieel heet, worden tijdens het festival Oerol 2015 (12-21 juni) gepresenteerd op het strand van Midsland en vormen input voor onderzoek van Rijkswaterstaat naar bestaande kustbebouwing. De vraag naar strandpaviljoens en slaaphuisjes op het strand neemt toe en huisjes blijven steeds langer staan. De samenwerkende strandexploitanten verwachten de komende jaren een toename van enkele duizenden slaaphuisjes langs de kust. Met uitzondering van de Waddeneilanden, daar zijn alleen in zeer beperkte mate strandpaviljoens toegestaan.
Al eeuwen beschermen de duinen aan de kust ons tegen de zee. Om Nederland te beschermen tegen water onderhouden Rijkswaterstaat en de waterschappen de kust met zandsuppleties. Een deel van het zand stuift naar de duinen die zo op een natuurlijke wijze worden verstrekt. De strandbebouwing hindert het doorstuiven van zand, dat zo belangrijk is om de duinen op sterkte te houden.
Leusink, Master-student aan de opleiding Civil Engineering & Management met als specialisatie Water Engineering & Management, onderzoekt met andere studenten in opdracht van Rijkswaterstaat hoe de bebouwing van de kust zo kan plaatsvinden dat het doorstuiven van zand zo min mogelijk gehinderd wordt. Leusink, naast studente ook kunstenares, verdiept zich in het project in hoe de stromen zo goed mogelijk kunnen worden gevisualiseerd.
De resultaten van het Stuiflab, zoals het project officieel heet, worden tijdens het festival Oerol 2015 (12-21 juni) gepresenteerd op het strand van Midsland en vormen input voor onderzoek van Rijkswaterstaat naar bestaande kustbebouwing. De vraag naar strandpaviljoens en slaaphuisjes op het strand neemt toe en huisjes blijven steeds langer staan. De samenwerkende strandexploitanten verwachten de komende jaren een toename van enkele duizenden slaaphuisjes langs de kust. Met uitzondering van de Waddeneilanden, daar zijn alleen in zeer beperkte mate strandpaviljoens toegestaan.
zondag 21 juni 2015
Beleef Deltawerken op de fiets met Tour de Delta
Op zondag 21 juni organiseert Beleef de Deltaroute de Tour de Delta 2015. Twee weken voor de start van de Tour kan iedereen die van fietsen houdt ervaren hoe het is om over de Deltawerken te fietsen en te finishen op Neeltje Jans. De fietstocht is bedoeld om de Deltawerken en Nederland op de kaart te zetten als wereldleider in watermanagement. Drie oud wereldkampioenes Leontien van Moorsel, Keetie van Oostenhage en Tineke Fopma, onderstrepen met hun deelname het belang van de Deltawerken voor een goed beschermd Nederland tegen overstromingen.
De deelnemers van de Tour de Delta beproeven een markant stuk van de Tour de France-route in Nederland, namelijk het stuk dat over de Deltawerken in Zuid Holland en Zeeland loopt. Tour de Delta is onderdeel van Beleef de Deltaroute.
Er is een familie- en vriendentocht en een ontspannende/educatieve route van 40 km. De route is vormgegeven als een fietsrally die je in kleine groepjes aflegt met onderweg kennis- en vaardigheidsopdrachten over wat er allemaal bij komt kijken om in Nederland elke dag droge voeten te houden. En er is een sportieve tocht van 110 km voor de semiprofessionele fietsers.
Vanuit Zeeland en Zuid-Holland doen aan de 110 km tocht ook zeer jonge wielrenners mee. Zij zijn tussen de 11 en 14 jaar oud en rijden deze afstand waarschijnlijk in 3,5 uur. Leontien van Moorsel zal samen met hen starten. Vanuit Zuid-Holland zullen de jeugd wielrentalenten Arjan Bosma en Flavio Moretti uit Zeeland meedoen.
De start en finish voor beide Tour de Delta-tochten zal plaatsvinden op Neeltje Jans. Net als de Tour de France-wielrenners op 5 juli worden hier tussen 14.00 uur en 14.30 de winnaars gehuldigd na de onthulling van het eerste deltafotopunt bij de Kroon van de Deltawerken. Dit is gemaakt door kunstproducent Mothership (bekend van Markthal in Rotterdam). Het is een fotopunt dat laat zien dat Nederland een bijzonder (water)land is met 13 Deltawerken. Op 5 juli vindt een bijzondere finish in zee plaats in Zeeland.
De eerste foto’s die daar gemaakt worden, vormen het startschot voor de fotowedstrijd 'Mijn Deltaroutemoment'. De wedstrijd loopt van 21 juni tot en met 31 juli. Vanaf dat moment kan iedereen zijn of haar Deltaroutemoment naar de website Jouwdeltaroutemoment.nl (live vanaf 21 juni) uploaden en stemmen verzamelen. De hoofdprijs is een helikoptervlucht van een half uur over de Deltawerken voor twee personen, aangeboden door Prince Helicopters.
Deze dag zijn ook de slogans te zien aan de buitenzijde van het Topshuis. De centrale slogan 'BRING IN THE DUTCH!' is voor, tijdens en na de Tour de France erop gericht om in Nederland én het buitenland duidelijk te maken dat Nederlanders al vanuit het verleden watermanagementexperts bij uitstek zijn. Met Engelse woordspelingen in prikkelende quotes wordt de aandacht getrokken. ‘BRING IN THE DUTCH!’ hangt zichtbaar aan de buitenzijde van het ir. J.W. Topshuis. Vanaf 21 juni zullen teksten ook zichtbaar zijn op Brouwersdam en Haringvlietsluizen.
De deelnemers van de Tour de Delta beproeven een markant stuk van de Tour de France-route in Nederland, namelijk het stuk dat over de Deltawerken in Zuid Holland en Zeeland loopt. Tour de Delta is onderdeel van Beleef de Deltaroute.
Er is een familie- en vriendentocht en een ontspannende/educatieve route van 40 km. De route is vormgegeven als een fietsrally die je in kleine groepjes aflegt met onderweg kennis- en vaardigheidsopdrachten over wat er allemaal bij komt kijken om in Nederland elke dag droge voeten te houden. En er is een sportieve tocht van 110 km voor de semiprofessionele fietsers.
Vanuit Zeeland en Zuid-Holland doen aan de 110 km tocht ook zeer jonge wielrenners mee. Zij zijn tussen de 11 en 14 jaar oud en rijden deze afstand waarschijnlijk in 3,5 uur. Leontien van Moorsel zal samen met hen starten. Vanuit Zuid-Holland zullen de jeugd wielrentalenten Arjan Bosma en Flavio Moretti uit Zeeland meedoen.
De start en finish voor beide Tour de Delta-tochten zal plaatsvinden op Neeltje Jans. Net als de Tour de France-wielrenners op 5 juli worden hier tussen 14.00 uur en 14.30 de winnaars gehuldigd na de onthulling van het eerste deltafotopunt bij de Kroon van de Deltawerken. Dit is gemaakt door kunstproducent Mothership (bekend van Markthal in Rotterdam). Het is een fotopunt dat laat zien dat Nederland een bijzonder (water)land is met 13 Deltawerken. Op 5 juli vindt een bijzondere finish in zee plaats in Zeeland.
De eerste foto’s die daar gemaakt worden, vormen het startschot voor de fotowedstrijd 'Mijn Deltaroutemoment'. De wedstrijd loopt van 21 juni tot en met 31 juli. Vanaf dat moment kan iedereen zijn of haar Deltaroutemoment naar de website Jouwdeltaroutemoment.nl (live vanaf 21 juni) uploaden en stemmen verzamelen. De hoofdprijs is een helikoptervlucht van een half uur over de Deltawerken voor twee personen, aangeboden door Prince Helicopters.
Deze dag zijn ook de slogans te zien aan de buitenzijde van het Topshuis. De centrale slogan 'BRING IN THE DUTCH!' is voor, tijdens en na de Tour de France erop gericht om in Nederland én het buitenland duidelijk te maken dat Nederlanders al vanuit het verleden watermanagementexperts bij uitstek zijn. Met Engelse woordspelingen in prikkelende quotes wordt de aandacht getrokken. ‘BRING IN THE DUTCH!’ hangt zichtbaar aan de buitenzijde van het ir. J.W. Topshuis. Vanaf 21 juni zullen teksten ook zichtbaar zijn op Brouwersdam en Haringvlietsluizen.
vrijdag 19 juni 2015
Arnhem voorkomt drinkwaterafsluitingen bij mensen met schulden
Drinkwaterbedrijf Vitens, welzijnsorganisatie Rijnstad, gemeente Arnhem en de VVGM maken zich sterk voor het voorkomen van drinkwaterafsluitingen bij mensen met schulden. Klanten met een betalingsachterstand tot € 250,- worden door Vitens aangemeld bij het meldpunt dreigende waterafsluitingen en krijgen financiële hulpverlening door de Formulierenbrigade aangeboden. Deze hulpverlening kan voorkomen dat het drinkwater wordt afgesloten, maar het kan ook grote(re) problemen voorkomen. Het aantal cliënten met betalingsachterstand wordt in Arnhem geschat op 2100. Voor 650 daarvan dreigt daadwerkelijk waterafsluiting. Vitens heeft toegezegd om per maand 40 cliënten aan te melden die gebaat zouden kunnen zijn bij deze financiële hulpverlening.
Vitens, gemeente, Rijnstad en VGGM tekenden vandaag een samenwerkingsconvenant in het stadhuis van Arnhem. Gerrie Elfrink, wethouder voor armoedebeleid: "Mensen praten niet graag over schulden. Het probleem komt helaas wel bij steeds meer mensen voor. En die problematiek gaat vaak verder dan alleen de niet-betaalde waterrekening. De aanpak die we met dit convenant bekrachtigen, kan mensen over de drempel trekken om er wel over te praten en hulp te accepteren. Op die manier proberen we zoveel mogelijk mensen weer financieel zelfredzaam te maken."
De samenwerking tussen de vier partijen heeft al vorm gekregen in een pilot. Goede resultaten waren aanleiding om de samenwerking op deze manier minimaal een jaar voort te zetten. Ype Schat, directeur publieke gezondheid van VGGM: "Door het Meldpunt Voorkoming Drinkwaterafsluitingen, kan er in een vroeg stadium gereageerd worden bij een betalingsachterstand en kan op outreachende wijze hulp worden aangeboden. Zo worden problemen eerder en op termijn ook goedkoper, opgelost. Met alle samenwerkende partijen zetten we een koers uit waarbij preventie centraal staat; voorkomen is beter dan genezen. Een goed beeld van de klanten is daarbij van groot belang, omdat we dan gericht en efficiënt in kunnen schatten wie het meeste gebaat zijn bij hulp."
Hester Latenstein van Voorst, manager Klant en Facturatie van drinkwaterbedrijf Vitens is blij met het convenant: “We zien dat dit echt werkt. Het is geweldig dat de gemeente Arnhem, de stichting Rijnstad en VGGM hier zo serieus mee aan de slag zijn. Als iemand de waterrekening niet kan betalen is er namelijk vaak meer aan de hand. Het is goed dat we zo concreet mensen kunnen helpen, en de resultaten zie je al in de cijfers. We zouden graag met meer gemeenten dit soort convenanten willen sluiten”
Luciënne van den Brand, directeur Rijnstad: "De inzet van vrijwilligers maakt het verschil! Zij weten het eerste contact te leggen met mensen die anders niet om hulp zouden vragen. Door de samenwerking tussen gemeente, Vitens, VGGM en Rijnstad blijft het water stromen.”
Vitens, gemeente, Rijnstad en VGGM tekenden vandaag een samenwerkingsconvenant in het stadhuis van Arnhem. Gerrie Elfrink, wethouder voor armoedebeleid: "Mensen praten niet graag over schulden. Het probleem komt helaas wel bij steeds meer mensen voor. En die problematiek gaat vaak verder dan alleen de niet-betaalde waterrekening. De aanpak die we met dit convenant bekrachtigen, kan mensen over de drempel trekken om er wel over te praten en hulp te accepteren. Op die manier proberen we zoveel mogelijk mensen weer financieel zelfredzaam te maken."
De samenwerking tussen de vier partijen heeft al vorm gekregen in een pilot. Goede resultaten waren aanleiding om de samenwerking op deze manier minimaal een jaar voort te zetten. Ype Schat, directeur publieke gezondheid van VGGM: "Door het Meldpunt Voorkoming Drinkwaterafsluitingen, kan er in een vroeg stadium gereageerd worden bij een betalingsachterstand en kan op outreachende wijze hulp worden aangeboden. Zo worden problemen eerder en op termijn ook goedkoper, opgelost. Met alle samenwerkende partijen zetten we een koers uit waarbij preventie centraal staat; voorkomen is beter dan genezen. Een goed beeld van de klanten is daarbij van groot belang, omdat we dan gericht en efficiënt in kunnen schatten wie het meeste gebaat zijn bij hulp."
Hester Latenstein van Voorst, manager Klant en Facturatie van drinkwaterbedrijf Vitens is blij met het convenant: “We zien dat dit echt werkt. Het is geweldig dat de gemeente Arnhem, de stichting Rijnstad en VGGM hier zo serieus mee aan de slag zijn. Als iemand de waterrekening niet kan betalen is er namelijk vaak meer aan de hand. Het is goed dat we zo concreet mensen kunnen helpen, en de resultaten zie je al in de cijfers. We zouden graag met meer gemeenten dit soort convenanten willen sluiten”
Luciënne van den Brand, directeur Rijnstad: "De inzet van vrijwilligers maakt het verschil! Zij weten het eerste contact te leggen met mensen die anders niet om hulp zouden vragen. Door de samenwerking tussen gemeente, Vitens, VGGM en Rijnstad blijft het water stromen.”
donderdag 18 juni 2015
Lokale afvalwaterbehandeling buitengebied Blankenham dichtbij
In Blankenham wordt het afvalwater onder vrijverval ingezameld en vervolgens met een drukrioolstelsel getransporteerd. Dit drukrioolstelsel is aan vervanging toe. De gemeente Steenwijkerland vraagt zich af of er ook goedkopere én duurzamere oplossingen zijn en heeft Tauw ingeschakeld.
Tauw is gevraagd om een technische en financieel voorontwerp te maken voor mogelijke lokale oplossingen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat de oplossing ook voldoende draagvlak heeft van de burgers en de agrariërs in het gebied.
Voor dit onderzoek is de projectgroep ‘Duurzame Sanitatie Blankenham’ opgericht, bestaande uit de gemeente Steenwijkerland, waterschap Reest & Wieden, Stowa, Stichting Rioned, LTO-Noord en Dorpsbelang. Ten behoeve van een goede vergelijking is zowel de vernieuwde aanleg van een drukrioolstelsel als de aanleg van lokale oplossing tot voorontwerpniveau uitgewerkt.
Om draagvlak te verkrijgen is per buurtschap met de bewoners een ‘ronde tafelgesprek’ gehouden. Bij deze sessie zijn de mogelijke oplossingen gepresenteerd en konden bewoners met vragen en aandachtspunten komen en hun voorkeursoplossing aangeven. Per buurtschap is ook apart gesproken met de melkveehouder(s). Zij kunnen namelijk een belangrijke rol vervullen in het beheer en onderhoud van een lokale oplossing.
Daarnaast is specifiek gekeken naar mogelijke win-win situaties (synergievoordelen) in relatie tot de bedrijfsvoering van de melkveehouders (denk aan medebehandeling van melkspoelwater op het lokaal zuiveringssysteem). Het resultaat was dat bij Dorpsbelang en de agrariërs voldoende draagvlak is verkregen voor een lokale oplossing. De voorkeursoplossing is de toepassing van een helofytenfilter (rietveld). Dorpsbelang is dusdanig enthousiast dat zij feitelijk een ‘ambassadeur’ zijn geworden van de lokale oplossing!
Voor de buurtschappen is een voorontwerp opgesteld met daarin de technische en financiële uitwerking en het voorstel voor het beheer van de riolering en het lokaal zuiveringssysteem. Voor een duurzame financiële vergelijking is een ‘Life Cycle Cost’ raming (LCC) uitgevoerd waarin alle kosten zijn meegenomen over een periode van 60 jaar. Parallel aan opstellen van het voorontwerp is door de projectgroep een duurzaamheidsscan uitgevoerd waarin de lokale oplossing kwalitatief is afgewogen tegen het aanleggen van drukriolering en centraal zuiveren.
Op basis van de LCC-raming blijken de kosten over een periode van 60 jaar niet onderscheidend te zijn. Doordat in het gebied sprake is van hoge grondwaterstanden én de afstanden tussen de woningen in de buurtschappen relatief groot zijn, is ook bij de toepassing van een lokaal zuiveringssysteem nog een aanzienlijk aandeel drukriolering nodig om het afvalwater naar het lokaal zuiveringssysteem te transporteren. Dit betekent specifiek voor de situatie in Blankenham dat er geen sprake is van een goedkopere oplossing. Op basis van de duurzaamheidsscan (waarin bijvoorbeeld het energiegebruik en chemicaliëngebruik in opgenomen) scoort de lokale oplossing echter aanzienlijk beter.
Momenteel ligt de afweging om wel of geen lokaal zuiveringssysteem in Blankenham toe te passen op bestuurlijk niveau. Het definitieve besluit zal begin september worden genomen. Indien wordt gekozen voor een lokale oplossing dan is er sprake van een trendbreuk (van centraal naar lokaal).
Tauw is gevraagd om een technische en financieel voorontwerp te maken voor mogelijke lokale oplossingen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat de oplossing ook voldoende draagvlak heeft van de burgers en de agrariërs in het gebied.
Voor dit onderzoek is de projectgroep ‘Duurzame Sanitatie Blankenham’ opgericht, bestaande uit de gemeente Steenwijkerland, waterschap Reest & Wieden, Stowa, Stichting Rioned, LTO-Noord en Dorpsbelang. Ten behoeve van een goede vergelijking is zowel de vernieuwde aanleg van een drukrioolstelsel als de aanleg van lokale oplossing tot voorontwerpniveau uitgewerkt.
Om draagvlak te verkrijgen is per buurtschap met de bewoners een ‘ronde tafelgesprek’ gehouden. Bij deze sessie zijn de mogelijke oplossingen gepresenteerd en konden bewoners met vragen en aandachtspunten komen en hun voorkeursoplossing aangeven. Per buurtschap is ook apart gesproken met de melkveehouder(s). Zij kunnen namelijk een belangrijke rol vervullen in het beheer en onderhoud van een lokale oplossing.
Daarnaast is specifiek gekeken naar mogelijke win-win situaties (synergievoordelen) in relatie tot de bedrijfsvoering van de melkveehouders (denk aan medebehandeling van melkspoelwater op het lokaal zuiveringssysteem). Het resultaat was dat bij Dorpsbelang en de agrariërs voldoende draagvlak is verkregen voor een lokale oplossing. De voorkeursoplossing is de toepassing van een helofytenfilter (rietveld). Dorpsbelang is dusdanig enthousiast dat zij feitelijk een ‘ambassadeur’ zijn geworden van de lokale oplossing!
Voor de buurtschappen is een voorontwerp opgesteld met daarin de technische en financiële uitwerking en het voorstel voor het beheer van de riolering en het lokaal zuiveringssysteem. Voor een duurzame financiële vergelijking is een ‘Life Cycle Cost’ raming (LCC) uitgevoerd waarin alle kosten zijn meegenomen over een periode van 60 jaar. Parallel aan opstellen van het voorontwerp is door de projectgroep een duurzaamheidsscan uitgevoerd waarin de lokale oplossing kwalitatief is afgewogen tegen het aanleggen van drukriolering en centraal zuiveren.
Op basis van de LCC-raming blijken de kosten over een periode van 60 jaar niet onderscheidend te zijn. Doordat in het gebied sprake is van hoge grondwaterstanden én de afstanden tussen de woningen in de buurtschappen relatief groot zijn, is ook bij de toepassing van een lokaal zuiveringssysteem nog een aanzienlijk aandeel drukriolering nodig om het afvalwater naar het lokaal zuiveringssysteem te transporteren. Dit betekent specifiek voor de situatie in Blankenham dat er geen sprake is van een goedkopere oplossing. Op basis van de duurzaamheidsscan (waarin bijvoorbeeld het energiegebruik en chemicaliëngebruik in opgenomen) scoort de lokale oplossing echter aanzienlijk beter.
Momenteel ligt de afweging om wel of geen lokaal zuiveringssysteem in Blankenham toe te passen op bestuurlijk niveau. Het definitieve besluit zal begin september worden genomen. Indien wordt gekozen voor een lokale oplossing dan is er sprake van een trendbreuk (van centraal naar lokaal).
woensdag 17 juni 2015
Visie op rechtspositie politieke ambtsdragers gepresenteerd
In de visie staat dat de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers in principe zoveel mogelijk in lijn zijn met die van werknemers. De bijzondere positie en de staatsrechtelijke verhoudingen brengen echter met zich mee dat de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers soms een bijzondere vorm (moeten) hebben.
De Unie van Waterschappen hoopt dat de Tweede Kamer deze visie onderschrijft en deze voortaan als leidraad gebruikt wanneer zij over de rechtspositie van politieke ambtsdragers praat.
De Unie van Waterschappen heeft samen met VNG, IPO en de bestuurdersverenigingen de Tweede Kamer opgeroepen het gesprek over de visie aan te gaan. Daarnaast gaat de Unie van Waterschappen ervan uit dat een aantal moeizaam verlopende dossiers, zoals de fondsvorming van de Appa, met de komst van de visie nu met voortvarendheid worden opgepakt door het kabinet.
Leeuwarden gekozen als gaststad Europese Water Conferentie
De Europese Commissie heeft Leeuwarden verkozen tot gastheer van de jaarlijkse conferentie van het Europees Innovatiepartnerschap Water, deze zal plaatsvinden op 10 februari 2016. De tegenkandidaten waren Madrid, Lund, Berlin en Valetta (Malta).
Leeuwarden scoorde het hoogst op bijna alle criteria voor de selectie als gaststad en conferentiepartner, zoals sterke institutionele en particuliere sector betrokkenheid, evenals synergieën met lopende EU-onderzoek en innovatie projecten bij Wetsus. Ook wees de Europese Commissie op de officiële erkenning als 'innovatieve stad' in het UN Global Compact Cities programma en op de unieke structuur van Leeuwarden Watercampus met de nauwe samenwerking tussen de watertechnologie bedrijven, kenniscentra en overheden.
Deelnemers van de EIP Water Conferentie zullen op 10 februari 2016 nader kunnen kennismaken met deze unieke kenmerken van Leeuwarden. Ook zal een reeks side events en bezoeken georganiseerd worden, naar demosites en innovatieve projecten, waaronder de research pilot Bleu Energy van Redstack op de afsluitdijk en de projecten Waterschoon en ziekenhuis afvalwater demosite Antonius in Sneek.
Wethouder gemeente Leeuwarden Henk Deinum: “Dit is een duidelijke erkenning van de rol die Leeuwarden en de WaterCampus in Europa spelen. In Fryslân hebben we een unieke infrastructuur op het gebied van watertechnologie. Uitstekende onderzoeksfaciliteiten, demosites en natuurlijk Wetsus werken als magneet voor bedrijven en kennisinstellingen om met Leeuwarden samen te werken. Met de komst van deze conferentie kunnen we WaterCampus Leeuwarden nog beter op de kaart zetten.”
Gedeputeerde provincie Fryslân Sander de Rouwe: “De WaterCampus Leeuwarden ontwikkelt zich echt tot een begrip. Watertechnologie is een speerpunt van de regionale specialisatie van Noord-Nederland en biedt kansen voor de regio. Het is van groot belang om dit watercluster verder te ondersteunen met behulp van de Europese structuurfondsen. Zo worden de resultaten van onderzoek en ontwikkeling ook vertaald in economische groei en werkgelegenheid binnen de regio.”
Leeuwarden scoorde het hoogst op bijna alle criteria voor de selectie als gaststad en conferentiepartner, zoals sterke institutionele en particuliere sector betrokkenheid, evenals synergieën met lopende EU-onderzoek en innovatie projecten bij Wetsus. Ook wees de Europese Commissie op de officiële erkenning als 'innovatieve stad' in het UN Global Compact Cities programma en op de unieke structuur van Leeuwarden Watercampus met de nauwe samenwerking tussen de watertechnologie bedrijven, kenniscentra en overheden.
Deelnemers van de EIP Water Conferentie zullen op 10 februari 2016 nader kunnen kennismaken met deze unieke kenmerken van Leeuwarden. Ook zal een reeks side events en bezoeken georganiseerd worden, naar demosites en innovatieve projecten, waaronder de research pilot Bleu Energy van Redstack op de afsluitdijk en de projecten Waterschoon en ziekenhuis afvalwater demosite Antonius in Sneek.
Wethouder gemeente Leeuwarden Henk Deinum: “Dit is een duidelijke erkenning van de rol die Leeuwarden en de WaterCampus in Europa spelen. In Fryslân hebben we een unieke infrastructuur op het gebied van watertechnologie. Uitstekende onderzoeksfaciliteiten, demosites en natuurlijk Wetsus werken als magneet voor bedrijven en kennisinstellingen om met Leeuwarden samen te werken. Met de komst van deze conferentie kunnen we WaterCampus Leeuwarden nog beter op de kaart zetten.”
Gedeputeerde provincie Fryslân Sander de Rouwe: “De WaterCampus Leeuwarden ontwikkelt zich echt tot een begrip. Watertechnologie is een speerpunt van de regionale specialisatie van Noord-Nederland en biedt kansen voor de regio. Het is van groot belang om dit watercluster verder te ondersteunen met behulp van de Europese structuurfondsen. Zo worden de resultaten van onderzoek en ontwikkeling ook vertaald in economische groei en werkgelegenheid binnen de regio.”
dinsdag 16 juni 2015
Zuurstofwaarden weer omhoog in Stakenbeek in Oldenzaal
De zuurstofwaarden in de Stakenbeek in Oldenzaal zijn weer iets omhoog gegaan, nadat eergisteren bleek dat er weinig zuurstof in het water zat. Dit had tot gevolg dat groot aantal vissen naar de oppervlakte zwommen om naar lucht te happen en slechts twee vissen geruimd moesten worden. We hebben meteen maatregelen getroffen.
Zondag is zuurstofrijk water met een tankwagen naar de Stakenbeek gebracht. Deze maatregel heeft enige verbetering gebracht. De oorzaak van de lage zuurstofwaarden is gelegen in het droge weer van de afgelopen tijd. Hierdoor komt er nauwelijks water in de Stakenbeek en is er weinig stroming. We blijven het zuurstofgehalte de komende tijd monitoren en treft opnieuw maatregelen als dat nodig is.
Omdat het zuurstofgehalte in de vijvers aan de Johan Buziaustraat en de Aaltje Noorderwierstraat in Hengelo ook laag is, wordt er vanmiddag vijftig kuub water per vijver toegevoegd. Naar verwachting zal hierdoor wat meer zuurstof in het water komen, waardoor vissterfte hopelijk wordt voorkomen.
De oorzaak van de ademnood onder de vissen is een gevolg van de droogte. Er is in de afgelopen tijd te weinig regen gevallen, waardoor de waterafvoer en stroming in de beek afneemt en het water uiteindelijk stil komt te staan. Dat leidt vervolgens tot een gebrek aan zuurstof.
Zuurstofgebrek in het water komt vaak voor in de zomerperiode. Helaas is het moeilijk om vissterfte te voorkomen. Het waterschap kan in sommige gevallen het water beluchten, dat betekent dat er lucht in het water wordt geblazen en de zuurstofwaarden omhoog gaan. Dit helpt echter niet overal. Als er in de buurt een beek is met zuurstofrijk water, dan kan dit water toegevoegd worden aan het zuurstofarme water. Wij zijn zeven dagen per week 24 uur bereikbaar voor calamiteiten. Ook werken wij samen met hengelsportverenigingen en gemeenten om vissterfte zoveel mogelijk tegen te gaan.
Zondag is zuurstofrijk water met een tankwagen naar de Stakenbeek gebracht. Deze maatregel heeft enige verbetering gebracht. De oorzaak van de lage zuurstofwaarden is gelegen in het droge weer van de afgelopen tijd. Hierdoor komt er nauwelijks water in de Stakenbeek en is er weinig stroming. We blijven het zuurstofgehalte de komende tijd monitoren en treft opnieuw maatregelen als dat nodig is.
Omdat het zuurstofgehalte in de vijvers aan de Johan Buziaustraat en de Aaltje Noorderwierstraat in Hengelo ook laag is, wordt er vanmiddag vijftig kuub water per vijver toegevoegd. Naar verwachting zal hierdoor wat meer zuurstof in het water komen, waardoor vissterfte hopelijk wordt voorkomen.
De oorzaak van de ademnood onder de vissen is een gevolg van de droogte. Er is in de afgelopen tijd te weinig regen gevallen, waardoor de waterafvoer en stroming in de beek afneemt en het water uiteindelijk stil komt te staan. Dat leidt vervolgens tot een gebrek aan zuurstof.
Zuurstofgebrek in het water komt vaak voor in de zomerperiode. Helaas is het moeilijk om vissterfte te voorkomen. Het waterschap kan in sommige gevallen het water beluchten, dat betekent dat er lucht in het water wordt geblazen en de zuurstofwaarden omhoog gaan. Dit helpt echter niet overal. Als er in de buurt een beek is met zuurstofrijk water, dan kan dit water toegevoegd worden aan het zuurstofarme water. Wij zijn zeven dagen per week 24 uur bereikbaar voor calamiteiten. Ook werken wij samen met hengelsportverenigingen en gemeenten om vissterfte zoveel mogelijk tegen te gaan.
maandag 15 juni 2015
Mogelijke oplossingen voor de wateroverlast in Berendrecht
Tijdens het Watercafé in de Provincie Antwerpen zijn burgers, provincie en het district samen op zoek gegaan naar oplossingen voor de wateroverlast waar de regio al enkele jaren mee te kampen heeft.
Met de inzichten van de avond liggen nu vijf hypothetische oplossingen klaar. Een neutraal studiebureau gaat onderzoeken welke gedragen oplossing(en) de meeste impact hebben en financieel haalbaar zijn met de middelen van provincie, stad en district. Begin 2016 zou dit duidelijk moeten zijn.
Uit de gesprekken met de lokale inwoners bleek duidelijk de vraag of er in de toekomst terugslagkleppen worden voorzien om grote verschillen in waterdebiet te kunnen opvangen. Deze vraag wordt dan ook mee onderzocht in enkele van de gekozen scenario's.
Met de inzichten van de avond liggen nu vijf hypothetische oplossingen klaar. Een neutraal studiebureau gaat onderzoeken welke gedragen oplossing(en) de meeste impact hebben en financieel haalbaar zijn met de middelen van provincie, stad en district. Begin 2016 zou dit duidelijk moeten zijn.
Uit de gesprekken met de lokale inwoners bleek duidelijk de vraag of er in de toekomst terugslagkleppen worden voorzien om grote verschillen in waterdebiet te kunnen opvangen. Deze vraag wordt dan ook mee onderzocht in enkele van de gekozen scenario's.
Stadsdebat over de Watervisie
Vindt u dat er in de grachten een zwembad moet komen? Of een waterskibaan in de Sloterplas? Wilt u meer kades voor plezierbootjes? Of juist minder? En zouden we vrachtvervoer over water een grotere kans moeten geven? Praat mee over de Watervisie van de gemeente Amsterdam op maandagavond 15 juni in Pakhuis de Zwijger.
Amsterdam, waterstad pur sang. Maar we kunnen best nog meer van ons water genieten! Hoe precies? En hoe spreiden we de druk op het water? Want dat met name het water in de binnenstad erg druk kan zijn, zien we allemaal.
De Watervisie gaat de antwoorden geven op deze en andere vragen. Ook wordt in de Watervisie een uitvoeringsagenda opgenomen. Hierin staat welke concrete projecten en maatregelen worden uitgevoerd. Op de korte termijn (2016-2020) en op de lange termijn (tot 2040).
De gemeente maakt de visie en agenda samen met de stad. Op 15 juni kunt u uw stem laten horen op een bijeenkomst waar ook de wethouders Kock (Water) en Van der Burg (Ruimtelijke Ordening) aanwezig zullen zijn. Meld u aan op de website van de gemeente: www.amsterdam.nl/watervisie
Amsterdam, waterstad pur sang. Maar we kunnen best nog meer van ons water genieten! Hoe precies? En hoe spreiden we de druk op het water? Want dat met name het water in de binnenstad erg druk kan zijn, zien we allemaal.
De Watervisie gaat de antwoorden geven op deze en andere vragen. Ook wordt in de Watervisie een uitvoeringsagenda opgenomen. Hierin staat welke concrete projecten en maatregelen worden uitgevoerd. Op de korte termijn (2016-2020) en op de lange termijn (tot 2040).
De gemeente maakt de visie en agenda samen met de stad. Op 15 juni kunt u uw stem laten horen op een bijeenkomst waar ook de wethouders Kock (Water) en Van der Burg (Ruimtelijke Ordening) aanwezig zullen zijn. Meld u aan op de website van de gemeente: www.amsterdam.nl/watervisie
vrijdag 12 juni 2015
Ruim vijfhonderd jaar geschiedenis terug in handen van waterschap Brabantse Delta
Brabantse Delta neemt vanaf 1 juni 2015 de archieven terug in handen en het hoofdkantoor wordt een officiële archiefbewaarplaats. Bezoekers zijn welkom om op afspraak het historisch archief van Brabantse Delta en zijn rechtsvoorgangers te raadplegen.
Inmiddels bewaart men eeuwenlang met uiterste zorg de documenten en objecten uit die rijke geschiedenis. De waterschapshistorie is vereeuwigd in ongeveer tweehonderd archieven. Het oudste originele stuk is opgemaakt in 1438. Ook zijn er afschriften van oudere stukken die teruggaan tot 1307. Het merendeel van de archieven is van na 1850.
Tot 1 juni dit jaar is het archief ondergebracht op vier verschillende plekken. Om de dienstverlening te verbeteren en kosten te besparen, neemt waterschap Brabantse Delta de archieven in eigen beheer en wordt het hoofdkantoor een officiële archiefbewaarplaats. Eind mei komen de eerste ladingen onze kant op: in totaal 400 meter archief. De rest volgt in de loop van het jaar.
Iedereen is vanaf 1 juni welkom om op afspraak het historisch archief te raadplegen: of het nu is voor een spreekbeurt, een onderzoek naar het verleden van de woonomgeving of een artikel. Inwoners kunnen op onze website een afspraak maken om ons archief te bezoeken.
Inmiddels bewaart men eeuwenlang met uiterste zorg de documenten en objecten uit die rijke geschiedenis. De waterschapshistorie is vereeuwigd in ongeveer tweehonderd archieven. Het oudste originele stuk is opgemaakt in 1438. Ook zijn er afschriften van oudere stukken die teruggaan tot 1307. Het merendeel van de archieven is van na 1850.
Tot 1 juni dit jaar is het archief ondergebracht op vier verschillende plekken. Om de dienstverlening te verbeteren en kosten te besparen, neemt waterschap Brabantse Delta de archieven in eigen beheer en wordt het hoofdkantoor een officiële archiefbewaarplaats. Eind mei komen de eerste ladingen onze kant op: in totaal 400 meter archief. De rest volgt in de loop van het jaar.
Iedereen is vanaf 1 juni welkom om op afspraak het historisch archief te raadplegen: of het nu is voor een spreekbeurt, een onderzoek naar het verleden van de woonomgeving of een artikel. Inwoners kunnen op onze website een afspraak maken om ons archief te bezoeken.
donderdag 11 juni 2015
Opening grootste eco-aquaduct
Het eco-aquaduct A4 Delft-Schiedam wordt op zaterdag 13 juni 2015 feestelijk geopend. Samen met anderen zal de nieuwe gedeputeerde voor Verkeer en Vervoer van de provincie Zuid-Holland, Floor Vermeulen, de opening verrichten om 10.15 uur.
De opening van het eco-aquaduct is onderdeel van de feestelijkheden bij het informatiecentrum van de A4 Delft-Schiedam in verband met de Dag van de Bouw. De bouwplaats is op 13 juni voor het publiek geopend van 10.00 tot 15.00 uur.
Met een breedte van 100 meter is het eco-aquaduct over de A4 het grootste van Nederland. Het vormt een unieke combinatie: gras en water “steken gezamenlijk de A4 over”. De verbinding ligt op maaiveldniveau; de A4 loopt er onderdoor. Kleine dieren zoals de Noordse woelmuis en de rugstreeppad, en diverse vissen, kunnen zo zonder probleem het natuurgebied aan beide zijden van de A4 Delft-Schiedam blijven gebruiken. Ook waterrecreanten profiteren van de verbinding: met de kano kunnen ze hier de snelweg oversteken.
Het eco-aquaduct is onderdeel van het programma Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS), waarmee naast de aanleg van rijksweg A4 Delft-Schiedam wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van Midden-Delfland en het stedelijk gebied tussen Schiedam en Vlaardingen.
Zaterdag 13 juni is de Dag van de Bouw, ook op de bouwplaats van de A4 Delft-Schiedam. De IODS-partijen, waaronder de provincie Zuid-Holland, zijn dan bij het informatiecentrum aanwezig met informatie over hun kwaliteitsprojecten en met diverse activiteiten. De bezoeker krijgt onder andere de kans om over het tracé van de A4 Delft-Schiedam lopen en kan van dichtbij meemaken hoe detectielussen in het asfalt worden aangebracht.
De activiteiten tijdens de Dag van de Bouw vinden plaats bij het informatiecentrum A4 Delft-Schiedam, Woudweg 25 te Schiedam. Vanwege de te verwachten drukte is het informatiecentrum op zaterdag 13 juni alleen bereikbaar voor wandelaars, fietsers en mindervaliden.
Met de auto en het openbaar vervoer kunt u gebruik maken van de parkeergelegenheid en de gratis pendelbussen bij metrostation Vijfsluizen in Schiedam. De pendelbussen brengen u in circa 10 minuten naar de bouwplaats. Vanaf de start van de bouwplaats is het circa 15 minuten lopen naar het eco-aquaduct.
De opening van het eco-aquaduct is onderdeel van de feestelijkheden bij het informatiecentrum van de A4 Delft-Schiedam in verband met de Dag van de Bouw. De bouwplaats is op 13 juni voor het publiek geopend van 10.00 tot 15.00 uur.
Met een breedte van 100 meter is het eco-aquaduct over de A4 het grootste van Nederland. Het vormt een unieke combinatie: gras en water “steken gezamenlijk de A4 over”. De verbinding ligt op maaiveldniveau; de A4 loopt er onderdoor. Kleine dieren zoals de Noordse woelmuis en de rugstreeppad, en diverse vissen, kunnen zo zonder probleem het natuurgebied aan beide zijden van de A4 Delft-Schiedam blijven gebruiken. Ook waterrecreanten profiteren van de verbinding: met de kano kunnen ze hier de snelweg oversteken.
Het eco-aquaduct is onderdeel van het programma Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS), waarmee naast de aanleg van rijksweg A4 Delft-Schiedam wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van Midden-Delfland en het stedelijk gebied tussen Schiedam en Vlaardingen.
Zaterdag 13 juni is de Dag van de Bouw, ook op de bouwplaats van de A4 Delft-Schiedam. De IODS-partijen, waaronder de provincie Zuid-Holland, zijn dan bij het informatiecentrum aanwezig met informatie over hun kwaliteitsprojecten en met diverse activiteiten. De bezoeker krijgt onder andere de kans om over het tracé van de A4 Delft-Schiedam lopen en kan van dichtbij meemaken hoe detectielussen in het asfalt worden aangebracht.
De activiteiten tijdens de Dag van de Bouw vinden plaats bij het informatiecentrum A4 Delft-Schiedam, Woudweg 25 te Schiedam. Vanwege de te verwachten drukte is het informatiecentrum op zaterdag 13 juni alleen bereikbaar voor wandelaars, fietsers en mindervaliden.
Met de auto en het openbaar vervoer kunt u gebruik maken van de parkeergelegenheid en de gratis pendelbussen bij metrostation Vijfsluizen in Schiedam. De pendelbussen brengen u in circa 10 minuten naar de bouwplaats. Vanaf de start van de bouwplaats is het circa 15 minuten lopen naar het eco-aquaduct.
woensdag 10 juni 2015
Hoe effectief zijn paddentunnels?
Het aanleggen van paddentunnels onder een weg helpt padden bij het oversteken van anders dodelijke wegen. Maar als je wilt weten hoe effectief ze zijn, moet je niet alleen kijken hoeveel dieren de tunnels gebruiken, maar ook hoeveel dieren dat niet doen.
In de lente verlaten padden hun overwinteringsplekken in het bos en migreren naar hun voortplantingspoelen. Bij het oversteken van wegen worden ze veelvuldig platgereden. Daarom zijn er op veel plaatsen vrijwilligers die ze overzetten. Tot 2010 coördineerde Fabrice Ottburg met vrijwilligers zo’n project in de gemeente Ede. Toen werden de padden met behulp van schermen langs de weg naar tunnels geleid die hen veilig onder de weg door naar de overkant moesten loodsen. Uit onderzoek bleek dat die tunnels inderdaad veelvuldig door de padden gebruikt worden.
“Maar,” stellen Fabrice Ottburg en Edgar van der Grift, “het gaat niet alleen over de vraag hoeveel dieren de faunapassages gebruiken, maar ook hoeveel er geen gebruik van maken. Alleen door dat ook in kaart te brengen kun je aangeven hoe effectief de passages zijn.” Daarom voorzagen zij in 2013 alle padden die zich aan de ene kant van de weg in de buurt van de schermen bevonden van een individueel merkteken, en ontdekten zo dat van de circa 800 dieren er slechts circa 300 via de tunnels de overkant bereikten. Dat betekent dus dat de tunnels wel werken, maar niet voldoende, in de ogen van de onderzoekers. Zij gebruiken deze gegevens om te komen tot richtlijnen over het aantal tunnels dat per kilometer weg geplaatst zou moeten worden om zoveel mogelijk padden effectief van hun overwinteringsplaatsen naar hun voortplantingsplaatsen te geleiden.
In de lente verlaten padden hun overwinteringsplekken in het bos en migreren naar hun voortplantingspoelen. Bij het oversteken van wegen worden ze veelvuldig platgereden. Daarom zijn er op veel plaatsen vrijwilligers die ze overzetten. Tot 2010 coördineerde Fabrice Ottburg met vrijwilligers zo’n project in de gemeente Ede. Toen werden de padden met behulp van schermen langs de weg naar tunnels geleid die hen veilig onder de weg door naar de overkant moesten loodsen. Uit onderzoek bleek dat die tunnels inderdaad veelvuldig door de padden gebruikt worden.
“Maar,” stellen Fabrice Ottburg en Edgar van der Grift, “het gaat niet alleen over de vraag hoeveel dieren de faunapassages gebruiken, maar ook hoeveel er geen gebruik van maken. Alleen door dat ook in kaart te brengen kun je aangeven hoe effectief de passages zijn.” Daarom voorzagen zij in 2013 alle padden die zich aan de ene kant van de weg in de buurt van de schermen bevonden van een individueel merkteken, en ontdekten zo dat van de circa 800 dieren er slechts circa 300 via de tunnels de overkant bereikten. Dat betekent dus dat de tunnels wel werken, maar niet voldoende, in de ogen van de onderzoekers. Zij gebruiken deze gegevens om te komen tot richtlijnen over het aantal tunnels dat per kilometer weg geplaatst zou moeten worden om zoveel mogelijk padden effectief van hun overwinteringsplaatsen naar hun voortplantingsplaatsen te geleiden.
dinsdag 9 juni 2015
Vervanging brug Aduard flinke stap dichterbij
De provincie Groningen stelt 3,45 miljoen euro beschikbaar voor de vervanging van de brug bij Aduard over het Van Starkenborghkanaal. Daarmee is de nieuwe brug weer een flinke stap dichterbij. De vervanging van de brug kost in totaal bijna 18 miljoen euro. De bruggen over het Van Starkenborghkanaal worden aangepakt om de vaarweg geschikt maken voor grotere schepen.
Vorig najaar besloot de provincie om bij Aduard alvast te beginnen met de aanleg van de rondweg en de aansluiting op de brug bij Nieuwklap. Dit in afwachting van een besluit over de nieuwe brug bij Aduard. Toen was de financiering voor de brug nog niet rond. Vooruitlopend op de zekerheid voor volledige financiering, neemt de provincie nu het besluit 3,45 miljoen euro vrij te maken. Het geld is een garantstelling. Hiermee is de financiering nog niet volledig rond. Naar verwachting is na de zomer duidelijkheid over de totale financiering.
De nieuwe brug komt op een andere plek te liggen en sluit straks aan op de rondweg om Aduard. De voorbereidingen hiervoor zijn inmiddels begonnen. Daarmee verdwijnt het doorgaand (vracht)verkeer uit het dorp en verbeteren de verkeersveiligheid en leefbaarheid. Ook het bedrijventerrein van Aduard wordt beter toegankelijk. De rondweg bij Aduard sluit bij Nieuwklap met een viaduct aan op de provinciale weg N355 tussen Groningen en Zuidhorn. Waarschijnlijk kan de nieuwe brug in 2017 of 2018 in gebruik genomen worden.
De provincies Groningen, Fryslân en Rijkswaterstaat werken aan de verbetering van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (waartoe ook het Van Starkenborghkanaal behoort). Rijkswaterstaat is de belangrijkste financier. De vaarweg wordt dieper en breder gemaakt en een aantal bruggen wordt vervangen, zodat grotere schepen er vlot en veilig kunnen varen.
Vorig najaar besloot de provincie om bij Aduard alvast te beginnen met de aanleg van de rondweg en de aansluiting op de brug bij Nieuwklap. Dit in afwachting van een besluit over de nieuwe brug bij Aduard. Toen was de financiering voor de brug nog niet rond. Vooruitlopend op de zekerheid voor volledige financiering, neemt de provincie nu het besluit 3,45 miljoen euro vrij te maken. Het geld is een garantstelling. Hiermee is de financiering nog niet volledig rond. Naar verwachting is na de zomer duidelijkheid over de totale financiering.
De nieuwe brug komt op een andere plek te liggen en sluit straks aan op de rondweg om Aduard. De voorbereidingen hiervoor zijn inmiddels begonnen. Daarmee verdwijnt het doorgaand (vracht)verkeer uit het dorp en verbeteren de verkeersveiligheid en leefbaarheid. Ook het bedrijventerrein van Aduard wordt beter toegankelijk. De rondweg bij Aduard sluit bij Nieuwklap met een viaduct aan op de provinciale weg N355 tussen Groningen en Zuidhorn. Waarschijnlijk kan de nieuwe brug in 2017 of 2018 in gebruik genomen worden.
De provincies Groningen, Fryslân en Rijkswaterstaat werken aan de verbetering van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (waartoe ook het Van Starkenborghkanaal behoort). Rijkswaterstaat is de belangrijkste financier. De vaarweg wordt dieper en breder gemaakt en een aantal bruggen wordt vervangen, zodat grotere schepen er vlot en veilig kunnen varen.
maandag 8 juni 2015
'Voorkom tekort drinkwater in 2040'
Om te voorkomen dat er in 2040 niet voldoende drinkwater beschikbaar is moeten er nu grondwatervoorraden aangewezen worden. Bij het scenario met de maximale groei is er in 2040 een landelijk tekort van ongeveer 300 miljoen kubieke meter per jaar. Dat blijkt uit berekeningen van het RIVM waarmee drie toekomstscenario's zijn uitgewerkt. De vereniging van drinkwaterbedrijven (Vewin) vindt het noodzakelijk om voorbereid te zijn op alle scenario's en wil dat de minister van Infrastructuur en Milieu in de structuurvisie ondergrond (STRONG) 'strategische grondwatervoorraden' opneemt. RIVM heeft onderzocht waar zich in Nederland grondwatervoorraden bevinden die in potentie geschikt zijn voor de productie van drinkwater.
Om zeker te zijn van voldoende drinkwater in de toekomst is het volgens Vewin noodzakelijk om nu in de structuurvisie ondergrond strategische grondwatervoorraden aan te wijzen. Door die gebieden waar drinkwater gewonnen kan worden nu vast te leggen is Nederland duurzaam en kostenefficiënt. De consument betaalt daardoor niet meer voor het drinkwater.
Provincies moeten in overleg met drinkwaterbedrijven de gewenste locaties van deze strategische grondwaterreserves bepalen. Het rijk kan deze overnemen in STRONG. Om de daadwerkelijke bruikbaarheid van deze gebieden voor de drinkwatervoorziening veilig te stellen moeten de gebieden beschermd worden. Ontwikkelingen zoals winning van schaliegas of stedelijke of industriële uitbreiding moet in deze gebieden uitgesloten worden.
De verwachte ontwikkeling van de drinkwatervraag in de toekomst is door RIVM in beeld gebracht voor de verschillende scenario's voor Welvaart en Leefomgeving (WLO) van het Centraal Planbureau en het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving). De grootste toename vindt plaats in het WLO-scenario Global Economy (GE). In dit scenario is op landelijke schaal een toename van het drinkwatergebruik in de orde van 30% te verwachten ten opzichte van het huidige niveau.
Om zeker te zijn van voldoende drinkwater in de toekomst is het volgens Vewin noodzakelijk om nu in de structuurvisie ondergrond strategische grondwatervoorraden aan te wijzen. Door die gebieden waar drinkwater gewonnen kan worden nu vast te leggen is Nederland duurzaam en kostenefficiënt. De consument betaalt daardoor niet meer voor het drinkwater.
Provincies moeten in overleg met drinkwaterbedrijven de gewenste locaties van deze strategische grondwaterreserves bepalen. Het rijk kan deze overnemen in STRONG. Om de daadwerkelijke bruikbaarheid van deze gebieden voor de drinkwatervoorziening veilig te stellen moeten de gebieden beschermd worden. Ontwikkelingen zoals winning van schaliegas of stedelijke of industriële uitbreiding moet in deze gebieden uitgesloten worden.
De verwachte ontwikkeling van de drinkwatervraag in de toekomst is door RIVM in beeld gebracht voor de verschillende scenario's voor Welvaart en Leefomgeving (WLO) van het Centraal Planbureau en het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving). De grootste toename vindt plaats in het WLO-scenario Global Economy (GE). In dit scenario is op landelijke schaal een toename van het drinkwatergebruik in de orde van 30% te verwachten ten opzichte van het huidige niveau.
Herstel soortenrijkdom dijkgraslanden maakt dijken weerbaarder
Afname van de soortenrijkdom van graslanden op dijktaluds leidt tot dramatische verhoging van erosie en dijkslijtage. Dit is het resultaat van meerjarig onderzoek van de leerstoelgroepen Natuurbeheer & plantenecologie en Bodemfysica & landbeheer van Wageningen Universiteit onder leiding van Frank Berendse. Deze resultaten zijn nu gepubliceerd in het internationale tijdschrift Ecosystems.
Deltagebieden over de gehele wereld herbergen een zeer aanzienlijk deel van de wereldbevolking. Juist deze gebieden lopen grote risico’s als gevolg van zeespiegelstijging en een toename van de piekwaterafvoer van grote rivieren. In Nederland leven 9 miljoen mensen in gebieden die alleen door dijken en duinen tegen zee en rivieren wordt beschermd. Hier wordt 65% van het bruto nationaal product verdiend. De taluds zijn meestal begroeid met grasland. De stabiliteit van deze taluds is van groot belang bij zware regenval en onder omstandigheden waarbij golven over de dijk heen slaan. Veel van deze graslanden waren in het verleden zeer rijk aan plantensoorten, maar veranderingen in beheer hebben vaak tot een sterke verarming geleid. Het onderzoek van Wageningen Universiteit heeft nagegaan wat de consequenties zijn van afname of herstel van de botanische diversiteit.
Op een kunstmatige dijk werden 100 proefvelden aangelegd met verschillende aantallen plantensoorten. In het derde jaar van het experiment werd iedere twee weken gemeten hoeveel bodem naar beneden was gespoeld. Bij een afname met 75% van het aantal soorten verdubbelde de erosie. De belangrijkste oorzaak was dat bij hogere soortenaantallen er een grotere kans is dat een soort die verdwijnt, vervangen kan worden door een plantensoort met een gelijkwaardig effect op de erosiebestendigheid. Ook was de bovengrondse en de ondergrondse biomassa groter bij een grotere diversiteit van soorten, waardoor de erosie eveneens beperkt werd.
De veiligheid van dijken wordt door vele factoren bepaald, waarbij uiteraard afmetingen en gebruikte materialen zeer belangrijk zijn. Desondanks is het belangrijk de dijkslijtage door erosie zoveel mogelijk te beperken. Deze resultaten zijn dan ook van groot belang voor de bescherming tegen hoog water van de dichtst bevolkte gebieden op aarde, maar ook voor de handhaving van de bodemvruchtbaarheid van beweide hellinggraslanden die een belangrijke bijdrage leveren aan de wereldvoedselproductie.
Deltagebieden over de gehele wereld herbergen een zeer aanzienlijk deel van de wereldbevolking. Juist deze gebieden lopen grote risico’s als gevolg van zeespiegelstijging en een toename van de piekwaterafvoer van grote rivieren. In Nederland leven 9 miljoen mensen in gebieden die alleen door dijken en duinen tegen zee en rivieren wordt beschermd. Hier wordt 65% van het bruto nationaal product verdiend. De taluds zijn meestal begroeid met grasland. De stabiliteit van deze taluds is van groot belang bij zware regenval en onder omstandigheden waarbij golven over de dijk heen slaan. Veel van deze graslanden waren in het verleden zeer rijk aan plantensoorten, maar veranderingen in beheer hebben vaak tot een sterke verarming geleid. Het onderzoek van Wageningen Universiteit heeft nagegaan wat de consequenties zijn van afname of herstel van de botanische diversiteit.
Op een kunstmatige dijk werden 100 proefvelden aangelegd met verschillende aantallen plantensoorten. In het derde jaar van het experiment werd iedere twee weken gemeten hoeveel bodem naar beneden was gespoeld. Bij een afname met 75% van het aantal soorten verdubbelde de erosie. De belangrijkste oorzaak was dat bij hogere soortenaantallen er een grotere kans is dat een soort die verdwijnt, vervangen kan worden door een plantensoort met een gelijkwaardig effect op de erosiebestendigheid. Ook was de bovengrondse en de ondergrondse biomassa groter bij een grotere diversiteit van soorten, waardoor de erosie eveneens beperkt werd.
De veiligheid van dijken wordt door vele factoren bepaald, waarbij uiteraard afmetingen en gebruikte materialen zeer belangrijk zijn. Desondanks is het belangrijk de dijkslijtage door erosie zoveel mogelijk te beperken. Deze resultaten zijn dan ook van groot belang voor de bescherming tegen hoog water van de dichtst bevolkte gebieden op aarde, maar ook voor de handhaving van de bodemvruchtbaarheid van beweide hellinggraslanden die een belangrijke bijdrage leveren aan de wereldvoedselproductie.
vrijdag 5 juni 2015
Met zeesla-teelt mogelijk jaarrond zeewieren telen op Noordzee?
Op 4 juni wordt de eerste (bruin)zeewier geoogst van de Stichting Noordzeeboerderij 10 km uit de kust van Texel. Direct na de oogst van deze zeewier start Wageningen UR een proef met zeesla (een groen-zeewiersoort) op deze boerderij. Als de zeesla-proef lukt, betekent dit dat zeewier op de Noordzee het hele jaar geteeld kan worden, wat een aanzienlijke reductie van personele en transportkosten mogelijk maakt.
Zeewier is een veelzijdige en voedzame plant die veel en hoogwaardige eiwitten bevat. Er zijn groen-, rood- en groenzeewieren. De bruine en rode worden na de oogst gedroogd en gebruikt voor zowel voedings- als niet-voedingsproducten. De groenzeewiervariant ‘zeesla’ wordt na de oogst als versproduct aangeboden en kan op diverse manieren worden gegeten.
De zeesla wordt geteeld in zogenaamde ‘kousen’ die als ballonnen aan een touw worden gevestigd. Het touw hangt in het zeewater. In de zeesla-proef van Wageningen UR op de Noordzeeboerderij worden drie soorten kousen getest van drie verschillende materialen en met drie verschillende hoeveelheden zeesla per ballonkous. Na afloop van de proef (over twee à drie maanden) wordt gekeken welk materiaal het best heeft voldaan met welke hoeveelheid zeesla.
Als de zeesla-proef succesvol is, kan zeewier het hele jaar geteeld worden op de Noordzee. De teelt van bruinzeewier wordt dan gecombineerd met die van de groenzeewier in de vorm van zeesla.
Nieuwe sloepenroute door Gooi- en Vechtstreek
Een dezer dagen is de Sloepenroute Gooi & Vechtstreek officieel geopend. De nieuwe sloepenroute verbindt de Gooi- en Vechtstreek met bestaande routes in Zuid-Holland en het westen van Utrecht. De route is voorzien van informatieborden en aanlegvoorzieningen op een aantal prominente plaatsen.
De nieuwe route is opgezet door het regionale bureau voor toerisme Regio Gooi en Vechtstreek, Recreatie Midden-Nederland en het toeristisch innovatieplatform iTRovator. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht is een van de organisaties die hieraan een financiële bijdrage hebben geleverd.
Langs de nieuwe Sloepenroute Gooi & Vechtstreek vaart u straks over de Vecht vanuit Utrecht naar het veenweidegebied met de Vinkeveense Plassen, en verder door naar Muiden en Weesp. De route sluit aan op het vorig jaar aangelegde sloepennetwerkdeel in het Veenweidegebied. Het netwerk van Gooi en Vechtstreek en het Groene Hart netwerk beslaan samen 280 kilometer; het langste aaneengesloten sloepennetwerk van Nederland. Wie meerdaagse sloepentochten wil maken, kan de andere kant op zelfs tot aan Delft en Katwijk doorvaren.
De nieuwe sloepenroute bestaat uit 22 knooppunten. Het systeem is te vergelijken met het Fietsknooppuntennetwerk. Langs het water staan route- en informatieborden en aanlegvoorzieningen met elektriciteit en water. Bij de toeristische overstappunten vindt u parkeerplaatsen, horeca en fiets- en sloepenverhuur.
De Sloepenroute Gooi & Vechtstreek is te vinden op www.vareningooivecht.nl (Zuid 1, 2 en 3).
donderdag 4 juni 2015
Schultz in Parijs: politieke wil is sleutel tot oplossen wereldwaterproblemen
De strijd tegen de wereldwijde waterproblemen als gevolg van klimaatverandering moet niet alleen worden gevoerd met technische oplossingen. Goed bestuur en een lange termijn financiering zijn minstens zo belangrijk. Dat heeft minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu vandaag gezegd tijdens de Ministerial Council Meeting van de OESO in Parijs.
“Landen moeten een gunstig klimaat creëren voor investeringen. De oplossing is politiek. Duurzame oplossingen vergen politici met de moed om verder te kijken dan hun politieke termijn. In het belang van onze economieën en samenlevingen. Het vraagt om een geloofwaardig en verantwoordelijk bestuur waarop investeerders kunnen bouwen, met transparante verantwoording en heldere kosten-batenanalyses. Alleen zo kunnen we investeringen aantrekken in preventieve maatregelen, in plaats van telkens weer te reageren op een ramp”, stelt Schultz.
De minister schetste in Parijs de hevige gevolgen van de klimaatverandering. De zeespiegel stijgt en het weer wordt extremer. Tegelijk groeit de bevolking, is sprake van een snelle verstedelijking en groeien economieën. “Waterrampen komen niet alleen steeds vaker voor, we hebben ook steeds meer te verliezen. Als we niets doen, is de schade door waterschaarste, overstromingen en gebrekkige sanitatie niet te overzien. Volgens de Universiteit van Oxford lopen de kosten van nietsdoen op tot 500 miljard dollar per jaar.” Investeren in preventieve maatregelen is goedkoper, zeker als wordt meegelift op investeringen in infrastructuur die toch al moeten plaatsvinden.
Schultz stelde in Parijs het Nederlandse Deltaprogramma als voorbeeld voor de wereld. Een gegarandeerde financiering en een stevige wettelijke basis zijn ingrediënten voor succes. “We doen het met alle belanghebbenden samen: alle niveaus van de overheid en het maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen en de private sector. Water houdt zich niet aan institutionele grenzen, samenwerking is de sleutel tot het beheer ervan.”
Nederland verwelkomt daarom de nieuwe ‘Principles of Water Governance’ van de OESO. Ook zijn we een warm pleitbezorger van nieuwe, brede aanbevelingen van de OESO op het gebied van water. Schultz: “Preventie loont: elke dollar die je eraan uitgeeft, brengt 7 dollar op voor de economie. Overheden spelen een cruciale rol in het verbinden van publiek en privaat kapitaal die beide nodig zijn voor de overgang naar een klimaatbestendige economie.”
Nederland heeft in maart van dit jaar het initiatief genomen voor een Deltacoalitie: een platform waarin ‘lage’ landen samen optrekken en ervaringen en expertise uitwisselen. Inmiddels hebben Colombia, de Filippijnen, Frankrijk, Japan, Korea en Vietnam verklaard mee te doen. Schultz nodigde in Parijs andere landen uit om ook deel te nemen. Dit om tot concrete samenwerkingsprojecten te komen en uit te voeren.
Informatiebijeenkomst nieuwe keersluis Limmel
De tachtig jaar oude sluis Limmel in het Julianakanaal maakt plaats voor een nieuwe keersluis. Rijkswaterstaat organiseert 4 juni samen met aannemer BESIX een informatiebijeenkomst over de komst van de nieuwe sluis, het ontwerp, de planning en verwachte werkzaamheden.
De eerste bouwwerkzaamheden starten na de zomervakantie in 2015. Vlak daarna begint de aannemer ook met de voorbereiding van de nieuwe verkeersbrug. Ook komt er eind dit jaar een tijdelijke fietsbrug.
De huidige keerschutsluis Limmel vormt de poort tot de Maasroute, een belangrijke verbinding tussen Nederland en de industriegebieden in België, Duitsland en Frankrijk. De Maasroute wordt mede dankzij de nieuwe keersluis beter bevaarbaar voor grotere schepen en is straks een van de belangrijkste scheepvaartverbindingen in Europa. Daarnaast houdt de nieuwe keersluis het water tegen bij hoge waterstanden.
Wanneer: Donderdag 4 juni 19.30 tot 21.15 uur (inloop vanaf 19.00 uur)
Waar: Gemeenschapshuis Haarderhof Borgharen, Schoolstraat 8, Maastricht
De eerste bouwwerkzaamheden starten na de zomervakantie in 2015. Vlak daarna begint de aannemer ook met de voorbereiding van de nieuwe verkeersbrug. Ook komt er eind dit jaar een tijdelijke fietsbrug.
De huidige keerschutsluis Limmel vormt de poort tot de Maasroute, een belangrijke verbinding tussen Nederland en de industriegebieden in België, Duitsland en Frankrijk. De Maasroute wordt mede dankzij de nieuwe keersluis beter bevaarbaar voor grotere schepen en is straks een van de belangrijkste scheepvaartverbindingen in Europa. Daarnaast houdt de nieuwe keersluis het water tegen bij hoge waterstanden.
Wanneer: Donderdag 4 juni 19.30 tot 21.15 uur (inloop vanaf 19.00 uur)
Waar: Gemeenschapshuis Haarderhof Borgharen, Schoolstraat 8, Maastricht
woensdag 3 juni 2015
In een aantal minuten van bagger naar baksteen
Wat doe je met de vele tonnen baggerslib die jaarlijks overal ter wereld boven water komen? Snel en zo goedkoop mogelijk afvoeren is doorgaans het motto. Behalve als je dat slib op de locatie zelf kunt verwerken tot panelen die rottende beschoeiingen vervangen. Hoe GEOWALL het Alblasserdamse ingenieursbureau NETICS van ondernemersduo Eldert Besseling en Hugo Ekkelenkamp nieuwe markten gaat bezorgen.
NETICS beschikte al over technieken om baggerslib als basismateriaal voor bouwelementen te gebruiken, vertelt Besseling: ‘Daarvoor moet je het slib ontwateren en dat was een tijdrovend karwei. Toen een kennis mij vertelde dat TNO over een technologie beschikt die dat proces aanzienlijk versnelt, hebben wij meteen contact opgenomen.’
TNO bood de technologie aan in het kader van ‘Technologie zoekt Ondernemer’, een programma waarin bedrijven kennis kunnen maken met kansrijke innovaties van TNO om ze verder te ontwikkelen tot marktrijpe producten. Ekkelenkamp: ‘Het idee was om zeoliet te gebruiken voor het drogen van slib. Zeoliet is daar uitstekend geschikt voor, omdat het er bij aanraking met water warmte vrijkomt die het vocht doet verdampen.’
NETICS en TNO gingen met elkaar in zee en kregen co-financiering uit de SBIR-regeling, die helpt bij het naar de markt brengen van innovaties. Besseling: ‘Tijdens de haalbaarheidsstudie bleek dat zeoliet ook de structuur van de bouwelementen kan versterken.’ Zo ontstond GEOWALL®, een paneel van baggerslib dat op de locatie zelf geproduceerd wordt met mobiele apparatuur. GEOWALL® zit nu in de testfase: ‘Dat testen doen we samen met TNO en de vooruitzichten zijn gunstig. We verwachten een kostenbesparing ten opzichte van andere soorten beschoeiing van zo’n dertig procent. GEOWALL® heeft een levensduur die twee keer langer is en voor het drogen van het slib zijn geen grote terreinen nodig. Een ander voordeel is dat vervuild slib ter plekke wordt verwerkt, waardoor de wet- en regelgeving soepeler is.’
GEOWALL komt binnenkort op de markt en NETICS denkt alweer aan andere toepassingen, zoals het snel produceren van waterkeringen bij dreigende wateroverlast. Besseling en Ekkelenkamp verwachten ook, dat GEOWALL® het karakter van het bedrijf gaat veranderen: ‘We worden toonaangevend in het gebruik van baggerslib als bouwmateriaal en NETICS verandert van een innovatief ingenieursbureau in een leverancier van innovatieve technologieën.’
NETICS beschikte al over technieken om baggerslib als basismateriaal voor bouwelementen te gebruiken, vertelt Besseling: ‘Daarvoor moet je het slib ontwateren en dat was een tijdrovend karwei. Toen een kennis mij vertelde dat TNO over een technologie beschikt die dat proces aanzienlijk versnelt, hebben wij meteen contact opgenomen.’
TNO bood de technologie aan in het kader van ‘Technologie zoekt Ondernemer’, een programma waarin bedrijven kennis kunnen maken met kansrijke innovaties van TNO om ze verder te ontwikkelen tot marktrijpe producten. Ekkelenkamp: ‘Het idee was om zeoliet te gebruiken voor het drogen van slib. Zeoliet is daar uitstekend geschikt voor, omdat het er bij aanraking met water warmte vrijkomt die het vocht doet verdampen.’
NETICS en TNO gingen met elkaar in zee en kregen co-financiering uit de SBIR-regeling, die helpt bij het naar de markt brengen van innovaties. Besseling: ‘Tijdens de haalbaarheidsstudie bleek dat zeoliet ook de structuur van de bouwelementen kan versterken.’ Zo ontstond GEOWALL®, een paneel van baggerslib dat op de locatie zelf geproduceerd wordt met mobiele apparatuur. GEOWALL® zit nu in de testfase: ‘Dat testen doen we samen met TNO en de vooruitzichten zijn gunstig. We verwachten een kostenbesparing ten opzichte van andere soorten beschoeiing van zo’n dertig procent. GEOWALL® heeft een levensduur die twee keer langer is en voor het drogen van het slib zijn geen grote terreinen nodig. Een ander voordeel is dat vervuild slib ter plekke wordt verwerkt, waardoor de wet- en regelgeving soepeler is.’
GEOWALL komt binnenkort op de markt en NETICS denkt alweer aan andere toepassingen, zoals het snel produceren van waterkeringen bij dreigende wateroverlast. Besseling en Ekkelenkamp verwachten ook, dat GEOWALL® het karakter van het bedrijf gaat veranderen: ‘We worden toonaangevend in het gebruik van baggerslib als bouwmateriaal en NETICS verandert van een innovatief ingenieursbureau in een leverancier van innovatieve technologieën.’
dinsdag 2 juni 2015
Nieuwe Hollandse Waterlinie stap dichter bij UNESCO Werelderfgoedstatus
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is geselecteerd om in 2019 mogelijk te worden toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het ministerie van OCW heeft dit besluit vandaag bekend gemaakt. Dit grootste Rijksmonument van Nederland wordt voorgedragen als een uitbreiding van de Stelling van Amsterdam (Werelderfgoed sinds 1996). De Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam vormen tezamen een uniek en groots monument van wereldformaat. Januari 2018 overhandigt de minister van OCW de uitbreidingsnominatie aan de UNESCO in Parijs. In 2019 wordt bekend gemaakt of de Werelderfgoedstatus definitief wordt toegeken.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie maakt onderdeel uit van een stelsel van waterlinies dat ooit is gebouwd om ons land in oorlogstijd te beschermen. In 2004 startte het Nationaal Project Waterlinie met als doel de Nieuwe Hollandse Waterlinie te behouden. In het afgelopen decennium is in totaal meer dan 120 miljoen geïnvesteerd. Veel onderdelen van de linies zijn gerestaureerd en tot ontwikkeling gebracht. Zo zijn forten en vestingsteden aangepakt, bunkers hersteld, infrastructuur aangelegd en recreatievoorzieningen gecreëerd. Met meer dan 1 miljoen bezoekers aan talloze evenementen en exposities vormen de waterlinie een grote cultuurhistorische attractie. Dit najaar opent het Nationale Waterliniemuseum op het Fort bij Vechten haar deuren. Dat vormt de kroon op het project. Samen met de Stelling van Amsterdam is de Nieuwe Hollandse Waterlinie erfgoed van wereldniveau. Het Nationaal project wordt afgerond in 2020.
Gedeputeerde Mariëtte Pennarts van de provincie Utrecht, namens de Liniecommissie: "We beschouwen deze toekenning als een beloning voor hetgeen is gedaan, een bekroning van wat de waterlinie nu is en een bestendiging van de ontwikkeling die in gang is gezet. De UNESCO status gaat een positief effect hebben op het aantal (buitenlandse) bezoekers van de waterlinie en draagt daarmee bij aan de internationale profilering van Nederland Waterland. Bovendien is de toekenning een impuls voor alle innovatieve ondernemers en vrijwilligers met een cultuurhistorisch hart die dagelijks werken aan het behoud en de ontwikkeling van de waterlinie."
Nominatieproces
Een expertgroep heeft het zogenaamde aanloopnominatiedossier de afgelopen maanden getoetst op unieke waarden, draagkracht en draagvlak, alsmede op haalbaarheid van de planning. Het besluit van het Rijk om dit dossier voor te dragen laat zien dat het dossier kansrijk wordt geacht. In 2015 en 2016 wordt verder doorgewerkt aan het nominatiedossier en het managementplan dat in 2017 aan de minister wordt aangeboden. De minister brengt het dossier verder naar Parijs. Unesco bepaalt dan in 2019 de definitieve toekenning van de Werelderfgoedstatus.
Uniek aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie
De basis voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie is gelegd in de Middeleeuwen. Vanaf 1600 tot aan 1963 is het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gevormd door de verdere ontwikkeling van watermanagement, militaire werken en het strategisch landschap. Sinds de 19de eeuw vormen de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam het sluitstuk van de nationale verdediging. De twee linies zijn als het ware het eindbeeld van een periode van nationale verdediging die als strategie en structuur nu nog volledig herkenbaar en zichtbaar in het landschap ligt. Vandaag de dag is de Nieuwe Hollandse Waterlinie met een lengte van 85 km het grootste Rijksmonument van Nederland.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie maakt onderdeel uit van een stelsel van waterlinies dat ooit is gebouwd om ons land in oorlogstijd te beschermen. In 2004 startte het Nationaal Project Waterlinie met als doel de Nieuwe Hollandse Waterlinie te behouden. In het afgelopen decennium is in totaal meer dan 120 miljoen geïnvesteerd. Veel onderdelen van de linies zijn gerestaureerd en tot ontwikkeling gebracht. Zo zijn forten en vestingsteden aangepakt, bunkers hersteld, infrastructuur aangelegd en recreatievoorzieningen gecreëerd. Met meer dan 1 miljoen bezoekers aan talloze evenementen en exposities vormen de waterlinie een grote cultuurhistorische attractie. Dit najaar opent het Nationale Waterliniemuseum op het Fort bij Vechten haar deuren. Dat vormt de kroon op het project. Samen met de Stelling van Amsterdam is de Nieuwe Hollandse Waterlinie erfgoed van wereldniveau. Het Nationaal project wordt afgerond in 2020.
Gedeputeerde Mariëtte Pennarts van de provincie Utrecht, namens de Liniecommissie: "We beschouwen deze toekenning als een beloning voor hetgeen is gedaan, een bekroning van wat de waterlinie nu is en een bestendiging van de ontwikkeling die in gang is gezet. De UNESCO status gaat een positief effect hebben op het aantal (buitenlandse) bezoekers van de waterlinie en draagt daarmee bij aan de internationale profilering van Nederland Waterland. Bovendien is de toekenning een impuls voor alle innovatieve ondernemers en vrijwilligers met een cultuurhistorisch hart die dagelijks werken aan het behoud en de ontwikkeling van de waterlinie."
Nominatieproces
Een expertgroep heeft het zogenaamde aanloopnominatiedossier de afgelopen maanden getoetst op unieke waarden, draagkracht en draagvlak, alsmede op haalbaarheid van de planning. Het besluit van het Rijk om dit dossier voor te dragen laat zien dat het dossier kansrijk wordt geacht. In 2015 en 2016 wordt verder doorgewerkt aan het nominatiedossier en het managementplan dat in 2017 aan de minister wordt aangeboden. De minister brengt het dossier verder naar Parijs. Unesco bepaalt dan in 2019 de definitieve toekenning van de Werelderfgoedstatus.
Uniek aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie
De basis voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie is gelegd in de Middeleeuwen. Vanaf 1600 tot aan 1963 is het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gevormd door de verdere ontwikkeling van watermanagement, militaire werken en het strategisch landschap. Sinds de 19de eeuw vormen de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam het sluitstuk van de nationale verdediging. De twee linies zijn als het ware het eindbeeld van een periode van nationale verdediging die als strategie en structuur nu nog volledig herkenbaar en zichtbaar in het landschap ligt. Vandaag de dag is de Nieuwe Hollandse Waterlinie met een lengte van 85 km het grootste Rijksmonument van Nederland.
maandag 1 juni 2015
ARCADIS project kustwerk Katwijk genomineerd voor Gouden Piramide 2015
Het ARCADIS project kustwerk Katwijk is een van de vijf genomineerden voor de Gouden Piramide 2015; de jaarlijkse Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap in de architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur, infrastructuur en ruimtelijke ordening. Kustwerk Katwijk is volgens de jury onder leiding van Eric Luiten, Rijksadviseur voor Landschap en Water, ‘Een technisch hoogstandje waarmee de opdrachtgever buiten de gebaande paden is getreden.’
In het project Kustwerk Katwijk werkten de opdrachtgevers gemeente Katwijk en hoogheemraadschap van Rijnland nauw samen met een aantal partners. Door de gezamenlijke organisatie was het mogelijk de kustversterking te combineren met de bouw van de parkeergarage én de ruimtelijke herinrichting van het duingebied: een unieke en innovatieve combinatie binnen één project. Het vernieuwde kustgebied zet Katwijk nog meer op de kaart als aantrekkelijke badplaats.
ARCADIS is vanaf het begin van dit project betrokken geweest aan de zijde van de opdrachtgever. In het voortraject heeft ARCADIS het concept van dijk-in -duin met parkeergarage mede vormgegeven. Bij het ontwerp voor de kustversterking hebben wij de integraliteit voorop gezet en continu gezocht naar flexibiliteit en meerwaarde in het ontwerp. Ook heeft ARCADIS het omgevingsmanagement, het Projectplan, de MER, de vergunningen en alle
bijbehorende onderzoeken geleverd.
De Gouden Piramide is een initiatief van de ministeries van Infrastructuur en Milieu, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De jaarlijks toe te kennen Rijksprijs bestaat uit een bedrag van vijftigduizend euro, een trofee en een architectuurplaquette. In een publicatie worden de beste inzendingen gepresenteerd. Na een locatiebezoek in juni, wordt de winnaar bekendgemaakt op zaterdag 21 november 2015.
In het project Kustwerk Katwijk werkten de opdrachtgevers gemeente Katwijk en hoogheemraadschap van Rijnland nauw samen met een aantal partners. Door de gezamenlijke organisatie was het mogelijk de kustversterking te combineren met de bouw van de parkeergarage én de ruimtelijke herinrichting van het duingebied: een unieke en innovatieve combinatie binnen één project. Het vernieuwde kustgebied zet Katwijk nog meer op de kaart als aantrekkelijke badplaats.
ARCADIS is vanaf het begin van dit project betrokken geweest aan de zijde van de opdrachtgever. In het voortraject heeft ARCADIS het concept van dijk-in -duin met parkeergarage mede vormgegeven. Bij het ontwerp voor de kustversterking hebben wij de integraliteit voorop gezet en continu gezocht naar flexibiliteit en meerwaarde in het ontwerp. Ook heeft ARCADIS het omgevingsmanagement, het Projectplan, de MER, de vergunningen en alle
bijbehorende onderzoeken geleverd.
De Gouden Piramide is een initiatief van de ministeries van Infrastructuur en Milieu, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De jaarlijks toe te kennen Rijksprijs bestaat uit een bedrag van vijftigduizend euro, een trofee en een architectuurplaquette. In een publicatie worden de beste inzendingen gepresenteerd. Na een locatiebezoek in juni, wordt de winnaar bekendgemaakt op zaterdag 21 november 2015.