woensdag 31 december 2014

Gooi geen vet door gootsteen of toilet!

De zuivering en afvoer van oliebollenvet kost de waterschappen jaarlijks enkele miljoenen euro's. Om die reden verzoeken zij om overtollig oliebollenvet in te leveren bij een inzamelpunt en niet door de gootsteen of het toilet te spoelen. 

Oliebollen bakken is een oer-Hollandse traditie en die moet vooral behouden blijven.Helaas gooien veel mensen na het bakken het gebruikte vet in het riool. Dit leidt vaak tot verstoppingen. Het zuiveren van het met vet vervuilde rioolwater kost de waterschappen jaarlijks miljoenen. Dit geeft de oliebol een nare bijsmaak.

De reiniging van een liter olie kost de waterschappen € 2,80 en dat is het dubbele van de kostprijs van de olie in de winkel. "De zuivering van al dat al dat oliebollenvet kost de waterschappen jaarlijks een paar miljoen euro", aldus waterschapbestuurder waterkwaliteit Agnes van Zoelen. "Ook het aantal rioolverstoppingen stijgt rond Oud en Nieuw. Het oliebollenvet stolt in het riool en zorgt voor verstoppingen. Het verhelpen van die verstoppingen is een kostbare zaak. Wat veel mensen zich niet realiseren is dat ook vloeibaar vet voor verstoppingen kan zorgen. Wij adviseren dan ook om dit vet eerst in de verpakking terug te gieten en in de speciale containers te gooien."

Er is een betere en goedkopere manier om het oliebollenvet af te voeren. Dus: gooi geen vet in de gootsteen en het toilet. Want als er minder zuiveringskosten hoeven te worden gemaakt rond de jaarwisseling, heeft iedereen daar baat bij."

Hoe komt u dan van het oliebollenvet af? Onderstaand vier tips:

Lever het in bij uw eigen supermarkt.
Bij steeds meer supermarkten staat naast de oud papier- en glascontainers ook een aparte container voor frituurvet. De vetten die mensen hier ingooien, oliën en frituurvet worden verwerkt tot grondstof voor biobrandstof of biodiesel.
Inleveren bij inzamelcontainers.
Naast supermarkten zijn er nog meer plekken waar (gele) inzamelcontainers voor gebruikt frituurvet en/of frituurolie staan.
Op de website Frituurvetrecyclehet.nl kun je het inleverpunt bij jou in de buurt vinden.
Inleveren bij inzamelstations.
Bij vrijwel alle gemeentelijke milieustraten of afvalbrengstations zijn aparte inzamelcontainers voor frituurvet en -olie te vinden.
Zelf weggooien.
Is er echt geen mogelijkheid om vet of olie naar een inzamelpunt te brengen, giet het dan in een afsluitbare verpakking (zoals een melkpak met dop) en stop dit bij het restafval.

dinsdag 30 december 2014

Kadeverbetering en aanleg vispaaiplaats Dijkpolder Maasland

In het kader van de programma’s 'Stevige Dijken' en ‘Schoon Water’ werkt het Hoogheemraadschap van Delfland aan de verbetering van diverse kadetrajecten en aan de aanleg van vispaaiplaatsen om de waterkwaliteit te verbeteren. Tauw heeft voor een deel van de kade van de Dijkpolder langs de Westgaag, één van de meest risicovolle regionale keringen, zowel het ontwerp van de kadeverbetering als het ontwerp van de naastgelegen vispaaiplaats opgesteld.

In het Kadeverbeteringsprogramma 2010 - 2015 is een deel van de kade van de Dijkpolder langs de Westgaag opgenomen om te worden verbeterd vóór eind 2015. De boezemkades voldoen gedeeltelijk niet aan de stabiliteitseisen en moeten worden verbeterd.

Waterveiligheid is een kerntaak van Delfland en daarom wil Delfland tijdig de meest risicovolle boezemkeringen op orde hebben om zo ook in situaties van extreme weersomstandigheden droge voeten te kunnen houden. Delfland verbetert en onderhoudt de kade zodanig dat deze weer voor een periode van 10 jaar voldoet aan de vigerende normen.

De zorg voor de waterkwaliteit is een andere kerntaak van Delfland. Dat betekent dat Delfland streeft naar schoon en gezond water voor mens en dier en daarbij een bijdrage wil leveren aan een aantrekkelijke leefomgeving. Daarom legt Delfland in combinatie met andere programma’s natuurvriendelijke oevers, vispaaiplaatsen en voorzieningen voor vismigratie aan om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren tegen zo laag mogelijke kosten.

Aangrenzend aan de kadeverbetering is een vispaaiplaats aangelegd. De aanleg van de vispaaiplaats draagt bij aan een duurzame leefomgeving door een vergroting van de biodiversiteit. Daarnaast is in het ontwerp nadrukkelijk rekening gehouden met het zo min mogelijk verstoren van de oorspronkelijke veenbodem, waardoor het vlietland zich weer kan ontwikkelen als bloemrijk hooiland. Het slotenpatroon van de vispaaiplaats is afgestemd op het oorspronkelijke slotenpatroon in dit vlietland.

'Door onze ontwerpsessies met de betrokken partijen, waaronder Natuurmonumenten, zijn we tot een gedegen ontwerp gekomen waarbij we zoveel mogelijk rekening hebben gehouden met het oerveen’, aldus Barbara Berkhout, projectcoördinator bij Tauw.

Tauw heeft zowel het ontwerp van de kadeverbetering als het ontwerp van de vispaaiplaats opgesteld. Daarvoor hebben we diverse onderzoeken uitgevoerd en/of begeleid, waaronder (water)bodemonderzoek, explosievenonderzoek en geotechnisch, ecologisch, cultuurtechnisch en archeologisch onderzoek. Daarnaast was Tauw ondermeer verantwoordelijk voor het maken van een artist impression, het bijwonen van de bewonersavond, het aanvragen van de vergunningen en het opstellen van de kostenraming.

Voor de uitvoering van het project heeft Delfland een bouwteamovereenkomst gesloten met aannemer Verboon Maasland BV. Tauw heeft deze overeenkomst opgesteld , inclusief de vastlegging van de technische randvoorwaarden.

maandag 29 december 2014

Ontwerp-Watervisie binnenkort ter inzage

De ontwerp-Watervisie ligt vanaf 6 januari 2015 voor zes weken ter inzage. In deze Watervisie bepaalt de provincie wat er tot 2021 op watergebied centraal moet staan.

Samen met waterbeheerders en gemeenten gebruikt de provincie deze visie om maatregelen te nemen om inwoners te beschermen tegen overstromingen en wateroverlast, de kwaliteit van het water te verbeteren en te zorgen voor voldoende water aan- en afvoer.

Na de ter inzage legging stellen Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de Watervisie vast. De Watervisie is de opvolger van het provinciale Waterplan 2010-2015.

Noord-Holland wil een proeftuin zijn voor innovatie en stimuleert  waterinnovaties. Als provincie die aan bijna alle kanten omgeven is door grote wateren en voor meer dan de helft onder NAP ligt, is Noord-Holland het ideale toepassingsgebied voor innovaties op gebied van kust- en dijkversterkingen, ruimtelijke aanpassing aan klimaatverandering, zuinig omgaan met zoetwater en verbetering van de waterkwaliteit.

Het landelijk waterveiligheidsbeleid maakt de komende jaren de overstap naar een risicobenadering. Hierbij wordt rekening gehouden met de risico’s voor het te beschermen achterland. Met deze nieuwe aanpak krijgt iedere Nederlander die door dijken of duinen wordt beschermd, eenzelfde minimale bescherming tegen overstromingen. Gebieden waar veel slachtoffers kunnen vallen en/of grote economische schade kan ontstaan, krijgen extra bescherming. Een uitvloeisel van de nieuwe benadering is dat provincies en gemeenten verantwoordelijk worden voor een waterrobuuste inrichting van het achterland.

Schoon en voldoende water

Water is onmisbaar voor een gezonde, productieve en aangename leefomgeving. Veel activiteiten hangen samen met de mogelijkheden van het watersysteem. Drinkwaterbedrijven en agrariërs zijn afhankelijk van zoet water. Rond plassen en meren wordt gerecreëerd. Diepe watervoerende lagen kunnen worden gebruikt voor energieopslag. En voor een soortenrijke natuur is schoon en voldoende water nodig.

Een belangrijke opgave voor de provincie is om ervoor te zorgen dat het samenhangende geheel van grond- en oppervlaktewater duurzaam kan worden gebruikt en voorraden zorgvuldig worden beheerd. Er mag geen uitputting of verontreiniging plaatsvinden en waar dit toch het geval is moeten maatregelen worden genomen. De provincie geeft hiermee invulling aan de Europese Kaderrichtlijn Water die voorschrijft dat grond- en oppervlaktewateren in een goede toestand moeten zijn. De provincie is slechts één van de overheden die ervoor moeten zorgen dat dit doel wordt bereikt. Alleen door een goede samenwerking met het Rijk, waterschappen, gemeenten, drinkwaterbedrijven en andere stakeholders kan het doel worden bereikt, schoon en voldoende water.

Het waterbeleid zal steeds vaker onderdeel zijn van een integraal beleid voor onze woon- en leefomgeving, waarbij waterschappen de zorg hebben voor het regionale watersysteem en water een plek heeft in de ruimtelijke afweging van gemeenten.

woensdag 24 december 2014

Water heeft een prijs

Een emmer kraanwater kost 1 cent. Ruim 30 procent daarvan bestaat uit belastingen. Zuinig omspringen met douche en toilet zorgt voor besparingen. Geen medicijnen en vet door de afvoer spoelen, helpt ook.

De Ieren gaan de straat op. Op 1 januari 2015 is het daar gedaan met gratis kraanwater. Net als elders in Europa moeten huishoudens in Ierland dan betalen voor hun waterverbruik. De Ierse watervoorziening is dringend toe aan modernisering, stelt de regering. Mensen worden soms ziek van het kraanwater, en in sommige gebieden lekt 40 procent van het water weg.
.
In Nederland zijn we gewend om te betalen voor leidingwater. “Water is goedkoop in Nederland”, zegt Marco Zoon van Vewin, de koepel van drinkwaterbedrijven. Voor gemiddeld 1,50 euro stroomt er 1.000 liter water uit de kraan. Dat zijn zo’n 5.000 glazen. Per jaar is een gemiddeld gezin tussen de 200 en 240 euro kwijt. “De meeste mensen weten niet wat ze eraan kwijt zijn. We blijven werken aan de bewustwording dat het drinkwater hier goed, gezond, goedkoop en gegarandeerd is.” Al in het midden van de jaren 70 voerde Vewin campagne onder de noemer Wees Wijs met Water.


dinsdag 23 december 2014

'Advertentie drinkwaterbedrijf misleidend en oneerlijk'

De Reclamecode Commissie heeft gisteren op een klacht van Aquacombi Nederland een advertentie van het Zeeuwse drinkwaterbedrijf Evides 'misleidend en daardoor oneerlijk' genoemd. Aquacombi protesteerde bij de commissie tegen een advertentie in de Provinciale Zeeuwse Courant waarin het gebruik van waterontharders sterk werd ontraden. Aquacombi verkoopt in Nederland onder meer de Aquacell, een waterontharder op basis van ionenwisseling. 

De tekst in de advertentie "Onder bepaalde omstandigheden kan te ver onthard water (...) leidingen en apparaten binnenshuis aantasten" en "Onder bepaalde omstandigheden kan te ver onthard water leiden tot risico's voor de volksgezondheid" is volgens de Reclamecode Commissie "te ongenuanceerd, nu deze bij de gemiddelde consument de onjuiste indruk kan wekken dat bij elke waterontharder onder omstandigheden aantasting van de leidingen door corrosie te verwachten valt". Evides heeft ten onrechte alle waterontharders ontraden terwijl het waterbedrijf tijdens de zitting van de Reclamecode Commissie erkende dat deze uitspraken niet gelden voor waterontharders die werken op basis van ionenwisseling, zoals het geval is met de Aquacell van Aquacombi.

Evides voerde op de zitting van de Reclamecode Commissie onder meer als verweer aan dat haar advertentie geen reclame betrof maar voorlichting. Daarom zou zij zich niet over de verschillende methodes van waterontharding hebben willen uitspreken. Dat zou eerder een taak zijn van de Consumentenbond. De Reclamecode Commissie verwierp dat verweer omdat de advertentie duidelijk een aanprijzend karakter had voor het waterbedrijf Evides. En door de generaliserende tekst "kan de gemiddelde consument ertoe gebracht worden een besluit over een transactie - het niet aanschaffen van een waterontharder - te nemen dat hij anders niet had genomen", aldus de uitspraak van de Reclamecode Commissie.

Subsidie voor innovatief regenwatersysteem

Fryslân stelt een subsidie beschikbaar voor het innovatieve regenwatersysteem KlimaRain. Het systeem vangt regenwater op voor huishoudelijk gebruik. Op deze manier wordt drinkwater bespaard. Tegelijkertijd bespaart KlimaRain energie. Dit omdat het regenwater ook gebruikt wordt om energie mee op te wekken. Centre of Expertise Water Technology (CEW) en EfraRain Systems gaan samen met een Fries installatiebedrijf een pilot uitvoeren. De proef kost € 65.875,-. Fryslân draagt 21.375 euro bij.

maandag 22 december 2014

Baggerslib: waardevolle grondstof

Wat doe je met de vele tonnen baggerslib die jaarlijks overal ter wereld boven water komen? Zo snel en zo goedkoop mogelijk afvoeren is doorgaans het motto. Behalve als je dat slib op de baggerlocatie zelf zou kunnen verwerken tot panelen die rottende beschoeiingen vervangen. Hoe een TNO-innovatie het Alblasserdamse ingenieursbureau NETICS van het ondernemersduo Eldert Besseling en Hugo Ekkelenkamp nieuwe markten moet gaan bezorgen.

Ongeveer de helft van de wereldbevolking woont in rivierdelta’s, zegt Besseling: ‘Rivierdelta’s zijn waardevolle maar kwetsbare gebieden. Je moet er regelmatig baggeren om de rivier bevaarbaar te houden en om overtollig water te kunnen lozen.’ Bij het baggeren komt slib naar boven, dat doorgaans tegen hoge kosten wordt afgevoerd. Besseling: ‘NETICS beschikt over technieken om baggerslib als basismateriaal voor bouwelementen te gebruiken. Daarvoor moet je het slib eerst ontwateren en dat is een tijdrovend karwei. Toen een kennis mij vertelde dat TNO over een technologie beschikt die dat proces aanzienlijk versnelt, was ik direct geïnteresseerd.’

TNO bood de technologie aan in het kader van ‘Technologie zoekt Ondernemer’, een programma waarin bedrijven kennis kunnen maken met kansrijke innovaties van TNO om ze verder te ontwikkelen tot marktrijpe producten. Besseling: ‘Het idee was om zeoliet, een product dat je uit de bodem kunt winnen maar ook synthetisch kunt produceren, te gebruiken voor het snel en efficiënt drogen van slib. Zeoliet is daar uitstekend geschikt voor, omdat het er bij aanraking met water warmte vrijkomt, die het vocht doet verdampen.’

NETICS en TNO gingen met elkaar in zee: ‘We kregen co-financiering uit de SBIR-regeling, die helpt bij het naar de markt brengen van innovaties. Tijdens een haalbaarheidsstudie ontdekten we een andere eigenschap van zeoliet: het versterkt de structuur van bouwelementen die je uit gedroogd slib kunt samenpersen.’ Zo ontstond GEOWALL®, een paneel van baggerslib dat direct op de plek waar het slib boven water komt geproduceerd kan worden met mobiele apparatuur. GEOWALL® zit nu in de testfase: ‘De testen voeren we samen met TNO uit en de vooruitzichten zijn gunstig. We rekenen op een kostenbesparing ten opzichte van andere soorten beschoeiing van zo’n dertig procent.’ GEOWALL® heeft een levensduur die twee keer langer is en voor het drogen van het slib zijn geen grote terreinen nodig. Dat je eventueel ook vervuild slib ter plekke kunt verwerken, is een voordeel omdat de wet- en regelgeving dan soepeler is.

NETICS denkt ondertussen al aan andere toepassingen: ‘Bijvoorbeeld om bij dreigende wateroverlast snel waterkeringen te produceren. Je kunt de panelen ook vullen met wat plantenzaad en als groene muur gebruiken en omdat de panelen sterk, stabiel en maatvast zijn, vormen ze in de Derde Wereld een alternatief voor de stenen die daar nu in de zon drogen.’ Besseling rekent erop dat GEOWALL® over een paar jaar het karakter van het bedrijf zal hebben veranderd: ‘We zijn dan wereldwijd toonaangevend in het gebruik van baggerslib als bouwmateriaal en NETICS is veranderd van een innovatief ingenieursbureau in een leverancier van innovatieve technologieën. En dat alles in voortdurende samenwerking met de mensen van TNO, die precies begrepen waar we mee bezig waren en wat we nodig hadden.’




Zie ook
 
Het kan echt: bouwen met bagger



Droge voeten houden dankzij ingenieuze dijk van baggerspecie






Meer weten over kansrijke nieuwe productideeën van TNO?

Kijk op technologie zoekt ondernemer

Technologie zoekt ondernemer



Deel deze pagina

 
 
 
 

Nieuws 






Missie en strategie










Organisatie
















TNO en maatschappij











Nieuws


Agenda







Meer over ons werk




























Contact









Ir. Egon Janssen
















Ir. Egon Janssen

Contact


Ir. Egon Janssen


Locatie Delft - Van Mourik Broekmanweg


088 866 34 73


linkedin

Neem contact op


Mediavragen?
Neem contact op met onze persvoorlichters






Ir. Egon Janssen
















Ir. Egon Janssen

Contact


Ir. Egon Janssen


Locatie Delft - Van Mourik Broekmanweg


088 866 34 73


linkedin

Neem contact op






Contact

Algemeen:
TNO Wegwijzer:
Recruitment:

088 866 00 00
088 866 08 66
088 866 81 88


Volg ons


Twitter Nieuws


Twitter Recruitment


Facebook


LinkedIn




Direct naar

Nieuws
Agenda
Locaties
Vacatures


TNO Magazine

Vier keer per jaar bericht TNOTIME over de activiteiten van TNO voor bedrijfsleven en overheid.







Algemene voorwaardenPrivacystatementDisclaimer



  

vrijdag 19 december 2014

Waddenfonds investeert in natuurherstel Waddenzee

Het Waddenfonds investeert in de projecten Marconi Buitendijks en de Vismigratierivier bij de Afsluitdijk. Hiermee investeert het Waddenfonds volop in natuurherstel van de Waddenzee.

Daarnaast versterkt het Marconi project de leefbaarheid van Delfzijl en wordt de zeedijk versterkt. Het Dagelijks Bestuur van het Fonds investeert in totaal 13 miljoen euro in deze projecten.

Marconi is een project om de leefbaarheid van Delfzijl als havenstad aan de Waddenzee te versterken. Dit gaat in combinatie met versterking van de zeedijk en natuurontwikkeling in het Eems-Dollard gebied. Als eerste deelproject wordt Marconi Buitendijks gerealiseerd. Met Marconi buitendijks geeft Delfzijl een impuls  aan haar maritieme karakter. Daarnaast versterkt het de natuur van het Eems-Dollardgebied en de Waddenzee.
Aanleg van een doorgang in de Afsluitdijk bij Kornwerderzand creëert een geleidelijke overgang van zoet naar zout water tussen het IJsselmeer en de Waddenzee. Die geleidelijk overgang maakt de trek (migratie) van vissen op natuurlijke wijze mogelijk. Herstel van die trek is belangrijk voor versterking van de populatie trekvissen. Ook geeft het meer biodiversiteit in de Waddenzee.

Voorzitter van het Dagelijks Bestuur van het Waddenfonds Tineke Schokker: “Een keur aan projecten waar we deze keer in investeren. Met onder andere deze natuurherstel projecten brengen we meer balans in het Waddengebied. Meer biodiversiteit geeft stabiliteit en betere mogelijkheden voor natuur en mens. Goed dat het Waddenfonds hierin investeert.”

Het Waddenfonds verleent deze keer 21,6 miljoen euro subsidie. In totaal wordt zo met 14 projecten 61,8 miljoen euro geïnvesteerd in het Waddengebied.

donderdag 18 december 2014

Friese Waterketen goed op koers

De landelijke visitatiecommissie is zeer tevreden over de voortgang van de besparingsambitie van de Friese Waterketen, zo luidt het eindoordeel van de commissie. Op 10 december overhandigde voorzitter Karla Peijs het eindrapport aan minister Schultz van Haegen. De besparingen in de Friese afvalwaterketen hebben als doel om in de loop naar 2020 jaarlijks €12,1 miljoen minder geld uit te geven in de waterketen.

De kracht van de Friese Waterketen is de goede samenwerking tussen gemeenten onderling en met Wetterskip Fryslân, Vitens en provincie Fryslân. Zo worden grote opdrachten gezamenlijk aanbesteed. Daarnaast wordt er gewerkt aan gezamenlijke rioleringsplannen en wordt gekeken naar goedkopere manieren van rioolbeheer. De decentrale uitvoering is een deel van de kracht van de Friese aanpak. Lokaal wordt gekeken wat voor de regio de meest kansrijke maatregelen zijn. Dit is efficiënt en levert een besparing op voor de kosten in de waterketen. “Alle waterketenpartijen hebben hard gewerkt om aan de besparingsambitie in 2020 te kunnen voldoen. We zijn dan ook trots op het positieve eindoordeel van de visitatiecommissie. Op bestuurlijk niveau zijn goede afspraken gemaakt, waardoor we in staat zijn de kosten van de dienstverlening voor de inwoners van Friesland zo laag mogelijk te houden”, aldus Isabelle Diks wethouder gemeente Leeuwarden en voorzitter van de stuurgroep Fries Bestuursakkoord Waterketen.

De Friese waterketen begint bij Vitens die uit grondwater drinkwater maakt en dit bezorgt bij huishoudens en bedrijven. De gemeenten transporteren het vervuilde water via het rioolstelsel naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties van Wetterskip Fryslân. Provincie Fryslân verleent de vergunningen voor grondwaterwinning voor drinkwater. Daarnaast bewaken en verbeteren Wetterskip Fryslân en de provincie de kwaliteit van het oppervlaktewater.
De eindrapportage van de landelijke visitatiecommissie Waterketen is te vinden via www.samenwerkenaanwater.nl en www.frieslandleeftmetwater.nl.

woensdag 17 december 2014

ICES: Huidig niveau visserij heeft weinig invloed

Het internationale adviesorgaan ICES zegt in haar laatste rapport dat de huidige visserijdruk op paling waarschijnlijk nog maar weinig invloed heeft op het ecosysteem. Voor de vermindering van palingsterfte wijst ICES nadrukkelijk naar alle menselijk factoren die sterfte veroorzaken. Zij doelt daarbij op (sport)visserij, waterkrachtcentrales, gemalen en verontreiniging.

In hetzelfde rapport schrijft ICES dat er voor het derde jaar op rij sprake is van een verhoogde intrek van glasaal aan de Europese kusten. Het seizoen 2013-2014 liet zelfs een niveau zien dat vergelijkbaar is met de intrekcijfers van 30 jaar geleden. Voorzichtigheid blijft echter geboden, zegt ICES, met een soort die al zo lang bestaat, maar waar slechts weinig van bekend is.

Andrew Kerr, voorzitter van de Sustainable Eel Group (SEG) is optimistisch over de uitkomsten van het ICES-rapport: "Het is een volstrekt juiste conclusie van de wetenschappers, dat vanaf nu de aandacht, investeringen en inspanningen gericht moeten zijn op het oplossen van andere factoren dan visserij. De focus moet nu komen te liggen op het oplossen van de knelpunten bij waterkrachtcentrales en gemalen."

Alex Koelewijn, voorzitter Stichting DUPAN zegt daarover: "in Engeland hebben waterschappen zo'n 100 miljoen euro vrijgemaakt voor migratieoplossingen, met name voor paling. SEG en DUPAN roepen daarom andere landen in Europa, ook Nederland, op om ook de nodige maatregelen te treffen en de migratieroutes voor paling te verbeteren."

De groep van wetenschappers binnen ICES kwam in de herfst in Rome bijeen om de laatste informatie over paling te bestuderen. Vanuit alle landen waar paling voorkomt werd deelgenomen aan de bijeenkomst om gezamenlijk tot oplossingen te komen. Er zou gesproken zijn over verbluffende aantallen glasalen dit najaar in Egypte en de gehele Noord-Afrikaanse kust.

Het ICES-rapport erkent dat het uitzetten van glas- en pootaal bijdraagt aan de productie van rode- en schieraal. Echter, de hoeveelheid schieraal die uiteindelijk ontsnapt naar zee én daadwerkelijk voortplant in de Sargassozee, kan nog steeds niet worden vastgesteld.

Start rietherstel Veluwemeerkust bij Nunspeet

Met de aanplant van riet hebben gedeputeerde Jan jacob van Dijk, wethouder Gert van den Berg van Nunspeet en voorzitter Gastvrije Randmeren, Gerben Dijksterhuis, op 4 december het startsein voor herstel en uitbreiding van de rietzone langs het Veluwemeer bij Nunspeet gegeven.

Door herstel en uitbreiding van de rietzone wordt het leefgebied van rietmoerasvogels zoals de Grote Karekiet, Roerdomp en Baardmannetje, maar ook van dieren als de otter en vissoorten zoals de snoek verbeterd. Verder draagt een gezonde rietzone bij aan de versterking van het Gelders Natuurnetwerk (voorheen de EHS). Vandaar dat ook de Provincie Gelderland bijdraagt aan de financiering van het project. Jan Jacob van Dijk: ‘Hier is een goed evenwicht gevonden tussen Natura 2000-maatregelen en economie. Om recreatie, verbreding van de vaargeul en zandwinning mogelijk te maken investeren we in natuur en landschap. Ook dragen we bij aan het herstel van een uniek cultuurhistorisch gebied door de strandwal uit de tijd van de Zuiderzee te herstellen en weer beleefbaar te maken.’

In Nunspeet wordt het herstel van de rietzone gecombineerd met het herstel van een oude strandwal en de aanleg van een paaigebied – een kraamkamer – voor vis. Gert van den Berg, wethouder van de gemeente Nunspeet: ‘De strandwallen langs de Zuiderzee zijn ontstaan vóór 1600 en vormden een  natuurlijke bescherming voor het achterland. Na de afsluiting van de Zuiderzee zijn veel strandwallen afgegraven. Met het materiaal dat vrijkomt bij aanleg van het paaigebied wordt de strandwal bij Nunspeet in ere hersteld’. 

De rietzone met het achterliggende paaigebied en de strandwallen vormt een groene zone tussen de campings ‘Droompark Bad Hoophuizen’ en ‘De Oude Pol’. Gerben Dijksterhuis, voorzitter van Gastvrije Randmeren: ‘Op dit oude landschap, met resten uit het Zuiderzeeverleden moeten we zuinig zijn. Het maakt het randmerengebied tot een uniek gebied waar natuur, recreatie, nieuw- en oud land elkaar afwisselen en versterken’.

dinsdag 16 december 2014

VU wint Lloyds prijs voor Deltaplan New York

De Vrije Universiteit Amsterdam heeft samen met de instituten MIT en de Universiteit van Princeton de prestigieuze ‘Lloyd's Science of Risk Prize’ gewonnen. De prijs wordt toegekend aan een artikel in het tijdschrift Science, waarin de wetenschappers onder leiding van hoogleraar Risk insurance and water Management, Jeroen Aerts, een nieuw Deltaplan voor New York beschrijven dat de stad moet beschermen tegen zware orkanen en stormen. Het plan voorziet ook in de bescherming tegen extreme toekomstscenario’s, zoals zeespiegelstijging van een meter, zwaardere stormen en een bevolkingsgroei van één miljoen meer mensen in kwetsbare gebieden.

Het artikel beschrijft een uitgebreide kostenbaten-analyse van verschillende beschermingsmaatregelen. De onderzoekers bekeken typisch Nederlandse oplossingen zoals dijken, stormvloedkeringen en het opspuiten van zandstranden. Aerts: “De vernieuwing zit echter in de aanvullende maatregelen, zoals het ophogen van individuele huizen, het afsluiten van metrotunnels en het aanscherpen van het verzekeringssysteem”. Een plan met deltawerken zoals in Zeeland zou tussen de 15 en 21 miljard dollar gaan kosten. In de meest kosteneffectieve oplossing van 12 miljard euro worden bouwvoorschriften aangescherpt door nieuwe huizen verder op te hogen. Kwetsbare infrastructuur zoals elektriciteitscentrales, tunnels en waterzuiveringsinstallaties worden beschermd met kleine dijken. Stranden en duinen worden opgespoten met zand van de oceaanbodem tot een veilige hoogte boven zeeniveau.

maandag 15 december 2014

Drukriool in buitengebieden passé?

De laatste decennia hebben in het teken gestaan van het steeds verder centraliseren, ofwel het centraal aanvoeren van afvalwater naar grote rioolwaterzuiveringsinstallaties. Hierbij zijn ook veel buitengebieden gekoppeld aan de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het afvalwater uit de buitengebieden moet vaak over enkele tientallen kilometers worden verpompt voordat het bij de zuivering is. Tauw onderzoekt voor verschillende buitengebieden de mogelijkheden van lokaal inzamelen en behandelen.

Veel drukriolen zijn inmiddels toe aan vervanging. Een goed moment om te overwegen of weer geïnvesteerd moet worden in een nieuw drukriool of op zoek te gaan naar alternatieven waardoor het afvalwater van buitengebieden lokaal kan worden ingezameld en behandeld. Deze optie lijkt aantrekkelijk, omdat een drukriool een relatief duur systeem is. Bovendien is in veel buitengebieden sprake van bevolkingskrimp waardoor een drukriool per persoon nog duurder wordt.

In sommige buitengebieden is sprake van veel recreatie waardoor juist in de zomer het drukriool overbelast is. Hiervoor geldt een vergelijkbare afweging: investeren in uitbreiding van het drukriool of zoeken naar alternatieven om het afvalwater van recreatieterreinen lokaal te behandelen.

Deze trend wordt mede gevoed door de bezuinigingsopgaaf. Bij het realiseren van een lokaal systeem is het dan ook niet vanzelfsprekend dat de gemeente of het waterschap bij voorbaat het systeem gaat onderhouden. Bij voldoende draagvlak zou ook de lokale bevolking of een lokale aannemer (een deel van) het beheer en onderhoud kunnen verzorgen.

Het is duidelijk een vraagstuk dat de hele waterketen aangaat. Daarom onderzoekt Tauw samen met o.a. waterschappen en gemeenten voor verschillende buitengebieden de mogelijkheden van lokaal inzamelen en behandelen.

Zo onderzoeken we samen met de gemeente Steenwijkerland, waterschap Reest en Wieden, Stowa, stichting Rioned, LTO-Noord en dorpsbelang of we afvalwater kunnen afkoppelen en lokaal behandelen in het buitengebied van Blankenham.

Samen met de gemeenten Ede en Barneveld en waterschap Vallei & Veluwe onderzoeken we of het mogelijk is om recreatieterreinen in de buitengebieden Ede-Barneveld van het drukriool te halen en lokaal afvalwater te behandelen.

En samen met de gemeente Lochem, waterschap Rijn en IJssel en Stowa doen we onderzoek of de kern Exel met circa 60 huishoudens zijn afvalwater zelf kan inzamelen en behandelen.

vrijdag 12 december 2014

Geen nieuwe vergunningen voor dumpen afvalwater

GroenLinks wil dat in nieuwe vergunningen voor energiewinning duidelijk wordt opgenomen dat het afvalwater moet worden gezuiverd en afgevoerd. Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren gaat daarover een motie indienen.

GroenLinks wil dat in nieuwe vergunningen voor energiewinning duidelijk wordt opgenomen dat het afvalwater moet worden gezuiverd en afgevoerd. Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren gaat daarover een motie indienen.

“Onder de bestaande vergunningen voor gas- en oliewinning mag je kennelijk het giftige afvalwater zomaar onder de grond dumpen. Nuduidelijk wordt dat dat op grote schaal gebeurt reageren bewoners terecht onaangenaam verrast,” zegt Van Tongeren.

In antwoord op vragen over de notitie ‘Structuurvisie schaliegas’ die minister Kamp heeft naar de Kamer heeft gestuurd staat dat het gebruikte afvalwater voor schaliegas zal worden afgevoerd en gezuiverd. Van Tongeren: “In alle nieuwe vergunningen voor olie- en gaswinning moet dat dus worden vastgelegd.” De beste oplossing is om deze moeilijk winbare olie en gas in de grond te laten zitten en zo snel mogelijk over te stappen op schone energie.

donderdag 11 december 2014

Groen licht voor nieuwe grote zeesluis IJmuiden

Vandaag is het bestuursakkoord getekend voor de nieuwe grote zeesluis in IJmuiden. Door het plaatsen van een handtekening is de komst van de zeesluis definitief. De nieuwe grote zeesluis zorgt ervoor dat de bereikbaarheid van de havens en bedrijven aan het Noordzeekanaal voor bredere  schepen ook in de toekomst wordt geborgd. Dit betekent een impuls voor de Nederlandse economie. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam hebben een bestuursovereenkomst getekend. Ook Havenbedrijf Amsterdam NV is hierover verheugd omdat met deze overeenkomst de komst van de nieuwe sluis zeker is gesteld.

Met het ondertekenen van de bestuursovereenkomst komt een periode van onderhandelingen tot een eind.  Gedeputeerde Elisabeth Post van Noord Holland: “Door de nieuwe sluis verbetert de bereikbaarheid van de havens in het Noordzeekanaalgebied voor grotere zeeschepen waardoor de regio economisch kan groeien. Ik ben er trots op dat de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam en het Rijk dit hebben bereikt. Het is één van de allergrootste gezamenlijke projecten. Naast een bijdrage van 56,76 miljoen voor de bouw van de nieuwe grotere zeesluis, heeft de Provincie een Inpassingsplan gemaakt om de sluis ruimtelijk mogelijk te maken.”

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam hebben in deze overeenkomst afspraken gemaakt over de maximale financiële bijdragen die zij leveren.

Na bijna 100 jaar is de Noordersluis in IJmuiden (1929) aan vervanging toe. Een nieuwe grotere zeesluis moet ruimte bieden aan steeds groter wordende zeeschepen en hiermee de bereikbaarheid van de haven van Amsterdam verbeteren en de economie in de regio stimuleren. De nieuwe sluis is een groot project. Hij wordt minimaal 500 meter lang, minimaal 65 meter breed en 18 meter diep.

Niet alleen vanwege de omvang is het een uitdagend werk. Tijdens de bouw moeten namelijk zowel de wegverbinding over het sluizencomplex als het sluizencomplex zelf beschikbaar blijven.. De aanleg start begin 2016. De nieuwe grote zeesluis is naar verwachting in 2019 beschikbaar voor de scheepvaart.

Bezuinigingen in de waterketen worden gehaald

De VNG, Vewin en de Unie van Waterschappen zijn het eens met de conclusie van de visitatiecommissie onder leiding van Karla Peijs dat de doelstellingen van het Bestuursakkoord Water in 2020 haalbaar zijn. Gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven werken intensief samen om de samenwerking in de waterketen op een slimme, betaalbare en robuuste wijze te optimaliseren.

Goede afstemming tussen ruimtelijke inrichting, waterketen en watersysteem is de sleutel voor een doelmatige aanpak en de basis voor het succes tot nu toe. Gemeenten en waterschappen maken slimme keuzes over de verwerking van regenwater en de wisselwerking tussen riolering en zuivering en drinkwaterbedrijven bedden hun werkzaamheden nadrukkelijker in de omgeving in. Dat leidt tot flinke kostenbesparingen.

VNG, Vewin en de Unie van Waterschappen onderschrijven de aanbeveling om in de komende jaren de voortgang regelmatig te meten. In 2017 vindt nog een onafhankelijk toetsing plaats. Voor het voortzetten van de goede samenwerking hebben de koepels een aantal afspraken gemaakt. Zo zullen in 2015 de drinkwaterbedrijven steeds meer participeren in de ingezette samenwerking binnen de waterketen.

Voor een nog efficiënter waterketen zijn echter ook maatregelen van het Rijk nodig, zoals het aanpakken van de btw-plicht die samenwerking op dit moment in de weg staat.

"De samenwerking in het Bestuursakkoord Water zien wij niet als een verplichting. Er is een intrinsieke wil binnen de sector om innovatief bezig te zijn en van elkaar te kunnen leren," zegt Renée Bergkamp, directeur van Vewin. "Uiteindelijk moet het er voor de consument beter op worden: drinkwater altijd onberispelijk en betaalbaar."

Hennie Roorda voegt daar namens de Unie van Waterschappen aan toe: "Waterschappen hebben met de gemeenten laten zien dat samenwerking van onderop in regionale verbanden tot successen kan leiden als het gaat om de kosten, de kwaliteit en de kwetsbaarheid. En dat alles komt ten goede aan de burgers en de bedrijven."

woensdag 10 december 2014

Gemeente en waterschap werken samen aan waterkwaliteit

De gemeente Utrecht en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden werken nauw samen als het gaat om water. Op 10 december tekenden wethouder Kees Geldof van de gemeente Utrecht en hoogheemraad Els van der Vorm van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden twee samenwerkingsakkoorden. Daarmee wordt direct bespaard op zuiveringskosten van afvalwater en wordt samen zorg gedragen voor mooi schoon water in Utrecht.

De gemeente zorgt voor de inzameling en transport van afvalwater via de riolering, het waterschap zorgt voor het zuiveren van het afvalwater. Twee taken die letterlijk met elkaar verbonden zijn. Wethouder Kees Geldof: “In het vandaag gesloten afvalwaterakkoord hebben we samen afspraken gemaakt over het functioneren en het beheer van riolering en zuivering, de afvalwaterketen. Dit beheer willen we zo optimaal mogelijk doen om te zorgen voor schoon water in sloot en gracht, ter bescherming van de volksgezondheid en onze leefomgeving.”

In het akkoord staan onder andere afspraken over de hoeveelheid in te zamelen en te zuiveren afvalwater en het functioneren van het systeem van riolering en zuiveringen. “Een afvalwaterakkoord met mooi resultaat, nog voordat het gesloten is”, aldus hoogheemraad Van der Vorm: “water uit de grachten en de Vecht bleek het riool in te lopen, de gemeente heeft dit opgelost. De winst: schoner water in de stad én de exploitatie van onze nieuwe zuiveringsinstallatie kan twee ton goedkoper.”

Utrecht en De Stichtse Rijnlanden nemen allebei deel aan Winnet, het Water Innovatie Netwerk binnen de provincie Utrecht. In dit netwerk werken 14 gemeenten en het waterschap o.a. aan doelmatiger, duurzamer en efficiënter beheer van de afvalwaterketen. Wethouder Geldof en hoogheemraad Van der Vorm onderschrijven de waarde van de samenwerking en zien het afvalwaterakkoord als een belangrijke stap naar de beheersing van de totale waterketen in de toekomst.

Schoon water in sloot en gracht wordt niet alleen via het afvalwaterakkoord verbeterd, het krijgt een extra impuls. “Gemeente en waterschap gaan samen zorgen voor mooi schoon water in de stad”, zo benadrukt wethouder Geldof. De gemeente Utrecht investeert jaarlijks 0,5 miljoen euro in het oplossen van knelpunten om de waterkwaliteit in de stad te verbeteren. De Stichtse Rijnlanden betaalt in 2015 met een bijdrage van € 100.000 aan vier projecten mee. In het Kloosterpark in De Meern wordt vissterfte en kroosvorming aangepakt door duikers te vervangen door bruggetjes. De uitstraling van het water aan de Melissekade in Leidsche Rijn en de Stadsbuitengracht wordt, mede op initiatief van bewoners, aanzienlijk verbeterd door de aanplant van waterplanten. Ook betaalt het waterschap mee aan de aanleg van een doorspoelvoorziening in Park Vechtzoom in Overvecht. Het project maakt het te renoveren gemaal Vechtdijk van het waterschap overbodig. “Dit is echt een mooi voorbeeld hoe samenwerking leidt tot kostenbesparing”, aldus hoogheemraad Van der Vorm.

De bijdrage van De Stichtse Rijnlanden is onderdeel van de “Impuls kwaliteitswater in de stad”, waarmee het waterschap tot 2020 € 300.000 per jaar beschikbaar stelt aan gemeentelijke projecten ter verbetering van de waterkwaliteit. In 2015 krijgen ook de gemeenten De Bilt, Houten, Nieuwegein, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist een bijdrage.

Tauw-project wint Peilstok 2014 met ‘Klimaatbestendig Betondorp Rainproof’

Tauw heeft samen met Rainproof Amsterdam de Peilstok 2014 in ontvangst genomen, een prijs van het ministerie van Infrastructuur en Milieu voor inspirerende oplossingen om het bebouwd gebied waterrobuust en klimaatbestendig te maken.

De prijs werd tijdens de nationale manifestatie Hitte in de Delta op 28 november in ontvangst genomen namens opdrachtgevers Marcel van Houten (stadsdeel Oost, gemeente Amsterdam) en Louis van Parera (Waternet).

Juryvoorzitter Pier Vellinga: ‘De riolering en bestrating van Betondorp waren aan vernieuwing toe. In dit project heeft het stadsdeel Amsterdam Oost samen met Waternet, Tauw, woningbouwvereniging Ymere en kennisinstellingen en bewoners een vernieuwingsplan gemaakt dat nu in uitvoering is. Door creatieve samenwerking en door inbreng van de bewoners wordt het werk en daarmee Betondorp meteen klimaatbestendig gemaakt. Het project laat zien dat wanneer je het doel van klimaatbestendige inrichting koppelt aan reeds voorziene investeringen, en je kennisinstellingen en burgers betrekt, je dan meer kwaliteit en klimaatbestendigheid kan krijgen voor een lagere prijs dan bij een traditionele aanpak.’

De 16 projecten die voor de Peilstok zijn ingediend, zijn voorbeelden van klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van de bebouwde omgeving. Voor de prijs komen opdrachtgevers van in Nederland gerealiseerde of bijna gerealiseerde projecten in aanmerking: particulieren, stichtingen, bedrijven, scholen, zorginstellingen, gemeenten, provincies enzovoort. De zes genomineerden werden tijdens het Deltacongres op 6 november bekend gemaakt.

De Peilstok bestaat uit een bokaal in de vorm van een glazen peilstok en een boek over alle inzendingen. In het boek dat begin 2015 uitkomt is extra veel aandacht voor het winnende project.

dinsdag 9 december 2014

Bouw Weversdijkbrug gestart

Met het heien van de eerste funderingspalen is de bouw van de brug Werverdijk nu daadwerkelijk van start gegaan. Een grote heistelling heit de heipalen één voor één op de juiste positie de grond in. In totaal gaat het voor de Werverdijk om 240 heipalen met een gemiddelde lengte van 10 meter.

De heiwerkzaamheden zijn in het westen, ter hoogte van de Schaatgravenweg, gestart en er wordt in oostelijke richting gewerkt. De totale duur van de heiwerkzaamheden bedraagt ongeveer vier weken.

maandag 8 december 2014

Eerste paal uitbreiding rioolwaterzuivering Numansdorp

De uitbreiding van de rioolwaterzuivering Numansdorp krijgt een stevige fundatie. Op 1 december hebben heemraad Van Hulst en wethouder Boelhouwers van de gemeente Cromstrijen de eerste van in totaal 111 heipalen geslagen.

De rioolwaterzuivering aan de Molendijk zuivert het riool- en afvalwater uit Numansdorp, Nieuwendijk, Klaaswaal en Zuid-Beijerland. De maximale capaciteit is op dit moment 810.000 liter per uur. “Dat is te weinig om in de toekomst ook bij hevige regenval het rioolwater goed te kunnen verwerken,” zegt heemraad Maarten van Hulst. “Daarom breiden we de capaciteit met zo’n 35 procent uit tot 1.100.000 liter per uur.”

Het rioolwater komt onder andere via het rioolgemaal in Numansdorp aan de Beneden Molendijk binnen. “De capaciteit van dit gemaal moet worden aangepast,” constateert wethouder Bas Boelhouwers. “Om zowel het één als het ander goed te laten functioneren, wordt dus niet alleen de zuivering vergroot maar ook de rioolgemalen aan de Rijksstraatweg in Klaaswaal en aan de Beneden Molendijk in Numansdorp. Op die manier kunnen we ook de capaciteitstoename in de toekomst aan.

De werkzaamheden aan de rioolwaterzuivering zijn eind 2015 klaar.

vrijdag 5 december 2014

Monitoring rioolstelsels moet kosten besparen

Tauw is in 2012 gestart met het project 'monitoren gemengde rioolstelsels' in de gemeente Weststellingwerf, waarbij op zo'n 60 locaties de waterstanden in rioolstelsels zijn gemeten. Doel van de monitoring is het kalibreren van het rioleringsmodel en uiteindelijk besparingen realiseren.

Het project betreft een pilot van het Wetterskip Fryslân in samenwerking met de gemeente Weststellingwerf. Doel van de pilot is om het rioleringsmodel te kalibreren aan de hand van de geregistreerde waterstanden in gemengde rioolstelsels en de neerslaggegevens.
In het kader van de doelmatigheidsopgaven in de waterketen wordt met deze pilot ondermeer bekeken of er met de resultaten van de monitoring besparingen in de waterketen kunnen worden gerealiseerd.

De werkzaamheden van Tauw bestaan uit het opstellen van een monitoringsbestek, het verzorgen van de aanbesteding, toezicht houden op het installeren van de meetapparatuur, het valideren van de monitoringsdata en het kalibreren van het rioleringsmodel. De meetapparatuur wordt beheerd en uitgelezen door Datawatt uit Steenwijk.

Ook heeft Tauw het gemengde rioolstelsel van Wolvega gedurende 6 maanden op 24 locaties gemonitord. Momenteel zijn we bezig met de afronding van de monitoring van 33 locaties in de overige 10 kernen in de gemeente. De neerslag wordt op 4 locaties in de gemeente met een grondmeter geregistreerd. De verwachting is dat we begin 2015 starten met het kalibreren van het rioleringsmodel.

donderdag 4 december 2014

Nieuwe waterbodemimmissietoets (WIT) verplicht vanaf november 2014

In november rolt Rijkswaterstaat de nieuwe tool voor de waterbodemimmissietoets (WIT) uit. Hierna is het verplicht om de WIT toe te passen bij projecten in oppervlaktewater waarbij de bodem wordt vergraven.

Waterbodems vormen een integraal onderdeel van het watersysteem. Vanuit de Waterwet zijn er geen aparte doelstellingen voor waterbodemkwaliteit, terwijl de waterbodem wel invloed heeft op de waterkwaliteit en de ecologie van het watersysteem.

Projectplanplichtige of vergunningplichtige ingrepen in oppervlaktewater, waarbij een nieuw contact ontstaat tussen een waterbodem en het oppervlaktewater moeten getoetst te worden op het effect van deze ‘nieuwe’ waterbodem op de waterkwaliteit. De principes en basisuitgangspunten voor deze toetsing zijn opgenomen in het Handboek Immissietoets, onderdeel waterbodemimmissietoets.

Rijkswaterstaat heeft bij de waterbodemimmissietoets een tool ontwikkeld om uniform de consequenties van ingrepen in de waterbodem door te vertalen naar mogelijke effecten op oppervlaktewaterkwaliteit. In de WIT worden de mogelijke effecten van emissies van stoffen uit de waterbodem op de waterkwaliteit getoetst aan het principe van ‘geen achteruitgang’ van de KRW.

woensdag 3 december 2014

Waterinnovatieprijs 2014 uitgereikt

Kunststof sluisdeuren, een nieuwe techniek om water te zuiveren, waterbergende kasdaken en educatieprogramma De Poepfabriek. De winnaars van de Waterinnovatieprijs 2014 zijn op 2 december bekend gemaakt.

Uit de 135 inzendingen zijn door een deskundige jury onder leiding van Annemieke Nijhof van Tauw Group B.V. vier winnaars uitgeroepen in de categorieën: Droge voeten, Schoon water, Voldoende water en Ruimte voor innovatie.

Juryvoorzitter Annemieke Nijhof: "Alle projecten dragen op hun eigen manier bij aan het watermanagement in Nederland en spelen in op relevante thema's in de watersector. Sommige projecten zijn interessant vanwege hun praktische eenvoud en andere projecten springen er juist uit vanwege hun brede toepasbaarheid."

In de categorie 'Droge voeten' sleepte FiberCore Europe de Waterinnovatieprijs in de wacht met vezelversterkte kunststof sluisdeuren. De techniek Cellulose Assisted Dewatering of Sludge (CADoS) won de prijs in de categorie 'Schoon water'. Het samenwerkingsverband tussen onder meer Brightwork, waterschap Noorderzijlvest, Wetterskip Fryslân en Attero heeft met deze techniek een nieuwe, duurzame methode tot waterzuivering in handen. In de categorie 'Voldoende water' trok Royal HaskoningDHV met de waterbergende kasdaken aan het langste eind. Het bedrijf vermindert met deze toepassing het risico op wateroverlast in glastuinbouwgebieden en draagt bij aan de effectievere inzet van regenwater in tijden van droogte.

De Unie van Waterschappen organiseert de prijs en riep dit jaar de categorie 'Ruimte voor innovatie' in het leven om initiatieven waarbij "anders denken, anders doen" centraal staat te belonen. De Poepfabriek, een innovatie van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, ging er met de prijs vandoor. Via dit project maken basisschoolleerlingen kennis met waterzuivering door waterschappen. De Poepfabriek viel dubbel in de prijzen: ook de Publieksprijs sleepten ze binnen.

De winnaars van de Waterinnovatieprijs ontvangen een glazen kunstwerk van meester-glasblazer Gert Bullée en worden de komende maanden begeleid door een innovatiemakelaar. Samen met de innovatiemakelaar wordt een traject uitgestippeld om de innovatie verder te helpen.

Het gaat om een begeleidingstraject ter waarde van 15.000 euro dat wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, de Topsector Water, STOWA en het Valorisatieprogramma Deltatechnologie en Water.

'Verdieping vaargeul Eenshaven niet nodig'

Natuur & Milieu tekent beroep aan bij de Raad van State tegen het tracébesluit verruiming vaarweg Eemshaven. Verbreden en uitdiepen van de vaargeul is onnodig en schadelijk voor dieren en planten in het waardevolle en kwetsbare Waddengebied.

Op dit moment is RWE het enige bedrijf dat profiteert van de verdieping van de vaarweg, namelijk voor haar toekomstige grote schepen met kolenladingen. RWE heeft aangegeven dat het de kolen ook met kleinere boten door de huidige vaargeul kan aanvoeren. En belangrijk: RWE beschikt nog niet over de benodigde natuurbeschermingswetvergunning. Toekomstplannen van andere bedrijven zijn niet bekend.

De schadelijke effecten van een verdieping zijn groot. Ze kunnen mogelijk nog veel groter zijn dan nu verwacht, omdat eventuele toekomstige bedrijven ook gebruik van de verdiepte vaargeul zullen maken; misschien ook met gevaarlijke ladingen.

Verdieping van de vaarweg heeft grote gevolgen voor het leven in de Waddenzee.  Baggeren leidt tot aantasting van de zand- en slikplaten, de voedingskamers voor vissen en vogels. Daarnaast wordt het water nog meer vertroebeld dan nu al het geval is. Dit heeft negatieve gevolgen voor de groei van zeegras, algen, wieren en watervlooien waardoor er minder voedsel is voor vissen, vogels en zeehonden.

Baggeren leidt ook tot luchtvervuiling. Stikstofdioxide (NOx) en roet slaan neer in de duinen op de Waddeneilanden in de buurt, zoals Schiermonnikoog en Borkum. Hun grijze duinen, gekenmerkt door ijle vegetatie zoals het beschermde rozenkransje, dreigen door de stikstof te vergrassen en verstruiken. Dat leidt tot verdwijning van planten die houden van arme grond en tot voedselproblemen voor dieren die een zandige bodem of open vegetatie nodig hebben, zoals de zandhagedis en zichtjagers als de blauwe kiekendief en de velduil.

dinsdag 2 december 2014

Nieuwe sensor verbetert controle kwaliteit drinkwater

UT-promovendus Natalia Hoog heeft een online sensor ontwikkeld waarmee je de kwaliteit van het water in een waterzuiveringsinstallatie beter en goedkoper kunt contoleren. De sensor kan onder meer meten hoeveel roest, zouten, bacteriën of alcohol een vloeistof bevat. Met de sensor kunnen waterzuiveringsbedrijven en andere bedrijven veel geld besparen, doordat ze beter kunnen inschatten wanneer ze installaties en leidingen moeten vervangen of reinigen. Hoog voerde het onderzoek uit bij Wetsus in Leeuwarden. Het bedrijf Easymeasure brengt de online sensor binnenkort op de markt.

Huidige meettechnieken om de kwaliteit van (drink)water te beoordelen zijn vaak indirect, waardoor de inzet ervan vaak arbeidsintensief en dus kostbaar is. Hoog ontwikkelde daarom een prototype van een online meetsensor voor verschillende toepassingen. Hoog: “Het prototype is al aangekondigd op de website van Easymeasure, de verwachting is dat het definitieve product voor eind 2014 al op de markt is. Ik ben erg blij dat het prototype niet alleen in het lab goed functioneert maar ook in ‘real life’. Mijn studie resulteerde in zes octrooien, zes geaccepteerde publicaties en twee ingediende manuscripten.”

De sensor van Hoog bestaat uit een antenne met een zender en een ontvanger. Bijzonder aan de antenne is dat de vloeistof waar je aan wilt meten er dwars doorheen stroomt. De antenne ontvangt informatie over de eigenschappen van die vloeistof. Het uitgangssignaal wordt beïnvloed door wat er in de antenne gebeurt. Aan de hand van dat signaal kun je conclusies trekken over de eigenschappen van de vloeistof. Assistent promotor Wouter Olthuis: “We hebben het prototype getest bij een waterzuiveringsinstallatie van Vitens en het werkt; de mensen daar waren erg enthousiast over de eerste resultaten.”

Met de sensor kunnen bedrijven veel geld besparen vertelt Olthuis: “Als je kan meten wanneer een onderdeel vervangen moet worden is dat veel economischer.” Waterzuiveringsinstallaties of bedrijven in de procesindustrie met waterleidingen kunnen met de sensor bijvoorbeeld zien hoeveel roest het water in de leidingen bevat of wanneer een ionenwisselaar (die in een waterzuiveringsinstallatie zouten uit het water verwijdert) verzadigd is. Zo zien ze wanneer je een installatie of leiding moet vervangen of schoonmaken of wanneer ze een ionenwisselaar moeten vervangen. Olthuis: “Stel dat je normaal iedere week de ionenwisselaar vervangt, maar uit metingen met de sensor blijkt dat het pas twee dagen later nodig is, dan kan je op termijn veel geld besparen.”

Ook bacteriegroei in vloeistoffen kun je meten met de sensor. Dit is bijvoorbeeld prettig voor beheerders van waterzuiveringsinstallaties. Zij kunnen zo vaststellen of het water al schoon genoeg is, of nog behandeling nodig heeft. Ten slotte kan de sensor als ludieke bijkomstige toepassing  ook vaststellen hoeveel alcohol er in een vloeistof zit. Hoog demonstreerde dit op Russische wodka. Olthuis: ”De hoeveelheid die Hoog heeft gemeten kwam vrij goed overeen met de hoeveelheid zoals die op de fles werd aangegeven.”

Promotie
 Natalia Hoog voerde het onderzoek uit bij Wetsus in Leeuwarden. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het bedrijf EasyMeasure. Het proefschrift van Natalia Hoog is getiteld “Stub resonators transmission – line – based water sensors”. Hoog promoveerde onlangs bij de vakgroep BIOS Lab-on-a-Chip  van onderzoeksinstituut MESA+ aan de Universiteit Twente. Zij voerde haar onderzoek uit onder leiding van promotor dr. Albert van der Berg. Haar assistent promotoren zijn  Henk Miedema van Wetsus en Wouter Olthuis van de Universiteit Twente.


maandag 1 december 2014

Sloten Rijnland grotendeels schoon

De sloten in het werkgebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zijn grotendeels schoon. Ongeveer 94,9 % van de bijna 4.700 onderhoudsplichtigen heeft zijn werk goed gedaan. Dat blijkt uit de jaarlijkse controle (schouw) die in de eerste week van november 2014 plaatsvond. 240 van hen moeten alsnog aan de slag. Deze perceeleigenaren ontvangen een aanschrijving.

Ingelanden hebben nu nog tot 1 januari 2015 de tijd om hun sloot te schonen. Daarna worden de sloten opnieuw gecontroleerd in de eerste week van januari. Bij onderhoudsplichtigen die hun sloot dan niet goed hebben onderhouden wordt eerst bestuursdwang toegepast. Vervolgens wordt een last onder dwangsom opgelegd.

Met ingang van de najaarsschouw 2015 vindt de hercontrole een maand eerder plaats. In december dus. Dat is efficiënter, omdat er minder brieven verstuurd hoeven worden. Nu krijgen onderhoudsplichtigen, naast de aanschrijving, vaak nog een herinnering. Door de procedure te verkorten, wordt die overbodig.

In en langs bijna alle sloten groeien waterplanten, riet en gras. Planten en takken kunnen de aan- en afvoer van water belemmeren. Een sloot die te ondiep is, kan zijn functie niet goed vervullen. Voor goed waterbeheer is het daarom van groot belang dat alle watergangen – hoe klein ook – goed onderhouden zijn. Het waterschap is verantwoordelijk voor het onderhoud van hoofdwatergangen. Eigenaren van percelen langs sloten zijn vaak zelf onderhoudsplichtig, waarbij het waterschap een controlerende taak heeft.

vrijdag 28 november 2014

Oesters en mangroves beschermen Bangladesh tegen overstromingen

“Kunstmatige oesterriffen en mangrovebossen dragen bij aan een duurzame kustverdediging en vormen tegelijkertijd een voedselbron”, zegt Arie van Duijn van het LEI. In Bangladesh, dat geteisterd wordt door vloedgolven en cyclonen, kan dit helpen om kustafslag tegen te gaan en om mensen te beschermen tegen overstromingen. Dat bleek uit een internationaal project rondom eco-engineering in Bangladesh.

Schelpdieren als oesters kunnen riffen voor de kust vormen, die de stroming en de golven beïnvloeden. Wanneer je zorgt dat er oesterriffen ontstaan voor de kust van een overstromingsgevoelig land als Bangladesh, heeft dat veel voordelen. Er ontstaat een zandophoping tussen het rif en het strand waar mangrovebomen geplant kunnen worden. Op het rif en het mangrovebos komen vissen en krabben af, die als voedselbron kunnen dienen.

Onderzoekers van het LEI en IMARES, onderdelen van Wageningen UR, bestudeerden de ecologische en sociaaleconomische mogelijkheden van dit idee, terwijl ingenieurs van Royal Haskoning de technische kant in ogenschouw namen.

Allereerst bekeken de onderzoekers wat het beste materiaal zou zijn om een rif van te maken. Oesters hechten zich alleen aan een harde ondergrond. “Uiteindelijk blijkt een ondergrond van beton financieel en technisch het best toepasbaar”, vertelt Arie van Duijn van het LEI. Maar met alleen een rif ben je er nog niet. “De golven slaan bij hoog water gewoon over het rif. De sedimentatie, de ophoping van zand achter het rif, kan de kracht van de golven wel enigszins breken. Maar bij een echte storm baat dat niet.”  Ieder jaar overstroomt zo’n 30 tot 70 procent van het dichtbevolkte Bangladesh. De klimaatverandering brengt in de toekomst naast een versnelde zeespiegelstijging nog meer stormen en cyclonen mee.

Vroeger lagen er langs de kusten van Bangladesh veel meer mangrovebossen, die grotendeels zijn gekapt. Als het aan de onderzoekers ligt, worden de mangroven in ere hersteld vanwege hun kustverdedigende functie. Op de sedimentatie tussen het oesterrif en het strand, is het makkelijker om mangrove aan te planten. “We verwachten dat het mangrovebos sneller groeit door de aanwezigheid van het oesterrif. Uiteindelijk heb je een brede strook van minstens 30 of 40 meter volwassen mangrovebomen nodig om de kust te beschermen. Op de langere termijn heb je dan een zelfherstellend kustweringssysteem van oesteriffen en mangrovebossen”, vertelt Van Duijn enthousiast. Daardoor worden de aarden dijken erachter minder beschadigd bij stormen en vloedgolven, zagen de onderzoekers.

Het is wel belangrijk dat de oesterriffen en mangrovebossen goed beheerd worden. Zodat mensen bijvoorbeeld niet al het hout of alle oesters weghalen. “Dat kan alleen in afstemming met de kustgemeenschappen, als mensen inzien dat ze er op lange termijn profijt van hebben wanneer het rif beschermd en gerepareerd wordt”, benadrukt Arie van Duijn. Verder bestudeerde het LEI de mogelijke extra voedselbronnen. “De kustbewoners eten wel oesters, maar het is nog geen topproduct in Bangladesh. Krab bleek echter ook exportwaarde te hebben en was er al veel sneller te vinden.” Niet overal langs de kust is de bodem geschikt voor mangroves en oesterriffen. Van Duijn: “Deze methode biedt extra mogelijkheden. Overal betonnen dijken neerleggen is onbetaalbaar. En de aarden dijken zijn vaak te kwetsbaar. Deze vorm van eco-engineering is een relatief goedkope en duurzame methode voor op de lange termijn.”

Het journaal in Bangladesh zond eind november 2014 een item uit over het ECOBAS-project. De overheid van Bangladesh is geïnteresseerd in grotere pilotprojecten en er loopt nog vervolgonderzoek.

Rekenmethode zoetwater beschikbaarheid in het hoofdwatersysteem

Witteveen+Bos levert op verzoek van Rijkswaterstaat belangrijke ondersteuning aan HKV lijn in water B.V. bij de ontwikkeling van een nieuwe rekenmethode voor zoetwaterbeschikbaarheid in het hoofdwatersysteem.

Het doel van de studie is een methode te ontwikkelen om de waterbeschikbaarheid in het hoofdwatersysteem onder verschillende omstandigheden te bepalen. Deze methode vormt de basis voor de uitwerking van voorzieningenniveaus zoals benoemd in de Deltabeslissing.

Nederland krijgt naar verwachting in de toekomst steeds vaker te maken met droogte, waardoor de zoetwatervoorziening regelmatig onder druk komt te staan. Rijkswaterstaat wil de regio's meer duidelijkheid geven over de beschikbaarheid van zoetwater in het hoofdwatersysteem in verschillende toekomstscenario's.

Door inzicht te geven in de waterbeschikbaarheid, in ruimte en tijd, en de kwaliteit ervan, nu en in de toekomst, kunnen de regionale waterbeheerders en gebruikers beter afwegingen maken en beslissingen nemen ten aanzien van investeringen, maatregelen, optimalisatie en inrichting van het regionale watersysteem en de Ruimtelijke Ordening.

donderdag 27 november 2014

Waterschappen stellen data open voor publiek

Elke twee jaar doen de Waterschappen gezamenlijk verslag van hun resultaten. als transparante overheid stellen zij vanaf dit jaar de onderliggende cijfers volledig open voor het publiek.

Hoe zit het met de zorg voor veilig, schoon en voldoende water? En tegen welke kosten? Huub Hieltjes, bestuurslid van de Unie van Waterschappen presenteerde vandaag de resultaten van de tweejaarlijkse vergelijking Waterschapsspiegel: "We gebruiken de vergelijking om onszelf als waterschappen continu te verbeteren. Daarnaast willen we ons met deze resultaten verantwoorden aan de belastingbetalers en kiezers. Daarbij willen we meer laten zien dan alleen de getallen. We willen de lezer meenemen in de wereld achter de cijfers. Onze taken zijn vastgelegd in de wet, maar de invulling en uitvoering ervan hangen sterk af van keuzes. Bijvoorbeeld over veiligheid en welvaart of over duurzaamheid en natuur. Voor het bestuur van de waterschappen zijn er op 18 maart 2015 weer verkiezingen. Het motto bij deze verkiezingen is dan ook 'er valt wat te kiezen'."

Waterschappen houden elkaar scherp door interne benchmarks. Huub Hieltjes: "Als transparante overheid willen we de resultaten van de benchmarks delen met het publiek. Op de website waterschapsspiegel.nl zijn vanaf vandaag alle open data te vinden. We vertrouwen er op dat partijen met onze gegevens aan de slag gaan. Bijvoorbeeld om apps te ontwikkelen, of om oplossingen te bedenken voor de uitdagingen waar we in onze drukke en natte delta voor staan. Vanaf februari 2015 worden ook de actuele belastinggegevens via deze site opengesteld."

woensdag 26 november 2014

Europese beurs van 1,66 miljoen voor doorgronden vorstbestendigheid poolvissen

Ilja Voets krijgt een ERC Starting Grant voor haar onderzoek naar het antivriesmechanisme waarmee poolvissen onder extreme omstandigheden overleven. Ze wil met die kennis nieuwe, macromoleculaire antivriesstoffen ontwerpen en maken, die toegepast kunnen worden in onder meer medicijnen, gewassen en coatings. De beurs bedraagt 1,66 miljoen euro.

De meeste dieren overleven bevriezing niet. Maar bepaalde ‘vorstbestendige’ vissen ontsnappen aan bevriezing door eiwitten aan te maken die voorkomen dat het water in hun lichaam kristalliseert tot ijs. Ze maken als het ware hun eigen antivries aan. Ilja Voets (1980) wil doorgronden hoe dit werkt, op moleculair niveau. Zo hoopt ze nieuwe, synthetische polymeren te kunnen ontwikkelen die dit ook kunnen, of zelfs beter. De naam van haar project is ‘Ice-binding proteins: from antifreeze mechanism to resistant soft materials’.

De Starting Grants van de ERC (European Research Council) zijn bedoeld voor jonge uitmuntende wetenschappers, die met het geld een eigen onderzoeksprogramma en –team kunnen beginnen.

Voets, die werkt bij het Institute for Complex Molecular Systems (ICMS) van de TU/e, kreeg eerder al beurzen van onder meer NWO (Rubicon- en Veni-beurs) en van de Swiss National Science Foundation.

dinsdag 25 november 2014

Nieuwe brug Stroomkanaal Lemmer ingepast in monumentaal landschap

De ophaalbrug over het Stroomkanaal in Lemmer maakt plaats voor een nieuwe vaste brug. De combinatie Tauw, wUrck en Reimert heeft het UAV-GC contract voor het ontwerp van deze nieuwe brug binnengehaald. 

De provincie Fryslân wil de handbediende ophaalbrug over het Stroomkanaal bij Lemmer (N359) vervangen door een vaste brug. De ophaalbrug verkeert in een slechte staat en is te smal voor het huidige verkeer. De brug wordt breder zodat met name het vrachtverkeer (elkaar) veiliger kan passeren. De huidige ophaalbrug wordt alleen bediend voor onderhoud aan het Woudagemaal. Door de vaste brug hoger te maken, kunnen onderhoudsschepen er voortaan gewoon onderdoor.

Omdat de brug vlakbij het Ir. D.F. Woudagemaal ligt, dat op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, is bij de nieuwe brug extra kritisch gekeken naar het ontwerp en hebben de provincie, gemeente De Friese Meren en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, voorwaarden gesteld aan de inpassing van de nieuwe brug in de omgeving.

De provincie heeft uit vijf inzendingen de combinatie Tauw, wUrck en Reimert gekozen voor de uitvoering. Het minimalistische ontwerp van de combinatie bleek het juiste antwoord in dit monumentale landschap. Dat was ook de mening van de jury: ‘De brug oogt zeer strak wat de gewenste vlakke uitstraling ten goede komt. Dit ontwerp heeft veel meerwaarde als het gaat om de doelstelling om de rechtlijnigheid, openheid en de middenas van het Stroomkanaal zoveel mogelijk te benadrukken.’

Tauw en wUrck zijn als onderaannemer ingehuurd voor alle advies- en ontwerpwerkzaamheden voor de vervanging van de brug. Tauw voert een deel van de voorbereidings- en engineeringswerkzaamheden uit in combinatie met wUrck; de architect van wUrck maakt deel uit van het ontwerpteam dat de vormgevingsaspecten van het aanbiedingsontwerp waarborgt.

maandag 24 november 2014

Het WaterLab: klimaatonderzoek door scholieren

Op 29 oktober 2014 startte Het WaterLab, waarbij leerlingen van vier Delftse basisscholen samen met de TU Delft, het Science Centre Delft en advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos hun eigen klimaatonderzoek gaan uitvoeren. De scholen krijgen weerstations en lesmateriaal en worden ondersteund bij het opzetten van lesprogramma’s en eigen onderzoek.

Het project start met het verzamelen van algemene weergegevens, met specifieke aandacht voor neerslag en de gevolgen daarvan in de stad, zoals plassen op het schoolplein of straat, en afwatering in het algemeen. De leerlingen van groep 7 en 8 doen daarna met hun klas diverse andere metingen en onderzoek naar neerslag, en leveren daarmee waardevolle meetresultaten aan wetenschappers die zich bezig houden met klimaatonderzoek. Scholen en leerlingen krijgen hierdoor een volwaardige plek binnen dit onderzoeksprogramma.

De Rector Magnificus van de TU Delft heeft de leerlingen daarom woensdag welkom geheten en geïnstalleerd als onderzoekers van de TU Delft. Vervolgens kregen de leerlingen een echt college over weer en klimaat, waarna ze ook hun eigen regenmeter bouwden. Het WaterLab is een uniek onderzoeksprogramma waarbij de TU Delft, het Science Centre Delft en Witteveen+Bos scholen betrekken bij origineel en authentiek klimaatonderzoek. Het WaterLab Delft is gestart om een beter beeld te krijgen van water in de stad, een project dat actief wordt ondersteund door het Valorisatie Programma Delta Technologie, de EU en Rijkswaterstaat.

zondag 23 november 2014

Startbijeenkomst verruimen waterkering Terschelling

Rijkswaterstaat houdt op woensdagavond 26 november in de Driemaster in Midsland (aula VMBO) een startbijeenkomst over het verruimen van de waterkering. Inwoners van Terschelling zijn uitgenodigd om mee te denken. In het voorjaar volgen meer bijeenkomsten. Dit leidt in april 2015 tot een goed afgestemd en doordacht projectplan Waterwet.

Tijdens de startbijeenkomst informeert Rijkswaterstaat de inwoners over het projectplan en de manier waarop zij worden betrokken. De uitkomsten van de verkenning komen aan de orde. Ook de relatie tussen het projectplan waterkering en het beheerplan rijksgronden staat op de agenda. Staatsbosbeheer licht de herziening van dat beheerplan toe. De bijeenkomst vindt plaats in de aula van VMBO De Driemaster te Midsland op woensdag 26 november van 19.30 tot 21.00 uur.

Al langere tijd bestaat de wens vanuit de gemeente, de provincie Fryslân en inwoners van Terschelling dat een groter deel van het eiland binnen de zogenaamde primaire waterkering komt te liggen. Op basis van veel gesprekken en een verkenning tekende de Staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Milieu in oktober 2012 samen met de Provincie en de Gemeente een intentieverklaring. Hierin legden zij met elkaar een voorkeurstracé vast voor het verruimen van de primaire waterkering.

De primaire waterkering is de begrenzing waarbinnen de rijksoverheid het hoogste waterveiligheidsniveau garandeert. In dit project gaat het om de zogenoemde ‘zandige waterkering’, oftewel de duinenrij aan de kant van de Noordzee, waarvan Rijkswaterstaat de hoogte en sterkte bewaakt. In 2012 besloot de staatssecretaris dat deze primaire waterkering een fors stuk richting Noordzee verlegd wordt. Op Terschelling komen bijvoorbeeld de recreatiedorpen West aan Zee en Midsland aan Zee daardoor binnen de waterkering. Deze volgt voortaan tussen paal 8 en paal 12 de buitenste duinenrij (de ‘zeereep’). Waar nodig wordt de duinenrij versterkt.

In april 2015 is het projectplan Waterwet naar verwachting gereed. Rijkswaterstaat wil het plan graag in samenspraak met de inwoners opzetten. Daarom volgen na deze avond de komende maanden nog meer bijeenkomsten.

vrijdag 21 november 2014

Vitens bevriest drinkwaterprijs voor achtste jaar op rij

Klanten van Vitens gaan het komende jaar hetzelfde betalen voor hun drinkwater. Daarmee hebben de aandeelhouders van drinkwaterbedrijf Vitens op vrijdag 21 november tijdens de aandeelhoudersvergadering ingestemd. De gemiddelde rekening van een particuliere klant van Vitens blijft in 2015 daarmee 123 euro exclusief alle belastingen. Ondanks de inflatie zijn de prijzen van het drinkwater van Vitens sinds 2008 niet verhoogd.

Vitens streeft naar een zo laag mogelijk drinkwatertarief, zonder af te doen aan de kwaliteit of leveringscontinuïteit. Door de fusies en daarmee de schaalvergroting zijn de operationele kosten van Vitens de afgelopen jaren fors afgenomen. In 2014 is sterk ingezet op het optimaliseren van de bedrijfsprocessen en deze verder te digitaliseren. Mede door deze procesverbeteringen hoefden de tarieven niet mee te stijgen met de inflatie, terwijl Vitens gedegen kon blijven investeren in de drinkwaterinfrastructuur. Het drinkwaterbedrijf is dan ook optimistisch over de toekomst en verwacht op korte termijn een voor de klant gunstige prijsontwikkeling van het water.

Vitens heeft de afgelopen jaren stevig ingezet op duurzame innovatie en dat werpt in toenemende mate zijn vruchten af. Vitens levert ruwweg een derde van al het water in Nederland, ongeveer 350 miljard liter op jaarbasis. Bij de bereiding van dit water komt ongeveer 60.000 ton aan reststoffen vrij, waaronder kalk, ijzer, methaan en humuszuur. Vooral methaan en humuszuur hebben in 2014 een belangrijke bijdrage geleverd aan het resultaat. In 2010 betekenden de reststoffen voor Vitens nog kostenpost van 1,8 miljoen euro. In 2014 is deze kostenpost teruggebracht tot 0,6 miljoen euro, mede dankzij innovaties zoals de methaangasafvang in Spannenburg. Volgend jaar zal de kostenpost omgezet zijn in een netto winst. Dit maakt het mede mogelijk de tarieven niet mee te laten stijgen met de inflatie. Door deze producten te zien als hoogwaardig restproduct, en deze 100% en duurzaam te hergebruiken heeft Vitens niet alleen een duurzaam, maar ook een economisch resultaat behaald, dat ten goede komt van het drinkwatertarief.

De verwachting is dat dit gaat toenemen als gevolg van steeds hoogwaardigere toepassingen van de diverse restproducten. Momenteel werkt Vitens aan toepassingen met een hogere toegevoegde waarde welke in 2015 beschikbaar komen. De 21.000 ton aan kalkorrels worden momenteel hergebruikt als grondstof in de glas- en betonindustrie. Inmiddels zijn toepassingen ontwikkeld voor diervoeder en land- en tuinbouw. Methaan wordt omgezet in duurzame stroom en humuszuur wordt gebruikt als biologische bodemverbeteraar. Inmiddels gaat ook een diervoederbedrijf het humuszuur, dat bij de waterbereiding in Friesland vrij komt, gebruiken als antibioticavervanger.

“We verzilveren nu pas onze eerste successen qua innovatie door anders naar onze reststoffen te kijken” zegt Lieve Declercq, directievoorzitter van Vitens “uiteindelijk profiteert de klant daarvan”.

Belangrijke stap vernieuwing Afsluitdijk

Rijk en regio hebben samen een belangrijke stap gezet naar de vernieuwing van de Afsluitdijk. Een aantal regionale projecten wordt opgenomen in een contract voor de Rijkswerkzaamheden aan de Afsluitdijk. De regionale projecten vertegenwoordigen een gezamenlijke extra investering van Rijk en regio van € 82,5 miljoen. Rijkswaterstaat besteedt in totaal € 830 miljoen aan de versterking van de dijk en vergroting van de waterafvoer.

De geplande werkzaamheden van het Rijk aan de Afsluitdijk bieden de regio, samenwerkend als De Nieuwe Afsluitdijk, een historische kans om gelijktijdig grote regionale projecten uit te voeren. Voorzitter van de regionale stuurgroep De Nieuwe Afsluitdijk, Tineke Schokker: “Door deze nauwe samenwerking wordt de Afsluitdijk niet alleen veilig en sterker gemaakt. Met De Nieuwe Afsluitdijk (DNA) creëren we schone energiebronnen en worden verbindingen van zout naar zoet gerealiseerd. De natuur kan zo letterlijk weer stromen en opleven. Al met al een enorme impuls voor veiligheid, natuur, toerisme en goed voor de werkgelegenheid. Bovendien profiteren we optimaal van de voordelen van werk-met-werk.”

Het Programma naar een Rijke Waddenzee heeft in opdracht van DNA de plannen voor een Vismigratierivier uitgewerkt in een ontwerp. De Vismigratierivier (kosten € 55 miljoen) is een baanbrekend project om de vistrek, tussen Waddenzee en IJsselmeer, te verbeteren. Samen met visvriendelijk sluisbeheer en de vispassage van Rijkswaterstaat, verbetert dit de omstandigheden voor trekvissen. Simpel gezegd: de Afsluitdijk gaat open voor vis. Het herstel van de visstand zal de natuurwaarden van het Waddengebied en het IJsselmeer sterk vergroten. De effecten van deze combinatie van projecten strekt zich uit tot ver in het Europese achterland. Ook biedt de Vismigratierivier kansen voor recreatie en educatie.

In het Tidal Testing Centre op de Afsluitdijk is een testlocatie voor stromingsenergie ingericht. Door middel van onderwaterturbines wordt energie opgewerkt door het water dat bij laagwater via de spuisluizen uit het IJsselmeer naar de Waddenzee stroomt. DNA heeft plannen om dertig van deze turbines, als democentrale, in het spuicomplex bij Kornwerderzand te plaatsen (kosten € 14,5 miljoen). Hiermee laat Nederland zien dat op bescheiden schaal energie uit stromend water haalbaar is. Dit is een van de energieprojecten op de Afsluitdijk die bijdraagt aan een energie-neutrale Afsluitdijk in 2021. Naast mogelijke uitbreiding van de stromingsenergie, staat er inmiddels een Blue Energy pilotcentrale bij Breezanddijk. Deze wordt op 26 november officieel in gebruik genomen door Zijne Majesteit Koning Willem Alexander.

De plannen voor het opknappen en uitbreiden van het Monument en het verbeteren van de bereikbaarheid voor toeristen (kosten ca. € 13 miljoen) worden samen met het Rijk uitgevoerd. Naast nieuwe wandelroutes, is er een plan voor recreatieve fietspaden aan de Waddenzeekant. Deze komen te liggen tussen Den Oever en het Monument en tussen de Friese kust en de sluizen- en kazematten van Kornwerderzand. Hiermee kunnen fietsers straks genieten van de natuur en het vrije uitzicht over zee. Het huidige fietspad langs de snelweg blijft bestaan. De minister van I&M heeft aan kunstenaar/ontwerper Daan Roosegaarde gevraagd om ‘Icoon Afsluitdijk’ verder te ontwikkelen. Het Icoon Afsluitdijk wordt een artistiek en innovatief ontwerp, waarin onderdelen van de ‘Smart Highway’ worden opgenomen.

Onderdeel van de dijkversterking is een stormvloedkering aan de Waddenzeekant. Deze kering krijgt een bredere doorvaartopening dan de huidige afmetingen van de sluizen en bruggen. Met deze oplossing heeft de Minister ruimte geboden voor de regionale wens om de sluizen te vergroten. De provincies Fryslân, Drenthe, Overijssel en Flevoland werken, samen met de daarin gelegen havengemeenten, aan het plan en financiering voor deze grote sluis. De eerste resultaten worden in het voorjaar van 2015 verwacht. Een definitief besluit volgt eind 2015. Daarom is de sluis geen onderdeel van de huidige afspraken met het Rijk.

De komende maanden wordt het besluit over de regionale projecten ter goedkeuring aangeboden aan de betrokken Provinciale Staten en gemeenteraden. De Minister van Infrastructuur en Milieu besluit in het voorjaar van 2015 over de versterking van de dijk en de vergroting van de waterafvoer. Als alles volgens planning verloopt kan in 2017 de eerste schop de grond in.

Het totaalprogramma van De Nieuwe Afsluitdijk heeft een investeringswaarde van circa € 250 miljoen tot 2025. Naast de projecten die meegaan in het Rijkscontract zijn er ook projecten die los staan van de werkzaamheden van het Rijk. Ook aan deze projecten wordt gewerkt. Meer informatie hierover is te vinden via www.deafsluitdijk.nl. DNA is een samenwerking van de provincies Noord-Holland en Fryslân, en de gemeenten Hollands Kroon, Súdwest-Fryslân en Harlingen.