donderdag 30 april 2015

Vind je ideale zwemplek met de Zwemwater app

Het warme weer laat nog even op zich wachten, maar vrijdag 1 mei start officieel het zwemseizoen. Via de gratis Zwemwater app van de waterschappen kunnen zwemmers elk moment checken welke van de 800 officiele zwemlocaties veilig zijn.

Waterschappen en Rijkswaterstaat onderzoeken de waterkwaliteit van alle zwemwaterlocaties in open water. Samen met de omgevingsdiensten bepalen de provincies of een zwemplek veilig is. Bij warm weer neemt de kans op bijvoorbeeld blauwalg of botulisme toe en dat kan zwemmers gezondheidsklachten opleveren.

De Zwemwater app geeft ook informatie over onder meer de aanwezigheid van parkeerplekken, horecagelegenheden en over hoe de locatie het beste te bereiken is. De gegevens van de Zwemwater app komen van de website zwemwater.nl, waar altijd de meest actuele informatie beschikbaar is.

De Zwemwater app is gratis te downloaden voor Android en iOS/Apple.

Toekomstige dijkversterking combineren met gebiedsontwikkeling

Om de waterveiligheid in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden ook in de toekomst te garanderen, is het noodzakelijk om op termijn de dijken te versterken. Dijkversterking heeft effect op de woon-, werk- en leefomgeving en is niet eenvoudig. Het is belangrijk om te zoeken naar slimme combinaties van dijkversterkingen met ruimtelijke en economische ontwikkelingen. De bestuurders van de provincie Zuid-Holland, het waterschap Rivierenland, de gemeenten en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben het startsein gegeven voor het MIRT-onderzoek Alblasserwaard-Vijfheerenlanden waarin mogelijke slimme combinaties worden onderzocht.

Het onderzoek wordt uitgevoerd binnen het MIRT, dat staat voor Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport. In dit programma maken Rijk en regio’s afspraken over projecten waaraan zij samen werken. Bij deze afspraken is het belangrijk dat goed wordt onderzocht of, en zo ja welke, investeringen wenselijk en noodzakelijk zijn.

Bij de start van het MIRT-onderzoek op 22 april 2015 zijn ondernemers, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen uit het gebied geïnformeerd over het doel van het MIRT-onderzoek. Het onderzoek moet binnen 2 jaar duidelijk maken waar in het gebied slimme verbindingen tussen waterveiligheid en ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn. Behoud en versterking van de cultuurhistorische identiteit, de ruimtelijke kwaliteit en de economische kracht van het gebied staan daarbij voorop.

Tijdens de bijeenkomst deed Bram van Hemmen (burgemeester van Sliedrecht) een beroep op marktpartijen, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en inwoners om samen met de overheden actief mee te denken. De komende maanden worden zij op verschillende momenten uitgedaagd om slimme en vernieuwende ideeën aan te dragen voor het combineren van waterveiligheid en gebiedsontwikkeling. Voor de zomer wordt de website www.A5H.nl gelanceerd waar iedereen informatie kan vinden over de voortgang van het onderzoek en kan meediscussiëren over oplossingen. In oktober 2015 is de volgende mijlpaal in de besluitvorming. Dan wordt besloten welke ideeën interessant en kansrijk zijn voor verdere uitwerking.

woensdag 29 april 2015

Pilot met coccolietenkrijt om slib in vijvers te verminderen

Tauw voert in samenwerking met waterschap Vechtstromen en Sportvisserij Nederland een pilot uit naar de werking van coccolietenkrijt om de aanwas van slib in vijvers te verminderen. Het krijt moet ervoor zorgen dat de waterkwaliteit verbetert en het onderhoud goedkoper wordt.

De aanwas van slib in vijvers is ongewenst. Een dikke sliblaag van dood organisch materiaal zorgt voor zuurstofloosheid en soms zelfs stank. Ook is het water minder helder als gevolg van opwerveling van slib door bijvoorbeeld vissen en wind. Als gevolg van de zuurstofloosheid breekt het slib steeds langzamer af waardoor periodiek zeer kostbare baggerwerkzaamheden nodig zijn. De toepassing van coccolietenkrijt kan de noodzaak tot baggeren mogelijk verminderen.
Een goede ecologische toestand van het water is ook van belang voor het waterleven, om natuurdoelstellingen te halen maar ook voor recreatief gebruik. Sportvisserijverenigingen hebben graag helder zuurstofrijk water met veel vissen. Bovendien is de belevingswaarde van een vijver met helder water hoger.

Coccolietenkrijt is een calciumcarbonaatafzetting die hoofdzakelijk bestaat uit fossiele coccolithoforen. Dit zijn algen met een kalkskeletje. Uit beperkte proeven van hengelsportverenigingen in België blijkt dat er aanwijzingen zijn dat de toepassing van coccolietenkrijt gunstige effecten heeft op de slibafbraak en ecologische toestand van (niet verzuurde) vijvers. Hoe dit precies werkt is nooit onderzocht en/of vastgelegd.

dinsdag 28 april 2015

Samenwerking slaat brug tussen technisch onderwijs en praktijk

Het Technasium van het Candea College in Duiven, de gemeente Duiven en Waterschap Rijn en IJssel slaan de handen ineen om de komende drie jaar te komen tot een onderwijsprogramma dat aansluit op maatschappelijk relevante thema’s die actueel zijn bij Synergiepark InnoFase en rondom de Riool Water Zuiverings Installatie (RWZI) ‘Nieuwgraaf’.
 
De samenwerking moet synergie opleveren tussen de bedrijven die gevestigd zijn op het bedrijfsterrein InnoFase. Waterschap Rijn en IJssel wil op het terrein van de RWZI Nieuwgraaf een innovatiewerkplaats realiseren waar (startende) ondernemers de ruimte krijgen om nieuwe technieken en processen te testen die gerelateerd zijn aan de afvalwaterzuivering.

Maandag 13 april hebben de drie partijen hiervoor een samenwerkingsovereenkomst getekend. Hun ambitie is de komende jaren een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de ‘bio based economy’, de energie- en milieutechnologie sector, de brandstoftransitie en de klimaatdoelstellingen. Daarmee hopen zij ook de concurrentiepositie van bedrijven te verbeteren en een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven en nieuwe werkgelegenheid te creëren.

Het Technasium wil de belangstelling van leerlingen voor techniek bevorderen. In het tweede en derde leerjaar volgen leerlingen vier projecten per jaar in de vorm van onderzoeks- en ontwerpopdrachten. In het vijfde en zesde leerjaar zoeken leerlingen hun eigen opdrachtgever en opdracht. Door de samenwerking leveren gemeente en het waterschap met specialisten een bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs doordat het Technasium wordt voorzien van onderzoeks- en ontwerpvragen met een kwalitatief goed niveau.

vrijdag 24 april 2015

Museumgemaal Caners weer open voor bezoekers

Waterschap Aa en Maas opent zondag 26 april de deuren van museumgemaal Caners in Gewande. Weinig regio’s in Nederland zijn zo gevormd door de strijd tegen water als het gebied ten zuiden van de Maas tussen ’s-Hertogenbosch en Boxmeer. Bezoekers gaan terug in de geschiedenis van 7 eeuwen water uit polders pompen.

Gemaal Caners werd in 1933 gebouwd en was tot 1979 in bedrijf. Met het gemaal werd overtollig water uit de polders gepompt. Vanaf 1979 heeft het moderne gemaal Gewande deze belangrijke functie overgenomen.

 Voldoende water betekent: groei en leven. Maar soms zijn gebieden te nat of te droog. Waterschap Aa en Maas grijpt dan in. Ons werkgebied belichaamt 160.000 hectare. Om overal een zo optimaal mogelijk waterpeil te realiseren kunnen we gemalen inzetten. Zoals het moderne Gemaal Gewande.

Het oude gemaal Caners is nu een expositieruimte en staat al sinds 2001 op de monumentenlijst. Er zijn foto's, kaarten en oude werktuigen van het waterschap te bezichtigen. Ook de ‘schatten van Caners’ zijn te bewonderen. De originele oude dieselmotor wordt tijdens openingsuren regelmatig gestart en er zijn diverse films over heden en verleden te zien.

 Iedere laatste zondag van de maanden april tot en met september is het gemaal open van 13.00-17.00 uur. Adres: Krommenhoek 12a, Gewande (de dijk volgend tussen Empel en Lith). De toegang is gratis.

donderdag 23 april 2015

Start Fortenseizoen begonnen

Het is lente! De forten van de Waterlinies openen hun deuren weer voor publiek. Komende tijd vinden er veel activiteiten op of rond de forten plaats. Van een kinderkookcafé en ander culinair genot tot spannende speurtochten, expedities, kunsttentoonstellingen, feestelijke theater- en muziekvoorstellingen en niet te vergeten prachtige wandel- en fietstochten. De forten bieden een gevarieerd aanbod voor jong en oud. Ook de forten van de Stelling van Amsterdam doen mee.

woensdag 22 april 2015

Waterkwaliteit meten in de achtertuin

Benieuwd naar de waterkwaliteit van de vijver, sloot, beek of plas in de buurt of achtertuin? Wageningen University lanceert op Earth Day (22 april) een systeem waarmee middelbare scholieren de waterkwaliteit kunnen bepalen aan de hand van de dieren die zij in het water vangen.

De meeste oppervlakte wateren voldoen niet aan de gewenste kwaliteit zoals de Europese richtlijn die voorschrijft.  Dat komt door de geringe biologische kwaliteit, aldus het Compendium voor de Leefomgeving. In het water van onze sloten en beken leven verschillende soorten ongewervelde dieren. Wanneer het water voedselrijk is zijn er grote aantallen slakken te vinden, in poeltjes zonder vissen komen de larven van de steekmug voor. De kennis over de omstandigheden waarin waterdieren leven, kan gebruikt worden om een oordeel over de waterkwaliteit te geven. De aanwezigheid van dieren als bloedzuigers en wormen geeft aan dat de kwaliteit matig of slecht is, terwijl dieren als eendagsvliegen, schrijvertjes en nimfen van glazenmakers indicatief zijn voor heel schoon water. Waterprofessionals passen zulke kennis al toe.

Onderzoekers van Wageningen University hebben nu een eenvoudig systeem ontwikkeld dat goed bruikbaar is op bijvoorbeeld middelbare scholen. Zij kunnen hiermee de waterkwaliteit in de buurt in kaart te brengen. Maar ook de vijver in de eigen tuin is ermee te beoordelen. De met een schepnet gevangen waterdieren worden op naam gebracht met een Zoekkaart. Er zijn zo’n 45 verschillende soorten waterdieren te onderscheiden. Het invullen van de gevonden dieren met hun aantallen in een Excel bestand levert meteen een uitspraak op over de waterkwaliteit (zeer slecht, slecht, matig, goed, uitstekend). Om tot een betrouwbare uitspraak te komen moeten minstens 50 dieren gevangen worden. Die kunnen daarna weer levend en wel worden teruggezet.

Het systeem is ontwikkeld voor GLOBE, een onderwijsprogramma rond wetenschap en milieu. Leerlingen op meer dan 28.000 scholen in 113 landen verzamelen in samenwerking met wetenschappers gegevens over het mondiale milieu. De wetenschappers maken op hun beurt gebruik van de gegevens die door de scholieren zijn verzameld. Dit stimuleert de leerlingen om nauwkeurig de metingen te doen en bovendien raken zij actief betrokken bij milieuvraagstukken.

Op woensdag 22 april 2015 viert GLOBE het 20-jarige bestaan. De Nederlandse tak van GLOBE organiseert die dag diverse workshops. In een van de workshops presenteert de Wageningse onderzoeker Edwin Peeters het ontwikkelde beoordelingssysteem. Hij treedt op als Waterwetenschapper voor GLOBE.

dinsdag 21 april 2015

KNW congres: Gedoe in de ondergrond, een bestuurlijke paradox?

Op donderdag 23 april vindt het KNW (Koninklijk Nederlands Waternetwerk) voorjaarscongres plaats, met als doel om vanuit de kennis van de inhoud de bestuurders inzicht en handvatten geven om de juiste afwegingen te kunnen maken. Tauw is niet alleen mede-organisator, maar verzorgt ook twee parallelsessies.

De ondergrond biedt kansen, dat is de laatste jaren steeds duidelijker geworden. Zo is gebiedsgericht grondwaterbeheer bijvoorbeeld een slimme en goedkope oplossing om bodemverontreiniging te saneren. Door middel van warmte-koude opslag kan de bodem ons energie leveren. Onze voedselproductie is afhankelijk van de bodem en een goed (grond)waterbeheer kan bodemdaling tegengaan. Echter, willen al deze kansen benut worden, dan moeten er keuzes gemaakt worden.

Om bestuurders inzicht en handvatten geven om de juiste afwegingen te maken is een programma samengesteld. Dit programma bestaat uit een plenaire ochtend (3 sprekers), daarna worden de nieuwe indrukken besproken en verder uitgedacht in de parallelsessies. Daarbij is er ruimte voor discussie over onderwerpen waar men op ambtelijk en bestuurlijk niveau tegenaan loopt.

Vanuit Tauw worden er twee parallelsessies georganiseerd. De eerste heeft als onderwerp ‘grondwater als vestigingsfactor’ en de tweede sessie gaat over het buitengebied waar de toenemende druk op het bodemsysteem leidt tot interessante functiecombinaties waarin boeren en 'buitenlui' zich meer en meer als shareholder op gaan stellen. Meer informatie over het programma en de parallelsessies. 

maandag 20 april 2015

UNESCO-IHE en ministerie van IenM zetten nieuwe stap in watersamenwerking

Vice-rector Uhlenbrook van het UNESCO-IHE Institute for Water Education en minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu (IenM) hebben vandaag een Memorandum of Understanding (MoU) getekend, waarmee zij een nieuwe stap zetten in de gezamenlijke ontwikkeling van onderzoek, onderwijs en innovatie op het gebied van waterveiligheid en -kwaliteit. De samenwerking, die in 2003 is gestart, wordt voor vier jaar voortgezet.

Minister Schultz is verheugd over de nieuwe samenwerking. 'Het World Economic Forum stelde dit jaar vast dat water ’s werelds grootste bedreiging is. Ik vind het cruciaal dat er steeds jonge mensen zijn die gefascineerd zijn door water en op zoek gaan naar oplossingen voor watervraagstukken in hun land. Het is essentieel dat deze mensen de gelegenheid krijgen ervaringen uit te wisselen en nieuwe kennis op te doen.'

Professor Uhlenbrook: 'UNESCO-IHE is het grootste universitaire opleidings- en onderzoeksinstituut op het gebied van waterbeheer. Het richt zich voornamelijk op ontwikkelingslanden en landen in transitie. Het instituut speelt een belangrijke rol in de watersector als bruggenbouwer tussen Europa (en Nederland in het bijzonder) en de rest van de wereld. Ik ben zeer verheugd dat we hier samen aan kunnen werken met het ministerie van IenM.'

De samenwerking, die van programmatische aard is en zich richt op integraal waterbeheer, sluit aan bij de internationale waterambitie van Nederland. Met onderzoek, onderwijs en innovatie levert de samenwerking gedurende vier jaar een bijdrage op veel terreinen, van deltatechnologie tot maritieme technologie, maar ook aan het vermarkten van kennis en kunde. De activiteiten van UNESCO-IHE op het gebied van training, capaciteitsopbouw, onderzoek en kennisdeling vormen de basis.

Het voornaamste doel is de ontwikkeling van strategieën voor aanpassing aan klimaatverandering van delta’s in stroomgebieden (het zogeheten programma Water Mondiaal), ondersteuning van het innovatieprogramma van het ministerie op het gebied van deltatechnologie, watertechnologie en zeehavens, en een bijdrage aan de Nederlandse overheidsagenda op het gebied van duurzame economische samenwerking (onderdeel van de Topsector Water).

Het feit dat UNESCO-IHE aan deze thema’s werkt met een netwerk van partners in westerse en niet-westerse landen, op een internationale schaal, maakt het instituut tot een geschikte partner voor het ministerie van IenM.

UNESCO-IHE is een opleidings- en onderzoeksinstituut in Delft dat zich volledig richt op mondiale watervraagstukken. Het instituut is actief op het gebied van onderzoek, onderwijs en capaciteitsopbouw met als doel het versterken van kennis over duurzaam en integraal waterbeheer in voornamelijk ontwikkelingslanden en landen in transitie. Jaarlijks nemen enkele honderden waterprofessionals deel aan diverse programma's op master en doctoraal niveau. Sinds 1957 heeft het instituut een netwerk opgebouwd van ruim 14.500 alumni uit meer dan 160 landen. Het overgrote deel keert na de studie terug naar eigen land om een bijdrage te leveren aan oplossingen voor wereldwaterproblemen.

Zeevogels, oceanische maalstromen en plastic vervuiling

Er zijn weinig studies van zwerfvuil in zee die zo lang lopen als het nu al ruim 30-jarig graadmeteronderzoek van IMARES aan plastics in de maaginhouden van Noordse Stormvogels in de Noordzee. Er bestaat één andere dataset van bijna vergelijkbare lengte: de Sea Education Association uit Woods Hole in de USA onderzoekt al heel lang met oppervlaktenetten de ophoping van afval in de zogenaamde ‘plastic soep’ van de Noord-Atlantische ‘Garbage Patch’. Vergelijking van deze twee unieke gegevensbestanden in het wetenschappelijk tijdschrift Environmental Pollution levert opmerkelijke inzichten.

De Noordzee kan gezien worden als één van de brongebieden van plastic afval in zee. Wind en waterstromen doen drijvend afval naar elders verdwijnen. Zonder constante toevoeging van nieuw afval zou de Noordzee dan ook al snel vrijwel schoon zijn. In het artikel wordt in detail uitgewerkt hoe de maaginhouden van Noordse Stormvogels uit de Noordzee een veranderend vervuilingspatroon laten zien. Op de lange termijn zijn er weliswaar géén belangrijke veranderingen aantoonbaar in de totale plastic massa, maar wel in de samenstelling. Industrieel plastic granulaat is in de loop der jaren sterk afgenomen. Wisselende hoeveelheden afval van gebruiksplastics hebben helaas die plaats ingenomen en de onderliggende patronen verdoezeld.  

De dichtheden van plastics in de soep van de Noord Atlantische vuilnisbelt vertonen opmerkelijk vergelijkbare trends. Terwijl men eigenlijk verwachtte dat het aanhoudend verlies van plastic in de brongebieden tot steeds sterkere ophoping in het centrum van de oceanische maalstromen zou leiden, is dat in de Noord-Atlantische garbage patch niet te zien. De dichtheid van plastic vertoont in ieder geval geen duidelijk toenemende trend. Maar in meer detail bekeken, blijkt dat ook hier de dichtheden industrieel granulaat in de afgelopen decennia sterk zijn afgenomen, net als bij de stormvogels. 

Afnames van industriële plastic korrels als percentage van het totaal aantal plastic partikels in magen van Noordse Stormvogels uit de Noordzee (rode driehoeken) en in de Noord-Atlantische maalstroom (blauwe cirkels). Op de achtergrond industriële plastic korrels. Afnames van industriële plastic korrels als percentage van het totaal aantal plastic partikels in magen van Noordse Stormvogels uit de Noordzee (rode driehoeken) en in de Noord-Atlantische maalstroom (blauwe cirkels). Op de achtergrond industriële plastic korrels.

Het onderzoek toont aan dat afname van plastic vervuiling in brongebieden (weerspiegeld in bijvoorbeeld stormvogels op de Noordzee) al snel zichtbaar wordt in de grote oceanische maalstromen (weerspiegeld in de Noord Atlantische garbage patch). Kortom, als we zorgen dat er geen nieuwe vervuiling bij komt, kunnen we snel van de oceanische vuilnisbelten verlost zijn.

Op zich lijkt dat fantastisch nieuws. Maar het toont ook overduidelijk aan dat de oceanische vuilnisbelten slechts een ‘tussen-station’ zijn en dat plastic afval in zee blijkbaar andere ‘eindbestemmingen’ heeft. Een deel zal mogelijk zinken, een deel aanspoelen op kusten, of verbrokkelen tot onherkenbaar kleine fragmenten, die al dan niet ook echte afbraak ondergaan. Dieren als zeevogels vergruizelen gegeten plastic in hun maag tot onherkenbaar klein spul voordat ze het weer uit poepen.

Recent onderzoek berekende dat er wereldwijd jaarlijks minstens 5 miljoen ton plastic afval van land naar zee zou verdwijnen. Maar schattingen van de hoeveelheid wereldwijd op zee ronddrijvend plastic afval komen uit op “slechts” een kwart miljoen ton, dus niet meer dan ± 5% van wat er jaarlijks opnieuw vanaf land zou worden toegevoegd!  Hoewel de scheve verhouding tussen deze getallen voorlopig een raadsel blijft, laat het nu gepubliceerde onderzoek zien dat er processen optreden die zulke bevindingen in ieder geval deels kunnen verklaren. 

Helaas betekent dit niet dat we snel van het plastic probleem af kunnen zijn. Het schetst vooral hoe weinig we nog maar weten van deze vorm van vervuiling van de zee en dus van de mogelijke gevolgen voor dier en mens. In die situatie is het misschien verstandig om risico’s verder te vermijden door te zorgen dat er geen plastic meer in zee verdwijnt.

vrijdag 17 april 2015

Openheid waterverbruik van 75 grootste bedrijven in Nederland

Onderzoekers van de Universiteit Twente hebben een ranglijst opgesteld van de transparantie in het watergebruik van de 75 grootste beursgenoteerde bedrijven in Nederland. De lijst wordt aangevoerd door Heineken. Een soortgelijke ranking bestond nog niet. Waterprofessor Arjen Hoekstra  signaleert dat openheid over watergebruik nog in de kinderschoenen staat. Tegelijkertijd merkt hij dat grote bedrijven steeds meer aandacht hebben voor waterproblemen.

Hoekstra en zijn medeonderzoekers stelden de ranking op vlak nadat het World Economic Forum eerder dit jaar de mondiale watercrisis hoog op de agenda plaatste. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de CEO’s van de grootste bedrijven ter wereld, internationale politici en intellectuelen belandde de watercrisis met stip op één in het global risk report.
 Hoekstra: Overal ter wereld zie je dat de risico’s van een hoog waterverbruik steeds meer erkend worden, ook in het bedrijfsleven. De groeiende wereldbevolking, veranderend consumptiegedrag en klimaatveranderingen hebben veel effect op de schaarste en kwaliteit van water. Met deze ranking brengen we waterproblemen verder onder de aandacht bij bedrijven en stimuleren we hen zo effectief mogelijk om te springen met water.” Hoekstra neemt deze week deel aan het World Water Forum in Korea en ziet daar dat het bedrijfsleven zwaar vertegenwoordigd is en dat watertransparantie ter discussie staat.

De ‘waterranking’ wordt gepubliceerd in het wetenschappelijke journal Sustainability. Voor het opstellen van de ranking werd openbare informatie uit jaarverslagen en rapporten van de 75 bedrijven gebruikt. Hoekstra en hoofdauteur Marissa Linneman werkten hierin samen met Royal HaskoningDHV en kregen advies van het Wereldnatuurfonds en het Water Footprint Network. Marissa Linneman is masterstudente aan de UT. Zij voerde dit onderzoek uit binnen haar master Civiele Techniek en de specialisatie Water Engineering and Management en werd daarin begeleid door Arjen Hoekstra.
De watertransparantie werd afgelezen aan de mate van openbaarheid over direct en indirect gebruik van water en wat bedrijven eraan doen hun verbruik terug te dringen. De onderzoekers keken naar zowel de operationele tak van het bedrijf als de productieketen waarin het bedrijf zich bevindt. Bedrijven werden op deze twee gebieden beoordeeld op waterverbruik en –vervuiling, vergelijkingen met eerdere jaren en concurrenten uit dezelfde sector en gestelde doelen voor waterverbruik.

Uit de resultaten blijkt dat er grote verschillen zijn tussen verschillende sectoren en bedrijven onderling en dat bedrijven doorgaans meer rapporteren over hun eigen operationele activiteiten dan over hun productieketen. Heineken voert de lijst aan met een transparantiescore van 43%, gevolgd door Koninklijke DSM (23%), AkzoNobel (21%), ASML Holding (20%) en Unilever (16%). De top 5 behoort tot drie verschillende sectoren (consumentengoederen, materialen en technologie) en zijn allemaal AEX-genoteerd. Opvallend is bovendien dat 34 van de 75 bedrijven een score van 0% hebben en dus in geen enkel opzicht transparant zijn in hun waterverbruik.

“De top 5 is niet verrassend”, vindt Hoekstra. “Bedrijven als Heineken en Unilever hebben een enorme watervoetafdruk, vooral in de keten. Voor hen is het belangrijk daar zo open mogelijk in te zijn.” Hoekstra benadrukt verder dat de ranking niet aangeeft of het waterverbruik van de bedrijven goed of slecht is, maar dat het alleen gaat om openheid hierover.

donderdag 16 april 2015

Overeindsebrug succesvol vervangen door nieuwe brug

In de nacht van zaterdag 11 op zondag 12 april heeft Rijkswaterstaat de Overeindsebrug over het Lekkanaal bij Nieuwegein succesvol gewisseld voor een nieuwe brug. Tot dinsdag 5 mei 06.00 uur blijft de nieuwe brug afgesloten voor alle verkeer.

De nieuwe Overeindsebrug is in twee delen aangevoerd over het water. Eind vorige week zijn dichtbij de bruglocatie het brugdek en de boog samengevoegd. Intussen werden de aanbruggen van de oude brug verwijderd.

Zaterdagavond om 22.00 uur werd de scheepvaart op het Lekkanaal stilgelegd voor de brugwissel zelf en startten de laatste voorbereidingen voor het uitvaren van de oude brug. Rond 1.00 uur werd de oude brug van zijn pijlers getild en draaide uit. Intussen werd de gereed liggende nieuwe brug door twee bokken (drijvende kranen) opgepakt en overdwars gedraaid. Cm voor cm werd deze op positie gehesen, waar hij om 2.30 uur in de nacht lag. Om 4.38 uur, bijna anderhalf uur vroeger dan gepland, lag de brug op de pijlers, was het begeleidend materieel aan de kant en kon de eerste scheepvaart de nieuwe brug passeren.

Schippers hebben vooraf goed rekening gehouden met de stremming en maakten ook gebruik van de omvaarroute, weinig schepen lagen in de wacht.

woensdag 15 april 2015

Petitie stoppen precario op nutsleidingen aan Tweede Kamer

Al tien jaar lang vraagt de Tweede Kamer om afschaffing van de precariobelasting op de netwerken van nutsbedrijven. Vewin, Netbeheer Nederland en Energie-Nederland willen dat de Tweede Kamer de minister van Binnenlandse Zaken vraagt, om nu met een wetsvoorstel te komen dat precarioheffing op nutsleidingen zo spoedig mogelijk stopt. 

Zowel de tarieven van precariobelasting als het aantal gemeenten dat precariobelasting heft stijgen de laatste jaren fors. Deze gemeentelijke belastingheffing wordt in rekening gebracht via de factuur van de nutsbedrijven en is daarmee voor de consument een ondoorzichtige belasting en lastenverzwaring. Precario is de snelst stijgende inkomstenbron voor gemeenten.

Vewin, Netbeheer Nederland en Energie-Nederland zullen daarom op dinsdag 16 december om 13.30 uur een petitie aanbieden aan de leden van de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken. 
De petitie wordt aangeboden in de vorm van een taart om te ‘vieren’ dat de eerste motie om de precarioheffing voor nutsbedrijven af te schaffen nu tien jaar geleden is ingediend. 

Sinds eind 2004 vraagt de Tweede Kamer via verschillende moties om het heffen van precariobelasting op de netwerken van nutsbedrijven wettelijk onmogelijk te maken. Het is namelijk een voor de burger ondoorzichtige manier van belastingheffing die leidt tot aanzienlijke lastenverzwaring. 

Nu, een decennium later, is er door de minister van BZK nog steeds geen wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. Inmiddels is het aantal gemeenten dat precario heft, verdrievoudigd. Het aantal gemeenten dat precario op nutsleidingen heft en het bedrag dat per gemeente in rekening wordt gebracht, stijgen sterk. 

Vewin, Netbeheer Nederland en Energie-Nederland willen dat de minister van BZK nu met een wetsvoorstel komt om precarioheffing op nutsleidingen zo spoedig mogelijk onmogelijk te maken, zoals de Tweede Kamer al 10 jaar vraagt.

dinsdag 14 april 2015

Daegu-verklaring over waterbestuur

Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen, heeft de OESO opgeroepen om de principes van goed waterbestuur te omarmen. Deze principes staan in de zogeheten Daegu-verklaring en zijn opgesteld door het OESO Water Governance Initiative.

De verklaring is op maandag 13 april ondertekend en overhandigd aan de secretaris-generaal van de OESO, Angel Gurría, op het Wereld Water Forum in Zuid-Korea.

Peter Glas is voorzitter van het OESO Water Governance Initiative, een platform van meer dan 120 internationale overheden en belangenorganisaties, dat vanaf het eerste begin heeft bijgedragen aan deze principes.

De verklaring is een belangrijke steun in de rug voor de OESO bij het verder ontwikkelen van principes voor goed waterbestuur. De principes vormen bouwstenen om het waterbestuur in de wereld een impuls te geven: efficiënter, effectiever en met betrokkenheid en vertrouwen van belanghebbenden.

In een slotsessie wordt het implementatietraject rond deze principes besproken. Wanneer de principes door de OESO worden vastgesteld, worden deze in veel landen toegepast.

Ook Carla Moonen, dijkgraaf van waterschap Brabantse Delta, vertegenwoordigt in Korea de waterschappen. Zij geeft onder meer presentaties over innovatieve financiering en klimaatadaptatie.

Daarnaast presenteren de waterschappen zich in het Holland Paviljoen, opgezet door het Netherlands Water Partnership, onder de vlag van Dutch Water Authorities.

maandag 13 april 2015

D66 vragen over kiosk Prins Hendrikbrug in Leeuwarden

Na de realisatie van het nieuwe Wilhelminaplein en aanpassing van het winkelcentrum in het hart van Leeuwarden is ook de inrichting van de Prins Hendrikbrug aangepast. Er is een nieuwe kiosk op de brug gebouwd. Met deze kiosk wil de gemeente Leeuwarden een extra aansprekend accent plaatsen op één van de belangrijkste aanloopstraten naar de binnenstad. Ondernemers hebben hun interesse voor exploitatie van de kiosk getoond door mee te doen aan een openbare inschrijving.

Aan de inschrijving voor exploitatie van de kiosk zitten voorwaarden. Een voorwaarde is dat de kiosk het hele jaar door minimaal 5 dagen per week en 7 uren per dag open moet zijn tijdens winkelopeningstijden. Het blijkt dat de kiosk zeer beperkt open is en daarmee niet voldoet aan de gestelde voorwaarden. De fractie van D66 vindt dit niet eerlijk ten opzichte van de andere inschrijvers die achter het net hebben gevist. De fractie van D66 stelt hierover schriftelijke vragen aan het college. Zo wil de fractie weten of het college het met hen eens is dat de kiosk moet voldoen aan de gestelde openingstjden en wat daar aan gedaan gaat worden. De fractie vraagt het college ook of het van mening is dat wanneer er niet aan de voorwaarden voldaan wordt, het gunnen van de kiosk aan de andere kandidaten of opnieuw gunnen een mogelijkheid is.

vrijdag 10 april 2015

Minister en staatssecretaries ontvangen boekje Waterschapsbelastingen

Afgelopen woensdag ontvingen minister Plasterk en Staatssecretaris Wiebes het boekje ‘Waterschapsbelastingen 2015 – Het hoe en waarom’ uit handen van bestuurslid Huub Hieltjes van de Unie van Waterschappen. Wie wegwijs wil worden in de wereld van de waterschapsbelastingen kan nu ook online zijn weg vinden.

Huub Hieltjes, bestuurslid Unie van Waterschappen: "Het boekje Waterschapsbelastingen 2015 maakt inzichtelijk hoe de 23 waterschappen de waterschapsbelastingen besteden. In 2015 gaat het om 2,6 miljard euro in totaal. Dit jaar zijn deze gegevens voor het eerst ook digitaal beschikbaar, via de website www.waterschapsspiegel.nl/belastingen. Een goede ontwikkeling. Want als overheid moeten we, in dit digitale tijdperk, ook op deze manier aan inwoners en bedrijven op transparante wijze verantwoording afleggen over hoe we hun belastingeuro’s besteden. Vanaf nu zijn voor iedereen, elk moment van de dag, via één website, alle gegevens over waterschapsbelastingen beschikbaar."

De waterschappen deden al eerder online verslag van hun resultaten op waterschapsspiegel.nl. Op deze website wordt de lezer meegenomen naar de wereld achter de getallen: de maatschappelijke, economische en emotionele waarden van de waterschappen. Met het uitbrengen van de publicatie Waterschapsbelastingen 2015 - het hoe en waarom is daar nu specifieke informatie over de waterschapsbelastingen aan toegevoegd.

De waterschappen gebruiken het belastinggeld voor investeringen, beheer en onderhoud van 18.000 kilometer waterkeringen, 225.000 kilometer sloten, rivieren en andere watergangen en 7.500 kilometer wegen. Bovendien zuiveren de waterschappen jaarlijks zo’n 2 miljard kuub afvalwater (vergelijkbaar met de inhoud van 800.000 Olympische zwembaden). De taken van de waterschappen en de maatregelen die zij nemen met het oog op de klimaatveranderingen, vragen om omvangrijke investeringen. Toch zijn de waterschapsbelastingen gemiddeld slechts beperkt gestegen. In 2015 betaalt een gezin met een koopwoning van 200.000 euro gemiddeld 310 euro per jaar aan. Dat is 50 eurocent per maand meer dan in 2014.

De waterschapsbelastingen zijn regionale belastingen, waardoor de hoogte per gebied varieert. Dat komt omdat ieder gebied anders is ingericht en andere kosten met zich meebrengt. Meer dijken betekent meer onderhoud en dus meer kosten. En als in een gebied een verouderde rioolwaterzuivering aan vernieuwing toe is, loopt dat al gauw in de tientallen miljoenen euro’s. De meeste huishoudens en bedrijven hebben onlangs hun aanslag waterschapsbelastingen voor 2015 ontvangen.

De waterschappen zijn voortdurend op zoek naar manieren om het waterbeheer beter, goedkoper en duurzamer te maken. Dit doen zij bijvoorbeeld door meer samen te werken en diensten gezamenlijk uit te voeren en in te kopen. Ook proberen waterschappen zoveel mogelijk energieneutraal te werken, bijvoorbeeld door energie te winnen uit afvalwater. De waterschappen leveren ook een bijdrage aan de circulaire economie, door schaarse grondstoffen uit het afvalwater te halen zodat deze opnieuw gebruikt kunnen worden.

Kinderen openen Waterspeeltuin in Lauwersoog

De belevenisroute die in Lauwersoog wordt aangelegd, Lauwersom, begint met spelen! Tegenover het parkeerterrein bij het Booze Wijf en vlak bij de stranden heeft de gemeente De Marne samen met 30 schoolkinderen uit de omgeving een waterspeeltuin gebouwd.

De speeltuin is zo ontworpen dat kinderen leren hoe watersystemen werken en hoe ze moeten samenwerken om deze systemen in werking te krijgen. Er is een speelvis, een speelboot, een bouwplaats met kliedertafel en een baggertoestel waarmee je kunt graven en  zand kunt transporteren.  De speeltuin is straks geschikt voor kinderen  van alle leeftijden.

Met de bouw van de waterspeeltuin is een start gemaakt in de uitvoering van het project Lauwersom. Komende tijd zal het vervolg van de route ook aangelegd worden, zo komt er een vlonderpad, veilige oversteken, zitjes en uitzichtpunten langs de route naar de haven.

Met het project wil de gemeente wandel- en fietspaden op Lauwersoog veilig en aantrekkelijk maken. Daarnaast neemt de provincie ook verkeersmaatregelen op de provinciale weg N361. Jaarlijks komen ongeveer een miljoen mensen naar Lauwersoog. Het verblijf duurt relatief kort en de bestedingen zijn laag. Bezoekers geven aan dat ze toeristische sfeer en een duidelijke inrichting van het gebied missen. Ook bewoners missen de verbinding vanaf het dorp Lauwersoog naar de vissershaven.

donderdag 9 april 2015

Zacht water uit de kraan in Houten en Bunnik

Drinkwaterbedrijf Vitens heeft onlangs de nieuwe onthardingsinstallatie van drinkwaterproductiebedrijf Bunnik in gebruik genomen. Daardoor krijgen ongeveer 75.000 mensen in Houten en Bunnik nu zacht water uit de kraan. Met de nieuwe installatie wordt het van nature aanwezige kalk grotendeels uit het water gehaald. Hierdoor is de hardheid van het kraanwater van 14 °DH naar een waarde tussen de 6,5 en 7,8 °DH gedaald.

Op het drinkwaterproductiebedrijf in Bunnik wint Vitens jaarlijks zo’n 3,5 miljoen kuub water voor de inwoners van Bunnik en Houten, van een diepte tussen de 75 en 130 meter. De nieuwe installatie bestaat uit een onthardingsgebouw met hierin zogenaamde pellet-onthardingsreactoren. In deze reactoren hecht het calcium en magnesium aan zandkorreltjes waarbij pellets, kleine kalkbolletjes, gevormd worden. Deze pellets worden afgevoerd en hergebruikt in de ijzer-, glas- en betonindustrie. Op de productielocatie Bunnik bij de nieuwbouw is ook de opslagcapaciteit van drinkwater vergroot door het plaatsen van een nieuw rein waterreservoir. De spoelwaterverwerking is ook vernieuwd.

Het ontwerp van de nieuwe installatie is gemaakt door de Royal HaskoningDHV
 uit Rotterdam. Speciale aandacht is besteed aan de architectuur van het productiebedrijf. De nieuwbouw sluit aan bij het bestaande gebouw met de “horizontale watergolf”. In de zomer wil Vitens op de drinkwaterproductielocatie een open dag organiseren zodat omwonenden een kijkje kunnen komen nemen in het nieuwe gebouw.

Het voordeel van zachter water is dat er minder snel kalkaanslag ontstaat op sanitair en verwarmingselementen. Hierdoor gaan apparaten zoals wasmachines en waterkokers langer mee. Ook is er minder onthardingszout en (af)wasmiddel nodig. Zeep schuimt beter bij zachter water, en daardoor heb je bijvoorbeeld ook minder shampoo nodig. De inwoners van Bunnik en Houten zullen dan ook gaan merken dat ze zachter water uit de kraan krijgen. Het is goed voor het milieu én voor de portemonnee.

woensdag 8 april 2015

Waddeneilanden maken werk van energie

De vijf Waddeneilanden willen in 2020 energieneutraal zijn. Met het programma Duurzame Waddeneilanden willen ze deze droom waarmaken. Hierin staan projecten en activiteiten die ook bijdragen aan provinciale doelen. Zo komt er op ieder eiland een energieconsulent die aan de keukentafel advies geeft. Daarnaast organiseren de gemeenten samen met de lokale energiecoöperaties informatieavonden.

Verder komt er een experiment met vier nokturbines op publieke gebouwen. Dit zijn horizontale windturbines. Het resultaat van het programma is per jaar 30.000 kWh opgewekte elektriciteit en 15.000 m3 gasbesparing. Het ondersteunen van de Waddeneilanden komt voort uit het uitvoeringsprogramma Duurzame Energie. De provincie Fryslân draagt 95.000 euro bij.

dinsdag 7 april 2015

Maatregelen vernielingen Kromme Geer en Zijde

Vanwege het nieuwe gemaal Hillekade in Ouderkerk aan den IJssel is gemaal Kromme Geer en Zijde overbodig geworden. Een dezer dagen zijn de ruiten van het gemaal en de dienstwoning vernield. Hiervan is aangifte gedaan bij de politie. De ramen van de panden zijn dichtgetimmerd.

De leegstand van het gemaal en de daarnaast staande dienstwoning en de schuur zo net buiten het dorp heeft een aantrekkende kracht op jongeren. Om gevaarlijke situaties te voorkomen is de schuur die op het terrein staat onlangs deels afgebroken. De ramen van de panden zijn inmiddels dichtgetimmerd. Natuurlijk is dit niet de mooiste oplossing, maar zolang het onderzoek loopt wat er met de panden moet gebeuren en besluitvorming hierover nog plaats moet vinden, is het de beste manier om ongelukken te voorkomen.

vrijdag 3 april 2015

Akkoord bereikt voor nieuwe cao waterschappen

Na grondig beraad hebben de waterschappen en de vakbonden FNV, CNV en CMHF een principeakkoord afgesloten voor een nieuwe cao met afspraken voor 2015 en 2016. Dit innovatieve akkoord biedt medewerkers, jong en oud, meer werkzekerheid, nieuwe mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling en een salarisverbetering.

Werkzekerheid is een belangrijk uitgangspunt van het cao-akkoord. Denk hierbij aan: het actief werk maken van werk, het fit kunnen blijven doorwerken en het investeren in loopbanen waarbij medewerkers zelf de regie voeren over hun carrière. Werkzekerheid voor medewerkers betekent voor de komende 6 jaar: meer investeren in werken, waarbij generaties worden verbonden. Hierbij wordt ingespeeld op de nieuwe wetgeving.

De nieuwe cao voorziet in een salarisverbetering. Per 1 januari 2015 zijn de salarissen verhoogd met 0,73%. In de zomer van 2015 ontvangen medewerkers eenmalig een bedrag van 750 euro. In 2016 vindt een salarisverhoging plaats van 1,5%.

De 23 waterschappen in Nederland zijn onder meer verantwoordelijk voor het beheer van waterkeringen, het regionale waterbeheer en het zuiveren van afvalwater. Ongeveer 11.000 mensen zijn werkzaam bij de waterschappen.

donderdag 2 april 2015

Provincie Antwerpen neemt maatregelen tegen wateroverlast in Mol

De Molse Nete en de Scheppelijke Nete zorgen plaatselijk voor heel wat wateroverlast, zelfs tot in het centrum van Mol. De provincie vond als waterloopbeheerder de oplossing in twee gebieden dicht bij Gompel. Als deze gebieden gebruikt worden als een zone voor waterberging zal niet enkel de wateroverlast verminderen, maar komt dit ook de natuur ten goede.

Hiervoor was een bestemmingswijziging nodig, die is vastgelegd in twee provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP’s). Deze plannen maken dat de werken voor waterberging kunnen worden uitgevoerd en stellen de natuur voorop. Meer nog: fietsers, wandelaars, joggers en natuurliefhebbers kunnen komen genieten van deze mooie stukjes groen. Het is een knap voorbeeld van hoe we een gebied tegelijk kunnen gebruiken voor waterberging, natuur en recreatie.

Het PRUP 'Overstromingsgebied Scheppelijke Nete' maakt de herinrichting mogelijk van een deel van de vallei van de Scheppelijke Nete en de Burgemeesterloop, tussen de Zuiderring en de spoorweg. In dit gebied zullen de zones tussen de dijkjes overstromen met overtollig water. De minister heeft dit PRUP op 12 september 2014 goedgekeurd. In 2015 start de provincie met de uitvoering van de werken.

Het PRUP 'Overstromingsgebied Molse Nete' herbestemt de vallei van de Molse Nete, tussen het kanaal Dessel - Kwaadmechelen en de spoorlijn van Mol naar Balen, naar waterberging en natuur.

Deze plannen sluiten aan bij het natuurinrichtingsproject dat de provincie samen met de Vlaamse overheid (Agentschap voor Natuur en Bos, ANB) en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) willen realiseren in dit gebied. De provincieraad heeft het PRUP definitief vastgesteld op 23 oktober 2014, maar het plan is pas van kracht na goedkeuring door minister Schauvliege en publicatie in het Belgisch Staatsblad. Na de publicatie in het Belgisch Staatsblad zal de provincie het ontwerp verder uitwerken en kan de stand van zaken opgevolgd worden via de website.

woensdag 1 april 2015

Blijdorp wordt proeftuin

Diergaarde Blijdorp wordt proeftuin voor waterinnovaties. Het Delftse Deltares heeft inmiddels eerste onderzoeken uitgevoerd. Het Delftse bedrijf, het waterschap, universiteiten, hogescholen en jonge startupbedrijven slaan de handen ineen om van de dierentuin een proeftuin voor innovatieve watertechnieken te maken.

De waterkwaliteit van Blijdorp is bedroevend en moet nodig worden verbeterd. Het water dat vanuit de stadssingels de diergaarde binnenstroomt is al troebel, vooral flamingo’s poepen onbekommerd in het water. Ontlasting van de meeste andere dieren komt niet in het water terecht, maar wordt door de verzorgers weggeschept. Maar waar de urine heen gaat blijft gissen.

Deltares voerde afgelopen maanden met studenten een verkennend onderzoek uit. Een eerste analyse leerde dat de verblijftijd van het water heel lang is. In de hoofdvijver wordt het water slechts eens in de twintig dagen ververst. Baggeren moet sowieso snel gebeuren en dat is al lastig genoeg. Als alles eenmaal goed in beeld is sluit Deltares niet uit dat er gestudeerd zal worden op het afkoppelen van het stadswater. Maar dan moet er voldoende regenwater kunnen worden vastgehouden in bassins of waterpartijen.

De dierentuin zegt een podium te hebben om innovaties aan een breed publiek te tonen. Dat moet het aantrekkelijk maken voor bedrijven om mee te doen. Want behalve geld voor het reguliere baggerwerk zijn er nog geen fondsen beschikbaar.